Category: Op de werkvloer

  • Belastingbetaler en vakbonden mogen puin ruimen

    GM overgenomen: icoon van het kapitalisme leeg gemolken

    Maandag is het ondenkbare gebeurd. De Amerikaanse overheid heeft GM, gedurende 77 jaar het grootste autobedrijf ter wereld, overgenomen. Het is een vergiftigd geschenk. Blijkt dat de icoon is leeggezogen. Tegenover 82,3 miljard $ aan bezittingen, staat een kolossale schuldenberg van 172,8 miljard $. Alleen al om het bedrijf de komende twee maand overeind te houden, hoest de Amerikaanse belastingsbetaler 30 miljard $ op, dat is bovenop de 19,8 miljard $ die Washington eerder al injecteerde in GM.

    Eric Byl

    Nu het bedrijf is leeg gemolken, mogen overheden en vakbonden de stukken lijmen en uit de as van een industriële reus waaraan honderdduizenden arbeiders hebben gebouwd, trachten een nieuw, levensvatbaar, bedrijf te boetseren. De Amerikaanse overheid is nu voor 60% eigenaar van het bedrijf dat “New GM” zal heten. De Canadese overheid brengt 9,5 miljard $ belastingsgeld in, goed voor 12%. De vakbonden, United Auto Workers (UAW), ruilen een deel van hun tegoeden waarvoor arbeiders decennialang hebben bijgedragen in voor aandelen in het nieuwe bedrijf: goed voor 17,5%. De rest behoort toe aan obligatiehouders (10%), zeg maar spaarders en de voormalige aandeelhouders, die slechts 1% over houden.

    De Standaard haast zich om de aandeelhouders “de grootste verliezers” te noemen, de Tijd stelt dat ze “overblijven met een sterfhuisconstructie vol schulden en onrendabele onderdelen”. Le Soir benadrukt dat aandeelhouders 90% van hun investering in rook zien opgaan en La Libre schrijft dat de aandeelhouders de gok hebben verloren. De realiteit is dat ze als parasieten een industriële reus hebben leeggezogen en nu het opruimen van het dode lichaam overlaten aan de overheid en de vakbonden. Het oude GM zal eenvoudigweg failliet worden verklaard en hop: weg schulden. Van New GM een gezond bedrijf maken zal bovendien pijnlijke ingrepen vereisen en nog eens tientallen miljarden dollars. De aandeelhouders zullen de gemeenschap hiervoor laten opdraaien.

    In tegenstelling tot de aandeelhouders hebben de vakbonden, ook al door de manier waarop de ziekteverzekering en pensioenkassen in de VS georganiseerd zijn, niet de keuzevrijheid om de zinkende Titanic te verlaten. Nadat ze eerder met het mes op de keel instemden met een lagere dekking van de ziektekosten van de gepensioneerden, moesten ze nu aanvaarden om hun vorderingen in te ruilen voor een aandelenpakket. Als de heropstanding van GM niet lukt, betekent dit dat personeel en gepensioneerden alles dreigen te verliezen. De regering beweert wel dat ze voor personeel en gepensioneerden zal zorgen, maar lang zal het niet duren vooraleer zij het etiket profiteur zullen opgekleefd worden als het verkeerd afloopt. Laat dat een les zijn voor de Belgische werknemers als liberalen en andere Dedeckers voorstellen om ook hier de gezondheidszorg te commercialiseren en tweede en derde pensioenpijlers te promoten!

    Om van New GM een winstgevend bedrijf te maken zullen “onrendabele delen” van de hand worden gedaan. Honderdduizenden jobs staan op de tocht, bij de 11 fabrieken die moeten sluiten, bij onderaannemers en ook bij de duizenden GM-dealers. Hele steden en gemeenten worden van hun belangrijkste inkomstenbron beroofd. Het is de woestijn die het liberalisme, de “vrije” markt, achter zich laat zodra het zijn winsthonger gelaafd heeft aan onze productieve capaciteiten. In plaats van bestuurders uit de privésector het nieuwe bedrijf te laten leiden, hadden de Amerikaanse overheid en de vakbonden deze kans moeten aangrijpen om van GM een publieke onderneming te maken. In plaats van “een zo groot mogelijke return on investment” had een publieke raad van beheer de kennis en technische mogelijkheden aanwezig bij GM kunnen aanwenden om te werken aan veilig en milieuvriendelijk transport en mobiliteit. Dat had pas echt een keerpunt geweest. Yes, we can!

  • Solidariteit met de arbeiders van Ikea

    Woensdagochtend trok een delegatie van LSP/PSL naar de vestiging van Ikea in Hognoul (in de buurt van Luik) om er deel te nemen aan het stakingspiket. De winkel wil er uitbreiden met ongeveer 6.000 m². Tegelijk wil Ikea het aantal werknemers met 50 verminderen omwille van de crisis.

    Verslag en foto’s

    De sfeer op het piket was erg goed en we kregen een warme verwelkoming met ons materiaal. Het pamflet met als titel “moeten wij betalen voor hun crisis?” drukte een gevoel uit dat door velen werd gedeeld. Het herstructureringsplan van Ikea omvat volgens de directie “preventieve maatregelen”. In 2008 realiseerde Ikea een zakencijfer van 87 miljoen euro, voor 2009 wordt momenteel verwacht dat 87% daarvan zal worden gehaald.

    Jean-Marie Lefevre, delegee van het ACV, vertelt ons: “De achteruitgang van de arbeidscondities is onaanvaardbaar. Er worden 50 mensen afgedankt, allemaal mensen met een contract van bepaalde duur, er worden arbeidsuren afgeschaft, zieken worden niet vervangen en ook wie een vorming volgt wordt niet vervangen, pauzes worden afgeschaft,… De lijst van maatregelen is lang. Er wordt een steeds grotere flexibiliteit gevraagd aan de arbeiders om zo een dienst die moet invallen waar nodig te kunnen afschaffen. En dat voor een winkel die zal gaan van 33.000 m² naar ongeveer 39.000.”

    “De sfeer is al langer slecht. De communicatie van de directie is ondermaats en we hebben niet de indruk dat de directie ons belangrijk vindt. Begin vorige week hielden we personeelsvergaderingen om iedereen te informeren. Er zijn op alle niveaus problemen. Nationaal wordt geen rekening gehouden met de syndicale delegatie. De ondernemingsraad stelt systematisch de punten uit die wij willen bespreken. Op lokaal niveau is er het fameuze crisisplan dat erg drastisch is terwijl Ikea winst maakt in alle Belgische winkels.”

    Afgelopen vrijdag beslisten de arbeiders spontaan om het werk neer te leggen. Een arbeider legt ons uit: “Om die uitbreiding te realiseren hebben we 50 man extra nodig, niet minder. Ikea maakt nog altijd winst. Dit is een aanval op ons, maar ook op de klanten. De dienstverlening zal achteruit gaan. Veel klanten hebben begrip voor onze actie, zelfs als ze van ver naar hier kwamen om te winkelen.” De syndicale delegatie zette zich meteen achter de stakende arbeiders. Er wordt ook begrepen dat dit een onderdeel is van een groter probleem in de volledige distributiesector.

    “Veel klanten zijn solidair omdat ze zelf ook problemen kennen. Er zijn overal problemen in de samenleving en we moeten reageren.” Hier en daar wordt nog wat nagepraat over de Europese vakbondsbetoging van 15 mei waarbij werd opgemerkt dat het jammer was dat er geen perspectief werd aangeboden voor een veralgemeende strijd. Een actieplan dat besproken wordt in de bedrijven om zo te vermijden dat wij moeten opdraaien voor hun crisis, zou ongetwijfeld heel wat succes hebben gekend.

    Een ander discussiepunt was natuurlijk ook de politieke verlenging van strijdbewegingen. Er werd nog weinig gepraat over de PS, de minste verwijzing naar het Generatiepact of de notionele intrestaftrek volstond om duidelijk te maken dat we daar geen illusies in moeten hebben. Discussies rond de nood aan een nieuwe arbeiderspartij werden goed ontvangen en konden op veel interesse rekenen.

  • Hou de speculanten uit onze openbare diensten!

    GEBRUIKERS EN WERKNEMERS VAN DE OPENBARE DIENSTEN: OPGEPAST

    Het neoliberalisme bracht niet alleen zware economische crisis. Het heeft ook de kern van onze openbare dienstverlening aangetast. Openbaar vervoer, openbare spaar en pensioenkassen, post en telecom… de overheid hoefde zich daar niet langer mee bezig te houden. De boel uitverkopen aan de privé was naar verluidt “efficiënter”. Dat economisch model zorgt vandaag voor sociale drama’s. Onze openbare diensten waaraan wij net zoals onze ouders en grootouders hebben bijgedragen, worden voor een appel en een ei verpatst aan de privé.

    LSP-pamflet

    De Post: afbouw van dienstverlening

    afbouw van lonen en condities

    verhoging van de tarieven

    Drie jaar geleden investeerden de private Deense Post en de Britse vermogenbeheerder CVC elk voor 150 miljoen euro in onze Post. Dat gebeurde niet zomaar. De Belgische Post moest “rendabel” worden zodat de nieuwe aandeelhouders royale dividenden zouden opstrijken. Daarvoor moest het personeelsbestand worden afgebouwd. Tot 35.000 inclusief deeltijdsen. Drie jaar geleden werkten er nog 43.000 mensen.

    De dienstverlening werd afgebouwd en honderden postkantoren sloten. De tarieven verhoogden. De prior-zegel met “stiptere” dienstverlening werd ingevoerd. Nadien werden alle tarieven tot het prior-niveau opgetrokken. Intussen wil de Deense Post haar aandelen voor 373 miljoen euro aan CVC verkopen. De 90 miljoen euro aan dividenden ingerekend zou de Deense Post daarmee een winst incasseren van 313 miljoen euro, een rendement van meer dan 200% op drie jaar tijd!

    Wie wordt hier beter van?

    LSP verdedigt onze openbare diensten, eist een volledige hernationalisering van alle geprivatiseerde diensten, een billijke verloning, redelijke arbeidscondities en een degelijk statuut voor iedereen!

    Enkele werknemers van De Post, die dagelijks aan de lijve ondervinden wat de gevolgen zijn van de liberaliseringspolitiek, staan op 7 juni op LSP-lijsten. Ze strijden met hun collega’s tegen de afbraak van onze diensten.

    Stop de privatisering van De Lijn en de NMBS.

    Als het van liberalen (zoals Annick De Ridder van VLD, Jan Peumans van NV-A of Jurgen Verstrepen van LDD) afhangt, ziet ons openbaar vervoer er weldra helemaal anders uit. Nu al is meer dan 50% van de buslijnen in handen van private pachters. De VLD wil er nog eens 25% aan toevoegen. De gevolgen van die privatisering voelt het personeel nu al. De onderaannemingen zijn dikwijls bedrijven met weinig of geen vakbondsvertegenwoordiging. Allerhande werkafspraken worden met de voeten getreden. Het werkritme wordt opgevoerd, rust-en wachttijden niet gerespecteerd en men probeert de lonen onderuit te halen. Zodra het volledige openbaar vervoer geprivatiseerd is, zal men niet aarzelen om “niet-rendabele” lijnen te schrappen en de prijzen op te drijven.

    Meer middelen voor echt openbaar vervoer nodig

    De Vlaamse regering heeft geïnvesteerd in De Lijn. Maar onvoldoende om echt tegemoet te komen aan de sociale noden van mobiliteit. Voor velen blijft een auto essentieel om op het werk te geraken, een sociaal leven te kunnen leiden, … Vandaar dat ook het gigantische fileprobleem niet opgelost raakt, integendeel. Enkel door de maatschappelijke kostprijs van het fileprobleem te investeren in degelijk, snel, frequent en gratis openbaar vervoer kan mobiliteit een recht worden voor iedereen.

    Veiligheid van personeel en reizigers in het gedrang

    De liberaliseringspolitiek heeft geleid tot besparingen, ook op het vlak van veiligheid. Verschillende veiligheidsprocedures werden aangepast door een vermindering van het personeelsbestand. Na het dramatische ongeval in Dinant hebben de vakbonden van het spoorpersoneel dringende maatregelen geëist om gelijkaardige situaties in de toekomst te vermijden. Degelijk openbaar vervoer vereist voldoende en tevreden personeel. Menselijke arbeidscondities en een degelijke verloning moeten integraal deel uitmaken van de investeringsplannen van de overheid. We denken dat de samenwerking met de privé, de zogenaamde privaat-publieke samenwerking, het aspect dienstverlening doet wijken voor het aspect melkkoe voor private investeerders.

    Neen aan het Europa van het kapitaal

    De Europese Unie is één grote liberaliseringsmachine. Openbare diensten moet volgens de EU niet aan dienstverlening doen, maar competitief zijn. De overheid maakt de diensten eerst rendabel door ze af te bouwen en te besparen. Nadien worden de vetste brokken verpatst aan de privé. Dankzij tientallen jaren investeren door de gemeenschap, zullen enkele grote kapitalisten binnenkort sappige winsten persen uit onze broodnodige diensten. De EU speelt hierin een sleutelrol. Al onze regeringen hebben deze logica aanvaardt, soms na wat schijnverzet. Geen enkele breekt vandaag met de neoliberale politiek.

    Liberalisering leidt tot vriendjespolitiek en corruptie

    De neoliberale politiek leidt ook tot belangenvermenging tussen politiek en de bedrijfswereld. Ook de zogenaamde socialisten van SP.a doen daar gulzig aan mee. ABX, de pakjesdienst, werd dankzij de medewerking van Vande Lanotte’s kabinetchef Jannie Haeck voor een appel en een ei, 80 miljoen euro, verkocht aan de Britse groep 3i. 2 jaar later werd het door 3i doorverkocht voor 600 miljoen euro. Ondertussen investeerde 3i 30 miljoen euro bij Electrawinds, met Vande Lanotte als voorzitter en sponsort ABX sindsdien ook de Oostendse basketclub, met Vande Lanotte in de raad van bestuur!

    Handen af van ons openbaar vervoer!

    In plaats van geschenken aan te bieden aan de banken, grote bedrijven en de superrijken zou men beter gemeenschapsgeld investeren in degelijk openbaar vervoer. Dat is alvast de keuze die de linkse socialisten van LSP maken.

  • Voor de nationalisatie van Opel

    De verkoop van Opel in Europa zal leiden tot een sociaal bloedbad. Los van de beslissing wie er het bedrijf zal overnemen, is dat een vaststaand feit. De belangrijkste kanshebbers voor de overname zijn Magna en Fiat die respectievelijk 10.000 en 12.000 jobs willen schrappen. Daarbij is nu reeds een verdeel-en-heerspolitiek opgestart om de verschillende afdelingen tegen elkaar op te zetten. De enige vraag daarbij is wie het ergste zal bloeden in het sociaal bloedbad. Wij verzetten ons tegen het sociaal bloedbad en pleiten voor de nationalisatie van de volledige automobielsector.

    Opel: verdeel-en-heers bij sociaal bloedbad

    Er zijn verschillende opties voor de overname van GM-Europa. Er is het bod van Magna-Steyr, dat onder meer beroep doet op middelen van de Russische bank Sberbank. Magna ligt voorop met een aanbod dat uitgaat van het schrappen van 10.000 jobs, waarvan 2.000 in Duitsland. In realiteit betekent het dat er weinig toekomst is voor Antwerpen of Luton. Magna wil die vestigingen aanbieden aan concurrenten. Alsof veel automobielbedrijven vandaag een nieuwe productielijn willen openen… Fiat beweerde dat er voor Antwerpen een toekomst is, maar bleef wel erg vaag over hoe die toekomst er dan wel zou uitzien.

    Het aanbod van Fiat lag een beetje achterop door de arrogante houding van de directie van Fiat, maar na enkele aanpassingen ligt het niet zo ver af van wat Magna voorstelt. Ook Fiat wil zwaar snoeien in het personeelbestand en had het aanvankelijk over 12.000 jobs die moeten verdwijnen. Dat aantal werd naar beneden herzien door het aantal Duitse jobs dat moet verdwijnen te beperken tot 2.000.

    Beide voorstellen gaan dus uit van een sociaal bloedbad waarbij zowat 10.000 jobs weg moeten en waarbij zowat enkel de Duitse vestigingen overeind blijven, de Duitse regering moet immers met staatswaarborgen over de brug komen. Er werken momenteel 25.000 arbeiders voor Opel in Duitsland. Het opbod leidt tot een sterke concurrentie waarbij de verschillende vestigingen tegenover elkaar worden uitgespeeld. In één van de scenario’s wordt bijvoorbeeld voorgesteld om de Astra in Rüsselsheim te produceren en de Zafira in Bochum, wat bij ABVV-woordvoerder Rudi Kennes meteen leidde tot de reactie dat de Zafira beter in Antwerpen wordt geproduceerd want “wij kunnen die 18% goedkoper bouwen dan Bochum.” En nog: “Bovendien ligt hier in Vlaanderen 500 miljoen op de tafel voor de toekomst van Opel, terwijl dat in Bochum slechts 150 miljoen is.”

    Geen antwoorden op overproductiecrisis

    Het grootste probleem in de automobielsector is de overproductie. Het opdrijven van de productiviteit de afgelopen jaren heeft ertoe geleid dat een minimaal aantal arbeiders steeds meer auto’s kan bouwen. Dat heeft al geleid tot sociale bloedbaden, maar als de vraag afneemt, wordt het nog moeilijker.

    De crisis in de automobielsector heeft niets te maken met de zogenaamd “hoge loonkosten”. Rudi Kennes geeft dat ook toe als hij beweert dat de Zafira in Antwerpen 18% goedkoper kan gebouwd worden dan in Bochum. Zelfs met Oost-Europa zijn de verschillen niet zo heel groot. Het centrale probleem is de overproductiecapaciteit die ontstaan is door het opdrijven van de flexibiliteit en de productiviteit.

    De overname van Opel door Magna of Fiat zal daar geen antwoord op bieden. Het zal enkel leiden tot een beperkte afname van de productie door te snoeien in het aantal fabrieken en arbeiders. Na enige tijd zal hetzelfde probleem van overproductie echter opnieuw de kop opsteken en zullen nieuwe besparingen volgen. In een sector waar er al teveel wordt geproduceerd, zal er bovendien niet snel gezocht worden naar alternatieven.

    Nationalisatie onder arbeiderscontrole

    LSP pleit voor de volledige nationalisatie van de automobielsector om transport en vervoer onder gemeenschapscontrole te plaatsen. We pleiten niet voor een nationalisatie die van bovenaf wordt opgelegd om met de overheid zelf een sociaal bloedbad te organiseren als voorbode op een privatisering. Dat zou geen enkele oplossing bieden.

    Door vanuit de arbeidersbeweging in de verschillende landen een nationalisatie af te dwingen, zou het mogelijk worden om met de gemeenschap effectief gebruik te maken van de kennis en technische mogelijkheden die vandaag aanwezig zijn in de sector om te werken aan veilig en milieuvriendelijk transport en mobiliteit.

    Het opdrijven van de productiviteit heeft het werkritme onhoudbaar gemaakt. Op een ogenblik van sterke toename van de werkloosheid, is het voor iedereen duidelijk dat het niet opgaat om een kleiner wordende groep steeds harder en meer te laten werken terwijl een groeiende groep geen werk vindt. In de plaats van de werkloosheid onder een groter wordende groep te verdelen, moet het beschikbare werk verdeeld worden. Nationalisatie kan gepaard gaan met arbeidsduurvermindering. En dat zonder loonverlies, we willen immers niet dat arbeiders om hun inkomen aan te vullen overuren moeten presteren of bijklussen in het zwart.

    Een gemeenschapscontrole van de mobiliteit kan leiden tot investeringen in alternatieven en een verdere uitbouw van het openbaar vervoer. Bij het spoor gebeuren er ongevallen omdat treinen met een open deur moeten vertrekken als er geen personeel meer is om vanop het perron signaal te geven aan de bestuurder. Bij De Lijn werd gestaakt omdat het uitbreiden van de dienstverlening niet gepaard gaat met voldoende personeel dat vergoed wordt voor de flexibiliteit die wordt gevraagd. Voor het goederentransport is er dringend nood aan investeringen in alternatieven zodat de wegen niet volledig vast slibben. In de automobielsector is er nood aan investeringen naar milieuvriendelijke maatregelen.

    Terwijl alternatieven nodig zijn, komt het huidige systeem niet verder dan een afbraaklogica waarbij wij moeten betalen voor hun crisis. Vandaag wordt bij Opel geschermd met overheidsgaranties voor wie het beste een sociaal bloedbad kan aanrichten. Wij verwerpen die opties en pleiten voor een nationalisatie onder arbeiderscontrole om jobs te redden en te werken aan oplossingen voor de mobiliteit van ons allemaal in de toekomst.

  • Acties in het Brugmann ziekenhuis te Brussel

    Het Brugmann ziekenhuis in Brussel kent net als een overgrote meerderheid van de grote ziekenhuizen in ons land een personeelstekort. Dat leidt tot een verhoging van de werkdruk met tal van gevolgen zoals een toename van het aantal depressies en burnouts, maar ook een vermindering van de kwaliteit van de zorg.

    Door een correspondent

    Een ander gevolg van het personeelstekort is de explosie van het aantal gepresteerde overuren door het personeel. Als de continuïteit van de zorgverlening moet worden gegarandeerd, moeten wel overuren worden geklopt.

    Gisteren hield het personeel in gemeenschappelijk vakbondsfront een algemene vergadering in het ziekenhuis. Er waren een 100-tal aanwezigen, vooral verplegenden. Er was vooral ongerustheid over het feit dat de directie een deel van de overuren zomaar wil schrappen in plaats van uitbetalen. Er staan nog 87.000 overuren open op dit ogenblik. Er waren ook verschillende informatici en elektrotechnici die boos zijn omdat er een nieuw systeem is waarbij ze op ieder ogenblik kunnen worden opgeroepen door de directie. De discussie op de personeelsvergadering was erg interessant met tal van getuigen en een enorme woede onder verschillende collega’s. Het personeel maakte de syndicaal verantwoordelijken duidelijk dat het bereid is om tot actie over te gaan. De brancardiers en andere personeelsleden (bijvoorbeeld kuispersoneel en andere groepen) waren aanwezig uit solidariteit en om duidelijk te maken dat de aanvallen op de arbeidscondities alle personeel aanbelangen.

    De bijeenkomst besloot om een actie te organiseren op donderdag. Na de personeelsvergadering werd ook meteen een actie gehouden voor het ziekenhuis, een uur later waren er immers onderhandelingen voorzien tussen directie en vakbonden. De actie was een succes qua opkomst met meer dan 70 deelnemers. Na een uur kwam de algemeen directeur naar buiten om meer uitleg te geven: er zal een “werkgroep” opgezet worden om een concreet voorstel te doen. Het is echter duidelijk dat een voorstel van de directie niet direct in het belang van de arbeiders zal zijn. De actie van donderdag blijft dan ook behouden, maar werd jammer genoeg omgevormd tot een nieuwe informatievergadering. Het pamflet heeft het niet meer over een actie en maakt ook geen melding meer van het oproepen van informatici. Er zou een akkoord mogelijk zijn met de directie, maar de betrokken personeelsleden verzetten er zich radicaal tegen.

    De acties van dinsdag waren een succes vanuit de nood om zich te organiseren tegenover de ernstige problemen waarmee de werkenden in de sector worden geconfronteerd. Maar de vakbondsleidingen zullen wel een echte strijd moeten organiseren in de plaats van deze te ontwijken.

    De eis van een intrekking van de maatregelen rond de overuren is een goede eerste stap, maar moet verder gaan op de kern van het probleem: het tekort aan personeel en de lage lonen in de sector. We moeten de strijd uitbreiden zodat niet alleen het verzorgend personeel actie voert, maar dat de acties worden gedragen door alle personeel van het ziekenhuis en de sector. Daartoe is er nood aan een actieplan om een krachtsverhouding uit te bouwen tegenover de aanvallen van de directie en de politieke verantwoordelijken.

    Het tekort aan middelen voor de zorgsector wordt steeds duidelijker en maakt dat de sector onleefbaar wordt. Er is op syndicaal vlak nood aan een strijdbaar antwoord, dat kan worden versterkt door personeelsvergaderingen waar de acties en alle verdere stappen worden besproken. Wordt vervolgd…

  • Naar acties in de distributiesector?

    In de distributiesector komen er mogelijk acties nadat het patronaat weigerde om zelfs maar de magere bepalingen van het Interprofessioneel Akkoord (IPA) toe te passen voor het personeel in de sector. Bovendien wordt de discussie verdergezet over de toepassing van andere paritaire comités voor supermarkten. Carrefour opende de aanval op dat punt en wordt daarin, zoals verwacht, gevolgd door anderen.

    De distributiesector omvat grote handelszaken zoals supermarkten, maar ook andere grote winkels. Deze sector is erg gevoelig aan de gevolgen van de economische crisis en voorheen ook de dalende koopkracht. Als een groeiend deel van de bevolking het met minder moet doen, dan wordt natuurlijk ook minder uitgegeven in de grote winkels.

    Het patronaat in de sector wil in het offensief gaan. De magere bepalingen van het Interprofessioneel Akkoord 2009-2010 gaan haar nog te ver. In dat IPA werd voorzien dat iedereen een premie krijgt van 125 euro in 2009 en 250 euro in 2010. Dat gebeurt in de vorm van cheques. Dat is een wel erg beperkte tegemoetkoming voor de daling van de koopkracht de afgelopen jaren. En zelfs dat gaat nog te ver voor het patronaat in de distributiesector.

    Het bedrag van 125 en 250 euro geldt voor alle werknemers, los van hun arbeidsstelsel. Dat betekent dat deeltijdsen een zelfde premie krijgen als voltijdsen. In de distributiesector werken veel deeltijdsen en het patronaat wil de premie daarom in verhouding plaatsen tot de arbeidstijd. Ook in de metaal werd een dergelijk voorstel gedaan door het patronaat (en aanvaard door de christelijke bond en de Vlaamse socialistische metaalbond, de Franstalige socialistische metaalbond was tegen).

    Verder wil het patronaat ook discussie voeren over de toepassing van de verschillende paritaire comités. Die discussie werd opgestart door Carrefour dat in Brugge een hypermarkt opende onder een paritair comité met slechtere loonsvoorwaarden en meer flexibiliteit voor het personeel. De stakingsacties van het Carrefour-personeel tegen deze ondermijning van hun positie werden beantwoord met harde repressie: deurwaarders en zelfs fysieke interventies van de politie tegen stakersposten.

    Nu blijkt dat de stakers wel degelijk gelijk hadden: Carrefour wil ook in andere winkels van paritair comité veranderen om zo het personeel minder te betalen en flexibeler te laten werken. Carrefour wordt er bovendien in gevolgd door andere winkels als Cora en Hema.

    De bonden dreigen met acties om voor iedereen een gelijke premie af te dwingen en stellen tevens dat er discussie nodig is over een opwaartse harmonisering van de bepalingen in de diverse paritaire comités. Vandaag was er een bijeenkomst van militanten uit de handelssector, mogelijk volgt komende zaterdag een stakingsdag. De zaterdag van een verlengd weekend is doorgaans een topdag in de distributiesector.

  • Staking bij het openbaar vervoer – Interview met een tramchauffeur

    Op 8 en 9 mei werd bij De Lijn gestaakt. De directie wil de flexibiliteit van het personeel opdrijven om met evenveel personeel meer lijnen te bedienen. Wij zijn voor een uitbreiding van het aanbod en de dienstverlening, maar daar is voldoende en gemotiveerd personeel voor nodig. De staking van het ACOD op 8 en 9 mei was daarop gericht. We vroegen de mening van een tramchauffeur uit Antwerpen.

    Interview door Emiel

    Merk je dat het ongenoegen onder het personeel de laatste jaren is toegenomen?

    Het touw wordt alsmaar strakker en strakker. We zagen ook dat de 48 uren staking uitgeroepen door het ACOD goed opgevolgd werd, hoewel de andere vakbonden het hebben proberen te verkopen als een extra dag congé. De mensen zijn wel degelijk thuisgebleven vanwege de moeilijke situaties die we elke dag meemaken. Het ongenoegen is zeker toegenomen. Het ACOD en haar militanten hebben één ding bewezen: als je mobiliseert, kan je het ongenoegen van de mensen op de werkvloer kanaliseren.

    Waarover gaat het ongenoegen?

    In de CAO wordt voorgesteld om flexibeler te werken zonder bijkomende vergoeding. Zo blijft de zaterdagvergoeding erg beperkt. Het ongenoegen onder het personeel gaat echter over veel meer dan enkel de CAO. En het is niet beperkt tot de leden van ACOD, het wordt gedeeld door alle personeelsleden. Het editoriaal van Gazet van Antwerpen daarover was totaal misplaatst [die krant schreef dat de chauffeurs van de andere vakbonden gewoon achter hun stuur kropen].

    Er zijn nog andere thema’s zoals het dragen van een das waartegen actie werd gevoerd, maar waarbij het ACOD er ook alleen voor stond. Dat was maar één klein thema, maar er zijn ook grotere thema’s zoals de moeilijke diensten. Zo heb ik vandaag een gesplitste dienst: van zes uur ’s morgens tot zeven ’s avonds met een pauze overdag. Maar dan moet je in die pauze wel heen en weer en wat doe je met een pauze als het maar een paar uurtjes is?

    Ging het ook over het geweld op de bussen en trams?

    Zeker. Dat is een constante dat leeft bij het personeel. Ik denk dat geweld alleen maar zal toenemen, want de crisis slaat toe bij brede lagen van de bevolking. We zien dat ook op de trams: mensen zijn niet rustig. Dan zijn er de jongeren die constant in de werkloosheid vallen. Ze hebben vaak een gratis buzzy pass, maar geen geld. Of ze rijden zwart. Ze komen dan wat rondrijden in de trams en op de duur begin je je natuurlijk te vervelen.

    Discussies in de trams en bussen die ontaarden, gaan vaak over vervoersbewijzen: tickets zijn te duur, men denkt dat je er heel Vlaanderen, buiten de Metropool, mee kan doorrijden. Moesten er extra middelen komen voor gratis openbaar vervoer, een groot deel van de veiligheidsproblematiek zou meteen opgelost zijn!

    Het beleid van Kathleen van Brempt. Vlaams minister van transport, ligt ook onder vuur vanwege Open VLD en LDD Wat moeten wij er van vinden?

    Open VLD met Annick de Ridder voorop en LDD willen het budget voor De Lijn kortwieken. Er is geld bijgekomen onder Van Brempt, dat moet je haar nageven, maar niet voldoende voor nieuw materiaal, nieuwe tramlijnen en loodsen. Bovendien gaan de nieuwe projecten van stapel via PPS [publiek-private samenwerking, waar de overheid het geld op tafel legt en de privé met de gouden eieren gaat lopen, zoals met het gerechtsgebouw in Veurne of het nieuw Antwerps justitiepaleis].

    Het personeel heeft geen euro gekregen van dat extra geld. Het ging allemaal naar de reizigers, wat op zich goed is: men heeft nieuwe bussen en lijnen laten rijden, maar het personeel blijft op haar honger zitten. Er zijn nog veel problemen: defecten, verouderde trams,… Er zijn te weinig trams in Antwerpen om de drukte op te vangen. Het opdrijven van de flexibiliteit en de werkdruk bij het personeel is bovendien niet in het belang van de reizigers.

    Critici zeggen dat er te veel geld gaat naar de Lijn, maar dat de effecten qua fileleed amper merkbaar zijn, integendeel. Wat denk jij daarvan?

    De Lijn vervoerde vorig jaar 500 miljoen reizigers. Als die allemaal de auto nemen, zullen de files een pak langer zijn. Er zijn al stappen gezet, maar er is nog veel werk aan de winkel. Busstroken zoals op de E34 moeten uitgebreid worden, bijvoorbeeld langs de A12. Dan zitten de bussen zelf niet in de file en rijden ze sneller. De oplossing is eigenlijk heel simpel: maak het gratis en met meer dienstverlening. Als ik vandaag naar Brussel wil met het openbaar vervoer en geen enkele korting heb, dan is de auto sneller en voordeliger.

    Werd de staking in Antwerpen goed opgevolgd?

    Zeer goed. In heel Vlaanderen heeft meer dan de helft van het personeel gestaakt. In Antwerpen tussen de helft à twee derde, de cijfers lopen uiteen. Degene die komen werken, zijn een aantal mensen die hun centen nodig hebben, maar er waren ook de militanten van de andere vakbonden die zijn komen werken om ons te pesten. Die hebben zelfs overuren gedaan. Het was de eerste keer in dertig jaar dat er een 48 uren staking is georganiseerd bij De Lijn.

    Als we de andere vakbonden mogen geloven, stond het ACOD er alleen voor. Was het dan een slag in het water?

    Zeker niet. De cijfers bewijzen dat. De andere vakbondsleidingen hebben een gemakkelijk akkoord proberen te sluiten, zonder het ACOD, dus met een minderheid van het personeel.

    Wat zijn de verdere plannen?

    De basis van de vakbond terug samenroepen, zodat de druk op de ketel blijft. Met het ACOD zitten we met de vraag: de CAO is ondertekend, dus wat doe je ermee? Het is moeilijk om ze nog terug van tafel te krijgen. Er is nood aan verdere acties: onaangekondigde acties, harde acties. De steun is er onder het personeel. De leiding moet komen met een actieplan om vooruit te gaan. Onlangs was er een algemene ondernemingsraad: onze vertegenwoordigers zijn opgestapt. Het ongenoegen is dus niet gaan liggen.

    Dat zullen de gebruikers maar matig appreciëren…

    Spijtig, maar de directie wilt niet eens onderhandelen met ons. We hebben geen andere uitweg. Bovendien heeft de reiziger er alle belang bij. Als wij een goede CAO hebben, met genoeg rij- en rusttijden, kunnen wij op normale manier komen werken. Daar heeft de gebruiker alleen maar baat bij: we zullen stipter zijn, minder gestresseerd en meer attenter. voor de klanten. Maar het klopt dat het informeren en betrekken van de reizigers een onderdeel moet zijn van ons actieplan. Zoniet zal altijd geprobeerd worden om de belangen van de reizigers op een kunstmatige manier tegenover deze van het personeel te plaatsen.

  • Harde besparingen na de verkiezingen?

    Alle traditionele partijen zijn het erover eens: de economische crisis zal de komende jaren voor een flink gat in de begroting zorgen. Belastinginkomsten dalen en de liberaal Reynders zorgt er op Financiën wel voor dat bedrijven niet “teveel” bijdragen aan de overheidsinkomsten. Terwijl van de meeste werkende mensen perfect gecontroleerd kan worden hoeveel ze verdienen, laat de regering toe dat bedrijven tientallen jaren “creatief” met hun belastingen omspringen. De gewone man en vrouw zullen wel betalen.

    Peter Delsing

    De inkomsten voor de regering worden minder, de uitgaven voor werkloosheid en de sociale zekerheid stijgen snel. Volgens schattingen zou het tekort in de sociale zekerheid dit jaar oplopen tot bijna 2 miljard euro. Maar zoals zoveel economische voorspellingen de laatste tijd, zou die schatting er wel eens een flink eind naast kunnen zitten. Als de kapitalisten hun lastenverlagingen niet zagen opklimmen tot 5 à 6 miljard euro per jaar, zou de sociale zekerheid er allicht een stuk gezonder uitzien. Maar ook hier, net als bij de miljardensteun voor de banken, geldt: de winsten voor de private sector, de lasten voor de gemeenschap.

    Keer op keer wordt de regering Van Rompuy I gedwongen haar vooruitzichten voor de economie naar beneden te herzien. Ze ging er enkele weken geleden nog vanuit dat de economie dit jaar met 1,9% zou krimpen. Dat lijkt vandaag al te optimistisch. Volgens het IMF belanden we in “een diepe recessie” en zal de groei negatief zijn met -2,5%. De banken KBC en ING hebben er nog minder een goed oog in: hun analisten rekenen op een terugval met 3,2% en 2,7% van de economie.

    Premier Van Rompuy (CD&V) zelf houdt voor de verkiezingen de lippen stijf op elkaar. Maar anderen tekenen nu al gitzwarte scenario’s uit over de nood aan toekomstige besparingen. De Hoge Raad van Financiën schat dat de tekorten op de begroting de komende jaren tot 4,5 of 5% van het BBP zullen oplopen. Dat komt neer op 15 tot 17 miljard euro. Volgens De Standaard staan we voor “de moeder aller saneringsplannen”. De Hoge Raad adviseert om verschillende jaren na elkaar tot 3,7 miljard euro te besparen. Dat zou een veelvoud moeten worden van het Globaal Plan van Dehaene. Mogelijk zal de regering vanaf het najaar reeds beginnen om deze saneringen door te drukken.

    Dit tegen een achtergrond waarbij ons sociale stelsel reeds voor velen tot een minimum werd herleid. De armoede in België, vandaag op 15%, verdriedubbelde sinds de jaren ‘80. Wordt dat binnen een aantal jaren 20 of 25%? Gaan we dat laten gebeuren? In de pers werd door sommige commentatoren reeds het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar gesuggereerd. En dat op een moment dat peilingen uitwijzen dat 47% van de Belgische werknemers last heeft van stress omwille van een te hoge werkdruk!

    21% van de gepensioneerden in ons land is arm. Valt er op die pensioenen nog te besparen? Ze zouden integendeel tot een leefbaar niveau moeten worden opgetrokken. Maar dat vereist dat je de politieke keuze maakt om het geld te zoeken waar het zit: bij de rijke kapitalisten en grote aandeelhouders, die de helft van ‘s lands vermogen in handen hebben.

    Ook de uitgaven in de gezondheidszorg zullen door kapitalistische saneerdrift worden getroffen. Nu reeds betalen we een derde van onze ziektekosten uit eigen zak. Wordt dat binnenkort nog een pak meer? In de plaats van de gezondheidszorg en het onderwijs degelijk te financieren, zien we dat de toegang tot deze diensten steeds meer wordt beperkt tot de rijkere mensen. De besparingen in het onderwijs, met als architect de “socialist” Frank Vandenbroucke (SP.a), zetten onderwijsinstellingen tegen elkaar op. Ze worden gedwongen om te concurreren voor de schaarse middelen! Sommige Master-na-Masters aan de universiteit kosten duizenden euro’s aan inschrijvingsgeld. Wordt dit het soort afgekochte diploma’s die wel nog uitzicht bieden op een job met een degelijk loon? Als er zwaar bespaard zal moeten worden door de regeringen, zullen dan ook de gewone Masters qua inschrijvingsgeld de hoogte ingaan? Wordt ons onderwijs zo een privilege voor de rijken, direct ten dienste van de bedrijfswereld en niet van de algemene ontwikkeling van individu en maatschappij?

    Discussies over een communautaire splitsing van de sociale zekerheid zullen enkel dienen om nog forser te besparen, tegenover een verdeelde arbeidersbeweging. Kijk naar de achteruitgang en de besparingen in het “gesplitste” Franstalige en Vlaamse onderwijs. De arbeiders en hun gezinnen mogen zich niet aan deze communautaire rookgordijnen laten vangen. We mogen ons niet laten meesleuren in een nationalistisch gevecht om de tekorten, product van een kapitalisme in crisis.

    Rudy De Leeuw, topman van het ABVV, zegt: “een kei kan je niet stropen”. De arbeidersbeweging moet de massieve besparingsplannen die de regeringen ons de komende jaren op alle niveaus zullen opleggen, verwerpen. De vakbondsleidingen moeten stoppen met praten over hoe de achteruitgang van onze levensstandaard kan worden “begeleid”. Een actieplan, gekoppeld aan een ideologisch antwoord op het afgeleefde kapitalisme, is nodig om een terugkeer van de jaren ‘30, van massale werkloosheid en verarming, te vermijden.

  • Een terugblik op het Sint-Annaplan en Globaal Plan

    Alle commentatoren en analisten lijken het eens te zijn: er komen nieuwe besparingsplannen die wel eens harder zouden kunnen zijn dan het Globaal Plan of het Sint-Annaplan. Om te weten wat dat kan betekenen, kijken we even terug naar die besparingsrondes.

    Geert Cool

    Sint-Annaplan

    In 1986 stelde begrotingsminister Verhofstadt voor om 3,5 miljard euro (140 miljard Belgische frank) te besparen in onder meer de sociale zekerheid en het onderwijs: het optrekken van de pensioenleeftijd (zodat dit voor iedereen 65 werd), “rationaliseren” van het hoger onderwijs, “responsabiliseren” van openbare diensten,…

    Dit besparingsplan kwam er na enkele jaren van rooms-blauw bewind waarbij reeds hard werd gesnoeid in de lonen en uitkeringen. De politieke crisis tussen 1978 en 1981 leidde tot een historisch compromis: de rooms-blauwe regering Martens-Gol-Verhofstadt werd gesteund door het ACV van Jef Houthuys.

    Bij een eerste aanval op de ambtenaren in 1983 stond het ABVV er alleen voor, waardoor de beweging tot een nederlaag leidde. De Financial Times berichtte hierover met de stelling dat iedere Belgische regering kan aanblijven als ze kan rekenen op de steun of passiviteit van minstens één van de vakbonden.

    Het harde neoliberale beleid van de rooms-blauwe regeringen zorgde ervoor dat de lonen met gemiddeld 12 tot 15% afnamen, de uitkeringen zelfs met 20%. Dat gebeurde onder meer door indexsprongen. Tegelijk stegen de bedrijfswinsten met 57%.

    Het einde van deze regering kwam er toen de druk op de vakbondsleidingen te groot werd. De aankondiging van het Sint-Annaplan leidde tot een nationale ABVV-betoging op 31 mei 1986. De leiding verwachtte 100.000 aanwezigen, het werden er 250.000. ACV-topman Houthuys verklaarde dat de druk op zijn vrijgestelden te groot werd en stuurde “da joenk” Verhofstadt wandelen.

    Globaal Plan

    Na het verdwijnen van rooms-blauw in 1987 werden de sociaal-democraten ingeroepen om mee te besparen. De economische situatie gaf wat ademruimte om dit voor te bereiden. In 1993 sloeg Dehaene toe met zijn Globaal Plan. Onder druk van onderuit werd dit beantwoord met de grootste algemene staking sinds 1936.

    Het Globaal Plan maakte deel uit van het Europese besparingsbeleid dat door het verdrag van Maastricht werd opgelegd. Christen-democraten en sociaal-democraten maakten een besparingsplan van – zo blijkt achteraf – 500 miljard frank (12,5 miljard euro). Dat gebeurde onder meer door de index aan te passen (met de invoering van de gezondheidsindex) en een loonstop door te voeren.

    De vakbondsleiding deed amper iets met de woede aan de basis en liet zich eerder leiden door onderlinge tegenstellingen. In het parlement stemden alle christen-democraten en “socialisten” voor het Globaal Plan, een toiletpauze op dit cruciale ogenblik kostte Dirk Van der Maelen nadien wellicht meer dan één ministerpost. De beweging tegen het Globaal Plan stierf een stille dood.

    Lessen

    Twee belangrijke lessen voor het verzet tegen asociale besparingsplannen: er is nood aan democratische en strijdbare vakbonden die in verenigd front tegen de aanvallen ingaan en zonder politieke vertegenwoordiging staan we zwakker in ons verzet. Als deze lessen worden getrokken, zijn overwinningen mogelijk.

  • Toplonen beperken door loonspanning te beperken

    De extreme toplonen zijn een gevoelig politiek onderwerp. De traditionele partijen bieden er amper een antwoord op. Sommigen pleiten voor het beperken van de gouden parachutes, een pleidooi dat door het patronaat wordt aangegrepen om de ontslagregeling van bedienden in het algemeen in vraag te stellen.

    Het blijft doorgaans bij vage voorstellen die voorbijgaan aan de essentie van de zaak: het grote verschil tussen de hoogste en de laagste lonen. Het beperken van ontslagvergoedingen tot pakweg maximaal 18 maanden, zal niet verhinderen dat bijvoorbeeld Votron van Fortis met een jaarloon van 4,4 miljoen euro in 2008 een parachute van 6,6 miljoen euro zou kunnen krijgen. Overigens opvallend dat topmanagers wel bedienden zijn als het op de ontslagvergoeding aankomt, maar niet als er over een loonnorm wordt gesproken.

    Caroline Gennez pleit voor een commissie die normen bepaalt voor de salarissen van de topmanagers. Ze heeft het ook over “een gezonde verhouding in een bank tussen het loon van een loketbediende en dat van de ceo.” LSP is het eens met het idee achter deze redenering: om de toplonen aan te pakken, pleiten wij voor een beperking van de loonspanning.

    De beperking van de loonspanning, het maximale verschil tussen het hoogste en het laagste loon, is een oude eis van de arbeidersbeweging. In Rusland 1917 werd het overigens doorgevoerd door Lenin en de bolsjewieken die na de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie ook een maximale loonspanning invoerden van één op vier. Dat betekende dat het hoogste loon maximaal vier keer zo hoog mocht zijn als het laagste. LSP meent dat een dergelijke eis ook vandaag nog actueel is en niet mag beperkt worden tot de bankensector. Waarom geen algemene beperking van de loonspanning, inclusief voor politici?

    We hopen dat SP.a het meent met dit voorstel en ofwel de werkloosheidsuitkeringen en minimumlonen zal optrekken, ofwel het loon van pakweg minister Vandenbroucke (SP.a en goed voor 226.091,67 euro per jaar volgens De Standaard) zal beperken tot netto maximaal 6.000 euro per maand, zowat een derde van wat hij nu krijgt. We zijn benieuwd welke optie SP.a zal kiezen. Of zal het bij mooie woorden alleen blijven?

    LSP pleit voor het optrekken van de uitkeringen (een leefloon van 711 euro voor een alleenstaande is schandalig laag) en het invoeren van een gegarandeerd minimumloon van 1.500 euro per maand.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop