Category: Op de werkvloer

  • Automobiel. Acties bij Visteon in Engeland en Noord-Ierland gaan verder

    De acties van de arbeiders van Visteon (Ford) in Basildon, Enfield en Belfast gaan al hun vierde week in. De arbeiders zijn vastberaden om van de directie af te dwingen dat de overeenkomsten worden nagekomen. Gesprekken tussen de directie en de vakbond leverden vorige week enkel een onaanvaardbaar resultaat op. De strijd gaat bijgevolg verder.

    De arbeiders eisen de nakoming van de rechten die ze hebben afgedwongen op basis van jaren strijd en uitbouw van een krachtsverhouding. Toen Visteon op 31 maart aankondigde dat het zou sluiten, werden heel wat arbeiders die meer dan 30 jaar voor Ford en Visteon werkten zomaar op straat gezet. Ze kregen zes minuten om de fabriek te verlaten en kregen van KPMG te horen dat er geen ontslagvergoeding of pensioenbijdrage zou worden betaald. Het pensioen van de managers daarentegen werd wel beschermd.

    Dit is onaanvaardbaar. Een ontslagvergoeding en een pensioenpremie is het minste dat aan de arbeiders moet worden betaald. Zij hebben de afgelopen jaren enorme winsten geproduceerd voor Ford en ieder jaar een deel van hun loon afgestaan voor hun pensioen. Daar zou de directie nu dus mee willen gaan lopen: diefstal noemen de arbeiders het terecht.

    De arbeiders in Basildon en Enfield volgden het voorbeeld van hun collega’s in Belfast die de fabriek bezet hielden. De politie probeerde op agressieve wijze om de fabriek in Basildon te ontzetten. Hierop is de bezetting beëindigd, maar het bedrijf blijft afgesloten door een sterk piket dat permanent aanwezig is aan het bedrijf. In Enfield werd de fabriek negen dagen bezet. Op rechterlijk bevel kwam ook daar de bezetting ten einde, maar wordt aan iedere ingang een piket gezet. De arbeiders proberen vooral te vermijden dat de machines het fabriek verlaten of dat een aantal arbeiders nog zou worden opgeroepen om productie af te werken.

    De onderhandelingen tussen de vakbond Unite en Ford in de VS en Visteon in Londen hebben nog niets opgeleverd. Het feit dat er onderhandelingen zijn, is op zich reeds het resultaat van de acties van de arbeiders.

    Steun

    De arbeiders kregen heel wat steun van vakbondsmilitanten uit eigen land en daarbuiten, maar ook van de lokale gemeenschap. Een aantal grote kranten probeert de acties in een slecht daglicht te plaatsen, maar de steun is en blijft groot net als de vastberadenheid om het hier niet bij te laten.

    Visteon werd in 2000 opgezet om een aantal fabrieken van Ford over te nemen. Het ging of fabrieken waar onderdelen werden gemaakt voor Ford. Van bij het begin was het duidelijk dat Visteon geen lang leven zou beschoren zijn. In een aantal fabrieken werd de productie afgebouwd ten voordele van andere fabrieken waar goedkoper werd gewerkt. Wellicht zal de directie nu ook proberen om na de sluiting van de drie fabrieken er één terug te openen maar met goedkopere contracten en interimmers.

    Arbeiders moeten hun lonen en rechten verdedigen, zelfs indien dit betekent dat ze zich verzetten tegen het feit dat hun jobs worden overgenomen door andere fabrieken waar de loonsvoorwaarden slechter zijn. Ford zou alle drie de fabrieken terug moeten openen en degelijke lonen betalen.

    De arbeiders moeten toegang krijgen tot de boekhouding van Visteon en Ford om na te gaan hoe de fabrieken het deden en om te weten wat er met de winsten is gebeurd. Als Ford weigert om de arbeiders terug aan te nemen, dan moet de regering de fabrieken nationaliseren. De kennis van deze arbeiders mag niet verloren gaan en zou ook van enorm nut kunnen zijn indien de fabrieken worden omgevormd voor alternatieve productie.

    Visteon probeert alle verantwoordelijkheid te ontlopen en schuift alles af op de curatoren van KPMG. Ford stelt dat het niets met die curatoren te maken heeft. Zij stellen dat noch Ford noch Visteon enige verplichting heeft tegenover de arbeiders. De contracten met de arbeiders kunnen blijkbaar zomaar legaal worden verbroken, maar het is dan wel illegaal om de fabriek te bezetten. De rechters beslisten dat een verderzetting van de bezetting in Enfield kon leiden tot gevangenisstraffen van twee jaar. De wet is nog altijd anders voor de bazen dan voor de rest van ons.

    De arbeiders organiseren betogingen, bijeenkomsten, protestacties. Arbeiders van Ford moeten hun collega’s van Visteon ondersteunen. Ze moeten weigeren om onderdelen van andere vestigingen van Visteon te gebruiken. Dat kan de winsten van Ford ondermijnen. De leiding van de vakbond Unite moet de nodige stappen ondernemen opdat de arbeiders van Visteon niet geïsoleerd zouden staan.

    Unite moet ook stoppen met het financieren van de Labour partij. Wat krijgen de leden van Unite in ruil voor de miljoenen die hun vakbond aan Labour schenkt? Deze regering heeft wel banken genationaliseerd en rijken gered, maar doet niets voor de gewone arbeiders.

    Heel wat arbeiders van Visteon steunen het initiatief No2EU, dat met de steun van de Socialist Party zal deelnemen aan de Europese verkiezingen van juni. Een aantal arbeiders zal zelf kandidaat zijn, onder hen de hoofddelegee van Basildon en een delegee van Enfield. Op de lijsten van No2EU zullen ze onder meer collega’s vinden die actief waren in de strijd van de arbeiders van Lindsey Oil Refinery eerder dit jaar.

  • 770 ontslagen bij Aleris in Duffel. Interview met een arbeider

    De crisis verdiept, stilaan telt iedereen iemand in zijn onmiddellijke omgeving die zijn werk verloor. Enkele weken geleden werd een kameraad met 263 anderen afgedankt bij Bekaert Hemiksem. Nu is het de job van een familielid die op de helling staat. Ik sprak met hem over de situatie bij Aleris.

    Interview door Leo

    Een week geleden kondigde Aleris in Duffel 770 ontslagen aan, 530 arbeiders en 24O bedienden. In januari werden al 75 bediendenjobs geschrapt, dat aantal wordt nu opgetrokken. Ook werd al gebruik gemaakt van technische werkloosheid.

    Het ziet er naar uit dat de vakbonden enkel het aantal ontslagen willen beperken door een sociaal plan te onderhandelen. 520 is bespreekbaar voor het gemeenschappelijk vakbondsfront. Dat vertelt de woordvoerder nu al aan De Standaard. Erg vroeg om al in je kaarten te laten kijken. Het verschil willen ze bekomen door 4/5 met loonsverlies voor de bedienden en technische werkloosheid voor de arbeiders. Financieel zal Aleris dit niet voelen en dus mogelijk toehappen. De RVA, wij dus, past toch bij. Het vakbondsfront is me iets te begripvol voor de directie. Het is de economie, de dalende vraag naar aluminium, het is niet uit winstbejag dat ze de crisis afwentelen op 770 gezinnen. Van de winsten van de afgelopen jaren zagen personeel en gemeenschap bitter weinig.

    In de eerste fase van de wet Renault kunnen de vakbonden alternatieven voorstellen. Momenteel is er een moment van vraag en antwoord, Aleris is erg karig. De vakbonden willen o.a. weten hoe Aleris de boel draaiende wil houden met slechts de helft van het personeel, of het wel verstandig is de extrusie-afdeling zo goed als volledig op te doeken, of deze herstructurering enige garanties biedt voor de toekomst.

    Eind juni zou de directie de herstructurering rond willen hebben. Ik sprak nog kort met een werknemer van Aleris.

    Hoe vernamen jullie het slechte nieuws? Hoe reageerde het personeel?

    “We wisten dat er iets in de lucht hing. We vernamen dan dat het bedrijf een mededeling zou doen aan het personeel. Maar nog voor het zo ver kwam hoorde ik het op de radio. We zijn erg ontgoocheld. Niemand had zo’n hoog cijfer verwacht. Er gaan verhalen en geruchten rond. De onzekerheid is hard en de schrik zit er in. Er zou brugpensioen op 50 gevraagd zijn. Daarvoor is de goedkeuring van de regering nodig (ed.: om uitzondering op het Generatiepact te bekomen). Een redelijke groep zou dan in aanmerking komen. De onduidelijkheid leidt tot geruchten. Sommigen de denken dat de oude en dus dure garde eruit moet. Anderen beweren net dat Aleris de ervaring wil binnenhouden voor het geval de economie weer aanzwengelt. Opleiding zou dan erg duur uitvallen. In 1993 vond er ook een grote herstructurering plaats. 750 moesten er toen gaan. Er ging veel ervaring mee verloren. Daar zou de directie vandaag uit geleerd hebben.”

    Hoe deed Aleris het tot voor kort?

    “We zijn meer afhankelijk geworden van de auto-industrie en de bouw. Twee sectoren die het momenteel erg slecht doen, vooral de eerste, het aantal orders zou met 45% zijn teruggevallen. Voor de crisis produceerden we materiaal met toegevoegde waarde, halffabricaten. Bijvoorbeeld voor de luchtvaart, ook dat valt nu weg. Aleris was tot voor kort winstgevend. 2007 was een gloriejaar, ook 2008 was goed, pas in oktober ging het bergaf. Aleris zou de banken om geld hebben gevraagd en de regering om staatsborg.”

    Zijn er acties gepland?

    “De directie riep op tot kalmte, ze hoopt dat het niet tot wilde stakingen komt. Dit zal mee afhangen van het verloop van de onderhandelingen. Er zal sowieso ook ingeleverd moeten worden op loon. In de meeste afdelingen wordt het aantal ploegen verminderd. De ontslagpremies zullen sowieso een pak lager uitvallen dan die van de falende toplui in de banksector. Goed dat die in de VS tegenwoordig zo zwaar belast worden.”


    In Duffel werkt 1.500 man. Bij Aleris wereldwijd 8.400. Aleris kocht de fabriek pas in 2006 van Corus dat toen de aluminiumtak afstootte. Maar de vestiging heeft een lange voorgeschiedenis met vele namen (o.a. Hoogovens Nederland en Sidal).

  • De Leeuw (ABVV) waarschuwt Unizo en VBO. Maar waar blijven de acties en het anti-crisisprogramma?

    Gisteren publiceerde de krant De Morgen een artikel waarin het ABVV-topman De Leeuw aan het woord liet over de sociale onderhandelingen in de sectoren en de houding van het patronaat. Volgens De Morgen zijn de waarschuwingen van De Leeuw aan het patronaat “uitzonderlijk”. In werkelijkheid gaat het nog om voorzichtige standpunten zonder een oproep tot duidelijke acties. Na de aangekondigde ontslagen bij Aleris in Duffel, Philips in Turnhout en vandaag Bosch in Tienen is dat wel erg beperkt.

    In De Morgen stelt De Leeuw terecht vast dat het patronaat in het offensief gaat. Bij de onderhandelingen voor CAO’s in de sectoren worden de uitzonderlijk slechte voorstellen van het IPA niet eens volledig toegekend. Dat is onder meer het geval in de metaal (waar de bonus via ecocheques en dergelijke niet volledig wordt toegekend aan deeltijdsen) of de voeding. De Leeuw haalt vooral uit naar de CAO die in de metaal werd voorgesteld (en goedgekeurd door onder meer het Vlaamse ABVV Metaal van Herwig Jorissen).

    De Leeuw had al moeite om het IPA verkocht te krijgen en als de onderhandelingen in de sectoren daar nog onder gaan, wordt het wel heel moeilijk. Daarom concentreert hij zich op de 250 euro die werd beloofd. “Wij eisen dus in alle sectoren en alle bedrijven de correcte uitvoering van het IPA: iedereen plus 250 euro. Ook de deeltijdsen.” Verder spreekt hij zich – net als een meerderheid van de ABVV-militanten in die sector – uit tegen het voorstel om in de bouw 50 overuren extra in te voeren. In het eerste voorstel van het patronaat werd nog meer geëist, maar na een succesvolle stakingsdag werden de eisen afgezwakt. Onvoldoende volgens de militanten die met hun acties hadden aangetoond dat strijd loont.

    De onderhandelingen in de sectoren verlopen moeizaam en brengen spanningen met zich mee. Het patronaat vindt dat die onderhandelingen vrij vlot verlopen en dat er een “sereen klimaat” is, dat wil zeggen dat ze in staat zijn om een aantal zaken af te dwingen. Het patronaal offensief wordt verder voorbereid. VBO-topman Timmermans verklaarde reeds dat er nood is aan een nieuw Generatiepact.

    Op dit ogenblik regent het herstructureringsplannen en afdankingen. Daartegenover valt het ontbreken van een sterk syndicaal antwoord op. De Leeuw stelde in De Morgen: “Ik zie nu overal vooral heel veel frustratie. In plaats van daar bedachtzaam mee om te gaan en gemaakte afspraken na te komen, drukken de werkgevers de gaspedaal nog extra in. Ik vrees dat dit tot grote woede kan leiden. En als ABVV laten we onze mensen niet in de steek. Dan komen er maar acties.”

    Tegenover de massale afdankingen van de afgelopen periode had al veel sneller een eengemaakt syndicaal antwoord moeten komen. Het klopt dat het patronaat een arrogantie ten toon spreidt die tot frustraties leiden. Maar een deel van het probleem is het gebrek aan een duidelijk syndicaal anticrisisprogramma. Het begeleiden van de afbraak biedt geen oplossing. Er is nood aan een offensief voor werk (door arbeidsduurvermindering zonder loonsverlies), het behoud van brugpensioen (intrekking Generatiepact) gefinancierd door het intrekken van de fiscale cadeau’s (zoals notionele intrestaftrek en lastenverlagingen). Dat zijn maar enkele elementen waarrond een anti-crisisprogramma kan worden uitgewerkt. Jammer genoeg hebben we van De Leeuw nog geen standpunten in die richting gehoord, hij beperkt zich tot het evidente: het vaststellen van de patronale arrogantie. Houdt hij zich voor het overige wat op de vlakte wegens de verkiezingsperiode (waarbij zijn partij, de SP.a, er na een jarenlang neoliberaal beleid niet in slaagt om een antwoord te formuleren op de crisis van het kapitalisme)?

    Een strijdbaar programma gekoppeld aan een echte mobilisatie, bijvoorbeeld in het kader van de Europese betoging van 15 mei, zou een keerpunt kunnen vormen. In de plaats van bedrijf per bedrijf naar de slachtbank te trekken, zou dit het begin van een gezamenlijk offensief kunnen zijn waarbij de discussie gaat over ons antwoord op de crisis. Waar wacht De Leeuw op?

  • Meer publieke middelen voor onderwijs nodig

    Neen aan de groeiende commercialisering – neen aan de besparingen!

    Vandaag is het onderwijs de op één na grootste publieke sector in ons land, er werken zo’n 300.000 personeelsleden, en er wordt gewerkt met een budget van ongeveer 15 miljard euro per jaar. In deze tijden van economische crisis is zo’n sector een gewilde prooi voor bedrijven die naarstig op zoek zijn naar een veilige haven om hun winsten in te investeren. We zullen ons na de verkiezingen mogen verwachten aan een hele reeks aanvallen en besparingen in het onderwijs, en dus is het belangrijk om ons alternatief naar voren te schuiven. In dit dossier gaan we in op het hoe, wat en waarom van ons programma over onderwijs.

    Tim (Gent). Artikel uit de aprileditie van Socialistisch Links

    Onderwijs toegankelijk voor iedereen

    Naar school gaan kost geld. De beloften van “gratis onderwijs” en “gelijke kansen” die herhaaldelijk door onze verschillende onderwijsministers werden gedaan, staan mijlenver van de realiteit. Vandaag is het voor een modaal arbeidersgezin zo goed als onmogelijk om verschillende kinderen tegelijk hoger onderwijs te laten volgen. Het beurssysteem is niet geschikt om hieraan iets te doen. Doordat het gebaseerd is op individuele dossiers, kan de minister er zeer eenvoudig op besparen. De realiteit is er ook naar: het FEF (Federatie van Franstalige studenten) berekende dat een student in Franstalig België per jaar tussen de 7.000 en 12.000 euro uitgeeft voor de studies, terwijl de maximumbeurzen zo’n 3.500 euro bedragen. In Vlaanderen daalde het aantal beursgerechtigde studenten tussen 1989 en 2004 van 25% naar 15% van de studentenbevolking.

    Resultaat: meer dan 80% van de jongeren moet bijklussen om in studies en levensonderhoud te voorzien, maar dit kan ook meer extreme vormen aannemen. In België bestaan weinig gegevens over studentes die in de prostitutie terechtkomen om hun studies te betalen, maar in Nederland blijkt dat de voorbije jaren de enorme toevloed aan studentes in escortebureaus ervoor heeft gezorgd dat de prijzen zo sterk zijn gedaald dat vele meisjes nog slechts zo’n 9 euro per uur kunnen verdienen door hun lichaam te verkopen! Volgens recente cijfers zouden in Antwerpen zo’n 400 studentes in de prostitutie “werken”, in Gent een 200-tal. In Frankrijk zijn het er volgens schattingen zo’n 40.000, of één op de 50! Dit zijn natuurlijk de meest extreme voorbeelden, maar vandaag gaat een groot deel van de studenten gebukt onder de loodzware combinatie van studeren met slecht betaalde jobs van lage kwaliteit.

    Maar ook in het leerplichtonderwijs zijn de zaken niet veel beter: voor heel wat ouders is de maand september financieel een steeds zwaardere aderlating. Ondanks alle vage beloften en halve maatregelen die worden genomen, blijft het opvoeden en naar school sturen van kinderen een zeer kostelijke zaak. Gemiddeld kost het opvoeden van een kind in ons land tussen de 250 en de 400 euro per maand, kosten die ver van volledig worden gedekt door de kinderbijslag. Dit is ook de reden waarom heel wat alleenstaande moeders snel flirten met de armoedegrens en verplicht worden om fundamentele uitgaven (grote medische kosten bijvoorbeeld) uit te stellen. Zij hebben vaak ook minder geld voorhanden om hun kinderen een degelijke opleiding te laten genieten.

    LSP pleit voor maatregelen zoals de invoering van een studieloon: dit zal vooral voor arbeidersgezinnen betekenen dat de financiële drempels om hun kinderen onderwijs te laten volgen wegvallen. Tegenstanders van een studieloon beweren dat dit ook de rijkere gezinnen ten goede komt, maar wij stellen dat in een kapitalistische maatschappij de rijkdom altijd vooral ten goede komt van een beperkte laag van de bevolking. Een algemeen systeem zoals onze sociale zekerheid, of een studieloon zorgt tegelijkertijd wel voor de beste bescherming van gezinnen die het financieel moeilijker hebben. Tegelijk pleiten wij ook voor algemene maatregelen zoals gratis openbaar vervoer voor iedereen, een kostenloze nationale gezondheidszorg en investeringen in degelijke en betaalbare sociale woningen, zowel voor studenten als de rest van de bevolking, zodat deze kosten de studieduurte niet verzwaren.

    Stop de besparingen op het personeel

    De voortdurende hervormingen in het onderwijs hebben ook nefaste gevolgen voor de werkomstandigheden van lesgevend, administratief en technisch personeel in de sector. Leerkrachten in het leerplichtonderwijs worden verplicht steeds meer andere taken op zich te nemen buiten het lesgeven, zodat kan bespaard worden op administratieve krachten, psychologen, begeleiders. In 2006 wist Vlaams onderwijsminister Vandenbroucke op die manier zo’n 1.200 jobs in het leerplichtonderwijs af te schaffen. Een voorbeeld van zo’n mechanisme is de “schoolopdracht”: hiermee wil men onderwijzend personeel verplichten extra uren door te brengen op school voor begeleidingsopdrachten, toezicht en administratie. Vandaag hebben leerkrachten hun “vrije uren” meer dan nodig om rond te komen met leerplannen, inspectieverslagen,… In plaats van deze leerkrachten nog verder te belasten, zou men extra taken, die vaak broodnodig zijn, kunnen gebruiken om nieuwe, goede, vaste jobs te scheppen.

    Hetzelfde geldt ook voor het hoger onderwijs: de hervormingen die ondermeer Bologna met zich meebrachten, zorgden voor heel wat extra taken voor het personeel aan universiteiten en hogescholen. Bovendien worden er steeds nieuwe controleregels ingevoerd die een ontzettende administratieve last veroorzaken, ondanks het feit dat het onderwijs en onderzoek in ons land op zeer hoog niveau staan en de effectiviteit van die regels te betwijfelen valt.

    Zo is er de nieuwe richtlijn rond “timesheets”, waarbij sommige onderzoekers elk uur van de dag exact moeten weergeven waarmee ze op dat moment bezig zijn. Dit soort regels is enkel bedoeld om toch maar dat ietsje te kunnen afpitsen van de financiering van onze onderzoekers, en hen onder constante prestatiedruk te zetten. Het administratief personeel dat deze hervormingen moet verwerken, is er ook vaak de dupe van: de financiering van het onderwijs volgt de bijkomende taken niet die de universiteiten en hogescholen krijgen opgelegd. Hierdoor komt er steeds meer werkdruk op mensen in de technische en administratieve diensten.

    De school is geen fabriek

    De voorbije jaren kreeg het onderwijs heel wat neoliberale hervormingen te slikken: de rol van het onderwijs als publieke dienst die instaat voor vorming en ontwikkeling van de maatschappij werd steeds meer onder druk gezet door herhaaldelijke besparingen en door het invoeren van het marktdenken in deze sector.

    Zo zijn er de Bologna-hervormingen die het Europese hoger onderwijs willen hervormen naar Angelsaksisch model: een paar topinstellingen voor de elite en een meerderheid van tweederangsinstellingen voor de meerderheid van de bevolking. Heel wat hervormingen op regionaal vlak in ons land stonden in het teken van Bologna: het financieringsplan Vandenbroucke dat de financiering van universiteiten en hogescholen voortaan baseert op marktconcurrentie, de verhogingen van de inschrijvingsgelden voor ManaMa’s, het leerkrediet,…

    Maar bijvoorbeeld ook de publiek-private samenwerking voor het opknappen van bouwvallige schoolgebouwen valt hieronder: met dit soort maatregelen wil men niet alleen besparen op de noodzakelijke investeringen die nodig zijn in onze onderwijsinfrastructuur, men wil ook het idee dat bedrijven een rol spelen binnen het onderwijs geleidelijk aan aanvaardbaar maken bij de bevolking. Dat deze bedrijven enkel geïnteresseerd zijn om zo snel mogelijk winst te maken op hun investering en niet vertrekken van de reële noden van leerlingen en leerkrachten is hierbij van geen belang.

    Samen strijden voor gratis en degelijk onderwijs

    De Linkse Socialistische Partij (LSP) is actief onder het personeel, binnen de onderwijsvakbonden, onder studenten met de Actief Linkse Studenten (ALS) en onder scholieren met Internationaal Verzet (IV).

    Wij werken met een concreet programma dat gebaseerd is op de dagelijkse ervaringen van onze leden en op hun discussies met collega’s en medestudenten. In ons programma vertrekken we niet van wat mogelijk is met de beperkte budgetten die de bevoegde overheden aan onderwijs willen besteden of van hoe het onderwijs interessant kan zijn voor het bedrijfsleven. We vertrekken van de belangen van het personeel en de studenten in de sector, van hoe we het onderwijs zo degelijk mogelijk kunnen maken,en toegankelijk voor iedereen, van hoe het onderwijs een rol kan spelen in het ten volle ontdekken en ontwikkelen van de talenten van iedereen en tot de ontwikkeling van mondige, kritische en sociale individuen Maar LSP, ALS en IV discussiëren niet alleen over de hervormingen in het onderwijs en hoe dit onderwijs er zou moeten uitzien, onze militanten staan vaak op het voorplan bij de strijd tegen de besparingen en de neoliberale hervormingen. Wij baseren ons op de actieve oppositie van jongeren en arbeiders, en verdedigen ook een socialistisch antwoord als oplossing voor deze problematiek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onze militanten op het voorplan stonden bij de strijd tegen het plan Vandenbroucke in Vlaanderen, of de strijd tegen de privatiseringen aan de ULB vorig jaar.

    Met de economische crisis die vandaag de hele wereld treft, kijken heel wat multinationals reikhalzend uit naar de enorme onderwijssector. Nadat ze de private economie zodanig verprutst hebben dat hier geen winsten meer te halen zijn, richten heel wat kapitalisten zich weer naar de openbare sector. De druk om privatiseringen en besparingen in het onderwijs door te voeren zal na de regionale verkiezingen enorm zijn. Aansluiten bij een organisatie als de onze betekent zich wapenen tegen hervormingen ten koste van personeel en studenten en vechten voor een onderwijs in het belang van de maatschappij!

  • Voor een nationale stakingsdag voor werk

    We laten ons al te lang bedrijf per bedrijf naar de slachtbank leiden

    Stijgende werkloosheid. Inkomensverlies. Sociale drama’s,… Als politici het erover hebben, is het om ons uit te leggen dat er “geen budgettaire ruimte” is. Toch niet voor ons. De vakbonden willen maatregelen om de tewerkstelling en de koopkracht te vrijwaren. Ze pleiten onder meer voor groene investeringen. Op 15 mei wil het Europees Vakverbond (waarbij ABVV en ACV zijn aangesloten) hiervoor betogen in Brussel. De Linkse Socialistische Partij vindt dat we ons al te lang bedrijf per bedrijf naar de slachtbank laten voeren. We pleiten ervoor op 15 mei een echte mobilisatie op gang te trekken en er een nationale actiedag voor werk van te maken, zoals de vakbonden in Frankrijk er al twee achter de rug hebben.

    LSP-pamflet. PDF-versie

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    In honderden bedrijven werden de afgelopen maanden duizenden collega’s met interimcontracten de deur gewezen. Op een jaar tijd is het aantal uitzendjobs afgenomen met 23,5%, voor arbeiders zelfs met 32,4%, de sterkste daling ooit. (Federgon 27/02/2009) Contracten van bepaalde duur worden niet meer verlengd.

    Vooral in de textiel en de metaal, maar ook elders, sloten een recordaantal van 8.472 bedrijven definitief de poorten. In 2009 zouden voor het eerst meer dan 10.000 bedrijven over kop gaan. Volgens het ABVV gingen alleen al in grote bedrijven sinds september 13.500 jobs verloren. Dat zijn er 6 keer meer dan in de 8 voorgaande maanden.(ABVV, 11 maart 2009)

    Voor de crisis was maandelijks 6% van de arbeiders economisch werkloos, in oktober was dat 9%. In Februari 21%! Een op vijf arbeiders was toen economisch werkloos, elk gemiddeld 6 dagen. (sdworx 12/03/2009) In februari is ruim 1 op 4 van alle arbeiders in België één of meer dagen werkloos geweest.
    [/box]

    Als wij onze leningen niet kunnen afbetalen, wordt beslag gelegd op onze inboedel. Als dat bij de banken gebeurt, worden hun marmeren paleizen niet in beslag genomen. Dan strooit de regering met belastingsgeld dat wij de volgende jaren zullen ophoesten. 24 miljard € heeft dat al gekost, 12 keer zoveel als het interprofessioneel akkoord voor heel de privésector!

    De patroons roepen op tot “solidariteit”: “Nu loonopslag eisen, komt neer op een vraag voor nog meer werkloosheid”. Waarom zijn ze zelf niet solidair? De voorbije jaren hebben ze goed geboerd.We zijn de recordbonussen, de miljarden dividenden en hun jaarlijkse millionairs fair nog niet vergeten. Solidariteit? Niet door de armoede te verdelen maar de rijkdom!

    De Linkse Socialistische Partij wil:

    • aanpassing van de lonen aan de echte levensduurte
    • welvaartsvastheid van uitkeringen voor wie door ziekte, ouderdom of overtal niet kan werken
    • nationalisatie van de energiesector met wettelijk vastgelegd maximumprijzen
    • fors meer sociale woningen om de huur- en koopprijzen van woningen te drukken

    Stop het besparingsbeleid!

    Het antwoord van de regeringspartijen op de werkloosheid luidt “lastenverlagingen”. Onder meer door uibreiding van de dienstencheques, door interim toe te staan in de openbare sector of door het systeem van economische werkloosheid uit te breiden naar bedienden. Voor de rechtse oppositie: door meer van dat alles. De patroons doen hoe dan ook gouden zaken en dat zonder verbintenissen van hun kant. Resultaat: de sociale zekerheid kijkt tegen een tekort van bijna 2 miljard € aan. Bidt dat ge niet ziek, oud of overtallig wordt! Je zou verwachten dat men de ouderen wat sneller laat uittreden zodat jongeren aan de slag kunnen. In Nederland moet men voortaan doorgaan tot 67j. voor een volledig pensioen. Politici houden dat wellicht vol, maar aan de band in de industrie of in de bouw? België is zover nog niet, maar de intenties zijn sinds het generatiepact gekend. In plaats van de beschikbare arbeid te verdelen, gooit men de ene op straat en wil men de andere doen werken tot in de kist.

    De Linkse Socialistische Partij vindt:

    • handen af van onze sociale zekerheid want we zullen ze nog nodig hebben
    • een echt éénheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, te nivelleren naar boven
    • geen nepstatuten, maar echte tewerkstelling met éénzelfde type arbeidscontract voor iedereen
    • de beschikbare arbeid verdelen over iedereen via arbeidsduurverkorting zonder loonverlies, zodat we niet verplicht zijn ons gezinsinkomen aan te vullen met overuren en/of zwartwerk

    “Op veel plaatsen staan we bij hevige regenval nu al tot de knieën in het water, ook binnenshuis”

    Wegen en spoorwegen verloederen. Sociale woningen zijn nauwelijks voorhanden. Schoolgebouwen en gevangenissen staan op instorten. Toen het economisch goed ging, was er nooit geld voor noodzakelijke infrastructuurwerken, laat staan “groene” investeringen. Zouden de Belgische politici zoals hun Italiaanse collega’s echt gewacht hebben tot de gebouwen neerstortten op onze scholieren? Wie weet. Op veel plaatsen staan we bij hevige regenval nu al tot de knieën in het water, ook binnenshuis. Nu het crisis is, is er plots wel geld voor infrastructuur, zij het dan onder de vorm van publiek private samenwerking. Volgens het Rekenhof staat dat voor “private winsten en publieke kosten”.

    Terwijl duizenden postmannen tegen de werkdruk betogen, verdeelt de directie met de minister de opgebouwde spaarpot onder de aandeelhouders

    Maatschappelijk nuttige sectoren die onvoldoende winst opleveren, zijn systematisch onderbemand. Terwijl duizenden postmannen tegen de werkdruk betogen, verdeelt de directie met de minister de opgebouwde spaarpot onder de aandeelhouders! Als alle noodzakelijke infrastructuurwerken worden doorgevoerd en de maatschappelijk nuttige jobs worden ingevuld, zou arbeidsduurverkorting niet eens nodig zijn om de vele werklozen aan de slag te helpen en van een inkomen te voorzien. Zolang dat geen rijkelijke winst oplevert, interesseert dat het patronaat en haar regeringen echter niet.

    De Linkse Socialistische Partij is voor de volledige nationalisatie van de financiële sector, met schadevergoeding aan kleine aandeelhouders enkel op basis van bewezen behoefte. We zouden heel de financiële sector aaneen rijgen tot een publieke instelling onder controle en beheer van de gemeenschap. Dat zou niet alleen een betere bescherming voor de spaarder opleveren, maar bovendien zou de overheid in plaats van de bankdirecties te smeken om krediet te verlenen, dan de publieke investeringen kunnen doorvoeren die beantwoorden aan de behoefte van de bevolking.

    Tijd voor nieuwe linksere partijen

    Dergelijk programma vereist een krachtsverhouding in het voordeel van de arbeiders en hun gezinnen. Al jaren loopt iedere strijd echter te pletter op politieke onwil. Dat ontmoedigt en drijft sommigen in de handen van extreem en populistisch rechts. In de buurlanden staat links veel sterker, omdat de sociaal democratie en de groenen daar het vuur aan de schenen gelegd worden door nieuwe, linksere partijen. Hier roepen de vakbondsleidingen al veel te lang op voor “het minste kwaad”. Het wordt tijd om de illusies in SPa en CD&V, in navolging van een groot deel van de “traditionele achterban”, te laten varen.

    De Linkse Socialistische Partij kan de kloof die gaapt links van sociaal-democraten en groenen niet op haar eentje vullen. Zelfs alle klein linkse formaties samen, zouden het moeilijk hebben, maar misschien zou het helpen om de vakbondsapparaten wakker te schudden. Daarom heeft LSP de PvdA en SPa-Rood aangeschreven voor een gemeenschappelijke lijst, helaas zonder succes. In franstalig België zijn we daar wel in geslaagd met een gezamenlijke Europese lijst LCR-PSL en een PC-PSL-LCR-PH lijst voor het gewest Brussel.

  • De crisis slaat toe in de staalsector – nood aan verzet van de arbeiders

    De beslissing van ArcelorMittal om haar Europese staalproductie te halveren kwam hard aan. Van de 25 hoogovens die momenteel actief zijn, zullen er slechts 11 overblijven. In Luik zullen er twee keer 500 jobs verdwijnen waardoor er samen met de brugpensioenen in totaal 2.000 jobs weg gaan, de helft van het personeel.

    De twee hoogovens in Luik (Hoogoven 6 in Seraign en Hoogoven B in Ougrée) zullen “tijdelijk” worden stil gelegd in de maand mei. Uiteraard zal dat ook gevolgen hebben voor andere onderdelen van het bedrijf. In Gent zal één van de twee hoogovens worden stil gelegd alsook een lijn van galvanisering en een verflijn in Geel. Andere getroffen vestigingen bevinden zich in Frankrijk en Roemenië.

    Gisteren schreef de regionale krant “La Meuse” over deze beslissing en het liet ook de bezorgdheid van de Luikse arbeiders aan bod komen. “Ik ben in rouw, gebroken, moe van hun aankondigingen, hun heropstarten, hun sluitingen.” Een andere arbeider stelde: “Het tijdelijk stil leggen van de hoogoven is één zaak. Maar wat mij verontrust is het feit dat er tegen de 1.200 bruggepensioneerden die tegen 2011-2012 moesten vertrekken, nu al voor de zomer zouden weg moeten. Zij zijn het die de jongeren moeten vormen, we zullen al onze kennis verliezen. We hebben de indruk dat we op een zinkend schip zitten…” Velen twijfelen eraan of er na drie of vier maanden effectief een heropstart zal komen zoals beloofd door de directie. “Het zijn leugenaars, ze zullen de warme fase dicht doen”, stelden verschillende arbeiders na de aankondiging van de “tijdelijke” sluiting.

    De groep ArcelorMittal verwijst steevast naar de economische crisis. Bernard Fontana, directeur Human Resources, verklarde: “De staalindustrie heeft, net als andere bedrijven, te lijden onder de gevolgen van de vertraging van de economie. Ondanks de reeds geleverde inspanningen, blijven de marktomstandigheden erg moeilijk.” (Le Soir, 9 april). Nu zijn het echter vooral de aandeelhouders die profiteren van de “inspanningen” van ArcelorMittal. In 2008 kregen ze 7 miljard euro aan dividenden. Dit jaar zal dat 1,2 miljard zijn, waarvan 500 miljoen voor Lakhsi Mittal (die op zijn eentje 44% van de aandelen van de groep in handen heeft).

    Welk antwoord?

    Alain Mathot, de PS-burgemeester van Seraign, verklaarde dat hij hoopt dat de slechte periode snel tot het verleden zal behoren. Tegelijk vreest hij dat dit slechts een eerste gevolg is van “een crisis waarvan we nog niet alle gevolgen onder controle hebben” (Metro, 9 april). Hoe we de gevolgen van de crisis dan wel onder controle zouden kunnen krijgen, deelde de PS’er niet mee. Het is makkelijk om het “liberaal model” te veroordelen, maar welk antwoord heeft de PS op dat model?

    PS-kopstuk Jean-Claude Marcourt verklaarde in debatten nog dat hij anti-kapitalistisch zou zijn, maar dat is enkel voor het imago. Hij stelt zijn vertrouwen in de verklaringen van het patronaat: “Ik heb geen elementen die me doen twijfelen aan de leiding van ArcelorMittal als deze stelt dat het de Luikse fabrieken wil beschermen en heropstarten zodra de conjunctuur beter is. Ik zie hen niet direct terugkomen op hun woord.” (La Meuse, 9 april). We moeten dus gewoon wachten op betere economische tijden. Dat is een oproep tot passiviteit en afwachten op een ogenblik dat het systeem in een ernstige crisis zit.

    De directie van ArcelorMittal is met de “tijdelijke” sluiting van de hoogovens trouwens al teruggekomen op haar eerdere beloften. Er wordt gezegd dat het door de conjunctuur en de economische crisis komt. We kennen effectief een erge economische crisis en naarmate deze zal blijven duren, zal de datum voor de hervatting van de hoogovens mogelijk steeds verder worden uitgesteld. Wat zal het excuus binnen zes maanden zijn? Dat het niet aan ArcelorMittal ligt, maar dat de economie in slechte staat blijft. Marcour, de PS en jammer genoeg ook veel syndicale leiders hebben niet alleen vertrouwen in de verklaringen van Mittal, maar ook in het kapitalistische systeem waarbij enkel wordt gewacht op een heropleving.

    Nationalisatie onder arbeiderscontrole

    Op de betoging van de metallos in Brussel afgelopen december was er een indrukwekkend spandoek waarop de volgende slogan stond: “Zonder onze arbeid is hun kapitaal niets waard.” Het zijn de arbeiders die de rijkdom produceren, maar er tegelijk niet van kunnen profiteren omdat deze rijkdom verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders. De actuele crisis maakt duidelijk wat er gebeurt als de belangen van de aandeelhouders en patroons voor alles gaan. We moeten de touwtjes zelf in handen nemen en de sleutelsectoren van de economie (zoals de metaal, energie, banken,…) uit de klauwen van de private sector halen om ze onder arbeiderscontrole te plaatsen. Dat is de enige oplossing om jobs te redden en te komen tot een reconversie die niet ten koste van de arbeiders gaat.

    De crisis raakt niet alleen de metaal, maar alle arbeiders. Er is nood aan een collectief antwoord. We moeten daarom de strijd aangaan voor een nationalisatie onder arbeiderscontrole. Een eerste stap zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een nationale mars voor werk waarmee vertrouwen wordt gegeven aan de vele arbeiders die zich vandaag geïsoleerd en machteloos voelen tegenover de crisis. Onze kracht is ons aantal.

  • Staking goederenvervoer: enkele foto’s

    Woensdag meldden we op deze site dat er vanaf gisteren 22u tot vandaag 22 u gestaakt wordt bij B-Cargo. De stakerspost aan het Philips gebouw bij Brussel Zuid had alvast weinig om handen. De meeste personeelsleden bleven immers spontaan thuis. Aan het piket waren we met een 30-tal, hoofdzakelijk van CGSP en ACOD en enkele collega’s van het ACV.

    Een correspondent

  • Textielarbeiders BST zoveelste slachtoffer van crisis kapitalisme

    De lijst van slachtoffers van de crisis groeit verder aan. Het textielbedrijf BST uit Deerlijk, werd gisteren failliet verklaard. 80 werknemers verliezen hun baan. Vooral die West-Vlaamse textielsector was in de loop van de afgelopen jaren het slachtoffer van de kapitalistische winsthonger.

    Jonas Van Vossole, lijsttrekker LSP in de provincie West-Vlaanderen

    De regio rond Kortrijk is lang dé textielregio in België geweest. Toch zien we dat sinds enkele decennia heel wat bedrijven uit de streek verdwenen. Hun aandeelhouders zochten naar grotere winstmarges, en delocaliseerden hun fabrieken naar lageloonlanden. De bedrijven die dat niet deden vielen ten prooi aan de moordende concurrentie van de vrije markt. Beiden hadden éénzelfde gevolg: uiteindelijk waren de arbeiders het slachtoffer en verloren hun werk.

    Maar de delocalisaties hadden niet alleen effect op de werkgelegenheid. Ze werden ook gebruikt als argument om de lonen van de werknemers onder druk te zetten. Wanneer de arbeiders met gerechtvaardigde eisen voor hogere lonen naar voor kwamen, werd steeds de vergelijking gemaakt met de lonen in China of Bangladesh.

    Wanneer het echter om managerslonen ging, gold die logica blijkbaar niet. Als het over rijken gaat, wordt enkel vergeleken met die patroons die nóg rijker zijn. In de regio is er dan natuurlijk het voorbeeld van Jan Coene, manager bij Picanol die op 3 jaar 22 miljoen euro op zak stak – en dit terwijl er aan de lopende band mensen werden ontslagen wegens geldgebrek.

    Vandaag zijn de werknemers in de textiel opnieuw slachtoffer van het kapitalisme, maar dan door de actuele crisis. BST is het recentste geval, waar tientallen mensen op straat gezet worden en hun inkomen verliezen waar ze hun families mee moeten onderhouden. Maar ook in andere sectoren moeten de werknemers en hun families opdraaien voor de gevolgen van de winsthonger en het gegok van een kleine groep van rijken.

    Toch schijnt niemand dit kapitalistische systeem in vraag te stellen. De Linkse Socialistische Partij (LSP) doet dat wel. Voor ons bestaat er een socialistisch alternatief op het kapitalisme, waar de winsten van een kleine groep rijken niet de drijfveer zijn van de economie.

    Wij vinden dat werkplaatsen, zoals die van BST in Deerlijk, niet zomaar mogen verdwijnen. De gemeenschap dient daarin tussen te komen. Daarmee bedoelen we niet dat we de patroons die hun bedrijf slecht geleid hebben extra geld moeten geven; zoals met de banken gebeurd is. Wij eisen dat de bedrijven die mensen ontslaan vanwege de crisis onteigend worden, met inbegrip van de winsten die ze de afgelopen jaren boekten. Deze moeten opengehouden worden door de gemeenschap, om werk in eigen streek te blijven voorzien.

    We moeten echter niet wachten tot de Linkse Socialisten een meerderheid hebben in het parlement om de strijd aan te gaan tegen de kapitalistische logica. Voorbeelden in het buitenland, zoals bij Visteon in Belfast, tonen aan dat de arbeiders zelf hun eigen strijd mee in handen moeten nemen, en zo stappen vooruit kunnen zetten.

    Nieuwe economische tijden leiden soms tot nieuwe actiemethodes. Tijdelijke werkloosheid en overproductie maken dat staken vandaag soms weinig invloed heeft. Wanneer staken niet helpt, kan de bezetting van de fabriek, een stap vooruit zijn. De werknemers van Visteon in Ierland zijn dat deze week aan het bewijzen en krijgen daarbij de volle steun van onze Ierse kameraden van de Socialist Party.

  • Staking bij het goederenvervoer

    Bij het goederenvervoer wordt vanaf donderdag 9 april 22u tot vrijdag 10 april om 22u. Aanleiding is de nieuwe aanval op het statuut van het spoorpersoneel bij het goederenvervoer. De afgelopen jaren waren er aanhoudend hervormingen waarbij het personeel vaak moest opdraaien voor de besparingswoede van de directie. Met de economische crisis wil de directie nu nogmaals het personeel laten betalen.

    De stakingsaanzegging drukt een frustratie uit die reeds jarenlang is opgebouwd. In de aanzegging wordt geklaagd over het feit dat personeel “onophoudelijk opofferingen” heeft gedaan: “hervormingen werden herstructureringen, graden werden vakken, het overgangskader werd een definitief, tijdelijk kader, het personeel viel buiten het kader of er was helemaal geen kader meer.”

    De economische crisis heeft nu ook gevolgen voor de activiteit bij het goederenvervoer. De directie wil dat opvangen door een aantal reeds langer geplande besparingsmaatregelen door het strot van het personeel te rammen. Normaal wordt op 9 april hierover onderhandeld, maar de vakbonden stellen dat de aanloop naar de onderhandelingen al volstaat om tot een stakingsactie over te gaan.

    De directie wil immers dat de productiviteit verder wordt opgevoerd, zelfs indien het ten koste gaat van de veiligheid. Ook wordt de flexibiliteit verhoogd door overplaatsingen naar andere diensten in sommige gevallen verplicht te maken, alsook door het personeel verlofdagen te laten opnemen naargelang het de directie uitkomt. De directie wil het personeel harder en langer laten werken op ogenblikken dat er veel werk is, om op rustiger ogenblikken het personeel op verplicht verlof te sturen. Daarmee wil het uiteraard besparingen kunnen doorvoeren op het personeel. Dat zou gebeuren door ambtshalve pensionering en terbeschikkingstelling wegens het schrappen van de betrekking.

    De geplande actie op vrijdag zal gevolgd worden door een weigering om in het paasweekend met overwerk de achterstand in te halen. De acties zullen geen gevolgen hebben voor het reizigersverkeer. Het ongenoegen zit diep. Met de staking kan het personeel een krachtig signaal geven. Het zal echter belangrijk zijn om het personeel ook te informeren en organiseren om samen aan een democratisch opgesteld actieplan te werken. Het zal immers niet stoppen bij deze poging tot ondermijning van het statuut van het spoorpersoneel.

  • “Het kapitalisme schaadt de gezondheid” hoe kunnen we het bestrijden?

    Waalse ABVV zet anti-kapitalistische campagne op

    De anti-kapitalistische campagne van ABVV-Wallonië heeft als verdienste dat deze het debat over de opbouw van een alternatief op het kapitalisme stimuleert. Op de website van de campagne (contre-attaque.be) en de pamfletten wordt een terechte vaststelling gemaakt: “Het liberalisme en het kapitalisme hebben vandaag afgedaan. Het is nu of nooit om in de tegenaanval te gaan om te vermijden dat ze ons opnieuw kunnen raken.” Deze vaststelling leidt natuurlijk tot de logische vraag hoe we een einde kunnen maken aan dat kapitalisme en wat het alternatief is. Wij willen hier een bijdrage tot deze discussie leveren.

    Nicolas Croes. Artikel uit de aprileditie van Socialistisch Links

    Achter de slogans

    In tegenstelling tot wat je zou denken op basis van de slogans en retoriek, is het doel van ABVV-Wallonië niet om een andere samenleving voor te stellen waarbij wordt gebroken met het kapitalisme en haar logica. De voorstellen zijn erg divers maar vooral gericht op een sterkere regulering van het systeem. Thierry Bodson, de secretaris-generaal van de Waalse interregionale, stelde in een interview met La Libre: “Ik pleit niet voor de invoering van een geplande economie. Maar het is nodig dat de economische machine duidelijk meer gereguleerd wordt.”

    LSP vindt zich volledig in een aantal eisen zoals de radicale en collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonsverlies en met evenredige aanwervingen, de nationalisatie van de strategische sectoren (zoals energie), de onvoorwaardelijke kwijtschelding van de Derde Wereldschulden,… Wij zijn na de gebeurtenissen van de afgelopen maanden wel verbaasd dat de financiële sector niet werd opgenomen bij de te nationaliseren strategische sectoren. De strategische rol van deze sector kan nochtans moeilijk ontkend worden.

    We zijn op zich niet tegen een aantal andere eisen die door de campagne voorop gesteld worden, zoals de traceerbaarheid van internationale financiële transacties, het opzetten van andere indicatoren naast het BBP om de welvaart te meten of een grotere controle op misleidende en ronduit leugenachtige reclame voor financiële producten. Maar die maatregelen laten een niet onbelangrijk deel van de controle over de maatschappij in de handen van de kapitalisten terwijl tegelijk wordt gezocht naar een verzoening van radicaal tegengestelde belangen, namelijk deze van de werkenden en deze van het patronaat. Het is mogelijk om de kapitalistische economie tot op zekere hoogte te reguleren op basis van de kracht van de arbeidersbeweging en de vakbonden. Maar zodra de aandacht en de mobilisatie van de arbeiders afneemt, zullen de kapitalisten met de ene hand terugnemen wat ze met de andere hand gedwongen moesten afstaan. Om onze verworvenheden te behouden, moeten de arbeiders – of toch een zo groot mogelijke laag van de arbeidersbeweging – de strijd voor hervormingen als onderdeel zien van een meer globale strijd voor een andere samenleving. Eén die onder de controle staat van diegenen die de rijkdommen creëren om te voldoen aan hun behoeften.

    We moeten nagaan hoe we de krachten voor een ernstig offensief tegen het neoliberalisme voldoende kunnen organiseren. Het klopt dat velen nog onder de gevolgen van het ideologische offensief van het neoliberalisme gebukt gaan. Dat maakt dat anti-kapitalistische ordewoorden door sommigen worden gezien als iets wereldvreemd. Het is dan ook belangrijk om na te gaan hoe dergelijke eisen verbonden kunnen worden aan de noden en eisen van vandaag. Het is weinig zinvol om de radicalen te isoleren door slogans te gebruiken die ofwel te vaag ofwel te ver verwijderd zijn van het aanwezige bewustzijn.

    Op wie druk zetten?

    In een interview met het radioprogramma Matin Première op RTBF vroeg de journalist aan Thierry Bodson als hij in België ook graag een partij als de Franse NPA van Olivier Besancenot zou wensen. De eisen van die partij staan immers dicht bij deze van de anti-kapitalistische campagne van het Waalse ABVV. Het antwoord van Bodson was interessant, maar weinig verrassend: “Ik denk dat het er voor een vakbond als het ABVV op aankomt om met heel haar gewicht te wegen op de bestaande politieke partijen ter linkerzijde. Op dat vlak stellen we vast dat we met wat hulp van de crisis soms een aandachtiger gehoor vinden bij de PS en zelfs bij Ecolo dan wat in het verleden het geval was, ook voor de voorstellen van deze campagne.”

    Deze partijen hebben nochtans al meermaals en dat gedurende vele jaren aangetoond aan welke kant ze in de klassenstrijd staan. Als ze nu schijnbaar aandacht willen geven aan radicalere eisen, is dat geen toeval: als de publieke opinie opschuift dwingt het electoralisme van de traditionele partijen hen tot andere posities. Maar zouden PS en Ecolo dan ook bereid zijn om een deelname aan een regering van sociale afbraak te weigeren? Zouden ze bereid zijn om ministeriële postjes op het spel te zetten om bijvoorbeeld van de directie van De Post te eisen dat de winsten niet gebruikt worden om de (private) aandeelhouders tevreden te stellen, maar om de dienstverlening en de arbeids- en loonsvoorwaarden van het personeel te versterken? De loyauteit van een aantal syndicalisten tegenover de “linkse” regeringspartijen wordt steevast en systematisch misbruikt door deze partijen. Om een politieke vertaling van onze strijd te verkrijgen, zullen we ook in België moeten bouwen aan een nieuwe arbeiderspartij.

    Als we met deze campagne druk moeten uitoefenen, zal het op de vakbondsleidingen zelf zijn. Tot nu toe blijft een stevig syndicaal antwoord op de crisis uit. In Frankrijk daarentegen zagen we eind januari een na-tionale staking met zowat 2,5 miljoen betogers. Die staking kreeg de steun van meer dan 70% van de bevolking. Een nieuwe actiedag op 19 maart bracht nog meer volk op de been: tot 3 miljoen betogers! Bij ons bleef het verzet beperkt tot een bijeenkomst met vooraf vastgelegde blokken per vakbond (200 blauwe, 400 rode en 400 groene militanten) aan de beurs in Brussel. Misschien kan er van de internationale vakbondsmobilisatie op 15 mei in Brussel gebruik gemaakt worden om een ernstige mobilisatie op te zetten?

    Nog een andere belangrijk punt: deze campagne van het Waalse ABVV moet dringend omgezet worden in een nationale campagne. Als het Vlaamse en Brusselse ABVV de campagne niet onderschrijven, moet het initiatief misschien komen van vakbondsdelegaties. Zoals de ABVV-slogan het zegt: “Samen sterk”!

    Enkel strijd loont

    Er is een bereidheid onder de werkenden om tegen de aanhoudende aanvallen in te gaan. Het potentieel voor een sterk verzet is aanwezig. Het pamflet van de anti-kapitalistische campagne stelt terecht: “Overal in Europa en de rest van de wereld leidt de crisis tot een opleving van bewegingen die ingaan tegen dat model dat onaantastbaar leek.” Zelfs een dictatoriaal regime als dat van China wordt geconfronteerd met massale sociale bewegingen. We zien een heropleving van strijdmethoden die een tijdlang niet meer werden gebruikt, stakingen met bedrijfsbezettingen bijvoorbeeld. Er waren dergelijke bezettingen in de VS, Ierland, Schotland, Oekraïne en zelfs in België.

    Elke staking vormt op zich een contestatie van een deel van de kapitalistische macht. Een stakerspost kan de patroon het recht ontzeggen om “zijn” bedrijf te betreden. Ook wordt de burgerlijke ideologie volgens dewelke we maar moeten werken en zwijgen over de dagelijkse uitbuiting in vraag gesteld door dergelijke acties. Naarmate een staking een grotere schaal of duur aanneemt, wordt ook de botsing met de belangen van het patronaat scherper. Dat kan zo ver gaan dat een cruciale vraag rijst: wie heeft de macht over de bedrijven, de economie en de staat: de arbeiders of de burgerij?

    We moeten niet alleen de confrontatie met de kapitalistische samenleving voorbereiden, een nieuwe samenleving zal ook haar kiemen hebben in deze strijd. In de verscherping van een stakingsconflict nemen de taken van het stakerscomité toe, waardoor in feite een situatie van dubbelmacht ontstaat. Naast de burgerlijke staat ontwikkelt het embryo van een nieuwe staat, gebaseerd op arbeidersraden en -acties. Het is vanuit deze acties dat een samenleving zonder uitbuiting en onderdrukking kan ontstaan, een democratisch geplande socialistische samenleving gebaseerd op de zelf-organisatie van de arbeiders en hun gezinnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop