Category: Op de werkvloer

  • Toplonen blijven stijgen, ook in publieke sector

    Vandaag zijn de politici aan het onderhandelen hoe ze ons voor de crisis willen laten betalen via allerhande besparingen. Een groot aantal werkenden heeft al een hoge prijs betaald voor de crisis, duizenden verloren hun job. Zelfs het beperkte (en tijdelijke) economische herstel biedt geen soelaas, alle voorspellingen gaan uit van een verdere toename van de werkloosheid. De politici hebben al gewaarschuwd dat er geen ruimte zal zijn voor loonsverhogingen. Dat geldt echter niet voor de toplui zelf, die graaien gretig verder.

    Private sector: +23,4%

    De beursgenoteerde bedrijven in ons land (de bedrijven die genoteerd staan op de Bel-20) gaven aan hun topmanagers vorig jaar een loonsopslag van maar liefst 23,4%. Een gemiddelde topman was goed voor 2,27 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit de gegevens van de jaarrapporten van deze bedrijven. De best betaalde manager was Carlos Brito van AB InBev, hij was goed voor 7,22 miljoen euro. Dat is meer dan dubbel zoveel als de nummer twee, Albert Frère. Die moest het met 3,93 miljoen euro stellen. Mestrallet van GDF Suez volgt op 3,34 miljoen euro. Deze cijfers uit de private sector werden reeds eerder dit jaar bekend gemaakt.

    Spoortop: + 6,4%

    De stijgingen van de toplonen in de private sector worden gevolgd in de publieke sector. Een topmanager in de Benelux verdient gemiddeld 1,02 miljoen euro per jaar, wat onder het Europees gemiddelde van 1,2 miljoen euro is. De topmanagers in de publieke sector zijn aan een inhaaloperatie bezig om ook aan het gemiddelde in de private sector te geraken.

    Als wij voor het gewone spoorpersoneel een loonsverhoging van 6,4% op jaarbasis zouden vragen, we zouden afgedaan worden als onverbeterlijke en hopeloos onrealistische militanten. In tijden van crisis en besparingen zouden wij naar verluidt moeten inleveren. Dat geldt niet voor de top van de NMBS. Het triumviraat aan de top kreeg vorig jaar samen 1,46 miljoen euro of 6,4% meer dan in 2008. Dit zijn hun lonen:

    • Jannie Haek: 498.428,36 euro of + 6,43%
    • Luc Lallemand: 488.279,66 euro of +8%
    • Marc Descheemaecker: 473.556,88 euro of +4,9%

    Er wordt meteen bij gezegd dat er in 2010 wel eens een kleine daling zou kunnen zijn omdat de resultaten in 2009 niet goed waren. Een deel van het loon van de top is afhankelijk van de prestaties van de NMBS het jaar voordien.

    De drie spoorbazen zitten nu elk aan ongeveer een half miljoen euro en zullen ongetwijfeld opmerken dat andere topmanagers vaak meer verdienen. Dat is telkens een argument om de toplonen op te trekken. Voor gewone lonen wordt doorgaans gekeken naar collega’s die minder verdienen.

    Post: Thijs komt aan een miljoen

    Alles kan beter! Postbaas Johnny Thijs verdiende vorig jaar op zijn eentje een miljoen euro, hij kreeg een opslag van ruim 10%! De man verdiende onder meer zijn strepen met het idee van een hulppostbode die 8,43 euro per uur zou verdienen. Zo’n hulppostbode zou ongeveer 70 jaar voltijds moeten werken om aan één jaarloon van Thijs te komen.

    Met een jaarloon van 1 miljoen euro is Thijs volledig voorbereid op de liberalisering van De Post, nu onder de naam bpost. De lonen van het gewone personeel worden onder druk gezet, dienstverlening voor gewone klanten werd afgebouwd. Maar voor zichzelf heeft de postleiding wel goed gezorgd. Thijs kan meteen aansluiten bij de gemiddelde toplonen in de private sector.

    Hoeveel zal onze loonopslag bedragen?

    Voor de private sector werd al gesteld dat er in de onderhandelingen rond een interprofessioneel akkoord in het najaar geen enkele ruimte zal zijn voor loonsverhogingen boven de index. Zelfs de netto loonbonus die in het vorige IPA werd bekomen, zal opnieuw ter discussie staan. Als het over onze lonen gaat, wordt niet vergeleken met hogere lonen in buurlanden maar is er een negatieve concurrentie. Misschien moeten in de onderhandelingen in het najaar maar eens looneisen worden gesteld die conform de loonsverhogingen van de top zijn?

  • Opnieuw staking bij Tecteo in Luik

    Sinds enkele dagen heeft het personeel van de Luikse intercommunale Tecteo opnieuw het werk neer gelegd. Aanleiding is het ontslag van drie collega’s die aan de deur werden gezet zonder veel motivatie. De directie van Tecteo staat gekend voor haar minachtende houding tegenover het personeel en ook nu bleek dit opnieuw. De drie werden ontslagen met vage redenen als “onproductief” of “opstandig”.

    Artikel door Simon Hupkens. PDF van het pamflet dat LSP heeft uitgedeeld aan Tecteo (in het Frans)

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Socialisme.be over vorige acties bij Tecteo:

    • Staking beëindigd, problemen blijven (8 oktober 2009)
    • Strijd gaat verder (28 september 2009)
    • Tweede stakingsdag: bezoek aan de PS… (24 september 2009)
    • Woede omzetten in strijd (21 september 2009)
    • Directie van Tecteo echt niet opgezet met LSP-pamflet (vervolg en zeker nog niet het einde) (8 september 2009)
    • Directie niet opgezet met pamflet (27 augustus 2009)
    • Woede neemt toe, nood aan mobilisatieplan (20 augustus 2009)

    [/box]

    In volle vakantietijd werd snel tot ontslag overgegaan en daarbij werd vermeden dat de syndicale delegaties de verdediging van de drie zouden kunnen opnemen. De collega’s van de drie gingen in staking, zij zien in het ontslag een nieuw onderdeel van een terreurstrategie van de directie die nog steeds gefrustreerd is omdat een besparingsplan vorig jaar niet kon worden doorgevoerd na vastberaden verzet van het personeel.

    Dezelfde vastberadenheid blijkt ook nu in de acties. Gisterenmorgen was er een personeelsvergadering in Ans. De arbeiders waren zelfverzekerd, ze kennen de kracht van collectieve actie. Aan de personeelsvergadering werden we erg open onthaald, er werd veel gediscussieerd en de solidariteit is groot. “Ze pakken natuurlijk eerst de contractuelen aan”, stelde een personeelslid. “Die kunnen makkelijker ontslagen worden.” Een ander personeelslid zegt: “We moeten ook eens terugkijken naar wat voorafging. De contractuelen kregen dezelfde regels als de statutairen op het vlak van disciplinaire maatregelen. Er is een hele reeks mogelijkheden op het vlak van waarschuwingen en dergelijke alvorens tot ontslag wordt overgegaan. Nu wordt die procedure niet toegepast. Waarom?”

    Woordvoerders van de syndicale delegatie brengen verslag uit van de gevoerde onderhandelingen. Voortaan zou iedereen die als “onproductief” wordt beschouwd gedurende twee maanden worden “geschorst”. Er zou pas ontslag volgen indien de productiviteit van de werknemer niet verbetert. De directie wil ook de aanwezigheid van de syndicale delegatie bij gesprekken over ontslagen toelaten. Voor de drie ontslagen werknemers stelde de syndicale delegatie voor om naar de rechtbank te trekken. Er werd gesteld dat het moeilijk zou zijn om meer uit de brand te slepen en dat het werk misschien best zou worden hervat.

    Dat botste op weerstand onder het personeel. De arbeiders waren niet opgezet met dit resultaat. “Het enige dat we dus zouden afgedwongen hebben, is dat we twee maanden voor een ontslag worden gewaarschuwd?”, riep een arbeider. Velen schudden met het hoofd, anderen toonden hun verzet niet meteen. Er werd overgegaan tot een stemming. Wie terug aan het werk wou, moest langs de ene kant gaan staan, wie wou verder staken aan de andere kant.

    Het resultaat van de stemming was duidelijk en overweldigend: een grote meerderheid was voor het verderzetten van de staking. Onder de indruk van de strijdbaarheid aan de basis, bracht de syndicale delegatie hierop de eis naar voor van een volledige reïntegratie van de drie ontslagen arbeiders. Dit werd op applaus onthaald.

    “Maar we moeten opletten”, stelde een delegee. “We moeten gemboliseerd blijven en ervoor zorgen dat de beweging wordt uitgebreid. We gaan niet zomaar naar huis, we moeten de site heel de dag blokkeren.”

    Toen we vertrokken, waren verschillende groepen arbeiders zich aan het organiseren om de ordewoorden te verspreiden doorheen het personeel van de intercommunale. De zogenaamde ‘socialisten’ die het management van de intercommunale vormen, zullen op hun tellen moeten letten.

  • Staking aan zee. Protest tegen aanval op personeel en dienstverlening

    Uitgerekend 125 jaar nadat de eerste kusttram over de sporen reed, wordt er gestaakt tegen de afbouw van o.a. de kusttram. Door de besparingen opgelegd door de Vlaamse Regering zal de frequentie van de kusttram niet alleen dalen, de diensten zullen ook “efficiënter” georganiseerd worden. Dit staat synoniem voor een verhoogde werkdruk en het beperken van de rusttijden voor de chauffeurs. Dit is een aanval op het personeel en op de dienstverlening.

    Artikel door een correspondent van libreparcours.blogspot.com

    In West-Vlaanderen moet er dit jaar 4,56 miljoen bespaard worden. Dit kadert in een totaal besparingsplan van 51,8 miljoen in 2010 en mogelijk nogmaals hetzelfde in 2011. Een goeie 30 miljoen hiervan zal moeten komen van exploitatie, het overige van het terugschroeven van strategische projecten, marketing,…

    De concrete besparingsmaatregelen komen nu met mondjesmaat naar boven, maar de timing en de vorm verschillen van provincie tot provincie. Zo zien we o.a. dat het laatavondvervoer in Gent en Antwerpen wordt teruggeschroefd en dat er overal (nu of in de toekomst) ritten worden geschrapt. Niet alleen betekent dit een verhoogde werkdruk voor de chauffeurs en eventueel loonverlies door een verlies van premies (bv. minder zondagwerk), maar evengoed 420 jobs die verdwijnen (de helft bij De Lijn en de helft bij onderaannemers). Er vallen dan wel geen naakte ontslagen, maar voor een regering die als topprioriteit “werk” heeft, kan het wel tellen.

    Minbus: de georoute van De Lijn

    Minbus is een computersysteem dat de efficiëntie moet verhogen. Concreet betekent dit het beperken van lege ritten, rusttijden en het aantal in te zetten voertuigen. Voor chauffeurs betekent het een verhoogde werkdruk en diensten die het sociaal leven van de chauffeurs nog een pak moeilijker maken. Wat op papier rusttijd is, is in de praktijk immers veelal een buffer om vertragingen op te vangen. Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits kan dan wel zeggen dat het plan de “werkvreugde” van de chauffeurs niet mag verminderen, het is duidelijk dat de besparingen door het personeel (en de reizigers) zullen gedragen worden.

    Kris Peeters: “De zwaksten zullen niet geraakt worden”

    Toen het besparingsplan van de Vlaamse Regering van 1,7 miljard bekend werd, stelde minister-president Peeters dat de sociaal zwaksten in de samenleving niet geraakt zouden worden. Tegelijk zien we dat diezelfde “sociaal zwakkeren” wel hun bus- en/of tramverbinding verliezen of zien afgebouwd worden. Zo was er eind juni nog protest en een betoging van bewoners van de wijk Den Dam in Antwerpen. Die verliezen door de besparingen de enige rechtstreekse verbinding met het stadscentrum door de afbouw van buslijn 19. Voor veel reizigers zal dit de praktijk zijn, want enkel de meest rendabele lijnen zullen worden behouden.

    Tegelijk zien we dat CD&V een aanval lanceert op de 1,4 miljoen mensen met een gratis abonnement (1,2 miljoen 65+’ers met daarnaast invaliden, werklozen in trajectbegeleiding,…). In tijden van besparingen kan het volgens hen niet dat zoveel mensen gratis rijden. Blijkbaar vinden ze bij CD&V dat het toch wel schandalig is dat mensen die met een klein pensioen moeten rondkomen en het grootste risico hebben om in armoede te vervallen, gratis met de bus mogen rijden.

    Personeel en reizigers mogen zich niet tegen elkaar of onderling laten opzetten. Want het is hetzelfde beleid dat hen wil laten betalen voor een crisis veroorzaakt door een blinde winsthonger van een kleine elite.

    Eéngemaakte strijd en actieplan is nodig!

    De staking van De Lijn regio kust is een stap vooruit in het organiseren van het verzet tegen de besparingsplannen. Maar meer is nodig. Vandaag zien we dat regio per regio en openbare dienst per openbare dienst geïsoleerd in strijd gaat. We mogen niet stelplaats per stelplaats de strijd aangaan.

    Er is een ééngemaakte strijd nodig tegen de asociale besparingsplannen van de Vlaamse regering. In de eerste plaats van al het personeel en de reizigers van De Lijn om verder samen met personeel en gebruikers van alle openbare diensten te vechten voor sterke openbare diensten, tegen de besparingen en voor onze rechten.

  • Zware besparingen op avondvervoer in Gent

    De Lijn moet besparen en in Gent heeft dit vanaf volgende week directe gevolgen. Het bedrijf kondigde aan dat het “net als alle andere Vlaamse overheidsbedrijven” moet besparen. Er wordt gesteld dat 97% van het huidige aanbod behouden blijft, maar intussen wordt wel fors gesnoeid in het laatavond-, nacht- en ochtendaanbod in het weekend. Na 23u zullen er geen trams meer rijden, maar erg onregelmatige “laatavondbussen”.

    De besparingen bij De Lijn in Gent zal vooral het laatavondverkeer worden geraakt. De trams en bussen na 23u worden allemaal vervangen door laatavondbussen die slechts om de 45 minuten rijden. De nachtbussen op vrijdag en zaterdag worden beperkt, in de plaats van om de 45 minuten zullen er maar om de 90 minuten nachtbussen zijn. Verder wordt ook gesnoeid in het aanbod op ochtenden in het weekend en op de avonden tijdens schoolvakanties en in het weekend. Zo wordt de helft van de ochtendtrams op zaterdag geschrapt. De Lijn stelt intussen dat deze besparingen beperkt zijn en dat 97% van de dienstregelingen wordt behouden.

    Eerder werd ook al in andere regio’s bespaard. Vanaf 1 juli is het aanbod van De Lijn in West-Vlaanderen afgebouwd. Ook daar gaat het vooral om bussen die ‘s ochtends vroeg, ’s avonds laat of in het weekend reden. In West-Vlaanderen stelde De Lijn dat het in de eerste plaats bespaart op “algemene werkingskosten” en door een “verdere optimalisatie van de exploitatie (via minimaliseren lege kilometers, herschikken van de diensten van de chauffeurs,…)”. Daarnaast wordt ook geraakt aan de dienstverlening zelf. Het lijkt er op dat het personeel en de gebruikers de rekening moeten betalen.

    Ongetwijfeld zullen nog andere besparingsmaatregelen volgen. Er wordt nu al gesuggereerd dat zowat alle reizigers van De Lijn gratis rijden omdat 1,4 van de 1,8 miljoen abonnees een gratis abonnement hebben. Dat er daarbij 1,2 miljoen 65-plussers zijn, wordt er niet onmiddellijk bij verteld. Het doel van dit soort nieuws is duidelijk: een nieuwe besparing voorbereiden door te snoeien in het aantal gratis abonnementen. Carl Decaluwé (CD&V) verklaarde dat het niet houdbaar is dat vier op de vijf abonnementen gratis zijn. Het gaat om 1.248.533 65-plussers, 149.975 mensen met een handicap, 29.595 mensen die hun nummerplaat inleverden, 22.553 gratis abonnementen voor scholieren uit gezinnen waar al twee betalende schoolabonnementen zijn en 14.187 werklozen die via de VDAB een opleiding volgen. Wie van deze groepen wil Decaluwé aanpakken?

    De reeds doorgevoerde en geleidelijk aan voorbereide maatregelen gaan in tegen de bestaande behoeften. Er is nood aan meer en goedkoper openbaar vervoer. Dat is noodzakelijk om het gebruik van auto’s te verminderen en aldus het vastlopen van de wegen af te bouwen alsook de hoeveelheid uitlaatgassen te beperken. Het zou logisch zijn om tegen de achtergrond van een economische crisis en bijhorende uitbreiding van de werkloosheid en armoede, de mobiliteit van iedereen te garanderen door het aanbod uit te breiden en gratis te maken.

    Het laatavondvervoer in een studentenstad als Gent heeft wel degelijk nut en het is niet omdat het maar studenten zijn dat ze daarom als sardienen opeengepakt kunnen worden op onregelmatige bussen. Of wil De Lijn het autogebruik aanmoedigen? De Lijn zelf doet intussen alsof haar neus bloedt. Een woordvoerster verklaarde: “We willen vooral communiceren dat de reizigers ‘s avonds en ‘s nachts nog altijd met het openbaar vervoer op hun bestemming kunnen geraken. Het heeft geen zin om te benadrukken of dat nu om de 10, 20 of 45 minuten is.” En nog: “We willen vooral naar buiten brengen wat er is en niet van start gaan met een negatieve boodschap.”

    Dit is een flauwe poging om een besparingsmaatregel in een mooie verpakking te stoppen. De realiteit is dat deze Vlaamse regering (CD&V, N-VA en SP.a) een besparingsbeleid voert en daarbij de overheidsbedrijven laat snoeien in het aanbod van diensten aan de bevolking. De besparingen zijn het resultaat van een crisis waar wij geen verantwoordelijkheid voor hebben, maar waarvoor we nu wel gevraagd worden om de prijs te betalen. Sommigen deden dat al met hun job, anderen volgen nu met een beperkter aanbod aan openbaar vervoer. Straks volgt een afbouw van het aanbod op televisie, de verdere afbraak van de dienstverlening van De Post (althans voor gewone gebruikers zoals wij), een ondermijning van de zorgsector en een besparing op het onderwijs. Tegen deze politiek van sociale afbraak is verzet nodig!

  • Italië. Metaalarbeiders verwerpen chantage van Fiat

    De afgelopen weken werd in de Italiaanse FIAT-fabriek te Pomigliano hard strijd geleverd. Ondanks de moeilijke omstandigheden was er een grote actiebereidheid. In de acties kwam ook de noodzaak van een politiek verlengstuk naar voor. Marco Veruggio van ControCorrente (Tegenstroom) beschrijft de gebeurtenissen en hun belang.

    In de nasleep van de grote migratiegolven van het zuiden van Italië naar Turijn om daar in de jaren 1950 en 1960 werk te vinden, besefte automobielbedrijf Fiat – nog steeds het grootste private bedrijf van het land – dat het winstgevend zou zijn om een aantal fabrieken in het zuiden op te zetten. Pomigliano d’Arco in de buurt van Napels was daar een onderdeel van. De laatste nieuwe vestiging was deze van Melfi in de jaren 1990. Het bedrijf kon hierdoor goedkopere arbeidskrachten uit het zuiden inzetten.

    Na de jaren 1990 was de discussie eerder over het verplaatsen van productie naar Oost-Europa of Zuid-Amerika omdat daar goedkope arbeidskrachten voorhanden waren en er tevens nieuwe markten waren. Er bestonden al sinds de jaren 1920 vestigingen van Fiat in Polen, maar het was pas op het einde van de stalinistische periode dat de familie Agnelli (de eigenaars van Fiat) massaal auto’s begonnen te produceren in het Oostblok.

    Het leek er even op dat de machtige familie Agnelli afstand zou doen van haar automobielactiviteiten om meer te investeren in sectoren waar sneller winst kon worden gemaakt (zoals de energiesector). Maar met de komst van topman Sergio Marchionne in 2004 werd de boodschap gegeven dat de groep zich op de automobielsector zou blijven richten. Het samenwerkingsakkoord met Chrysler vorig jaar maakte dit verder duidelijk.

    Er waren even onderhandelingen met Opel, maar dat mislukte. Tijdens die onderhandelingen was er het gerucht dat twee Italiaanse fabrieken de deuren zouden moeten sluiten. Marchionne beloofde toen dat het bedrijf ook in Italië zou blijven investeren. Er kwam zelfs de belofte dat de Panda niet langer in Polen maar wel in Pomigliano zou worden geproduceerd. Daartoe zou 700 miljoen euro worden geïnvesteerd. Dat moest dienen als compensatie voor de sluiting van een andere fabriek in het zuiden, deze in Termini Imerese (Sicilië).

    Enkele jaren geleden bracht Marchionne zichzelf naar voor als een manager die bereid was om tegen de stroom in te gaan. Hij stelde dat hij jobs wou redden en hij kreeg zelfs lof van Fausto Bertinotti (de voormalige leider van Rifondazione Comunista) die verklaarde: “We hebben een Marchionne nodig in de Italiaanse politiek”. Vandaag vraagt Marchionne een hoge prijs voor de investeringen in Pomigliano. De uitbuiting wordt opgedreven (er wordt overgegaan tot 18 shiften per week, een beperking van de pauzes, verplicht overwerk) en de meest elementaire democratische rechten van de Italiaanse arbeiders worden onder vuur genomen. Fiat eist een drastische beperking van het stakingsrecht waarbij de vakbonden zware boetes zouden krijgen indien ze de voorwaarden niet naleven en waarbij arbeiders die alsnog in staking gaan omwille van deze reden aan de deur kunnen worden gezet. Bovendien wil de directie een maatregel waardoor geen ziektevergoeding wordt betaald indien er teveel arbeiders afwezig zijn.

    Chantage

    Marchionne ging naar de onderhandelingen met de mededeling dat er geen ruimte voor toegevingen was. Ofwel zouden de vakbonden instemmen met wat hij vroeg, ofwel kwamen er geen investeringen en zou de Panda in Polen blijven. Hierdoor zouden 10.000 jobs op directe en indirecte wijze op de helling komen te staan. Alle vakbonden verwierpen de positie van de directie, maar enkel de metaalbond FIOM (dat deel uitmaakt van Cgil) was bereid om ook effectief de strijd aan te gaan. De vakbond stelde bereid te zijn om te onderhandelingen over veranderingen aan de ploegen en hoe het werk werd georganiseerd. Er kwamen tegenvoorstellen voor verbeteringen en er werd aan toegevoegd dat de nationale wetten en collectieve overeenkomsten moesten worden gerespecteerd. De andere bonden sloten evenwel een afzonderlijk akkoord met de directie en kondigden aan dat er samen met de directie een referendum zou komen onder de arbeiders. FIOM telt het grootste aantal leden in de fabriek en besloot om niet aan het referendum deel te nemen. De vakbond stelde dat dit chantage was en dat de wettelijke rechten van de arbeiders niet aan een referendum kunnen worden onderworpen. Het gaat zelfs om grondwettelijke rechten aangezien het individuele stakingsrecht in de grondwet is omschreven. Omwille van de druk van de directie op de arbeiders riep FIOM echter niet op om het referendum te boycotten.

    De nationale leiding van Cgil nam een dubbelzinnige positie in. Enerzijds durfde ze niet in te gaan tegen de positie van FIOM maar anderzijds verklaarde de nationale vakbondsvoorzitter Epifani dat FIOM eerst overleg met de Cgil-leiding had moeten plegen en dat het referendum een democratisch feit was waarbij de arbeiders wellicht massaal “ja” zouden stemmen.

    Vlak voor de stemming stelden journalisten dat mogelijk 85% en meer voor het akkoord zou stemmen en dat dit een forse nederlaag voor de FIOM zou betekenen. Uiteindelijk stemde slechts 62% voor.

    De gebeurtenissen in Pomigliano toonden aan dat het argument dat de arbeiders zwak staan en daarom ook slechte akkoorden moeten aanvaarden, slechts een uitdrukking is van de zwakke positie van de vakbondsleiders. De FIOM heeft zich de afgelopen jaren sterk opgebouwd omdat deze vakbond ook “neen” durft te zeggen indien voorstellen ingaan tegen de belangen van de leden. In Pomigliano vertegenwoordigt FIOM 17% van de arbeiders, maar 36% zei “neen” aan Marchionne in het referendum.

    Tijdens de discussies in Pomigliano waren er sociale verkiezingen in de fabriek van Fiat en Melfi. Daar haalden de “extremisten” van Fiom een duidelijke overwinning. Ze gingen van 950 stemmen in 2007 naar 1.377 stemmen. De bonden die met de werkgevers samenwerkten verloren: FIM (Cisl) ging van 951 naar 866 stemmen, UILM (Uil) van 1.376 naar 1.357 en FISCMIC van 803 naar 598.

    Politieke vertegenwoordiging

    “Op wie kunnen we politiek rekenen? Het probleem vandaag is dat arbeiders niet meer voor links stemmen omdat ze daar geen politieke vertegenwoordigers vinden. De politieke partijen zouden moeten zeggen dat de strijd bij Pomigliano van breder belang is. Dat zou vroeger gebeurd zijn.” Deze uitspraak komt niet uit een pamflet van ControCorrente, maar wel van FIOM-leider Maurizio Landini. Het feit dat hij de kwestie van politieke vertegenwoordiging voor de arbeiders zo sterk naar voor brengt, toont het belang aan van onze campagne voor een arbeiderspartij die we hebben opgestart aan het Cgil-congres in Rimini in mei dit jaar. Deze discussie vindt vandaag een bredere echo. “Jammer genoeg hangt er een schaduw boven de arbeiders: de politiek heeft enkel oog voor de consumenten en niet voor de producenten” (Cofferati, voormalige leider van de Cgil). Deze en andere commentaren over de zwakte van centrum-links maken duidelijk dat er heel wat vragen zijn op politiek vlak. De opbouw van een strijdbare linkerzijde is vandaag niet enkel een vage doelstelling voor groepen als ControCorrente, het is een mogelijkheid die steeds meer wordt bediscussieerd.

    Van de zelfverklaarde linkerzijde kwamen er geen antwoorden op de gebeurtenissen in Pomigliano. Een aantal linkse leiders werden plots wakker geschud door het verzet en schreven harde verklaringen tegen Fiat terwijl ze zich naar de fabriekspoorten haastten. Maar dat kreeg geen vervolg in hun dagelijkse politieke werking. Het is problematisch dat Nichola Nicolosi, de nieuw verkozen secretaris van Cgil (en lid van de Rifondazione Comunista), met geen woord heeft gerept over Pomigliano. Nicho Vendola (ex-Rifondazione) betuigde zijn verbale steun aan FIOM, maar dezelfde dag werd hij door Emma Marcegalia, het hoofd van de patroonsfederatie Confindustria, omschreven als “de beste regionale gouverneur van het zuiden” waar de patroons in de regio erg tevreden over zijn. Alle traditionele politici denken enkel na hoe ze opnieuw in het parlement kunnen geraken. Hun verbale steun aan de arbeiders heeft enkel die doelstelling op het oog.

    Politiek vacuüm

    Er is vandaag geen echt alternatief op de politici die de arbeiders willen laten betalen voor de crisis. Er is geen politieke vertegenwoordiging voor de arbeiders en er moeten stappen op dat vlak worden ondernomen. FIOM kan een rol daarin spelen aangezien deze vakbond wordt gezien als de enige grote linkse kracht op syndicaal maar ook op politiek vlak.

    Tijdens de “symbolische” algemene staking van Cgil in juni kwamen veel arbeiders uit verschillende sectoren naar de delegatie van de metaalarbeiders en vroegen ze of ze bij FIOM konden aansluiten. Maar FIOM kan op zichzelf het vacuüm ter linkerzijde niet vullen.

    Marchionne reageerde woedend op FIOM en ontsloeg delegees in twee andere fabrieken. Er werd ook aangekondigd dat 20 andere arbeiders hun job kunnen verliezen wegens “betwiste ziekte”. In Genua is een onderzoek gestart naar 19 leden van FIOM, waaronder leden van ControCorrente, wegens schade die werd aangebracht aan een slagboom tijdens de bezetting van de scheepswerf van Financtieri in december.

    FIOM en de rest van de vakbondsbeweging heeft nood aan een politiek verlengstuk, een referentiepunt op politiek vlak. Dit geldt ook voor de anti-kapitalistische strijd, het verzet van intellectuelen tegen Berlusconi of de vele jongeren die een andere wereld willen maar zich vaak afkeren tegenover de “politiek”. Om tot een politieke stem te komen, kunnen we niet rekenen op Bertinotti of andere van de huidige “linkse” leiders. Vanuit de vakbonden moeten initiatieven worden genomen. De anti-kapitalistische linkerzijde in het land moet zich naar de arbeidersbeweging richten.

  • Splitsing kinderbijslag als opstap voor splitsing sociale zekerheid

    De krant De Morgen meldt vandaag dat er een principieel akkoord zou zijn onder de partijen die onderhandelen over een staatshervorming om de kinderbijslag te splitsen. Er blijven daarbij fundamentele vragen overeind, onder meer de vraag of de splitsing zou betekenen dat de gemeenschappen of de gewesten bevoegd worden. Dat is vooral in Brussel van belang. Het lijkt erop dat een splitsing van de kinderbijslag een opstapje kan vormen om meer te splitsen (teneinde te besparen).

    Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat het idee van een splitsing van een onderdeel van de sociale zekerheid vandaag op tafel ligt. Alle partijen die in de Vlaamse regering zitten, gingen eerder akkoord met het idee van een aanvullende Vlaamse kinderbijslag – in de praktijk een splitsing van de kinderbijslag. Ook SP.a stemde daarmee in. De argumenten tegen N-VA in de verkiezingscampagne dienden enkel om het eigen publiek gerust te stellen, na de verkiezingen wordt opnieuw tot de orde van de dag overgegaan en blijken de verschillen tussen SP.a en N-VA ook op dit vlak eerder beperkt te zijn. Eerder bracht ook CD&V de eis van een regionalisering van de kinderbijslag naar voor.

    De financiering van de kinderbijslag zou in federale handen blijven, maar de uitbetaling zou aan de gemeenschappen of gewesten worden toegekend. Het gaat om zowat 5 miljard euro per jaar. Het idee van N-VA is om die uitbetaling aan de gemeenschappen toe te kennen waarbij de Vlaamse regering de omvang van de kinderbijslag zelf kan bepalen. Voor N-VA is Brussel daarbij de inzet. In Vlaams-nationalistische kringen is het ontstaan van een Brussels gewest nog steeds niet verteerd en blijft het idee heersen dat Brussel terug moet worden veroverd. Dat kan bijvoorbeeld door (tijdelijk) met extra geld te zwaaien. Indien de Vlaamse kinderbijslag hoger is dan de Waalse, zullen inwoners van Brussel sneller geneigd zijn te kiezen voor het Vlaamse stelsel. Toen deze discussie in 2009 werd gevoerd, stelde N-VA dat het 200.000 Brusselaars over de streep wou trekken. Op dat ogenblik ging CD&V akkoord met het idee om Brusselaars verplicht te laten kiezen tussen beide gemeenschappen.

    De Franstalige partijen zijn het in principe eens met een regionalisering van de kinderbijslag, maar willen dat dit op het niveau van de gewesten gebeurt. Hierdoor zou er een Vlaamse, Brusselse en Waalse kinderbijslag ontstaan met mogelijk verschillende bedragen die worden uitgekeerd.

    Wie denkt dat verschillende bedragen voor kinderbijslag kan leiden tot een onderlinge concurrentie waarbij hogere bedragen worden uitgekeerd, is in het beste geval naïef. Tegen de achtergrond van forse besparingen zullen er niet meteen extra middelen worden uitgetrokken. Meer waarschijnlijk is dat een enveloppe aan de regio’s wordt gegeven waarbij de regio’s op den duur zelf moeten bepalen hoe ze besparen. “Verantwoordelijkheid opnemen” wordt dat genoemd.

    De vakbonden hebben zich steeds terecht verzet tegen een splitsing van de sociale zekerheid en beseffen dat een splitsing van de kinderbijslag een eerste stap in die richting zou betekenen. Een moeilijk punt voor de vakbondsleidingen is natuurlijk dat de splitsingsvoorstellen momenteel worden gesteund door hun eigen bevoorrechte partners op politiek vlak. PS, SP.a, CD&V, CDh en blijkbaar ook de Groenen hebben geen oor naar de syndicale bekommernissen. Misschien wordt het tijd om daar eens lessen uit te trekken?

    Tenslotte is het nuttig om eens te herhalen wat wij vorig jaar al schreven over een regionalisering van de kinderbijslag. We stelden: “Linkse socialisten verzetten zich tegen de uitbouw van een sociale zekerheidssysteem dat gebaseerd is op etnische kenmerken zoals de traditionele Vlaamse partijen vandaag naar voor schuiven. We verzetten ons tegen voorstellen die de solidariteit tussen gemeenschappen doorbreken en gemeenschappen laten concurreren over de verdeling van de schaarse middelen. De opvatting van N-VA dat de concurrentie tussen de gemeenschappen de kwaliteit van de voorzieningen zal verbeteren is absurd.

    “Er is geen enkele sociale reden te vinden waarom een Franstalige moeder het met honderden euro’s minder zou moeten stellen dan een Nederlandstalige moeder een huis verder, enkel en alleen omdat Vlaanderen een welvarender regio is dan Brussel en Wallonië. Een groot deel van die Vlaamse welvaart wordt overigens voortgebracht in Brussel waar een meerderheid van de inwoners het met minder zouden moeten stellen dan diegenen die kiezen voor de Vlaamse gemeenschap. Als er al een onderscheid wordt gemaakt tussen mensen dan moet dit gebeuren op basis van bewezen behoefte en niet op basis van de gemeenschap waar men toe behoort, in zoverre men dat in Brussel al objectief zou kunnen bepalen. Het klassiek argument van de Vlaamse partijen dat de Franstalige gemeenschap dat dan ook maar moet doen voor “haar” gemeenschap is een dooddoener gezien de financiële situatie van de Franstalige gemeenschap. Men beschikt al over onvoldoende middelen om de bestaande bevoegdheden in te vullen, laat staan dat men geld zou hebben om het kindergeld te verhogen. Gezien de economische crisis en de lange wachtlijsten in Vlaanderen voor een aantal sociale voorzieningen is het bovendien maar de vraag of de ruimte voor een aanvullende kinderbijslag werkelijk zo groot is als men beweert.

    “In de plaats van te vechten om de tekorten en mensen tegen elkaar op te zetten zoals de traditionele partijen doen in de hoop aan de macht te kunnen blijven, stellen wij voor om de maatschappelijke rijkdom te gebruiken om de tekorten in de samenleving aan te pakken. Er is geen geld om de noden in de samenleving aan te pakken maar als de banken gered moeten worden vindt men opeens miljarden op een paar dagen tijd. Mits een correcte aanpak van de fiscale fraude en een afbouw van de patronale cadeaus moet het mogelijk zijn om de sociale zekerheid te herfinancieren met publieke middelen zodat het systeem tegemoet komt aan de noden in de samenleving. We kunnen daarvoor echter niet rekenen op de traditionele partijen. “

  • Patroons willen soepele ontslagregeling op kosten van de gemeenschap

    In aanloop naar de verkiezingen legden de bediendenbonden van ABVV en ACV de partijen enkele vragen voor over de geplande harmonisering van het statuut van arbeiders en bedienden. Die staat al een tijdje op de agenda. Ons land is immers het enige dat dit archaïsche onderscheid nog hanteert. Het is in strijd met de Europese richtlijnen en de Internationale Arbeidsorganisatie. In het interprofessioneel akkoord van 2000-2001 werd daarom overeen gekomen om binnen de zes jaar een definitie voor de harmonisering van beide statuten vast te leggen, maar sindsdien stonden de patroons op de rem.

    Door Eric Byl

    Patronale middens verwijten de vakbonden graag conservatisme. Ze houden te veel vast aan verworvenheden en zijn onvoldoende “modern”. Als het de patroons echter uitkomt, klampen ze zich vast aan definities uit de 19de eeuw. Al tientallen jaren weigeren ze de discussie aan te gaan over het wegwerken van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden, in die mate zelfs dat het ACV er vorig jaar mee dreigde de zaak voor de rechter te brengen. De inzet ligt voor de hand.

    Betreffende ontslagregeling behoort de Belgische arbeider tot de minst beschermde van Europa. Na 20 jaar dienst heeft een werkman recht op nauwelijks 28 dagen opzeg of vergoeding, bij een hogere bediende loopt dat op tot 20 maand.

    De bankencrisis heeft het patronaat aan het denken gezet. Het vermogen om arbeiders op kosten van de gemeenschap te parkeren in economische werkloosheid heeft haar veel kosten en moeite bespaard. Samen met het inzicht dat men uiteindelijk toch iets moet doen, deed dit het patronaat het geweer van schouder veranderen. “Onafhankelijke” denktanks als Itinera aanvaarden voortaan het toekomstige éénheidsstatuut, maar dan wel op voorwaarde dat het “beter en moderner” is.

    Terloops misbruikt de aartsreactionaire Marc De Vos, directeur van Itinera, schaamteloos de tijdelijke werknemers, jongeren en “gemarginaliseerde” (sic) allochtonen, want zij worden het “hardst” getroffen en vloeien af met “nul-komma-nul ontslagbescherming.” Niet dat De Vos hen een betere ontslagbescherming aanbiedt, integendeel, met dit voorbeeld wil hij enkel de arbeiders en bedienden die wel een ontslagbescherming genieten, aanzetten om hun eisen te matigen.

    Wat is dat dan, dat “beter en moderner” statuut? In hun verklaring “Laat ons ondernemen” van 25 januari, lichtten de patroonsorganisaties een tipje van de sluier. Ze wensen een opzeggingstermijn van enkele weken per vijf dienstjaren. Voor bedienden is dit vier tot vijf keer korter, zes keer in vergelijking met de door arbeidsrechtbanken doorgaans gehanteerde formule Claeys. Hoewel het onderscheid tussen arbeiders en bedienden is verdwenen omdat de meeste arbeiders vandaag eveneens intellectuele arbeid verrichten, wil het patronaat naar een eenheidsstatuut dat gemodelleerd is op dat van “handwerklieden”.

    Bovendien wil het patronaat de kosten afwentelen op de sociale zekerheid door de ontslagpremie vrij te stellen van belastingen en bijdragen. Voor een gemiddelde bediende zou dat de gemeenschap 20.000 € kosten. Tenslotte wil het patronaat de ontslagen werknemers “activeren”. Kortom: het wil goed betaalde banen op kosten van de gemeenschap liquideren en diezelfde werknemers via activering verplichten om het even welke zware en slecht betaalde baan te aanvaarden.

    Als de voorstellen van het patronaat het halen, staat dit garant voor een kaalslag in de bedrijven. Een goede ontslagbescherming die de patroon ook geld kost, is zowat de enige beperking op de patronale willekeur.


    Voor de antwoorden van de partijen op de vragen van de bediendenbonden: http://www.jecontractingevaar.be Het antwoord van LSP vind je daar helaas niet, daarvoor moet je hier zijn: http://www.socialisme.be/lsp/archief/2010/05/26/statuut.html BBTK ging niet in op de vraag waarom ons antwoord niet gepubliceerd werd. LBC-NVK beloofde dit recht te zetten.

  • Neen aan de besparingen bij VRT!

    De Vlaamse regering wil dat 70 miljoen euro bespaard wordt bij de VRT. Dit zal de programmatie en de tewerkstelling niet ten goede komen. De onderhandelingen tussen vakbonden en directie zitten muurvast, de Vlaamse regering houdt voet bij stuk. In 2011 zou de dotatie van 300 miljoen euro met 31 miljoen euro afnemen, dat is meer dan 10%. De besparingen bij de VRT zijn geen alleenstaand gegeven, de Vlaamse regering wil in totaal 1,2 miljard euro besparen.

    De vakbonden stelden terecht: “Waarom moeten openbare diensten, werknemers en burgers betalen voor de overheidsschulden, veroorzaakt door de banken, de speculanten en de crisis ? Want dat is de echte achtergrond van gans het besparingsdebat.”

    Als de publieke middelen voor de openbare omroep verder afnemen, zal ongetwijfeld meer naar private financiering worden uitgekeken. Nu komt reeds 32% van de inkomsten uit de private sector. Het resultaat is een commerciële ingesteldheid en reclame op radio en televisie. Het is steeds moeilijker om een verschil te zien met de volledig commerciële media. Naarmate de entertainmentindustrie verder oprukt, is er steeds minder ruimte voor een kritische benadering. Nochtans zou dat de opdracht van een publieke omroep moeten zijn.

    Het besparingsplan van de Vlaamse regering (van CD&V, SP.a en N-VA) zet 300 jobs op de helling. Op 9 juni, vlak voor de verkiezingen, werd daarom gestaakt door het personeel. Alle traditionele politici haalden uit naar de stakers, enkel radicaal-links betuigde steun. De verantwoordelijke minister voor deze besparingsoperatie is Ingrid Lieten (SP.a).

    Wij denken dat verzet tegen het besparingsplan bij de VRT nodig is en best kan gekaderd worden in een algemeen verzet tegen de geplande besparingen in de openbare diensten. Ook bij De Lijn zal er worden gesnoeid en in het onderwijs is het al niet veel beter. Door samen te strijden tegen de besparingen, staan we sterker! Bovendien kan het misschien eens positieve mediaberichtgeving over een staking op de openbare televisie en radio opleveren.

  • 45.000 overuren bij ExxonMobil in Antwerpen

    Maandag ging het personeel van ExxonMobil in Antwerpen, beter bekend als de Esso-raffinaderij, in staking. Het was een spontane staking als protest tegen de hoge werkdruk en de vele overuren die niet kunnen worden opgenomen. De spontane staking werd dinsdag beëindigd, maar er kwam meteen een stakingsaanzegging tot 7 juli. Indien de onderhandelingen niets opleveren, wordt de raffinaderij stil gelegd door het personeel.

    ExxonMobil telt in ons land ruim 3.000 werknemers waarvan 1.250 in de regio Antwerpen. Het bedrijf omvat onder meer een raffinaderij en vier petrochemische fabrieken: twee polyethyleenfabrieken (Zwijndrecht en Meerhout), een fabriek voor koolwaterstofoplossingen in Antwerpen en een filmsfabriek in Virton. Verder is er een Europees hoofdkwartier en technologiecentrum in Brussel.

    De ochtendploeg van de raffinaderij begon maandag met de staking, ze werden gevolgd door de de dagploeg en de middagploeg. De spontane staking kwam er vooral door de hoge werkdruk. De raffinaderij werd uitgebreid waardoor de werkdruk in bepaalde diensten onhoudbaar is geworden. Het probleem van de vele overuren bedreigt niet alleen het sociale leven van de personeelsleden, het verhoogt ook de veiligheidsrisico’s. In de media stelden vakbondsverantwoordelijken dat er sprake is van 45.000 overuren.

    De stakers deelden ook mee dat het beleid in de onderneming “als overdreven repressief wordt ervaren.” Ze eisen een volledige toepassing van de afspraken in de petroleumsector, ook van het shiftgeld dat elders op vakantiedagen wordt uitbetaald. Het tekort aan personeel leidt tot de gespannen sfeer op de werkvloer.

    Terwijl de werkloosheid hoogdagen kent, is het nogal bizar dat de werknemers van Esso zoveel overuren moeten kloppen. Waarom wordt het werk niet verdeeld door aan te werven voor de extra prestaties die worden geleverd? Op dit ogenblik wordt het moeilijk voor de arbeiders om gewoon op vakantie te gaan.

    De onderhandelingen die dinsdagavond werden gevoerd, zaten muurvast. De vakbonden hebben een ultimatum gesteld, zoniet wordt tot staking overgegaan. Er werd daartoe alvast een stakingsaanzegging ingediend die geldt tot 7 juli. Een delegee verklaarde in de lokale media: “De situatie is onhoudbaar, vooral bij de onderhouds- en productieploegen. Als we de boel stilleggen, duurt het minstens twee tot drie weken voor er weer kan worden opgestart.”

  • Patronale aanval ingezet – VBO geeft een voorzet

    De komende maanden moet de regering 22 miljard euro besparen. Dat zal gebeuren door een aanval in te zetten op onze sociale verworvenheden. Europees zien we dat de pensioenen en lonen onder vuur liggen. Dat zal bij ons niet anders zijn. VBO-topman Timmermans gaf vandaag in een opiniestuk een voorzet.

    Het VBO pleit voor een hard besparingsplan en wil “de grote oriëntaties” hiervoor naar voor brengen. Op de agenda staat meer van hetzelfde beleid waar de patroons al jaren voor pleiten, maar dan sneller en harder. De aanvallen uit het verleden gingen immers niet ver genoeg.

    Een eerste centraal punt is het pensioendossier. De pensioenleeftijd zelf wordt niet uitgebreid onder vuur genomen, dat is pas voor later en het wordt al voorbereid. Wel wordt uitgehaald naar de brugpensioenen en de mogelijkheid voor oudere werknemers om tijdskrediet op te nemen. Voor Timmermans en het VBO zijn er teveel oudere werknemers die tijdskrediet opnemen, terwijl dit systeem meer voor jonge moeders of vaders zou moeten worden gebruikt. Dit heeft volgens het VBO het effect van het Generatiepact grotendeels teniet gedaan. Er wordt zelfs even gesuggereerd dat er beter een algemene optrekking van de leeftijd voor brugpensioen met een jaar zou zijn doorgevoerd en daarbij wordt gesuggereerd dat ook de pensioenleeftijd beter wordt verhoogd: “Tijdens het Generatiepact werd even geopperd om alle (brug)pensioenleeftijden met één jaar op te schuiven. Wellicht was dit een veel effectievere maatregel geweest dan de 70 andere maatregelen samen, die vooral gestoeld waren op vrijwilligheid.”

    Nog een klassieker in patronale kringen: de indexering van de lonen wordt in vraag gesteld. Het effect van “groene fiscaliteit” dreigt volgens het patronaat te verdwijnen indien de groene belastingen leiden tot hogere prijzen die dan worden doorgerekend in de lonen via de indexering. Een goede verstaander heeft het al begrepen: na de gezondheidsindex die werd doorgevoerd met het Globaal Plan in de jaren 1990 wil het patronaat de index nu verder ondermijnen door er een ecologische gezondheidsindex van te maken. Dat is een aanval op onze levensstandaard in een groen jasje gestopt.

    Een aanval op de levensstandaard is voor het patronaat geen probleem. Eerst moeten de winsten hersteld worden en dan pas kan er ruimte zijn voor sociale maatregelen. Timmermans: “In de huidige omstandigheden moeten we er eerst voor zorgen dat de economic fundamentals op orde staan vooraleer we de fase van social progress inzetten.” Voor wie het nog niet had begrepen: een verhoging van de laagste pensioenen is voor het VBO niet aan de orde.

    Meer nog: er wordt geklaagd over het feit dat de werkloosheidsuitkeringen te snel stijgen. 15% armen is blijkbaar te weinig voor Timmermans die onder meer voorstelt om de welvaartvastheid van de uitkeringen “gemakkelijker bij te sturen”. Dat patroons goedkoop kunnen aanwerven, is positief voor het VBO. Maar het wil dat er voldoende verschil blijft tussen een uitkering en een loon. Dat verschil moet er niet komen door de lonen te verhogen… “Via de werkbonus of een belastingvermindering voor de laagste lonen heeft men het netto-inkomen verhoogd en alzo het verschil met de werkloosheidsuitkering vergroot. Op zich een zinnige maatregel, ware het niet dat men een tijdje later opnieuw de werkloosheidsuitkeringen verhoogd heeft.”

    Als het gaat om de eigen “verworvenheden” dan mag er zelfs niet gesproken worden over het nut ervan. Timmermans haalt uit naar wie het nog maar aandurft om vragen te stellen over de notionele intrestaftrek. Dit miljardencadeau aan het patronaat is “dé maatregel waarmee we ons land in het buitenland kunnen verkopen” en dus moet dit een stabiele zekerheid vormen. Timmermans: “En toch moeten we vaststellen dat vanaf zijn goedkeuring de maatregel systematisch in vraag werd gesteld, inclusief door politieke partijen die hem initieel mee hadden goedgekeurd. Dit creëert bij buitenlandse en binnenlandse investeerders argwaan, met alle gevolgen.” Lees: de PS moet zwijgen over die notionele intrestaftrek en daarenboven heeft de PS de maatregel zelf goedgekeurd. Dat laatste is een terechte kritiek, de PS beperkt haar verzet tegen de notionele intrestaftrek tot woorden. En zelfs dat gaat voor het VBO te ver!

    Tenslotte wordt natuurlijk nog uitgehaald naar de “loonkosten”. De productiviteit en flexibiliteit zijn de afgelopen jaren fors opgevoerd, maar dat is voor het VBO teveel gecombineerd met een stijging van de “loonkosten”. Dat de lonen de afgelopen jaren amper boven de gezondheidsindex zijn gestegen, wordt er niet bij verteld. Dat de reële lonen eigenlijk aan het dalen zijn al evenmin. Neen, voor het VBO moeten we steeds harder werken voor een loon dat veel trager stijgt dan de productiviteit. Dat levert immers extra winsten op en dat is toch waar ondernemen om gaat? De blinde winsthonger heeft geleid tot de ergste na-oorlogse economische crisis, maar het VBO wil die winsthonger nog harder laten toeslaan.

    De harde besparingen op onze levensstandaard waar het VBO uiteindelijk voor pleit, zullen niet leiden tot economisch herstel. Economen waarschuwen nu reeds dat de Europese besparingstrein kan leiden tot een nieuwe recessie. Het VBO pleit ervoor om sneller in die recessie terecht te komen. Dit is onverantwoord, vooral omdat het uiteindelijk de werkenden en hun gezinnen zijn die vandaag gevraagd worden om de prijs van de crisis te betalen. Waar blijft het syndicale antwoord op de patronale provocaties?

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop