Dinsdagavond werd het piket aan Gent St Pieters druk bijgewoond met een 100-tal aanwezigen. We spraken op het piket met Jozef Cnudde, sectorsecretaris van ACOD Spoor.
Interview door Michael
Waarom deze nieuwe staking?
“De reden is dubbel. Enerzijds zijn er de maatregelen die alle werknemers treffen zoals de indexsprong en andere besparingsmaatregelen. Anderzijds zijn er de specifieke problemen in de sector. Waarschijnlijk zal dit ook niet de laatste actie zijn voor het spoor. Het invoeren van de minimumdienst, de verschuiving van de pensioenen, het afschaffen van de spoorwegmutualiteit binnen de sector en zeker ook het enorme personeelstekort zijn ook redenen voor deze actie. Wat het personeelstekort betreft: er gebeuren geen nieuwe aanwervingen meer, behalve voor rijdend personeel. Dat zorgt voor een enorme achterstand van het aantal compensatie-uren dat het personeel kan opnemen en druk op het personeel en dienstverlening.”
Wat is volgens u het effect geweest van het actieplan van het najaar? Heeft dit een positief effect gehad op de bevolking?
“Het eerste actieplan had een heel positief effect op de publieke opinie. De steun voor de staking groeide en meer en meer mensen waren voorstander van een vermogensbelasting bijvoorbeeld. Wat dan weer wel spijtig was, waren de maanden tussen de twee actieplannen. Na de 15e was er een momentum maar nu moeten we weer deels herbeginnen. Als we echt willen winnen, moeten we verdere acties organiseren waar iedereen in mee gaat. In gemeenschappelijk front en alle sectoren.”
Zijn deze acties in staat om een solidariteit te ontwikkelen in andere sectoren en het ACV bijvoorbeeld zodat die mee naar nieuwe acties gaan?
“We staan hier zelf in solidariteit met de andere sectoren die staken. Ik denk wel dat de basis van het ACV niet tevreden is dat ze niet konden meedoen. Ze hadden duidelijk gezegd dat ze naar nieuwe acties wilden gaan.”
Is de val van de regering nog steeds noodzakelijk?
‘De regering doen vallen is niet ons hoofddoel. Het hoofddoel is bepaalde maatregelen terugdraaien, indexssprong afschaffen, goede maatregelen invoeren enzovoort, maar de regering is daarvoor een obstakel en ze zullen niet willen toegeven. De val van de regering zal dus wel onvermijdelijk zijn als we dat willen verkrijgen.”
In Griekenland zien we Syriza, in Spanje Podemos, partijen die de arbeidersklasse een duw in de rug geven op politiek vlak. Missen we zoiets in België?
“Ik zou het absoluut niet slecht vinden mocht er een syndicale partij zijn waar alle linkse partijen onder vallen. Ik zeg al lang dat er veel linkse partijen zijn en ik heb daar respect voor maar die zouden zich moeten verenigen in een programma voor een syndicale partij waarin die verschillende partijen samenwerken.”
Wie op 22 april staakt, heeft gelijk! De diverse regeringen willen niets minder dan de openbare diensten in de soep laten draaien. Slechte werking als gevolg van onderfinanciering? Ze zullen het wijten aan het “rigide” personeelsstatuut en de “buitensporige” pensioenen. Hun betrachting? De verkoop voorbereiden van de sappigste stukken aan bevriende ondernemers. De staking van 22 april zal dat niet tegen houden. Na hun eerste successen zullen de regeringen echter meer willen. Steeds nieuwe aanvallen zullen collega’s die nog afwachten of zelfs wegkijken, in actie duwen. Als ze zich dan bij een bestaande haard van verzet kunnen aansluiten en niet alles opnieuw moet beginnen, is het mogelijk dat we heel het besparingsbeleid terug kunnen draaien.
De sterkte van de arbeidersbeweging
Het klopt dat we de voorbije maanden meer tegen de stroom in moesten dan vorig jaar. Toen werd ruim vooraf een actieplan met een concentratie, een massabetoging, drie provinciale en een nationale 24-urenstaking aangekondigd. Inhoudelijk sterke pamfletten en personeelsvergaderingen deden de rest. In een paar weken tijd werd de hardnekkige mythe dat klassenstrijd niet meer zou bestaan, ontkracht. De arbeidersbeweging herbevestigde haar rol als motor van maatschappelijke verandering. Studenten, artiesten en zelfs kleine ondernemers werden meegesleept. In de peilingen donderden de regeringspartijen achteruit. Eind vorig jaar had de federale regering maar een duwtje meer nodig om te vallen.
We hadden het moeten doen. Dan was de indexsprong, het optrekken van de pensioenleeftijd, de feitelijke afschaffing van het brugpensioen en het schrappen van de wachtuitlkering er niet gekomen. Dan moesten we nu niet meer staken tegen de uitholling van het ambtenarenpensioen, tegen de niet vervanging van 4 op de 5 uittredende ambtenaren, tegen de afbouw met 28% van de werkingsmiddelen van de federale openbare diensten en de vermindering van de investeringen met 33%. Het actieplan van vorig najaar heeft aangetoond hoe sterk de arbeidersbeweging wel is, mits een duidelijk plan en welomschreven doelstellingen. Plots was het patronaat wel bereid om te onderhandelen.
… en haar zwakte
Het voorjaar legde de beperkingen bloot. Wie onderhandelingen afwijst, isoleert zich. Maar wie onderhandelt zonder dead-line, zonder druk op de ketel, is bij voorbaat verloren. Toch lieten de vakbondsleidingen zich strikken: eerst met een onschuldig akkoord over de welvaartsenveloppe en daarna met een schandalig loonakkoord dat de ACV-top door de strot van de helft van haar apparaat en de meerderheid van de ACV-basis ramde. Het ABVV verliet de onderhandelingen. Het had onmiddelijk moeten oproepen tot een militantenconcentratie gevolgd door provinciale betogingen of een nationale. Het had de ACV-top nog kunnen dwingen tot een bocht, een beetje zoals ACV-Transcom verplicht werd haar achterban bij het spoor een vrijgeleide te geven om vandaag mee te staken.
Het ABVV bleef echter maar warm en koud blazen, dreigen en uitstellen. Dat ondermijnt de argumentatie van de militanten en ontneemt hen de goesting om er echt voor te gaan. Dat 20.000 hoofdzakelijk vakbondsmilitanten in de gietende regen deelnamen aan de urenlange Grote Parade, bewijst dat niet de actiebereidheid van de basis, maar het getalm aan de top het probleem is. Het moment ging hoe dan ook verloren en verklaart de matige opkomst tijdens de week van provinciale betogingen. Dat dit ook vandaag op de staking haar sporen zou nalaten was onvermijdelijk.
Geen woorden, maar daden
De vakbonden blijven gekant tegen de indexsprong, het optrekken van de pensioenleeftijd, het schrappen van de wachtuitkeringen etc. De bonden van de openbare diensten eisen investeringen en willen niet dat geraakt wordt aan het ambtenarenpensioen. Maar wat baten woorden als tegelijk de sociale afbraak doorgaat. Velen zijn bereid zich te informeren, te betogen en te staken, maar enkel als onze woorden gepaard gaan met overeenstemmende daden.
We weten intussen allemaal wat nodig is. Niet een halsoverkop uitgeroepen algemene staking die maar half opgevolgd wordt en eerder de zwaktes dan de sterktes benadrukt. Maar integendeel een actieplan zoals dat van het najaar, dat opbouwt naar een nog breder gedragen en nog hardere algemene staking om de regering ten val te brengen. Dat vereist dat we intern orde op zaken stellen. Teveel secretarissen, van beide bonden, steken meer tijd in het afremmen van initiatieven aan de basis dan in het samenbrengen en maximaliseren van het volledige potentieel. De beste manier om daarin verandering te brengen is ons beter organiseren aan de basis en zonodig onze delegees en secretarissen ter verantwoording roepen.
Politiek alternatief
Hoe komt het toch dat de vakbondsleidingen de krachtsverhoudingen die vorig jaar werden opgebouwd zo gemakkelijk weer uit handen gaven? Gebrek aan alternatief, denken we. Ze blijven immers rekenen op de christen- en sociaaldemocratie. Maar die zijn zelf van oordeel zijn dat we langer moeten werken, dat onze lonen te hoog zijn en investeerders best aangetrokken worden met fiscale geschenken. We verdenken hen ervan heimelijk te hopen dat de N-VA de klus klaart in afwachting van hun terugkeer aan de macht.
Als ze denken dat daarmee de sociale rust zal terugkeren, vergissen ze zich echter. De neoliberale besparingstrein leidt niet tot investeringen, maar slechts tot meer besparingen. Wat de vakbondsleidingen ook mogen wensen, de sociale rust ligt achter ons. We gaan naar een periode van veel hardere klassenconfrontaties. In die confrontatie heeft de arbeidersbeweging nood aan een echt alternatief. LSP alleen kan dat niet aan, maar als alle oprechte linkse activisten, organisaties en partijen hun krachten bundelen tot een nieuwe brede en democratische strijdpartij, dan kunnen we het politieke landschap flink dooreen schudden.
Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Dat de jongerenwerkloosheid in ons land sinds het begin van de crisis in 2008 toenam van 18% tot 23,7% in 2013 (1) laat de neoliberalen koud. Dat oudere werknemers steeds meer moeite hebben om mee te kunnen en hierdoor in ziekte en invaliditeit terechtkomen, eveneens. Op vijf jaar tijd nam het aantal arbeidsongeschikte oudere werknemers (50 plus) met 20% toe. (2) Het vorige offensief tegen het brugpensioen, tegenwoordig ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT), is amper verteerd of de regering staat al klaar met een nieuw. Ze wil dat we werken tot we erbij neervallen.
Het akkoord tussen de sociale partners om de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van bruggepensioneerden te beperken tot een passieve beschikbaarheid en enkel voor wie na 1 januari van dit jaar in een stelsel van SWT stapte met dan nog een aantal uitzonderingen, ging niet ver genoeg voor de regering. Dat de vakbondsleiding meestapte in de aanval op het brugpensioen volstond niet. Het akkoord van de sociale partners werd gedegradeerd tot een “advies” dat meteen aan de kant werd geschoven. De “passieve” beschikbaarheid werd omgedoopt tot een “aangepaste” beschikbaarheid.
Het resultaat is een regeling waarin het brugpensioen volledig op de helling komt te staan. De N-VA is al enkele jaren voorstander van het volledig uitdoven van het brugpensioen. Door SWT’ers “aangepaste” beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt op te leggen, wordt het brugpensioen formeel niet afgeschaft maar wordt het wel oninteressant voor werkenden. Gelijk welke ‘aangepaste’ aangeboden job zal ongetwijfeld tegen slechtere arbeids- en loonvoorwaarden zijn. Bovendien wordt de deur opengezet voor sancties indien niet actief naar werk gezocht wordt. Dat het pensioen op de laatste lonen wordt berekend, zorgt ervoor dat er ook na de tewerkstelling negatieve gevolgen zijn. Waarom zou je vroeger vertrekken als je nadien een slechter betaalde nieuwe job moet aanvaarden?
Niet dat de werkgevers staan te springen om oudere werknemers aan te werven. Dat zelfs de werkgevers vragen hadden bij de beschikbaarheid van SWT’ers bevestigt het gebrek aan patronale interesse in oudere werkenden. Beroepsprovocateur Van Eetvelt pleitte in 2009 nog voor een “onmiddellijk verbod” op brugpensioen, maar moet nu onder druk van zijn achterban de beperking van de beschikbaarheid van SWT’ers steunen. De regering wil echter kost wat kost vasthouden aan het doel om het ‘heilige huisje’ van het brugpensioen volledig te slopen.
Langer werken, langer werkloos
Volgens de regering is er geen verband, maar terwijl ouderen langer werken zijn jongeren langer werkloos. Je hoeft geen rekenkundig wonder te zijn om wel een verband te zien. Waar in 2008 34,5% van de 50-64-jarigen aan de slag was, bedroeg dit in 2013 al 41,7%. Onder jongeren was er in dezelfde periode een omgekeerde tendens: van 27,4% naar 23,6%. De totale werkgelegenheidsgraad nam lichtjes af van 62,4% tot 61,8%. (3)
De verhoging van de effectieve uitstapleeftijd (cijfers hierover lopen uiteen, maar er is telkens een stijgende tendens) zorgt ervoor dat de uitstapleeftijd stilaan samenvalt met de leeftijd tot waarop we gezond blijven. Volgens eurostat is dat 64,3 jaar voor mannen en 65,4 jaar voor vrouwen (4). De regering wil ons binnenkort laten werken tot 67 jaar. Je hoeft geen dokter te zijn om het probleem daarbij op te merken.
Zou het niet logisch zijn om eerst de jongeren aan werk te helpen in plaats van de ouderen te laten werken tot ze erbij neervallen?
Behoud van het brugpensioen! Haal gepensioneerden uit armoede!
De regering vergelijkt graag onze lonen met die in de buurlanden en dit als onderdeel van een neerwaartse spiraal. Over de pensioenen horen we de rechtse partijen of het patronaat niet, die zijn immers lager dan in de buurlanden. Volgens een Europese studie bedraagt het armoederisicopercentage voor 65-plussers in ons land 18,4% tegenover 14,9% in Duitsland, 8,7% in Frankrijk en 5,5% in Nederland. In de gehele EU is het 13,8%. (5) Waarom ligt het risico op armoede in Nederland zo laag? Omdat een gemiddeld pensioen er 400 euro per maand hoger ligt dan in ons land (6).
De maatregelen die nu genomen worden om SWT te beperken en bovendien SWT’ers beschikbaar voor de arbeidsmarkt te maken, zullen ervoor zorgen dat de pensioenen verder naar beneden gaan. Dit gebeurt ondanks de stijgende productiviteit tijdens onze loopbaan. In plaats van ouderen tot armoede te veroordelen, moet er dringend werk gemaakt worden van een verhoging van de pensioenen tot 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1.500 euro per maand.
In plaats van te werken tot we erbij neervallen, moet het brugpensioen behouden blijven en mag er geen verhoging van de pensioenleeftijd komen. Geef jongeren een toekomst, gun ouderen rust. Verder is er nood aan een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om het beschikbare werk te verdelen en om de werkdruk te verlagen.
Is dit onbetaalbaar? We zijn nog nooit zo productief geweest en er was nog nooit zoveel rijkdom. Er zijn middelen, maar die worden vandaag niet geburikt voor sociale noden. Een herverdeling van de rijkdom zullen we niet bekomen door het vriendelijk te vragen en al helemaal niet met symbolische doorkijktaksen en andere aankondigingsmaatregelen die gemakkelijker omzeild zullen worden dan opgelegd. Wat we niet zelf met de gemeenschap controleren, kunnen we moeilijk herverdelen. De sleutelsectoren van de economie zullen in publieke handen moeten komen zodat we kunnen beslissen hoe de door ons geproduceerde rijkdom wordt aangewend.
Voetnoten
Cijfers van de FOD Economie: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
Trends op de Belgische arbeidsmarkt. http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/belgische_arbeidsmarkt_1983-2013.jsp
Healthy life years and life expectancy at birth, by sex, http://ec.europa.eu/eurostat/data/database
armoedebestrijding.be/cijfers_ouderen.htm
Cijfers van Delta Lloyd: http://www.kapitalevragen.be/2013/gemiddeld-pensioen-in-belgie-versus-buitenland/
Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De dominante logica is gericht op het individualiseren van sociale problemen. Werklozen zouden als enige verantwoordelijk zijn voor hun situatie. Dat er onvoldoende jobs zijn, wordt niet in rekenschap gebracht. Het beleid trekt de logica tot het absurde door, dat blijkt onder meer uit het artikel 63§2 waarmee de zogenaamde inschakelingsuitkering in de tijd wordt beperkt.
Deze asociale maatregel werd al door de vorige regering ingevoerd, maar werd door de nieuwe regering verstrengd. Vanaf januari zijn er de eerste uitsluitingen, in de eerste maand ging het om 16.900 mensen die hun uitkering verloren als gevolg van dit artikel, over heel het jaar zullen het er 35.000 zijn.
Zoals OASeS (Ongelijkheid Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad), een centrum van de Antwerpse Universiteit, stelt: “De arbeidsmarkt is niet aan de huidige beleidsmaatregelen aangepast. Omdat er nu een tekort aan jobs is, is dit nu niet de juiste maatregel.” Alles samen zijn in ons land meer dan 900.000 mensen volledig of gedeeltelijk werkloos en dus beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Zij moeten het tegen elkaar opnemen voor de 40.000 beschikbare jobs (12.000 in Wallonië, 8.000 in Brussel en 16.000 in Vlaanderen, cijfers uit december 2014).
Op 25 februari werd in zeven steden actie gevoerd na een oproep van het netwerk Stop Artikel 63§2. Er waren acties die van het OCMW naar de RVA trokken. In Luik waren er 350 betogers. Thierry Müller van het netwerk stelde op die betoging: “Deze maatregel is onrechtvaardig, cynisch en absurd zowel op economisch, budgettair als moreel vlak. Bovendien is er op tal van vlakken sprake van discriminatie.” Hij merkte op dat de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd tot doel heeft om alle werkenden en uitkeringstrekkers mee te trekken in een neerwaartse spiraal.
Deze maatregel zet de deur open voor een beperking in de tijd van alle werkloosheidsuitkeringen. Verzet hiertegen is noodzakelijk. Als we de regering laten doen, zal onze sociale zekerheid steeds verder afgebroken worden. Eengemaakte strijd kan dit stoppen en maakt het mogelijk om in het offensief te gaan voor een degelijke sociale bescherming met leefbare uitkeringen (werkloosheid, pensioenen, …) of nog een goede en betaalbare gezondheidszorg. De intrekking van de asociale maatregelen die nu toegepast worden, is onderdeel van onze strijd.
Om de werkloosheid aan te pakken, moet bovendien werk gemaakt worden van een algemene arbeidsduurvermindering met bijkomende aanwervingen en dit zonder loonverlies. Zo kan het beschikbare werk verdeeld worden en kan de werkdruk naar beneden.
Artikel door Maud (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
We weten dat het doel en de tactiek van de regering-Michel I dezelfde zijn als die van de vorige regering: ons laten betalen voor de crisis van de kapitalisten. Het ritme en de omvang van de aanvallen ligt nu een pak hoger, maar hetzelfde refrein blijft weerklinken: “er is geen alternatief.” De TINA – There is no alternative – van Thatcher blijft opduiken en wordt als excuus gebruikt om onze levensvoorwaarden aan te pakken en de ongelijkheid op te drijven.
Zwaksten eerst aanvallen
Bij het harde besparingsbeleid liggen de openbare diensten in de vuurlinie. Dat is immers een sector die een zekere herverdeling van rijkdom garandeert en een vorm van solidariteit organiseert door toegang tot fundamentele rechten als onderwijs, gezondheidszorg, vervoer, water, …
Het personeel van de openbare diensten wordt hard aangepakt. Naast de indexsprong zijn er ook specifieke besparingen voor elk onderdeel van de publieke sector (administraties, gerecht, onderwijs, …) en dit op alle niveaus, van het federale over het regionale tot het lokale. De federale regering bespaart 2,3 miljard euro op de openbare diensten. Vier op de vijf uittredende ambtenaren zal niet vervangen worden. Werkingsmiddelen worden met 28% afgebouwd, investeringen met 33%. Wat de regering juist bekokstooft met onze pensioenen moet nog blijken, maar hoe dan ook zullen we net als onze collega’s in de privé langer moeten werken voor een lager pensioen. Harmonisering betekent in dit geval nivellering naar beneden.
Openbare diensten die velen een minimum aan levensstandaard bieden, worden steeds meer voorgesteld als een onhoudbare kost. Daartegenover plaatsen de neoliberalen een steeds grotere individualisering gekoppeld aan privatiseringen. Dit versterkt ongelijkheid en zorgt ervoor dat we nog sneller naar een samenleving met twee snelheden gaan.
De aanvallen op de openbare diensten treffen ons allemaal. Niet alleen het personeel wordt geraakt, ook de gebruikers voelen de gevolgen. Openbare diensten zijn van ons allemaal, we betalen er immers voor met ons uitgesteld loon (onder meer via belastingen). Personeel uit de sector wordt dubbel geraakt, als personeelslid en als gebruiker. Vrouwelijke personeelsleden riskeren dan nog het eerst getroffen te worden aangezien zij vaak taken uitvoeren die de regeringen aan de publieke sector willen onttrekken.
Aanvallen langs alle kanten
De arbeidsvoorwaarden gaan er overal in de publieke sector op achteruit. Het ontbreekt niet aan voorbeelden. Zo was er eind maart opnieuw een actie van treinbegeleiders na het zoveelste geval van agressie bij een controle van de vervoersbewijzen. Meer treinbegeleiders zodat niemand alleen controles moet uitvoeren, zou het risico op agressie al sterk beperken. Maar daar zijn geen middelen voor.
De spoorwegen worden overigens hard geraakt door het besparingsbeleid. We zien het onder meer met de vele afschaffingen van treinen in de ochtend- en avondspits, maar ook met de sluiting van kleine stations, de staat van de treinstellen of de vele vertragingen. De dienstverlening gaat erop achteruit en heel wat aspecten zijn al aan onderaannemers doorgegeven. Bij De Lijn waren er forse prijsverhogingen en wordt de dienstverlening afgebouwd: belbussen verdwijnen en op zondag zou er buiten de steden amper nog gereden worden. Wie zich wil of moet verplaatsen, wordt steeds meer tot individueel vervoer gedwongen.
Om het protest tegen de besparingen bij het openbaar vervoer te stoppen, wil de regering collectieve acties verbieden door minimumdienstverlening op de agenda te zetten. Dat het openbaar vervoer nu al op minimale dienstverlening draait, lijkt de regering te ontgaan. Er is een probleem met personeelsleden die amper hun verlofdagen kunnen opnemen en overuren opstapelen. Een verplichte minimumdienstverlening zal collectieve acties zo goed als onmogelijk maken. We hebben in het openbaar vervoer overigens geen minimale diensten nodig, maar een maximale dienstverlening. Dat is waar de acties van het personeel net op gericht zijn.
Op lokaal vlak, in de steden en gemeenten, wordt gestart met het schrappen van jobs. Er is ook een toename van precarisering in de vorm van tijdelijke en onzekere contracten in plaats van statutaire benoemingen. Dit alles zorgt voor een onhoudbare werkdruk voor het overblijvende personeel en uiteraard een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking. Met een groeiend aantal werklozen dat uitgesloten wordt (zie ook pagina 6) en beroep moet doen op het OCMW, zullen de lokale middelen nog meer onder druk komen te staan.
Besparen op de publieke sector betekent ook minder middelen voor onderwijs en cultuur. De kwaliteit van ons onderwijs loopt achteruit. De job van leraar biedt de meeste kansen op een burn-out. Ouders kamperen opnieuw voor scholen om hun kind in te schrijven. Er gaapt een ongelooflijke achterstand aan investeringen waardoor onze kinderen les krijgen in aftandse gebouwen of school lopen in containers. In het hoger onderwijs houdt het personeelsbestand de stijging van het aantal studenten niet bij. Het enige antwoord van de regering hierop is een verhoging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs.
Zelfs het gerecht klaagt over een gebrek aan middelen en dat het aan de rand van de afgrond staat. Het zorgde voor een primeur in België: een actiedag van de rechterlijke macht op 20 maart, aan de vooravond van het begrotingsconclaaf.
Met de onderfinanciering van de openbare diensten willen de rechtse regeringen en lokale besturen de publieke opinie voorbereiden op het uitbesteden van taken aan de private sector naar het voorbeeld van Belgacom en bpost. Dat zijn performante bedrijven geworden, niet inzake dienstverlening en al helemaal niet inzake tewerkstelling, maar wel voor aandeelhouders die dividenden opstrijken.
Maak een succes van de staking van 22 april
De militantenconcentratie van 19 maart was een goede start voor een tweede actieplan. Hopelijk zullen de acties niet in verspreide slagorde gebeuren met aparte acties van publieke en private sector of van de verschillende vakbonden.
Er is een oproep van ACOD voor een staking in de publieke sector op 22 april. Om de andere vakbonden ertoe te brengen ondubbelzinnig bij deze oproep aan te sluiten, kan het beste gebouwd worden aan een brede eenheid van het personeel van onderuit en dit over alle delen van de publieke sector heen. Het zou de basis kunnen vormen om de regering in het defensief te duwen en zelfs om de rechtse regering te doen vallen en met haar heel het besparingsbeleid. Het is enkel door strijd dat werkenden en werklozen hun eisen naar voor kunnen brengen en afdwingen. Het is enkel door strijd dat we kunnen aantonen dat er alternatieven bestaan op het besparingsbeleid.
Na het eerste actieplan eind 2014 was er onduidelijkheid over het verdere verloop van het sociaal verzet. De afkeer tegenover de vele asociale maatregelen van de regering blijft groot. Het potentieel van eengemaakte strijd is er. Vormt de staking van 22 april het begin van een tweede actieplan dat harder en groter is om op te bouwen naar een algemene 48-urenstaking die desnoods kan hernieuwd worden om de regering-Michel en heel het besparingsbeleid weg te krijgen?
[divider]
LSP staat voor:
Volledig herstel van de index, vrije loononderhandelingen en een minimumloon van 15euro bruto/uur!
Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen!
Handen af van het statuut van de ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing!
Handen af van ons pensioen. Herstel brugpensioen, vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV!
Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500 euro per maand!
Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit van de uitkeringen, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies!
85% van de Vlamingen is voor een belasting op vermogens boven een miljoen euro. Wij steunen dat en wensen er de nationalisatie onder democratische controle van de financiële sector aan te koppelen om kapitaalvlucht uit te sluiten.
Nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap!
De chaotische markteconomie en het private winstbejag bieden geen enkele garantie op een job. Voor een democratisch opgestelde en door de gemeenschap gecontroleerde planeconomie in een democratisch socialisme!
[divider]
Brochure
De Brusselse afdeling van ACOD LRB (Lokale en Regionale Besturen) publiceerde een interessante brochure die ingaat op de besparingsmaatregelen in de publieke sector. Deze brochure kan dienst doen om de discussie te voeren over de rampzalige gevolgen van het huidige beleid voor personeel en gebruikers, maar ook over ons antwoord daarop. Het is een goed instrument om iedereen te betrekken in de verdediging van onze openbare diensten.
De brochure van ACOD LRB Brussel is via onze redactie verkrijgbaar tegen verzendingskosten. Een pdf van de brochure is beschikbaar via : http://www.socialisme.be/nl/21732
De afgelopen dagen werd het potentieel voor een tweede actieplan naar het model van het actieplan in het najaar bevestigd. De actiebereidheid bleek bijzonder groot te zijn. Zondag trokken ruim 20.000 mensen door regen en wind op met Hart boven Hard. Daarna volgden provinciale acties waar de opkomst de verwachtingen eveneens overtrof.
Maandag werd in Brussel gestart met een betoging waarop 7.000 aanwezigen waren. Onder meer bij de openbare vervoersmaatschappij MIVB ging de betoging gepaard met stakingsacties. Zie ons verslag en foto’s van deze betoging
Dinsdagavond volgde een betoging van het ABVV in Kortrijk met 800 aanwezigen en op woensdag waren er betogingen in tal van steden. Langs Franstalige kant waren er grote betogingen in Luik (8.000 betogers) en Charleroi (10.000 betogers) – hieronder foto’s van deze betogingen. Er werd ook betoogd in Namen door zowat 2.000 vakbondsmilitanten. LSP was op al deze acties aanwezig met militanten.
Foto’s uit Charleroi door René Andersen
Foto’s uit Luik door Organise ta Colère
We publiceerden reeds een verslag van de betoging in Mechelen in gemeenschappelijk vakbondsfront en de actie van enkele ABVV-centrales aan het Antwerpse stadhuis. Ook publiceerden we reeds foto’s van de zowat 800 betogers in Hasselt. Op hetzelfde ogenblik werd ook in Gent betoogd door ongeveer 1.500 vakbondsmilitanten. Opmerkelijk op deze betoging was het pleidooi van het stakerscomité het industrieterrein Gent-Zuid voor een opbouwend actieplan tot de val van de regering. Een van de delegees daar stelde achteraf: “We zullen nog een lange marathon moeten lopen, het is juist te hopen dat we het parkoers kennen.”
Actie in Leuven door ACV. Foto: Jon
In Brugge, Leuven en Vilvoorde waren er eerder ludieke acties. Zo werden in Leuven door ACV-militanten “vette aprilvissen” gevangen om die af te geven aan de fiscus.
Alles samen waren er om en bij de 30.000 betogers op de provinciale acties van de vakbonden. En dat enkele dagen nadat ruim 20.000 mensen deelnamen aan De Grote Parade. Waarop wordt nog gewacht om het potentieel voor een tweede actieplan effectief te benutten? Een opbouwend actieplan met een grote nationale betoging die opbouwt naar een nieuwe algemene staking zou ons de mogelijkheid bieden om niet alleen zelf te betogen, maar ook in onze omgeving de steun die vaak passief aanwezig is te activeren en bovendien de twijfelaars te overtuigen. Een duidelijk actieplan zou ons tenminste toelaten om in deze marathonstrijd tegen de regering van de rijken het volgende stuk van ons parkoers te kennen zodat we anderen kunnen uitnodigen om mee te lopen.
Dit was duidelijk nog maar het begin! Op naar een opbouwend actieplan tot deze regering en het volledige besparingsbeleid weg is!
Betogen in de stad Antwerpen is niet evident. Dat mocht ACOD nog ondervinden toen het op 24 maart in de stad van burgemeester De Wever een betoging hield en daardoor kennis maakte met de regels die sinds enige tijd van toepassing zijn bij betogingen in Antwerpen. Kort nadien werd een actie aan het stadhuis naar aanleiding van de discriminerende uitspraken van De Wever in de kiem gesmoord met arrestaties en GAS-boetes.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront besloot dan maar om in Mechelen te betogen. Die betoging werd een succes met wellicht 1500 aanwezigen uit de hele provincie. Tegelijk vond in Antwerpen alsnog een actie plaats. Een 500-tal militanten van verschillende ABVV-centrales, waaronder de Algemene Centrale, ABVV Metaal en ABVV Horval, hielden een spontane betoging naar het stadhuis. Zo maakten ze duidelijk dat de arbeidersbeweging het democratisch recht op protest opeist. Tegelijk werd actie gevoerd tegen het asociale beleid waar de schaduwpremier vanuit het Antwerpse stadhuis verantwoordelijk voor is. Na afloop hielden de militanten een meeting in het vakbondsgebouw.
Hieronder het verslag op de regionale zender ATV:
Tegelijk werd in Mechelen in gemeenschappelijk vakbondsfront betoogd. Het grote aantal aanwezigen, zowel van ACV als ABVV, bevestigt de actiebereidheid en overtrof de verwachtingen. Veel militanten raakten niet op de acties omdat er geen dekking door een stakingsaanzegging was. Naast de duizenden die vandaag in Antwerpen en Mechelen betoogden, waren er ongetwijfeld nog duizenden anderen die eveneens bereid zijn om tot actie over te gaan. De roep naar een duidelijk actieplan dat beantwoordt aan die actiebereidheid en aangepast is aan de ernst van de situatie, wordt luider.
LSP was met militanten op beide acties aanwezig. We verdeelden 500 pamfletten (een licht aangepaste versie van het eerder op de concentratie van de openbare diensten verspreide pamflet) en verkochten ons maandblad ‘De Linkse Socialist’ waarin voor een nieuw algemeen actieplan om de regering van de rijken weg te krijgen wordt gepleit.
Hieronder enkele foto’s door Arvid van de actie in Antwerpen.
En ook een fotoreportage van de betoging in Mechelen door Liesbeth.
De betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront van maandag 30 januari trok van de Europese wijk naar de buurt van de Wetstraat. Deze betoging gaf de aftrap voor de regionale betogingen die op 1 april voorzien zijn in Charleroi, Luik, Namen, Mechelen en Gent. Er waren ongeveer 7.000 aanwezigen uit Brussel, Waals-Brabant en Vlaams-Brabant. De regionale secretarissen herinnerden aan de eisen: intrekking van de indexsprong en vrije loononderhandelingen, intrekking van de uitsluiting van werklozen en de zogenaamde ‘inschakelingsuitkering’, een sterke sociale zekerheid en goede sociale bescherming, behoud en versterking van de openbare diensten zonder te raken aan het statuut van de ambtenaren en een meer rechtvaardige fiscaliteit. De betoging werd versterkt door een groep mensen-zonder-papieren.
Twee weken geleden was er nog geen duidelijkheid over deze betoging. Delegees zegden ons dat ze het materiaal rijkelijk laat kregen waardoor het moeilijker was om collega’s mee te krijgen. Een sterkte van het vorige actieplan met de massale betoging van 6 november, de provinciale stakingen en de algemene staking van 15 december was dat elke afspraak ruim op voorhand bekend was en bovendien was er goed materiaal voor de informatie en mobilisatie. Interprofessionele vergaderingen droegen bij aan de voorbereiding. Op personeelsvergaderingen wisten de delegees wat ze aan de werknemers konden voorstellen.
Op de betoging van maandag was er een grote actiebereidheid. De aanwezigen willen in actie gaan om de regering-Michel I te doen vallen. Het potentieel van een nieuw offensief actieplan werd aangetoond. ABVV Waals-Brabant nam overigens het standpunt in dat er nood is aan een algemene staking van minstens 24 uur. Dit idee kreeg een goede respons op de actie. Verschillende delegaties riepen slogans om een algemene staking te organiseren. Dat was onder meer het geval bij delegaties van de Waalse metaalbond van het ABVV, ACOD en de jongerenorganisaties van de vakbonden. De slogans weerklonken tijdens de optocht maar ook tijdens de toespraken vanop het podium in het midden en op het einde van de betoging.
Velen willen duidelijke ordewoorden om vooruit te gaan zonder ons te laten verdelen. Het voorstel van LSP om de stakingsactie van ACOD op 22 april te vervoegen en de gelegenheid van de 24-urenstaking in de publieke sector aan te grijpen om samen met centrales uit de privésector een nieuwe nationale betoging in gemeenschappelijk front naar voor te schuiven om op te bouwen naar een 48-urenstaking om een einde te maken aan Michel I, werd goed ontvangen.
Voor aanvang van de vakbondsbetoging stond er een groep anti-abortusmilitanten uit Polen op het Luxemburgplein, het vertrekpunt van de vakbondsbetoging. ABVV-militanten die vroeger waren om de actie voor te bereiden, reageerden meteen op deze provocatie. Er werden spandoeken van ACOD LRB en LSP voor de spandoeken van de anti-abortusmilitanten gehangen. Naarmate meer ABVV-militanten aankwamen, was het mogelijk om de anti-abortusactivisten van het plein weg te krijgen. De militanten riepen: ‘No pasarán’. De strijdbare opstelling van tal van syndicalisten toonde de rol die de vakbonden kunnen spelen om vrouwenrechten te verdedigen.
Het ging om een groep die beweert ‘pro-leven’ te zijn, in feite gaat het om anti-abortusactivisten. Ze stonden er omdat de Europese Commissie het voorstel ‘one of us’ (dat abortus onmogelijk moet maken) heeft afgeschoten. We mogen de rechtse ultraconservatie reactionaire stromingen niet toelaten om zich te ontwikkelen. Dergelijke groepen bestaan ook in België, waar ze onder meer vrouwen lastig vallen voor abortuscentra. Het platform ‘pro keuze’ komt op voor het recht van vrouwen om te kiezen om al dan niet kinderen te nemen, we verzetten ons tegen anti-abortusgroepen die vrouwen culpabiliseren en intimideren. Het platform ‘pro keuze’ omvat ondermeer organisaties uit de georganiseerde arbeidersbeweging zoals ABVV, MOC (Franstalige tegenhanger van ACW), vrouwenorganisaties en politieke organisaties waaronder LSP.
De strijd voor een echte keuze omvat de verdediging van het recht op abortus, ook in België, naast sociale eisen. Zo komen we op voor degelijke lonen, uitkeringen, kinderbijslag die de reële kost van kinderen dekt, goed uitgebouwde openbare diensten die de combinatie werk-gezin mogelijk moeten maken, gratis conceptie en seksuele opvoeding die naam waardig.
Enkele duizenden militanten van ACOD trokken vandaag in een betoging door Antwerpen. Ze protesteerden tegen de afbraak van de openbare diensten. Die afbraak treft de gebruikers en het personeel. De regeringen laten graag uitschijnen dat iedereen moet besparen, maar het zijn toch vooral de gewone werkenden en de armsten die getroffen worden. Maatregelen die ook de rijken treffen, blijken al gauw louter symbolisch te zijn of geraken niet voorbij de aankondiging.
Langs onze kant zijn de maatregelen wel concreet. Wie al eens de bus neemt en daarbij een los ticket koopt, weet hoe sterk de prijzen daarvoor gestegen zijn. En nu wil de directie van De Lijn in het kader van extra besparingen de belbussen afbouwen en de dienstverlening op zondag beperken tot enkele uren in de namiddag. In het onderwijs, dat steeds aangehaald wordt als oplossing om maatschappelijke problemen zoals radicalisering van jongeren op te lossen, wordt bespaard op personeel. Met minder personeel meer taken uitvoeren, dat is om problemen vragen. Bij het gemeentepersoneel wordt ook gesnoeid, na de sluiting van buurtbibliotheken dreigen nu ook andere bibliotheken te sneuvelen. Zwembaden zijn te duur en dus wordt naar private partners uitgekeken. Straks is de openbare dienstverlening volledig weg gesnoeid.
Dat is onderdeel van het Thatcheriaanse beleid van de rechtse regeringen en de lokale besturen die allemaal in de besparingspas lopen, de ene uiteraard al wat enthousiaster dan de andere. Om dit beleid te stoppen is actie nodig. Zoals Chris Reniers van ACOD op het einde van de betoging stelde, kunnen we niet zwijgen en niets doen. Dat zou onverantwoord zijn indien we openbare dienstverlening willen behouden.
Op de betoging waren er delegaties uit alle openbare diensten. Van onderwijzend personeel over bus- en tramchauffeurs, postmannen en -vrouwen, personeel van lokale en regionale besturen, spoorpersoneel tot ambtenaren van de FOD Financiën, het publiek was divers. Aan de Groenplaats werd in de toespraken benadrukt dat dit slechts het begin van het protest is. Er werd gekozen voor een symbolische actie, symbolisch omdat het een betoging was die niet in alle sectoren gepaard ging met stakingsacties en eveneens symbolisch omdat naar Antwerpen werd getrokken. Zo werd in de thuishaven van de schaduwpremier duidelijk gemaakt dat we de aanvallen op onze openbare diensten niet aanvaarden.
Vreemd genoeg werd weinig gezegd over de aangekondigde staking van 22 april of de provinciale acties van volgende week. Nochtans is er actiebereidheid en werd dit nogmaals aangetoond met deze betoging. In het pamflet dat we verdeelden, hetzelfde als op de concentratie van de openbare diensten afgelopen donderdag in Brussel, stelden we: “De sterkte van het vorige actieplan was dat we telkens de volgende afspraak kenden, ruim vooraf en met goed uitgewerkt informatie- en mobilisatiemateriaal. Interprofessionele vergaderingen hielpen ons voorbereiden. Op personeelsvergaderingen wisten delegees wat ze konden voorleggen. Nu moeten we helaas gissen. Wat wordt er van ons verwacht tijdens de provinciale acties op 31 maart en 1 april? Worden dat betogingen of wat anders? Met of zonder staking? Minder dan twee weken vooraf tasten we nog altijd in het duister, dat is toch niet ernstig meer?”
“De leiders van ABVV en ACV hebben gemakkelijk spreken: terwijl de ene deelakkoorden sluit die de ander afwijst, blijft het gemeenschappelijk vakbondsfront behouden. Maar mogen we nu ook weten wat dat front voorstelt en liefst langer dan een week vooraf zodat we de nodige informatie en argumentatie kunnen verschaffen? Onder andere voor de openbare diensten dreigt dat getalm catastrofaal te worden. We hoeven maar eens rond ons te kijken, naar de collega’s om te beseffen dat het zo niet verder kan. We zijn met meer dan genoeg om het verzet op een ernstige manier op gang te trekken.
“Door op 22 april een 24-urenstaking van de openbare diensten aan te kondigen, heeft de ACOD eindelijk het getalm doorbroken. Waarop wachten de andere bonden van de openbare diensten om zich hier ondubbelzinnig bij aan te sluiten? Tot de regering vanzelf plooit? Waarom zouden de vakbonden van de openbare diensten op 22 april de centrales van de privé sectoren niet oproepen om een nieuwe nationale betoging in gemeenschappelijk front te organiseren als aanloop naar een 48-urenstaking? Eens zien of de regering dat zou overleven.”
Op dinsdag 24 maart wordt bij De Lijn actie gevoerd in de aanloop naar de betoging van ACOD morgenvoormiddag in Antwerpen. Het ongenoegen bij het personeel van alle openbare diensten is groot, de regering bespaart immers fors op dienstverlening en personeel. De acties van het personeel zijn gericht op maximale dienstverlening. Hieronder een pamflet van Libre Parcours dat zal verspreid worden.
[divider]
Nieuw actieplan tot het hele besparingsbeleid weg is!
Na de 100 miljoen euro die onder de vorige regering werd bespaard, doet deze regering er nog eens 115 miljoen bij tegen 2019. De eerste gevolgen beginnen duidelijk te worden. Reizigers betalen sinds 1 februari een pak meer. De werkdruk en de flexibiliteit gaan verder de hoogte in en de eerste aankondigingen van ritten die verdwijnen zijn er.
PDF van dit pamflet
De hakbijl in het streekvervoer
Nadat in het streekvervoer bij vorige besparingsrondes heel wat gewone buslijnen werden geschrapt, gaan nu heel wat belbussen voor de bijl. Op zondag worden de ritten beperkt tussen 10 en 19u. Dit zou wel eens de stap kunnen zijn naar het volledig afschaffen van zondagbediening in meer landelijke gebieden.
Basismobiliteit wordt vervangen door basisbereikbaarheid, een hol begrip waarvan niemand de inhoud kent. Voor heel wat mensen is het openbaar vervoer nochtans de enige manier om zich te verplaatsen. Het enige wat nog telt is de rendabiliteit, een goede dienstverlening is blijkbaar bijkomstig.
De problemen worden doorgeschoven naar de gemeenten. Zo stelt directeur Kesteloot voor dat de gemeenten samen met De Lijn een systeem van buurtbussen organiseren. De Lijn stelt daarbij busjes ter beschikking en de gemeente zoekt vrijwilligers om ze te besturen!
Als toetje krijgen de reizigers er nog een fikse prijsverhoging bovenop.
Personeel zal overal het gelag betalen
In een brief aan het personeel (18/12/14) rond de begroting 2015 garandeert Roger Kesteloot ons basisloon en werkzekerheid voor 2015-2016. Tegelijk wil men heel wat afspraken harmoniseren, lees: afschaffen of verlagen. Ook wil de directie deeltijdse aanvangscontracten aanbieden voor enkele uren per dag, lees: hamburgerjobs invoeren. De arbeidstijd wil men “anualiseren”, lees: flexibeler werken zonder overuren te vergoeden.
Daarnaast is er de constant weerkerende “productiviteits- of efficiëntieverhoging.” Buffertijden, rusttijden, onbeladen ritten, reservediensten, … moeten er zoveel mogelijk uit. Tegelijk wil men de overuren tot een minimum beperken door op bepaalde plaatsen reserve/kandidaatchauffeurs nog flexibeler in te zetten. Dat dit niet enkel zorgt voor een fors verhoogde werkdruk, maar ook een verdere achteruitgang van de dienstverlening, daar liggen de Vlaamse regering en onze directie niet wakker van. De cijfers moeten gehaald worden!
Negatieve spiraal zet de toekomst van ons openbaar vervoer op het spel
In de brief aan het personeel stelt de directeur-generaal: “We moeten ook maatregelen treffen waarvoor we een beroep doen op jullie bereidheid om samen de toekomst van ons bedrijf veilig te stellen”. Uiteraard zijn we bereid om aan de toekomst te werken. Maar dit besparingsplan zet nu net de toekomst van ons openbaar vervoer op het spel.
Sinds de vorige besparingsronde zijn de reizigersaantallen na jaren van stijging terug aan het dalen. Met de forse prijsverhoging, de afschaffing van het gratis vervoer en het nog maar eens schrappen in het aanbod zal dit enkel verder afnemen. Zo liep het aantal reizigers in Hasselt na de schrapping van het gratis openbaar vervoer terug met 25% of 1 miljoen reizigers!
Het is een beproefde methode om eerst openbare diensten vierkant te laten draaien door onderfinanciering en dan te privatiseren omdat de dienstverlening niet werkt. Zover is het nog niet, maar de deur wordt al wel opengezet naar ‘alternatieven’ zoals een buurtbus met vrijwilligers achter het stuur, taxicheques of de shopping shuttle in Mechelen.
Ons niet laten verdelen! Actieplan voor een maximale ipv minimale dienstverlening
De vorige besparingsrondes hebben we niet kunnen stoppen. Via overleg en onderhandelingen zijn de harde kantjes er toen afgevijld, maar de besparingen zijn wel doorgevoerd. Met 115 miljoen extra besparingen mogen we zelfs dat soort beperkte toegevingen vergeten.
We zullen samen en massaal moeten reageren. Het is spijtig dat ACV en ACLVB voorlopig niet meedoen met de algemene staking voor de openbare diensten, maar het is een goede zaak dat ACOD eindelijk het getalm heeft doorbroken. Waarop wachten de twee andere bonden om mee op de kar te springen? Met vriendelijk vragen zullen we er niet komen, de vorige besparingen hebben we ook niet kunnen stoppen door overleg…
De betoging vandaag (24/3) kan een begin zijn van een degelijk actieplan met als volgende stap de algemene staking op 22 April. Waarom nu al niet beginnen met een campagne op de werkvloer en naar de reizigers toe om hen te betrekken in de mobilisatie voor 22 april. Dit kan besproken worden op personeelsvergaderingen om zoveel mogelijk collega’s mee te hebben.
We mogen ons niet laten verdelen, als we regio per regio de strijd gaan voeren zal het veel moeilijker, zoniet onmogelijk zijn. Maar dit mag ook geen excuus zijn om dan maar niks te doen. Tegelijk zullen we met alle sectoren van de openbare diensten en de privé samen de strijd moeten voeren tegen het volledige besparingsbeleid van onze regeringen. Waarom zouden de vakbonden van de openbare diensten de centrales van de privé sectoren niet oproepen om een nieuwe nationale betoging te organiseren in gemeenschappelijk front als aanloop naar een 48-urenstaking? Enkel zo kunnen we het hele besparingsbeleid wegkrijgen.
Libre Parcours staat voor:
• Een massaal investeringsplan voor ons openbaar vervoer!
• Geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing!
• Volledig herstel van de index, vrije loononderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
• Handen af van ons pensioen. Herstel brugpensioen, vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
• 85% van de Vlamingen is voor een belasting op vermogens boven een miljoen euro. Wij steunen dat en wensen er de nationalisatie onder democratische controle van de financiële sector aan te koppelen om kapitaalvlucht uit te sluiten.
• Nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap!
• De chaotische markteconomie en het private winstbejag bieden geen enkele garantie op een job. Voor een democratisch opgestelde en door de gemeenschap gecontroleerde planeconomie in een democratisch socialisme.