Category: Op de werkvloer

  • Chemiebedrijven breken de loonnorm

    Artikel uit de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’

    In 2011 verwacht de Nationale Bank 2,6% economische groei in ons land, volgend jaar zou dat 2,2% zijn. Ook de winsten nemen opnieuw toe. Maar de lonen mogen niet volgen als het van de werkgevers afhangt. Eerder dit jaar bekwamen de werkgevers dat een algemene loonnorm in een wet werd opgelegd waardoor de lonen niet meer dan 0,3% mogen stijgen in 2011-2012.

    Die loonnorm is niet van toepassing op de topmanagers zelf. In de periode 2008-2010 zijn de lonen van de topmanagers van de Bel-20 bedrijven (de grootste bedrijven in ons land) met meer dan 20% gestegen. In 2010 maakten dezelfde bedrijven 37% meer winst dan in 2009: 16,6 miljard euro. De 500 bedrijven met de grootste winsten in 2009 betaalden gemiddeld 3,76% belastingen. Voor hen is het geen crisis…

    Het is dan ook niet verwonderlijk dat het voorstel om onze lonen te bevriezen op tegenkanting botst. Een aantal werkgevers ging zelf op zoek naar methoden om de 0,3%-norm te overstijgen, onder meer door premies en andere voordelen toe te kennen. In een aantal bedrijven werd de loonnorm doorbroken via onderhandelingen. Bij de chemiebedrijven Evonik, Bayer en Ineos in Antwerpen en Solutia in Gent werd meer bekomen. Bij de eerste twee bedrijven gaat het om 3% (in het geval van Bayer over 25 maanden), bij Solutia komt er 0,50 euro per uur bij naast een premie. Evonik en Oxeno (de twee bedrijven op het terrein van het vroegere Degussa) waren vorig jaar goed voor 122 miljoen euro winst, Bayer zelfs voor 167 miljoen.

    Bij Evonik verklaarde de werkgever dat de loonsverhoging noodzakelijk is om de job aantrekkelijker te maken. Maar de werkgeversorganisaties vrezen dat dit voorbeeld teveel navolging zal krijgen. Er volgen in de Antwerpse chemiesector namelijk nog onderhandelingen bij Lanxess (september) en BASF (eind dit jaar). Waarom zouden zij onder de 3% blijven?

    Siliconenproducent Dow Corning in Seneffe (nabij Charleroi) moest na enkele dagen staking zelfs een loonsverhoging van ruim 4% toekennen aan de 300 personeelsleden. En de arbeiders van metaalbedrijf Industeel (Marchienne-au-Pont) kregen zelfs 5% extra na een staking van 10 dagen. Deze arbeiders hadden een eerste voorstel van de directie met 50,4% verworpen.

    De bedrijven waar de loonnorm is gebroken, blijven jammer genoeg uitzonderingen. De werknemers van deze bedrijven en hun afgevaardigden tonen aan dat het mogelijk is om de loonnorm te breken en tegemoet te komen aan de verwachtingen van heel wat werknemers in alle bedrijven.

  • NMBS. Personeel en reizigers de dupe van de besparingsdrift van de directie

    Artikel uit de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Op 5 juli 2011 beslist de Raad van Bestuur van de vervoersmaatschappij NMBS over het door de directie uitgewerkte besparingsplan. De directie wil 100 miljoen euro besparen door 941 treinen af te schaffen en 40 stopplaatsen niet meer te bedienen. Het zou gaan om treinen met een lage bezetting. O.a. de vroegste en de laatste treinen op een aantal lijnen dreigen te sneuvelen. 25.000 reizigers wordt de mobiliteit ontnomen. Deze besparing zou goed zijn voor 64,6 miljoen euro. Het afschaffen van de stopplaatsen brengt 2,5 miljoen euro op.

    egen 2015 zou de NMBS op break even draaien. Volgend jaar zou er evenwel nog een tekort van 46,7 miljoen zijn. Maar zo’n streefdoelen hebben we eerder gehoord. In het besparingsplan merkt Descheemaecker op dat de vervoersmaatschappij 90% van de inkomsten van de Groep genereert (verkoop vervoersbewijzen, dotaties). Daar staat tegenover dat 80% van de kosten voortkomt uit facturen van Infrabel (rijpaden, energie, onderhoud) en de Holding (personeel, onderhoud, ICT). Als die rekeningen marktconform waren, zou de NMBS 26 miljoen euro besparen.

    Eerder vernamen we dat Electrabel zou profiteren van het feit dat ze als enige de capaciteit heeft de spoorwegen van elektriciteit te voorzien. Electrabel rekent te veel aan om de winsthonger van de aandeelhouders van GDF Suez te spekken. Descheemaecker breidt zijn eis tot ‘marktconforme lonen’ bij NV Logistics (goederentransport) uit naar de hele vervoersmaatschappij. Marktconforme lonen worden niet bepaald door barema’s, maar door concurrentie tussen arbeiders voor werk. Kortom een aanval op de lonen en arbeidsvoorwaarden.

    De reactie van de leiding van ACOD-Spoor beperkt zich tot Digneffes belofte alle invloed aan te wenden om de beslissing over de zomer te tillen. Een actieplan blijft uit. Deze zwakke opstelling lokt nieuwe aanvallen uit. Op dinsdag 21 juni 2011 liet de directie zich op een ‘roadshow’ in Antwerpen Noord ontvallen dat ze niet zal wachten op een akkoord over de nieuwe arbeidsomstandigheden bij het filiaal van privaat recht.

    De besparingen op zich worden nauwelijks in vraag gesteld en er wordt niet geëist dat er iets wordt gedaan aan de ontoereikende overheidsdotaties. De directie vindt overigens wel middelen voor verspilling aan de top, onder meer met 210 miljoen euro voor consultancy.

    Op collectief vervoer moet blijkbaar bespaard worden. Voor individueel vervoer worden wel middelen uitgetrokken. Het fiscale gunstregime voor bedrijfswagens kost jaarlijks 4,1 miljard euro (1,2% van het BNP). Een mogelijke verdere afbouw van de NV Logistics dreigt dagelijks 80.000 vrachtwagens extra op de weg te sturen. Dit dreigt het wegverkeer volledig te doen dicht slibben, maar daar wordt door de marktconforme directie geen rekening mee gehouden.

    In 2025 moeten 67% meer reizigers vervoerd worden, in totaal 350 miljoen op jaarbasis. Hoe valt dit te rijmen met de beoogde besparingen? Het is duidelijk dat dit besparingsplan niet alleen het personeel, maar ook de reizigers treft. Personeel en reizigers zullen samen in verzet moeten gaan!

  • Spontane werkonderbrekingen bij Volvo Cars Gent

    Donderdagmorgen werd bij Volvo Cars in Gent de nieuwe cao 2011-2012 verdeeld onder de arbeiders. Dit resulteerde al vrij snel in een spontane werkonderbreking. De arbeiders moesten vaststellen dat de werknemersafgevaardigden in de onderhandelingen ingestemd hadden om de verlofkalender van 2011 alsnog aan te passen, waardoor er gewerkt moet worden tussen kerst en nieuwjaar. In de oorspronkelijke verlofkalender was nochtans vastgelegd dat de fabriek in collectieve sluiting ging die week.

    Een correspondent

    Als gevolg van de werkonderbreking besliste directie dat er in elke ploeg info-sessies zouden gegeven worden, waarin de drie hoofdvakbondsafgevaardigden de nieuwe cao aan de arbeiders konden toelichten. Tijdens deze info-sessies werd het al snel duidelijk dat de nieuwe cao niet gesmaakt werd door het merendeel van de aanwezige arbeiders – volgens de hoofdafgevaardigde van het ACV was dit enkel te wijten aan het ingewikkelde karakter van de cao.

    Nadat de cao toegelicht was, riepen de hoofdafgevaardigden op om het werk te hervatten en eventuele vragen door te spelen aan de afgevaardigden of aan de leidinggevenden, want communiceren met zo een grote groep viel hen te moeilijk.

    Velen weigerden dit uiteraard. Het grootste struikelblok was het aanpassen van de verlofkalender 2011. Er heerste ook veel ontevredenheid over de manier waarop de hoofdafgevaardigden communiceren met hun achterban, of eerder over het totale gebrek aan communicatie.

    De manier waarop de cao onderhandeld werd, was een klap in het gezicht voor de militanten die nog niet zo lang geleden mee actie gevoerd hebben tegen het IPA en nu moeten vaststellen dat naar hun mening zelfs niet gevraagd wordt, voor het opstellen van een bedrijfs-cao.

    Misschien zou het beter zijn dat bij Volvo Cars het voorbeeld gevolgd wordt van hun buur en naamgenoot Volvo Trucks en men de arbeiders laat stemmen over de nieuwe cao.

  • Opnieuw actie aan BRC

    Bij BRC (Petroplus) in de Antwerpse haven werd deze morgen opnieuw actie gevoerd. Ook in andere bedrijven van de petroleumsector blijft het gezien het uitblijven van een sector-cao woelig. Maar bij BRC is het patronaat nog een stap verder gegaan met het afdanken van drie werknemers omwille van syndicale acties. Het bedrijf werd deze morgen geblokkeerd.

    Vanaf half zes stond er een piket voor de poorten van BRC. Ondanks het feit dat dit de derde mobilisatie op drie weken tijd was, ging het opnieuw om een goed bijgewoond piket. Aanwezig waren verschillende delegees en militanten, zowel uit de sector als uit solidariteit. De directie van BRC werd de toegang tot het bedrijf ontzegd.

    De komende weken wordt de productie bij BRC volledig stil gelegd waardoor deze vorm van actie niet meteen zal worden herhaald. Maar wel is het duidelijk dat de strijd voor de heropname van de drie afgedankte werknemers zal voortgaan. Er worden nieuwe stakingsacties gepland om de heropstart van BRC zo lang mogelijk tegen te houden. De strijd voor de heropname van de drie afgedankte werknemers zou daarnaast best onderdeel worden van een nationale vakbondscampagne tegen het afdanken van delegees. Daarnaast gaat ook de strijd voor een degelijke collectieve arbeidsovereenkomst in de sector verder. Wordt vervolgd.

    • Verslag van de actie op 23 juni
    • Verslag van de actie op 30 juni
    • Nationale campagne tegen afdanken van delegees nodig

    Foto’s van deze morgen door Jente

  • Arcelor Mittal Gent (Sidmar): blijvend conflict bij onderhoud

    Lees hier een eerder artikel over acties bij Sidmar

    Toen op 17 juni het voorstel van de directie inzake het opwaarderen van de statuten voor de tweede keer werd afgekeurd, deze keer met 64,09% was het voor het grootste deel van de onderhoudsarbeiders al duidelijk dat ze zonder strijd nergens zouden komen. Aangezien het voorstel nipt niet met een 2/3-meerderheid werd afgekeurd, werd niet onmiddellijk tot een staking overgegaan maar organiseerden de vakbonden een referendum om een stakingsaanzegging in te dienen. De arbeiders werden een week geïnformeerd, konden stemmen en op 29 juni werden de stemmen geteld. Het resultaat was duidelijk: 70,63% stemde voor een staking.

    Als gevolg werd een stakingsaanzegging ingediend, deze startte 30 juni en zou ten vroegste eindigen 7 juli. De directie begon ze, nu de fabriek op volle toeren draait en er veel orders zijn, te nijpen en vroeg om een bemiddelaar. Deze werd aangesteld en er werd opgeroepen om tot de afloop van de gesprekken geen actie te voeren om zo de gesprekken alle kans te geven.

    Zaterdag 2 juli 2011 volgde het eerste gesprek en op maandag 4 juli werd een akkoord bereikt. De vakbonden informeerden dat de stakingsaanzegging zou opgeschort worden tot 16 september (ondertussen zouden er geen acties mogen zijn die betrekking hebben met het conflict) in ruil voor de belofte dat ondertussen kan gediscussieerd worden over een akkoord dat gelijkwaardig is voor alle onderhoudsarbeiders (dit was een belangrijke eis) inclusief de niet geteste eerste vakmannen, de geteste vakmannen en de hoofdvakmannen. Het nieuw akkoord zou ten laatste om 16 september gesloten moeten zijn en zou met terugwerkende kracht zijn.

    De belangrijke eis voor een “collectieve” opwaardering is dus behaald. Er zal nu zeker voor iedereen een gelijke verbetering komen. Dit voorval leert ons dat alle dreigementen vanuit de directie zoals het volledig fabriek op economische werkloosheid zetten, iedereen op stakersgeld terug laten vallen (ook de productie ),… loos waren en er vooral op gericht waren om een kloof te slaan tussen productie en onderhoud, terwijl we allen weten dat we samen sterker staan en er altijd solidariteit zal zijn.

    We kunnen ons wel afvragen waarom de datum zo ver achteruit werd geschoven? We weten dat onze fabriek nu goed draait en dat er vele orders zijn, dit maakt het voor ons een ideaal tijdstip om actie te voeren en druk te zetten om een goed akkoord te bekomen. De vraag is of dit in september ook nog zo zal zijn, en of onze acties dan nog zo krachtig zullen zijn… In het verleden zagen we met de CAO dat hoe later een akkoord op het jaar komt, hoe zwakker dit akkoord soms is.

    Onze sterkte zal belangrijk zijn. Een eerste slag werd gewonnen, maar over hoe groot de verbetering zal zijn, is nog niets zeker. Het is in tussentijd afwachten en aan ons om ons zo goed mogelijk te informeren om klaar te staan wanneer actie nodig zal zijn.

  • Universiteit Antwerpen. Onderwijsbond verzet zich tegen de concurrentie- en besparingslogica

    Aan de Antwerpse universiteit was er een discussie over het statuut van het Zelfstandig Academisch Personeel (ZAP). Het ZAP-statuut is van toepassing op de professoren. ACOD-Onderwijs verzet zich tegen het voorstel dat op tafel lag. De vakbond is ongerust over de wijze waarop het wetenschappelijk onderzoek en het hoger onderwijs worden gefinancierd en georganiseerd. We publiceren een standpunt dat ACOD-onderwijs hierover schreef.


    ACOD-Onderwijs keurt nieuw ZAP-statuut aan de Universiteit Antwerpen niet goed

    Standpunt van ACOD-Onderwijs aan de Antwerpse universiteit

    In mei/juni 2011 werd het nieuwe ZAP-statuut, dat vanaf oktober 2011 het huidige statuut voor de ZAP-geleding zal vervangen, onderhandeld in het Personeelsonderhandelingscomité (POC). Het POC is een paritair samengesteld orgaan binnen de Universiteit Antwerpen, waar vertegenwoordigers van het universiteitsbestuur en van de vakbonden onderhandelen over collectieve personeelsaangelegenheden.

    ACOD-Onderwijs, de onderwijscentrale van het ABVV, heeft na raadpleging van haar leden het protocol van akkoord rond het nieuwe ZAP-statuut niet ondertekend. We willen hiermee onze ongerustheid over de huidige trends in de financiering en de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek en het hoger onderwijs signaleren.

    Personeel slachtoffer van krimpende budgetten

    De publieke middelen voor hoger onderwijs en onderzoek zijn de voorbije 20 jaar systematisch afgenomen. Het totaal budget daalde gedurende deze periode in reële termen met 10%! Daar staat tegenover dat de studentenaantallen met ongeveer 50% gestegen zijn (van 141.538 studenten in 1993 naar 207.954 in 2010) en er heel wat meer verwacht wordt op gebied van onderzoek. Sinds de economische crisis werd het besparingsritme nog verder opgedreven. De rectoren van de Vlaamse universiteiten berekenden dat de voorbije 3 jaar 96,9 miljoen euro bespaard werd op hun structurele inkomsten. De recente verhoging van publieke middelen voor onderzoek (FWO, IWT…) doen slechts voor een stuk de besparingen van de voorbije jaren teniet. Met de om en bij de 20 miljard euro die de toekomstige regeringen in ons land zullen besparen, lijkt het bovendien onwaarschijnlijk dat we de komende jaren substantiële budgetverhogingen mogen verwachten.

    Doorgaans probeert men het academisch personeel ietwat te ontzien – zij verzorgen immers de ‘core-business’ – wat tot gevolg heeft dat de toenemende werkdruk vaak het hardst voelbaar is onder het administratief en technisch personeel (ATP). Maar ook het academisch personeel wordt getroffen: er zijn steeds minder professoren om steeds meer studenten op te vangen, jonge onderzoekers moeten in onzekere statuten werken en hebben heel beperkte carrièreperspectieven, de kansen op financiering van fundamenteel onderzoek via het FWO zijn fors gedaald…

    Vermarkting van onderwijs en onderzoek ten koste van kwaliteit

    Hoe kan je de kennisproductie verhogen met minder middelen? Door concurrentie, was het antwoord van voormalig minister van onderwijs, Frank Vandenbroucke. In 2008 voerde hij een nieuw financieringsmodel in dat ervoor zorgt dat de universiteiten voor hun inkomsten met elkaar in concurrentie moeten gaan op vlak van wetenschappelijke output en studentenaantallen. De centrale ‘pot’, die in principe enkel verhoogd wordt met de (afgeroomde) index en door het ‘kliksysteem’ (enveloppen nemen met 2% toe indien het studentenaantal met 2% toeneemt t.o.v. een referentiedatum), wordt verdeeld onder de universiteiten in verhouding tot hun score op deze twee parameters. Dit leidt tot een gevecht om de te klein bemeten gelden, met een verhoging van de werkdruk tot gevolg. Een bijkomend nefast gevolg is dat je als universiteit wat betreft ‘output’ wel vooruit kan gaan, maar als anderen nog beter presteren, dan blijf je tóch achter met minder geld. De kleintjes worden kleiner, de groten worden groter…

    Doordat er steeds minder publieke middelen naar hoger onderwijs vloeien, zijn de universiteiten in toenemende mate afhankelijk van fondsen uit de privé-sector. Niet alleen staan die middelen onder druk door de economische crisis, maar dergelijke fondsen roepen ook vragen op over de onafhankelijkheid van het onderzoek dat ze financieren. Universiteiten dreigen zo te verworden tot goedkope ‘research and development’-centra van de privé sector. Onderzoek dat niet onmiddellijk ‘vermarktbaar’ is, dreigt zo in het verdomhoekje terecht te komen.

    Ook de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek komt in gevaar. Men evalueert onderzoekers vandaag op basis van het aantal gepubliceerde artikels, afgeleverde doctoraten en de mate waarin ze in staat zijn om fondsen aan te trekken. Andere kerntaken zoals het kritisch bespreken van het werk van collega’s, het opleiden van nieuwe onderzoekers, dienstverlening aan de samenleving… worden nagenoeg niet als volwaardige ‘output’ gerekend en brengen dus geen geld in het laatje. Kwaliteit wordt aldus vernauwd tot internationale publicaties en wordt op louter kwantitatieve wijze gemeten. De stijgende publicatiedruk heeft weliswaar geleid tot een sterke stijging van het aantal publicaties (een gemiddeld onderzoeker in Vlaanderen produceert vandaag 2 keer meer wetenschappelijke publicaties per jaar dan 10 jaar geleden), maar of dit ook geleid heeft tot een kwalitatieve verbetering is nog maar de vraag. Samenwerking over de grenzen van een onderzoeksgroep, faculteit of universiteit heen, komt onder druk te staan: je collega is immers tegelijk ook je concurrent. Je kan je maar best niet te veel bezig houden met fundamenteel onderzoek dat weinig output op korte termijn oplevert. En wie durft het nog aan om tegen de stroom in te gaan in zijn of haar onderzoeksdomein als je daardoor niets gepubliceerd krijgt? We glijden af naar een situatie waarin professoren geacht worden om enkel nog onderzoeks’managers’ te zijn: gespecialiseerd in het maximaliseren van de “output”, met dus een uitgebreide reeks publicaties in een bepaalde niche van een bepaald onderzoeksdomein tot gevolg, maar zonder de stimulans om het onderzoek kritisch uit te diepen of om het te kaderen in globale problematieken. Daarenboven, waarom zou een universiteit haar onderzoekers nog aanmoedigen om het werk van collega’s kritisch te bespreken (‘peer review’), wanneer dit niet meetelt als ‘output-parameter’? Nochtans staat of valt de wetenschap met de confrontatie van ideeën, inzichten en bevindingen!

    Nieuw ZAP-statuut versterkt onderlinge concurrentie aan Universiteit Antwerpen

    De druk die het tekort aan middelen en het nieuwe financieringsmodel uitoefent op de universiteiten, komt nu ook tot uiting in een officieel document dat de arbeidsvoorwaarden voor professoren regelt: het nieuwe ZAP-statuut.

    De Universiteit Antwerpen stapt mee in de concurrentielogica en zal voortaan voor de aanwerving van nieuwe professoren gebruik maken van het Tenure Track stelsel (TT-stelsel). Dit stelsel voorziet in een evaluatieprocedure voor nieuwe ZAP-leden waarbij minimumvereisten voor wetenschappelijke output worden vastgelegd in termen van aantal publicaties, citaties, afgeleverde doctoraten, verworven fondsen, enzovoort. Kortom, net die parameters die van belang zijn in het financieringsmodel. Vijf jaar na de aanwerving zal het nieuwe ZAP-lid beoordeeld worden op basis van deze criteria, wat aanleiding moet geven tot het wel of niet benoemen als hoofddocent. Voorheen bedroeg de termijn waarbinnen beslist werd over een benoeming slechts 3 jaar.

    Ook aan de Universiteit Antwerpen zijn er de voorbije jaren honderden nieuwe jonge doctoraatsstudenten bijgekomen, maar hun kansen op een academische carrière zijn klein doordat het aantal ZAP-posities ongeveer stabiel is gebleven. Voor de beperkte posities wil men met het nieuwe ZAP-statuut meer concurrentie organiseren tussen potentiële kandidaten: wie na 5 jaar het meest heeft gepubliceerd, het grootste aantal doctoraten heeft afgeleverd, de meeste fondsen heeft aangetrokken,… zal de benoeming in de wacht slepen.

    Met ACOD-Onderwijs zijn we niet tegen duidelijke doelstellingen, maar we zijn ervan overtuigd dat de huidige nadruk op kwantitatieve wetenschappelijke output ondermijnend werkt voor de kwaliteit van het onderzoek, en de werkdruk nodeloos opdrijft.

    Terwijl een benoeming aan ZAP’ers de nodige vrijheid zou moeten geven om te onderzoeken wat ze zelf het meest wenselijk achten, verkrijgen ze die slechts op voorwaarde dat hun werk de financiering van de universiteit maximaal bevordert. Regelmatige evaluaties zorgen ervoor dat dit achteraf zo blijft. We stellen ons ook vragen bij de gevolgen van dit alles voor de kwaliteit van het onderwijs aan onze instelling. Hoewel onderwijs, naast onderzoek en dienstverlening, een kerntaak is van een ZAP-lid, is de aandacht voor onderwijs in de evaluatieprocedure beperkt. De hyperproductieve prof die veel publiceert, heeft een duidelijke voorsprong op de professor wiens kwaliteiten eerder tot uitdrukking komen in zijn/haar onderwijstaak.

    Een signaal om de discussie levendig te houden

    ACOD-Onderwijs verzet zich tegen de concurrentie- en besparingslogica die onze universiteiten in haar greep houdt. De kwaliteit van onderwijs en onderzoek, en de arbeidsomstandigheden en werkzekerheid van het personeel zijn onze eerste bekommernissen. De huidige trends in het personeelsbeleid dreigen aan al deze zaken ernstig afbreuk te doen. We gaan daarom niet akkoord met het nieuwe ZAP-statuut en willen, met de niet-ondertekening, een duidelijk signaal geven. We zullen al onze mogelijkheden aanwenden om de discussie aan te zwengelen en een tegenbeweging op te bouwen.

  • BRC. Honderden militanten eisen de heropname van drie ontslagen werknemers

    Aan de poorten van de raffinaderij BRC in de Antwerpse haven kwamen deze morgen enkele honderden militanten van de drie vakbonden bijeen voor een protestactie. Aanleiding was het ontslag van drie werknemers, waaronder twee delegees, wegens hun deelname aan syndicaal protest tegen het uitblijven van een akkoord in de petroleumsector. De vrijpostige opstelling van de directie moet krachtig van antwoord worden gediend.

    Foto’s door Jente

    Gisteren publiceerden we op deze site een artikel dat ook ingekort als pamflet werd verdeeld op de actie deze morgen. Daarin eisen we een nationale campagne tegen het afdanken van delegees. Solidariteitsacties zijn noodzakelijk, maar we moeten een stap verder gaan en een nationale campagne opzetten. ABVV-voorzitter De Leeuw was deze morgen aanwezig en toonde daarmee dat de kwestie van syndicale vrijheden en het recht op actievoeren belangrijk is, maar in zijn toespraak zei hij niets over hoe het ABVV daar iets rond denkt te zullen doen. Er werd ook gesproken door Ilse Dielen van het ACV alsook door delegees van onder meer BRC..

    De actie kon op heel wat belangstelling rekenen. Er waren honderden werknemers van BRC en militanten van diverse bedrijven. Het feit dat een goederentrein even vast stond als gevolg van de actie zorgde er meteen voor dat de Scheldelaan even geblokkeerd was.

    LSP was op de actie aanwezig met een tiental militanten. We verdeelden ons pamflet en hielpen ook om een pamflet van Rood! rond een actie voor fiscale rechtvaardigheid die later op de dag plaatsvindt. Erik De Bruyn van Rood! was eveneens aanwezig op de actie. Hieronder enkele foto’s door Jente.

  • De index: van vitaal belang voor de werknemers van de non/social profit

    Artikel overgenomen vanop Polsslagnonprofit.blogspot.com

    De werkgeversorganisaties en rechtse partijen in ons land voelen zich gesteund door allerhande internationale kapitalistische instellingen zoals het IMF, de OESO, de EU … om ons unieke indexsysteem naar de bladzijden van de geschiedenis te verwijzen. Daarvoor valt men zelfs niet omver van één leugentje meer of minder.

    1. Algemene schets van de index

    De automatische indexering van de lonen heeft niets te maken met loonsverhoging hoezeer het VBO en co dit ook herhaalt als een ware boeddhistische mantra. Het is de aanpassing van het loon aan de levensduurte om de koopkracht relatief op peil te houden. “Relatief” omdat de automatische indexering een correctiemechanisme is met een ingebouwde vertraging dat achterloopt op de reële prijsstijgingen.

    Het is immers de gezondheidsindex die als basis dient voor de indexering van de lonen, de sociale uitkeringen en de huurprijzen. De gezondheidsindex is een index die gebaseerd is op een korf producten waar benzine, alcohol en tabak uitgelicht werden. De gezondheidsindex stijgt minder snel dan de index van de consumptieprijzen waardoor de indexering van de lonen en sociale uitkeringen wordt vertraagd. De slimme lezer heeft ook al door dat de index kan gemanipuleerd worden door de keuze van de producten in de indexkorf.

    Nog een ander ‘leugentje’ is het feit dat België het enige land zou zijn waar de automatische indexering (nog) bestaat. Buiten België bestaat het systeem ook nog in Luxemburg, Malta en Cyprus.

    2. De index en de crisis

    Ondertussen heeft de financiële crisis en de draconische besparingsprogramma’s die er op volgden heel wat sociale ravage aangericht in tal van Europese landen. Ons indexsysteem in België heeft een massale verarming van de werkende bevolking tot hier toe voorkomen. En dát wil men nu net afschaffen. Een situatie zonder indexering wordt perfect weergegeven door de bovenstaande cartoon. Men zou gaan twijfelen aan de geestelijke gezondheid van de werkgevers en rechtse partijen of zou het dan toch waar zijn dat zij enkel geïnteresseerd zijn in de portefeuille van de rijken?

    3. De index en de non/social profit

    Het afschaffen van de automatische indexering van de lonen zou een complete ramp zijn voor onze sector en dit omwille van verschillende factoren.

    Voor de federale sectoren van de non/social profit is onze laatste echte loonsverhoging (+ 1%) reeds meer dan 10 JAAR GELEDEN (2000). In onze sector wordt er met sociale akkoorden van 4 of 5 jaar gewerkt terwijl voor de privésectoren het zogenaamde IPA (interprofessioneel akkoord) het kader schetst voor de loon- en arbeidsvoorwaarden voor 2 jaar. Met andere woorden: om de 2 jaar kan men sneller op de bal spelen dan om de 5 jaar. Geen wonder dat de loonkloof (15%) tussen non/social profit en de profitsectoren amper wordt ingehaald.

    Zo ook hebben de werknemers van onze sector minder drukkingsmiddelen om hun (loon)eisen kracht bij te zetten: de onderneming volledig lamleggen door een staking is bij ons in de ziekenhuizen, rusthuizen en dergelijke niet mogelijk. En uiteraard zitten we met het “dubbel karakter” van de sector: enerzijds zijn er de “directe werkgevers” maar anderzijds is er de regering die voor het bulk van de centen moet zorgen. Als die regering dan fors wil besparen …

    Bij een afschaffing van de automatische indexering zouden de vakbonden in de sterke profitsectoren in theorie om de 2 jaar (IPA) voldoende looneisen kunnen stellen en afdwingen om de koopkracht tenminste te behouden. Maar dit is allesbehalve vanzelfsprekend voor de zwakkere sectoren zoals de non/social profit. En diegenen die afhankelijk zijn van sociale uitkeringen zijn dan zeker de dupe.

    We kunnen gerust stellen dat de afschaffing van de automatische indexering in onze sector de werknemers tot de bedelstaf zou veroordelen. Vandaar zou het niet slecht zijn mocht de witte woede ook wat meer aandacht schenken aan de verdediging van de index.

    Meer info:

  • Stop de afdankingen van delegees. Protesteer morgen mee aan BRC

    Donderdag 30 juni om 6u aan de poorten van BRC, Scheldelaan 490, Antwerpen Haven 663

    Donderdagochtend vindt voor de poorten van raffinaderij BRC aan de Antwerpse Scheldelaan een belangrijke actie plaats. De Zwitserse directie heeft het niet op vakbonden en collectieve acties begrepen en probeert daarom een stakingsactie op individuele wijze te sanctioneren. Drie arbeiders, waaronder twee delegees, werden afgedankt omwille van het collectieve verzet tegen het uitblijven van een akkoord over de lonen en arbeidsvoorwaarden in de petroleumsector.

    De directie beweert dat de drie zich hebben misdragen in het kader van de stakingsacties op het bedrijf tegen het uitblijven van een akkoord in de sector. De vakbonden weerleggen dit. In feite erkent de directie in de wijze waarop de drie werden afgedankt dat de ingeroepen redenen niet terzake deden. De drie werden niet op basis van een dringende reden afgedankt (waarbij een procedure voor de rechtbank moet worden gevolgd om de dringende reden erkend te krijgen), maar er werd gewoon eenzijdig een einde aan de arbeidsovereenkomst gemaakt. De werkgever moet hierdoor een fikse opzegvergoeding betalen. Een ontslag wegens dringende reden zou, indien de reden erkend wordt door de rechtbank, goedkoper zijn voor het bedrijf. Maar blijkbaar is de directie er niet zeker van dat het de aangehaalde ‘redenen’ hard kan maken.

    Intussen blijven de drie wel afgedankt. En dat werpt, een jaar voor de volgende sociale verkiezingen, vragen op die van belang zijn voor de volledige vakbeweging. De bescherming van delegees tegen ontslag, zeker in het kader van syndicale activiteiten, blijkt zo lek als een zeef te zijn. In kleinere bedrijven maakt de dreiging om een fikse opzegvergoeding te moeten betalen misschien indruk, maar in grote multinationale bedrijven die miljardenwinsten boeken, is dat niet het geval. Als de Zwitserse directie van BRC vandaag beslist om de drie arbeiders, waaronder twee delegees, gewoon aan de deur te zetten dan komt daar, mits betaling, mee weg.

    Dit is niet de eerste keer dat delegees worden afgedankt. Hoe gaan we binnen de vakbonden de strijd tegen het afdanken van delegees voeren? Die vraag werd de afgelopen jaren al meermaals opgeworpen. Er zijn wel telkens solidariteitsacties tegen het afdanken van delegees, maar wordt het geen tijd om een stap verder te gaan?

    Officieel is er de mogelijkheid van reïntegratie van een delegee die ten onrechte werd afgedankt. Als de rechtbank de ingeroepen dringende reden niet erkent, is er de keuze tussen heropname of uitbetaling. Doorgaans wordt voor de laatste optie gekozen, ook al zijn er uitzonderingen. Ook bij een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst zoals bij BRC het geval is, kan formeel een reïntegratie worden gevraagd. Het resultaat van die vraag is enkel dat een hogere vergoeding aan de ontslagen delegees moet worden betaald. Wordt het geen tijd om de keuze over de heropname van een delegee niet langer aan het patronaat over te laten? Zolang reïntegratie een vrijblijvende keuze blijft, zal het quasi nooit in de praktijk worden afgedwongen.

    De vergoeding die moet worden betaald aan delegees die ten onrechte werden afgedankt, is mee afhankelijk van de periode tot aan de daaropvolgende sociale verkiezingen. Dit betekent dat een dergelijk ontslag goedkoper wordt naarmate de volgende sociale verkiezingen dichterbij komen. Vooraleer de beschermingstijd voor de kandidaten bij de volgende verkiezingen ingaat, vallen er dus nog zaken te doen voor bedrijven die van bepaalde delegees af willen geraken. Ook op dit vlak is een aanpassing noodzakelijk, zodat er geen ‘soldenperiode’ bestaat waarin afdanken van delegees goedkoper is.

    De mobilisatie van morgenvroeg moet worden aangegrepen om een grondige discussie te voeren over de strijd voor een betere bescherming van delegees en voor het afdwingbaar maken van de reïntegratie van ten onrechte afgedankte delegees. Daarbij zullen er juridische voorstellen moeten worden gedaan (waarbij kan worden verwezen naar regelingen waarbij een werkgever eerst toelating van de rechtbank moet krijgen vooraleer een ontslag om economische of dringende redenen kan en het fors bestraffen van bedrijven die de verplichte reïntegratie van delegees niet naleven), maar de strijd zal worden beslecht door mobilisatie en het uitbouwen van een krachtsverhouding. Op die manier werd het recht op staken en de bescherming van de delegees afgedwongen en het is ook de enige manier waarop we deze rechten efficiënt zullen kunnen verdedigen.

    De nationale mobilisatie van donderdag 30 juni is een eerste stap, maar er zullen verdere nationale stappen moeten worden ondernomen en dit over de verschillende sectoren en vakbonden heen. Misschien kan ABVV-voorzitter De Leeuw donderdagochtend aan de poorten van BRC een initiatief in die richting aankondigen? En misschien kan ACV-voorzitter Cortebeeck zijn positie van ondervoorzitter van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) aanwenden om schendingen van het recht op collectieve actie (zoals voorzien in het Verdrag nr. 98 van de IAO) in ons land effectief aan te klagen? De vakbondsleiders moeten een nationaal initiatief nemen om een sluitende bescherming van delegees af te dwingen!


    Wat is er gebeurd bij BRC?

    Overgenomen vanop de site van ABVV-BRC

    Collega’s,

    In de nacht van 12/06 werd er op BRC een ludieke actie gehouden, dit hield in dat van een 4 tal voertuigen die gebruikt worden door de directie om zich intern te verplaatsen op de raffinaderij, de wielen werden verwijderd. Dit was een symbolische daad, jullie storen zich al lang aan deze onverantwoorde manier van verplaatsen ook en vooral omdat jullie je moeten verplaatsen, geladen met materiaal, op de fiets, door weer en wind. Eveneens was dit natuurlijk ook bedoeld in het kader van de moeizame onderhandelingen over de sector-CAO.

    Om te weten te komen wie betrokken was bij deze ludieke daad, heeft de directie het nodig gevonden om de portier (van een derde firma) te intimideren, onder druk te zetten om verklaringen af te leggen, om namen te geven van mensen die buiten de poort waren geweest, er is zelfs gedreigd met ontslag. Dit zijn maffia praktijken, wij zullen als vakbonden dan ook alles in het werk stellen om het op te nemen voor onze collega’s.

    De directie heeft het nodig gevonden om in hun informatie aan jullie te zeggen dat, en ik citeer “ze hebben daarbij ook een beëdigd bewakingsagent gecompromitteerd en geïntimideerd”, in een andere verklaring heeft men het zelfs over “ook zijn gezin in de dag volgend op het incident door de werknemers in kwestie terug benaderd”.

    Namens alle werknemersvertegenwoordigers op BRC kan ik met klem zeggen dat dit onwaar is, wat is er dan wel gebeurt. Er is inderdaad telefonisch contact genomen, en dit met de bedoeling om hem gerust te stellen, want hij vreesde voor zijn job. De eerste keer is meegedeeld dat betrokkene wegens nachtdienst nog sliep, de tweede keer wist zijn echtgenote te zeggen dat hij klaar stond om te gaan werken.

    De verklaringen van de directie zijn een volledige verdraaiing van de feiten, zij weten ook dat ze met deze onzin, niemand om dringende reden kunnen ontslagen, op dat moment zouden zij immers door de arbeidsrechtbank ontmaskerd worden en zou blijken dat zij onzin aan het vertellen waren.

    Om die reden zijn de drie werknemers ook niet ontslagen om dringende reden, maar heeft de directie gekozen om de arbeidsovereenkomsten met directe ingang te verbreken.

    Op de verzoeningsvergadering van 21/06 die door de vakbonden met spoed bijeengeroepen, om te eisen dat de betrokken werknemers terug werden aangeworven, verklaarde de algemeen directeur van BRC, Marcel Massenhaurer afkomstig uit zwitserland , dat hij hier werkt volgens zijn Zwitsers model en zowel vakbonden als het stakingsrecht een probleem vindt op zijn bedrijf, en dat dergelijke problemen in Zwitserland onbestaanbaar zijn.

    Wij laten het hierbij niet zitten en gaan dan ook op vrijdag 24/06 actie voeren aan BRC, vandaag, 22 juni worden op de vakcommissie petroleum die gezamenlijk met het ACV gehouden word de modaliteiten van de acties besproken.


  • Spoorellende. “Wij zitten echt verzadigd. Het systeem is fragiel. We hebben geen reserves.”

    Een reactie vanop de blog Libre Parcours

    Met deze boodschap kwam minister van overheidsbedrijven Inge Vervotte in TerZake aan bod. Maandag, op één van de warmste dagen van het jaar, liep het bij het spoor grondig mis tijdens de avondspits: er brak een bovenleiding, er viel een trein in panne, een ophaalbrug liet het afweten, reizigers zaten urenlang vast op oververhitte treinen en het rode kruis moest tussenkomen om de enorme aantallen gestrande reizigers hulp te bieden. Kortom een dag vol spoorellende.

    De minister liet weten dat er wel degelijk crisisplannen zijn voor dit soort incidenten, maar dat er momenteel onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om na te gaan of deze plannen ook op tijd in uitvoering zijn gebracht. Als er een dag na een dergelijk incident nog geen zicht is op de uitvoering van het crisisplan, dan is er wel degelijk iets fout gelopen.

    De minister verwees ook naar een ouder incident, waarbij een Intersoc-trein vast kwam te staan onder een afgeknapte bovenleiding. Ze loofde de snelle interventie en het tijdig afkondigen van het rampenplan. Jammer, want bij dat incident zaten schoolkinderen meer dan 4 uur vast op de trein en was er ook sprake van slechte coördinatie tussen de verschillende veiligheidsinstanties. Laten we hierbij opmerken dat het personeel al het mogelijke tracht te verwezenlijken, maar dat zij enkel kunnen roeien met de riemen die ze hebben.

    “Verzadiging, fragiliteit, geen reserves.” Anders gezegd: elke werknemer wordt volledig ingezet om, op een doorsnee dag, het treinverkeer min of meer normaal te laten verlopen. Wanneer er een incident gebeurt, is er géén mankracht over om tot een veilige en snelle oplossing te komen.

    LibreParcours heeft in het verleden al vaak gewaarschuwd voor de gevolgen van de besparingen op onderhoud van het materieel of het inkrimpen van het personeelsbestand. De investeringsstop (onder minister De Croo) zorgt ervoor dat de infrastructuur verouderd is en het materieel versleten. Dat leidt tot steeds meer problemen. De eerste echt koude dag in de winter, sneeuwval of een eerste warme dag: het treinmaterieel kan dat niet meer aan. Minister Vervotte vraagt nu begrip tot dat de onderinvesteringen zijn goed gemaakt. Ze merkt op dat dit niet in één, twee, drie kan gebeuren.

    Omdat reizigers weinig hebben aan dit soort excuses, stelt LibreParcours volgende maatregelen voor:

    • Voorzie voldoende personeel op werkvloer dat paraat kan staan om in te springen bij incidenten (treinbestuurders, treinbegeleiders en stationspersoneel). Dit betekent investeren in personeel.
    • Denk eraan op de warmste en koudste dagen nog meer extra personeel in te plannen en bereid hen voor op noodsituaties. Het rijdend personeel weet vaak welk materieel op die dagen dreigt stil te vallen, maar krijgt onvoldoende instructies over hoe dergelijke noodsituaties moeten afgehandeld worden. De directie weigert naar hun verzuchtingen te luisteren.
    • Zorg voor extra opleidingen, zodat elke werknemer (op seinhuizen, op treinen) beter kan reageren in geval van nood. Vandaag zien we nauwelijks inspanningen en dat leidt tot chaos. In de luchtvaart worden vaak crisissituaties geoefend, dat kan ook bij de NMBS.
    • De achterstand in onderhoud en het uitblijven van de indienstname van nieuw materieel kan men opvangen door meer werkvolk te voorzien in de werkplaatsen. Onlangs gaf de leiding toe dat bepaalde werkplaatsen over onvoldoende personeel beschikt om alle goederenwagons te onderhouden. Bij de tractiewerkplaatsen is dit niet anders. Ook, en dit is belangrijk te vermelden, moeten er voldoende wisselstukken aanwezig zijn in de werkplaatsen (klinkt belachelijk, maar het is echt een probleem!). Het personeel zit soms dagenlang te wachten omdat bepaalde essentiële wisselstukken maar niet geleverd worden. Het nieuw aangeworven personeel zal ook goed gebruikt kunnen worden om de kinderziekten van het nieuwe materieel snel te verhelpen.
    • Verminder de investeringen in megalomane projecten (zoals dure stations, of onnodige HST-lijnen), maar zorg voor een degelijke dagelijkse dienstverlening, back to basics.
    • Er zijn meer middelen van de overheid nodig om de onderinvesteringen in het verleden te compenseren.
    • Maak van de NMBS-groep terug één bedrijf dat de volledige verantwoordelijkheid van het spoorwegverkeer draagt, zodat het “vingerwijzen” kan stoppen.

    Tot slot nog dit: in de toekomst zal het netwerk door slechts 9 blokposten bediend worden. Dit is een kopie van het Zwitserse systeem waar men naar een 5 tal blokposten wilt. Wij willen wel opmerken dat het materieel in Zwitserland erg betrouwbaar is (de investeringen in spoorwegen zijn er enorm), en het netwerk goed onderhouden. Als de NMBS dit soort herstructureringen enkel ziet als “een besparing op personeel” en niet nadenkt over een totaalplan, zullen de reizigers nog veel ellende tegemoet gaan.

    Het besparen op onderhoud, technische controles en personeel moet stoppen. Dit ondermijnt de dienstverlening en het zorgt voor gevaarlijke situaties. Het opsplitsen van de bedrijven zorgt er enkel voor dat niemand nog een directe verantwoordelijkheid opneemt maar de hete aardappel naar de anderen doorstuurt. De huidige directie wil op het ingeslagen pad verder gaan. CEO Descheemaecker in Humo deze week: “Onze ambitie is om tegen 2025 nog eens 50% meer reizigers te vervoeren. Dat kan alleen als we meer doen met dezelfde middelen. Of in de toekomst misschien zelfs met minder middelen."’

    De besparingstrein van de directie en de regering zorgt voor ongenoegen bij zowel personeel als reizigers. Die moeten samen opkomen voor meer middelen en een degelijke dienstverlening. Ook als het eens een dag warm is.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop