Category: Op de werkvloer

  • Neen aan de wachtlijsten – neen aan het personeelstekort

    Iedereen in de sector kent de cijfers wel. 15.000 mensen met een beperking op een wachtlijst. Een personeelstekort van 2.200 voltijdse krachten. Deze betoging kan duidelijk maken aan de rest van de samenleving dat achter deze cijfers reële en zelfs soms schrijnende problemen schuil gaan.

    LSP-pamflet dat vandaag werd verspreid

    De werkdruk onder de personeelsleden is de afgelopen jaren enorm toegenomen doordat men slechts middelen vrijmaakt voor 80% van de personeelsnorm ipv 100%. dit wil zeggen dat het beleid vindt dat een persoon met een handicap slechts recht heeft op 80% verzorging ipv een volwaardige ondersteuning en verzorging. Eén van de eisen vandaag is dan ook om de personeelsnorm op te trekken van 80 naar 100%.

    Veel beloven, weinig geven.

    Tijdens de vorige verkiezingscampagne haalde CD&V vanuit de oppositie zwaar uit naar de Paarsgroene regering voor haar falen de wachtlijsten weg te werken. Dit was een terechte kritiek. Maar na 5 jaar met CD&V ministers op Welzijn zijn de wachtlijsten enkel langer geworden. Vandaag wordt ons gezegd dat de “gouden jaren” voorbij zijn en dat er wellicht geen extra budget kan worden vrijgemaakt. De “gouden jaren” waren er hoofdzakelijk voor de grote bedrijven, banken en hun managers die dikke winsten konden scheppen. Voor sociale noden waren er enkel maar tekorten.

    Nu de economische crisis hevig tekeer gaat zal men ons het verhaal verkopen dat in crisistijd er overal bespaard moet worden en er dus geen extra budgetten kunnen worden vrijgemaakt. Dit verhaal mogen we niet pikken. Enkel door onze stem luid te laten klinken kunnen we de regering onder druk zetten om toegevingen te doen. We hebben het niet altijd makkelijk. Veel van de ellende vindt plaats tussen 4 muren. Weinig mensen beseffen welke de schrijnende toestanden zijn waarmee mensen met een beperking en hun directe omgeving mee worden geconfronteerd. Vandaag kunnen we ons verhaal luidkeels vertellen en dat is goed. Maar het mag hier niet bij blijven. We moeten na de zomer de handen in elkaar slaan met de andere delen van de Non-Profit om de middelen af te dwingen die nodig zijn.

    Personeelstop en wachtlijsten wegwerken met extra middelen

    Alle traditionele partijen hebben boter op het hoofd. Ze nemen geen maatregelen die de wachtlijsten kunnen oplossen. Ze zoeken naar bureaucratische ingrepen om de cijfertjes te wijzigen. Sommigen beweren dat er “valse” personen met een beperking op de wachtlijsten staan. Door “handicap” te herdefiniëren hoopt men in de toekomst de instroom van mensen te beperken.

    De enige echte oplossing is meer middelen voorzien. Want er zijn middelen. De 600 miljoen euro die nodig is om de meest dringende problemen aan te pakken is slechts een klein percentage van de 30 miljard euro die jaarlijks gefraudeerd wordt door de grote bedrijven. Het is slechts een fractie van de 25 miljard euro die op een weekend werd gevonden om de banken te helpen. Wat ontbreekt is de politieke wil om deze middelen ter beschikking te stellen van de noden van de bevolking. We leven in een enorme rijke samenleving, met elke dag nieuwe technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Maar tegelijkertijd is men niet in staat om aan de meest essentiële noden van zorgbehoevenden te voldoen.

    Een links socialistisch perspectief

    LSP-leden in de sector steunen het personeel in hun eis om meer collega’s, een betere verloning en beter werkomstandigheden. We ondersteunen tegelijkertijd ook de eisen van de mensen met een beperking voor een einde aan de wachtlijsten. Het is onze opinie dat het huidige beleid mensen met een beperking hoofdzakelijk als objecten beschouwd die zorg nodig hebben. Mensen met een beperking worden niet als volwaardig aanzien. Of ze worden geïsoleerd van de samenleving of ze mogen participeren, zoals in beschutte werkplaatsen, maar dan wel aan lagere lonen. Een menswaardig leven bieden aan iedereen in de samenleving kan enkel wanneer niet de productie om de winst centraal staat maar de behoeften van ons allen. Volgens ons kan enkel een socialistische samenleving zo’n toekomst bieden. Een samenleving waarin iedereen bijdraagt naar vermogen en ontvangt naar behoefte. Om dit mogelijk te maken moeten we de economie in eigen handen hebben om zo de middelen te kunnen voorzien voor waar ze echt nodig zijn.

    LSP ijvert voor een nieuwe partij van de werkenden en hun gezinnen.

    Op 7 juni neemt LSP voor het eerst in heel Vlaanderen deel aan de verkiezingen. We zijn een kleine partij die geen media-aandacht krijgt, maar wel uw steun verdient. Eén van de grote problemen is dat er vandaag geen enkele partij in het parlement de eisen van deze betoging echt ondersteunt. In het beste geval bewijzen ze lippendienst aan onze eisen, maar als puntje bij paaltje komt zal er niets fundamenteel gebeuren. LSP wil samen met anderen werken aan het opbouwen van een nieuwe politieke stem voor die de belangen van alle zorgbehoevenden, voor alle werkenden en hun gezinnen.

    Neem een kijkje op onze site, lees onze krant of doe met ons en sluit aan bij de linkse socialisten.

  • Betoging tegen de wachtlijsten – een fotoreportage

    Vandaag trok een grote optocht door Brussel om te protesteren tegen de aangroeiende wachtlijsten. Personeelsleden, gebruikersorganisaties, mensen met een beperking,… Allemaal betoogden ze samen omdat ze het wachten beu zijn. Met zowat 3.500 betogers trokken we naar het Martelarenplein waar de Vlaamse regering schuil houdt. De eisen van de betogers werden overgemaakt aan de politici.

    Geert

  • Non-profit: samen sterk

    Met 3500 waren ze aanwezig vanmiddag. Allemaal mensen die begaan zijn met de zorg van personen met een handicap. Gebruikersverenigingen, ouderverenigingen, ondersteunende vzw’s, vele personeelsleden en werkgevers uit alle hoeken van de gehandicaptensector, de vakbonden en enkele politieke partijen. Het probleem van de wachtlijsten is dan ook iets dat de ganse gehandicaptensector wakker houdt. De slogan vooraan de betoging was duidelijk: onze stem moet je verdienen. Maar een stem voor wie? Welke partij verdient de stem van de non-profit nog?

    Artikel door een werknemer uit de sector

    De non-profit blijft een mooi voorbeeld van hoe men strijdt tegen de verdeel- en heerspolitiek van de traditionele partijen. Ook vandaag was dit weer het geval. Een bonte verzameling van verenigingen (van ouders tot directies) met elk hun eigen reden om deel te nemen aan de betoging, maar die 100% achter het algemene eisenplatform stonden: het wegwerken van de wachtlijsten. Enkel dankzij de door de jaren heen opgebouwde eensgezindheid, lukt het de sector om een sterke vuist te maken naar de huidige beleidsmakers. Maar een bredere steun is nodig.

    Onder de betogers ook enkele politieke partijen: LSP, PVDA en Groen! Die laatste partij blijft een vaste aanwezige op de acties van de witte woede, maar slaagt er niet in iets te veranderen aan het beleid, ook niet toen de groenen de minister leverden. We zijn de fratsen van Vogels en haar opvolgster Byttebier nog niet vergeten. De theorie was soms mooi, de praktijk veelal niet. LSP was de enige partij met een duidelijk pamflet dat aansloot bij de bekommernissen van de betogers. Ook werd het meinummer van Socialistisch Links verkocht met daarin enkele inhoudelijk sterke artikels over de non-profit.

    Om daadwerkelijk veranderingen te kunnen doorvoeren, moet men verdergaan dan dat. Er moet een partij komen die de noden en behoeften van de gemeenschap kan omzetten in een duidelijk beleid. De zorg voor de zwakkeren in de maatschappij hoort hier zeker bij. Geen enkele van de traditionele partijen voldoet hier echter aan. Ze geven liever miljarden euros aan de banken dan kruimels aan de zorgbehoevenden. Enkel een partij die de noden en behoeften van de gemeenschap vooropstelt en niet de winsten van enkelen, kan een fundamenteel ander beleid uitwerken. De voedingsbodem voor zulk een partij is duidelijk aanwezig, maar er is nog veel werk te doen. Met LSP willen we hieraan meewerken, want we zijn ervan overtuigd dat een nieuwe partij nodig is, een nieuwe arbeiderspartij.

  • De strijd bij Visteon: het verhaal door een delegee van Visteon-Basildon

    Op 31 maart legde Visteon de boeken neer en werden we op zes minuten tijd op straat gegooid zonder enige ontslagvergoeding en zonder onze pensioenrechten. De Ierse Visteon-arbeiders in Belfast namen meteen een strijdbare houding in, ze weigerden de fabriek te verlaten. Veel collega’s waren eerst geschokt, ze hadden de directie teveel geloofd en dachten dat Visteon in Groot-Brittannië haar bedrijf zou uitbouwen.

    Artikel door Frank Jepson, Unite-hoofddelegee Visteon Basildon (zie foto hiernaast)

    Toen we op straat werden gezet, zakte de moed bij velen in de schoenen. Bovendien waren Kevin (de hoofddelegee in Enfield) en ikzelf onervaren. Op de fabriek was er overal veiligheidspersoneel. Ik denk dat er op dat ogenblik nog niet genoeg vertrouwen was om in actie te gaan. Die avond sprak ik met Kevin en we namen de tijd om het nieuws wat te verwerken. De volgende ochtend zouden we de fabrieken bezetten.

    De curatoren van de fabriek protesteerden niet. De politie van Essex kwam ieder anderhalf uur met een andere verantwoordelijke af die met mij wou spreken. De hele dag lang duurde dat spel. Ze brachten zelfs een onderhandelaar mee omdat we op het dak van de fabriek stonden. De curatoren stelden dan aan de politie dat ze zich bedreigd voelden. Er werd gedreigd met arrestaties. Ze kwamen met honden en geweren. De mannen op de vloer wilden in de fabriek blijven omdat we de anderen in Belfast en Enfield niet alleen wilden laten vechten. Uiteindelijk kwamen we wel naar buiten, ik wou iedereen bij elkaar houden zodat er geen verdeeldheid was onder druk van de politie.

    Hierop begonnen we een continue stakerspost aan de ingang met minstens zes mensen aan iedere poort. Ik begon de taken daarbij te delegeren, waarbij er ook eten en zo moest worden voorzien. Er werd een bijeenkomst opgezet met Tony Woodley (de algemeen secretaris van de vakbond Unite) en John Fleming, de voorzitter van Ford-Europa. Ik was daar ook bij samen met de andere hoofddelegees van Visteon.

    Fleming zegde op het laatste moment af voor de meeting, hij wou enkel met Woodley spreken. Hij zei dat hij geen enkele contractuele verplichting had, maar gaf toe dat de arbeiders slecht werden behandeld en dat hij daarover zou spreken met de voorzitter van Visteon. We hielden een actie aan het gebouw van VES (Visteon Engineering Services, een zogenaamd onafhankelijk Visteon bedrijf dat nog altijd werkzaam is en waarlangs de managers hun eigen pensioenen hadden veilig gesteld). De acties waren belangrijk om iedereen te blijven betrekken.

    We probeerden een familiedag te organiseren, maar de curatoren weigerden ons zelfs om elektriciteit te gebruiken om de springkastelen op te blazen voor de kinderen. We trokken naar verkooppunten van Ford, hielden een betoging in Basildon en hadden op een ander moment ook een actiedag in het stadscentrum van Basildon. Het was belangrijk om steun te krijgen van de gemeenschap in Basildon en van lokale arbeiders. We verdeelden pamfletten bij andere bedrijven, kregen bezoek van een lokaal parlementslid, de nationale vertegenwoordigers van de vakbond kwamen op bezoek,… Er was altijd wel iets te doen.

    De steunberichten en de financiële steun was belangrijk om ons te organiseren. We stuurden ook mails rond naar iedereen die ons steunde om lokaal ook acties te houden aan verkooppunten van Ford.

    Arbeiders van Ford

    We trokken naar de delegees van Ford om hun steun te vragen. Eerst was er wel wat weerstand van hen om ons volledige te steunen. We zeiden dat we strijd zouden voeren, met of zonder hun steun. Maar acties van Ford-arbeiders zouden van doorslaggevend belang zijn. We wilden de Ford-delegees meekrijgen om zo toegang te krijgen tot bijeenkomsten met alle delegees en de arbeiders. Uiteindelijk werd een resolutie opgesteld waarin ze beloofden om ons op alle mogelijke manieren te steunen. We zochten tegelijk ook zoveel mogelijk informatie op tegen Visteon, waarbij duidelijk werd dat er al lang een plan bestond om Visteon te sluiten.

    Derek Simpson (een andere nationale vertegenwoordiger van Unite) trok naar de VS. Kevin ging me en we kregen de garantie dat een eisenbundel zou worden voorgelegd. Dat was een eerste les op het vlak van demoralisatie. Iedereen vestigde hoop in deze ontmoeting en dacht dat we zouden krijgen waar we recht op hadden. Er werd al duchtig gespeculeerd over hoeveel we zouden krijgen. Ik probeerde dat soort discussies wat te beperken.

    Na twee weken organiseerde Visteon een vergadering met de HR-manager van Visteon. De vergaderplaats werd telkens gewijzigd, uiteindelijk was het in het restaurant Pall Mall. Dat was het beste eten dat ik sinds lang had gegeten. De manager weigerde om met iemand anders dan de vakbondssecretarissen te spreken. De manager ontkende dat er maatregelen zouden worden genomen voor onze ontslagvergoedingen en pensioenen. Ze zei: “Ik weet niet op welke meeting jullie waren in Amerika, maar ik was niet op die bijeenkomst.”

    Uiteindelijk bood ze 40% van de normale ontslagvergoeding aan, maar tegelijk stelde ze dat ze geen beslissingsmacht had om dat voorstel ook meteen goed te keuren. We zouden het ook enkel krijgen indien de stakersposten onmiddellijk verdwenen en enkel indien de curatoren over voldoende middelen beschikten na betaling van alle schuldeisers. We waren uiteraard woedend.

    3,5 uur later kregen we een aangepast voorstel met een ontslagvergoeding van 16 weken loon. Sowieso moesten we 12 weken krijgen aangezien een ontslag normaal gezien 90 dagen op voorhand moet worden aangekondigd. De rest van de vergoeding zou gewoon het vakantiegeld zijn. We kregen dus eigenlijk niets. Het geld zou onmiddellijk worden gestort indien de acties werden stopgezet. En er werd vaag gezegd dat we later misschien nog meer zouden krijgen. John Maguire (Belfast) stelde dat Visteon al langer had beslist om te sluiten. De manager stelde dat het bedrijf er alles aan had gedaan om een leefbaar bedrijf te vormen.

    Ik zei haar: “Jullie hebben ons bedrogen door ons te doen denken dat we door efficiënter te werken een toekomst zouden hebben. We gingen van drie naar twee shiften. Maar jullie hadden niet de intentie om de fabriek open te houden.” De manager kon enkel antwoorden dat ze begreep dat het moeilijk is voor ons.

    Kevin zei hierop: “Hoe kan je in hemelsnaam begrijpen hoe we ons voelen, jullie hebben ons in armoede gebracht. Ik zal anders mijn drie dochters eens meebrengen zodat je hen kan uitleggen waarom we niet langer in ons huis zullen kunnen blijven wonen, waarom ze zullen moeten verhuizen van al hun vrienden en waarom er minder op tafel komt om te eten.”

    Simpson stelde dat het voorstel niet zou aanvaard worden. Toch stuurde de manager nog een brief naar alle personeelsleden in de hoop om wat verdeeldheid te zaaien. Woodley stelde: “We zullen Visteon neerhalen”. Hij beloofde ook een video-conferentie op te zetten met de directie van Ford.

    Vastberadenheid

    Terug op de fabriek was de sfeer nog sterker. We bleven wel wachten op de videoconferentie. Van woensdag tot maandag gebeurde er niets. Maandagavond kwam er dan toch een verbinding met Ford. Fleming waste zijn handen in onschuld. Hij zei dat hij het erg vond en alles deed wat hij kon, maar dat hij geen enkele verplichting had tegenover ons. Een nationale vertegenwoordiger van Unite zei hem dat hij beter zou betalen nu het nog goedkoop was. Hij antwoordde dat hij het risico zou nemen. Een nieuwe les in demoralisatie.

    We hadden een gezamenlijke bijeenkomst van arbeiders bij Visteon. Dat was een erg productieve bijeenkomst en we besloten om de strijd op te voeren. We zouden solidariteit gaan vragen bij Ford en Bridgend en stakersposten opzetten aan die vestiging. We kozen Bridgend wegens het economisch effect. Ze maken daar namelijk de motors voor de Fiesta en het is de enige plaats waar deze het maken. De Fiesta wordt gebouwd in Keulen. Op het begin van de recessie beloofde de Duitse regering 2.000 pond voor iedere eigenaar van een auto die een oude voor een nieuwe auto zou ruilen. In Bridgend werd dan ook op volle toeren gedraaid. De Duitse maatregel kwam als een verrassing in Bridgend en er was een achterstand van drie weken. Dat maakte het makkelijker om actie te voeren. De regionale secretaris uit Wales gaf ons garanties dat er acties zouden komen.

    De Socialist Party gaf ons het advies om toch eerst met de arbeiders zelf te gaan spreken en de acties voor te bereiden. We hoorden ook dat de arbeiders van Ford Dagenham ons vroegen om enkele poorten van hen te bezoeken waar we veel steun zouden krijgen. De chauffeurs zouden bovendien geen stakersposten voorbij rijden. We planden dus om indien nodig ook naar Dagenham te trekken.

    Dit lekte uit zodat Ford zou weten wat we van plan waren. Dat had effect, Fleming wou opnieuw met ons spreken. Een week eerder verklaarde hij nog geen verplichtingen te hebben tegenover ons. Nu wou hij toch spreken en werden de acties in Bridgend uitgesteld. Dat was immers onze troefkaart. We wilden dat niet doen zonder de volledige steun van de arbeiders daar. Ik ging met Kevin Nolan naar Bridgend om met de hoofddelegee en andere delegees te spreken om de acties voor te bereiden. Dat was erg nuttig en de delegees waren volledig mee. Intussen vroeg iedereen wanneer er zou onderhandeld worden en hoe lang de directie zou krijgen. Woodley zou ons op woensdag bezoeken, dus dat leek een goed moment. Maar we werden in de plaats daarvan gevraagd op de nationale kantoren van de vakbond.

    Voorstel

    Er lag geen voorstel op tafel. We werden gezegd dat we iets moesten voorstellen en dat dan zou gekeken worden of het haalbaar was. Dat “iets” was een volledige ontslagvergoeding waar we recht op hadden: 12 weken (de 90 dagen vooraleer de opzegtermijn begint) en daarbovenop 39 weken. Ford zou het geld betalen via Visteon.

    Dat leek ons een goed voorstel, maar we beseften dat we Ford onder druk konden zetten en meer moesten eisen. Zeker voor de arbeiders van Belfast was dat belangrijk, zij wilden hun fabriek openhouden en de pensioenen regelen. We bleven in Londen om de volgende dag verder te onderhandelen. Er was weinig contact met Ford op die dag en we trokken naar de aparte onderhandelingen over de pensioenen. We trokken ook naar Woodley. Er was nog altijd niets en ik werd kwaad: ik zei dat we zouden beginnen met acties bij Ford. We trokken naar het parlement waar Angela Smith de kwestie zou voorleggen. Dan kwam het nieuws dat Ford van 39 weken naar 52 weken loon zou gaan, met inbegrip van de shift-vergoedingen. We zouden bovendien met terugwerkende kracht vanaf november de loonsverhoging van Ford krijgen (die verhoging werd niet doorgevoerd bij Visteon).

    Dat is een belangrijke overwinning. Nu zullen we verder moeten werken rond de pensioenen. Op dit ogenblik is het niet echt haalbaar om de fabrieken open te houden, uiteindelijk gingen ook de arbeiders van Belfast daarmee akkoord.

    Strijdbare vakbonden

    Ik werkte jarenlang in Basildon voor ik hoofddelegee werd. Ik kwam altijd op voor rechtvaardigheid. Als iemand werd aangepakt, nam ik het altijd voor die arbeider op. Ik was groepsleider, maar weigerde een job als toezichter. Ik klaagde over het gebrek aan communicatie naar de delegees toe en nam uiteindelijk de rol van hoofddelegee op zodat we een betere vertegenwoordiging zouden krijgen. In de korte tijd dat ik hoofddelegee was, wisten de arbeiders altijd dat ze er op vergaderingen zelf ook bij waren via mij. Ik deed het niet voor mezelf of mijn ego, maar voor ons allemaal.

    Deze strijd heeft me doen inzien wat mogelijk is als we allemaal vastberaden samen de strijd aangaan. Ik weiger om respectloos behandeld te worden. Ik ben lid geworden van de Socialist Party omwille van het werk dat deze partij verzet en het nuttige advies dat we kregen. We staan allemaal aan dezelfde kant, we willen allemaal verandering!

  • Neen aan de wachtlijsten. Interview met enkele mensen uit de sector

    Naar aanleiding van de betoging morgen tegen de wachtlijsten en het personeelstekort in de sector voor mensen met een beperking, spraken we met enkele LSP-leden en sympathisanten die actief zijn in de sector. We vatten deze gesprekken samen.

    Interview door Bart Vandersteene, lijsttrekker LSP voor Europa en Oost-Vlaanderen

    Eén van de grote knelpunten in de sector zijn de wachtlijsten. Kunnen jullie iets meer uitleg geven?

    Op dit moment bevinden zich 15.000 personen op een wachtlijst, waarvan 10.000 met een urgentiecode 1 of 2, wat betekent dat ze binnen de 3 maanden tot één jaar in een levensbedreigende situatie terecht kunnen komen indien ze geen ondersteuning krijgen. Er zijn dus 10.000 personen die wachten op een plaats in een voorziening of ambulante hulp. Er zijn daarnaast ook nog eens een kleine 5.000 personen met een beperking die op de wachtlijst staan voor het verkrijgen van een PAB (Persoonlijk Assistentie Budget).

    60.000 personen zijn erkend als personen met een beperking, die nog geen hulp ontvangen. Als je de 15.000 wegneemt die op een wachtlijst staan, blijven er dus nog 45.000 over die potentieel een zorgvraag zouden kunnen indienen. De bestaande budgetten zijn allesbehalve voldoende om aan deze mogelijke vraag te kunnen beantwoorden.

    Onder die 45.000 zitten bijvoorbeeld heel wat kinderen die vandaag door hun familie worden verzorgd. Maar dat is een situatie die niet eeuwig kan blijven duren. Op een bepaald moment kunnen ook de ouders zorgbehoevend worden.

    Kan je ons uitleggen welke gevolgen de wachtlijsten hebben?

    Er is een reëel tekort aan plaatsen voor volwassen met een verstandelijke beperking. Recent kon je in de pers verhalen horen van minderjarig personen met een verstandelijke beperking die op hun 21 jaar niet langer in de voorzieningen voor minderjarigen kunnen blijven maar voor wie er geen plaats is in de voorzieningen voor volwassen. In het beste geval kan de familie inspringen om deze personen thuis op te vangen. Dit is echter niet evident en is enorm belastend. Anderen kunnen niet bij familie terecht en graken op de dool. Je ziet regelmatig personen met een verstandelijke beperking onder daklozen of in het prostitutiemilieu. Ze vormen ook makkelijke slachtoffers voor vormen van kleine criminaliteit en worden aan hun lot overgelaten. Op dit moment zitten in de gevangenis van Gent 120 personen met een verstandelijke beperking, waarvan sommigen hun straf hebben uitgezeten maar in de gevangenis blijven omdat ze geen plaats hebben in de samenleving waar ze terecht kunnen.

    Een ander voorbeeld is van een vrouw die 33 jaar is en een fysieke beperking heeft. Ze werkt in de administratie van een bedrijf, maar kan helemaal niet zelfstandig naar het werk en heeft ook tijdens de werkuren assitentie nodig. Haar ouders die beide ouder zijn dan 70 begeleiden haar elke dag naar en op het werk. Maar de vraag die ze zich stellen is hoe lang ze dit nog kunnen volhouden, want binnenkort worden ze zelf zorgbehoevend. Die vrouw staat al 6 jaar op een wachtlijst om een persoonlijk assistentiebudget te kunnen ontvangen. Tot op vandaag wacht ze samen met haar ouders af en hoopt dat de gezondheid van de ouders intact blijft. Anders verliest ze haar job en dus een inkomen, een invulling van haar leven, …

    Veel van de problemen die mensen met een beperking hebben zijn weinig gekend? De betoging van vrijdag kan waarschijnlijk helpen om deze kenbaar te maken?

    Mensen met een beperking hebben inderdaad nood om hun belangen te kunnen verdedigen. Er zijn veel schrijnende situaties die nooit de aandacht krijgen die ze verdienen. Het gaat dikwijls om mensen die het moeilijk hebben om hun stem te verheffen. Een beperking weegt soms ook heel zwaar op persoonlijke relaties. Er zijn duizenden mensen die met veel energie dagelijks de nodige zorg verrichten voor een familielid. De impact op het leven van een ganse familie wordt er dikwijls door bepaald. Ondanks het feit dat dit met veel liefde gebeurd weegt het enorm op elk individu. Soms zie je ook spanningen ontstaan. Het is niet evident relaties op te bouwen tussen 2 personen waarvan er één afhankelijk is van een ander. Een kind met zware ondersteuningsnood in een gezin kan soms ook problemen veroorzaken bij de andere kinderen in het gezin, die meestal minder aandacht krijgen.

    Het gebrek aan voorzieningen zowel residentieel als ambulant en het gebrek aan persoonlijke assistenten creëert daardoor extra spanningen. Vele familieleden nemen anti-depressiva of gaan er soms psychisch onderdoor. Ook financieel kan een gezinslid met een beperking zware gevolgen hebben, velen komen dan ook in kansarmoede terecht. Ook de kans op degelijke huisvesting is geen evidentie. Er zijn sowieso al een veel te weinig sociale woningen. Sociale huisvestingsmaatschappijen zijn slechts verplicht om 1% van hun budget te besteden aan doelgroepen, om bijvoorbeeld een woning toegankelijk te maken.

    Hoe zit het met de kwaliteit van zorgverlening?

    De zorg in de instellingen is van het beste niveau. Er werken veel gemotiveerd mensen die alles doen wat ze kunnen. Maar om mensen met een beperking een waardevoller leven te kunnen geven zijn veel meer middelen en individuele ondersteuning nodig. Mensen met een beperking hebben dikwijls interessante capaciteiten die ze niet kunnen ontwikkelen. De maatschappelijke kost die de overheid vandaag wenst te betalen is enkel die van de zorg. Maar om een leven echt invulling te kunnen geven is er meer nodig. Mensen met een beperking kunnen ook zaken bijbrengen in de samenleving, maar hebben, vaak praktische, ondersteuning nodig om bijvoorbeeld op hun werk te geraken. Dan kunnen zij functioneren zoals de andere werknemers.

    Hoe staat het met de tewerkstelling van mensen met een beperking?

    Er staan een pak mensen op een wachtlijst die zouden kunnen en willen werken, maar ondersteuning nodig hebben om op het werk te geraken. Iemand met MS kan soms perfect zijn job verder uitoefenen, maar kan of mag bijvoorbeeld niet meer met de auto rijden. Ik zie mensen met lichte beperkingen heksentoeren doen om toch maar op hun werk te geraken. Heel wat mensen zouden met lichte ondersteuning verder aan het werk kunnen blijven.

    Er bestaan natuurlijk beschutte werkplaatsen die gesubsidieerd worden. Maar de uitbuitingsgraad is er enorm. Privébedrijven besteden werk uit aan beschutte werkplaatsen om dat het werk daar goedkoper kan gebeuren. Dit omdat het werk gesubsidieerd wordt, maar ook omdat de lonen er heel laag liggen. De sociaal assistenten die er werken worden meer en meer opzichters die er voor moeten zorgen dat de productiviteit zo hoog mogelijk ligt om nog meer contracten te kunnen binnenhalen. Er wordt ook aan enclave werking gedaan . Bij toeleveringsbedrijven van Volvo in Gent bijvoorbeeld werken er mensen met een beperking. Die worden met een speciaal busje opgepikt en staan mee aan de band. Dat heet dan inclusie. Maar hun lonen liggen lager dan die van de andere werknemers en de arbeid wordt ook nog eens gesubsidieerd door de overheid. Op die manier krijgt Volvo heel goedkope arbeidskrachten. Waarom zou een bedrijf niet verplicht kunnen worden om een maatschappelijke functie te vervullen en mensen met een beperking tewerk te stellen, op hun kosten weliswaar. Op de duur zijn het nog enkel de meest productieven (dikwijls mannen tussen de 25 en 40) waar bedrijven in de industrie beroep willen op doen, want zij brengen het bedrijf het meest op.

    Wat is de impact van de huidige economische crisis op deze sector?

    Bij besparingen op personeel probeert een bedrijf altijd eerst te besparen op tijdelijke werknemers en bij de toeleveranciers. Beschutte werkplaatsen zijn dikwijls toeleveranciers voor grotere bedrijven en daar vallen natuurlijk zware klappen. Maar deze werknemers zijn weinig beschermd en worden van de ene op de andere dag uitgestoten.

    Over welk bedrag spreken we om de wachtlijsten en de meest dringende noden aan te pakken?

    Er is tegen 2014 600 miljoen euro om de wachtlijsten weg te werken. Vandaag zou 466 miljoen euro reeds volstaan. Om een kwaliteitsvol leven te bieden aan alle personen met een beperking is er natuurlijk meer nodig en is er vooral een andere maatschappijvisie nodig. Het aantal mensen met een beperking zal de komende jaren stijgen. De vooruitgang van de medische wetenschap heeft positieve gevolgen. Het aantal doden bij verkeersongevallen daalt, maar het aantal mensen met een zware beperking als gevolg van een ongeval stijgt. Ook in de gynaecologie werd belangrijke vooruitgang geboekt. Veel complicaties bij geboortes worden verholpen en er worden levens gered, maar soms gaat dit wel gepaard met blijvende beperkingen. De samenleving en haar zorgverlening volgen deze evolutie absoluut niet. Om aan de noden van de toekomst te kunnen voldoen zullen er extra middelen moeten worden vrijgemaakt. Ook om extra personeel te kunnen aanwerven, personeel die nu dikwijls overwerkt is.

    Vandaag wordt de discussie in de politieke wereld niet gevoerd hoe we aan die extra middelen zouden kunnen komen. Slechts enkele procenten van de totale fiscale fraude in ons land, geschat op 30 miljard euro, zou al volstaan om aan de hoogste noden tegemoet te komen. Maar vandaag worden er liever cadeaus gegeven aan de bedrijven en de rijken. Geen enkele in het parlement vertegenwoordigde partij durft daar aan te raken.

    Jullie spraken ook over een andere maatschappijvisie. Kunnen jullie dit verduidelijken?

    Mensen met een beperking worden vandaag behandeld als een object dat moet verzorgd worden. Er wordt niet vanuit gegaan dat deze mensen ook capaciteiten hebben naast natuurlijk hun wensen en behoeften. Veel mensen zullen met ons akkoord zijn dat een samenleving zoveel als mogelijk iedereen zou moeten kunnen laten deelnemen aan alle aspecten van het maatschappelijk leven. Een samenleving waar iedereen bijdraagt naar vermogen en krijgt volgens behoeften is de enige reële oplossing voor de problemen die vandaag aanwezig zijn in het leven van personen met een handicap en hun directe omgeving. Dat dit niet strookt met de kapitalistische wijze van produceren en organisatie van de samenleving staat voor ons vast.

    Veel succes met de betoging vrijdag

  • Stop de commercialisering van de zorg!

    De vakbond LBC voert al jaren campagne tegen de commercialisering van de zorg, maar recent kwam ook Zorgnet Vlaanderen (koepel van Vlaamse katholieke instellingen) op de proppen met een dossier over het thema. De bezorgdheid vanuit Zorgnet Vlaanderen loopt grotendeels gelijk met die van de vakbonden, maar er is wel een extra motivatie: de nieuwe “privé-cowboys” (Zorgnet noemt ze ‘for profit’ ondernemingen) bedreigen het semi-monopolie van de katholieke instellingen in Vlaanderen. Vanuit dit oogpunt kan men inderdaad van “oneerlijke concurrentie” spreken. Commercialisering dreigt steeds belangrijker te worden, gezien de economische crisis en de groeiende begrotingstekorten van de overheid.

    Door Bart Van der Biest, afgevaardigde BBTK, lid uitvoerend comité BBTK BHV, ondervoorzitter Nationale Raad voor Verpleegkunde en vijfde op de Europese lijst van LSP

    Lasten voor gemeenschap, lusten voor de privé

    Als we spreken over commercialisering hebben we het over een verzameling van mechanismen die maar één doel hebben: zo efficiënt mogelijk gemeenschapsgeld overhevelen naar privé-handen om ze vervolgens te laten verdwijnen in de zakken van aandeelhouders. Amerikaanse toestanden dus, maar met een fundamenteel verschil: een ziekteverzekering die volledig in handen is van de staat en dus dient gemolken te worden door de private sector. Geert Noels, hoofdeconoom bij Petercam, synthetiseert de relatie privé-gemeenschap in een artikel in De Morgen (29/01/2009) als volgt: hij meent dat om de maakindustrie (profit) te laten overleven, andere sectoren (= non-profit) de lasten moeten gaan dragen.

    Enerzijds hebben we de zuivere privatiseringen: instellingen uit de openbare sector die (gedeeltelijk) geprivatiseerd worden omdat de superviserende overheid niet over de nodige middelen beschikt (ten gevolge van politiek wanbeleid). Voorbeeld hiervan is het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis waar de meest lucratieve diensten ondergebracht zijn in de VZW van de dokters. Door het gebrek aan overheidsmiddelen ontstaan er leemtes in de zorg waar de privésector de meest lucratieve activiteiten uitpikt en de rest links laat liggen, zoals bijvoorbeeld het geval is in het Brussels gewest waar enerzijds volwassen gehandicapten niet kunnen worden opgevangen maar anderzijds sommige ziekenhuizen zich op de aandelenmarkt begeven, privé-labo’s extreem hoge winsten maken,…

    Maar aangezien het overgrote deel van de zorg om historische redenen reeds in handen is van de privé (VZW’s gelinkt aan de zuilen), gaat de discussie meestal niet over privatisering maar over de verschuiving van ‘social’ naar ‘for’ profit, van dienstverlening aan de bevolking naar winst scheppen. Allerhande multinationals en investeerdersgroepen doen de laatste jaren hun intrede in de gezondheidszorg met maar één doel: winst maken op de kap van de patiënten én de werknemers. In Vlaanderen kent men bijvoorbeeld de privaat commerciële sector een marktaandeel van 10% toe in de residentiële bejaardenzorg, wat vergeleken met Wallonië en Brussel nog vrij laag is. Heel wat wantoestanden zijn al vastgesteld in de rusthuizen die door deze groepen uitgebaat worden. Een voorbeeldje: het drastisch beperken en verplicht hergebruiken van incontinentiemateriaal. Laat je fantasie maar werken…of liever niet!

    Uiteraard beperken de wantoestanden zich niet tot de nieuwe privé-cowboys, heel wat reguliere instellingen tonen ook de nodige creativiteit. Een voorbeeldje: een Brussels ziekenhuis slaagde er in 10 jaar lang een BTW-carrousel draaiende te houden: medicatie werd systematisch in het buitenland aangekocht aan een lager BTW-tarief maar voor de volle pot aan de gemeenschap aangerekend. De fiscus kwam hier uiteindelijk op uit en wat was het verdict? Drie jaar opbrengst van de fraude moest terugbetaald worden. Zeven jaar ‘in the pocket’ dus… De grens tussen de twee soorten privaat-uitbating is soms moeilijk te trekken aangezien beiden gebruik maken van dezelfde mechanismen om de gemeenschap geld lichter te maken.

    Een socialistisch alternatief

    LSP is voorstander van een systeem gelijkaardig aan de National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk. De NHS kraakt echter ook in haar voegen (o.a.lange wachtlijsten) door het ontbreken van enkele fundamentele elementen. Ten eerste: een gezondheidszorg waar men niet voldoende financiële middelen in pompt (onafhankelijk of het nu publiek of privé is) kan onmogelijk naar behoren draaien. Dit is een kwestie van politieke keuzes. Dertig jaar neoliberalisme heeft duidelijke sporen nagelaten in de sector.

    Een tweede maar niet minder belangrijk element is een diepgaande democratische controle op de gezondheidszorg vanuit de bevolking. Een verregaande partijpolitieke inmenging in de zin van cliëntelisme, dient vermeden te worden. Ook werknemersorganisaties en patiënten- of consumentenverenigingen dienen nauw betrokken te worden in het systeem. Echter, een nationale, publieke gezondheidsdienst kan maar zijn potentieel maximaal benutten in het breder gegeven van een democratische, socialistische samenleving waar botte winstmaximalisatie naar de vuilbak van de geschiedenis verwezen wordt.

  • Geslaagde concentratie tegen aanval op bediendenstatuut

    Woensdagochtend verzamelden 3000 militanten van de bediendenvakbonden LBC, BBTK-SETCa en CNE in het Brusselse Event Brewery als eerste actie van de campagne ‘je contract in gevaar’ (jecontractingevaar.be) Het streefdoel van 2000 manifestanten werd daarmee ruimschoots overschreden.

    Verslagje en foto’s door Bart Van der Biest, BBTK-delegee en 5de op de Europese LSP-lijst

    De militantenconcentratie kwam op het juiste moment. De onderhandelingen in de groep van 10 over economische werkloosheid zijn afgesprongen en het is nu aan de regering om de knoop door te hakken. De vakbonden beschouwen de eis voor economische werkloosheid voor bedienden vanwege het patronaat als een breekijzer waarmee men het bediendenstatuut naar beneden toe wil nivelleren met het arbeidersstatuut. Op de meeting werd ook duidelijk dat het vakbondsstandpunt verschoven is van een ‘zuivere njet’ tegen economische werkloosheid naar een ‘ja, maar…’. Volgens de vakbondsleiders moet in sommige gevallen deze maatregel kunnen maar dan wel zeer goed omkaderd.

    Ondertussen heeft PS-vicepremier Laurette Onkelinx woensdag na afloop van het kernkabinet veklaard dat er geen tijdelijke werkloosheid voor bedienden komt. In de plaats wordt onder andere ‘crisistijdskrediet’ voorgesteld. Minister Milquet (CDH) legt daarover donderdag een wetsontwerp voor aan de regering.

    Hieronder vind je enkele foto’s. Voor ons standpunt verwijzen we je naar dit artikel door Eric Byl dat we eerder op de week publiceerden.

  • Automobiel. Linamar in Wales moet terugkomen op ontslag strijdbare delegee

    Gisteren werd Rob Williams, lid van de Socialist Party en hoofddelegee in het automobielbedrijf Linamar (voorheen Visteon) in Swansea afgedankt. Vandaag moest de directie daar al op terugkomen na acties van het personeel. Rob blijft voorlopig geschorst en er wordt verder onderhandeld. Onder druk van onderuit is het mogelijk om deze aanval op de vakbond in het bedrijf te stoppen.

    Het doel van het ontslag van Rob Williams was duidelijk: als strijdbare delegee speelde hij een rol in het organiseren van solidariteit met de arbeiders van Visteon-vestigingen in Engeland en Noord-Ierland waar de directie wil overgaan tot sluitingen. Op zijn eigen bedrijf stond Williams altijd vooraan in het organiseren van de arbeiders en het stoppen van besparingsmaatregelen. De directie nam dit nooit in dank af en zocht naar een goed ogenblik om zich van deze strijdbare delegee te ontdoen.

    Het bedrijf ging tot ontslag over zonder dat Rob de kans had om zich te verdedigen, hij werd bij de directie geroepen en daar werd hem zijn ontslag meegedeeld. De directie moest erkennen dat er geen zware fouten waren gepleegd die aan de basis van het ontslag zouden kunnen liggen, er werd enkel gesteld dat er geen vertrouwen meer was. Een woordvoerder van de directie gaf openlijk toe dat het ontslag er kwam omdat de vakbond zich verzet tegen alle voorstellen van de directie…

    Na de beslissing om tot ontslag over te gaan, kwam het onmiddellijk tot een spontane staking in het bedrijf. De dagploeg legde het werk neer en groepeerde zich rond het vakbondslokaal op het bedrijf. Rob Williams was in dat lokaal aanwezig en de directie wilde hem er fysiek laten verwijderen door de politie. De directie zag zich hierop verplicht om het ontslag in te trekken.

    Maar de onderhandelingen gaan verder en het is duidelijk dat de directie zal proberen om de vakbondswerking op het bedrijf te ondermijnen. De arbeiders van het bedrijf eisen de volledige intrekking van het ontslag zonder enige voorwaarden. Ook eisen ze dat er geen maatregelen worden genomen tegen de arbeiders die Rob Williams steunen. Zoniet wordt verder gestaakt.

    De arbeiders eisen van hun vakbondsleiding dat er volledige steun komt en indien nodig regionale acties in Wales. Wellicht komt deze poging tot ontslag er omwille van de betrokkenheid van Rob Williams bij de solidariteitscampagnes tegen de afdankingen bij Visteon. De delegees van Visteon spraken Tony Woodley, de algemeen secretaris van de vakbond Unite, reeds aan om zijn steun te betuigen aan de campagne tegen het ontslag van Williams.

    LSP volgt deze zaak op de voet en zal berichten over eventuele nieuwe ontwikkelingen. Aarzel niet om een solidariteitsbericht te sturen naar Rob Williams: robbo@redwills.freeserve.co.uk. Vraag meteen ook aan de vakbondsleiding van Unite om zich volledig achter de campagne te zetten: Andy.Richards@unitetheunion.com

  • Patronaal breekijzer om bediendenstatuut te kraken

    Economische werkloosheid

    Ze staat bovenaan het verlanglijstje van de patroons. Geen politicus die erover zwijgt. Geen “expert” die het niet overweegt. Geen broodschrijver die het niet citeert. De uitbreiding van de economische werkloosheid naar bedienden lijkt onvermijdelijk in deze tijden van crisis. Om jobs te redden die anders verloren zouden gaan? Dat wil men ons graag doen geloven. De bediendenvakbonden weten beter. Voor hen misbruikt het patronaat de crisis om de forcing te voeren. Ze wil haar visie op de noodzakelijke toenadering van het statuut van arbeiders en bedienden doordrukken, namelijk een harmonisering naar het voor de werknemers minst gunstige statuut.

    Door Eric Byl. Dit artikel verschijnt in het meinummer van Socialistisch Links

    Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden staat al lang ter discussie. De tijd dat arbeiders “handenarbeid”(1) verrichtten en bedienden “hoofdzakelijk intellectuele arbeid”(2) ligt definitief achter de rug. Als men er niet uitraakt op basis van de geleverde prestaties (3) wordt gekeken naar andere criteria zoals de periodiciteit van betaling, de mate van verantwoordelijkheid, de aangifte aan RSZ en in sommige gevallen de bepalingen via CAO’s. Maar hoe dan ook is iedereen ervan overtuigd dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden achterhaald is. Het zou ook in strijd zijn met de Europese richtlijnen en die van de Internationale Arbeidsorganisatie.(4)

    Vandaar dat in het kader van het interprofessioneel akkoord van 2001-2002 werd overeen gekomen om binnen de 6 jaar een definitie van de harmonisering van beide statuten vast te leggen. Vraag is echter wat dat geharmoniseerde statuut dan wel moet inhouden. Daarover zijn de meningen van patronaat en vakbonden totaal tegengesteld. Zo wil het patronaat de opzegtermijnen van de arbeiders als referentie, terwijl de vakbonden uiteraard die van de bedienden verkiezen. Uit internationale vergelijkingen blijkt immers dat de opzegtermijnen van de arbeiders in België het kortst zijn, terwijl die van bedienden net het langst zijn. Het patronaat wil ook dat bij de opzeggingstermijnen voortaan niet alleen rekening gehouden wordt met de sociale bescherming van de werknemer, maar ook – lees: vooral – met de “economische noodwendigheden” van de onderneming.

    Voor de patroons kadert de discussie over de harmonisering van de stelsels voor arbeiders en bedienden in een context van “verbetering van het concurrentievermogen”. Kortom: de kosten moeten naar beneden en de flexibiliteit naar omhoog. De arbeidskost van flexibiliteit en opzeggingstermijnen wil het patronaat doorschuiven naar de sociale zekerheid. Om het vakantiegeld te harmoniseren of pakweg de carensdag voor arbeiders af te schaffen, zijn de patroons niet gehaast. Daarvan willen ze eerst het kostenplaatje becijferd zien. Inzake uitbreiding van tijdelijke werkloosheid om economische redenen naar bedienden zijn ze minder veeleisend, dat hadden ze liefst morgen al gerealiseerd.

    De bediendenbonden hebben goed begrepen dat het bediendencontract zelf in gevaar is. De patroons willen de crisis misbruiken om het statuut van bediende open te breken. Hun wapen daartoe is de economische werkloosheid en hun voorwendsel het vermijden van ontslagen. De vakbonden zijn niet bereid het invoeren van economische werkloosheid voor bedienden los te koppelen van de rest van het debat over de harmonisering van de statuten. In de eerste plaats het optrekken van de opzegvergoedingen voor arbeiders. Als het toch zover komt, eisen ze dat de maatregel beperkt is in de tijd, gekoppeld is aan garanties inzake werkzekerheid en niet éénzijdig door de werkgever beslist kan worden, maar na inspraak van de werknemersafgevaardigden. Ze eisen ook een aanvullende vergoeding ter compensatie van het inkomensverlies.

    De bonden willen voor de financiering van de extra uitgaven en verminderde inkomsten van de sociale zekerheid, geschat op 120 miljoen euro, bijzondere werkgeversbijdragen en/of een heffing op kapitaal. Vooraleer het zover is, wijzen ze erop dat er alternatieven bestaan om een terugval van de activiteit op te vangen: bijkomend recht op tijdskrediet met de nodige soepele toepassing en maatregelen om collectieve arbeidsduurverkorting te koppelen aan lastenverminderingen (5).

    De Linkse Socialis-tische Partij steunt de bonden in hun verzet tegen het ondermijnen van het bediendenstatuut en roept de lezers op om hun petitie (6) te ondertekenen. Wij betreuren echter dat de bonden al meteen de deur open zetten om de arbeiders via tijdskrediet of collectieve arbeidsduurvermindering gekoppeld aan lastenvermindering toch nog te laten opdraaien voor de crisis.

    Volgens De Tijd (7) boekten de 104 beursgenoteerde bedrijven, Fortis uitgezonderd, in 2007 15,4 miljard € winst. Datzelfde jaar ontvingen de aandeelhouders 9,6 miljard € aan dividenden. In 2008 boekten diezelfde bedrijven voor het eerst in jaren verlies, van in totaal 3,6 miljard euro. Het weerhield de bedrijven er niet van om toch nog 3,5 miljard euro uit te betalen aan dividenden, bovendien blijven de directies aan de haal gaan met toplonen. Ondanks een recordverlies van 28 miljard euro “beloonde” Fortis vorig jaar haar 9 directieleden met zo’n 20 miljoen euro aan loon. Vooraleer het debat aan te gaan over tijdelijke werkloosheid, zou men beter eerst bij de verantwoordelijken voor de crisis gaan zien. Die beschikken blijkbaar nog over ruime reserves.


    Noten

    1. wet van 10 maart 1920
    2. wet van 7 augustus 1922
    3. wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten
    4. Conventie nr 111 van de IAO
    5. de zogenaamde Di Rupo – Vande Lanotte maatregelen
    6. jecontractingevaar.be
    7. De Tijd 14 april ’09
  • Fiat-IAC wil de vakbond weg “herstructureren”

    Bij Fiat-IAC in ons land zijn de sociale verhoudingen bijzonder gespannen. De directie wil een herstructurering doorvoeren en “twee vestigingen” sluiten. Het gaat om hetzelfde bedrijf met in totaal 90 werknemers, maar door te spreken van twee zelfstandige bedrijfseenheden, wil de directie vermijden dat er syndicale pottenkijkers opduiken. Eén van de "bedrijfseenheden" die zou moeten sluiten, omvat 12 werknemers. "Toevallig" allemaal syndicaal militanten…

    “Italian Automotive Center” (IAC) wil overgaan tot 24 ontslagen. Daarmee zou het bedrijf zo goed als volledig worden afgebouwd. Om een dergelijke collectieve ontslagronde erdoor te krijgen, is een wettelijke procedure nodig. Dat wil de directie zo veel mogelijk vermijden. De directie wil snel overgaan tot de ontslagen en wil niet dat het personeel zich organiseert tegen deze ontslagen. Daarom werd beslist om rekening te houden met twee zelfstandige bedrijfseenheden. Hierdoor worden onderhandelingen vermeden, kunnen delegees zonder enige bescherming op straat worden gezet,…

    Gesprekken tussen personeel en directie verlopen al een tijd moeizaam, begin deze maand werd nog overgegaan tot een actie van “bosnapping” waarbij de directie een tijdlang werd vastgehouden door de woedende arbeiders. Dat kwam na vier maanden van moeilijke onderhandelingen waarbij de directie ieder gesprek uit de weg wou gaan. In haar poging om iedere syndicale inmenging te vermijden, doet de directie overigens beroep op dezelfde advocaat die eerder dwangsommen liet opleggen aan stakersposten bij Carrefour.

    Een opvallend detail dat meteen duidelijk maakt waar het de directie om te doen is: één van de “bedrijfseenheden” telt 12 werknemers, toevallig allemaal vakbondsmilitanten. En laat dit nu toch wel toevallig een “bedrijfseenheid” zijn die moet worden gesloten! Het is duidelijk: de directie wil de vakbonden buiten en haalt daar alle mogelijke argumenten toe boven. De directie stelt dat het geen sociaal plan wil aanvaarden indien niet “alle beschermelingen op voorhand opgeheven worden” en “indien iedere beschermde werknemers niet op voorhand schriftelijk van zijn bescherming afziet.” Dat is chantage en het gaat in tegen de wettelijke bescherming van syndicale afgevaardigden.

    De vakbonden nemen dit niet en organiseren komende donderdag een protestdag waarbij onder meer naar het kabinet van de minister voor werk wordt getrokken. Dit is een nieuwe aanval op alle syndicale verworvenheden. Als dit zomaar kan passeren, is het een verdere ondermijning van de bescherming van syndicale militanten. Het zal belangrijk zijn om de werknemers van Fiat niet alleen te laten strijden, maar om aan een bredere mobilisatie te beginnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop