Category: Op de werkvloer

  • Non profit in actie. Neen aan de besparingen!

    Uittreksel uit het pamflet Polsslag, andere elementen uit dit pamflet verschenen eerder al op deze site. PDF van het volledige pamflet. Meer info vind je op de blog Polsslag.

    Morgen wordt opnieuw betoogd door het personeel van de non-profit. De non-profit wordt op diverse vlakken al getroffen door de besparingen. Bovendien slepen de vijfjaarlijkse onderhandelingen eens te meer aan. Voor toegevingen is er volgens de diverse regeringen geen ruimte. Het personeel moet maar roeien met de weinige riemen dat het krijgt. Hierop wordt geantwoord met een nieuwe uitbarsting van witte woede. We publiceren alvast het pamflet "Polsslag" dat morgen op de betoging zal worden verdeeld.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    “Creatief” met wachtlijsten…

    De manier waarop de Vlaamse regering en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) de wachtlijsten proberen weg te werken, is zeer bedenkelijk. Het offensief werd 5 jaar geleden ingezet door Somers en Byttebier door te verklaren dat de lange wachtlijsten te wijten zijn aan “oneigenlijke gehandicapten.” De volgende drie jaar werd er gerekend en herrekend zodat de wachtlijsten op papier de ene moment al wat minder lang waren dan de andere. Tegelijk werd het Vlaams Fonds hervormd naar het huidige VAPH, wat zorgde voor een andere aanpak. De twee meest opmerkelijke werkwijzen om de wachtlijsten weg te werken is enerzijds het plan om alle 65-plussers door te sturen naar de bejaardensector (zo wordt de gehandicaptensector wel wat verlicht, maar wordt het probleem verschoven naar de bejaardensector, die nu al te kampen heeft met te weinig bedden) en anderzijds het schrappen van enkele minderheidsgroepen. Zo zijn er personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) van de ene dag op de andere hun herkenning door het VAPH afgenomen. Aangezien ze het ‘geluk’ hadden niet schuldig te zijn aan het ongeval dat leidde tot hun handicap, hebben ze een vergoeding gekregen van de verzekeringen. Het VAPH is van oordeel dat zij niet moeten instaan voor deze mensen daar zij reeds vergoed zijn voor hun handicap. Ze mogen nog wel gebruik maken van de diensten en organisaties die gesubsidiëerd worden door het VAPH, maar moeten de kost hiervoor 100% zelf betalen.

    Minister Muyters (NVA): de leerling-tovenaar van VOKA

    Iedereen weet ondertussen dat Muyters een waar rekenwonder is. Hij is echter ook een vat vol ideeën! Deze zomer kreeg onze Einstein de Vlaamse aanmoedigingspremies in het vizier. Deze premies worden gebruikt om het inkomen bij tijdskrediet aan te vullen. Als onbewuste aanhanger van de actieve welvaartstaat heeft hij het niet zo zeer voor mensen die zorgen voor zieke familieleden en hier een uitkering voor krijgen. “Profitariaat van het zuiverste water” en daar wil elke rechtgeaarde NVA’er komaf mee maken! Echter na fel vakbondsprotest mocht Muyters inbinden.

    Met de opleidingscheques haalde hij echter zijn slag thuis. Voortaan zijn deze enkel nog geldig als het zin heeft voor het werk. “Arbeit macht frei” lijkt de leuze in VOKA-Vlaanderenen én algemene vorming is van geen tel! Dit zorgt alvast voor een besparing van 650.000 euro.

    Onder het motto “de aanhouder wint” wou hij ook komaf maken met de extra 30 miljoen euro voor de noodzakelijke uitbreiding van de gehandicaptensector.

    Dertig miljoen lijkt veel maar is eerder een druppel op een hete plaat als je het vergelijkt met de reële noden. Om de huidige wachtlijsten voor personen met een handicap weg te werken is veel meer nodig: 656 miljoen €. Meer dan 25.000 personen met een handicap staan vandaag op een wachtlijst. Vandeurzen heeft het “ambitieuze” plan er voor te zorgen dat tegen 2020 personen met een zware handicap zorgzekerheid hebben. Dat betekent voor velen: nog 10 jaar wachten! Voor personen met een lichtere handicap is er helemaal geen perspectief om ooit een deftige oplossing te krijgen. Wanneer deze mensen Vandeurzen hierop attent maken in het radioprogramma Peters en Pichal doet hij niks anders dan zich boos maken op hen: zwijgen en wachten is de boodschap!

    Eén detail had Muyters echter over het hoofd gezien: het regeerakkoord. Met tegenzin moest hij zijn besparingshakbijl even laten rusten. Men zou bijna denken dat na het “De Wever effect” tijdens de laatste federale verkiezingen de NVA in Vlaanderen een opstoot van ‘revisionisme’ krijgt.

    De minister had echter al heel snel een ander slachtoffer op het oog: het volwassenenonderwijs in de volkshogescholen van vormingplus. Een besparing van 25% op de werkingsmiddelen, daar krijgt elke ‘crisismanager’ het water van in de mond. Vanaf volgend jaar zal men het daar met 2 miljoen euro minder moeten doen. Concreet betekent dit dat een kleine 50 voltijdse jobs dreigen ophouden te bestaan.

    Recent toverde Muyters nog een ander aardigheidje uit zijn hoge hoed. Wat dacht je van beleggen in een rusthuis, school of tramlijn in het kader van PPS (publiek – private samenwerking)? Concreet zouden die beursgenoteerde obligaties genieten van een overheidswaarborg, zodat het risico voor privé-investeerders fors afneemt en het voor hen een ‘veilige en aantrekkelijke langetermijninvestering’ vormt. Klinkt mooi maar in de praktijk betekent dit zeer bondig: commercialisering of vermarkting van de publieke sector en dus ‘take the money and run’ voor de investeerders terwijl de bevolking naar kwaliteitsvolle dienstverlening kan fluiten.

    Wil de Vlaamse regering de Non-Profit een broodje aap aansmeren ?

    Ondanks het feit dat er op federaal vlak een regering van lopende zaken is, werd er toch een “mini-overbruggingsakkoord” voor 2011 gesloten met de vakbonden in de gezondheidszorg. Minister Onkelinx zorgt voor o.a. een duizendtal nieuwe voltijdse banen én de beruchte groeinorm van 4,5% wordt voor 2011 vastgelegd. Met de NVA in een toekomstige federale regering zal men die groeinorm niet 1 keer maar twee keer op de buik mogen schrijven.

    Ondertussen zwijgt de Vlaamse regering als vermoord als het gaat over onderhandelingen voor een nieuw meerjarenakkoord van de Vlaamse sectoren van de Non-Profit. Men zou met al die besparingsheisa bijna vergeten dat de SP.a ook in die regering zit, maar aan die kant blijft het opvallend stil … In februari werd het eisenplatform van het gemeenschappelijk vakbondsfront plechtig overhandigd en sindsdien … is het daar in de praktijk ook bij gebleven. Even was er een sprankeltje hoop met het vastleggen van enkele vergaderdata in september maar die werden al even snel eenzijdig door de Vlaamse regering afgelast. Het is ook tekenend dat de regering in haar begroting NIETS voorzien heeft voor het nieuw akkoord met de Non-Profit. Er woedt als het ware een koude oorlog tegen de werknemers van de sector en hun vakbonden. Is dit een voorsmaakje van een onafhankelijk Vlaanderen? Dit lijkt ons eerder een stap van 100 jaar terug in de tijd in plaats van vooruit.

    Joke Schauvliege (CD&V): de gewillige partner in besparingen.

    WHERE … IS … THE … MONEY ???

    De regering laat de werknemers en de gemeenschap opdraaien voor een crisis die ze niet veroorzaakt hebben. De banken en bedrijven blijven desondanks zonder blikken of blozen megawinsten opstrijken. De Belgische beursgenoteerde bedrijven keren dit jaar voor 4,4 miljard euro dividenden uit. Tussen 2001 en 2008 zijn de gezamenlijke bedrijfswinsten bijna verdubbeld, van 47 miljard euro naar 93 miljard euro. Hoewel het officiële belastingstarief 33,99 % bedraagt, betaalden de vennootschappen door allerlei kortingen en aftrekken in 2008 nog slechts een reëel tarief van 13,6 %, goed voor 12,7 miljard euro in plaats van 31 miljard euro. (ACV zomerblog 19-11 augustus 2010)

    Een studie van de ULB (www.DULBEA.org) toont aan dat de schatkist aan fiscale fraude jaarlijks 16 tot 20 miljard euro misloopt. Bovendien zou nog eens 8 tot 10 miljard euro verloren gaan aan sociale fraude.

    Volgens de nationale bank behoort 15% van de bevolking tot de groep met een hoog armoederisico. De armste 10% van de bevolking zou 3,5 % van het beschikbare inkomen bezitten tegen 22,3% voor de rijkste 10%. Vooral alleenstaande ouders, werklozen en ouderen vanaf 65 jaar behoren tot de risicogroep.

    Voor ons is het zo klaar als een klontje: HAAL HET GELD … WAAR HET ZIT !
    [/box]

    Het was even slikken voor de socio-culturele sector toen minister Schauvliege haar plannen uit de doeken deed. Het sociaal-cultureel vormingswerk voor volwassenen deelt hard in de klappen. De vormingplus centra, de milieu- en natuurbewegingen en andere sociaal-culturele bewegingen krijgen een inkrimping tot 25% van hun werkingsmiddelen voorgeschoteld. Een Vlaanderen met een onthoofd ‘middenveld’ is zowaar de natte droom van de NVA en bij uitbreiding van alle partijen in de Vlaamse regering om hun neoliberale agenda ongestoord uit te voeren.

    Gelukkig zijn de vakbonden niet zo afhankelijk van overheidssubsidies … en met deze boutade leggen we direct de Achilleshiel van het sociaal-cultureel werk bloot. In het verleden waren de volkshogescholen eerder een kritische beweging. De voorbije 10 jaar zijn ze echter meer en meer geëvolueerd naar het “verkopen” van vorming en is men logischerwijze elkaar beginnen beconcurreren waardoor deze verenigingen fundamenteel van karakter zijn veranderd. Bij vele bewegingen zijn de overheidssubsidies én de werknemers die er mee betaald worden het enige overlevingsmiddel. De noodzaak van onafhankelijkheid van overheidssubsidies voor het middenveld wordt nu pijnlijk duidelijk. Het zal er op aankomen om terug aan de basis onafhankelijke en kritische actieve ledenbewegingen van mensen en vrijwilligers op te zetten, wil men in de toekomst niet de mond gesnoerd of eenvoudig geëlimineerd worden door het toedraaien van de subsidiekraan.

    Het lijkt ons trouwens ook niet toevallig dat de regering de welwillendheid van de sector om aanvankelijk mee te gaan in de besparingen van 2%, opgevat heeft als een teken van zwakte en dan maar de grovere besparingsborstels heeft bovengehaald. Een meer strijdbare houding (een principiële weigering om in te leveren) van in het begin, had waarschijnlijk de arrogantie van de regering minder zuurstof gegeven. De goedgelovigheid in de regering zal waarschijnlijk een accident de parcours geweest zijn. Ondertussen heeft o.a. de Federatie van Organisaties voor Volksontwikkelingswerk (FOV.be) zich herpakt en organiseert ze samen met de vakbonden het verzet tegen de besparingshysterie.

    Het resultaat dreigt alvast desastreus te zijn: heel wat ontslagen en het dreigend gemorrel van Muyters aan het DAC-statuut, zal daar ook niet echt bij helpen. En dat het hier niet om de spreekwoordelijk 5 man en een paardenkop gaat, kunnen we lezen op de website van de FOV: “225.000 vrijwilligers die gemiddeld 5 uur per week aan sociaal-cultureel werk spenderen: dat is 1.125.000 uren per week.”

    De aankondiging van de Vlaamse ministerraad op vrijdag 12 november dat er nog een onvoorzien gat van 94 miljoen euro in de begroting van 2011 dient dichtgefietst te worden, laat vermoeden dat het ergste nog niet gepasseerd is. Peeters maakte duidelijk dat er niet zal gezocht worden naar extra inkomsten maar dat het dus… besparingen zullen zijn.

    Tegen deze besparingswaanzin van de regering is maar 1 kruid gewassen: ALLEN SAMEN: organiseren en mobiliseren!

  • Onderwijs. Meer publieke middelen nodig. CAO’s zijn een gemiste kans

    CAO’s : een gemiste kans

    Tijdens de voorbereidende werkzaamheden om de eisenbundels voor de CAO voor het leerplichtonderwijs en het hoger onderwijs op te stellen, werd een pleidooi gehouden voor realisme. Door de financieel-economische crisis waar we sinds 2008 doorgaan, zou er geen ruimte zijn voor toegevingen vanwege de Vlaamse Regering. Er werd geopperd om ‘kwalitatieve’ eisenbundels in te dienen die geen extra middelen noodzaken.

    LSP-pamflet. PDF van dit pamflet

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Hervorming Leerplichtonderwijs

    LSP deelt met velen de bezorgdheid over de reproductie van de sociale ongelijkheid door ons onderwijs. Maar hieraan remediëren zonder middelen daarvoor te voorzien, kan niet. Men verwijst graag naar de Scandinavische landen voor wat betreft de output van het onderwijssysteem, maar men vergeet erbij te vertellen dat de middelen voor onderwijs er heel wat hoger liggen. Terwijl in sommige landen de uitgaven voor onderwijs meer dan 7% van het BNP bedragen, werd in Vlaanderen systematisch bespaard waardoor de middelen daalden van 7% in 1980 naar circa 5% nu.


    Hoger onderwijs: vermarkting op kruissnelheid

    Sinds het nieuwe financieringsmodel werd ingevoerd (2008) volgen de negatieve evoluties elkaar in recordsnelheid op. Er werd een tenure track systeem ingevoerd wat neer komt op een verhoging van de proefperiode voor professoren van 3 naar 5 jaar. De loon-en arbeidsvoorwaarden voor wetenschappelijk personeel verslechteren. Het op outputmeting (hoeveel publicaties, hoeveel doctoraten, enzovoort levert een personeelslid af) gebaseerd model zorgt ervoor dat de universiteiten en hogescholen elkaar moeten proberen weg te concurreren om te overleven. Allerlei diensten (schoonmaak, restaurants,…) worden uitbesteed om toch maar zoveel mogelijk te kunnen besparen. Een nieuw ‘eenheids’statuut voor het personeel in het hoger onderwijs wordt vooropgesteld. Maar het lijkt erop dat men de inkanteling van de hogescholen vooral wil gebruiken als hefboom om het statuut van het hogeschoolpersoneel dat meer zekerheid biedt, af te bouwen en te evolueren naar een soort minimaal kader waarbinnen elke universiteit dat een eigen invulling kan geven.
    [/box]

    Wij denken dat dit een vergissing was en we ons teveel hebben laten beïnvloeden door een pessimistische visie die stelt dat de politieke context waarbij de ‘progressieve partijen’ in het defensief zijn, in ons nadeel speelt.

    De kwalitatieve eisen waren daarenboven in vele gevallen zo vaag (zoals de werkdruk moet dalen) dat je als minister al echt van slechte wil moet zijn om daar niet akkoord mee te gaan.

    En om ons te bedanken voor het realisme beloonde de Vlaamse Regering ons door nog eens 1,27% te besparen in het onderwijs, besparingen die vandaag in sommige sectoren – zoals de universiteiten en hogescholen – leiden tot jobverlies en een stijging van de werkdruk. En nieuwe besparingsronden staan in de steigers.

    Gevaar! Herstructurering in het secundair en hoger onderwijs op komst!

    In opvolging van de commissie-Monard komt de minister van onderwijs met een lightversie van de voorstellen om een gemeenschappelijk onderbouw in te voeren in het secundair onderwijs. Velen vragen zich terecht af of deze hervorming iets zal verbeteren voor de leerlingen en of de overheid er op uit is om naar de pers toe de indruk te geven dat er vanalles beweegt.

    Op de dag van de (ACOD-) militant die onlangs plaatsvond, vertelde de vertegenwoordiger van de minister doodleuk dat men weet dat een grondige (en goede) hervorming niet kan zonder veel extra middelen te voorzien. Dus, kassa kassa denk je, maar de man stelde ons onmiddellijk teleur door te wijzen op het vermeende gebrek aan centen. De hervorming zal doorgaan, zonder de centen weliswaar.

    We vrezen dat de hervormingen vooral zullen aangegrepen worden om te besparen. De maatregelen daartoe zijn: kleinere scholen fuseren om het volledige gamma van belangstellingsgebieden te kunnen aanbieden, grotere klassen door de reductie van studierichtingen en het volledig afstemmen op de behoeften van de bedrijfswereld van de op de arbeidsmarkt gerichte studierichtingen (nu nog BSO genaamd), ten koste van algemene vorming.

    Vijf minuten politieke moed

    Meer was niet nodig om meer dan een miljard euro te voorzien om de bank van het Vlaamse kapitaal (KBC) te redden. En of het nu gaat om de Vlaamse of de Federale Regering of zelfs de Europese beleidsorganen, overal voert men dezelfde politiek van cadeaus aan de bedrijven en vermogenden. Nadat de voorstanders van de vrije markt plots voorstander waren om met overheidsmiddelen de banken te redden zijn ze er nu ook voorstander van om ons te laten opdraaien voor de kosten ervan. Overal pleiten de patroons, de politieke partijen en regeringen voor besparingen, de één al wat harder dan de andere.

    Indien we ons blijven neerleggen bij het realisme waarvoor de politieke en economische elite pleit, zullen we blijven besparingen slikken. Jobverlies, aantasting van ons pensioen, slechtere arbeidsvoorwaarden zullen blijven op ons afkomen. LSP meent dat de vakbonden hun leden moeten informeren over de oorzaken van de crisis en mogelijke alternatieven. Er is geld, veel geld. De bedrijfswinsten in België stegen van 47 miljard euro in 2001 tot 93 miljard euro in 2008. En ondanks de economische crisis blijven de winsten maar stijgen. Terzelfdertijd daalden de belastingstarieven op de winsten van 19,9% tot 13,6%. En volgens de voorstanders hiervan zouden hogere winsten leiden tot meer jobs. Heeft u daarvan iets gemerkt? Ook inzake de personenbelasting kregen de hoogste lonen vele cadeaus. De hoogste belastingschalen voor de inkomensbelasting werden neergehaald. Om de verminderde inkomsten te compenseren privatiseert de overheid (o.a. de dure publiek private samenwerking voor schoolgebouwen), bouwt men openbare diensten af of verhoogt men de prijs ervan.

    Wat te doen?

    LSP denkt dat de vakbonden dringend een evaluatie moeten maken van de sociaal-economische toestand waarin we verkeren. Het kapitalistische systeem kraakt in zijn voegen en de sociale correcties die onder meer door jarenlange syndicale strijd ingevoerd werden, staan onder druk. Sinds 1982 voert men een neoliberale politiek van deregulering en privatisering, ongeacht welke coalitie aan de macht was. Sinds 1982 heeft de onderwijssector het meest bijgedragen aan de sanering van de begrotingstekorten om vandaag vast te stellen dat we nergens staan en de tekorten opnieuw oplopen. Nieuwe saneringen staan in het vooruitzicht. Er wordt opnieuw gepleit voor realisme en we moeten ‘allemaal’ onze bijdrage leveren aan de gezondmaking van de begroting en het economisch herstel. Hoe geloofwaardig is deze stelling nog?

    LSP eist:

    • De nodige middelen om gratis en kwalitatief onderwijs te vertrekken. Daartoe moeten de middelen opgetrokken worden tot minstens 7% van het BNP.
    • Degelijke jobs aan goede loon- en arbeidsvoorwaarden. Het patronale offensief tegen het overheidsstatuut moet gestopt worden en voor de contractuelen moet er zo snel mogelijk een gelijkschakeling komen met de loon- en arbeidsvoorwaarden van de statutairen.
    • Dat diegenen die de crisis veroorzaken opdraaien voor de kosten. Het zijn niet de werknemers die verantwoordelijk zijn voor de financieel- economische crisis en bijgevolg ook niet ervoor moeten opdraaien. Laat de bedrijven en de vermogens evenveel belastingen betalen als de gewone loontrekkenden en investeer deze middelen in degelijk onderwijs, goede infrastructuur (o.a. schoolgebouwen), huisvesting en andere sociaal nuttige projecten.
  • Staking bij Brink’s gaat voort

    Het personeel van Brink’s is sinds 27 oktober in staking. Van bij het begin van dit conflict toonde de directie een enorme arrogantie. Vrijdag werd officieel het faillissement aangevraagd: 430 bedienden die vaak al jarenlang hun leven hebben geriskeerd worden als grof vuil op straat gezet.

    Artikel door onze correspondenten in Henegouwen

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Lees ook:

    • Brink’s vraagt faillissement aan (12.11)
    • Brink’s. Patronale stormram tegen bediendenstatuut (10.11)
    • Staking bij Brink’s gaat verder (5.11)
    • Brink’s: staking tegen aanval op lonen en statuut (28.10)

    [/box]

    BRINK’S is wereldmarktleider in waardetransport. Het Amerikaanse moederbedrijf telt 60 000 werknemers. De belgische afdeling telt 430 werknemers. Eind oktober kondigde BRINK’S aan dat de site in Strépy (bij Mons), met een 50-tal werknemers, zou sluiten, dat de (winstgevende) site van Zaventem werd verkocht aan een dochterfiliaal, en eiste dat de werknemers van statuut zouden veranderen: van bediende naar arbeider.

    De werknemers weigerden dit te aanvaarden. Vooral de overgang naar een arbeidersstatuut was enkel een manier om hen goedkoop te kunnen ontslaan. Een arbeider met 20 jaar ancienniteit heeft in de sector recht op een onslagvergoeding van 16 weken, voor een bediende is dit 15 maanden. Een serieuze besparing voor de directie dus. Bovendien zou deze maatregel een precedent vormen, en gevolgen hebben voor alle bedienden in andere sectoren.

    De directie had haar plan zeer goed voorbereid. Ongeveer een jaar geleden werden drie werknemers op elke site ontslagen. Een werknemer vertelt ons over een collega: « de dag nadat hij aan de deur werd gezet, mocht hij het gebouw niet meer binnen, hij werd begeleid door een kaderlid om zijn kastje leeg te halen. » Dit deed de directie enkel om de reacties te testen. Even later werden de déléguées op de werkvloer aangemoedigd om ‘op vrijwillige basis’ te vertrekken. Op deze manier hoopte Brink’s haar herstructurering vlot te kunnen doorvoeren. Maar ze heeft zich duidelijk vergist. Ze kreeg niet te maken met verdeelde werknemers en een onthoofde vakbondsvertegenwoordiging, zoals gehoopt, maar met een verenigd blok van strijdbare werknemers. Vandaag hebben de werknemers van BRINK’S een voorbeeldige strijd geleverd, in verenigd vakbondsfront. Ze weigerden hun wapens en het geld in de kluizen af te geven. Ze weigerden van statuut te veranderen, omdat dit een nederlaag zou zijn voor alle belgische werknemers in bediendenstatuut. Ze hebben de strategie van de directie steeds doorzien, en lijven het stakingspiket volhouden, ook nu het faillissement officieel is verklaard.

    De directie probeert de schuld voor het faillissement bij de werknemers te leggen. Ze stelde dat ze, sinds het bestaan van het bedrijf, in geen enkel land waar ze actief is, al op een dergelijk verzet van de werknemers is gebotst. De bediendenstatuten zouden de reden zijn waarom het bedrijf verliezen lijdt. Dit is onzin. De winstgevende afdeling, die zich bezighoudt met het vervoer van diamanten tussen Antwerpen en de Zaventem werd verkocht aan een zusterfiliaal, en verdween op die manier uit de cijfers van het bedrijf. Tijdens de onderhandelingen hebben de vakbonden voorgesteld om de statuten te veranderen, indien de ontslagvergoedingen niet werden gewijzigd. Dit werd geweigerd. Het ging dus enkel om een voorbereiding van ontslagen. Een verandering van het statuut betekende goedkope onslagpremies.

    De vakbond zal nu proberen het faillissement als frauduleus te laten verklaren. Dit betekent dat de strijd nu gedeeltelijk juridisch wordt gevoerd. Dit kan als gevolg hebben dat de werknemers het gevoel hebben ‘dat het niet meer in hun handen ligt’, maar afhangt van de rechter, die de werknemers al dan niet goedgezind is. Als dit lang aansleept, zou de strijd zo kunnen uitdoven.

    Maar de werknemers van BRINK’S hebben juist besloten om het stakingspiket te behouden. ‘Dit is slechts het begin’, klonk het vrijdag op het piket in Strépy, net na de verklaring van het faillissement. Het is belangrijk dat de vakbond de strijd probeert uit te breiden. De methoden die de directie van BRINK’s gebruikt zijn niet nieuw. Opgezette faillissementen door winstgevende en verlieslatende afdelingen kunstmatig te splitsen, we zagen het bijvoorbeeld in mei 2009 bij Fiat in Brussel. Hierdoor kon de directie van Fiat 24 werknemers ontslaan in haar verlieslatende afdeling.Dit conflict heeft toen een solidariteitsbeweging op gang gebracht. Dit moet nu ook gebeuren.

    De directie van Brink’s stuurde sinds het begin aan op een faillissement. Ze bracht het vervoer van juwelen en diamanten onder in een ander filiaal, Brink’s Diamond & Jewelry, en vroeg al van bij het begin van het conflict een licentie aan voor deze dochteronderneming. Zo kan ze onder een andere naam, met enkel de winstgevende afdelingen, verderwerken in België.

    Het patronaat is bereid tot alles om winsten te verhogen. Werknemers worden als vuilnis aan de kant gezet, om parasitaire aandeelhouders tevreden te stellen. Voor sommige werknemers is dit trouwens niet hun eerste herstructurering. Een werknemer van Strépy heeft eerder al hetzelfde moeten meemaken bij VW Brussel, nu Audi Brussel. Overal probeert het patronaat de gevolgen van de crisis door de werknemers te laten betalen. Op dezelfde dag waarop het faillissement bij Brink’s werd verklaard, lezen we in de krant dat de Franse groep La Redoute in Dottignies, nabij Moeskroen, 78 werknemers onslaat, om haar kosten te verminderen. Het aantal ontslagen en aanvallen op statuten, lonen, etc zullen in de komende periode enkel toenemen. We hebben een strijdbare vakbond nodig die de verschillende strijdbewegingen groepeert.

    Van traditionele partijen moeten we niet veel steun verwachten. Politici als Milquet, Di Rupo, … zeggen ‘verontwaardigd’ te zijn over de houding van de directie van Brink’s, maar een antwoord hebben ze niet. Integendeel, jarenlang steunen alle traditionele partijen een politiek van lastenverlagingen voor bedrijven. Vandaag loopt dit op tot 9 miljard euro per jaar die onze sociale zekerheid misloopt. Het patronaat wordt op haar wenken bediend, en wanneer werknemers worden gedumpt, omwille van jarenlang slecht beleid, is er geen antwoord. De politici laten toe dat de private sector een schepje winst meer kan maken op de kap van de veiligheid en de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel.

    Het is duidelijk aan welke kant de traditionele partijen staan. Wij hebben een eigen partij nodig. Een partij die de kant van de werknemers kiest, en breekt met de winstlogica. Wat belangrijk is bij Brink’s, is de veiligheid van het personeel en de dienstverlening aan de bevolking. Zolang de sector in privéhanden blijft, zal de winst belangrijker zijn dan de werknemers en de dienstverlening aan de bevolking. Daarom eisen we de nationalisering van de volledige financiële sector, inclusief de waardetransporten, onder arbeiderscontrole en -beheer.

    Hier vind je de facebookgroep van het personeel van Brink’s Strépy: Brink’s-Strépy

  • BBTK BHV. Strijd tegen patronale methoden in de vakbond gaat verder

    In onze vorige editie hebben we al bericht over de machtsgreep in BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde. Begin september werden de vijf verantwoordelijken van de industriesector collectief en op staande voet ontslagen. De sloten van hun kantoren werden vervangen, hun toegang tot het informaticasysteem en de GSM verbinding verbroken en de kantoren in Halle en Vilvoorde gesloten.

    Artikel uit de novembereditie van De Linkse Socialist

    De bedrijven en de werkgevers werden meegedeeld dat de vijf betrokkenen niet langer gemandateerd waren om te handelen in naam van BBTK-SETCa, en de militanten kregen per post de namen van de nieuwe verantwoordelijken opgestuurd. Militanten die het daar niet mee eens waren, kregen een nauwelijks verholen dreigement: “verder werken met niet gemandateerde personen, is niet zonder risico”. De afdeling werd, zonder de eigen statutaire regels op dat vlak na te leven, onder statutaire voogdij geplaatst. De meer dan 70.000 leden werden niet gehoord bij het nemen van deze beslissingen.

    De aanleiding voor het ontslag was een discussie over de verkoop van de gebouwen van BBTK-BHV. Dit zal voor een arbeidsrechtbank nooit stand houden als dringende reden, maar het lijkt er op dat het federaal uitvoerend comité ervan uitgaat dat de zaak jarenlang zal aanslepen waarbij uiteindelijk gewoon zal worden uitbetaald.

    Het is schandalig dat de vakbondsleiding een dergelijke patronale strategie toepast tegen haar eigen personeel. Het doet ons denken aan de recente uitsluiting van vier verantwoordelijken van de Britse vakbond Unison. De vier werden uitgesloten omdat ze lid zijn van de Socialist Party, maar er werd een andere reden verzonnen. Ze werden uit de vakbond en de structuren gezet wegens… racisme! De aanleiding was een pamflet met de algemeen gekende afbeelding van drie aapjes: zien, horen en zwijgen. Een van de vier is zelf van migrantenafkomst. Absurditeit troef dus.

    In het geval van de BBTK-militanten werd werd een kortgeding ingespannen door 46 militanten. Er werd beroep gedaan op een burgerlijke rechtbank, er was geen andere keuze meer aangezien iedere vorm van syndicale democratie in de kiem werd gesmoord. Op 21 oktober werd aan het federaal congres van BBTK actie gevoerd.

    Dit handelen van de federale leiding moet worden afgekeurd. Tegenover patronale methoden in onze eigen organisaties is er nood aan een campagne voor strijdbare en democratische vakbonden. Dat is een strijd die we van onderuit zullen moeten opbouwen.

  • GM: leidraad van een ziek systeem

    Deze week wordt General Motors geherprivatiseerd. Het wordt waarschijnlijk de tweede grootste beursgang ooit. Daarmee wordt GM terug een acteur in het casino; een zombie in een requiem weliswaar… Tijd voor een tussentijdse balans van een icoon van het kapitalisme.

    Artikel door Jonas Van Vossole

    GM als symbool van Kapitalisme

    GM kan in onze streken, sinds zijn demarche bij Opel Antwerpen op weinig sympathie rekenen. Duizenden mensen werden zonder toekomst op straat gezet. De productiefste Europese fabriek van de groep wordt gesloten. Potentiële overnemers, werden spaken in de wielen gestoken. (1)

    Nochtans was het beleid van het bedrijf weinig verbazend, in tegenstelling tot wat vakbonden en politici ook mochten beweren. GM handelde als een normbepalende multinational, saneerde op loonkosten, zocht naar de beste subsidies en laat liever een productieve fabriek verdwijnen dan ze over te geven aan een Chinese concurrent. GM is steeds een symbool-bedrijf geweest voor het kapitalisme en het heeft zich steeds trouw aan die rol gehouden.

    GM kende zijn grootste bloeiperiode in de naoorlogse periode. In die periode kende ook het kapitalisme de grootste productieve groei in zijn recentste geschiedenis. De verwoestingen van de tweede wereldoorlog hadden terug groeimarge gecreëerd voor het economische systeem. De overproductie na de depressiejaren was immers letterlijk aan flarden geschoten. Ook GM kweet zich met veel enthousiasme van die ‘taak’. GM haalde tijdens de wereldoorlog 12,3 miljard dollar omzet uit oorlogsmateriaal. Daarbij produceerde het overigens voor zowel de VS als Nazi-Duitsland (2). Wanneer de inflatie wordt meegerekend, zou dat vandaag neerkomen op een omzet van meer dan 148 miljard dollar aan verwoesting (3).

    In de groeiperiode na WOII werd GM het symbool van het heropbloeiend Keynesiaans kapitalisme. De jaren ’60 waren de periode van de auto als gezinswagen – de periode ook waar mensen zich een gezinswagen konden permitteren. Toen had het kapitalisme immers nog ruimte om verworvenheden voor de arbeidersklasse toe te staan – hoewel dat uiteraard niet zonder slag of stoot ging. GM stond symbool voor de auto, de auto voor ‘the American Dream’ en ‘the American Dream’ voor het kapitalisme – tenminste, dat was toch het beeld dat men ophing. Sindsdien wordt de geschiedenis van het kapitalisme klaarblijkelijk geschreven door de levenswandel van GM.

    Symbool van een ziek kapitalisme

    De periode van kapitalistische groei eindigde abrupt met de oliecrisissen en de galopperende inflatie van de jaren ‘70. Ook voor GM betekende dit een kantelpunt, de olie werd duur en de benzinezuipende sleeën van GM werden het symbool van verspilzucht. GM en de Amerikaanse auto-industrie kwamen in slechte papieren. Om de winstcrisis tegen te gaan, werden in de jaren ’80 massaal verworvenheden van de arbeidersbeweging afgebouwd, werden lonen verlaagd, werd er gedesinvesteerd en geoutsourced. Het beleid van GM loopt daarmee parallel met het algemene politieke beleid van de startperiode van het neoliberalisme met Reagan en Tatcher. De spooksteden van Detroit en Flint – bekend uit “Roger and Me” van Michael Moore – staan symbool deze periode.

    Sinds de crisis van de jaren ’70 is het systeem nooit meer gezond geworden. Wel heeft het kapitalistische systeem het volledig failliet proberen uitstellen door schuldenopbouw en de financiële deregulering. Zo ook bij GM. Hierop volgen korte afwisselende periodes van artificiële booms en daaropvolgende busts, samengaand met een enorme schuldopbouw. Zowel GM als het kapitalisme kenden een serieuze overproductiecrisis. Deze werd nog eens versterkt door inhalige managers en aandeelhouders zonder lange termijn perspectief.

    Socialisme voor de rijken: collectiviseren van de verliezen…

    Die situatie kon niet eeuwig blijven duren. Een naderend failliet was al voor het uitbreken van de crisis voorspelbaar. De CDO’s leiden het kapitalisme naar de val van Lehman-brothers – voor GM waren dat de opgebruikte pensioengelden. Het waren de luchtbellen waar men op bouwde die al een tijd uiteenspatten voor men het doorhad.

    In 2009 werd GM uiteindelijk failliet verklaard en genationaliseerd. De schulden waren onbetaalbaar geworden en de overheden kwamen tussen. "De verliezen werden gecollectiviseerd…". 50 miljard dollar schulden werden doorgeschoven naar de gemeenschap. Harvard-econoom Roubini noemde het "socialisme voor de rijken” (4).

    … en privatiseren van de winsten

    Volgende week wordt GM weer grotendeels doorgeschoven naar de privé. GM zal nu schuldenvrij naar de beurs worden gebracht. Voor 10 miljard dollar aandelen zal er verkocht worden (5). De hefboomfondsen hebben het risico op de gemeenschap afgewenteld, en kunnen nu weer vrij gaan gokken met GM.

    Toch is het duidelijk dat GM geen gezonder bedrijf werd, net zoals het kapitalistisch systeem sinds de ‘redding’ ervan niet minder ziek is. De politiek die werd toegepast bij GM Antwerpen is een voorbeeld van een logica die nooit is weg geweest. Zolang het kapitalistisch schouwspel blijft duren, zijn er acteurs nodig. En bij een ziek schouwspel horen zieke acteurs, tot het doek valt.


    Noten

    1. Voor een analyse over Opel in Antwerpen verwijs ik naar http://www.socialisme.be/lsp/autosector
    2. The Nazis could have invaded Poland and Russia without Switzerland. They could not have done so without GM (Bradford Snell, 1974)
    3. Inflatie op basis van de Consumer price index, Historical Statistics of the United States (USGPO, 1975).
    4. Roubini, N., Public losses for private gain, Guardian, 2008
    5. Beursgang GM stormachtig succes – tijd.be – 13/11/2010
  • 19 november: nationale betoging sociale sector

    Op 19 november organiseren de verschillende vakbonden uit de Vlaamse sociale sector een nationale betoging in Brussel. Deze actie komt er naar aanleiding van de nijpende tekorten aan financiële middelen en personeel in de sociale sector. We publiceren een pamflet dat door Actief Linkse Studenten en LSP werd verspreid in de socio-culturele sector.

    Het akkoord over de loon-en arbeidsvoorwaarden in de sociale sector loopt eind dit jaar af. Acht maanden geleden hebben de vakbonden reeds een eisenbundel voor de komende 5 jaren ingediend bij de regering. Op 8 juni hebben reeds 15.000 werknemers uit de sociale sector betoogd in Brussel ter ondersteuning van de eisen, zonder reactie. De Vlaamse begroting voor 2011 ligt ondertussen op de regeringstafel: daarin staat geen woord over de eisen van de sociale sector.

    Het uitblijven van een nieuwe federale regering zorgt ervoor dat er voor de federale sectoren geen nieuw meerjarenakkoord kan onderhandeld worden. De onderhandelingen voor de Brusselse en Waalse sector lopen. In Vlaanderen worden de onderhandelingen steeds uitgesteld, terwijl er in feite geen reden toe is. De aanwezigheid van VOKA-bloedhond Muyters (N-VA) in de Vlaamse regering zit hier voor een groot deel tussen.

    De N-VA zit eveneens te watertanden om vergaande besparingen door te voeren in de sociale sector, gekoppeld aan een verdere regionalisering van de gezondheidszorg. In de social-profit en non-profit is er “overbruggingsakkoord” afgesloten tussen de vakbonden en de regering om de lopende projecten in de gezondheidszorg niet in het gedrang te brengen. Omwille van de dringendheid werd dit akkoord niet ter goedkeuring voorgelegd aan de vakbondsbasis. Het tijdelijke akkoord is een ‘stilte voor de storm’ tot de nieuwe federale regering er is. Deze zal ongetwijfeld verder het mes in de sector willen zetten, net zoals we nu al zien op Vlaams niveau. Hoe langer de nieuwe federale regering op zich laat wachten, hoe regelmatiger de Witte Woede de straten zal opgaan.

    Op de koop toe is de Vlaamse regering momenteel in een aantal sectoren zwaar aan het besparen op de werkingsmiddelen. Vooral in de socio-culturele sector zijn de besparingen een waar sociaal bloedbad aan het aanrichten. Deze sector is voor zijn werking sterk afhankelijk van overheidssubsidies, de lopende besparingen bedragen daar 5 procent.

    Onlangs is er door de verantwoordelijke minister Schauvliege nog een bijkomende besparing van 1 miljoen euro aangekondigd voor de sociaal-culturele bewegingen, om dit even te verduidelijken: 1 miljoen euro is 25 % van de werkingsmiddelen! Tal van socio-culturele bewegingen kijken aan tegen een financieel fiasco, in sommige situaties dreigt zelfs het failliet. Verder heeft de Vlaamse regering een besparing van 25% door de strot van de volkshogescholen (Vormingplus-centra) geramd. Om dit in cijfers weer te geven: 25% besparing op de middelen is een besparing van 2 miljoen euro per jaar op hun werkingsmiddelen. Een aantal volkshogescholen zullen hierdoor meer dan waarschijnlijk hun boeken moeten dichtdoen vanaf 1 januari 2011.

    Met de ALS/LSP willen we deelnemen aan de nationale betoging op 19 november. De besparingen in de sociaal-culturele sector en de impasse bij de onderhandelingen over loon-en arbeidsvoorwaarden zijn te plaatsen binnen het algemeen kader van de toenemende commercialisering van de gezondheidszorg. De eisen die gesteld worden door de werknemers uit de sociale sector zijn ook van belang voor iedereen die baat heeft bij een kwalitatief hoogstaande zorg die toegankelijk is voor alle lagen van de bevolking. Met de ALS/LSP verzetten we ons tegen elke vorm van sociale afbraak in de sociale sector. De gezondheidszorg mag geen melkkoe worden van de private markt!

  • Brink’s vraagt faillissement aan

    Vandaag raakte bekend dat de directie van Brink’s het faillissement aanvraagt. Bij het bedrijf werd meer dan twee weken gestaakt. Het sociale conflict bij Brink’s handelt over de poging van de directie om eenzijdig het statuut van de bedienden te veranderen in dat van arbeiders. Hierdoor zou het goedkoper zijn om af te danken. De directie wou wellicht sowieso de deuren sluiten, maar dan liefst wel zo goedkoop mogelijk.

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Lees ook:

    • Brink’s. Patronale stormram tegen bediendenstatuut (10.11)
    • Staking bij Brink’s gaat verder (5.11)
    • Brink’s: staking tegen aanval op lonen en statuut (28.10)

    [/box]

    Het personeel bleef principieel neen zeggen aan de chantage van de directie. Omwille van de lange periode van wanbeheer, werd het ergste gevreesd. De aankondiging kwam voor het personeel dan ook niet als een totale verrassing.

    De besparingen die de directie voorstelde, kwamen er na jaren van onderinvesteren in de Belgische vestigingen. Enkel de winsten op korte termijn waren van tel. Als dat te moeilijk werd, viel het doek over Brink’s in ons land. Na het faillissement moet naar een overnemer worden gezocht. Er is in ons land maar een concurrent. Die mag Brink’s niet zomaar overnemen omdat er hierdoor een monopolie zou ontstaan.

    Een gewone overname van Brink’s door een ander bedrijf was niet evident. In dat geval bepaalt de wet immers dat de bestaande arbeidsovereenkomsten worden overgenomen. Ook in dat geval is een eenzijdige wijziging van een essentieel bestanddeel van de arbeidsovereenkomst verboden. Een gewone overnemer zou dus met bediendenstatuten moeten werken.

    De sector van het waardetransport is gevoelig. De veiligheid van het personeel staat iedere dag op het spel. Het ondermijnen van het personeelsstatuut betekent dat om problemen wordt gevraagd. Deze sector mag niet aan de winsthonger van de private sector worden overgelaten. Samen met de nationalisatie van de volledige financiële sector en dit onder arbeiderscontrole en –beheer, moet ook de sector van het waardevervoer onder gemeenschapsbezit worden geplaatst zodat de veiligheid en de dienstverlening centraal kunnen staan in de plaats van het winstbejag.

    Minister van werk Milquet probeerde te onderhandelen tussen directie en personeel. De minister doet graag uitschijnen dat ze het algemeen belang dient en zelfs dat ze aan de kant van de werknemers zou staan. Moest dat echt het geval zijn, dan zou ze niet toelaten dat de aasgieren van de private sector een graantje winst oppikken op de kap van de veiligheid en de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel.

  • Neen aan de besparingen op het openbaar vervoer!

    Artikel door een buschauffeur uit de novembereditie van De Linkse Socialist

    In augustus waren er stakingsacties bij De Lijn aan de Kust en in Oost-Vlaanderen, in september volgden Brugge, Dilbeek, Grimbergen en de onderaannemers De Schelde (Aartselaar) en VBM (Lommel). In oktober waren er stakingsacties in Leuven en een algemene staking bij de TEC (Waalse tegenhanger van De Lijn). De media berichtten intussen ook over buschauffeurs van de MIVB (Brusselse openbare vervoersmaatschappij) die wegens tijdsgebrek steeds meer roken op de bus, of over de chauffeurs van De Lijn die in 2009 maar liefst duizend keer werden geflitst.

    De redenen zijn niet ver te zoeken. Terwijl de dames en heren van de traditionele partijen de mond vol hebben over milieu en mobiliteit, wordt er volop bespaard op openbaar vervoer. Bij de MIVB 46 miljoen €, De Lijn 51,8 miljoen € in 2010 en nog een pak in 2011 en bij de TEC is de dotatie van de Waalse overheid van 2008 tot 2014 bevroren, waardoor er dit jaar een tekort van 9,9 miljoen € moet worden weggewerkt.

    De besparingen bouwen de dienstverlening af en verhogen de werkdruk. Bij De Lijn wordt gesproken over het realiseren van “efficiëntiewinsten”. Kersvers financieel directeur Werner Jacobs had het in Trends over het wegwerken van “dode uren”, waarna hij verduidelijkt: dat is de tijd tussen de ritten. De directie wil de rusttijd van chauffeurs tot een minimum herleiden. Als chauffeurs 7 tot 9 uur bijna non-stop aan het stuur zitten, is het niet verwonderlijk dat ze op de bus roken of sneller rijden zonder rekening te houden met snelheidslimieten om toch even de benen te kunnen strekken tussen twee ritten.

    De Lijn maakte in oktober de resultaten van een tevredenheidsmeting onder de reizigers bekend. Daaruit bleek een groeiende ontevredenheid inzake stiptheid en overvolle bussen. Met de besparingsmaatregelen zal dit niet verbeteren, minder rusttijd tussen twee ritten betekent dat er nog meer bussen met vertraging zullen rijden en het afbouwen van de frequentie op een aantal lijnen zal de overbezetting niet bepaald verbeteren. In Gent wordt gesnoeid in het avondvervoer, in heel wat regio’s daalt de frequentie van ritten of worden “onrendabele” lijnen afgeschaft. Elders worden lijnen samengevoegd, waardoor reizigers langer onderweg zijn of moeten overstappen.

    Reizigers en personeel zijn in alle delen van het land de dupe. Er waren al heel wat stakingsacties en soms worden beperkte verbeteringen afgedwongen. Maar het is nodig om in verzet te gaan tegen het volledige besparingsbeleid. We hebben nood aan een actieplan. Bij de TEC was er al een eerste aanzet met een algemene staking op 11 oktober. Waarom geen nationale stakingsdag en betoging waarbij ook de reizigers worden gemobiliseerd?

  • Liberaliseren en privatiseren: een doodlopend spoor

    De afgelopen weken waren er acties bij het spoor. Er zijn discussies rond B-Logistics (het vroegere B-Cargo, het goederentransport), maar ook bij het personenvervoer is er heel wat ongenoegen. De directie en de regering hebben een offensief ingezet. Zij willen hun liberaliserings- en privatiseringstrein in volle vaart door de dienstverlening en het personeelstatuut sturen. Resultaat: minder dienstverlening, minder stiptheid, minder veiligheid en slechtere arbeids- en loonsvoorwaarden.

    Dossier uit de novembereditie van De Linkse Socialist

    Eerst liberaliseren, dan privatiseren. Steeds minder dienstverlening

    Het goederenvervoer zou in een filiaal van privaat recht worden ondergebracht, de NV Logistics. Voor het personeel betekent dit op termijn het einde van het huidige statuut. Eens de NV operationeel is, kan deze snel worden geprivatiseerd. De overheidssteun is nu al weggevallen als gevolg van de liberalisering waardoor niet alle goederenvervoer commercieel interessant is. Verspreid vervoer (goederen van verschillende bedrijven en met verschillende bestemmingen) en kleinere klanten worden in de richting van wegverkeer geduwd wat de files zal versterken.

    Begin dit jaar werd het internationaal reizigersverkeer geliberaliseerd. B-Europe is een louter commerciële activiteit. Dat heeft gevolgen voor de reizigers: wie een ticket aan het loket koopt, moet extra betalen. Een “persoonlijke assistentietoelage” van 7 euro (HST) en 3,5 euro (voor klassieke internationale treinen, met een vrijstelling tot het eerste station over de grens) komt in de plaats van wat vroeger openbare dienstverlening was. Het doel is de afbouw van de loketten.

    Straks zal dit ook gebeuren voor het binnenlands reizigersverkeer, ook daar wordt een liberalisering voorbereid. In de plaats van loketten wil de directie tickets verkopen via het internet en aan automaten. Liberalisering staat voor minder dienstverlening (afbouw loketten en persoonlijke begeleiding) aan hogere prijzen.

    Personeel in verzet

    Jobs aan de loketten en seingevers verdwijnen, het statuut wordt vervangen door contracten en er wordt steeds meer beroep gedaan op externe consultants. Dat wordt voor steeds meer activiteiten voorbereid. De loketten, onderstationschefs en rangeeractiviteiten (RCC’s) zouden voor alle spelers op de markt moeten werken en dezelfde voorwaarden aanbieden. Een filialisering en verkoop aan de privé van de rangeeractiviteiten is niet uitgesloten.

    In september waren er spontane acties bij het goederenverkeer. Dat werd gevolgd door een staking bij het goederenverkeer en een algemene spoorstaking op 18 oktober. De actiebereidheid was groot, ook onder leden van vakbonden die niet tot de staking hadden opgeroepen. Van de verdeeldheid aan de top, was er aan de basis niet veel te merken. De stakersposten waren ook groter dan bij vorige stakingen.

    Traditioneel werd door de media en de politici uitgehaald naar het spoorpersoneel. Dat gebeurt doorgaans met het argument dat de reizigers worden getroffen. Er is nood aan eengemaakte acties op basis van een actieplan dat van onderuit wordt opgemaakt en waarbij de reizigers worden geïnformeerd en gemobiliseerd. De stijgende prijzen, de afbouw van de loketten, de stiptheid en het gebrek aan veiligheid maken duidelijk dat reizigers en personeel dezelfde belangen hebben en bijgevolg samen moeten protesteren.

    Liberaliseren: slecht voor personeel en veiligheid

    Liberaliseren betekent dat de opleiding wordt ingekort. Zo worden nieuwe machinisten sneller opgeleid om buitenlandse netten te leren, ook al zijn er grote verschillen qua seininrichting en reglementering. Een voorbeeld: in Frankrijk betekent een rood knipperend seinbeeld dat de bestuurder zonder te stoppen tegen een lage snelheid mag doorrijden. In België is het een stopteken. Er zijn al Franse treinbestuurders op het Belgische net door gereden bij een rood knipperend sein. Dat betekent een direct gevaar van frontale aanrijdingen of ontsporingen.

    De NMBS wil besparen op de bestuurders. Maar een treinbestuurder maakt slechts 5% van de kostprijs van een trein uit. Anderzijds vormt de bestuurder samen met zijn collega’s treinbegeleiders, seingevers,… wel het belangrijkste veiligheidsinstrument op de sporen. Ook na de installatie van het veiligheidssysteem ETCS (de opvolger van het nog niet geïnstalleerde TBL1+) blijft de vakkennis en de alertheid van de bestuurder cruciaal voor de veiligheid.

    Het is absurd om het personeel steeds harder en flexibeler te laten werken. Een treinrit met 40 volle wagons komt overeen met 80 vrachtwagens, dat is niet te vergelijken. De liberalisering ziet goederenverkeer per spoor als een puur commerciële activiteit waardoor het ‘verlieslatende’ verspreid vervoer niet meer wordt gesubsideerd. Bovendien wordt het statuut van het personeel ondermijnd wat indirect ook de veiligheid onder druk zet.

    Experts: “Gebrek aan veiligheidscultuur”

    Na de ramp in Buizingen werd een bijzondere parlementaire commissie opgestart. De experts noemen de evolutie van de spoorveiligheid “verontrustend” en stellen vast dat er “een gebrek aan veiligheidscultuur is bij de NMBS.”

    Er werd samen met ACEC (dat nadien Alstom werd) gewerkt aan een eigen veiligheidssysteem, TBL1. De experts stellen vast dat er vanaf eind jaren 1980 bespaard werd op de middelen hiervoor, minister De Croo senior legde de ontwikkeling van het veiligheidssysteem stil. Bovendien was dit veiligheidssysteem ontoereikend. Voor hogesnelheidslijnen werd een ander systeem ontwikkeld, TBL2. Ook dat verliep niet vlot.

    Vandaag wordt geprobeerd om de achterstand in te lopen met een tijdelijk systeem, TBL1+, dat nadien zal worden aangepast aan de Europese normen (ETCS). Maar, zo stellen de experts, intussen verandert het spoorverkeer op het vlak van de gemiddelde snelheid van de treinen, het aantal reizigers en ook het netwerk wordt complexer. Ze stellen dat de risicofactoren voor ongevallen verdrievoudigen tussen 1999 en 2014. De “voorlopige conclusie” van de experts: er is dringend nood aan een masterplan voor de veiligheid.

  • Brink’s. Patronale stormram tegen bediendenstatuut

    De directie van Brink’s speelt het hard. Het wil een vestiging sluiten, personeel afdanken en het overblijvende personeel eenzijdig een slechter statuut opleggen. Het personeel dat nu een bediendenstatuut heeft, zou overgaan naar een statuut van werklieden. Een dergelijke eenzijdige wijziging is niet wettelijk. Indien de directie hiermee weg geraakt, dan vormt dit een ernstig precedent voor de arbeidersbeweging.

    Het conflict bij Brink’s duurt al bijna twee weken, maar blijft vreemd genoeg beperkt tot Brink’s. De discussie is nochtans heel wat ruimer. Indien deze provocatie erdoor komt, betekent dit een ernstige ondermijning van het bediendenstatuut. Waar blijft de reactie van de bediendenvakbonden om daar tegen in te gaan?

    Een eenzijdige wijziging van een essentieel onderdeel van de arbeidsovereenkomst is wettelijk niet mogelijk. Het is hetzelfde als de arbeidsovereenkomst eenzijdig beëindigen, maar de waardetransporteurs zijn daar niet veel mee. Ze kunnen een rechterlijke uitspraak krijgen waarin die vaststelt dat de overeenkomst werd beëindigd door Brink’s dat bijgevolg een opzegvergoeding aan de bedienden is verschuldigd.

    Het bepalen of een bediendenstatuut of een werkliedenstatuut van toepassing is, komt niet aan de directie toe. De wetgeving is gezien de huidige ontwikkeling van het arbeidsproces erg vaag. Het werkliedenstatuut is beperkt tot mensen die “hoofdzakelijk handenarbeid” verrichten, het bediendenstatuut tot wie “hoofdzakelijk hoofdarbeid” verricht. Puur repetitief handenwerk valt misschien nog onder het werkliedenstatuut, maar een overgrote meerderheid van de werkenden verricht “hoofdzakelijk hoofdarbeid”. Dit is ook het geval voor de waardetransporteurs die moeten plannen, controleren, veiligheidsrisico’s inschatten,…

    De Leuvense professor Blanpain, niet bepaald een linkse rakker die de arbeidersbeweging goed gezind is, stelde deze week in de media terecht dat de verandering van statuut bij Brink’s volledig onwettig is. Hij had het over het ontstaan van “schijnarbeiders”, bedienden die door het patronaat moedwillig als werklieden of handarbeiders worden beschouwd. Zelfs indien een akkoord wordt gesloten om alle personeelsleden van Brink’s te laten overgaan naar een arbeidersstatuut, dan nog kan dit worden betwist. Een vroegere personeelsverantwoordelijke van Alcatel wees in De Standaard terecht op de heersende rechtspraak. Het Antwerpse Arbeidshof besliste in 2008 dat enkel de inhoud van de functie telt en niet het contract dat door beide partijen werd ondertekend of het akkoord dat tussen werkgever en werknemersvertegenwoordigers werd gesloten. De voormalige personeelsverantwoordelijke voegt er aan toe dat hij meent dat duizenden arbeiders met een rechtszaak een bediendenstatuut kunnen bekomen.

    Dat laatste is een terechte opmerking. Vandaag komt de directie van Brink’s met een patronale stormram tegen het bediendenstatuut, maar de praktijk en de rechtspraak gaan in een andere richting, namelijk die van een quasi veralgemening van het bediendenstatuut. Vreemd genoeg wordt dat door de vakbonden niet aangegrepen als argument of om zelf eens een stormram boven te halen in de discussie over het eenheidsstatuut. Hoe lang wordt nu al niet geweigerd om een degelijk eenheidsstatuut in te voeren met een harmonisatie naar boven? Als het patronaat dit blijft tegenhouden of blijft aandringen op een harmonisatie naar beneden, moet misschien maar eens een campagne worden opgezet om op grote schaal arbeidersstatuten om te zetten in bediendenstatuten. Dat kan op basis van een grootschalige mobilisatie die juridisch ingedekt is op basis van de huidige rechtspraak rond het bediendenstatuut.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop