Category: Op de werkvloer

  • Carrefour. Niet winkel per winkel de strijd aangaan!

    In het paaswekend werd in 38 van de 117 Carrefourwinkels in eigen beheer gestaakt. Daarnaast waren er ook verspreide acties in bedreigde winkels. De directie wil het harde besparingsplan aanvaardbaar maken door een aantal winkels te verkopen aan de groep Mestdagh. De grote lijnen van de aanval blijven: sluiting van enkele vestigingen en een forse inlevering op lonen- en arbeidsvoorwaarden voor wie blijft.

    Artikel uit het meinummer van De Linkse Socialist

    Het overblijvende personeel zou mogelijk onder een ander Paritair Comité vallen en hierdoor moeten inleveren. Topman Lavinay verklaarde dat een verandering van PC niet hoeft indien op een andere wijze 1,4% wordt ingeleverd op de lonen. Het personeel dat wordt overgenomen door Mestdagh zal ongetwijfeld ook moeten inleveren. En bovendien zal dit druk zetten op de lonen bij de concurrenten. Dit is een onderdeel van een nooit eindigende neerwaartse spiraal die de sociale verworvenheden van de werkenden terug naar het verleden torpedeert.

    De groep Mestdagh – eigenaar van Champion – zou 17 supermarkten en 3 hypermarkten overnemen, waaronder 9 van de 21 bedreigde winkels. Mestdagh is voor een vierde in handen van… Carrefour. Toch heeft het heel wat tijd nodig om te onderzoeken of het de geplande overnames effectief zal realiseren. Het doel van de directie van Carrefour is duidelijk: het personeel verder opdelen en uiteindelijk de verschillende franchisehouders elk hun eigen specifieke besparingen laten uitvoeren om zo de totale winsten op te drijven.

    ABVV-delegee Wiske Leemans van Mechelen-Noord stelde in een interview met socialisme.be: “Eens alle “oude en dure krokodillen” eruit zijn, is Carrefour veel goedkoper geworden voor een overname. Dan kan de keten in de uitverkoop worden gezet.” In Portugal deed Carrefour dit reeds met de winkelketen Minipreço. De snel opeenvolgende besparingsrondes bij Carrefour in ons land moeten de prijs voor de keten opdrijven. Indien de huidige besparingen erdoor komen, zullen er andere volgen.

    Er is nood aan coördinatie zodat het verzet niet wordt beperkt tot winkel per winkel. Dit belangt alle personeelsleden aan, zowel bij Carrefour als in de volledige sector. Het zal er op aankomen om het protest één te maken en uit te breiden naar alle personeel en klanten. Er zijn mogelijkheden om via de winkels de klanten aan te spreken en mee te betrekken en te mobiliseren. Met een grote nationale mobilisatie zouden we sterker staan tegenover het beleid van de directie van Carrefour en zouden we een vuist kunnen maken tegen de neerwaartse spiraal die ons allen treft.

  • Godiva. Solidariteit nodig tegen arrogant patronaat!

    Chocoladefabrikant Godiva maakt sinds 2007 deel uit van de groep Ulker, een grote Turkse voedingsmultinational. Sinds deze overname heeft Godiva haar kosten met 24 miljoen dollar verminderd. In 2010 wil het bedrijf nogmaals 10 miljoen dollar besparen. Niet dat het moederbedrijf geen winsten boekt, Ulker was in 2006 goed voor een zakencijfer van 7,4 miljard dollar en het ziet er niet naar uit dat de winsten onder druk staan. In 2008 was er een zakencijfer van 10,9 miljard. Bij Godiva zal de verkoop in 2010 met maar liefst 10-15% toenemen.

    Door Nico (Brussel)

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    LSP voert solidariteitscampagne

    We trokken door de wijk rond Godiva met affiches en een petitie. Hierdoor werd de solidariteit meer zichtbaar. We hebben dit gekaderd in onze campagne voor lokale jongerenmarsen voor werk. 34% van de Brusselse jongeren is werkloos. De desindustrialisatie beperkt de mogelijkheden om werk te vinden. De 90 jobs die bij Godiva verdwijnen, zullen dat enkel nog versterken.
    [/box]

    De aangekondigde herstructurering had maar één doel: het personeel laten opdraaien voor de nooit eindigende zoektocht naar steeds meer winst. De directie maakte eerder al bekend dat het de verpakkingsafdeling in Koekelberg wou sluiten waardoor 87 arbeiders en 3 bedienden hun job zouden verliezen. De verpakkingsafdeling zou worden overgenomen door een beschutte werkplaats. Daar wordt goedkoper gewerkt omdat het “toch maar gehandicapten” zijn… Beperkingen worden gebruikt om de lonen en arbeidsvoorwaarden onder druk te zetten, in de beschutte werkplaatsen wordt het werkritme opgevoerd terwijl de lonen lager liggen, wat dan weer wordt uitgespeeld om andere lonen onder druk te zetten.

    Lock-out: aanval op het stakingsrecht

    De aankondiging van het sociale bloedbad leidde meteen tot acties. De productie werd vertraagd. De directie schreeuwde moord en brand en deed er alles aan om het personeel te criminaliseren. Er werd gesproken over een veiligheidsprobleem op de werkvloer en volgens de directie kwam het personeel haar contractuele verplichtingen niet na. Die 90 jobs die moesten verdwijnen, hadden uiteraard niets met “contractuele verplichtingen” te maken.

    De directie schakelde een versnelling hoger en ging over tot een lock-out van de fabriek. Het personeel kon niet meer binnen in de fabriek en had geen recht op loon. Hiermee werd meteen ook het stakingsrecht ondermijnd. De arbeiders reageerden met een piket aan de fabriekspoort zodat de directie de stocks niet zou kunnen leeghalen.

    Oplossing voor het conflict?

    De directie weigerde iedere onderhandeling over de sluiting van de verpakkingsafdeling. Toch werd een compromis bereikt op voorstel van het kabinet van het ministerie van arbeid. De mogelijkheid van brugpensioen vanaf 52 jaar en interne overplaatsingen vermijdt naakte ontslagen. Dit voorstel werd op 13 april aanvaard.

    Er zullen verdere onderhandelingen nodig zijn om het akkoord uit te voeren, de overplaatsing van 12 arbeiders naar andere werkposten in het bedrijf moet nog worden bekeken. Het is ook nog niet duidelijk op welke werkposten de 65 arbeiders staan die zullen gebruik maken van het vervroegde brugpensioen. Het feit dat er hierover nog geen duidelijkheid bestaat, neemt niet weg dat de verpakkingsafdeling meteen wordt gesloten en dat de 90 jobs niet gered worden.

    De strijd was van meet af aan gericht op het openhouden van de verpakkingsafdeling. Het compromis heeft enkel de naakte ontslagen vermeden. De onderhandelaars van het ministerie hebben op geen enkel ogenblik de sluiting van de verpakkingsafdeling in vraag gesteld. Voor de regering heeft het patronaat steeds het recht om personeel af te danken. We moeten ons nochtans de vraag stellen of de gemeenschapsmiddelen niet beter kunnen worden aangewend om een sociaal bloedbad te vermijden in de plaats van voor het afkopen van het patronaat door deze middelen te gebruiken voor de uitkeringen van arbeiders die moeten vertrekken.

    Bij Inbev werd een overwinning behaald met een strijdbare opstelling, waarbij ook de solidariteit van andere delegaties en bredere lagen van de bevolking een belangrijke rol speelde. Door de solidariteit uit te bouwen en de strijd te verbreden, werd een krachtsverhouding uitgebouwd waarmee een overwinning werd geboekt.

    De strijdbaarheid was er zeker bij Godiva en het enthousiasme over het compromis is niet bepaald groot. We mogen niet bedrijf per bedrijf de strijd aangaan, het isolement moet worden doorbroken. Naar aanleiding van de lock-out, een aanval op het stakingsrecht van ons allemaal, was een veralgemening van de strijd zeker noodzakelijk. Een veralgemeende strijd is van cruciaal belang om onze verworvenheden te verdedigen.

  • Opel-arbeiders worden het mes op de keel gezet

    De vakbonden en de Antwerpse Opel-directie hebben een voorakkoord bereikt voor een sociaal plan. De bijna 1.300 personeelsleden die moeten vertrekken, kunnen vanaf 50 jaar op brugpensioen en krijgen een premie van 10.000 tot 144.000 euro bruto. Dat maximale bedrag wordt wel niet makkelijk. De directie benadrukte meteen dat het sociaal plan “lager ligt dan in 2007.” Het plan is te nemen of te laten: bij een tegenstem wordt de volledige fabriek onmiddellijk gesloten.

    Na eerdere onderhandelingen tussen directie en bonden werd overeengekomen dat de tijd om een eventuele overnemer te vinden, werd verlengd tot eind september. Intussen moet zowat de helft van het personeel al weg tegen eind juni. 1.120 arbeiders en 130 bedienden moeten weg, er blijft nadien nog één ploeg over tot eind december. Indien er geen overnemer wordt gevonden, dan is het tegen het einde van het jaar over en uit voor Opel-Antwerpen.

    De woordvoerder van Opel-Antwerpen verklaarde dat er bij een afwijzing van het sociaal plan dat nu voorligt, wordt teruggekomen op het uitstel om een overnemer te vinden. Indien het plan wordt verworpen, sluit de volledige fabriek eind juni. ABVV-voorman Rudi Kennes bevestigde: “Als het voorstel wordt afgekeurd, hebben we een groot probleem.”

    De gouden handdruk vandaag ligt tot 20% onder deze van 2007. Toen moesten bij een herstructureringsronde honderden arbeiders weg. Toen maakte de directie de belofte dat de overblijvende personeelsleden werkzekerheid zouden hebben tot 2016. Die belofte wordt niet nagekomen. Nu wordt opnieuw het maximumcijfer van 144.000 euro naar voor gebracht. Het gaat om een brutobedrag en bovendien wordt het moeilijker om in aanmerking te komen voor dat maximale bedrag, slechts 12 werknemers zouden aan dit bedrag geraken. Een 50-jarige met 25 jaar anciënniteit komt aan iets meer dan 100.000 euro bruto.

    Het sociaal plan dat voorligt, heeft enkele beperkingen. Brugpensioen vanaf 50 jaar betekent niet dat de betrokken arbeiders niet langer “beschikbaar” moeten zijn voor de arbeidsmarkt. De politiek van het activeren van oudere werklozen kan ook worden ingezet in dit geval. Er is overigens ook voor deze bruggepensioneerden een outplacementbegeleiding.

    De verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van Opel-Antwerpen heeft de directie bij de vakbonden en de Vlaamse regering gelegd. Weinigen geloven nog in een toekomst. Waar zal tegen september een overnemer worden gevonden? Anderzijds wordt met het sociaal plan en het brugpensioen vanaf 50 jaar een deel van de kosten voor de sluiting van Opel op de gemeenschap afgewenteld.

    Wij zijn voorstander van de nationalisatie van Opel onder arbeidersbeheer en –controle. De gemeenschapsmiddelen die nu worden gebruikt om een sociaal bloedbad aan te richten, zouden dan kunnen worden benut om van de Opel-fabriek een centrum voor onderzoek en ontwikkeling van milieuvriendelijke transportmogelijkheden te maken.

  • Symbolische spooractie in Rijsel

    Dinsdag was er in Rijsel een symbolische Europese actie van spoorpersoneel. De actie was gericht tegen de liberalisering. Er was niet echt massaal gemobiliseerd, we waren met een 500 aanwezigen. Spijtig genoeg waren die aanwezigen dan nog verdeeld over twee acties, enerzijds rond de oproep van de European Transport Workers’ Federation (ETF) en anderzijds rond de vakbond Sud Rail.

    De ETF had opgeroepen tot een Europese betoging en er was zelfs een stakingsoproep die wel erg symbolisch bleek te zijn. Er werd betoogd aan het gebouw van het Europese Spoorwegagentschap in Rijsel aan de achterzijde van het station Lille Europe. De oproep van ETF bracht een paar honderd spoormensen op de been met vooral de Franse CGT en Belgische syndicalisten (een zestigtal van ACOD en kleinere delegaties van ACV Transcom en VSOA). Na een paar korte toespraken werd de actie al beëindigd.

    Tegelijk werd verderop actie gevoerd door de Franse spoorbond SUD Rail. Deze bond maakt geen deel uit van het ETF maar kwam toch met zowat 120 aanwezigen op straat. Rond 11u, toen de ETF-actie reeds afgelopen was, kwam er nog een delegatie van een 200-tal Britse RMT-militanten aan. RMT-voorzitter Bob Crow sprak de actievoerders toe. Crow is een strijdbare vakbondsleider die mee aan de basis ligt van het electorale initiatief Trade Union and Socialist Coalition.

    De opdeling van de actie tussen CGT en Sud Rail was natuurlijk geen goede zaak en er was bij de CGT-militanten ongenoegen over zowel deze actie als een staking van SUD Rail op 23 maart, toen de andere bonden in verschillende steden opriepen tot betogingen. Bij de Franse spoorwegen is slechts 17% van het personeel lid van de vakbond, maar de steun voor acties is steeds groot.

    De Europese contacten zijn steeds nuttig, dat bleek ook al op de betoging in december. Er zijn overal gelijkaardige problemen van liberaliseringen en privatiseringen. Daartegenover zal een sterk antwoord nodig zijn. De betoging van afgelopen dinsdag was alleszins te beperkt en bovendien was de zichtbare verdeeldheid geen goede zaak. Een strijdbare opstelling kan dat doorbreken en kan zowel een eenmakende als een mobiliserende rol spelen.

  • Na 30 jaar desinvesteren. Plaatsgebrek in stedelijke basisscholen

    Het is crisis, het jobverlies loopt dagelijks verder op, evenals de aanvallen op de lonen van wie nog werkt. De situatie van het onderwijs in steden als Brussel, Antwerpen en Gent werpt een andere blik op de “goede jaren” – blijkbaar kon de schuldafbouw van de jaren ’80 en ’90 enkel plaatsvinden door een waanzinnige verwaarlozing van de openbare infrastructuur.

    Dossier door Anja Deschoemacker uit de aprileditie van De Linkse Socialist

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    De tekorten in cijfers

    • Brussel: 1.957 kinderen kunnen niet terecht in hun Nederlandstalige basis- en kleuterschool van keuze, voor 1.021 kinderen blijkt na de aanmeldingsfase geen plaats te zijn. De VUB berekende dat er door de bevolkingsgroei in Brussel over vijf jaar 15.000 plaatsen tekort zullen zijn, 12.000 in het Franstalige en 3.000 in het Nederlandstalige onderwijs. Tussen 2008 en 2020 zou het aantal jongeren tussen 0 en 14 jaar in Brussel met zo’n 50.000 toenemen.
    • Antwerpen: een kwart van de gezinnen kunnen niet terecht in hun school van keuze, de scholen moesten al 2.585 kinderen weigeren. Daarnaast zijn er nog 1.600 van de in totaal 7.148 kinderen die geboren zijn in 2008, niet terug te vinden in het online-aanmeldingssysteem. In de komende twee decennia zou de jonge bevolking toenemen met 30.000 à 70.000.
    • Gent: al de helft van de 113 Gentse scholen zit helemaal vol voor het eerste jaar kleuterschool (45% heeft geen plaats meer, een bijkomende 12% heeft minder dan vijf plaatsen voor beginnende kleuters).

    Tekorten leiden tot verdeeldheid

    Dit is de achtergrond van de discussie over het plaatsgebrek in de scholen in diverse grote steden, waarbij vooral in Antwerpen en Brussel de situatie nu al nagenoeg onhoudbaar is geworden.

    Duizenden gezinnen leven vandaag in onzekerheid: zullen hun kinderen een plaatsje vinden en waar? In de buurt of met de verplichting om dagelijks twee maal een half uur tot een uur te verliezen om je kinderen elders naar school te brengen? In het licht van die tekorten is het dan ook niet verwonderlijk dat allerlei verdeelmechanismen beginnen op te spelen.

    In Antwerpen en Gent is het niet enkel Vlaams Belang en Lijst Dedecker die suggereren dat het “eigen volk laatst komt”. De tekorten in verschillende scholen zouden te wijten zijn aan de voorrang voor leerlingen uit kansarme milieus (met dus een oververtegenwoordiging van leerlingen uit de migrantengemeenschappen). Zo stelt de SP-a onderwijsschepen Rudy Coddens over het plaatsgebrek in de Freinetschool De Vlieger (80 aanvragen voor 11 vrije plaatsen): “Dat heeft ook te maken met het feit dat de school, die vroeger voor 70% uit blanke kindjes bestond, nu in de kleuterklassen vooral allochtone kinderen binnenkrijgt. In Gent mogen we immers maar voorrang geven aan niet-kansarme kinderen als er 57% kinderen met een kansarme achtergrond zijn op de school in kwestie” (De Standaard, 17/03/2010).

    In Brussel leidt de situatie tot communautaire spanningen, waarbij Vlaamse ouders in Brussel in de pers verklaren dat ze uit Brussel worden “weggepest”. De verantwoordelijke Vlaams Brusselse politici en Vlaams onderwijsminister Pascal Smet brengen als “oplossing” het optrekken van de prioritaire plaatsen voor Nederlandstalige kinderen naar voor. Dat de helft van de schoolgaande Brusselse jeugd noch Nederlands, noch Frans als thuistaal geeft – daarover gaat Smet zich niet bekommeren. Het FDF van zijn kant fulmineert tegen het feit dat volgens het nieuwe decreet van Franstalig onderwijsminister Simonet Franstalige jongeren uit de rand niet in de voorranggroepen zitten voor het Franstalig secundair onderwijs in Brussel.

    Karl van den Broeck slaat in zijn “opinie” in de Knack (17/03/2010) de nagel op de kop met de volgende titel: “Gelijke kansen op… geen school”. Het relatieve plaatsgebrek – de kampeertoestanden voor de poorten van scholen met een “goede reputatie” of in dicht bevolkte wijken – is ontwikkeld tot een absoluut plaatsgebrek in de grote steden. Elders blijft het relatieve plaatsgebrek ten volle spelen en dit zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel. De tentenkampen zijn dan wel deels weggewerkt door andere inschrijvingsmechanismen, maar de situatie is allesbehalve opgelost, gezien de overheden niet met meer middelen komen, enkel met andere voorrangsregels, die dan telkens moeten worden aangepast om de perverse effecten ervan in te dijken.

    “Omdat stenen niet betogen, hebben we daar gesneden”

    PPS: private lusten, publieke lasten

    In 2009 sloot toenmalig Vlaams minister van onderwijs Vandenbroucke een contract met Fortis Real Estate voor de financiering van 1 miljard euro in schoolinfrastructuur. De overheid heeft geen middelen voor investeringen en doet meer en meer beroep op de zogenaamde Publiek-Private Samenwerking (PPS). Deze mobiliseert privé-geld voor infrastructuurwerken. De privé-partner krijgt een contract waarin het verantwoordelijk is voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud voor een periode van 30 jaar. Daartegenover betaalt de school 30 jaar een gebruikersvergoeding. De privé-partner rekent uiteraard op een gegarandeerde opbrengst, meestal tussen 6 en 9%, in de prijs. PPS blijft niet beperkt tot onderwijs. Ook sportfaciliteiten en overheidsgebouwen worden sinds enkele jaren stelselmatig via PPS gefinancierd. Het waterzuiveringsstation Aquiris, dat in december het nieuws haalde toen het de waterzuivering eenzijdig stop zette, wordt uitgebaat door de multinational Veolia. De Brusselse regering zal op 20 jaar 1,2 miljard euro betalen voor een station dat zo’n 360 miljoen euro heeft gekost.
    [/box]

    Sinds begin jaren 1980 is er een desinvesteringspolitiek gevoerd in de schoolinfrastructuur want, zoals voormalig onderwijsminister Luc Van den Bossche vandaag toegeeft, “omdat stenen niet betogen, hebben we daar gesneden” (De Standaard, 13/03/2010). Eigenlijk zou hij moeten zeggen “vooral daar gesneden”, want er is ook flink gesneden in de werkvoorwaarden voor het personeel, de klassen zijn steeds groter geworden,…

    Die verwaarlozing maakt dat er een enorm passief is van nodige investeringen in het behoud van de bestaande infrastructuur. Daarop wijst Mieke Van Hecke, baas van de koepel van het Vlaams katholiek onderwijs in een opinie gepubliceerd in De Standaard (09/03/2010). “Onze schoolgebouwen gaan gebukt onder de tekenen van een jarenlange onderfinanciering”.

    De cijfers: in 1996 was voor het Vlaams katholiek onderwijs 57,4 miljoen euro subsidie voorzien, terwijl er voor 157,3 miljoen euro projecten op de wachtlijst stonden. In 2005 kwam er 87,1 miljoen euro subsidie, voor een wachtlijst van 891,6 miljoen euro. In 2005 werd een inhaaloperatie beslist, die in 2010 voor verbetering zorgt. “Door die inhaaloperatie kan de wachtlijst van het vrij gesubsidieerd onderwijs verminderen met ongeveer 300 miljoen euro. Maar ondertussen is die wachtlijst aangegroeid tot ruim 1.900 miljoen euro.” Bij ongewijzigd beleid zou het 50 jaar duren vooraleer de wachtlijst is weggewerkt!

    Meer middelen noodzakelijk – 7% van het BBP

    Veranderingen van de regeltjes zullen niet maken dat er meer klassen zijn. Er is gewoon meer geld nodig en dringend! Overigens niet enkel voor het basis- en kleuteronderwijs – de huidige tekorten in de kinderopvang in nagenoeg alle Belgische steden schuiven gewoon door naar de opeenvolgende niveaus van het onderwijs. Dat de huidige situatie voor de politici als een verassing komt, toont enkel hoe zij deze essentiële dienst blijven verwaarlozen – de kinderen die vandaag geen plaats vinden, zijn al jaren geleden geboren!

    De problemen in het onderwijs nemen al jaren toe en zijn gekend. Te grote klassen op nagenoeg alle niveaus van het onderwijs maken dat enkel de beste leerlingen en zij die de meeste ondersteuning van de ouders (kunnen) krijgen reëel kans maken op doorstroming naar algemeen vormend onderwijs en naar beter betaalde beroepen. De druk op de kinderen om te slagen en de druk op de ouders om daar alles voor te doen – reeds in sommige basisscholen kun je aangesproken worden om voor je kind betaalde extra privélessen te regelen – neemt overlangs toe. Veel moeders geven dan ook als reden voor het verminderen van hun werkuren op dat hun kinderen “meer begeleiding nodig hebben”. Ze betalen de desinvestering in het onderwijs met lagere lonen en pensioenen.

    De arbeidersklasse heeft in het verleden hard gevochten om onderwijs voor iedereen af te dwingen. Het patronaat heeft dit onderwijs echter met steeds meer taken belast met hun eis voor “totaal afgewerkte” werkkrachten. Tegelijk draagt dit patronaat alsmaar minder bij tot de uitbouw van de voorzieningen van de staat. Waar een gewone arbeider of bediende tot de helft van zijn/haar globale loon afstaat aan de samenleving – voor onderwijs, openbare diensten, sociale zekerheid,… – betalen tal van grote winstgevende bedrijven op hun winsten percentages onder de 10%.

    Als we er door strijd niet in slagen daarin verandering te brengen, zal de situatie in het onderwijs, zoals in het openbaar vervoer, wegenonderhoud, diensten als rusthuizen en jeugdzorg,… enkel nog verder blijven verrotten.

  • Afschaffing van de maaltijdcheques?

    De patronale organisatie Unizo pleit voor het afschaffen van de maaltijdcheques. Het wil deze vervangen door een premie die als loon wordt beschouwd. Weliswaar gaat het niet om gewoon loon want Unizo wil het als nettopremie in het loon integreren, zonder belastingen of sociale zekerheidsbijdragen te moeten betalen.

    Maaltijdcheques zijn uiteraard populair bij werkenden. Je krijgt per gewerkte dag een cheque waarmee je aankopen kunt doen bij diverse winkels. Het succes van de maaltijdcheques blijkt uit de cijfers: per jaar worden zowat 250 miljoen maaltijdcheques verdeeld voor een totale waarde van 1,5 miljard euro.

    Wat verklaart het succes van de maaltijdcheques? Het is niet meteen de vrijgevigheid van het patronaat dat meent dat de werkenden ook een extraatje mogen hebben. Neen, het is eigenlijk een deel van ons loon dat niet als loon wordt betaald zodat het patronaat kan vermijden dat er meer moet worden betaald aan belastingen en sociale zekerheid.

    In vergelijking met de buurlanden kennen wij een groot aantal systemen waarmee belastingen op legale wijze worden ontdoken. Hogere bedienden krijgen al snel een bedrijfswagen en een GSM van het werk naast een bijdrage aan een pensioenfonds. De meest gebruikte wijze is wellicht de maaltijdcheque.

    Met het voorstel om de cheques te vervangen door een toeslag op het loon, erkent Unizo dat dit in feite onderdeel vormt van het loon. Het VBO pleit tegen een vervanging van de maaltijdcheques en blijft deze beschouwen als een “sociaal voordeel” waarmee de werknemers een tussenkomst krijgen in de kosten van een maaltijd. Het voornaamste argument van het VBO tegen de afschaffing is evenwel het “specifiek fiscaal regime.”

    Daar draait de volledige discussie rond en dat is op zich het probleem van de maaltijdcheques. Het is een manier om loon niet als “loon” te bestempelen en bijgevolg te onttrekken aan de belastingen en sociale zekerheid. Deze vormen nochtans ook een deel van ons loon, het is indirect loon dat wordt gebruikt voor de betaling van onze infrastructuur, scholen voor onze kinderen, werkloosheidsuitkeringen, pensioenen,… Indien deze middelen worden ondermijnd, dan hebben we wel sympathieke maaltijdcheques maar betalen we ons tegelijk blauw aan diensten die geprivatiseerd zijn en moeten we zelf sparen om na ons pensioen te overleven.

    In Gazet van Antwerpen stelde ACV-voorzitter Cortebeeck: “Wij waren nooit vragende partij bij de lancering van maaltijd- of ecocheque. Dat was een initiatief van de werkgevers. Wij zijn er ook geen voorstander van om de bedragen van de cheques morgen gewoon bij het nettoloon te voegen. Waarom niet? Omdat de neiging om het systeem later uit te breiden zeker zal toenemen. En dan zullen we het moeten meemaken dat op een steeds groter gedeelte van het loon geen belastingen of sociale bijdragen meer betaald worden. Gevaarlijk. Met zulke ontwikkelingen ondergraven we het systeem.”

    Wij zijn geen voorstander van systemen als maaltijdcheques of nettopremies, maar pleiten integendeel voor loonsverhogingen waarbij ook indirect loon wordt betaald. Op dit ogenblik zou een afschaffing van maaltijdcheques wellicht vooral gebruikt worden om binnen ons loon een tweespalt te creëren: een deel dat als nettopremie wordt betaald en een deel “normaal” loon. Dat onderscheid zal ongetwijfeld versterkt worden doorheen de interprofessionele onderhandelingen van dit najaar. Dat is voor ons ook geen optie. Het is goed dat Cortebeeck ook op dit gevaar wijst en hopelijk zal hij dit ook in gedachten houden bij de IPA-onderhandelingen.

  • Hoe de strijd tegen afdankingen voeren?

    Het voorbije jaar gingen ruim 9.300 bedrijven op de fles, een historisch record.(1) De werkloosheid, ook de officiële, is met meer dan 50.000 pijlsnel de hoogte in geschoten. Dit jaar verwacht men nog erger: +89.000 (2). Toen het financiële systeem in vrije val verkeerde, schoof de overheid er meteen met belastingsgeld een stevige bodem onder. Ze staat klaar om zonodig dat fundament opnieuw te stutten. Geen wonder dat de daders van weleer hun speculatieve activiteiten hervat hebben. Als het moet, staat vadertje staat immers garant. Spijtig dat de werknemers niet over zo’n voogd beschikken.

    Standpunt door Eric Byl uit de aprileditie van De Linkse Socialist

    Heeft de overheid dan niets gedaan voor hen? Toch wel. Niet voor niets heeft de RVA in januari dit jaar aan bijna 1,5 miljoen mensen een uitkering betaald. Vooral de tijdelijke werklozen en diegenen die hun arbeidsstijd verminderen met steun van de RVA zijn in aantal toegenomen. Het systeem van de dienstencheques is fors uitgebreid en sommige categorieën van werknemers kan de patroon voortaan bijna gratis aanwerven. Maar voor alles wat de werknemers hebben gekregen, betalen ze zelf via hun sociale zekerheid, los van het inkomensverlies en de toenemende flexibiliteit.

    Geen wonder dat er vraag naar is om ook de werknemers wat meer bescherming te bieden. In werkgeverskringen klinkt dat als vloeken in de kerk. In het parlement staat het helemaal achteraan op het prioriteitenlijstje. De overheden willen immers zelf drastisch snoeien in hun personeelsbestand. Toch dienden twee volksvertegenwoordigers van de PS, geen ministers, op de dag van de syndicale betoging van 29 januari een wetsvoorstel in om de notionele intresten terug te trekken voor bedrijven die winst maken en afdanken. Behalve een publiciteitsstunt, moeten we daar niet veel achter zoeken, maar toch, het illustreert dat men beseft wat er leeft bij de bevolking.

    De Partij van de Arbeid (PvdA) is op de kar gesprongen. De partij pleit voor een wet-Inbev, een verbod op afdankingen voor winstgevende bedrijven. De militanten stimuleren de discussie hierover met een petitie. Bij niet-naleving, zouden volgens het voorstel onmiddellijk alle staatssteun, alle belastingvoordelen en alle verminderingen van patronale bijdragen, teruggevorderd worden. Maar hoe ga je na of een bedrijf winst maakt? De patroons doen beroep op specialisten die de winst zonodig via ingewikkelde constructies versassen. Wat doe je met een bedrijf die haar boekhouding zo construeert om één jaar verlies te maken en in dat jaar zwaar te herstructureren. Men zou er minstens de opheffing van het bankgeheim en opening van de boeken aan moeten koppelen.

    Wat doe je voorts met bedrijven die geen winst maken of bedrijven die na het verlies van alle staatssteun dan maar beslissen de boeken te sluiten? Daarover zegt de wet-Inbev ons niets. De talloze rechtse populisten zouden zo’n scenario nochtans met beide handen aangrijpen om links verantwoordelijk te stellen voor jobverlies. De Socialistische Arbeiderspartij (SAP) pleit dan tenminste nog voor een algemeen verbod op afdankingen, dus niet enkel in bedrijven waar winst wordt gemaakt. Het wil daarvoor een publiek Solidariteitsfonds oprichten, betaald met bijdragen van alle bedrijven. Het fonds zou onder controle van de werkende bevolking en hun syndicale organisaties moeten staan. Net als de boekhouding van de bedrijven. De Linkse Socialistische Partij zou een dergelijk wetsvoorstel steunen indien een parlementaire fractie het op de agenda zou plaatsen.

    Vandaag is dat echter niet aan de orde en intussen gaan de bedrijven maar door met herstructureren en afdanken. De campagne rond dergelijke wetsvoorstellen kan in het beste geval de traditionele partijen ontmaskeren als onwillig om wetgevende initatieven te nemen ten voordele van de werknemers. Onder de huidige omstandigheden de strijd verplaatsen naar het parlement leidt ons naar een uitzichtloze situatie. De strijd tegen afdankingen moet gevoerd worden aan de poorten van de bedrijven en op straat, liefst niet bedrijf per bedrijf, maar allemaal samen. De belangrijkste eisen die we moeten stellen is behoud van iedere job, een algemene arbeidsduurverkorting zonder loonverlies als enige garantie op jobbehoud en de nationalisatie onder arbeiderscontrole van bedrijven die dreigen af te danken.


    1. FOD economie
    2. NBB Economische indicatoren 5 maart 2010
  • Barnard-rel. Eenzijdige verzoekschriften in vraag gesteld

    In het kader van de rel rond het protest tegen de poging tot anti-islammeeting van Benno Barnard, verscheen een interessant opiniestuk van twee professoren van de Gentse universiteit. Ze nemen daarin de procedure op eenzijdig verzoekschrift waarbij dwangsommen worden opgelegd aan wie een toekomstige meeting van Barnard verstoort op de korrel. De argumentatie is interessant en ook nuttig voor iedere syndicalist die zich wil verzetten tegen de beperkingen op het stakingsrecht door patroons die met eenzijdige verzoekschriften en dwangsommen afkomen.

    Het standpunt is van de hand van de professoren Dirk Voorhoof en Eva Brems (en is na te lezen op de site van De Standaard). De eerste auteur is professor mediarecht en is expert op het vlak van vrije meningsuiting. In die hoedanigheid werd hij zelfs in Japan opgeroepen als enige buitenlandse expert in een betwisting waar de vrije meningsuiting werd ingeroepen. De tweede auteur is professor mensenrechten en was onder meer actief bij Amnesty International. Beide professoren kunnen dus de nodige deskundigheid voorleggen als het gaat om vrije meningsuiting en mensenrechten.

    Dat was het argument dat werd ingeroepen om naar de rechtbank te stappen met een eenzijdig verzoekschrift om een dwangsom op te leggen aan al wie een toekomstige meeting van Barnard zou verstoren. En net twee van de belangrijkste deskundigen op het vlak van mensenrechten hebben daar een probleem mee. Ze noemen het een “beslissing ‘erga omnes’ waardoor de rechter zich even gaat gedragen als een wetgever.” De rechter legt immers een maatregel op tegenover “iedereen die de rust zou komen verstoren of intimiderend gedrag zou vertonen”. Volgens de professoren is dit een “zeer omstreden vorm van rechterlijk activisme.” Er worden vragen gesteld bij het eenzijdig karakter van het verzoekschrift en ook bij de algemene werking ervan.

    Dit is van belang bij stakingacties en poortblokkades waarbij de eenzijdige verzoekschriften van het patronaat eveneens dwangsommen “erga omnes” willen opleggen. Er wordt geen tussenkomst gevraagd in een specifieke betwisting met iemand anders, maar tegen iedereen die mogelijk zal deelnemen aan een stakingspiket. Indien een rechter daarin mee stapt, begeeft hij of zij zich op het terrein van de wetgever. En dat botst met de scheiding der machten die zo hoog in het vaandel van wordt gedragen binnen dit systeem.

    De professoren zien nog een fundamenteel probleem. “Het rechterlijk bevel laat bovendien wel erg veel ruimte aan een gerechtsdeurwaarder om te interpreteren wat zoal als rustverstorend kan worden beschouwd en als ‘een handeling die indruist tegen de vrijheid van meningsuiting’. Om dan vervolgens tot invordering van 25.000 euro over te gaan. Een wettelijke bepaling met een dergelijke vage omschrijving zou alvast niet veel overlevingskans hebben bij het Grondwettelijk Hof en al helemaal onaanvaardbaar zijn bij het Europees Mensenrechtenhof in Straatsburg.”

    Het feit dat een beslissingsmacht wordt verleend aan een deurwaarder – die zelf betaald wordt door zijn opdrachtgever – botst met de transparantie die een verbodsmaatregel zou moeten hebben. Geldt dit niet even zeer voor de dwangsommen bij stakingspiketten? Die worden opgelegd indien een deurwaarder vaststelt dat er een inbreuk is op het eigendomsrecht van de patroon. Alsof een stakingspiket op zich het eigendomsrecht van de patroon in vraag stelt. Maar het oordeel van de deurwaarder is ook hier van doorslaggevend belang.

    Toen eind 2008 deurwaarders naar de piketten bij Carrefour werden gestuurd, hadden ze een rechterlijke uitspraak op eenzijdig verzoekschrift op zak waarin werd gesteld dat de politie moest “gevolg geven aan de opdrachten die de gerechtsdeurwaarder haar zal geven, desnoods door fysieke dwang te gebruiken om de vreedzame toegang tot de gebouwen te verzekeren.” De door de directie betaalde deurwaarder kon dus ook beslissen over de werking en het optreden van de politie.

    In het geval van de Antwerpse discussie rond de Barnard-rel merken Voorhoof en Brems nog fijntjes op dat de rechterlijke uitspraak er kwam “op verzoek van de stad Antwerpen en burgemeester Patrick Janssens, terwijl het toch uitgerekend de burgemeester zelf is die in toepassing van de gemeentewet geacht wordt, met bijstand van de politie, de openbare veiligheid of rust in de stad te waarborgen." De professoren stellen vast dat de rechterlijke tussenkomst “overtrokken en overdreven” was omdat de feiten “niet zo uitzonderlijk” waren, “van fysieke geweldpleging of oproer was geen sprake.” Deze uitspraak kan een precedent vormen bij andere meetings en lezingen: “Na dit precedent ziet het ernaar uit dat de voorzitters van de rechtbanken van Brussel, Leuven, Antwerpen, Hasselt, Kortrijk en Gent straks de handen vol zullen hebben met vorderingen van linkse en rechtse, nationalistische en socialistische, profane en religieuze studentenorganisaties die willen vermijden dat hun debatavonden of lezingen verstoord worden.”

    Los van de discussie rond wat er in Antwerpen is gebeurd en de vraag wat de gevolgen van dit precedent kunnen zijn, is het voor syndicalisten nuttig om de argumenten van de professoren Voorhoof en Brems te noteren. Toen Inbev naar de rechters trok voor eenzijdige verzoekschriften, haalde het geen gelijk. Zo stelde de Leuvense rechter dat een stakerspost en blokkade “tot de normale uitoefening van het stakingsrecht” behoren en dat de steun van de grote vakbonden aangaf dat de actie uitging van een groot aantal arbeiders van het bedrijf. Deze uitspraak ligt in de lijn van het aanvaarden van het derdenverzet bij eerdere eenzijdige verzoekschriften die door de directie van Carrefour werden ingezet eind 2008.

    In die uitspraken was het basisargument dat het niet aan de rechter was om te oordelen in een collectief geschil. Dat is een belangrijk argument. Maar nu worden ook de syndicale argumenten tegen het gebruik op zich van een eenzijdig verzoekschrift dat maatregelen met algemene uitwerking preventief oplegt onder controle van een deurwaarder, bevestigd door twee eminente juristen met een grote deskundigheid op het vlak van mensenrechten en vrije meningsuiting.

  • Godiva maakt duidelijk dat een breder actieplan nodig is tegen de patronale agressie

    Vrijdag was de derde dag van het permanent piket bij Godiva in Koekelberg. De sfeer bleef goed en er was heel wat solidariteit van syndicalisten uit andere bedrijven. De aanwezigen op het piket bellen intussen naar alle collega’s: de syndicale delegatie en de verantwoordelijken van de vakbond brengen nieuws van de onderhandelingen.

    Verslag door Nicolas (Brussel)

    De verantwoordelijken van de vakbonden worden op een spreekgestoelte van paletten geplaatst en leggen uit wat er wordt voorgesteld. Ze zeggen dat onderhandelen met de directie onmogelijk was en dat deze geen millimeter wil wijken van het voorstel om de verpakkingsafdeling te sluiten. Hierop kwam er een voorstel van het kabinet van het ministerie van werk en de sociale bemiddelaars. Die voorstellen worden dinsdag door zowel de werkgever als het personeel besproken.

    Het voorstel gaat nog steeds uit van de sluiting van de verpakkingsafdeling. Dat werk zou worden uitbesteed aan een onderaannemer – een beschutte werkplaats – om de winsten op te drijven. Het personeel van een beschutte werkplaats zal dus gebruikt worden om de druk op de lonen en arbeidsvoorwaarden op te voeren.

    Bijgevolg is voor het verzoeningsvoorstel gezocht naar methoden om het aantal naakte ontslagen te beperken. Daarbij wordt voorgesteld om 12 arbeiders van de verpakking elders in te zetten bij de productie. Daarnaast wordt voor 69 arbeiders een brugpensioen (vanaf 52 jaar) voorgesteld. Dat zou tegen gunstige voorwaarden kunnen met een hoge vergoeding. Het gevaar blijft natuurlijk wel dat deze bruggepensioneerden – officieel “werklozen” – worden opgeroepen om ander werk te zoeken. Activeren noemen ze zoiets. De regering neemt net maatregelen om dat aan te moedigen en wie niet naar ander werk zoekt, kan gesanctioneerd worden door de RVA.

    Indien deze voorstellen worden aanvaard door zowel de werknemers als de werkgever, dan stoppen de acties en wordt de productie hervat. De dagen van patronale lock-out zouden worden betaald als werkdagen. Vrijdagavond werd het piket opgeheven tot dinsdag, het ogenblik dat zal worden gestemd over het voorstel.

    Tegenover de patronale arrogantie kan dit een goede uitkomst lijken, de voorstellen vermijden naakte ontslagen. Maar intussen blijft de sociale kaalslag in het Brusselse aanhouden. Terwijl er in de buurt van Godiva wijken zijn waar de jongerenwerkloosheid tot 70% oploopt, verdwijnen opnieuw jobs in de industrie terwijl dit net belangrijk is voor het sociale weefsel in onze wijken.

    Ook bij Inbev en eerder bij Bayer werd het personeel geconfronteerd met een arrogante directie. Door hun verzet en de solidariteit in de sector en van het brede publiek in het geval van Inbev, werd de krachtsverhouding omgekeerd en werd het volledige plan ingetrokken. Bij Inbev werden hierdoor 232 jobs gered. Bij Godiva moeten we zien hoe een dergelijke krachtsverhouding kan worden uitgebouwd. Daartoe is solidariteit nodig bij andere vestigingen van Godiva en Ulker (een Turkse multinational die hoofdaandeelhouder is van Godiva en in 2008 nog goed was voor een zakencijfer van 10,9 miljard dollar), alsook bij andere bedrijven in de sector en bij buurtbewoners. Met het oog op dat laatste aspect waren wij reeds begonnen aan een campagne in de buurt. Tenslotte is solidariteit nodig van alle arbeiders die het stakingsrecht willen verdedigen.

    Het patronaat gebruikt de crisis als excuus om de winsten te maximaliseren. Godiva komt er na heel wat andere pogingen en sociale bloedbaden: Opel, Carrefour,… Zullen we blijven bedrijf per bedrijf het gevecht aan te gaan, of komt er een veralgemening van het verzet en een begin van nationaal actieplan om iedere job te verdedigen?

  • 1700 ontslagen gepland bij Carrefour: verzet is nodig!

    Carrefour wil in ons land 1672 mensen afdanken en 21 vestigingen sluiten. De media leggen de oorzaak bij de dalende winsten. Desondanks maakte Carrefour vorig jaar meer dan 400 miljoen euro winst. Werknemers worden opgeofferd voor het blinde winstbejag van de aandeelhouders. Verzet is nodig!

    Dossier door Jonas (Gent) uit de aprileditie van De Linkse Socialist

    Er was al enige tijd speculatie over de geplande besparingen bij Carrefour. Met het uiteindelijke plan om (minstens) 1.672 personeelsleden bij het restafval te zetten, sluit het bedrijf zich aan bij de reeks multinationals die de afgelopen maanden met plannen op de proppen kwamen om te besparen op personeel en lonen: Opel, Bayer, Heineken, Inbev,… Deze sociale bloedbaden komen er op een ogenblik dat honderdduizenden arbeiders en jongeren al geen werk vinden.

    Ontslag met voorbedachte rade

    De directie had schrik dat het personeel en de publieke opinie het besparingsplan als onaanvaardbaar zouden zien. Daarom werden de ontslagen al maanden voorbereid en circuleerden allerhande rampscenario’s. Zo werd het gerucht gelanceerd dat Carrefour in zijn geheel uit België zou wegtrekken om de angst bij de werknemers te vergroten. Dat is een tactiek die eind 2009 ook door de directie van Bayer werd uitgeprobeerd. Daar werden de dreigementen van de directie beantwoord met vastberaden verzet van de arbeiders en baremieke bedienden. Het resultaat was dat de directie haar besparingsplannen terug in de koelkast moest stoppen.

    Om het sociaal bloedbad bij Carrefour voor te bereiden, werden de cijfers van de boekhouding bewust vervalst. De directie stal vlak voor nieuwjaar zomaar even 1 miljard euro uit de koffers van Carrefour België om het bedrijf kunstmatig te verarmen. De Standaard schreef hierover: “Door de geldstromen af te zonderen, maak je het geheel [het besparingsplan, nvdr] verkoopbaar… Carrefour heeft het geld uit het bedrijf gehaald zodat de bonden nu voortaan onderhandelen met een ‘arm’ bedrijf. Doordat het geld weg is, is Carrefour iets minder kwetsbaar voor sociale chantage.”

    Besparingsronde nummer zoveel

    De winkelketen is met deze kostenbesparing niet aan zijn proefstuk toe. De laatste jaren heeft de multinational een hele rist besparingsrondes doorgevoerd. In 2007 werden 16 vestigingen gesloten om ze nadien door te verkopen aan individuele zelfstandigen die de winkel opnieuw openden met goedkoper en jonger personeel. Het oudere personeel moest opkrassen: teveel anciënniteit en teveel syndicale ervaring.

    Carrefour bleef intussen winsten ontvangen via de huur van vestigingen en de verkoopsrechten van de uitbaters. Dit was dubbele winst voor de aandeelhouders: de inkomsten zijn gegarandeerd en als het personeel lastig doet, moet de zelfstandige uitbater het maar oplossen.

    Ook in de eigen vestigingen ging Carrefour op zoek naar besparingsoperaties. In 2008 werd een nieuwe vestiging geopend aan de Blauwe Toren in Brugge. Dat er al een hypermarkt in Brugge was, bleek geen probleem te zijn. Nu weten we waarom: de oude hypermarkt van Sint-Kruis staat op de lijst van te sluiten vestigingen. In de Blauwe Toren kreeg het personeel andere arbeidsvoorwaarden. Niet deze van het paritair comité 312 voor de supermarkten, maar wel van paritair comité 202.01 voor kruidenierszaken. De directie wou meer dan 25% besparen op personeel. Daarnaast zou er controle op de productiviteit zijn door middel van camera’s en bovendien zou er geen syndicale afvaardiging zijn.

    De lageloonjobs waren niet populair in Brugge. Er werd dan maar samengewerkt met de VDAB: alle Brugse werklozen werden uitgenodigd op een jobbeurs en gestimuleerd om een job bij Carrefour aan te nemen. Wie weigerde, verloor meteen zijn uitkering. Moderne slavernij heet zoiets.

    Mismanagement of pure speculatie?

    Volgens de media worden de besparingen doorgevoerd om de competitiviteit van het bedrijf te herstellen. Het heeft de laatste jaren marktaandeel verloren aan voornamelijk Colruyt en Delhaize. Bovendien kunnen de winkels niet concurreren met goedkopere ketens als Lidl en Aldi. De oorzaak hiervan wordt vaak bij de incompetentie van het management gelegd.

    Er is echter meer aan de hand dan mismanagement. Er zit een lugubere, rationele strategie achter. De huidige eigenaars van Carrefour pasten in het verleden reeds een vergelijkbare strategie toe in Frankrijk. Jarenlange aanvallen op de arbeidsvoorwaarden van het personeel hebben van de werknemers van de Franse Carrefour-vestigingen de slechtst betaalde gemaakt. Door de loonkosten te drukken en de winstmarges te vergroten, slaagden ze erin de marktwaarde van het bedrijf drastisch te vergroten. Hoe minder het personeel verdient, hoe beter voor de aandeelhouders.

    Een zelfde strategie wilden ze ook in België toepassen toen de keten van GB werd overgenomen. Er was evenwel een groot verschil: de Belgische afdeling werd aangekocht om achteraf met winst te verkopen. Er werd vanaf het begin een doelbewuste strategie gevoerd om de kosten te verlagen om het bedrijf nadien aan een grotere waarde te verkopen. Daartoe werden de lonen aangepakt, werd er bespaard op personeel, werd tijdelijke arbeid in heel wat vestigingen de norm, werd vast personeel ontslagen en liet men winkels waar men vanaf wou doelbewust verloederen.

    Daardoor zou een kleinere winkelketen gecreëerd worden met enkel de meest interessante vestigingen en met flexibel en goedkoop personeel, liefst zonder vakbondsvertegenwoordiging. Zo’n keten zou een pak winstgevender zijn en dus ook veel meer geld opbrengen dan de aankoopprijs. De strategie van Carrefour is pure speculatie. Daartoe moeten minder interessante vestigingen de deuren sluiten en het resterende personeel moet inbinden op de arbeidsvoorwaarden en lonen.

    Enkel de winsten tellen

    Deze strategie van Carrefour toont waar onze economie vandaag om draait. Het enige wat directies van grote bedrijven drijft, is het winstoogmerk. Ook als dit volledig in tegenstelling is met het maatschappelijk belang. Winkels van Carrefour die belangrijk zijn voor maatschappelijke behoeften of als buurtwinkel worden zonder pardon gesloten.

    Het voorbeeld van de Carrefour Groene Vallei in Gent is tekenend. Heel wat mensen die in de buurt wonen, vooral gepensioneerden die op deze Carrefour terugvallen voor dagelijkse inkopen, komen door de herstructurering in de problemen. Voor deze mensen is de auto nemen naar een andere winkel een eind verder geen optie. Maar dat soort noden in de samenleving past niet in strategische plannen van multinationals die enkel winsten voor de aandeelhouders voorop schuiven.

    Wie protesteert, botst op repressie

    Op de ondernemingsraad waar de herstructurering werd aangekondigd, was er extra beveiliging door een ingehuurde security-dienst. Het doel was om eventuele ontevreden personeelsleden weg te houden van de bijeenkomst. Dat toont hoe Carrefour omgaat met haar personeel, zeker met diegenen die niet akkoord gaan met de opgelegde besparingen. De afgelopen jaren maakte Carrefour meermaals duidelijk dat het niet opgezet is met het stakingsrecht. Stakersposten werden beantwoord met eenzijdige verzoekschriften, deurwaarders met dwangsommen, fysiek geweld, dreigtelefoons en zelfs puur politiegeweld.

    Dat hebben verschillende militanten ondervonden. Naar aanleiding van een actie op 8 november 2008 werd een ACOD-militant en LSP-lid opgepakt aan de Carrefour van Sint-Pieters-Leeuw. Hij kreeg een rekening voor een combitaks van 50 euro maar voert nu campagne daartegen. Deze campagne wordt onder meer ondersteund door ABVV-VUB. Zelfs de kapitalistische media en het gerechtelijk apparaat stellen soms vast dat het te gortig wordt. Verschillende rechtbanken stelden al dan niet achteraf vast dat de eenzijdige verzoekschriften van Carrefour onterecht waren.

    Verzet is nodig

    Op het gerecht en de media moeten we niet rekenen om de strijd bij Carrefour te winnen en de besparingen te doen intrekken. Daarvoor zullen het personeel en de vakbonden het verzet moeten organiseren. Enkel verzet en strijd lonen. Dat hebben de acties in het verleden, ook bij Carrefour, aangetoond.

    Ten opzichte van de hebzucht van de kapitalisten moeten we als werknemers en syndicalisten een antwoord klaar hebben. Jaren superwinsten gingen aan onze neus voorbij, waarom zouden wij er nu dan voor opdraaien als de winsten wat verlagen? Ingaan op de eisen van de directie zou door hen als een teken van zwakte geïnterpreteerd kunnen worden door de directie. Dan mogen we er zeker van zijn dat in de toekomst nog meer ontslagen en looninleveringen zullen volgen. Ook in de vestigingen die vandaag niet zullen sluiten, zal een nederlaag zware gevolgen hebben in de toekomst. Bij de pakken blijven zitten, zal niet helpen. Verschillende acties en een nationale staking in alle Carrefour vestigingen gaven reeds het goede voorbeeld.

    Verzet organiseren in een supermarktketen is allesbehalve evident. Personeel dat over verschillende vestigingen verdeeld is, zeker in de kleinere supermarkten, staat immers vaak zwakker ten opzichte van repressie en deurwaarders dan in andere sectoren. Daarom is de organisatie van solidariteit tussen de vestigingen en met de buurtbewoners rond de vestigingen cruciaal voor een overwinning in de strijd voor het behoud van jobs en arbeidscondities.

    De afgelopen maanden hebben Bayer en Inbev reeds het goede voorbeeld getoond. Ook de werknemers daar werden geconfronteerd met de dreiging tot ontslag en sluiting. De syndicale delegaties namen het initiatief om het verzet te organiseren. Ze blokkeerden de vestigingen en organiseerden solidariteit. Zo namen ze bij Bayer contact op met hun Duitse collega’s, en slaagden de werknemers van Inbev erin solidariteitsacties te organiseren tot in de vestigingen van Sao Paulo in Brazilië.

    Willen we het plan van de Carrefour-directie in de prullenbak krijgen, dan zal eenzelfde weg gevolgd moeten worden. Daarvoor is het cruciaal dat de vakbonden met een plan naar voor komen om de werknemers te organiseren in hun strijd en de solidariteit uit te bouwen.

    Waarom geen nationale stakingsdag en betoging ruim vooraf, een maand of zelfs zes weken, aankondigen. We zouden aan iedere kassa bij Carrefour en wie weet bij de collega’s in andere ketens pamfletten met deze oproep kunnen mee geven. Bij Carrefour zouden we om het uur, misschien om de twee uur, via de officiële micro aan de kassa toelichting kunnen geven en een oproep tot solidariteit met het personeel doen. We zouden de winkels kunnen tooien met spandoeken, affiches en vlaggen. We zouden zes weken lang al werkend onze collega’s en onze klanten kunnen motiveren tot actieve deelname. Wij denken dat een massale betoging van honderdduizend werknemers in solidariteit met het personeel van Carrefour niet alleen mogelijk is, maar ook nodig om de directie op haar beslissing te doen terug komen.

    Als een lokale directie het zou wagen onze spandoeken, affiches en vlaggen te verwijderen of onze pamfletten in beslag te nemen of ons de micro te ontzeggen, kunnen we onmiddellijk in staking gaan. Toen de patroon bij Inbev dreigde beroep te doen op deurwaarders om de blokkades te breken, dreigden de werknemers prompt met een algemene staking. Uiteindelijk besloot de directie geen beroep te doen op dwangsommen en deurwaarders en trok ze haar volledige plan in. Laat ons hetzelfde doen!

    Er is nood aan een actieplan van blokkades en acties op langere termijn en het betrekken van andere bedrijven in de sector en over de sectoren heen. Laat ons niet bedrijf per bedrijf de strijd voeren, maar het conflict bij Carrefour aangrijpen om onze strijd te veralgemenen. Het is immers niet enkel Carrefour dat vandaag getroffen wordt door ontslagen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop