Category: Nationaal

  • Belast de rijken. Ja, maar hoe?

    De mogelijkheid van een linkse regering in Wallonië in 2024 staat al vooraan in het publieke debat. Een derde van de Walen en Brusselaars wil dat de PVDA deelneemt aan een regering. Bij de PVDA-kiezers loopt dat zelfs op tot 86%. De druk op de partij is groot om na de verkiezingen van 2024 een coalitie te vormen met de PS. Maar in welke context? In die van een terugkeer naar besparingsoperaties van 5 miljard euro per jaar volgens het kernkabinet van de Vivaldi-regering? Sociale zekerheid, pensioenen en sociale uitkeringen liggen in de vuurlinie van rechts en de werkgevers. Alle budgettaire keurslijven die tijdens de gezondheidscrisis van 2020 werden afgeworpen, worden opnieuw aangesnoerd. 

    Een linkse regering in Wallonië?

    Een linkse regering in Wallonië mag haar programma niet beperken tot wat in de marge mogelijk is en tot symbolische maatregelen. Om een tastbare verandering teweeg te brengen in het dagelijkse leven van de bevolking, is het noodzakelijk om uit te gaan van de reële behoeften. Concreet MOET er een radicaal plan komen voor publieke investeringen. In de gezondheidszorg of hebben we een nieuwe pandemie nodig om de noodzaak te illustreren? In het onderwijs of hoeveel plafonds moeten er nog instorten in klaslokalen, zoals eind maart in Charleroi? In de crèches waar het Brusselse  personeel eind april zijn woede uitschreeuwde. In gratis openbaar vervoer waar je de vervoersmiddelen vindt die na wandelen en fietsen de laagste CO2-uitstoot hebben. In de creatie van voldoende sociale woningen binnen een omvattende benadering om de stadsplanning, het grondgebruik en het rivierbeheer te herzien of zijn er echt mensen die geloven dat de overstromingen van 2021 slechts een ongeluk waren midden in een klimaatcrisis?

    De ecologische, economische en sociale planning die nodig is, zal een rebelse regering vereisen die het budgettaire keurslijf verwerpt. Er zullen moedige initiatieven nodig zijn om de arbeidersbeweging te mobiliseren om een krachtsverhouding op te bouwen en tegelijk sterke banden te ontwikkelen met de arbeidersbeweging in Vlaanderen en Brussel. 

    Naar aanleiding van de voorstelling van het PVDA-boek ‘Doe de switch’ vergeleek Raoul Hedebouw het programma van zijn partij met de New Deal van Roosevelt (1934-38) en met de politiek van de Franse Volksfrontregering (1936-38). Dat waren programma’s om de kapitalistische economie nieuw leven in te blazen door middel van publieke investeringen (Keynesianisme). Dat wordt vandaag vertaald in het versterken van bestaande stimulusmaatregelen en het stoppen van de publiek-private samenwerkingen (PPS), een stelsel waarmee de gemeenschap de schulden op zich neemt en de private sector met de winsten gaat lopen. Raoul ging de kans uit de weg om te wijzen op de strijd van de Amerikaanse arbeidersklasse in 1934 (en de opmerkelijke rol van revolutionairen daarin) of op de krachtige golf van stakingen en bedrijfsbezettingen in Frankrijk in mei-juni 1936, die het land op de rand van een socialistische revolutie brachten. In plaats van naar de bewegingen aan de basis van de samenleving te kijken, richt de PVDA haar aandacht op de politieke ontwikkelingen aan de top. Van daaruit concludeert de partij dat het er vandaag net als toen op aankomt om “het spaargeld te mobiliseren en het geld bij de rijksten te halen.” Anders gezegd: de ‘switch’ wordt gefinancierd door een openbare bank en een vermogensbelasting. 

    Openbare bank of nationalisering van de sector?

    “Ik ontmoet veel mensen die de ASLK missen en enthousiast zijn over het idee om een soortgelijke nieuwe entiteit op te richten,” aldus Raoul Hedebouw. Een openbare bank die op een kapitalistische markt met de private banken moet concurreren, zal snel onder zware druk staan om ook speculatieve rendementen op te leveren. Dat is overigens waarom er vandaag geen ASLK meer is. Zodra een openbare bank als een private bank functioneert, is de logische volgende stap om er gewoon een te worden. 

    De staatsbank Belfius heeft al gedreigd de toekomstige Waalse regering de toegang tot leningen te ontzeggen als de PVDA aan de macht komt. De bank dreigt hiermee wegens het gevaar van te grote uitgaven en het verlies van de controle over de Waalse staatsschuld. Raoul Hedebouw reageerde: “Belfius gedraagt zich precies zoals het bedrijfsleven en de bankwereld in Griekenland, waar alles in het werk werd gesteld om zelfs maar een poging tot links beleid de kop in te drukken.” Hij heeft gelijk en die dreiging moet ernstig genomen worden. 

    De financiële sector moet in zijn geheel uit de marktlogica worden gehaald en volledig worden genationaliseerd onder controle van de gemeenschap. Dit zou een einde maken aan de speculatie en tegelijkertijd de vele noodzakelijke overheidsinvesteringen financieren.

    De uitdagingen van de miljonairstaks

    LSP is voorstander van een miljonairstaks zoals voorgesteld door de PVDA. De superrijken dreigen met een kapitaalvlucht en dat is ongetwijfeld geen loos dreigement. De PVDA reageert door uit te leggen dat het fenomeen slechts marginaal zou zijn. De vermogensbelasting in Frankrijk vertegenwoordigde bijvoorbeeld slechts 2% van de fiscale opbrengsten op het ogenblik dat deze belasting door Macron werd afgeschaft. Een miljonairstaks van 8 tot 10 miljard euro per jaar in België, zoals voorgesteld door de PVDA, is dubbel zo hoog als in Frankrijk in een economie die zes keer kleiner is. Het gaat dus om een twaalfvoud van de Franse vermogensbelasting. Toen de eerste vermogensbelasting in Frankrijk in 1982 werd ingevoerd door een regering van PS en PCF, leidde dit tot een ongeziene kapitaalvlucht. Rijken staken letterlijk de Zwitserse grens over met autokoffers vol geld en goudstaven!

    Het programma van die PS-PCF-regering ging overigens verder dan het huidige PVDA-programma. Het omvatte de nationalisatie van 36 banken en vijf grote industriële groepen. Mitterand en zijn regering probeerden de werkgevers te overtuigen van de voordelen van hun beleid van Keynesiaans herstel door middel van publieke investeringen. De heersende klasse vreesde echter elke linkse politiek die de arbeidersbeweging vertrouwen kon geven. De sabotage van de economie door de werkgevers en de druk van de markten deden de regering zwichten. De eerste maatregel van de ‘besparingsbocht’ in 1983 was de afschaffing van de automatische loonindexering.

    Een confrontatie met het kapitaal is onvermijdelijk en men kan zich niet voorbereiden op de hevige strijd die komt door de illusie in stand te houden dat de dictatuur van de markten getemd kan worden. Kapitaalvlucht moet worden tegengegaan door de nationalisatie van de financiële sector onder democratische controle en beheer door de gemeenschap. Tegen de patronale lockouts of delokalisaties moeten we terugvechten door de werkplaatsen en het materieel op te eisen en te nationaliseren om jobs te redden. Tegen de schuldencrisis en de financiële verstikking van de markten moeten we terugvechten met de niet-betaling van de overheidsschuld, met alleen compensatie voor kleine investeerders op basis van bewezen behoeften. Stemmen op de PVDA is de beste electorale optie voor de arbeidersklasse in 2024. Maar de parallelle opbouw van een revolutionaire partij als LSP is absoluut cruciaal.

  • 1 mei. Dure winkelkar, personeel in de solden, ongelijkheid: strijden voor een andere samenleving!

    Op 1 mei was er in de toespraken en in de gesprekken onder de aanwezigen veel aandacht voor de verkiezingen van 2024. Zowel de sociaaldemocratie als de PVDA kaderden hun interventies in de verkiezingscampagnes. Andere partijen proberen een graantje van de 1-mei-debatten mee te pikken met eigen activiteiten, zowel de liberalen als het Vlaams Belang deden dit.

    De strijd tussen de PS en de liberalen werd in de gevestigde media breed uitgesmeerd. Het ging vooral over de vraag hoe een fiscale hervorming er zou uitzien: wordt het geld gezocht bij de rijksten of integendeel bij onder meer de werklozen? De verbale oorlog tussen de PS en zowel Open VLD als MR toont dat er sleet zit op de Vivaldi-regering. Tegelijk bleef het natuurlijk beperkt tot een verbaal duel, wat beide kampen niet slecht uitkwam. In het kader van 1 mei kon de PS zich op die manier linkser profileren, wat gezien de concurrentie van PVDA geen overbodige luxe is. De liberalen konden hun asociale kant sterker in de verf zetten.

    Op de optochten was er aandacht voor de strijd van het supermarktpersoneel bij Delhaize. Overal weerklonken steunbetuigingen, ook in die steden waar de sociaaldemocratie mee in de lokale besturen zit die toelaten dat de politie met deurwaarders wordt uitgestuurd om stakersposten op te breken. In Gent werden er zelfs syndicalisten opgepakt tijdens een piket afgelopen zaterdag! Met steun in woorden en een symbolische aanwezigheid van Delhaize-personeel, hoe belangrijk ook, zullen we er niet komen. De strijd uitbreiden om het franchiseringsplan te stoppen en om het recht op collectieve actie te verdedigen, is nu essentieel. Dat massamobilisatie werkt om rechten af te dwingen, werd op een verwrongen manier duidelijk dit weekend: een illegale rave in St Truiden kon niet gestopt worden door de politie omdat er zoveel feestvierders waren. Vanuit het ABVV werd, onder meer door Bodson, sterk nadruk gelegd op de actiedag van 22 mei in de hele distributiesector. Dat is effectief belangrijk en de actiedag van 22 mei moet aangegrepen worden om de strijd lokaal te versterken en te verbreden om de volledige franchisering te stoppen.

    Als de strijd bij Delhaize niet gewonnen wordt, staat Carrefour al klaar als volgende en dat amper enkele jaren na een forse herstructurering met jobverlies. De CEO van Carrefour België zei het al in een interview met De Tijd: “Het status quo is geen optie.” De krant voegde eraan toe: “Als de laatste stakingspiketten opgeruimd zijn en zelfstandigen alle Delhaizes overnemen, begint ook voor Carrefour een nieuw tijdperk.” Daarbij zal de discussie opgestart worden rond de voorwaarden in de verschillende paritaire comités in de sector.

    Brugge

    Magnette en de PS legden nadruk op het belasten van de rijken, met een voorstel tot een verdubbeling van de effectentaks en andere maatregelen om de rijksten meer te laten betalen. Hij antwoordde daarmee op de liberalen die de zwaksten meer willen laten betalen, in het bijzonder de werklozen. Magnette kreeg een mes in de rug toen Conner Rousseau zelf het idee van ‘basisbanen’ lanceerde, in feite verplichte tewerkstelling van werklozen na twee jaar en dit aan een minimumloon. Dat zet de deur open voor een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, wat Bouchez meteen aangreep om te lachen dat Vooruit hem langs rechts voorbijstak. Grappig voor de liberalen, bijzonder pijnlijk voor wie illusies heeft in Vooruit. Het voorstel van Rousseau is daarnaast ook pijnlijk omdat het minimumlonen voorstelt voor jobs die normaal een hoger startloon hebben. Zo introduceert hij twee loonschalen voor dezelfde job. Eigenlijk is dat hetzelfde wat de directie van Delhaize wil doen met het personeel in de 128 winkels in eigen beheer: ‘oud’ personeel aan de oude betere voorwaarden die geleidelijk plaatsmaken voor nieuw personeel aan slechtere condities.

    In Gent sprak een ABVV-spreekster zich uit tegen de ‘basisbanen’ van Rousseau in een pleidooi voor een echt banenplan voor degelijke jobs en lonen, met een verhoging van het minimumloon tot 17 euro per uur. Voor positieve commentaren op zijn voorstel moest Rousseau vooral kijken naar liberalen en N-VA. Vooruit probeert alle rechtse voorstellen te verkopen als manieren om extreemrechts te stoppen door een coalitie met N-VA voor te bereiden. Zal de N-VA niet geneigd zijn om lokale coalities met het Vlaams Belang te vormen na oktober 2024 omdat Vooruit de N-VA op heel wat vlakken achterna loopt? De kans is klein…

    Om extreemrechts te stoppen, zal er iets anders nodig zijn. Het Vlaams Belang trok op 1 mei naar Turnhout waar het naar eigen zeggen 500 aanhangers verzamelde. De locatie is niet toevallig: extreemrechts kan scoren in de centrumsteden en het platteland, zowel op basis van ongenoegen rond koopkracht als de afbouw van dienstverlening en het stikstofdossier. Het Vals Belang kwam uiteraard met asociale voorstellen om te besparen op de sociale zekerheid en de gemeenschapsmiddelen (voorgesteld als de ‘Belgische staatskas’ en niet als de financiering van zorg, onderwijs of infrastructuur). Vooraleer het tot de asociale voorstellen kwam, begon extreemrechts met verwijzingen naar de dure winkelkar. Zo hoop het in te spelen op het algemene ongenoegen rond koopkracht.

    Bij de PVDA lag de nadruk op ‘Tax the rich’ met de miljonairstaks, waarbij het zich niet beperkt tot een verdubbeling van de effectentaks die de PS voorstelt (en die niet eens de miljardairs raakt). Raoul Hedebouw en co legden de vinger op de wonde van de enorme ongelijkheid. Hoe ze de miljonairstaks willen afdwingen en verdedigen tegen sabotage door het kapitaal, bleef echter vaag. “Het kan morgen al gestemd worden,” aldus Hedebouw. Er werd wel gewezen op het feit dat een krachtsverhouding “niet alleen in het parlement” wordt opgebouwd, maar voorstellen om de strijd te versterken blijven grotendeels beperkt tot stemmen voor de PVDA. Een beweging opbouwen die ook voorbereid is om indien nodig de financiële sector te nationaliseren, is noodzakelijk om de miljonairstaks effectief te kunnen afdwingen. Na het succes tegen de privileges van de (ex-) parlementairen was de PVDA zelfverzekerd op 1 mei. Met Vooruit dat naar N-VA kijkt, was dat ook langs Nederlandstalige kant gemakkelijker. “Wie een linkse politiek wil, moet naar links kijken,” was de terechte benadering van Raoul Hedebouw.

    Met LSP waren we aanwezig in 11 steden. We benadrukten drie kwesties: het uitbreiden en verdiepen van de strijd bij Delhaize, het afdwingen van een vermogensbelasting door een krachtsverhouding die de kwestie van nationalisatie populariseert en de strijd tegen extreemrechts met onder meer de Pride is a Protest-acties. Dat koppelen we steevast aan de noodzaak van socialistische maatschappijverandering, aangezien elke verworvenheid onder het kapitalisme steevast opnieuw onder druk komt te staan en omdat alle problemen waarmee we geconfronteerd worden het resultaat zijn van het kapitalistisch systeem.

    Antwerpen

    We verkochten op deze 1 mei 573 kranten, 60 meer dan vorig jaar. Daarnaast verkochten we 27 jaarabonnementen, net onder onze doelstelling van 30. In Brussel verkochten we 152 kranten en 9 abonnementen, verder ook uitstekende resultaten in onder meer Gent (90), Luik (78), Brugge (74) en Antwerpen (58). We verwelkomen onze nieuwe abonnees en hopen de kopers van onze krant te winnen als regelmatige lezers van deze website en van onze krant.

  • Hun winsten versus onze winkelkar en personeel

    Breek de dictatuur van de markt

    Deze 1e mei strijden we voor een betaalbare winkelkar! Het is elke keer schrikken aan de kassa: tientallen euro’s voor een kar waar amper iets in ligt. Toch is het de realiteit in de supermarkt. We betalen 30% meer dan vorig jaar voor levensnoodzakelijke basisproducten als groenten, fruit, brood, eieren … De prijzen razen door en ons loon blijft achter. Door de uitgeholde index steeg dat maar met 10%. Dat is te weinig! Dat voelen we, dag in dag uit en vooral op het einde van de maand (een einde dat altijd vroeger begint).

    door Michael Bouchez

    Wij betalen hun winsten

    De werkende klasse verliest. Maar er zijn ook winnaars. De kar van de aandeelhouders van Delhaize, Colruyt, Engie … blijft wel goed gevuld. Zij maken recordwinsten op onze basisproducten. De winsten van Ahold Delhaize gingen er met 13% op vooruit. Olieconcern ExxonMobil verdubbelde haar winst (een winststijging van 100% dus) … Het gebeurt in realtime voor onze ogen: een reusachtige transfer van arbeid naar kapitaal. 

    Wij betalen dubbel

    Maar daar stopt het niet. De werkende klasse betaalt dubbel voor de winsten van de aandeelhouders. Bovenop de prijs aan de kassa betalen we voor hun winsten als werkende klasse omdat ze bovendien onze arbeidskracht goedkoper proberen te maken. Door onze loon- en arbeidsvoorwaarden af te breken, drijven ze de uitbuitingsgraad op. Wij moeten meer en sneller produceren in ruil voor minder loon. Dat is wat de poging tot franchisering bij Delhaize is: grotere winsten voor hen ten koste van onze koopkracht. Het is een illustratie van waar de samenleving naartoe gaat als we de regels van het kapitalisme volgen.

    Offensieve eisen: de beste verdediging

    1 mei is de dag waarop de werkende klasse haar geschiedenis van strijd en verworvenheden viert, ontstaan als een dag van strijd tegen de horror van het kapitalisme in de 19e eeuw. De arbeidsvoorwaarden bij PostNL, de poging tot franchisering, de sociale dumping en aanvallen op piketten van Delhaize zijn voorbeelden van hoe het patronaat die 19e eeuwse wereld terug wil brengen. 

    1 mei is de dag waarop we in herinnering brengen dat de werkende klasse door collectieve strijd sociale vooruitgang heeft afgedwongen. Geen halve cent loonsverhoging of geen halve dag verlof is uit de lucht komen vallen. Integendeel. Voor elke cent extra in de vorm van loon, pensioenen of sociale zekerheid en voor elke dag verlof is strijdsyndicalisme en een programma nodig geweest.

    We moeten die strijd niet gewoon herdenken, maar omzetten naar eisen voor vandaag. Elke aanval op onze lonen, werkomstandigheden en koopkracht moet beantwoord worden door strijd van de volledige arbeidersklasse voor eisen, zoals het volledig herstel van de index om de winkelkar echt betaalbaar te houden, of voor een directe loonsverhoging van €2/u voor iedereen door het breken van de loonnormwet. Een strijd van de hele werkende klasse tegen de franchisering bij Delhaize, de neerwaartse spiraal van de arbeidsvoorwaarden van het winkelpersoneel en ook tegen de aanval op ons recht op collectieve actie.

    Een andere samenleving

    Zolang de markt blijft bestaan, zullen bedrijven de uitbuiting vergroten om hun winstmaximalisatie en marktpositie te versterken. Onze levensstandaard en hun winsthonger staan diametraal tegenover elkaar. De werkende klasse over alle sectoren heen, als personeelslid of als consument, heeft dezelfde belangen.

    1 mei moet een dag van strijd zijn voor een alternatief op het kapitalisme: voor een democratisch geplande economie in een socialistische maatschappij die gerund wordt door de werkende klasse op basis van de noden van de meerderheid van de bevolking en de planeet.

    https://shop.socialisme.be/product/de-linkse-socialist-mei-2023-424-pdf
    https://shop.socialisme.be/product/abonnement-a-lutte-socialiste-pendant-1-an-papier
  • Voor de kapitalisten is het nooit genoeg!

    Steun de strijd van het Delhaize-personeel. Hun strijd is de onze!

    Het patronaat wil twee keer in onze zakken zitten: door de prijzen aan de kassa op te drijven en door de prijs van onze arbeid naar beneden te halen, terwijl wij het zijn die de rijkdom produceren! Als de franchisering bij Delhaize lukt, zullen andere patroons volgen.

    Om dit en de vele aanvallen op ons stakingsrecht te stoppen, hebben we het volle gewicht van de arbeidersbeweging nodig! Neem daarom deel aan de nationale staking van de sector gekoppeld aan een interprofessionele betoging op 22 mei in solidariteit met het Delhaize-personeel. Allemaal samen kunnen we winnen!

    Zij willen een samenleving waarin slecht betaalde flexi-jobs de norm worden en staken moeilijker is. Wij hebben het omgekeerde nodig! 1 mei mag niet alleen een feestdag zijn om de strijd van de werkende klasse van de vorige eeuwen te vieren. Het is tegelijk ook een strijddag voor de urgente eisen van vandaag in de strijd tegen de horror van het kapitalisme in de 21ste eeuw.

    De Franse werkende klasse achterna

    Overal lopen de lonen achter op de levensduurte en proberen regeringen de werkenden en hun gezinnen opnieuw te doen betalen. Ook hier bereiden de besparingspartijen nieuwe aanvallen voor. De strijd in Frankrijk leert ons belangrijke lessen.

    93% van de actieve bevolking is er tegen de pensioenhervorming. Toch drukte Macron de pensioenwet door. Er ontwikkelde zich een historische beweging die alle terreinen van strijd samenbracht. En die strijd is niet voorbij. Alle belangrijke vakbonden roepen op tot een massale mobilisatie op 1 mei. Onze zusterorganisatie Alternative Socialiste Internationale (ASI) – Frankrijk roept op tot de organisatie van een “hernieuwbare algemene staking” met anti-Macron actie- en stakingscomités om de wens van de werkende bevolking om te zetten in echte macht!

    De Coronajaren toonden wie de samenleving echt doet draaien. Met de Robin Hood-acties in Frankrijk laat de werkende klasse nu ook een glimp zien van hoe een andere samenleving eruit zou kunnen zien. Stakende werknemers in de energiesector organiseerden in het hele land gratis gas en elektriciteit voor scholen, ziekenhuizen, sociale woningen, openbare sportcentra, verenigingen van openbaar belang. Ze herstelden de distributie aan gebruikers die waren afgesloten wegens wanbetaling en boden een verlaagd tarief tot 60% voor kleine handelaren. Het initiatief en de beslissing tot deze acties werden op de werkplek genomen en gecoördineerd. Dit toont hoe de door arbeiders geproduceerde rijkdom kan worden beheerd op een democratische en sociaal rechtvaardige manier.

    Voor linkse coalities en een rijkentaks -aan welke voorwaarden?

    De pensioenschandalen tonen de hypocrisie van de besparingspartijen. Zij die op alles en iedereen willen besparen, bedienen vooral zichzelf. Dankzij de verkozenen van de PVDA, die zelf leven aan een gemiddeld werknemersloon, wordt dit laatste eindelijk bestreden!

    In Wallonië en Brussel kan de PVDA de tweede grootste partij worden en ook in Vlaanderen kan ze een grote sprong voorwaarts maken. In coalities met de PS en Vooruit zou de PVDA meerdere burgemeesters en schepenen kunnen binnenhalen, en in Wallonië wekt de mogelijkheid van een linkse regering heel wat enthousiasme op. Eén derde van de Brusselaars en Walen wil dat de PVDA deelneemt aan een regering. Wij delen dit enthousiasme. Het perspectief op een regering die de werkende klasse eindelijk een stem geeft, zou een grote stap vooruit zijn.

    Het publiek debat moet aangegrepen worden om in de arbeidersbeweging de discussie te voeren over het programma van een dergelijke coalitie. Dit moet vertrekken van de noden en zich niet beperken tot wat mogelijk is binnen het budgettair keurslijf. Wanneer een dergelijk bestuur haar programma wil doorvoeren, is een confrontatie met de kapitalistische elite onvermijdelijk. Daarop moeten we ons met de arbeidersbeweging voorbereiden. Belfius dreigt nu al om de Waalse regering financieel droog te leggen als de PVDA na 2024 politieke macht krijgt. Een dergelijke financiële wurging werd destijds gebruikt in Griekenland om Syriza te doen capituleren. De PVDA lijkt de gemoederen te willen bedaren door toegevingen te doen om binnen het systeem te blijven. Dit zou een vergissing zijn.

    In een dergelijk scenario van een staking van het kapitaal, moet de kwestie van de nationalisatie van de gehele financiële sector onder controle van de gemeenschap op de agenda geplaatst worden, om het nodige geld te kunnen mobiliseren als financieringsbron en een einde te maken aan speculatie. Bedrijven die vluchten met hun kapitaal zullen door de arbeidersbeweging opgeëist moeten worden. Een parlementaire en electorale strategie die ons niet voorbereidt op de confrontatie met het kapitalisme is dus niet voldoende. Dit vergt een revolutionaire politiek. Stemmen op de PVDA is de beste electorale optie. Bouwen aan LSP, een revolutionaire partij, is cruciaal om te winnen!

    Stop Vlaams Belang – Stop extreemrechts! Tegen elke vorm van onderdrukking – Pride is a protest

    Doen we dit niet, dan dreigt extreemrechts het voortouw te nemen in het kanaliseren van het ongenoegen. Nu al peilt het Vlaams Belang de grootste partij in Vlaanderen. Dit is niet alleen een gevaar voor heel wat LGBTQIA+mensen en mensen met een migratieachtergrond, maar voor de hele werkende klasse! Ondertussen leidt hun anti-woke discours, maar ook dat van N-VA en andere rechtse conservatieven, tot meer intimidatie en homofoob geweld met als doel verdeel en heers. Het beste tegengif hiervoor is strijd, organisatie en een programma dat beantwoordt aan de sociale noden.

    Campagne ROSA organiseert de komende maanden Pride is a protest acties en campagnes in Brugge, Brussel, Gent en Antwerpen! Contacteer ons om hieraan mee te werken!

    Sta je ook voor een socialistisch alternatief?

    Sluit aan bij LSP/PSL en haar internationale organisatie ISA

    Het is duidelijk. De multicrisis van het kapitalisme bedreigt de mensheid en de planeet. Meer dan ooit zijn Marx en het revolutionaire socialisme relevant. Maar hoe smeden we ideeën om tot een politieke en sociale kracht voor maatschappijverandering? Sluit je aan bij een partij die daarvan haar bestaansreden maakt. Contacteer ons, spreek een lid aan en leer ons kennen door deel te nemen aan onze activiteiten en meetings.

    info@socialisme.be of 0472436075 (Michael)

    [leform id=’2′ name=’Lid worden’]

  • Ontslag Sarah Schlitz: rechts buit haar zwakheden uit

    Als Sarah Schlitz (Ecolo) in het vizier kwam van N-VA en andere harde rechtse elementen, ook in de meerderheid, dan was dit omwille van haar betoog voor vrouwenrechten en LGBTQIA+ personen. In de pers werd ze omschreven als progressief, zelfs ‘radicaal’. Ze viel op in een regering die Afghaanse vrouwen blijft deporteren, aanvallen uitvoert die de financiële onafhankelijkheid van vrouwen aantasten, en 8.000 veroordelingen heeft voor het niet handhaven van de rechtsstaat in asielzaken…  Deelnemen aan zo’n regering leek niet verenigbaar met haar retoriek: ofwel geef je je principes op ofwel wordt je eruit gegooid. In dit geval lijkt het beide te zijn.

    Door Emily Burns, nationale coördinatrice Campagne ROSA

    Twee maten en twee gewichten

    De voormalige staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, Sarah Schlitz, heeft geholpen om de grote problemen van seksisme en LGBTQIA+fobie op de voorgrond te brengen. De staatssecretaris voor Gelijke Kansen was verreweg de meest prominente in deze functie, onder meer door voortdurende hypercommunicatie. Dit heeft geholpen om de problematiek onder de aandacht te brengen. Helaas bleef het daar vaak bij. Ze positioneerde zich als iemand die aan de kant van de organisaties op het terrein stond.

    Rechts verwijt Schlitz dat ze in het kader van subsidies verenigingen en projecten verplichtte om haar persoonlijk logo te gebruiken of weer te geven. Dat is geen nieuwe praktijk. De hypocrisie van N-VA, die dit als eerste en het luidst aanklaagde, is eindeloos. Sarah Schlitz heeft een problematische praktijk verdergezet. Zuhal Demir (N-VA), die in de vorige regering dezelfde functie bekleedde, moest niet voor Schlitz onderdoen op dit vlak. Het personaliseren van subsidies maakt dat het voor organisaties moeilijker wordt om zich kritisch uit te laten over het regeringsbeleid. Bij Demir was een eenvoudige verontschuldiging in het parlement voldoende. Wat is er deze keer anders? Een leugen tegen het parlement? Misschien, maar dat is duidelijk niet het belangrijkste.

    Een wet ter bestrijding van vrouwenmoorden, een project om het begrip toestemming in het wetboek van strafrecht op te nemen, de oprichting van 10 Zorgcentra na Seksueel Geweld. Dit zijn enkele van de projecten die de voormalige staatssecretaris voor Gelijke Kansen heeft uitgevoerd. Deze hervormingen, hoe minimaal ook, waren voldoende om de toorn van alle reactionairen op te wekken. Zij grepen naar het minste voorwendsel om aan te vallen. Dit is het zoveelste voorbeeld van een antifeministische terugslag na een decennium van feministische strijd over de hele wereld.

    Politiek als een zaak van individuen?

    Velen denken dat sociale verandering mogelijk is door de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. We leven echter in een structureel ongelijke samenleving. De rijkste 1% van de Belgen bezit een kwart van alle rijkdom en heeft meer vermogen dan de armste 70%. De ervaring leert dat in een dergelijke samenleving grote hervormingen – en sociale verandering – alleen door collectieve strijd kunnen worden bereikt. In een regering stappen waarvan het meerderheidsakkoord lijnrecht ingaat tegen de eisen van de strijd van de arbeidersklasse (waartoe ook vrouwen, LGBTQIA+ mensen, migranten en jongeren behoren) maakt het logischerwijs niet mogelijk om deze aspiraties in realiteit om te zetten!

    De huidige periode wordt nog steeds gekenmerkt door de invloed van het neoliberalisme en door decennia van terugtocht van de collectieve strijd. De atomisering van de samenleving heeft ruimte gegeven aan het valse idee dat het individu – en niet de collectieve strijd – sociale ongelijkheden kan oplossen en onderdrukkingen effectief kan aanpakken. Met deze visie is het logisch dat Sarah Schlitz geloofde dat zij en haar kabinet een verschil konden maken in deze kwesties. Hoewel ze hard werkte en overtuigd was van de noodzaak om te werken aan meer gelijkheid, toonde de strategie van de progressieve politica die deelneemt aan een rechtse regering al snel haar (sterke!) grenzen.

    Sarah Schlitz lag van meet af aan onder vuur van rechts, zowel binnen als buiten de meerderheid. Toen ze Ihsane Haouach benoemde tot regeringscommissaris voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, werd die laatste zowel door rechts als door de media systematisch gereduceerd tot haar geslacht en haar hoofddoek. De MR van Georges Louis Bouchez (in de meerderheid) en de N-VA (in de oppositie) organiseerden een mediacampagne om Ihsane Haouach in diskrediet te brengen en eisten zelfs dat ze haar hoofddoek afdeed. Een maand later werd ze gedwongen ontslag te nemen. De pers had achteloos nepnieuws verspreid dat wees op banden met de Moslimbroederschap. Dit had Sarah Schlitz moeten waarschuwen voor de aard van haar ‘bondgenoten’ in de regering.

    Enerzijds is er geen echte basis nodig om iemand tot aftreden te dwingen zolang er een goede krachtsverhouding  is. Anderzijds was het duidelijk dat Schlitz geen echte speelruimte zou krijgen. In het beste geval zou zij slechts het feministische vijgenblad van een rechtse regering zijn.

    Bestrijding van onderdrukking en uitbuiting vereist allereerst het opbouwen van een krachtige sociale beweging om een krachtsverhouding in ons voordeel te creëren. Deel uitmaken van een regering die niet aarzelt om racisme en seksisme te gebruiken om politieke manoeuvres uit te voeren en elk verzet te verdelen is een doodlopende weg.

    Een stap vooruit, twee stappen terug…

    Eind oktober slaagde Sarah Schlitz erin een wet tegen vrouwenmoord door te voeren. Er komt eindelijk een officiële telling van het aantal feminicides, naast een opleiding voor politieagenten en rechters, protocollen voor risicobeoordeling en de keuze van het geslacht van de politieagent die het slachtoffer ondervraagt. Extra middelen zijn echter niet toegekend. De uitvoering van de wet lijkt dus meer dan gecompromitteerd gezien het grote tekort aan middelen bij politie en justitie.

    Maandag is in Namen het nieuwste Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) geopend. Het bestaan van deze centra is een enorme stap vooruit voor iedereen die er gebruik van maakt. De tien zorgcentra kunnen jaarlijks 3.324 slachtoffers opvangen. Dat is echter minder dan de helft van de 8.000 klachten per jaar (rekening houdend met het feit dat momenteel slechts 10% van de slachtoffers een klacht indient). Het ZSG in Brussel is al bijna verzadigd… Sarah Schlitz zegt dat vanaf nu elk slachtoffer een ZSG binnen een uur rijden zal hebben. België is klein, maar 10 centra is veel te weinig. Ze zullen grotendeels onbereikbaar blijven voor wie ver van de steden woont waar ze gevestigd zijn. We hebben ook centra nodig in de buurt van elke campus; dat is de enige conclusie die we kunnen trekken op basis van het feit dat één op de vijf vrouwelijke studenten al slachtoffer werd van minstens een poging tot verkrachting.

    Tegelijk voert de regering waarvan Sarah Schlitz een volwaardig lid was echter een beleid dat negatief is voor vrouwen en alle onderdrukte en uitgebuite mensen. De groeinorm in de zorgsector is verlaagd, personeel van naschoolse en dagopvang voor kinderen hebben ondraaglijke werkomstandigheden en lonen, enz. Deeltijdwerkers – waarvan 80% vrouwen zijn – liggen onder vuur. Men moet nu een jaar voltijds werken om recht te hebben op tijdskrediet om kinderen op te vangen, in een context waar er in de georganiseerde kinderopvang slechts plaats is voor één op de drie baby’s. Het pensioen voor deeltijdwerkers wordt verder verlaagd. Vrouwen verdienen gemiddeld 23,1% minder per jaar dan mannen. Wanneer zij met pensioen gaan, loopt het verschil op tot 30%. Zoals bekend neemt het geweld tegen vrouwen toe naarmate zij in grotere onzekerheid leven. Het is belangrijk dat begrip ‘toestemming’ is opgenomen in het strafwetboek en dat er Zorgcentra na Seksueel Geweld komen, maar zonder financiële onafhankelijkheid kunnen slachtoffers moeilijk uit een situatie van intrafamiliaal geweld of geweld op het werk ontsnappen.

    Leugens?

    Of het nu bewust was of niet, de meest problematische leugen van Schlitz was niet die voor het parlement, maar wel om mensen te laten geloven dat echte vooruitgang kan zonder collectieve strijd, dat het volstaat om de juiste persoon op de juiste plaats te hebben. Door Sarah Schlitz tot ontslag te dwingen, hebben de reactionairen hun zelfvertrouwen versterkt. Sarah Schlitz heeft ongekende maatregelen genomen, maar zonder de nodige middelen is dat niet voldoende. Er is een collectieve strijd nodig om het geld te halen waar het zit, om ervoor te zorgen dat de openbare gezondheidszorg en de sociale diensten worden gefinancierd op basis van de noden, om lonen en uitkeringen af te dwingen die onze financiële onafhankelijkheid waarborgen.

    Zonder deze collectieve strijd kunnen seksisme, LGBTQIA+fobie en racisme niet verslagen worden. We kunnen die verdeeldheid en haat enkel beëindigen door een einde te stellen aan het kapitalisme, waarvan uitbuiting en onderdrukking onderdeel van het DNA zijn. Er is nood aan een samenleving waarin de beschikbare rijkdom de gemeenschap in staat stelt de ontwikkeling van iedereen te garanderen. Dat is een democratische socialistische samenleving.

  • Geen slecht betaalde ‘basisbanen’ maar vaste degelijke jobs aan minstens 17 euro per uur!

    In de aanloop naar 1 mei liet Vooruit-voorzitter Conner Rousseau een ballonnetje op over ‘basisbanen’. Dat het om een ballonnetje gaat, blijkt onder meer uit het feit dat Rousseau het niet opneemt in de voorstellen voor het partijcongres van begin juni in Plopsaland. De Vooruit-voorzitter stelde voor dat werkzoekenden na twee jaar verplicht een ‘basisbaan’ moeten aannemen om hun uitkering niet te verliezen. Een strenge opvolging van werklozen met de ‘basisbanen’ als sluitstuk wordt voorgesteld als antwoord op de werkloosheid. Het doet denken aan de verplichte tewerkstelling van werklozen, zoals voorgesteld door rechtse partijen en doorgevoerd in onder meer Nederland. In dat geval gaat het om werken voor een werkloosheidsuitkering, op zich een contradictie. Rousseau stelt voor dat wie een basisbaan uitoefent, begint aan het wettelijk minimumloon. Het voorstel kreeg positieve reacties van rechts en kritiek van zowel de vakbonden als de PS en de PVDA. Hieronder een reactie door een vakbondsmilitant en LSP-lid die wijst op het essentiële probleem van de arbeidsvoorwaarden en lonen van een dergelijke ‘basisbaan’.

    Vooruit stelt voor om werklozen te verplichten na een bepaalde periode een “basisbaan” aan te nemen, aan het wettelijk minimumloon. Dat bedraagt momenteel ongeveer 1.954,99€ bruto. Die jobs zouden er moeten komen in de “groendienst van de gemeente, sportclubs, vrijetijdsverenigingen, in het onderwijs of de zorg”. Laten we die sectoren eens bekijken.

    Een gemiddelde starter in het onderwijs verdient bruto 2.835€/maand. Het gemiddelde loon in die sector ligt rond de 4.000€ bruto. Dat ligt dus respectievelijk 800€ en 2000€ boven het minimumloon.

    Een ambtenaar functieklasse D bij  lokale of regionale besturen verdient als startloon 2.159€ bruto. Voor een C is dat 2.329€ bruto. Dit zijn de meest voorkomende schalen bij de “arbeiders” in de publieke sector. Een administratief medewerker in klasse B start met 2.780€ bruto/maand. Bij 10 jaar anciënniteit is dit voor een D minstens 2.456€, voor een C 2.839€n en voor een B 3281€. Dat betekent dat deze ambtenaren respectievelijk tussen de 200€ en de 1200€ per maand meer verdienen dan het wettelijk minimumloon.

    Een verpleegkundige start in de laagste loonschalen met € 2.538,79 bruto, na tien jaar is dat € 2.968,15. Die lonen liggen dus tussen de 500€ en de 1000€/maand hoger dan het wettelijk minimumloon.

    Conclusie: het voorstel van Connor Rousseau is een frontale aanval op de loon en arbeidsvoorwaarden van de publieke sector, waarbij werklozen als dwangarbeiders worden ingezet om die aanval door te voeren. Werklozen zullen verplicht worden om jobs te doen waarbij ze minstens tussen de 200€ en de 2000€ per maand minder zullen krijgen dan iemand die normaalgezien in die sector werkt. Geen wonder dat de N-VA laaiend enthousiast is…

    Wil men de werkloosheid oplossen, hier een paar tips voor Connor die wél werken…

    • Een 30-urenweek mét behoud van loon én verplichte bijkomende aanwervingen, ook in de privé (het is niet enkel de overheid die het probleem moet oplossen)
    • Investeer in de zorgsector, het onderwijs, jeugdzorg en andere publieke voorzieningen: het zal meer jobs opleveren én we werken aan een meer solidaire en zorgzame samenleving

    Werklozen een job geven: Ja, zeker. Maar geef hen de juiste arbeidsvoorwaarden en de correcte verloning die in die sector van toepassing is. En trek alle laagste lonen op tot minstens 17€/uur of 2.800€ bruto/maand!

  • Wij worden gepluimd terwijl zij graaien

    De traditionele politici doen er alles aan om de aandacht af te leiden van het debat over hun eigen extraatjes. Terwijl hun opbod in de strijd tegen ‘woke’ steeds absurder vormen aanneemt, rolden N-VA en VB over elkaars voeten in de strijd tegen staatssecretaris Schlitz van Ecolo. Zo werkt de zondebokmethode: iedereen een andere richting laten uitkijken. In de traditionele media pakt het deels, maar het debat over hun eigen extraatjes blijft hangen.

    Dat de gevestigde politici zichzelf gretig bedienen, was al langer geweten. Van de hoge lonen, zelfs voor wie amper in het parlement komt (ja, Bart De Wever, we hebben het over u), tot de gouden handdrukken op het einde van een mandaat en de riante pensioenen. Het allerhoogste pensioen was amper goed genoeg voor zichzelf, voor de Kamervoorzitters kwam daar nog een flinke hap bovenop. De extraatjes kwamen in alle parlementen voor en onder alle partijen. Allemaal beweerden ze achteraf dat ze van niets wisten.

    Het is straf: onze pensioenen en uitkeringen kennen ze tot op de laatste cent, zeker als ze er nog verder op kunnen beknibbelen. Maar hun eigen inkomen zouden ze niet kennen en er zelfs amper interesse in getoond hebben? Dat klinkt hoogst ongeloofwaardig. Alleszins is dergelijke nonchalance een luxe die gewone werkenden zich niet kunnen veroorloven. Wij moeten elke euro omdraaien met de hoge prijzen voor wonen, eten, diensten, vervoer …

    Daar zit overigens ook een reden waarom dit debat zo gevoelig is en blijft hangen. De afgelopen jaren kregen we steeds te horen dat onze lonen en uitkeringen te hoog zouden zijn. Er waren onafgebroken aanvallen erop. Zelfs indien het minimumpensioen wat werd opgetrokken, bleef het gekoppeld aan voorwaarden die straks mogelijk nog strenger worden. Ondertussen maakt de regering zich op om het ambtenarenpensioen aan te vallen. Volgens de regering is dat nodig om ervoor te zorgen dat de verschillende pensioenregimes naar elkaar groeien. Dat betekent een neerwaartse spiraal. Voor zichzelf kijken ze echter de andere kant uit: het is nooit genoeg!

    De aankondigingen over de extraatjes van traditionele politici begonnen met de pensioenen van Herman De Croo en Siegfried Bracke. De maximale pensioengrens van 7800 euro voor ambtenaren was voor hen niet voldoende. Dit doet pijn voor N-VA en Open VLD omdat zij tot de luidste schreeuwers behoren als het gaat om het aanvallen van het ambtenarenpensioen. Zij stellen ambtenaren graag voor als profiteurs met privileges die onverantwoord zijn. Maar nu wordt duidelijk dat ze zelf niet bereid zijn om te leven met wat ze anderen opleggen.

    Het meest gebruikte argument om de hoge lonen voor politici te rechtvaardigen, is dat ze hard werken. We willen daar op zich geen uitspraak over doen, maar werken wij dan niet hard? Hoe sterk is de productiviteit de afgelopen jaren niet opgedreven en waar blijft onze compensatie daarvoor? Zelfs de Vlaamse regeringsdienst voor statistiek erkent dat de “loonkost per eenheid product” lager ligt dan in de buurlanden, kortom wij produceren meer meerwaarde voor het kapitaal dan onze collega’s in de buurlanden. Als hard werken een compensatie verdient, wordt het hoog tijd dat de loonwet van 96 die beperkingen oplegt op de schop gaat. Terwijl zij graaien, worden wij gepluimd!

    Misschien nog dit: als er zo hard gewerkt in de parlementen, hoe komt het dan dat blijkbaar enkel de PVDA-verkozenen de bepalingen gelezen hebben over de pensioenextra’s en uittredingsvergoedingen die de gevestigde politici goedkeurden? Ze weten dus niet hoeveel ze zelf verdienen, maar ook niet wat ze allemaal stemmen? Ook dat komt ongeloofwaardig over.

    De PVDA scoorde de voorbije week met haar offensief over de inkomens van de traditionele politici. Dit is erg nuttig voor de arbeidersbeweging omdat het ons extra argumenten biedt in elke strijd voor onze koopkracht, lonen en uitkeringen. Het verzwakt diegenen die vooraan staan in de aanvallen op onze koopkracht. We moeten er rekening mee houden dat een kat in het nauw rare sprongen kan maken en dat de rechterzijde in de tegenaanval gaat, onder meer tegen elk verzet tegen onderdrukking dat als woke wordt weggezet. De traditionele politici en de rechterzijde zullen niet zomaar toegeven, zelfs niet als hun hypocrisie en gegraai algemeen bekend is. Voor onze koopkracht, levensstandaard en publieke investeringen in zorg en onderwijs moeten we doorheen strijdbewegingen een krachtsverhouding opbouwen waarbij we het volledige systeem betwisten. Graaien aan de top zit in het DNA van het kapitalisme, het pluimen van de sociale meerderheid eveneens. Heel het systeem is rot, hoog tijd voor een socialistisch alternatief!

  • Niet CD&V, maar wie zwanger is moet over eigen buik beslissen

    Poging om uitbreiding abortusrechten te beperken beantwoorden met feministische strijd! 

    CD&V wilde de discussie over de verlenging van de termijn waarin abortus mogelijk is op de lange baan schuiven. Er werd een groep experten aangesteld om een advies te geven. Nu dat advies er is en pleit voor een verlenging van de abortustermijn tot 18 weken, gaat CD&V in het tegenoffensief met een voorstel om de termijn van 12 naar 14 weken te brengen.  

    door Emily Burns 

    Er is een alternatieve meerderheid in het parlement voor de wijziging van de abortuswet van 1990. Tijdens de regeringsonderhandelingen werd eerst door N-VA en vervolgens door CD&V een veto gesteld. Uiteindelijk kwam er een regering met CD&V en legden de andere Vivaldi-partners zich neer bij de chantage van CD&V. Ze blijven dit overigens doen. Conner Rousseau reageerde op het nieuwe voorstel van CD&V dat hij het er niet mee eens is, maar dat het hem ook geen regeringscrisis waard is.  

    De wereldwijde feministische strijd van het afgelopen decennium leidde tot overwinningen voor abortusrechten in Ierland, Zuid-Korea, Argentinië, Mexico, Colombia … Ook in België is er een grote steun en wetenschappelijke consensus voor een uitbreiding van het abortusrecht tot 18 weken.  

    CD&V wil daar niet van weten. Het wil een beperking tot 14 weken op basis van twee argumenten. De partij wijst eerst en vooral op de pijnperceptie van de foetus, wat evenwel tegengesproken wordt door alle experten. Wetenschappelijke argumenten worden blijkbaar enkel aanvaard als ze van pas komen. Ten tweede stelt CD&V dat abortus na 14 weken “te ingrijpend” is voor de betrokkene. Uiteraard is elke zwangerschap en het baren van kinderen bijzonder ingrijpend. De kwestie is echter welke methode wordt gebruikt bij abortus. Sommige methoden die in Nederland worden toegepast – waar abortus tot 24 weken wettelijk kan – zijn in België gewoon niet ontwikkeld of onderwezen aan het zorgpersoneel. Eigenlijk komt het standpunt van CD&V vooral neer op een manier om de vooruitgang af te blokken.  

    De door de regering aangestelde experts pleiten voor meer preventie en voor het decriminaliseren van abortus. De verplichting van bedenktijd willen de experts afschaffen. CD&V daarentegen wil het van zes tot twee dagen terugbrengen. Blijkbaar oordeelt CD&V nog steeds dat vrouwen zonder bedenktijd mogelijk lichtvaardig deze beslissing zouden nemen.  

    Met de verkiezingen van 2024 in aantocht zal een uitbreiding van het recht op abortus wellicht opnieuw een punt van politieke profilering en onderhandelingen worden. Het is nochtans een kwestie van levensbelang. De PS is voorstander van 18 weken, maar gaf aan dat het zich niet in een debat over de termijn wil vastbijten. De partij laat zo de deur open om het advies van de experts niet te volgen. Ondertussen trekken jaarlijks honderden vrouwen naar Nederland voor een abortus. Wie zich dat niet kan permitteren, ondergaat vaak een illegale abortus met alle risico’s van dien. 

    Pro-choice 

    De discussie in België gaat over het verbeteren van de wetgeving, in tegenstelling tot de VS, China, Hongarije of Italië waar men het heeft over beperkingen. Er is echter nog veel werk. Zo is het niet evident om een abortuscentrum te vinden en om een afspraak binnen de termijn te maken. Dit is onaanvaardbaar! Het gebrek aan voldoende opgeleid personeel is schandalig en wordt verergerd door institutionele gewetensclausules. 

    De gemiddelde leeftijd van de 16702 personen die abortus uitvoerden in België in 2021 bedroeg 29 jaar. De realiteit staat dus ver van het beeld van een tiener die geen anticonceptie gebruikte. Deskundigen wijzen erop dat het aantal abortussen de afgelopen tien jaar met 15% afnam. De daling is het grootst bij 15-24-jarigen omwille van een betere toegang tot goedkopere anticonceptie en meer sensibiliseringscampagnes. Onder de 30-plussers is er daarentegen een toename. Wij pleiten voor een betere toegang tot informatie en medische begeleiding en tot gratis, toegankelijke en kwalitatief goede anticonceptie voor iedereen, op elke leeftijd. Dit vereist drastische publieke investeringen in het onderwijs, de sociale zorg en de gezondheidszorg. Daarvoor hebben we ook een farmaceutische sector nodig in handen van de gemeenschap, zodat deze niet op de winsten van aandeelhouders maar op de maatschappelijke noden gericht is. 

    Meer dan de helft van degenen die een abortus ondergaan, kregen daarvoor al een kind. Door de koopkrachtcrisis kunnen steeds meer moeders geen extra kind onderhouden. Het is onaanvaardbaar dat men om financiële redenen tot abortus wordt gedwongen. Er is nood aan een kinderbijslag die de kosten van een kind echt dekt en een plaats voor elk kind in een degelijke en nabije kinderopvang. De aanvallen van de regering op het ouderschapsverlof maken de combinatie van werk en privéleven nog moeilijker. Dit beleid is niet feministisch! Er is integendeel nood aan een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies.  

    De strijd voor abortusrechten maakt deel uit van een bredere strijd voor lichamelijke autonomie en gelijkheid voor iedereen, ongeacht hun seksualiteit of geslacht. Massaprotest was steeds nodig om significante stappen vooruit te zetten. Dat is nu niet anders, organiseer je! 

  • Antiwoke-offensief dient om onderdrukking en het kapitalisme te verdedigen

    Marxistisch antwoord op De Wever en zijn strijd tegen het ‘monster van wokeness’

    Hoe als rechtse politicus de aandacht afwenden van alles wat fout loopt onder je beleid? Hoe een systeem in verval alsnog verdedigen? Door Don Quichot-gewijs tegen de windmolen van het ‘monster van wokeness’ te vechten om meteen elke strijd tegen het systeem in een kwalijk daglicht te stellen. Het uitdrukkelijke doel is een verdediging van het kapitalisme en de onderdrukking die er eigen aan is. Dat is wat Bart De Wever doet in zijn boek ‘Over woke’ en de Franstalige liberalen van MR in een rapport onder de bizarre titel ‘Wokisme, dit nieuwe totalitarisme waarvan de naam niet mag worden uitgesproken’.

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    https://shop.socialisme.be/product/abonnement-a-lutte-socialiste-pendant-1-an-papier

    Kant kiezen

    ‘Woke’ is geen filosofische stroming, laat staan een georganiseerde beweging. Dat maakt het gemakkelijk om er een invulling aan te geven naargelang het uitkomt. De opgang van verzet tegen onderdrukking werd door heel andere krachten aangegrepen om zichzelf te profileren. Grote bedrijven kopen zich een commercieel aantrekkelijk inclusief en progressief imago door hun logo af en toe in regenboogkleuren te gieten. Amazon voert een actief antivakbondsbeleid, maar doet zichzelf graag ‘woke’ voor. Zelfs Ahold-Delhaize, dat personeel in de solden zet omdat 2,5 miljard euro winst niet genoeg is, stelt zich graag voor als inclusief.

    Het is niet tegen dat soort kapitalistische wokeness dat De Wever en Georges-Louis Bouchez uithalen. Uiteraard niet, het Antwerpse stadsbestuur van De Wever doet net hetzelfde rond de Antwerp Pride in augustus. Woke kapitalisme is geen bondgenoot in de strijd tegen onderdrukking, het is een poging om de aandacht af te leiden van het systemisch karakter ervan. 

    Vanuit clichés als ‘we mogen niets meer zeggen’ komen De Wever en co tot een standpunt dat van daders slachtoffers maakt en omgekeerd. Zo beweert De Wever dat de stalking door Bart De Pauw een ‘woke-misdaad’ was waarvoor hij ‘disproportioneel’ gestraft werd door de publieke opinie. Over Black Lives Matter heeft hij uiteraard geen goed woord over. In zijn boek beschrijft De Wever dat een moslima met hoofddoek die filosofie of godsdienstwetenschappen aan de KUL zou doceren, hem “het idee zou geven dat er iemand van de verkeerde ploeg voor de goal staat.” MeToo wordt herleid tot een “steeds nadrukkelijker pleidooi tegen mannelijkheid op zich.” Greta Thunberg krijgt een sneer, terwijl de bevriende “captains of industry” het meest “vastberaden engagement” tonen voor een groene transitie. Protest tegen transfobie of extreemrechts wordt voorgesteld als pogingen om die standpunten het zwijgen op te leggen en is dus uit den boze (is dat geen oproep om legitiem protest te cancellen?). Zelfs de standbeelden van Leopold II worden door de Vlaams-nationalist verdedigd: “Inzicht zal eerder groeien uit de confrontatie met het verleden dan door het ‘cancelen’ ervan.” Kortom, De Wever weet zijn kant te kiezen: hij verdedigt het kapitalistisch systeem in verval en richt zich tegen al wie ingaat tegen vooroordelen en vormen van onderdrukking die eigen zijn aan dat systeem.

    Antifeministische weerbots

    Terwijl we in alle media overspoeld worden door de antiwoke brigade, stelt De Wever het voor alsof het maatschappelijk debat vandaag wordt gedomineerd door ‘uitwassen’ van verzet tegen onderdrukking. De dagelijkse propaganda van Mia Doornaert (die niet aarzelt om voor het VB te spreken over feminisme!), Gert Verhulst, Maarten Boudry, Rik Torfs en Bart De Wever zelf, gaat gepaard met een verdediging van Johny Depp en Bart De Pauw. Zelfs Jeff Hoeyberghs werd grotendeels vrijgesproken voor zijn seksistische haat.

    De Wever komt nu met zijn boek en lezingen omdat er een groter gehoor voor is. Zoals elke beweging in opgang stoot ook de feministische golf onvermijdelijk op oppositie van alles wat reactionair is. Die proberen maximaal gebruik te maken van elke zwakte in de beweging om ze te ondergraven en terug in de kast te duwen om het kapitalisme te verdedigen.

    Ongelijkheid leidt tot onderdrukking

    “Anders dan het marxisme wil doen geloven, zijn het ideeën die de geschiedenis bepalen,” stelt De Wever. Hij heeft het over de ideeën die leven bij de “top van de samenleving,” waar een “flink deel van de intellectuele elite” een “zelfvernietigingsoorlog” zou voeren “tegen de moderne westerse samenleving.” Je zou haast vergeten dat de ‘top van de samenleving’ de plaats is waar De Wever zelf met zijn captains of industry, ministers en andere vrienden uit het establishment vertoeft en een grote invloed heeft.

    Marxisten zijn het oneens met de stelling dat ideeën de motor van alles zijn. Als De Wever in zijn boek beschrijft hoe gemeenschappen gevormd worden, moet hij overigens erkennen dat economische omstandigheden de basis zijn. Vervolgens stelt hij godsdienst en de ontwikkeling van de natiestaat op gelijke hoogte met die economische omstandigheden en niet als uitdrukkingen ervan. Dat maakt dat hij niet kan verklaren waarom de natiestaat een opgang kende met het kapitalisme of waarom godsdiensten doorheen drastische veranderingen in de geschiedenis andere invullingen kregen. Economische relaties worden bepaald door de productievoorwaarden die op een gegeven ogenblik aanwezig zijn en bepalen in laatste instantie hoe mensen naar zichzelf en de samenleving kijken. Kortom, het materiële zijn bepaalt het bewustzijn. 

    De Wever lijkt te ontkennen dat er sprake is van systemische en structurele onderdrukking zoals racisme, seksisme of transfobie. Stellen dat onderdrukking systemisch is, zou immers ingaan tegen heel de westerse samenleving. Ondertussen geven 14% van de mensen met een migratie-achtergrond aan regelmatig door de Antwerpse politie gecontroleerd te worden tegenover 7% van de mensen zonder dergelijke achtergrond (aldus een studie van Amnesty in 2020). Etnisch profileren is een realiteit, geen ‘idee’. De cijfers over toegang tot werk, betaalbare huisvesting, hoger onderwijs … bevestigen het systemische karakter van discriminatie. De loonkloof tussen mannen en vrouwen blijft groot, 22% als we kijken naar de jaarlonen. Gendergerelateerd geweld is pandemisch. Bewustzijn daarover afdoen als onderdeel van een “fictieve identiteit” komt neer op het goedpraten van onderdrukking.

    Te weinig personeel en middelen voor kinderopvang, onvoldoende middelen voor onderwijs, te weinig sociale huisvesting … houden lelijk huis. In plaats van naar de middelen te kijken, beweert De Wever echter dat het “postmoderne denken” ervoor zorgt dat “ook in het Vlaams onderwijs de lat lager werd gelegd.” Zijn eigen minister van ‘excellent onderwijs’ maakt er ondertussen een potje van. Niet omwille van zijn ‘denken’ maar omwille van het gebrek aan middelen.

    De Wever kijkt voor een groene transitie naar zijn vrienden bij de captains of industry, die vastberaden voor transitie zouden opkomen. De oliemultinational BP maakte vorige jaar 27 miljard dollar winst, investeert daarvan 8 miljard in groene energie en 8 miljard in fossiele brandstoffen. De rest gaat naar de aandeelhouders. Zelfs na de enorme recordwinsten van de energiebedrijven moet de overheid tussenkomen met subsidies om een beetje groene energie te stimuleren. Maar dan zou verzet tegen onderdrukking leiden tot ‘zelfvernietiging’?!

    Geen ‘irrationele zelfafbraak’ maar asociaal besparingsbeleid

    Woke wordt voorgesteld als “irrationale zelfafbraak van het economische systeem en de wetenschap van het Westen.” Anders gezegd: raak niet aan het economisch systeem waarin amper 80 superrijken evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking en waarin de 1% rijkste Belgen goed zijn voor een kwart van alle rijkdom (of meer vermogen hebben dan de 70% armsten). Die ongelijkheid wordt door rechtse politici verdedigd, onder meer door elk verzet tegen onderdrukking ‘verdacht’ te maken. 

    “Een gebalkaniseerde maatschappij die in een identitair vacuüm slachtoffergroepen aanmoedigt om verongelijkt te zijn ten aanzien van de dadergroep heeft geen toekomst,” schrijft De Wever. Duidelijker geformuleerd: leg je neer bij onderdrukking, het is nu eenmaal onderdeel van ‘onze’ gemeenschap. En zo kunnen we de beslissingen nemen ‘die nodig zijn’, lees: het besparingsbeleid in dienst van de winsten opvoeren.

    Om alle problemen door de crisissen van het systeem toe te dekken, doet De Wever beroep op de gemeenschapszin. Nationalisme heeft wat dat betreft wel wat raakvlakken met identiteitspolitiek: “Vlaanderen is onze democratische gemeenschap. De Vlaamse identiteit is derhalve het enige vehikel dat de relance naar een (h)echte res publica kan dragen.” Een hechte gemeenschap zou nodig zijn om “de vergiftiging door het wokisme te counteren” en het vertrouwen te herwinnen om “de beslissingen te nemen die zich opdringen om onze democratie en onze welvaart te borgen.” Laat je niet vangen: met ‘onze welvaart’ bedoelt De Wever wel degelijk de winsten van de grote bedrijven. Hoe kan je een hechte gemeenschap vormen als er op zowat alles bespaard wordt?

    Om maar één voorbeeld te geven: het is cynisch dat De Wever cancelculture aanklaagt op een ogenblik dat zijn partij op zowel lokaal als Vlaams niveau bespaart op cultuur. Het cancellen van de projectsubsidies voor jonge kunstenaars in Antwerpen gebeurde niet door het ‘wokisme’ maar door het conservatieve stadsbestuur.

    De beperkingen van het postmodernisme

    Om elk verzet tegen onderdrukking verdacht te maken, richt De Wever zijn pijlen op het postmodernisme. Dat wordt voorgesteld als een resultaat van mei 68 dat vandaag “bijna het eenheidsdenken aan de linkerzijde en derhalve dus ook in onze zogenaamde kwaliteitsmedia, in de humane wetenschappen aan onze universiteiten en bij de opinie zettende figuren uit de culturele wereld” vormt. Over welke linkse kwaliteitsmedia heeft De Wever het? Voor zover wij weten is hij geen abonnee van onze krant. De traditionele media met hun dagelijkse anti-syndicale propaganda als ‘links’ omschrijven, is vreemd. 

    Postmodernisme betekent het verwerpen van elk ‘meta-narratief’ of van elk breder denkkader als basis om de samenleving te analyseren. In plaats daarvan wordt vooral naar machtsverhoudingen gekeken, zonder te verklaren hoe die ontstaan. Deze stroming is niet het resultaat van mei 68, maar veeleer van de nederlaag van de revolutie in Frankrijk in 1968. Het was toen mogelijk om een einde te maken aan het kapitalisme, maar de leiders van de vakbonden en de PCF trokken aan de noodrem om het potentieel af te blokken. Een hele generatie jongeren en werkenden was geradicaliseerd en bleef zoeken naar een manier om tot maatschappijverandering te komen. Dit leidde in 1981 tot de verkiezingsoverwinning van Mitterand op een programma van nationalisatie van een groot deel van de sleutelsectoren van de economie. Patronale chantage en kapitaalvlucht werden ingezet om Mitterand en zijn PS-regering, gesteund door de PCF, tot een bocht richting besparingsbeleid te dwingen. In deze context schoven enkele filosofen het ‘grote verhaal’ aan de kant.

    Dit werd versterkt door het neoliberale offensief, dat na de val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok aan kracht won. Dit hield sociale afbraak in en een aanval op de arbeidersbeweging. Het ging gepaard met Thatcheriaanse propaganda dat er ‘niet zoiets als een samenleving’ bestond. We werden plots allemaal individuen van wie het lot louter op basis van eigen verdienste bepaald werd, een argumentatie die de rechtse Vlaams-nationalisten vandaag steevast gebruiken als het om sociale ongelijkheid gaat. Deze retoriek was de ideologische uitdrukking van de ontmanteling van belangrijke hervormingen die door de arbeidersbeweging waren afgedwongen, zoals openbare kinderopvang, sociale huisvesting en de nationale gezondheidsdienst. Dit is het economische beleid waar de N-VA van Bart De Wever voor staat. Zijn pogingen om nu te spreken over een “neoliberale ontsporing” waarbij vooral de globalisering op de korrel wordt genomen, zijn dan ook oneerlijk. De Wever lijkt te beseffen dat het neoliberalisme zijn beste dagen heeft gehad, maar kan de vinger niet op de wonde leggen omdat hij er zelf te diep in zit, laat staan dat hij er een antwoord voor kan aanreiken.

    Het feit dat de revolutionaire golf vanaf mei ’68 niet tot een breuk met het kapitalisme leidde, de nederlagen van de arbeidersbeweging in Groot-Brittannië en de VS, gevolgd door de val van het stalinisme, hadden uiteraard een effect op het bewustzijn van de werkenden en jongeren. Elk nieuw ontwaken van verzet tegen elementen van het systeem draagt kenmerken van de vorige periode in zich vooraleer het zich doorheen ervaringen in strijd tot een hoger niveau kan ontwikkelen.

    Collectieve strijd voor sociale verandering

    De postmoderne invloed is aanwezig in de ideeën die soms samengevat worden onder de term ‘identiteitspolitiek’. Er zijn verschillende benaderingen en theorieën binnen deze identiteitspolitiek en deze kunnen niet zomaar op een hoop gegooid worden. Er gaat een zekere aantrekkingskracht van uit als er een politieke praktijk ontwikkeld wordt die voornamelijk gebaseerd is op de eigen ervaring met discriminatie en/of identiteit. Het besef van eigen onderdrukking is logischerwijs vaak de eerste stap om er tegenin te gaan. Veel concepten van identiteitspolitiek verschillen echter niet veel van klassieke burgerlijke ideeën die onderdrukking los zien van het kapitalistisch systeem, of die kapitalistische uitbuiting zien als slechts één van de vele vormen van onderdrukking in plaats van als hun fundamentele sociale en economische basis. Dit leidt tot een onvermogen om effectieve oplossingen te bieden, aangezien deze beperkt blijven tot het individuele niveau. Dit gaat voorbij aan de materialistische basis voor onderdrukking.

    Bovendien is er een gevaar dat onderdrukking wordt afgemeten tegenover andere vormen van onderdrukking. Wij spreken niet graag over privileges omdat toegang tot betaalbare huisvesting, een goede job, degelijke openbare diensten, een maatschappij zonder discriminatie geen voorrechten zijn, maar rechten moeten worden die we voor iedereen afdwingen doorheen strijd tegen het systeem dat onderdrukking in zich draagt.

    Naarmate ons protest aangroeit, is er een instinctieve zoektocht naar meer eenheid en solidariteit. Er worden banden gesmeed tussen protestbewegingen, slogans en eisen kennen een internationale verspreiding. Het antifeministisch tegenoffensief door de reactionaire rechterzijde maakt dat de discussie over benadering, analyse en programma aan belang wint. Dit biedt ruimte voor marxisten om met een socialistisch feminisme de noodzaak van maatschappijverandering te populariseren en bredere ingang te laten vinden.

    Marxisten vertrekken van een programma waar alle onderdrukten baat bij hebben: degelijke jobs en arbeidsvoorwaarden, betaalbare huisvesting, meer en gratis openbare diensten, publieke investeringen in zorg en onderwijs, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, een minimumloon van 17 euro per uur en uitkeringen boven de armoedegrens …  Daar collectief voor strijden, met respect voor elkaars eigenheden, is de beste manier om het bewustzijn rond onderdrukking te vergroten en een weg aan te reiken om een einde te maken aan het kapitalistisch systeem dat onderdrukking voedt en nodig heeft. 

    https://nl.socialisme.be/95959/17-mei-pride-is-a-protest-in-brugge
    Zo hoor je het eens van een ander

    “Op een moment dat grote delen van de bevolking onder de levensduurte kreunen, wordt de intensiteit van de cultuuroorlog opgedreven. In zijn pamflet geen woord over koopkracht, overwinsten of lege brooddozen, wel klaagzangen over de verdwenen trots, over de westerse geschiedenis en jeremiades over de ‘genadeloze afslachting van het nationalisme’. De sociale werkelijkheid en de breuklijn tussen rijk en arm zijn niet eens een voetnoot waard, want toegedekt onder het wollige deken van een natie zonder klassen en standen en met een verleden waarin geen plaats is voor schaamte. Zelfs de doodslag op Sanda Dia door verwende studenten was voor de grootinquisiteur van de Vlaamse intelligentsia geen bedenking waard. Gecanceld.”

    Paul Goossens over de cultuuroorlog van De Wever in zijn column in De Standaard op 17 maart

    Marx racistisch?

    We moeten ook kort reageren op de schandalige stelling van De Wever dat Marx “ondanks een overvloed aan racistische citaten (…) wonderbaarlijk aan de cancelcultuur ontsnapt” omdat “zijn werk geïnstrumentaliseerd kan worden om mensen te doordringen van een postmodern wereldbeeld.” Dat is helemaal van de pot gerukt!

    Marx legde het verband uit tussen het opkomend kapitalisme, de slavenhandel en het ontstaan van het racisme in de zestiende eeuw. In Het Kapitaal sprak hij zich uit tegen de slavernij in Amerika en voor eenheid van alle werkenden: “Daar, waar de arbeid in een zwarte huid wordt gekluisterd, kan de arbeid in een blanke huid zich niet vrijmaken.”

    Hij legde ook uit hoe het kapitalisme gebruik maakt van verdeeldheid: “De Engelse burgerij heeft de Ierse ellende niet alleen gebruikt om de arbeidersklasse in Engeland neer te drukken door de gedwongen migratie van arme Ieren, maar ook door de arbeidersklasse in twee vijandige kampen te verdelen. De gewone Engelse arbeider haat de Ierse arbeider als concurrent die de lonen en levensstandaard naar beneden trekt.”

    Verdeeldheid en haat zijn ook vandaag zaken waar de op winst beluste commerciële massamedia van smult en waar (rechtse) politici stemmen mee hopen te winnen.

    Wellicht is de grofste belediging tegenover Marx dat hij geen omvattend analysekader had en dus eigenlijk geen wetenschappelijk socialistische benadering. Qua misrepresentatie van het marxisme scoort De Wever tien op tien.

    Ideeën voor socialistische verandering uitgelegd. Onderdrukking is eigen aan het kapitalisme

    Friedrich Engels wees er in 1884 al op dat het ontstaan van de klassenmaatschappij en het patriarchaat verbonden was met de ontwikkeling van het privé-eigendom met de verandering van productiemethoden in de vroege neolithische landbouwsamenlevingen.

    Die verandering leidde tot aanzienlijke overschotten, waardoor niet iedereen betrokken hoefde te zijn bij de productie. Er ontstonden klassentegenstellingen tussen de haves en de have nots. Die tegenstellingen werden geconsolideerd met de instelling van de staat in het openbare leven en het gezin in het privéleven.

    Onder het kapitalisme werd de productie verplaatst naar de publieke sfeer met werkplaatsen en fabrieken. Hierdoor ontstond een grote arbeidersklasse en werd vrouwen tegelijk een dubbele dagtaak opgelegd, met zowel het formele werk als het huishoudelijk werk. Het ideologisch offensief om het kerngezin te promoten, was daarom noodzakelijk. Kapitalisme wordt aangedreven door particuliere winsthonger, wat leidt tot monopolievorming en imperialisme. (Neo-)koloniale plunderingen zijn daar eigen aan en leidden tot het theoretiseren van het idee dat de mensheid verdeeld is in rassen.

    Het neoliberale beleid van terugtocht van de staat versterkte de ongelijkheid de afgelopen decennia. De afbraak van de welvaartstaat maakt dat mogelijkheden om ongelijkheid af te vlakken wegvielen. Dit vergroot de discriminatie en tegen de achtergrond van algemene tekorten ook de voedingsbodem voor verdeeldheid op basis van racisme, seksisme, LGBTQIA+fobie … De afbraak van de welvaartstaat kon enkel zo ver gaan omdat de burgerij erin slaagde de arbeidersbeweging nederlagen toe te brengen, zoals bij de Britse mijnwerkersstaking van 1984-85 of de Amerikaanse staking van luchtverkeersleiders in 1981. De val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok werd aangegrepen om het neoliberaal ideologisch offensief verder op te voeren. Een verzwakte arbeidersbeweging betekent meer ongelijkheid, uitbuiting en onderdrukking. In een sociale woestijn vol toenemende tekorten wordt er gevochten om de kleine oasen. 

    Dit vergroot de ruimte voor vooroordelen die ingang vinden onder de bevolking. In de lange wachtrij voor sociale huisvesting lijkt het gemakkelijker om naar de huidskleur van andere wachtenden te kijken dan om collectief te strijden voor meer sociale huisvesting gebaseerd op de noden. Extreemrechts vindt een bredere steun met weerzinwekkend racisme, seksisme en LGBTQIA+fobie. Ook populistisch rechts doet dit. ‘Over woke’ van Bart De Wever maakt het doel ervan duidelijk: de arbeidersbeweging verdelen om sociale afbraak te verdedigen. Daarom hanteren wij de slogan: ‘Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons’.

  • Ook in Berlaar meer antifascisten dan aanhangers Dewinter

    ACTIE

    Ook in Berlaar meer antifascisten dan aanhangers Dewinter

    17 april 2023

    De afgelopen weken werd het omvolkingscomplot van het Vlaams Belang overschaduwd door de antiwoke waanzin van De Wever. Dit zal de electorale groei van het VB niet stoppen. Het maakt racisme en verdeeldheid net meer aanvaardbaar.

    Artikel vanop blokbuster.be

    Dewinter zet ondertussen zijn tournee met boekvoorstelling verder. Zaterdag was hij in Berlaar, bij Lier. Dat is tevens de uitvalsbasis van Voorpost-veteraan Luc Vermeulen. Het moest een thuismatch worden voor Dewinter en co, maar dat werd het niet.

    De oproep voor een tegenactie circuleerde breed in de gemeente en daarbuiten. Uiteindelijk waren er volgens de media 80 antifascistische betogers en 60 toehoorders voor Dewinter. Dat is opmerkelijk: extreemrechts voert hier al maandenlang campagne tegen een asielcentrum. 

    Aanvankelijk kwamen extreemrechtse elementen poolshoogte nemen van de tegenactie, maar ze konden enkel vaststellen dat de antifascisten met meer waren. De tegenactie was een bonte mengeling van bezorgde buurtbewoners en antifascistische activisten, zoals wijzelf. Erg positief was dat alle aanwezigen iets konden zeggen door de megafoon. Zo’n open micro versterkt de actie. Louis van Actief Linkse Studenten gebruikte dit om te pleiten voor een benadering die sociale eisen centraal stelt. 

    Artikel in Het Nieuwsblad: https://m.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230415_96952338

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop