Category: Op de werkvloer

  • Platformtekst betoging “meer middelen voor hoger onderwijs”

    Het percentage van het BBP dat naar onderwijs gaat is gedaald van zo’n 7% in de jaren 1980 naar ongeveer 4,5% vandaag (in Vlaanderen). In het hoger onderwijs daalde het budget van ongeveer 0,9% van het BRP begin jaren 1990 naar ongeveer 0,8% vandaag, terwijl het aantal studenten steeg van ongeveer 140.000 naar bijna 200.000.

    Anders gezegd: met dezelfde middelen zou in het hoger onderwijs vandaag ongeveer 60% meer gedaan moeten worden dan 15 a 20 jaar geleden (zie grafiek). Begin jaren ’90 werd met 1 promille van het BRP aan ongeveer 15.000 studenten hoger onderwijs verschaft, vandaag worden met dezelfde 1 promille van het BRP bijna 25.000 studenten opgeleid. Deze grootschalige besparingsoperatie is doorgevoerd op een zeer slinkse en geleidelijke manier, o.a. door een systematische erosie (door onderindexering) van de overheidstoelages.

    Zowel studenten als personeel zien de gevolgen van het gebrek aan middelen. Het inschrijvingsgeld werd geleidelijk verhoogd, studentengroep per studentengroep (denk maar aan het dubbel inschrijvingsgeld voor studenten zonder leerkrediet, dure gespecialiseerde manama’s, tienvoudig inschrijvingsgeld voor niet-EHOR-studenten, …). De studiebeurzen werden uitgehold waardoor de inkomensgrens voor de maximumbeurs onder de armoedegrens ligt terwijl het bedrag van een maximumbeurs te laag is om de rechtstreekse studiekosten te dragen. Voor al het personeel (zowel administratief en technisch personeel als academisch personeel) werd de werkdruk opgedreven en nam de werkonzekerheid toe door meer en meer met tijdelijke contracten te werken en door de invoering van nieuwe precaire statuten (bijvoorbeeld doctoraatsbursalen) ten koste van de duurdere bestaande, betere statuten (bijvoorbeeld AAP).

    Vandaag worden de instellingen voor hoger onderwijs geconfronteerd met een drievoudige vermindering van middelen. Ten eerste wordt er bespaard in de onderwijsuitgaven vanuit de overheid, en dat terwijl er de afgelopen 20 jaar reeds systematisch bespaard werd (o.a. door onderindexering). Ten tweede wordt er bespaard in de onderzoeksuitgaven vanuit de overheid, terwijl een groot deel van de personeelkosten hierdoor gedragen werd. Ten derde tenslotte wordt er door privé-bedrijven minder geïnvesteerd in onderzoeksprojecten in samenwerking met universiteiten en hogescholen, ten gevolge van de huidige economische crisis.

    Om de kwaliteit van het (hoger) onderwijs te behouden en te verbeteren is het noodzakelijk dat er ook voldoende financiële middelen worden in geïnvesteerd. Op zijn minst zouden we terug naar het percentage van het BBP moeten gaan dat begin jaren ’80 werd gehaald — en dan laten we de groeiende studentenpopulatie nog buiten beschouwing! Een serieus gelijkekansenbeleid vergt bovendien heel wat bijkomende middelen om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te verhogen d.m.v. meer en betere studiebeurzen, kwalitatieve studentenvoorzieningen, faciliteiten voor mensen met functiebeperkingen, etc.

    Concreet brengen we de volgende eisen naar voren:

    1. Onmiddellijk invoeren van beloofde budgetverhoging (10%) voor hoger onderwijs.

      Het is nú het moment om te investeren in onderwijs. Het is een slecht idee om vandaag nóg verder te besparen op onderwijs en de beloofde investering uit te stellen tot later, “als de crisis voorbij is”. Deze budgetverhoging mag niet ten koste zijn van de andere onderwijsniveaus.

    2. Terug naar 7% van het BBP voor onderwijs, waarvan 2% voor hoger onderwijs.

      Onderwijs is de belangrijkste maatschappelijke investering in de toekomst. Dat is vandaag niet minder waar dan 30 jaar geleden. In andere landen (bijvoorbeeld Frankrijk) zien we vandaag een stevige investering in onderwijs en onderzoek, met het doel om versterkt uit de crisis te komen. We zouden dat voorbeeld moeten volgen.

    3. Herziening van het financieringsmodel dat gehanteerd wordt door de overheid.

      Het huidig financieringsmodel is gebaseerd op een cijfermatige evaluatie van de instellingen en zet de instellingen tegen elkaar op door ze onderling te laten concurreren voor hun deel van de middelen – als een instelling meer “output” produceert dan krijgen ze meer middelen, maar ten koste van de andere instellingen. Het hoger onderwijs dient gefinancierd te worden op basis van de reële noden en niet op basis van de bedrijfslogica waarin de meest “renderende” instelling het meeste middelen krijgt.

    4. Voldoende personeel, met degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden.

      De toenemende werkdruk en werkonzekerheid kan enkel worden opgelost door voldoende personeel aan te werven, met een degelijk statuut en een correcte verloning. Als wetenschappelijk onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers op tijdelijke contracten van korte duur en waarvoor de middelen steeds meer in de private sector moeten worden gezocht, dan ontstaat er onvermijdelijk een tendens naar voorspelbaar kortetermijn-onderzoek (weinig innovatief maar hoge slaagkans) waarvan de wetenschappelijke onafhankelijkheid in het gedrang komt.

    5. Naleven van artikel 13 van het Pact van New York.

      Dit pact werd geratificeerd door de Belgische overheid in 1983 en stelt onder andere dat “het hoger onderwijs door middel van alle passende maatregelen en in het bijzonder door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs voor een ieder op basis van bekwaamheid gelijkelijk toegankelijk dient te worden gemaakt” . Â Dit pact moet nageleefd worden.

    6. Meer middelen voor studentenvoorzieningen.

      In tijden van economische crisis is de student vaak ook zelf de dupe. Door jarenlange onderindexering van de studentenvoorzieningensector en toename van de studentenaantallen zonder extra financiering worden studenten veel minder goed behandeld dan vroeger. Wij eisen meer financiering om de universele voorzieningen te kunnen uitbouwen en meer studenten met specifieke behoeften verder te kunnen helpen.
  • Mensenketting tegen afdankingen

    Zaterdag werd in Antwerpen een mensenketting gevormd in het stadscentrum uit solidariteit met de arbeiders van Opel en onderaannemers wiens jobs worden bedreigd. Solidariteitsacties zijn belangrijk om bredere steun op de been te brengen. Het vooropgestelde doel om 2.600 mensen bijeen te brengen, bleek te hoog gegrepen. Er werd even een symbolische ketting gevormd en nadien volgden toespraken.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Zomer van Opel

    Het initiatief voor de mensenketting ging uit van de actiegroep "zomer van Opel", een solidariteitscampagne die wordt gesteund door onder meer PVDA en SP.a (Rood en minder rood). De campagne kreeg steun vanuit het ABVV en van "bekende Antwerpenaren" zoals Robbe De Hert die ook op de actie aanwezig was – Robbe ging naar huis met de maarteditie van ons maandblad. Op de actie was rood de dominante kleur. ABVV-voorzitter De Leeuw was aanwezig en de toespraken werden gedaan door ABVV’ers (Herwig Jorissen, Rudi Kennes, Erik Debruyn en een BBTK-secretaris over Carrefour). Enkel de voorste rijen konden de toespraken volgen, maar de oproep tot solidariteit tussen het personeel van Carrefour en Opel kreeg wel een goede respons. Er was een minuut stilte als eerbetoon aan Jos Geudens, jarenlang actief op zowel syndicaal als politiek vlak en afgelopen week overleden in Kenia.

    LSP was aanwezig op de actie en wil solidariteitsacties ondersteunen. Het is nuttig om daarbij naar het stadscentrum te trekken, maar misschien was de boodschap van de actie niet altijd even duidelijk voor voorbijgangers. Zonder degelijke geluidsinstallatie was het zelfs voor de aanwezigen op de actie quasi onmogelijk om de toespraken te volgen. Hierdoor verdween de boodschap van de actie naar de achtergrond.
    [/box]

    Topman Reilly verklaarde op het autosalon van Genève dat Antwerpen zo snel mogelijk dicht moet omdat een fabriek sluiten goedkoper zou zijn dan in alle vestigingen de productie te verminderen. Afgelopen week was er even het gerucht dat er alsnog een mogelijkheid was om de Antwerpse fabriek open te houden, maar dit zou gepaard gaan met een totale afbouw van de productie waarbij slechts enkele honderden arbeiders aan de slag zouden blijven tot er een mogelijke overnemer aan te pas zou komen. Een Chinese autobouwer vond het te vroeg om de sprong te wagen.

    Het voorstel van de directie werd unaniem verworpen door de vakbonden die een tegenvoorstel deden waarin meer tijd wordt gevraagd om een overnemer te vinden. Op de mensenketting in Antwerpen stelde Rudi Kennes (ABVV) dat hij aan de directie wou aantonen dat Antwerpen sluiten duurder is dan de arbeiders aan de slag houden tot er een eventuele overnemer is. Intussen wordt gehoopt op een degelijk productievolume voor Antwerpen in afspraak met de vakbonden van Bochum en Polen (van waar de productieverschuivingen naar Antwerpen moeten komen).

    Op de fabriek zijn heel wat arbeiders intussen vooral aan het aftellen naar het einde van Opel-Antwerpen en de hopelijk mooie afscheidspremie. Bij de vorige herstructurering waren er opzegpremies tot 144.000 euro bruto, er wordt algemeen gehoopt dat dit ook nu de norm zal zijn. Hoop in het openhouden van Opel-Antwerpen is er amper nog op de werkvloer.

    Afgelopen jaar alleen al zijn er zowat 6.000 jobs in de Belgische automobielsector verdwenen, de productie nam met een kwart af. Bij de vier grote autofabrieken gingen 1.137 jobs verloren. Van de 54.000 jobs in de sector bij het begin van de eeuw, blijven er nu nog 37.000 over. De stijgende productiviteit en de overproductie zorgen ervoor dat er binnen de huidige logica weinig hoop op beterschap is qua werkgelegenheid.

    Nochtans is er nood aan transport en stellen er zich heel wat dringende vragen op dat vlak. Hoe kan de verkeersinfarct rond Antwerpen worden opgelost? Hoe kan er worden gewerkt aan beter, degelijk en veilig openbaar vervoer? Het openbaar vervoer moet besparen en voor veilig verkeer – zowel op het spoor als over de weg – zijn er geen middelen. Tegelijk wordt kwistig omgesprongen met aanwezige kennis en werkkrachten uit de transportsector. Het alternatief van een nationalisatie onder arbeiderscontrole en -beheer om van de Antwerpse Opel-fabriek een centrum voor onderzoek en ontwikkeling van milieuvriendelijke transportmogelijkheden te maken, blijft overeind.

    Doorheen solidariteitsacties kan de steun voor een dergelijke nationalisatie worden versterkt. Het biedt ook mogelijkheden om een bredere basis tot protest uit te bouwen in de gemeenschap. De onzekerheid en woede zijn groot: als Opel sluit en Carrefour een sociaal bloedbad aanricht, dan wordt de Antwerpse regio stilaan een sociaal kerkhof. Door daar samen tegen in verzet te gaan, kan de kracht van solidariteit worden getoond en wordt het mogelijk om overwinningen te boeken.

  • 10 jaar Bologna: geen reden tot feesten

    Op 11 en 12 maart 2010 komen de Europese ministers voor Onderwijs samen te Wenen en Boedapest voor een groot feest. Reden is het tienjarig jubileum van de implementatie van de Bolognaverklaring uit 1999. Voor neoliberale ministers zijn er heel wat redenen om te feesten: Bologna heeft voor een kader gezorgd waarbinnen de aanvallen op het hoger onderwijs op Europees niveau werden gecoördineerd. Studenten en personeel blijven zitten met een kater van formaat.

    Dossier door Tim. Uit het maartnummer van de Linkse Socialist

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Acties tegen Bologna

    • In februari 2001 worden de acties tegen Bologna in ons land op gang getrokken met een bezetting van het rectoraat van de VUB door een 100-tal studenten. De Actief Linkse Studenten nemen deel aan de acties en maken de gevolgen van Bologna ook aan andere universiteiten bekend
    • 7 maart 2001: 150 studenten betogen aan het Schumanplein, zowel vanuit de VUB als de ULB wordt gemobiliseerd. ALS-oudgediende François Bliki maakt voor de gelegenheid spaghetti waarmee de “malaise bolognaise” in de verf wordt gezet
    • november 2001: bij de Europese top van onderwijsministers liggen de Actief Linkse Studenten mee aan de basis van betogingen en bezettingen in Gent en Leuven. Een week eerder betoogden 150 studenten aan de ULB
    • 2004: het decreet-Dupuis (naar de Franstalige PS-minister van onderwijs) leidt tot protest met 15.000 studenten die betoogden op 28 oktober en 11 december. Een maand eerder betoogden 12.000 Nederlandstalige personeelsleden en studenten van de hogescholen
    • 2006: naar aanleiding van de door Frank Vandenbroucke geplande hervormingen in het hoger onderwijs zijn er tal van betogingen en acties, op gang getrokken met een betoging georganiseerd door het personeel en de studenten van de VUB op 16 maart in Brussel.
    • 2007-2008: er zijn diverse acties tegen de aanvallen op het hoger onderwijs, zo betogen studenten en personeelsleden van de VUB op 18 november 2008 voor het ministerie van onderwijs

    [/box]

    Conferentie van Bologna

    In juni 1999 vond in de oude universiteitsstad Bologna een conferentie plaats van de Europese ministers van onderwijs. Uit die conferentie kwam de inmiddels beruchte “Bolognaverklaring” voort: een document waarin de Europese regeringen afspraken om hun hoger onderwijs te hervormen. Het hoger onderwijs in de verschillende Europese landen moest beter op elkaar afgestemd worden, de mobiliteit van studenten moest worden verhoogd, en het Europees hoger onderwijs moest kwalitatief verbeteren.

    Ruim tien jaar later blijkt dat van deze “officiële” doelstellingen niets bereikt werd. Het aantal studenten dat gedurende de studies een jaar aan een andere Europese universiteit vertoeft, is sinds 1999 nagenoeg ongewijzigd gebleven: slechts 8% van de studenten zal bij het behalen van het diploma een buitenlandse ervaring hebben opgedaan. Dit is ook niet verwonderlijk: een jaartje studeren in het buitenland blijft nog steeds erg duur, en is voor de meerderheid van de studenten dus niet haalbaar. Studenten met ouders uit de hoogste inkomenscategorie voor Erasmusbeurzen zijn zwaar oververtegenwoordigd in de cijfers.

    Ook voor wie ervaring heeft met pogingen om een diploma uit een ander Europees land te laten erkennen in België weet dat Bologna niets heeft geholpen om deze procedure te vereenvoudigen. Men zou dus kunnen verwachten dat er op de knalfuif van de Europese onderwijsministers in Wenen eerder een begrafenisstemming zal zijn. Niet is minder waar.

    Bedoelingen van Bologna

    Reeds in 1999 wezen onder meer de Actief Linkse Studenten (ALS) er op dat de echte doelstellingen van Bologna heel anders lagen. Wij zijn ook niet de enigen die daarvan overtuigd zijn: in zijn evaluatie over tien jaar Bologna schreef de Gentse professor Jan Blommaert: “Voor de zakenwereld ging het om de loonkosten in Europa. Die zijn te hoog voor hoger opgeleiden.”

    Bologna en de bachelor-master hervorming hadden tot doel de kostprijs van hogere studies in Europa substantieel te verlagen: enerzijds door meer studenten reeds na drie jaar (bacheloropleiding) op de arbeidsmarkt te gooien (in de plaats van na de vierjarige licentiaatsopleiding). Anderzijds door een bachelordiploma als het “basisdiploma” te beschouwen, waarbij de “master” een extra diploma werd, waar ook extra veel kan voor worden betaald.

    Hogere drempel voor elite-onderwijs

    Toen twee jaar geleden het inschrijvingsgeld van bepaalde “Master na Master”-opleidingen werden verhoogd tot 5.000 euro of meer, verklaarde de kabinetsmedewerker van toenmalig minister van onderwijs Frank Vandenbroucke op een debat aan de VUB dat het logisch was dat hierna ook de masterdiploma’s aan de beurt zouden komen. Zijn redenering was dat een masterdiploma je kansen op een goede job vergroot, en dus mag er gerust wat meer voor gevraagd worden. Zeker in deze crisistijden kan dit tellen als boodschap: wil je een kans maken op een goede job, dan zal je er stevig voor mogen betalen. Vooral voor kinderen uit arbeidersmilieus zal dit de toegang tot het masterdiploma sterk beperken.

    Een algemene verhoging van het studiegeld voor masterdiploma’s is nog niet doorgevoerd in ons land. De afgelopen jaren was er een “differentiëring” van de studiegelden: verhogingen voor bepaalde categorieën zoals niet-Europese studenten, ManaMa’s, studenten die langer dan vijf jaar studeren (het leerkrediet), de lerarenopleiding,… Op basis van de “Europese rangschikking” van universiteiten, opnieuw iets dat via Bologna naar voren is gekomen, werd ook in ons land gespeculeerd over de “waarde” van diploma’s van deze of gene universiteit; zo lieten ondermeer de rectoren van de KULeuven, de ULB en de UCL weten dat zij vonden dat het moest toegestaan worden dat universiteiten die hoger gerangschikt staan ook hogere inschrijvingsgelden vragen. Dit toont de richting aan waarin de universitaire directies, de Europese regeringen en het patronaat willen gaan met de Bolognahervormingen: een zeer kwaliteitsvol maar zeer duur toponderwijs voor de elite, minderwaardig en goedkoper hoger onderwijs voor de massa’s.

    10 jaar verzet

    Tien jaar geleden kaderde ALS de Bolognahervormingen al in de tendens van neoliberale besparingen in alle openbare diensten in heel Europa. Vandaag blijkt jammer genoeg dat we gelijk hebben gekregen. Velen hadden toen een houding van “we zullen wel zien wat er van komt”, of later “er valt nu toch niets meer aan te doen.”

    De strijd voor degelijk en democratisch onderwijs is steeds een belangrijk onderdeel geweest van de inzet van de klassenstrijd: van de afschaffing van de kinderarbeid en de invoering van eerste vormen van leerplicht, tot de toegang tot het hoger onderwijs voor kinderen uit de arbeidersklasse.

    Met Bologna is deze strijd zeker niet definitief verloren, het is enkel een grootschalig offensief tegen de verworvenheden uit het verleden. De strijd blijft echter duren: vorig jaar waren er in Duitsland en Oostenrijk grote bewegingen van studenten tegen de gevolgen van de Bologna-akkoorden: stijgende inschrijvingsgelden, en steeds minder onderwijzend, administratief en technisch personeel.

    Uit deze strijd ontstond onder meer de campagne “Bologna Burns”: een oproep voor een internationale betoging en een “tegentop” van studenten en onderwijspersoneel in Wenen tussen 11 en 14 maart, op hetzelfde moment dat de Europese ministers daar het 10-jarig jubileum van Bologna vieren. De studenten van de Sozialistische LinksPartei, de Oostenrijkse zusterorganisatie van LSP, nemen uiteraard deel aan deze acties, en via onze internationale CWI zal vanuit verschillende nationale afdelingen gemobiliseerd worden naar deze betoging. Een dergelijke Europese mobilisatie is een belangrijke stap in het opbouwen van de strijd tegen de aanvallen op het hoger onderwijs.

    LSP en ALS zullen mee mobiliseren voor het stopzetten van de Bolognahervormingen en het invoeren van een gratis, kwaliteitsvol hoger onderwijs, toegankelijk voor iedereen.

    Daartoe eisen we:

    • een verhoging van de publieke financiering voor het onderwijs, gebaseerd op de reële behoeften van studenten en onderwijspersoneel. Een verhoging van de publieke uitgaven tot 7% van het BBP zoals begin jaren 1980 kan een eerste stap zijn
    • een studieloon voor elke student
    • een publiek onderzoek naar de gevolgen van het bachelor-mastersysteem, creditcontracten en andere hervormingen en de invoering van een systeem waarbij men vertrekt van de beste mogelijkheden van studenten om te studeren
    • voldoende personeel en omkadering om de werkdruk van het onderwijspersoneel te verlichten.

    Wij zijn er van overtuigd dat er genoeg geld is om dit alles te realiseren: in heel Europa werden tientallen miljarden op tafel gelegd om de grote aandeelhouders van de banken te redden. Wij eisen de nationalisatie van deze banken onder democratische controle van de gemeenschap: deze middelen kunnen dan gebruikt worden voor degelijk en gratis onderwijs en andere openbare diensten en sociale voorzieningen.

    Betoging 23 maart 2010, 13u, Ladeuzeplein, Leuven. Meer middelen voor hoger onderwijs!

  • Oproep tot syndicale actie tegen aanval op bediendenstatuut

    Het gemeenschappelijk vakbondsfront van de bedienden roept op tot een militantenbijeenkomst op woensdag 17 maart aan de lokalen van het VBO in Brussel. Het protest aan de patroonsorganisatie komt er naar aanleiding van de aanval die is ingezet op het bediendenstatuut. Het patronaat heeft de syndicale eis voor een eenheidsstatuut overgenomen, maar dan wel met een harmonisatie naar beneden. Onaanvaardbaar.

    Pamflet van het gemeenschappelijk vakbondsfront. Affiche van BBTK. Vergelijk de opzegvergoedingen op deze LBC-site

    OPEL EN CARREFOUR: NIET GENOEG?

    DE WERKGEVERS VRAGEN « EEN NIEUW ONTSLAGRECHT»

    Dit project moet bestaan uit 3 elementen:

    • een opzeggingstermijn van enkele weken per 5 anciënniteitsjaren
    • een premie zonder belastingen noch bijdragen
    • een energieker beleid inzake de activering van de werklozen

    Verklaring van 25 januari van de werkgeversorganisaties « Laat ons ondernemen »

    Een dergelijk project betekent:

    • Meer, sneller en goedkoper ontslaan;
    • Voor de bedienden wordt de duur van de opzeggingstermijn gedeeld door 4 of 5 (door 6 als we dit vergelijken met het « rooster Claeys »), Voor de arbeiders: terugkeer naar het wettelijk minimum;
    • Enorme lasten voor de Sociale Zekerheid: in vergelijking met het huidige systeem, zou dit project een « subsidiëring” door de collectiviteit vereisen van meer dan € 20.000 voor het ontslag van een “gemiddelde” bediende;
    • Ontslagen werknemers worden door de RVA « geactiveerd » om gelijk welke slechter betaalde of zware baan te aanvaarden.

    Enkel de opzeggingstermijn van bedienden verplicht de bedrijven ertoe om echte alternatieven te zoeken alvorens tot ontslag over te gaan. De Sociale Zekerheid ontslagen doen betalen is een onaanvaardbare hold-up !

    Een goede opzeggingstermijn, zoals die van de bedienden, is de beste bescherming van de tewerkstelling.

    Bedienden, arbeiders, kaderleden: we hebben er allen recht op !

    Militantenbijeenkomst a.s. woensdag 17 maart om 12u. voor de lokalen van het VBO, Ravensteinstraat, 1000 Brussel om duidelijk te maken :

    EEN GESUBSIDIEERDE MINIOPZEGGINGSTERMIJN? WIJ ZEGGEN NEEN!

  • Respect voor delegees en vakbondswerking geëist

    Met een solidariteitsactie voor de deuren van Procter&Gamble in Mechelen werd duidelijk gemaakt dat de pogingen om de syndicale werking op het bedrijf de kop in te drukken, niet wordt aanvaard. Op de solidariteitsactie waren een 150-tal aanwezigen die meteen duidelijk maakten dat iedere aanval niet enkel gericht is tegen de delegees van Procter&Gamble zelf, maar tegen de volledige vakbondsbeweging. Wie aan één van ons raakt, raakt ons allemaal. We publiceren enkele foto’s van de actie.

    Foto’s door Wouter

    > Lees hier ons eerder artikel over Procter&Gamble

  • 400 arbeiders van Carrefour betogen aan de ondernemingsraad

    Gisteren was er een ontmoeting tussen de directie en de vakbonden van Carrefour op de hoofdzetel in Evere. Er waren zowat 400 personeelsleden aanwezig van de rode en groene vakbonden. Zij kwamen protesteren tegen de geplande afdankingen. Het overleg, een bijzondere ondernemingsraad, was het eerste sinds de aankondiging van de herstructurering.

    Verslag door Nico (Brussel)

    Voor de directie was de bijeenkomst een gelegenheid om te benadrukken dat het de wil heeft om de activiteiten in ons land verder te zetten. De hypocrisie van de directie bleek uit het feit dat de aanvallen op de lonen en arbeidsvoorwaarden werden verbonden met toekomstige investeringen. Het centrale punt op de agenda was natuurlijk wel het herstructureringsplan met de geplande ontslagen en het sociale bloedbad in de groep. Eens te meer wordt aan de arbeiders gevraagd om de crisis te betalen om de winsthonger van de directie en de aandeelhouders te stillen. De groep realiseert heel wat winst (ongeveer 385 miljoen in 2009) maar dat is nooit genoeg. De recepten om de winsten te vergroten zijn steeds dezelfde: de lonen beperken door personeel af te danken en door de lonen en arbeidsvoorwaarden onder vuur te nemen.

    Onderhandelen is één zaak, maar als dit beperkt wordt tot voorstellen die niet aanvaardbaar zijn heeft het weinig zin. Velen stelden dat het herstructureringsplan volledig van tafel moet en niet zomaar moet “afgezwakt” worden. De vraag is natuurlijk hoe het mogelijk is om het plan van tafel te krijgen.

    Op de actie van woensdagochtend waren er zowat 400 personeelsleden die hun woede kwamen uiten. Ze werden vervoegd door enkele tientallen administratieve bedienden. Ook op het hoofdkwartier van Carrefour dreigen heel wat jobs te verdwijnen. Er waren ook heel wat delegees en syndicalisten uit andere sectoren die hun solidariteit kwamen betuigen. Zo was er een CNE-delegee (de Franstalige LBC) van een call center die ons stelde: “Bij dit soort conflicten moeten de arbeiders sneller grotere acties kunnen opzetten zoals een nationale staking in alle winkels of zelfs de volledige sector.” Solidariteit en strijd zijn essentieel voor de toekomst van de arbeiders van Carrefour.

    Als we wachten op de regering of de directie voor een oplossing, dan laten we het initiatief aan de aandeelhouders en de kapitalisten om hun agenda op te leggen zonder enige hindernis. We hebben in de traditionele media vaak kunnen lezen of horen dat de staking van afgelopen week 40 miljoen euro zou hebben gekost aan de groep. Het is een klassieke strategie om de arbeiders die opkomen voor hun job de schuld te geven. Het is een klassieke strategie om het verzet tegen afdankingen tegen te gaan. Voor de werknemers van Carrefour gaat het niet om 40 miljoen euro die verloren zijn gegaan, maar om duizenden families die hun inkomen verliezen en wie blijft, verliest aan inkomen met een concurrentie tussen de overblijvers.

    De eerste reacties na de vergadering waren eensgezind ontgoocheld langs de kant van het personeel. Er moet niet veel verwacht worden van het soort onderhandelingen waarbij de directie probeert verdeeldheid te zaaien tussen wie ontslagen wordt en wie het “geluk” heeft om te blijven met slechtere arbeids- en loonsvoorwaarden. Net als bij Agfa, Bayer en Inbev is verzet nodig tegen de aanvallen op onze lonen en tegen afdankingen. Dit kan door een solidariteit uit te bouwen doorheen de volledige sector en op internationaal vlak.

    Wellicht komt er een conflict dat weken of zelfs maanden zal duren. Er is een breed actieplan nodig dat wordt uitgewerkt door de syndicale delegaties en het personeel. De mogelijkheden van solidariteit zijn enorm, het personeel heeft de publieke opinie mee. Bij Inbev zagen we dat ook reeds en dit vormde een belangrijke factor in het tegenhouden van de patronale plannen.

    LSP was aanwezig met een pamflet en verkocht ook 17 exemplaren van haar maandblad. Het idee van een nationale staking en nationale betoging die goed wordt voorbereid met solidariteitsbezoeken aan het personeel van andere ketens en acties in de winkels zelf (pamfletten, spandoeken, affiches, omroepen,…) om de klanten te informeren en te mobiliseren, vond een goede weerklank. Een betoging met 100.000 aanwezigen is niet alleen mogelijk, het is ook nodig om de directie op haar stappen te laten terugkeren.

  • Wij willen hun crisis niet betalen

    Wij de lasten – Zij de winsten

    In 2011 zal de teller voor het aantal werklozen de kaap van 800.000 bereiken. Er zijn niet voldoende jobs en er is geen geld om aan te werven. Er is zelfs geen geld genoeg om diegenen die wel een job hebben aan het werk te houden. In 2009 waren er drie keer zoveel afdankingen als in een “normaal” jaar. Is hier niets tegen te doen? Is het nu eenmaal wat er gebeurt op een ogenblik van crisis? Moeten we alles maar slikken?

    Artikel door Nicolas Croes uit de maarteditie van de Linkse Socialist

    Moeten we het dogma van de “competitiviteit” blijven aanvaarden? En het dictaat van de liberaliseringen? Het verheerlijken van de “vrije” markt ? De door media en politici aangeprezen “vrijheid van ondernemen” betekent in de praktijk dat er 356.000 Belgen in de problemen komen omdat ze teveel schulden hebben. 1.470.000 mensen leven onder de armoedegrens, maar tegelijk wordt wel 9 miljard euro gevonden om aan de grote bedrijven uit te delen. Bij Opel dreigen 2.600 arbeiders hun werk te verliezen, terwijl Opel Belgium een winst van 3,4 miljoen euro realiseert. Dat volstond niet… Hoeveel drama’s gaan schuil achter dit soort cijfers?

    Dit systeem werkt niet. Er vallen ook slachtoffers. Wij betuigen ons medeleven met de slachtoffers van de treinramp in Buizingen. Het liberaliseringsbeleid zorgt ook bij het spoor voor een groeiende werkdruk en draagt een verpletterende verantwoordelijkheid. Tussen 2004 en 2006 nam het aantal NMBS-personeelsleden af van 42.000 tot 38.000 waardoor het overblijvende personeel meer moest doen met minder collega’s. De combinatie van de stijgende werkdruk en een toename van het verkeer laat zich op pijnlijke wijze voelen.

    De groeiende druk op de arbeiders en hun gezinnen laat zich op heel wat vlakken voelen. 7% van de Belgen neemt dagelijks medicijnen, soms gewoon om te slapen. En dan spreken we niet over een paar slechte dagen. In 2008 gingen 14 miljoen dozen kalmerings- en slaapmiddelen over de toonbank, deze consumptie neemt jaar na jaar toe. Dit is een tegenstelling in dit systeem: terwijl honderdduizenden mensen geen werk en toekomstperspectief vinden, moeten tienduizenden anderen soms 45 tot 60 uur per week werken en zich overeind houden met allerhande pillen. Werkloosheid, armoede, onhoudbare werkdruk, openbare diensten van een beperktere kwaliteit,… dat is wat de meerderheid van de bevolking wordt geboden onder dit systeem.

    Langs de andere kant van de samenleving gaan de zaken beter. Na een grootschalige reddingsoperatie op de kap van de gemeenschap, heeft Fortis (als filiaal van BNP-Paribas) met 261 miljoen euro winst bijgedragen aan een recordwinst voor de volledige groep. ING-België werd eveneens gered door de overheid en maakte in 2009 een winst van maar liefst 1 miljard euro, 56% meer dan in 2008!

    Intussen worden onze openbare diensten afgebouwd om de factuur van de reddingsoperaties te betalen. De belangen van de arbeiders en de gebruikers van openbare diensten zijn dezelfde. Dat werd op dramatische wijze aangetoond met de ramp in Buizingen. We hebben dezelfde belangen en moeten samen in verzet gaan. Mooie beloften of een parlementaire onderzoekscommissie volstaan niet. We hebben een strategie van strijd nodig. Doe mee met het verzet tegen dit systeem dat de winsthonger voor onze levensstandaard en veiligheid plaatst. Ga mee de strijd aan voor een andere samenleving, een socialistische samenleving!

  • Bayer: Gevraagd: een duidelijke toekomstvisie voor Antwerpen en respect voor het sociaal overleg

    Afgelopen weekend titelde de Gazet van Antwerpen: “Bayer Antwerpen: labo in ruil voor inleveringen”. Topman Van Osselaer kwam daarmee terug op de discussie van november en december toen het gerucht werd verspreid dat Bayer Antwerpen voor de keuze “inleveren of sluiten” stond. Dat werd ingetrokken na principieel verzet door de arbeiders en baremieke bedienden van Bayer. Het vakbondsfront publiceert een nieuw pamflet waarin wordt geantwoord op het persartikel van Van Osselaer.

    Syndicaal pamflet van ABVV en ACV

    Op 9 december is Tony Van Osselaer in Antwerpen komen vertellen dat er absoluut geen sprake is van een sluitingscenario voor Bayer Antwerpen. Hij deed dit om de ontstane onrust weg te nemen, zeker nadat Gazet van Antwerpen in grote letters op de voorpagina had gedrukt: “Inleveren of sluiten”.

    Afgelopen weekend stond dan weer in GvA “Bayer Antwerpen: labo in ruil voor inleveringen”. Essentie van het artikel: volgens Tony Van Osselaer moet er langer gewerkt worden door inleveren van 10 dagen verlof. In ruil komt er dan een labo. Bovendien zijn we nu blijkbaar plots mee van de slechtste polycarbonaatleerlingen in Europa: 23ste op 26.

    Wat is er gelopen sinds 9 december?

    Sinds dan hebben er 3 verkennende gesprekken plaatsgevonden tussen de vakbondswoordvoerders van de 4 fracties en een afvaardiging van de directie, namelijk op 11 december en 6 en 15 januari.

    We hebben steeds gesteld dat we wel bereid waren om mee te kijken naar mogelijke toekomstige besparingen, maar dat we niet bereid zijn om in te leveren op de bestaande loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders en baremieke bedienden. Een standpunt dat de directie al kent sinds 14 oktober bij haar aankondiging in een Bijzondere OR dat er “iets” moest gebeuren aan de concurrentiepositie van Antwerpen.

    Er werd aan de directie gevraagd om een overzicht te geven van alle looncomponenten. In het bijzonder een uitsplitsing van de loonkost van kaders, middenkaders, baremieke bedienden en arbeiders. Met andere woorden wat kost een kader, middenkader, baremieke bediende en arbeider nu werkelijk??? We hebben hierop nog altijd geen antwoord gekregen.

    Meer nog: we hebben in die 3 besprekingen zelf een pakket ernstige voorstellen van mogelijke alternatieve besparingen geformuleerd. Na de eerste bespreking heeft de directie gezegd de door ons op tafel gelegde pistes te zullen bekijken en becijferen. Wij wachten nog altijd op een antwoord. Normaal gezien was er een vierde bespreking gepland met de directie op 11 maart.

    Na de chantage die er nu opnieuw wordt gepleegd via de media blijkt dat het Bayermanagement nooit de intentie heeft gehad om de door ons aangebrachte besparingsvoorstellen zelfs maar in overweging te nemen. Daarom zien we de noodzaak van dit gesprek niet langer in. Uiteraard blijven we vragende partij voor het afsluiten van een reguliere CAO voor de komende periode. We vragen ook dat de directie haar engagement en akkoord nakomt in het afsluiten van een CAO werkzekerheid zonder chantage.

    In april zullen de jaarcijfers bekend zijn voor het boekjaar 2009. In november hebben de revisoren, in een tussentijdse evaluatie, al laten weten dat de cijfers voor de eerste 10 maanden van 2009 goed waren. Een element waarmee zeker rekening gehouden moet worden.

    De directie weigert om open kaart te spelen inzake de loonkost. Wij kunnen enkel maar vaststellen dat arbeid en zeker ploegenarbeid aanzienlijk goedkoper is geworden omwille van de verdere lastenverlagingen door de overheid.

    Ondanks het feit dat men weigert de cijfers inzake de loonkost uit te splitsen per categorie stellen we het volgende vast:

    • Het zijn NIET de arbeiders en bedienden die massaal overuren cumuleren en kmvergoeding opstrijken. Een deel van de 140 middenkaders is verantwoordelijk voor een structurele meerprestatie van meer dan 1550 uren per maand. M.a.w. zij kloppen maandelijks bijna evenveel overuren dan alle arbeiders en baremieke bedienden tesamen.
    • Er bestaat sinds 1993 een zeer genereus pensioenspaarplan voor de kaderleden. Dit plan omhelst dat boven de schijf S2 (€ 69.410) de kaderleden door de werkgever 23% gestort krijgen in hun pensioenspaarplan. Deze schijf van € 69.410 wordt door de kaders RUIM overschreden. Bayer heeft dus kaders in dienst die elke maand opnieuw ongeveer € 600 extra in hun pensioenspaarplan gestort krijgen!!!

    Maar van de arbeiders en bedienden eist men besparingen…

    Heeft de directie wel een toekomstvisie voor Antwerpen?

    Als BMS al een toekomstvisie heeft voor Antwerpen is ze van korte termijn. De voorstellen die wij gedaan hebben daarentegen hadden een langere termijnvisie. Het teruggrijpen naar het oorspronkelijk directieplan zoals nu in de media gebeurt, betekent dat onze voorstellen niet au serieus worden genomen. Maar, het duidt vooral op een gebrek aan toekomstvisie na de eerdere dreiging van een sluiting. Bovendien toont de directie een manifeste onwil om via overleg tot constructieve oplossingen te komen

    Het sociaal overleg dient gevoerd te worden met de syndicale delegatie en niet in de media. Op 9 december kwam Tony Van Osselaer in Antwerpen voor een bomvolle refter zeggen dat men voortaan de spelregels van het sociaal overleg wilde respecteren, en met de vakbonden op constructieve wijze rond de tafel te zitten om te komen tot “een akkoord waarin beide partijen zich kunnen vinden”.

    Blijkbaar kwam hij enkel de vakbonden en alle werknemers bij Bayer Antwerpen zand in de ogen strooien…

    Wij zijn bereid tot elke onderhandeling, zonder chantage en niet via de media. Maar elke poging tot voorstel dat afbreuk doet aan de huidige loon- en arbeidsvoorwaarden blijft voor ons onaanvaardbaar en onbespreekbaar.

    Namens de syndicale delegaties ABVV en ACV Bayer/LANXESS

  • Zoek het verschil: de lonen bij Carrefour

    In 2007 publiceerde de Franstalige krant La Dernière Heure een opvallend artikel over de lonen bij Carrefour. Dat was in het kader van het ongenoegen dat er toen was omwille van de herstructureringen en de poging om de lonen naar beneden te halen. Het vermelden van de cijfers maakt op zich al heel wat duidelijk…

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    SP.a-topman blijft in de raad van bestuur van Carrefour

    Tekst: Etienne Heyndrickx. Afbeelding: Jon

    Willy Claes, bekend als minister van staat, voormalig secretaris-generaal van de NAVO en een spil in de Agusta-affaire, houdt stand als lid van de raad van bestuur van Carrefour. "Ik denk meer diensten te kunnen verlenen aan de tewerkstelling en de economie door te blijven zitten dan op de vlucht te slaan." De SPa laat zien voor welk soort socialisme (eigen financiële belangen zijn absolute prioriteit) het opkomt, ik hoop dat de kiezers dit niet vergeten.

    [/box]

    Het is duidelijk dat niet de lonen van het gewone personeel voor een grote kost zorgen bij Carrefour. Het loon van het personeel is immers niet hoger als bij andere winkels en is helemaal niet overdreven, integendeel. In het paritair comité 202 krijgt een kassierster met een anciënniteit van meer dan 10 jaar iets meer dan 1.200 euro per maand netto. La Dernière Heure berekende dit als volgt: een brutoloon van 1.609,25 euro met een anciënniteit van 11 jaar. Wie deeltijds werkt (24 uur per week), wat meer norm dan uitzondering is in de sector, houdt netto 956,72 euro per maand over. Dat is net boven de armoedegrens.

    Wie de rekken moet aanvullen, krijgt netto 1.214 euro met een brutoloon van 1.560,86 euro per maand (anciënniteit van 11 jaar). Voor een deeltijdse aanvuller wordt dat 928,38 euro netto per maand. Dit loon wordt eventueel aangevuld met een kleine premie voor de late uren (na 18u ’s avonds) van 148,74 euro (per jaar!).

    De topman van de groep in 2007, Jose Luis Duran, was goed voor een brutojaarloon van 1,1 miljoen euro aangevuld met een bonus van 700.000 euro. Dat komt neer op twee miljoen euro per jaar of 150.000 euro per maand aangevuld met allerhande voordelen die niet in het loon zijn opgenomen.

    Een topman van Carrefour verdient maandelijks dus 100 tot 150 keer zoveel als een kassierster. Bovendien kunnen de toplui genieten van een gouden parachute bij hun vertrek, terwijl het gewone personeel het met een magere opzegvergoeding zal moeten stellen.

    Deze cijfers uit 2007 zijn nog steeds de norm bij Carrefour. Om de winsten te verhogen worden jobs geschrapt en moet het overblijvende personeel inleveren op de lonen en arbeidsvoorwaarden door van paritair comité te veranderen. Ongetwijfeld zal de top voor de grotere winsten worden beloond met een hogere bonus. Onze inleveringen dienen voor hun bonussen. Deze logica mogen we niet aanvaarden, we moeten opkomen voor het volledig intrekken van de plannen van de directie. Dat kan door de strijd uit te breiden, eenheid tussen personeel en klanten uit te bouwen en samen te gaan voor een nationale betoging voor onze jobs.

    Artikel van La Dernière Heure uit 2007

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop