Category: Op de werkvloer

  • Minimale stakingsacties bij het spoor?

    Na de discussie over de minimumdiensten bij het openbaar vervoer, lijkt er gekozen te worden voor een syndicale strategie die eveneens bestaat uit minimale stakingsacties. De oproep om een uur het werk neer te leggen, naargelang het de betrokken personeelsleden uitkomt, staat garant voor acties in verspreide slagorde. We vrezen dat dit niet zal leiden tot een succesvolle actie.

    De rooms-blauwe onderhandelaars lijken het eens te zijn over het doorvoeren van een beleid van minimumdiensten in het openbaar vervoer. Dat betekent dat er bij stakingsacties steeds een aantal diensten moeten worden gegarandeerd. Het idee komt overwaaien uit Frankrijk waar Sarkozy de strijd tegen het spoorpersoneel is aangegaan rond dit punt.

    Met de retoriek rond minimumdiensten wordt in feite een offensief ingezet tegen het stakingsrecht. Er wordt gesteld dat wel mag gestaakt worden, maar de dienstverlening mag er niet onder lijden. Daarmee wordt ingespeeld op de standpunten als zouden stakingen bij het openbaar vervoer de reizigers “gijzelen” en andere anti-stakingsposities.

    Wij zijn het daar niet mee eens, maar vrezen dat de minimumdienstverlening er wel zal doorkomen indien de acties beperkt blijven tot wat nu wordt voorgesteld. Het zwakste punt van de vakbonden totnutoe was het gebrek aan band met de reizigers in het opbouwen van een krachtsverhouding om meer middelen te eisen voor het spoor. Heel wat eisen van het personeel zijn gericht op het verbeteren van de dienstverlening en zijn dus ook in het belang van de reizigers (zo worden veel vertragingen veroorzaakt door onrealistische dienstregelingen voor treinen en personeel). Er is echter geen informatiecampagne, laat staan een actieve mobilisatiecampagne van het spoorpersoneel onder de reizigers. Daarmee zou nochtans het belangrijkste argument van de voorstanders van minimumdiensten worden doorprikt. Het zou bovendien veel meer gewicht geven aan eventuele stakingsacties.

    Nu stelt de vakbondsleiding voor om op vrijdag in verspreide slagorde actie te voeren. Het idee om op verschillende tijdstippen individueel een uur het werk neer te leggen, is geen goede manier van collectieve actie. Het ondermijnt het collectieve aspect en het zal vooral veel vragen opwerpen, zoals: wanneer staak ik vandaag? ’s Ochtends, op de middag, ’s avonds? En: wanneer staken mijn collega’s? Dit soort oproepen is bovendien niet goed door bediscussieerd met de basis waardoor het er op lijkt dat er wel een aantal stakers zullen zijn, maar zonder een echt goed georganiseerde collectieve actie. Dit soort minimale stakingsacties zal te licht wegen om de minimumdienstverlening te stoppen!

    Bij De Lijn werd reeds een CAO gesloten waardoor er in de praktijk een minimumdienstverlening werd afgesproken. Ook waren er reeds uitspraken als zou er effectief moeten gekeken worden naar maatregelen om de impact van wilde stakingen te beperken. Dat zal ons niet vooruit helpen in de strijd tegen de aanvallen op het stakingsrecht. In plaats van de verantwoordelijkheid voor stakingsacties bij het personeel te leggen, moet worden gekeken naar de redenen waarom wordt gestaakt en de verantwoordelijken daarvoor. Enkel door met personeel en gebruikers samen in het verzet te gaan tegen de neoliberale visie op openbaar vervoer, zal het mogelijk zijn om een verdere afbraak tegen te houden.

  • Met de petitie “Red de Solidariteit”… tijd voor actie

    Al 136 dagen proberen Leterme en Cie een Oranje-Blauwe regering ineen te knutselen. De inzet is niet gering: een regelrechte aanval op alles wat arbeiders en hun gezinnen aanbelangt. Alle partijen lijken het hier grondig over eens, zowel die van de uittredende als die van de nog te vormen meerderheid. Als ook de resterende oppositiepartijen in het parlement.

    Pamflet van CAP-Antwerpen

    Het VBO ziet er nauw op toe dat we het niet vergeten: ondanks de klaagzang, onder meer bij de belastingsdiensten, over personeelstekort, telt België naar verluidt teveel ambtenaren. België mag toch niet achter blijven inzake afbraak van de openbare dienstverlening. Antwoord van Oranje-Blauw: slechts een gedeelte van de ambtenaren die op pensioen vertrekken wordt vervangen. Hoeveel? Een derde, de helft, dat staat nog ter discussie. De werkdruk? Indien nodig kunnen de ambtenaren worden vervangen door werknemers van de private sectoren.

    In de privé-sector wil men het bekende verhaaltje: meer flexibiliteit, meer overuren en meer uitzendarbeid. Om het aanbod aan werknemers op te trekken en de lonen te drukken wil men een 2de generatiepact en nog meer activering van werklozen, vooral dan in Wallonië. Bovendien heeft het patronaat nu al voor een stuk resultaatsgebonden verloning verkregen en alweer uitstel inzake de vakbondsvertegenwoordiging in KMO’s. Bij verzet wil het patronaat naast de traditionele eenzijdige verzoeksschriften en dwangsommen, een verdere uitbreiding van het arsenaal repressiemiddelen. Staken, bijvoorbeeld, wil ze voortaan liefst beperkt zien tot die momenten dat niemand er hinder van ondervind, vandaar de discusie over “minimumdiensten”

    Maar hoe verkoop je die a-sociale politiek aan een bevolking van hoofdzakelijk loontrekkenden? Lange tijd slaagden de PS en de SPa erin via onder-handelingen, schijfje per schijfje, de bittere pil bij te zoeten met lepeltjes suiker (vrij naar De Wever). Op 10 juli kregen ze daarvoor de rekening gepresenteerd, meteen lag de weg open voor een nog rechtsere regeringsvariant. Die wil haar afbraakbeleid aan de man brengen door “hardwerkende” Vlaamse arbeiders op te jutten tegen “werkonwillige” Franstalige arbeiders of omgekeerd door “solidaire” Franstalige arbeiders te waarschuwen voor “egoïstische” Vlaamse arbeiders.

    Oranje-Blauw zal in alle toonaarden ontkennen dat het haar bedoeling is het land te splitsen. Het Comité voor een Andere Politiek aanvaardt dit. Met het communautair opbod wil men in de eerste plaats de regio’s “responsabiliseren”, dit wil zeggen het sociaal zekerheidsstelsel geleidelijk opdelen in twee elkaar beconcurrerende stelsels en de loonvorming uitsplitsen naar regio, zodat die regio’s met elkaar kunnen wedijveren voor het binnenhalen van investeringen ten koste van de lonen en de sociale uitkeringen.


    Met hun initiatief voor het behoud van de federale sociale zekerheid hebben de syndicale delegaties van Total en Degussa de stilte doorbroken. Het Comité voor een Andere Politiek wenst haar erkentelijkheid hierover uit te drukken. Wij stellen de openheid en democratische ingesteld-heid op prijs van AC-Antwerpen-Waasland en BBTK-Antwerpen. Met de organisatie van dit debat beantwoorden zij de vraag van veel syndicale militanten die hier de argumenten hopen te vinden waarmee ze morgen op de werkvloer tegen de mediastorm zullen ingaan.

    De petitie “Red de solidariteit” stelt ietwat ongelukkig: “De solidariteit tussen de rijkere en armere inwoners en de solidariteit tussen rijkere en armere regio’s zijn pijlers van onze Belgische samenleving.” Als men daarmee bedoelt dat we al onze verworvenheden te danken hebben aan de gezamenlijke strijd van Vlaamse, Franstalige, Duitstalige en migrante arbeiders, zijn we het er volledig mee eens. De rijkere inwoners van België, voor zover we daarmee de heersende klasse en haar politieke lakeien bedoelen, hebben echter helaas steeds de taal- en levensbeschouwelijke verschillen misbruikt om de armere inwoners, de arbeiders en arme boeren, op te laten draaien voor hun winst en privileges. Bovendien heeft diezelfde Belgische burgerij nooit enige terughoudendheid aan de dag gelegd als het in haar kraam paste de arbeiders van de ene regio op te zetten tegen die van de andere.

    De initiatiefnemers van “Red de Solidariteit” zijn erin geslaagd heel wat personaliteiten te mobiliseren en hebben het initiatief daardoor gepopulariseerd en aantrekkelijk gemaakt, ook voor de media.

    Niet alle personaliteiten hebben wellicht hun mening even grondig overwogen en sommigen werden misschien verrast door de plotse belangstelling. De stelling echter dat België een goed land is om in te leven en dat daaraan best niets verandert, zal bij de 15% armen en talloze andere arbeidersgezinnen, werklozen, interimarbeiders, deeltijdsen, gepensioneerden en mindervaliden weinig sympathie losweken. Het Comité voor een Andere Politiek wil niets te maken hebben met de Vlaams nationalistische elite die de Vlaamse arbeiders nog wat harder wil uitpersen, maar we wensen evenmin de belangen van Lippens, Frère, Davignon of de monarchie te verdedigen.


    In een dankwoord verzonden aan allen die hun campagne voor het behoud van de federale sociale zekerheid hebben ondersteund, schrijven de syndicale delegaties van Total en Degussa “… hopelijk betekent 24 oktober voor de vakbewegingen ook de start naar meer”.

    Het Comité voor een Andere Politiek kan deze oproep enkel onderschrijven. Het communautaire opbod van Oranje-Blauw heeft niets te maken met de belangen van “de” Vlamingen of “de” franstaligen, het is een poging om de arbeiders en uitkeringsgerechtigden op te laten draaien voor de duizelingwekkende winsten van het patronaat. Dat zijn net diezelfde belangen die ook de unitaristen van het VBO of de monarchie verdedigen. De petitie was goed en moet doorgaan, CAP onderschrijft ze, personaliteiten zijn welkom, maar de arbeiders hebben nood aan een eigen, van communautaristen en unitaristen onafhankelijke stem, vertaald in concrete actie en een programma.

    “CAP is een zelfstandige politieke beweging die, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) wil bevorderen.” Zo begint de tweede paragraaf van de werkingsprincipes van het Comité voor een Andere Politiek, gestemd op haar conferentie van 20 oktober jongstleden. CAP ontstond op initiatief van onder meer voormalig ABVV-algemeen secretaris Georges Debunne en voormalig SP-volksvertegenwoordiger Jef Sleeckx. Sleeckx werd vorige zaterdag verkozen in het nationaal secretariaat van CAP. Met Debunne en veel andere syndicalisten kwam hij tijdens de strijd tegen het generatiepact tot de vaststelling dat de sp.a zich definitief had afgekeerd van de arbeiders. Op het sp.a congres van vorige zondag werd dit alweer bevestigd: nadat de sp.a-Rood kandidaat een eervolle 33% had behaald, werd het debat afgesloten en de architect van de neoliberale politiek van paars, Vande Lanotte, met staande ovatie bedankt voor diens afbraakbeleid.

  • Rooms-blauw zal verder de openbare diensten uitverkopen

    Hetgeen nog overblijft van overheidscontrole op Belgacom zal verder verdwijnen als het van de rooms-blauwe onderhandelaars afhangt. Belgacom was al grotendeels verkocht waardoor de privé het al langer voor het zeggen heeft in het telecombedrijf. De gevolgen waren er ook naar: in 2006 maakte Belgacom 6,1 miljard euro winst terwijl sinds begin jaren 1990 zowat de helft van het personeel verdween.

    De afgelopen dagen maakte het schandaal rond de signalisatieborden in Mechelen duidelijk dat privatiseringen enkel de winsthonger versterken en uiteindelijk de gemeenschap meer kosten dan opbrengen. De privatisering van de levering en plaatsing van signalisatieborden zorgde ervoor dat Mechelen 35 euro in plaats van 15 euro per bord moest betalen en leidde bovendien tot een wildgroei aan borden. Deze nieuwe veroordeling van het privatiseringsbeleid kan de rooms-blauwe onderhandelaars echter niet overtuigen om hun plannen voor nog meer privatiseringen op te bergen.

    Nu moet Belgacom voor de rooms-blauwe partners volledig in private handen komen: De werknemers van het bedrijf mogen daarbij het ergste vrezen. Om tot de recordwinst van 6,1 miljard euro in 2006 te komen, heeft het personeel een zware prijs betaald. De topmanagers natuurlijk veel minder: die kregen heel wat cadeautjes. Maar het gewone personeel zag het aantal arbeiders met zowat de helft verminderen: van bijna 30.000 begin jaren 1990 tot 15.000 begin 2007. De overheid bezat nog steeds ongeveer de helft van de aandelen (53,5%). In de praktijk betekent dit dat de privé het voor het zeggen heeft, maar nu wil de overheid dat ook officialiseren door haar aandeel in Belgacom verder af te bouwen.

    Eerst moeten wel nog wat cadeaus geïnd worden. Belgacom zal een tussentijds dividend betalen van 170 miljoen euro. Daarvan zal zowat 91 miljoen euro in de staatskas terecht komen. Dat moet de minder goede cijfers voor de staatskas wat compenseren.

    Na Belgacom zal mogelijk De Post volgen. Ook dat bedrijf is reeds grotendeels geprivatiseerd, maar de rooms-blauwe partijen zijn het nog niet eens over een volledige verkoop van De Post aan de privé. Mogelijk zal het niet lang duren vooraleer er ook daar een akkoord over is en dan zal de vraag zich natuurlijk stellen wat nog overblijft om te privatiseren. Het spoor?

    De privatiseringswoede van de rooms-blauwe partijen zal ons geen voordelen opleveren. Integendeel, privatiseren zorgt ervoor dat we meer moeten betalen voor minder diensten en soms hoogst twijfelachtige diensten. Zijn de lessen van de Britse spoorwegen reeds vergeten? Weigeren de partijen lessen te trekken uit het Mechelse schandaal? Of dienen ze enkel de belangen van het patronaat dat extra winsten ruikt, ook al gebeurt dat op de kap van de meerderheid van de bevolking.

  • Bayer/Lanxess: arbeiders protesteren tegen afbraakpolitiek

    Gisteren was er een bijzondere ondernemingsraad waarop werd gediscussieerd over een aantal herstructureringsplannen van de directie van Bayer/Lanxess. Tegelijk betoogden enkele honderden arbeiders langs de Scheldelaan. Daarbij werd solidariteit betuigd door arbeiders van andere chemiebedrijven zoals Degussa.

    Het verzet richt zich vooral tegen de outsourcing en de mogelijke besparingen op veiligheid. Dat zou een precedent zijn voor heel de chemische sector in Antwerpen en ongetwijfeld zou het snel navolging krijgen. De mogelijke gevolgen voor de veiligheid zouden uiteraard niet positief zijn. Maar enkel de winsten tellen blijkbaar.

    De outsourcing werd op spandoeken omschreven als “mensenhandel”. Arbeiders zouden dezelfde job moeten blijven doen, maar voor een andere patroon. Het doel is natuurlijk duidelijk: op termijn besparen op het aantal arbeiders en hun lonen. Op de ondernemingsraad waren er openingen voor het overleg in die zin dat door de directie werd aanvaard dat geoutsourced personeel aan dezelfde modaliteiten zou blijven werken als bij Bayer/Lanxess. Inzake veiligheid wil de directie het totale concept van veiligheidsdiensten en 24-urendiensten van het medische korps herbekijken.

    De rest van de besparingsplannen van de directie is nog niet besproken op de bijzondere ondernemingsraad. Vandaag zijn er personeelsvergaderingen op zowel linkeroever als rechteroever om de arbeiders te informeren over de bijzondere ondernemingsraad van gisteren.

  • Bayer/Lanxess: arbeiders gaan verder met verzet tegen herstructureringsplannen

    De arbeiders van Bayer/Lanxess blijven zich verzetten tegen de plannen van de directie om een aantal diensten te outsourcen en tegelijk met een verdere splitsing van het bedrijf de werkgelegenheid aan te pakken. In totaal zijn er 379 jobs bedreigd. Eerder was er reeds onder meer een actie van het veiligheidspersoneel. Deze week zijn er verdere acties, onder meer naar aanleiding van een ondernemingsraad morgen.

    Na de aankondiging van de directie was de woede erg groot. De Bayer groep maakte vorig jaar een fenomenale winst: 3,5 miljard euro. De omzet van de groep nam toe met 17% in 2006. De winsten gingen vooral naar de aandeelhouders, terwijl de arbeiders een prijs moeten betalen. Er zijn 379 jobs bedreigd, vooral door outsourcing en ook door een opsplitsing van Bayer

    Onder de diensten die zouden worden geoutsourced, bevinden zich ook de veiligheidsdiensten. Dat is natuurlijk spelen met de veiligheid van de werknemers in het bedrijf en ook daarbuiten. Zoals het veiligheidspersoneel stelde is Bayer/Lanxess geen koekjesfabriek maar een chemisch bedrijf met een hoger risico waardoor er voldoende aandacht moet zijn voor de veiligheid. Daarop besparen, betekent spelen met de veiligheid. Zijn er rampen nodig opdat de directie dat zou erkennen?

    De afbouw van het personeelsbestand zou betekenen dat er met minder volk meer geproduceerd wordt. Dat is een proces dat reeds enkele jaren bezig is. In 2003 was er bij Bayer met 2.072 arbeiders een omzet van 1.134 miljoen euro, in 2006 was er bij Bayer met 917 arbeiders een gelijkaardige omzet: 1.100 miljoen euro. De gemiddelde omzet per arbeider verdubbelde van 0,55 miljoen euro tot 1,1 miljoen euro. Slechts een miniem deel daarvan dient overigens voor de lonen van het personeel (in 2006 was dit slechts 8,7%).

    Een aantal aspecten van de plannen van de directie blijven onduidelijk. Zo is het onbekend hoeveel personeel de directie uit de ploegen weg wil. Ook is het onduidelijk hoe de toekomst van de bedrijven van Lanxess op Linkeroever er uit ziet. Mogelijk zal daarover meer informatie komen op een ondernemingsraad die morgen plaats vindt. Aan deze ondernemingsraad is een nieuwe actie gepland en nadien volgen personeelsvergaderingen.

  • Energie wordt veel duurder. Het failliet van de liberalisering

    Vlak na de verkiezingen was er reeds ophef over een mogelijke stijging van de energieprijzen. Electrabel ontkende toen, maar achteraf bleek er wel degelijk een maatregel te bestaan waardoor de prijzen zouden stijgen. Daar bovenop komt nu een stijging van de tarieven voor de distributie waardoor er gemiddeld 105 euro meer zal moeten worden betaald.

    In 2006 deed Electrabel het niet slecht. Het bedrijf vermeed onder meer heel wat belastingen door gebruik te maken van de cadeaus van de regering, zoals de notionele intrestaftrek. Electrabel bespaarde daarmee 30 miljoen euro aan belastingen. De gemeenschap zal hierdoor minder middelen hebben, maar dat is niet de zorg van een bedrijf dat (veel) winst wil maken.

    Ook tegenover de individuele consumenten geldt het principe van de winst onvoorwaardelijk voor Electrabel. De CREG (regulator inzake energie) stelde dat de factuur voor elektriciteit en gas sterk zal toenemen in 2008: tot 30 euro voor elektriciteit en 75 euro voor gas. Dat zou komen door een stijging van de tarieven voor distributie via het laagspanningsnet. De tariefverhogingen zouden er in 2008 komen. De tariefverhogingen zouden verschillen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Gemiddeld komt er een stijging met 85 tot 105 euro, in Brussel blijft het echter beperkt tot 16 euro.

    Waarom komen er nu dergelijke verhogingen (bovenop de eerder aangekondigde prijsstijgingen)? Omdat sinds kort de volledige Belgische energiemarkt “geliberaliseerd” is. Tot aan die liberalisering hield Electrabel haar tarieven (relatief) laag, maar nu is de meedogenloze jacht op de winst volledig geopend. Slachtoffer daarvan zijn de gewone werkende gezinnen.

    Deze nieuwe aanval op onze portemonnee toont het failliet aan van de liberalisering van de energiemarkt. Dit heeft ons geen goedkopere energie opgeleverd, maar zorgt ervoor dat we telkens meer moeten betalen. Bovendien is er geen openbare controle meer op de prijzen. Er moeten hier lessen uit getrokken worden door over te gaan tot de nationalisatie van de energiesector onder openbare controle en het bevriezen van alle energieprijzen.

  • Gent: stakingsacties tegen willekeurige afdankingen

    Vorige week werd een arbeider uit het bedrijf Kronos ontslagen in Gent. Na een spontane staking werd hij terug aangenomen. Deze week is er een provocatie tegenover een delegee bij Sita Recycling Services in Desteldonk. De aanleiding van de staking was een brief waarin men de afgevaardigde een aantal werkweigeringen ten laste legde terwijl deze op dat moment gewoon vakbondswerk aan het verrichten was.

    Benoit Douchy

    In beide gevallen waren de sancties van de bedrijfsleiding preventief én arrogant. In Kronos was de aanleiding een pamflet dat de betreffende werknemer verspreid had en waarin deze een lagere werkdruk en een hoger loon eiste, desnoods af te dwingen met acties. Blijkbaar is de vrijheid van meningsuiting relatief indien men de realiteit aanklaagt.

    Bij Sita Recycling Services is het voor de BBTK duidelijk dat alleen al lid zijn van de vakbond een reden is voor intimidatie vanwege de directie. Dat maakt het des te moeilijker voor afgevaardigden in dergelijke bedrijven om actief te zijn. “Systematisch wordt de ene na de andere afgevaardigde zwart gemaakt van bovenuit en worden ze persoonlijk geviseerd via aangetekende brieven, slechte evaluaties en wordt het personeel bevraagd over het hebben en houden van de afgevaardigden”, stelde Katrien Degryse, secretaris van de bediendenbond BBTK op hln.be.

    Op donderdag breidde de staking uit naar Neder-Over-Heembeek en andere vestigingen (en hield de staking in Desteldonk aan) omdat ook daar het arbeidsreglement met de voeten werd getreden. Men schat dat zo’n 40 procent van de 1000 werknemers van Sita staken. Eén van de eisen is onder andere dat de ploeg die tussen 2 en 4u. ‘s morgens vertrekt om afval op te halen ook een premie krijgt zoals de ploeg die een avondpremie krijgt.

    Wij ondersteunen de eis tot gelijke loon-en arbeidsvoorwaarden in de verschillende vestigingen indien deze naar boven worden herzien, en alle arbeiders dus ten goede komen en het geen akkoord betreft waarin weer loze beloften worden gedaan of er weer moet worden ingeleverd door de werkenden.

    De verschillende incidenten in Kronos, Sita in Desteldonk en Sita in Neder-Over-Heembeek tonen nogmaals aan wat de houding is van de bedrijfsleiding vandaag. Terwijl Sita deel uitmaakt van Electrabel dat in 2006 de opbrengsten zag stijgen met 10, 6 procent tot 13,5 miljard euro is het duidelijk dat de arbeiders die bij Sita werken, harder moeten werken en geen cent zullen zien van de winst die in de zakken van enkelen verdwijnt!

  • Ongelijkheid in onderwijs neemt toe

    Ondanks de ‘gratis’ passers en pennen…

    Drie september. Het nieuwe schooljaar begon weer voor tienduizenden kinderen. Lagere scholen voorzagen verplicht een resem schoolmaterialen zoals schrijf- en tekengerei, meetmateriaal, kompas en passer. Een nobele maatregel, alleen gaan ondertussen de besparingen in het hele onderwijs verder. We staan verder dan ooit van een gratis en toegankelijk onderwijssysteem.

    Emiel Nachtegael

    Volgens het Hoger Instituut van de Arbeid zijn de gemiddelde schooluitgaven voor het secundair onderwijs meer dan het dubbele in vergelijking met het basisonderwijs (1.106 euro voor de derde graad secundair onderwijs tegenover 491 euro voor het vijfde-zesde leerjaar). De echte moeilijkheden voor veel ouders beginnen in het middelbaar en zijn er zeker bij hogere studies. Bovendien betekent gratis materiaal op school niet dat ouders deze spullen niet meer moeten aanschaffen voor het huiswerk thuis. En, zo schreef een ouder in De Standaard, “de grootste schoolkost is een computer. Ook voor kinderen in het basisonderwijs heb je die al nodig”.

    Scholen blijven een spiegel van de ongelijkheid in de maatschappij. Als we kijken naar de noden, is het onderwijs sinds de jaren 1970 structureel ondergefinancierd. De enveloppefinanciering zorgde voor te grote klassen (meer dan 15 leerlingen) waardoor er minder aandacht gaat naar de individuele begeleiding van de zwakkere scholieren en studenten. Het zorgde er ook voor dat meer en meer scholen moeten bedelen om de gebouwen opgelapt te krijgen. Het tekort aan personeel tenslotte leidde tot meer administratief werk voor leraren en directeurs, minder tijd voor lesvoorbereidingen en naschoolse begeleiding.

    Decennia van besparingen

    In de jaren zeventig werd nog 7% van het BBP besteed aan het onderwijs. Ondertussen is dat gedaald tot 4,9%! De studiekost daarentegen is gestegen met 40 tot 60% tussen 1986 en 1999.

    Sinds de jaren 1970 is een veelbeproefde taktiek van de regeringen om, telkens wanneer er bespaard moet worden, scholen tegen elkaar uit te spelen. Dat was niet nieuw, reeds in de beruchte schoolstrijd van de jaren 1950 werden het gemeenschapsonderwijs en het katholieke onderwijs tegen elkaar uitgespeeld. Enkel het gemeenschapsonderwijs kreeg toen extra middelen, waardoor de verdeeldheid werd versterkt en het katholiek onderwijs zich sterker op zichzelf ging organiseren. Bij de besparingen vandaag worden alle netten getroffen.

    Verdeel-en-heers was ook het motto voor de regionalisering van het onderwijs. Hierdoor kampte het Franstalig onderwijs met een tekort aan middelen waardoor bespaard werd. Het Nederlandstalig onderwijs volgde kort daarop met onder meer de enveloppefinanciering. Gevolg van decennia besparingen: er is overal een tekort aan middelen, in alle netten en over de taalgrenzen heen.

    Gelijke kansen?

    Meer en meer worden de kosten van het onderwijs overgeheveld van de staat naar de ouders en de studenten. In het hoger onderwijs bijvoorbeeld worden betaalbare sociale voorzieningen (maaltijden, koten, financiele tegemoetkomingen, lagere inschrijvingsgelden…) afgebouwd. Studenten zoeken meer en meer een bijbaan, ook tijdens het academiejaar, en kiezen voor opleidingen van het korte type.

    In het secundair ontstond er een tweestromenland tussen rijke en arme scholen, zowel in het katholiek als het gemeenschapsonderwijs. Ouders krijgen steeds duurdere rekeningen voorgeschoteld, wat voor “sommige scholen een deel van de stategie is om de kansarmen buiten te houden”, aldus Roger D’Hondt van de vzw Schulden op School. De kansarme scholieren, waaronder ook de allochtonen, worden hierdoor geconcentreerd in probleemscholen, terwijl net zij het meeste begeleiding nodig hebben. De middelen hiervoor zijn, net als voor het inclusief onderwijs, ondermaats. Bovendien houdt dit alles het “watervalsysteem” in stand.

    7% van het BBP voor onderwijs!

    Het is de besparingspolitiek van de regeringen die hiervoor de volledige verantwoordelijkheid draagt. Volgens studies is er 250 miljoen euro nodig om het onderwijs op alle niveaus gratis te maken. Onrealistisch? Ter vergelijking: de fiscale fraude wordt jaarlijks op 15 tot 20 miljard euro geschat. Daarom eisen we onmiddellijk een noodplan voor de herfinanciering van het hele onderwijs met overheidsmiddelen.

    ACOD-VUB geeft het voorbeeld: al jaren brengt deze strijdbare vakbondsdelegatie de eis “7% van het BBP naar onderwijs (meer mag ook)!” naar voor op betogingen en acties. Een nationaal actieplan van personeel en jongeren rond deze eis zou enorme steun van de bevolking kunnen krijgen. Op de traditionele partijen hoeven we hiervoor natuurlijk niet te rekenen.

    Enkel een volledig gratis en dus toegankelijk onderwijs kan ervoor zorgen dat alle kinderen en studenten dezelfde kansen krijgen. Het onderwijs is een recht, geen voorrecht. Sluit aan bij LSP/MAS en de ALS/EGA om de strijd voor democratisch en gratis onderwijs te voeren!

  • Kwalitatieve gezondheidszorg versus ‘vrije’ markt

    De film ‘Sicko’ van Michael Moore vormt een goede gelegenheid om dieper in te gaan op de commerciële gezondheidszorg in de VS. Wat betekent dit voor de bevolking? En zijn er alternatieven mogelijk?

    Door Bart Van der Biest

    De harde cijfers

    In een onderzoek in 13 geïndustrialiseerde landen (waar 16 medische indicatoren werden vergeleken), scoorde de VS pover: het was de op één na slechtste leerling. Zo behaalde de VS het slechtste resultaat wat betreft te laag gewicht bij de geboorte en vroegtijdige babysterfte gedurende de eerste maand. De gemiddelde opnameduur op de materniteit ligt in de VS zeer laag: 2 dagen. In België was dit in 2000 meer dan 5 dagen in 2000, in de OESO-landen gemiddeld 4 dagen. In een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) staat de VS 15de op een totaal van 25 geïndustrialiseerde landen wat betreft gezondheidszorg.

    Bij het onderzoek van de WHO werd rekening gehouden met de algemene gezondheidstoestand van de bevolking. De karikatuur van de slechte levensstijl van de “dikke Amerikaan” heeft dus geen impact op de lage rangschikking. Er werden verschillende parameters gebruikt voor de studie: percentage van de bevolking die rookt, alcoholgebruik, het gebruik van verzadigde dierlijke vetten, cholesterolgehalte,… Indien zou worden afgegaan op de slechte levensstijl, zouden de Japanners overigens de kroon spannen! Japan kent onder andere een hoog percentage rokers: 61% van de mannen en 14% van de vrouwen. Maar toch staat Japan op de eerst plaats wat betreft gezondheidszorg. Nog een dramatisch cijfer: de VS scoort slechts een 27ste plaats inzake levensduur.

    De “horrorlijstjes” van de Amerikaanse gezondheidszorg

    The Journal of the American Medical Association van 26 juli 2006 gaf een voorbeeld van de slechte gezondheidszorg in de VS. Fouten van dokters vormen in dat land de derde doodsoorzaak. Ieder jaar sterven 225.000 Amerikanen omwille van medische fouten. Daaronder 12.000 door onnodige chirurgie, 80.000 door infecties opgelopen in ziekenhuizen, 106.000 door bijwerkingen van medicijnen,…

    4 tot 18% van de patiënten die een poliklinische behandeling ondergaan, ervaren negatieve effecten van deze behandeling waardoor extra behandeling door een andere arts noodzakelijk is.

    In brute cijfers betekent dit:

    • 116 miljoen extra consulten bij een andere arts
    • 77 miljoen extra voorschriften
    • 17 miljoen extra visites bij de EHBO
    • 8 miljoen mensen extra die opgenomen moeten worden
    • 3 miljoen extra lange termijn behandelingen
    • 199.000 extra doden na de extra behandeling (fout op fout dus)
    • een totaal van 77 miljard dollar extra ziektekosten.

    Volgens cijfers van de OESO gaf België in 2001 9% van het bruto binnenlands product (BBP) uit aan gezondheidszorg. De VS spande de kroon met 13,9%. Dat lijkt vreemd aangezien de Amerikanen een groot deel van de medische kosten zelf moeten betalen. Slechts 25% van de bevolking is verzekerd via openbare programma’s, zowat 47 miljoen Amerikanen beschikt over geen enkele vorm van ziekteverzekering. Het aandeel van publieke uitgaven in de totale gezondheidsuitgaven bedraagt gemiddeld 72% in de OESO-landen, in de VS is het slechts 44%. En toch geeft de VS het meest uit aan gezondheidszorg (4.900 dollar per hoofd). De gezondheidszorg in de VS is echter totaal onefficiënt en duur: een kat in een gouden zak.

    Kassagezondheidszorg: “Eerst de aandeelhouders, dan de patiënten”

    In de VS worden alle onderdelen van de gezondheidszorg in principe geregeld via de zogezegde “vrije” markt. Resultaat: een onoverzichtelijke chaos. Er zijn talloze organisatievormen met elk hun eigen economische dynamiek, kosten, verzekeringspakket, kwaliteit en toegankelijkheid. De “zorginkopers” sluiten contracten met onderdelen van zorg bij goedkope aanbieders verspreid over grote gebieden. Mensen moeten voor eerstelijnszorg naar centrum A, spoedhulp naar ziekenhuis B, voor opnames naar C, voor diabetes naar polikliniek D, naar rusthuis E,…

    In de Health Maintenance Organisations (HMO’s) zijn verzekeringsmaatschappijen en zorgaanbieders (ziekenhuizen, huisartsen, rusthuizen) georganiseerd. Deze industrieën sluiten ook contracten met de werkgevers voor hun werknemers. Sommigen zijn non-profit, anderen zijn commercieel, beursgenoteerd en kennen de duurst betaalde managers van het land.

    Het enige doel van de gezondheidszorg in de VS is het maken van winst. Hoe meer kosten voor het verzorgen van patiënten, hoe minder geld er overschiet voor de aandeelhouders. In de film van Michael Moore wordt dit mechanisme uitvoerig geïllustreerd. De private ziekteverzekeringen verzetten hemel en aarde om niet te moeten betalen voor de verzekerde patiënt. Er worden detectives ingezet die in de medische voorgeschiedenis van de patiënt graven om het geld te kunnen terugvorderen wegens het achterhouden van informatie bij het contract. Het niet vermelden van een onschuldige schimmelinfectie bij het opmaken van het contract kan volstaan om patiënten hun zorg wegens bijvoorbeeld kanker niet terug te betalen.

    Medisch-technisch gezien wordt er – voor wie er toegang toe heeft – deskundige zorg geboden. In de praktijk is optimale gezondheidszorg in de VS een voorrecht van de rijken. Diegenen die volledig uit de boot vallen, moeten beroep doen op liefdadigheid in de zogezegde ‘community health centers’.

    Preventieve geneeskunde is in de VS bijna onbestaande en beperkt zich tot voorlichting met folders, vaccinaties en bevolkingsonderzoek. De gezondheidszorg is geheel gericht op individuen en is eigenlijk “ziektezorg”. Om met ziekte en gezondheid op een economische markt om te kunnen gaan, moet de zorg worden georganiseerd als een verzameling verhandelbare “producten” met een prijs. Preventie past niet in dit plaatje.

    De productbenadering blokkeert de aandacht voor het werken aan de gezondheid van mensen en gemeenschappen. Het niet kunnen investeren in gezondheid en rationeel gebruik van voorzieningen genereert consumentisme, overconsumptie en oneigenlijk gebruik. Hiervoor moet de rekening uiteindelijk worden betaald in het curatieve zorgssysteem. Vandaar de hoge kosten in de VS.

    De idee “vrijheid van kiezen” is in de VS en ook in Europa een alibi voor marktwerking. Op een markt van zorg valt voor de meeste mensen niets te kiezen. Alles wordt geregeld door inkopers en aanbieders van zorg.

    Gezondheidszorg in Europa: het land van melk en honing?

    De laatste jaren is er ook in Europa een tendens om de gezondheidszorg te commercialiseren. De pleitbezorgers van het Amerikaanse systeem stellen dat de ‘vrije’ handel in “zorgproducten” zal resulteren in efficiëntie, kostenbeheersing, keuzevrijheid en kwaliteit.

    Er zijn verschillende pogingen om via de internationale instellingen (o.a. WTO en de EU) de basis te creëren om privé-aasgieren de vrije hand te geven in de gezondheidszorg. Het is bijvoorbeeld enkel door syndicale druk dat we er (tijdelijk?) in geslaagd zijn om de gezondheidssector (en aanverwanten) uit het toepassingsgebied van de beruchte dienstenrichtlijn “Bolkestein” te halen.

    In tegenstelling tot het geïdealiseerd beeld dat “Sicko” van de Europese gezondheidszorg geeft, zijn er wel degelijk problemen. Zoals in andere sectoren heeft het harde neoliberaal beleid zijn sporen nagelaten in de gezondheidszorg. De besparingen treffen ook deze sector en de problemen zijn veelal te wijten aan een tekort aan middelen waardoor de systemen van universele gezondheidszorg zoals de NHS (National Health Service) in Groot-Brittannië onder druk komen te staan.

    En in België?

    Met het argument dat de overheid niet langer de steeds toenemende financiële druk van de gezondheidszorg kan dragen, wordt in de sector steeds meer plaats gemaakt voor de privé. Zo vormen de wachtlijsten in o.a de rusthuissector het perfecte alibi om privé-initiatieven te lanceren. De commerciële rusthuizen zijn aan een ware opmars bezig: er zijn al 7 grote investeringsmaatschappijen actief op het terrein. Uiteraard veronderstelt dit winst maken: besparen op personeel, gebouwen, infrastructuur,… De betrokkenheid van die investeringsmaatschappijen is niet ingegeven vanuit liefde voor de bejaarden…

    In de ziekenhuizen worden deeltaken (zoals de schoonmaakdiensten) uitbesteed en de zeer lucratieve activiteiten geprivatiseerd. In sommige (openbare) ziekenhuizen bestaan tal van categorieën van personeel: naast de uitstervende ‘benoemden’, zijn er de contractuelen die ondergebracht zijn in aparte juridische constructies met slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden.

    Een doorgedreven commercialisering leidt op termijn onvermijdelijk tot een gezondheidszorg met twee snelheden: een basisaanbod dat voor iedereen beschikbaar is en luxe-zorg voor wie het zich kan veroorloven.


    David en Goliath…

    Gezondheidszorg in Cuba en de VS

    De ‘gezondheidszorghorror’ in de VS staat in schril contrast met de gezondheidszorg in Cuba. Ondanks de kritieken die we hebben op het Cubaanse systeem, vinden we het indrukwekkend dat het land een betere gezondheidszorg kent dan de VS. In Cuba is er gratis en universele gezondheidszorg. Er is een geïntegreerd zorgsysteem dat de nadruk legt op preventie.

    De dokters verzorgen hun patiënten maar pakken ook de oorzaken aan. Ze passen een gezondheidspolitiek toe op het niveau van de wijk. In Cubaanse laboratoria wordt baanbrekend werk verricht wat betreft vaccinaties en dergelijke. Duizenden Cubaanse dokters werken in 68 verschillende landen. In Venezuela alleen zijn er bijna 20.000 Cubaanse gezondheidswerkers. Niet slecht voor een derde wereldland met ongeveer evenveel inwoners als België. Dokters die van wanten weten, hoeven dus niet persé geldwolven te zijn…


    Waar wij voor staan

    Ons antwoord op de winstzucht van de farmaceutische industrie, de sluipende commercialisering en de kanker van de prestatiegeneeskunde: de creatie van een openbare en nationale gezondheidsdienst die de verschillende gezondheidsdiensten overkoepelt, organiseert en coördineert in het belang van de volksgezondheid en niet van winst of prestige van diverse individuen en instellingen. Een dergelijke gezondheidszorg gaat regelrecht in tegen het huidig kapitalistisch bestel. Een andere gezondheidszorg is slechts mogelijk in een andere wereld: een socialistische.

    Meer info vind je op: polsslagnonprofit.blogspot.com

  • Handen af van het stakingsrecht!

    In verschillende Europese landen worden momenteel maatregelen besproken (of genomen) die het stakingsrecht inperken. Met het oog op harde besparingsmaatregelen in de komende jaren, wil het establishment de mogelijkheden van de arbeiders om in verzet te gaan, beperken. Ook bij ons wordt de discussie gevoerd: Waals minister-president Demotte wil een “sociaal” pact tegen wilde stakingen. Elders wordt de discussie over minimumdiensten gevoerd. In dit artikel geven we wat achtergrond over het stakingsrecht in ons land.

    Door Christophe De Brabanter

    Het stakingsrecht is één van de belangrijkste rechten van de arbeidersbeweging. Het stelt de arbeidersbeweging in staat om andere rechten af te dwingen of te reageren op de te hoge werkdruk, slechte werkomstandigheden,… Staken kan worden omschreven als een tijdelijke niet-nakoming van de in het arbeidscontract opgenomen verplichting om een prestatie te leveren.

    Vormen van stakingen

    Stakingen zijn te onderscheiden in 3 vormen: de regelmatige, de spontane en de wilde staking. De regelmatige heeft erkenning nodig van een of meerdere vakbonden en de vredesplicht in de CAO’s moet worden nageleefd.

    De spontane staking vindt niet op initiatief van de vakbonden plaats maar wordt wel vaak door hen erkend. De vredesprocedure wordt niet of slechts gedeeltelijk gerespecteerd.

    Wilde stakingen worden in het geheel niet erkend door de vakbonden en ook de regels van de regelmatige stakingen worden niet gerespecteerd.

    De verschillende stakingstechnieken zijn onder andere de deelstaking waarbij slechts een bepaald aantal werknemers staken, de afwisselende werkstaking (verschillende afdelingen op verschillende tijdstippen), de onderbroken werkstaking, de verrassingsstaking, de bezettingsstakingen, de stiptheidsacties, de sabotage stakingen (deel van de arbeid niet willen verrichten), en werkstaking waarbij ander werk wordt verricht.

    Arbeidersbeweging dwingt stakingsrecht af

    Tot 1866 gold in België een absoluut stakingsverbod. Na die tijd was het werknemers wel toegestaan om bijeen te komen en te praten over arbeidsomstandigheden en besluiten te nemen om te gaan staken. De uiteindelijke uitvoering van een staking was wel verboden door artikel 310 van het strafwetboek van 1876. In 1921 werd dat artikel afgeschaft en vanaf die tijd was de staking niet langer verboden en werd het een geoorloofd drukkingsmiddel. Niet toevallig gebeurde dit na de Eerste Wereldoorlog en de dreiging van de arbeidersbeweging om zelf de touwtjes in handen te nemen (wat in Rusland in 1917 effectief gebeurde).

    Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een tendens in Europa om het stakingsrecht te codificeren in de grondwet. In België gebeurde dit niet, de arbeidersbeweging stelde steeds dat het niet mogelijk is om het stakingsrecht aan regels te binden aangezien het de arbeiders zelf zijn die over dit strijdinstrument beschikken. Wel worden in ons land algemene principes erkend die het stakingsrecht toelaten. Dat kwam tot uiting in verschillende rechtszaken, zo was er op 21 december 1981 een belangrijk arrest van het Hof van Cassatie waarin de stakingsvrijheid uitdrukkelijk werd erkend. Daarbij werd wel een onderscheid gemaakt tussen geoorloofde en ongeoorloofde stakingen.

    In 1990 werd het in 1961 gesloten Europees Sociaal Handvest door België bekrachtigd. Dit handvest erkende stakingen behalve een aantal uitzonderingen. De wet van 11 juli 1990 somt de uitzonderingen. Stakingen zijn toegestaan behalve van die welke bij de wet zijn voorgeschreven: bescherming van de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden. Terwijl de EU een neoliberaal instrument van de burgerij is, kunnen hier en daar wel Europese bepalingen worden gebruikt door de arbeidersbeweging om hun positie te versterken. Zo is er het Europees Sociaal Handvest, maar even goed de Europese rechtspraak rond onder meer vrije meningsuiting en vrijheid van actievoeren of recent de Europese richtlijn rond vakbondsaanwezigheid in KMO’s.

    Wat weinigen weten, is wat vredesplicht inhoudt. De “vredesplicht” in een CAO bepaalt dat werknemers geen eisen mogen stellen die bediscussieerd en opgenomen zijn in deze CAO. Ze mogen ook de eisen die in de CAO geen kracht bijzetten door te staken. Dit geld enkel in de privé omdat daar de CAO’s bindend zijn. Bij de openbare diensten zijn CAO’s niet bindend en geld dus ook het vredesplicht niet.

    Regels om stakingen te beperken

    Door het stakingsrecht aan regels te onderwerpen, is het de bedoeling om de mogelijkheden in te perken. In de 19e eeuw gebeurde dat door stakingen te verbieden, nu door er allerhande regels aan te verbinden.

    Op korte tijd zijn er heel wat voorstellen in die richting. Er is de discussie over minimumdienstverlening. Eerder waren er reeds precedenten van rechtspraak die het de arbeiders verbood om de toegang tot bedrijven te blokkeren (een verbod dat wordt opgelegd op basis van eenzijdige verzoekschriften waarbij de arbeiders hun standpunt niet eens kunnen verduidelijken voor de rechter). Dat verbod gaat er telkens van uit dat het “eigendomsrecht” van de patroon boven alle andere rechten gaat, inclusief het stakingsrecht.

    Een andere mogelijke inperking van het stakingsrecht kan er komen indien de positie van interimarbeiders opnieuw wordt bediscussieerd. Met de spectaculaire toename van uitzendarbeid is het niet uitgesloten dat de regel die bepaalt dat interimmers niet mogen werken in het geval van een erkende stakingsactie, op de helling komt te staan.

    Anti-stakingsacties

    Recent waren er verschillende voorbeelden van anti-stakingsmaatregelen. In Duitsland werd zelfs uitdrukkelijk een spoorstaking verboden door een rechtbank. De spoorstaking was gericht op loonsverhoging, maar de arbeidsrechtbank van Nürnberg schorste de mogelijkheid om te staken met enkele maanden op waardoor er in de praktijk een stakingsverbod was.

    In Frankrijk heeft de nieuwe rechtse regering een aantal regels vastgelegd om staken in de openbare diensten te organiseren en te beperken. Het doet wat denken aan eerdere Britse maatregelen in dezelfde zin. Er moet overigens opgemerkt worden dat de vele anti-stakingsregels in Groot-Brittannië niet konden verhinderen dat afgelopen maand de cipiers een massaal opgevolgde verboden staking hielden.

    Maar ook bij ons zijn er heel wat aanvallen op het stakingsrecht. Er wordt bijvoorbeeld bij De Post met “vliegende brigades” gewerkt als er in de nacht op een kantoor wordt gestaakt. Bij verschillende stakingsacties komen er deurwaarders aan de stakersposten. In Charleroi dreigde Ryanair om niet meer uit te vliegen als er geen stakingsverbod kwam, een eis waaraan de regering grotendeels tegemoet kwam. In Zaventem tenslotte is er een proces tegen 27 individuele arbeiders die in staking waren gegaan. Indien deze arbeiders worden veroordeeld, staat het stakingsrecht volledig op de helling. Individuele arbeiders veroordelen voor een collectieve actie maakt immers dat het concept van een “collectieve” actie niet meer bestaat.

    De aanvallen op het stakingsrecht gaan gepaard met een ideologisch gekleurd offensief tegen stakingen. Stakende arbeiders worden als luieriken bestempeld, er wordt beweerd dat ze klanten of reizigers “gijzelen” met hun acties, alle aandacht gaat naar de hinder van stakingen in plaats van de eisen van het personeel, er wordt gesteld dat stakingen schadelijk zijn voor de economie of delokalisaties in de hand werken,…

    Offensief tegen aanvallen nodig

    Er is nood aan campagnes tegen het patronale offensief. Bij concrete stakingen kan dit het best door uit te leggen waarom er wordt gestaakt en wie er belang heeft bij overwinningen. Door de maatschappelijke steun voor stakingen op te bouwen, is het moeilijker voor de burgerij om het stakingsrecht te beperken. Bij de stakingsacties van GB was het bijvoorbeeld nuttig dat klanten en buurtbewoners de actie ondersteunden. Ook bij het openbaar vervoer zou solidariteit van reizigers en personeel voor meer middelen een uitstekend (en noodzakelijk) wapen zijn om de aanvallen op het stakingsrecht tegen te gaan.

    Dit zou natuurlijk een taak van de vakbonden zijn. Maar de huidige leidingen zullen niet zomaar overgaan tot het organiseren van brede solidariteit. Begin oktober 2005 nog verdeelde het ACV een pamflet met titels als “10 redenen om niet te staken” toen het ABVV een algemene staking organiseerde tegen het Generatiepact. In andere gevallen gingen de vakbonden snel akkoord met regels om het stakingsrecht te beperken.

    Wij moeten met concrete voorbeelden aantonen dat het mogelijk is om te bouwen aan solidariteit. CAP geeft reeds een goed voorbeeld met haar campagne rond de met sluiting bedreigde GB’s. Eerder gebeurde dit ook met het solidariteitscomité tijdens de staking van VW. Wij proberen met onze interventies (zowel met CAP als LSP), onze artikels op website en maandblad, via pamfletten,… een ondersteuning aan te bieden om arbeidersstrijd te versterken.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop