Category: Op de werkvloer

  • Stop de afdankingen bij Swissport

    Het faillissement van Sabena op 7 november 2001 staat nog steeds in ieders geheugen gegrift. Belgian Ground Services werd opgericht en herdoopt tot Flightcare op 29 juni 2005. In november 2012 vond opnieuw een overname plaats, ditmaal door het Zwitserse Swissport. Op 8 juni 2020 heeft Swissport de boeken neergelegd en worden alle personeelsleden opnieuw geconfronteerd met een onzekere situatie. De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar het zijn wel altijd de werkenden die de rekening betalen.

    Door Pietro (Brussel)

    Het management van Swissport Belgium (Swissport Belgium SA/NV en Swissport Belgium Cleaning SA/NV) heeft een herstructureringsplan ingediend. Samen met Aviapartner is het één van de twee bedrijven die bijna alle grondactiviteiten op Brussels Airport beheren. Deze beslissing zal waarschijnlijk een impact hebben op de 1.309 werknemers van Swissport Belgium NV en de 160 werknemers van Swissport Belgium Cleaning NV. In totaal gaat het om 1.469 arbeidsplaatsen.

    “Helaas zijn we er niet in geslaagd om aan onze financiële verplichtingen te voldoen in deze voor de luchtvaartindustrie bijzonder moeilijke periode. Wij betreuren de impact van dit faillissement op onze medewerkers, onze klanten en de Belgische luchtvaartgemeenschap.” Zo legde Thierry Miremont het uit aan de ondernemingsraad. “We moeten onszelf opnieuw uitvinden, meer flexibiliteit bieden, een vaste mix van vast en deeltijdpersoneel vinden en proberen gestandaardiseerde processen te vinden voor luchtvaartmaatschappijen om te vermijden dat ze alles moeten veranderen als er een vliegtuig aankomt.”  De reactie van de bazen is altijd hetzelfde: minder kosten en meer winst.

    Het personeel reageert

    Op 9 juni 2020 werd op de parking van Swissport een bijeenkomst georganiseerd door luchthavenarbeiders. Ze reageerden op de aankondiging van het faillissement van Swissport. De actie werd georganiseerd door het gemeenschappelijke vakbondsfront met inachtneming van de regels inzake fysieke afstand, het dragen van maskers …. Het was belangrijk voor het personeel om samen te komen om te discussiëren, elkaar te zien en perspectieven te ontwikkelen. Er waren medewerkers van Swissport, Aviapartner, G4S en Autogrill.

    Er is woede onder het personeel op de luchthaven: “De premier zei dat er niets zal worden gedaan. Werkenden worden zomaar op straat gegooid.” En nog: “Het was een schok voor al mijn collega’s. Wij zijn na de haven van Antwerpen het grootste tewerkstellingscentrum van het land, de politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen en ze moeten ons helpen.” Een andere werkende zegt: “Waarom is het vliegveld niet in handen van de staat? Elke keer als er opnieuw over de contracten wordt onderhandeld, betekent dit slechtere werkomstandigheden voor ons. Het is al jaren een race naar de bodem. We hebben de luchtvaartindustrie nodig en er zijn sociale, economische en ecologische vereisten. Waarom is het dan niet in publieke handen?”

    Er is grote woede tegen premier Sophie Wilmès, die alles maar laat gebeuren, maar ook tegen de grote baas van de nationale luchthaven, N-VA Marc Descheemaecker. De werkenden zeggen: ‘dit is onze luchthaven, niet die van hen. Laten we jobs redden.’

    Welk verzet?

    Het faillissement van Swissport is de zoveelste mislukking van de filosofie van ‘vrije en onvervalste concurrentie’ van de markt op Europees en nationaal niveau. Rechtse partijen en traditionele partijen van alle kleuren hebben altijd een verdeel- en heersstrategie gehanteerd door de luchthaven op te delen in kleine bedrijven die in een concurrentiestrijd de arbeidsvoorwaarden en lonen naar beneden duwen in sociale dumping.

    Op deze manier heeft de luchthavenbeheerder enorme winsten gemaakt en deze overgeheveld naar buitenlandse private kapitaalfondsen. Deze kapitalistische logica werkt niet in het belang van de werkenden en de gemeenschap.

    De vakbonden hebben twee symbolische acties georganiseerd. Maar vandaag staan ze machteloos en stellen ze enkel dringende eisen rond economische werkloosheid.

    De PVDA stelt voor om van de Brussels Airport Company een overheidsbedrijf te maken. “Op deze manier kan het bagagebeheer door het overheidsbedrijf zelf worden uitgevoerd. En de knowhow van de 1.500 medewerkers verdwijnt niet. Dat is heel goed mogelijk. Vandaag gebeurt de afhandeling op de luchthaven van Charleroi ook op deze manier.”

    Wij denken dat het schrappen van jobs niet mag aanvaard worden. Het sociaal bloedbad kan niet gestopt worden zonder een krachtsverhouding op te bouwen. Er is nood aan personeelsvergaderingen met collega’s uit andere door de crisis getroffen bedrijven in Zaventem om samen een opbouwend actieplan op te stellen rond duidelijke eisen. Daarbij moet de verdediging van jobs gekoppeld worden aan de nationalisatie van Brussels Airlines en Swissport om een democratische planning van het beheer van de luchthaven mogelijk te maken als onderdeel van een breder openbaar vervoersplan dat rekening houdt met werkgelegenheid en milieu.

    Solidariteit met de strijd van het luchthavenpersoneel!

  • Zorgpersoneel blijft actie voeren voor meer middelen, meer collega’s en betere zorg

    De coronaviruscrisis maakte voor iedereen duidelijk dat de werkomstandigheden in de zorgsector problematisch zijn. De meest noodzakelijke jobs in de samenleving worden niet noodzakelijkerwijs het best betaald. Onvoldoende personeel, gebrek aan materieel, stress … zijn de dagelijkse realiteit voor het zorgpersoneel.

    Door een verpleegkundige van het Delta-ziekenhuis (Chirec) in Brussel

    Al wekenlang zijn er acties in de ziekenhuizen. Zo werd al geprotesteerd aan Brugmann en het St-Pietersziekenhuis in Brussel. Op 18 juni was het de beurt aan Chirec, waar meer dan 100 personeelsleden een uur het werk neerlegden om op te komen voor betere werkomstandigheden, hogere lonen, meer personeel, meer materieel en het ontslag van minister De Block.

    De mobilisaties moeten doorgaan. We moeten bouwen aan een beweging rond offensieve eisen die ingaan tegen de logica van het kapitalistische systeem. In dit systeem gaat de winst voor op de gezondheid. Dat is onaanvaardbaar en het moet bestreden worden!

  • Van 9,65 euro per uur kan je niet leven. Minimumloon moet naar €14 per uur

    De helden van de coronacrisis verdienen een heldensalaris!

    Op de moeilijkste momenten zie je wat je aan iemand hebt. Dat is ook het geval in deze gezondheidscrisis. Het sociale nut van bepaalde sectoren werd meer dan ooit duidelijk. Uiteraard was dit zo voor het zorgpersoneel, maar waar zouden we staan zonder de werkenden in de schoonmaak, transport en logistieke sector? Of die in de voedselproductie en distributie, de energiesector of het onderhoud? Topmanagers konden het zich veroorloven om in veilige afzondering te gaan, maar heel veel gewone werkenden moesten een tandje bijsteken, onder meer omdat collega’s door ziekte afwezig waren. Ze deden dit met risico om zelf besmet te geraken.

    door Simon (Luik)

    Toch vinden we in deze essentiële sectoren vaak de slechtste werkomstandigheden en de laagste lonen. Voor veel van deze jobs komt het loon niet of amper boven het minimumloon, dat momenteel 9,65 euro per uur bedraagt of 1.340 euro netto voor een voltijdse baan. Elke werkende weet dat dit niet volstaat om een waardig leven te leiden. Rondkomen is vaak een dagelijkse strijd, zeker voor wie in een onzekere, tijdelijke of deeltijdse job zit.

    Voor een minimum basisloon van 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand

    Laagbetaalde werknemers, die essentieel zijn voor het functioneren van de samenleving, verdienen beter dan deze lage lonen! Twee jaar geleden begon het ABVV met een petitie om op te roepen voor een minimumloon van 14 euro per uur. Het ACV voerde tegelijk campagne voor meer koopkracht. Het belang van dit soort campagnes is vandaag meer dan ooit duidelijk.

    De strijd voor een hoger minimumloon wordt in heel veel landen gevoerd. In de VS waren er de acties van ’15 Now’, een strijd die begon in de fastfoodsector en die loonsverhogingen tot 100% afdwong. Het toont hoe een strijd in een bepaald land of sector een inspiratiebron kan zijn voor heel veel andere werkenden. Met een goed georganiseerde opbouwende campagne kunnen bovendien overwinningen geboekt worden.

    Campagne van onderuit opbouwen

    Tot hiertoe was de campagne van het ABVV vooral beperkt tot de petitie die te vinden is op de website 14euros.be en een aantal symbolische acties. Dat was belangrijk om de eis te populariseren. Wij hebben mee handtekeningen opgehaald op onze werkplaatsen en in de wijken.

    Het is nodig dat de campagne geconcretiseerd wordt. Dit gebeurde bijvoorbeeld aan de Universiteit Gent waar vakbondsactivisten en andere personeelsleden samen met studenten de invoering van een minimumloon van 14 euro per uur eisten voor een honderdtal personeelsleden van UGent en voor personeel dat in onderaanneming werkt. Er werden duizenden handtekeningen verzameld en er waren verschillende acties om deze eis kracht bij te zetten, waaronder de succesvolle staking van 9 maart. Dat was de grootste staking aan de UGent sinds lang en het zet grote druk op het bestuur. Om een eis af te dwingen, moeten we er actief voor strijden. Dat vraagt een brede betrokkenheid van zoveel mogelijk collega’s. Aan de UGent zien we hoe dit kan opgebouwd worden.

    We krijgen niets in de schoot geworpen. We kunnen enkel op onze mobilisatie rekenen om overwinningen te boeken. De crisis toont het sociaal nut van heel wat laagbetaalde jobs en er waren al de eerste stappen in de opbouw van een campagne rond een hoger minimumloon. Laat ons dat aangrijpen om een versnelling hoger te schakelen en gebruik te maken van de brede solidariteit in de samenleving om effectief een basis minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen!

    Bespreek in je syndicale delegatie deze campagne, ga er actief de straat mee op onder collega’s, familie en vrienden. Kom naar de grote zorgbetoging na de zomer om ook daar deze eis te verdedigen.

  • Zorg in actie: zorgpersoneel keert beleid de rug toe

    Luik

    Afgelopen zondag protesteerden honderden personeelsleden uit de zorgsector. Dit gebeurde na een oproep door de actiegroep ‘De Zorg in Actie’ (La Santé en Lutte). Er waren acties in Brussel, Charleroi, Luik en Namen. Centrale eis: meer middelen voor zorg. Tevens werd gewezen op de schandalige beperkingen in de aanpak van de Covid-19 crisis door de Belgische autoriteiten.

    De acties verliepen overal voorbeeldig, ondanks druk van de politie en de overheden om niet te protesteren en enkele expliciete uitspraken waarbij de acties verboden werden. De Zorg in Actie merkte op: “Het recht om te betogen, dat is opgenomen in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, is een van de meest fundamentele rechten in een democratie. We moeten de straat weer op en onze werkomstandigheden verdedigen, opkomen voor meer personeel, hogere lonen en betere toegang tot zorg. De Covid-19 crisis is natuurlijk nog niet voorbij en het is belangrijk dat we ons daarvan bewust zijn. Als we op straat gaan, moeten we het doen op een manier die onze veiligheid garandeert. Maar vandaag is er geen reden om ons te laten terugkeren naar werk en consumptie en tegelijk sociale strijd blijven verbieden.”

    En er is geen tekort aan redenen om de strijd aan te gaan, zeker niet op het gebied van de gezondheid! Voor de camera’s van BX1 in Brussel legde Naïma uit: “Ik heb me niet aangemeld om mijn leven op te offeren. Ik heb me aangemeld om mensen te behandelen! We zijn duidelijk kanonnenvoer!” Stephen, een lid van De Zorg in Actie, zei: “Voor Covid liep 1/3 van de verpleegkundigen het risico op een burn-out, vandaag is het 2/3!” Het zorgpersoneel valt als vliegen uit.

    Op RTL zei dezelfde woordvoerder van ‘De Zorg in Actie’: “De gezondheidszorg heeft jarenlang geleden door een gebrek aan middelen, wat nog duidelijker werd tijdens de Covid-19 gezondheidscrisis. Soms moesten we kiezen wie een masker draagt en wie niet. Het personeel in de gezondheidszorg en de kwetsbare personen worden compleet vergeten.”

    Op de verschillende bijeenkomsten toonden de zelfgemaakte borden en spandoeken een grote woede: “De regering telt haar centen, wij de doden” of nog: “Maggie doodt de zorg”. In Luik had LSP, dat op elk van de acties aanwezig was, een spandoek bij met de slogan: “Het kapitaal doodt het ziekenhuis – Meer poen voor zorg.”

    Het succes van deze acties is belangrijk in de opbouw naar de grote zorgbetoging van ‘De Zorg in Actie’ op 13 september. Die betoging heeft het potentieel om duizenden mensen op straat te brengen om de eisen van het zorgpersoneel kracht bij te zetten.

    Brussel

    Video van ‘De Zorg in Actie’:

    Video van LSP-Luik:

  • De Lijn. Ernstige bescherming vereist ernstige investeringen

    Foto: Wikimedia

    De coronacrisis toont hoe rampzalig de besparingen en het gebrek aan middelen zijn voor het openbaar vervoer. In plaats van al het mogelijke te doen om het openbaar vervoer zo veilig mogelijk te maken, worden de reizigers opgeroepen om er zo weinig mogelijk gebruik van te maken en een mondmasker te dragen. Zowat elke maatregel voor het personeel kwam te laat en moest worden afgedwongen.

    Artikel door een buschauffeur uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Sinds het begin van de lockdown op 13 maart zijn er constant dreigingen of effectieve acties geweest van het personeel. Eerst ging het om het achteraan opstappen en om niet langer geld te ontvangen op de bus. Daarna was er discussie over de reiniging van de bussen waarrond er in een stelplaats in Limburg gestaakt werd. Er waren acties rond het aflossen in de stelplaats in plaats van op de lijn in Antwerpen. Er is het gebrek aan beschermend materieel voor de technici. En er was een stakingsaanzegging naar aanleiding van de afsluiting en bescherming van de chauffeurs.

    Na twee maanden worden een aantal maatregelen al terug afgebouwd. Zo worden de bussen nog slechts op een aantal punten dagelijks ontsmet. De echte reiniging, buiten het uitvegen, gebeurt om de zes à acht weken!

    De bussen rijden rond met wat De Lijn omschrijft als een ‘afgesloten compartiment’. Klinkt mooi, maar in de praktijk gaat het om een plastic folie bevestigd met ducttape. Er is de belofte dat dit een tijdelijke oplossing is en dat er gewerkt wordt aan degelijke maatregelen, maar na ruim twee maanden is dat nog steeds niet concreet. Het is tekenend voor de staat waarin een openbare dienst als De Lijn zich bevindt.

    Als de directie het personeel niet kan beschermen, schuift het de verantwoordelijkheid door naar de individuele reizigers. Die moeten maar een mondmasker dragen en de handen wassen. De verplichting van een mondmasker voor reizigers op tram en bus wordt tegelijk gebruikt om de chauffeurs terug met volle voertuigen te laten rijden.

    Het zou logisch zijn moest er een capaciteitsuitbreiding zijn, naast een plan om alle voertuigen dagelijks (echt) te reinigen en meermaals te ontsmetten. Het zou logisch zijn dat er begeleiders, stewards en een tweede persoon op de voertuigen wordt ingezet om de reizigers te begeleiden en als sociale controle. Vandaag gebeurt dit allemaal niet. Nu de normale dienstverlening wordt gereden, worden terug ritten afgeschaft door een tekort aan personeel en/of een gebrek aan rijvaardig materieel.

    Een aantal dingen kunnen met tijdelijke maatregelen opgelost worden. Zo kunnen werkloze chauffeurs en hun materieel uit de touringcarsector ingezet worden. Maar er moet iets structureel veranderen: ernstige publieke investeringen en een noodplan voor het openbaar vervoer.

    Er is een plan nodig dat antwoordt op de terechte verzuchtingen van het personeel rond hygiëne en werkomstandigheden. Nu duidelijk is wie het ‘essentieel personeel’ is dat De Lijn doet rijden, moeten ook andere eisen op tafel gelegd worden: arbeidsduurvermindering, verlaging van de pensioenleeftijd, degelijke sanitaire voorzieningen, afbouw van onderbroken diensten, … Dit moet gecombineerd worden met de eis om massaal te investeren en werkingsmiddelen te voorzien zodat de capaciteit kan opgedreven worden waar nodig en zodat het nodige personeel kan worden ingezet ter ondersteuning.

    Dit zal niet vanzelf gaan. In verschillende steden zijn er berichten dat er in het kader van de basisbereikbaarheid een nieuw netplan klaarligt of opgemaakt wordt voor eind 2021. Een constante daarin is dat elke uitbreiding of verbetering betaald wordt door een verschuiving van middelen, dus door het afschaffen van andere lijnen. Voor echte verbeteringen, zullen we personeel en reizigers samen moeten organiseren in een strijd voor degelijk openbaar vervoer.

  • Na ongewoon schooljaar zijn gewone examens onverantwoord

    Drie op vier studenten ervaart de werkdruk dit jaar als zwaarder dan anders. De lockdown zorgde voor een golf aan extra vervangtaken, deadlines, uren zelfstudie. In juni vinden de examens gewoon plaats, ondanks de minder kwaliteitsvolle online lessen en de heel ongelijke examenkansen. Zo geven 40% van de studenten aan dat ze op hun quarantaine locatie niet eens over een stille ruimte beschikken… Het zorgt ervoor dat 28% van de studenten vrezen dat ze dit jaar niet zullen slagen.

    door Frede (Brugge)

    De enorme ongelijkheid in het Belgisch onderwijs wordt door de coronacrisis versterkt. Niet alle studenten hebben toegang tot de nodige leermiddelen en bevinden zich in een veilige situatie. De lockdown zorgt ervoor dat veel studenten moeilijkheden ervaren om structuur aan te brengen in hun dag. Zorgen om familieleden, vrienden of de eigen gezondheid bemoeilijken de concentratie.

    De druk op studenten is enorm. Ieder jaar neemt het aantal eerstejaarsstudenten dat slaagt af en slechts één op drie studenten behaalt een bachelordiploma in de bedoelde looptijd. Dit jaar zien studenten die slaagkansen nog meer afnemen. Bovendien werken ook steeds meer jongeren om hun studies te betalen.

    Hogescholen en universiteiten besloten begin maart terecht de deuren te sluiten en over te schakelen op online onderwijs. Deze overschakeling zorgt echter vooral voor meer last op de schouders van studenten en personeel. Het voorbereiden en volgen van online lessen is veel intensiever dan een normale les. Er kunnen bovendien technische problemen zijn die het lesverloop verstoren. Grote delen leerstof worden zelfstudie, het kost de studenten veel meer tijd om die leerstof te verwerken. Studenten die vragen hebben, kunnen hun docenten via mail bereiken. Maar door een gebrek aan voldoende studiebegeleiders laat een antwoord soms dagen op zich wachten.

    Om praktijklessen, stages of aanpassingen in het examenrooster op te vangen, krijgen studenten allerlei vervangtaken. Die komen bovenop de zelfstudie, weinig kwalitatieve lessen en mentale impact van de lockdown. De werktijd die vasthangt aan het aantal studiepunten per vak werd in het voorbije semester dan ook meer dan overschreden.

    Ondertussen wordt er verwacht dat studenten gewoon blijven doorgaan, ze mogen zich af en toe eens ontspannen maar moeten zich vooral goed voorbereiden op de examens. Online of op locatie, de examens blijven een momentopname die peilen naar het vermogen om leerstof te studeren en reproduceren. De persoonlijke ontwikkeling van studenten wordt hierbij niet in rekening gebracht. Studenten die geen rustige plek hebben om te studeren, omdat ze niet naar de bib kunnen of een slaapkamer moeten delen met familieleden bijvoorbeeld, hebben uiteraard ook geen rustige plek om hun examen af te leggen en zien hun slaagkansen grondig afnemen. Bij enkele online examens moeten studenten een 360° video maken van de kamer waarin ze het examen afleggen en hun microfoon permanent opzetten. Dat lokt terecht heel wat tegenstand op van de studenten.

    Veel studenten dreigen slachtoffer te worden van deze coronacrisis door het verlies van kostbare studiepunten wanneer ze niet slagen. De druk om te slagen is gigantisch: wanneer je onvoldoende studiepunten hebt, kan je een diploma hoger onderwijs immers vergeten.

    De sociale ongelijkheid in het hoger onderwijs neemt toe tijdens deze coronacrisis. Meer studenten zullen de dupe worden van een onderwijssysteem dat in het teken staat van de belangen van de grote bedrijven, niet van de reële noden van studenten.

    De examens gewoon laten plaatsvinden alsof er niets aan de hand is, mag geen optie zijn. Geen enkele student mag dit jaar buizen en zo slachtoffer worden van deze crisis! In plaats van studenten af te straffen, moet er massaal geïnvesteerd worden in studiehulp. Tijdens de zomervakantie gratis vrijwillige bijlessen aanbieden aan studenten is een eerste stap.

    Het asociale systeem van leerkredieten moet niet enkel bevroren maar ook afgeschaft worden. Investeer massaal publieke middelen in het hoger onderwijs: voor meer begeleiding, kritisch denken en zelfontplooiing van studenten!


    Studenten in financiële problemen

    Steeds meer jongeren vrezen het einde van de maand. Sinds het begin van de lockdown verloren heel wat studenten hun job en nu zit al 45% van de jongeren in geldproblemen. Daarbovenop moet nog eens 12% van de jongeren hun eigen ouders financieel ondersteunen. En dat terwijl studeren al een voltijdse job is! Enkel met een studentenloon kunnen we financiële zekerheid voor alle jongeren garanderen en zorgen we ervoor dat het inschakelen van jobstudenten door de werkgevers er niet langer voor zorgt dat de arbeidsvoorwaarden voor gewone werkenden nog meer naar beneden gehaald worden.

  • Meer middelen nodig voor veilig en degelijk onderwijs

    Sinds 15 mei wordt er in Vlaanderen terug naar school gegaan. Dat was op dat moment nog erg beperkt: enkel de eerste- en laatstejaars van het basisonderwijs en het zesde en zevende leerjaar van het secundair onderwijs kregen weer fysiek les (enkele uren per week). Op 29 mei kwamen er nog een aantal leerjaren bij en minister van Onderwijs Ben Weyts sprak de ambitie uit om uiteindelijk alle leerlingen nog een keer naar school te laten komen voor de start van de zomervakantie.

    Artikel door een leerkracht uit het maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De keuze van de leerjaren is opmerkelijk. Zeker de voorkeur om laatstejaars in het secundair als eerste toe te laten, toont aan dat prestatiedruk bovengeschikt is aan gezondheid en veiligheid. Het is een poging om nog zoveel mogelijk examens en eindevaluaties te laten doorgaan alvorens leerlingen een diploma te geven. In de meeste scholen draait het daar in de praktijk ook op uit: leerlingen krijgen fysiek les voor de vakken waarvan ze eind juni nog een examen krijgen.

    Tegen de beslissing om in deze omstandigheden toch nog examens te organiseren, kwam heel wat tegenwind, zowel vanuit het onderwijspersoneel als de leerlingen. Er was een open brief aan Ben Weyts waarin gesteld werd dat dit onnodige druk zet op juist die leerlingen die het financieel moeilijker hebben en door gebrek aan middelen grotere leerachterstand opgelopen hebben dan anderen. Dat klopt: in normale omstandigheden bedraagt de gemiddelde leerachterstand van een kansarme leerling al drie jaar meer dan van een kansrijke leerling. In de huidige extreme omstandigheden loopt die kloof alleen maar nog meer op.

    Uiteraard willen lesgevers weer lesgeven en willen de meeste leerlingen liefst terug naar school. Maar dat moet wel in veilige omstandigheden gebeuren. Die kan de Vlaamse overheid niet garanderen. Dat leidt ertoe dat er ook heel wat scholen zijn die hun deuren dit schooljaar toch niet meer openen. De scholen die wel open gaan, presteren een indrukwekkend huzarenstukje om de veiligheid te garanderen. Wasstraten om de handen te wassen, pleximaskers en mondmaskers, onderhoudspersoneel dat elk lokaal na elke les ontsmet … Dat zijn allemaal zaken waar de overheid niet voor gezorgd heeft, maar die wel noodzakelijk zijn om les te geven op een veilige manier.

    De Vlaamse overheid heeft eenzijdig de beslissing genomen om de scholen terug te openen om daarna tegen die scholen te zeggen: ‘regel het nu maar’. En de scholen kijken voor middelen (zoals handzeep, alcoholgel en zeepdispensers) naar dezelfde bron waar ze normaal al een belangrijk deel van hun middelen moeten halen: bij hun personeel, hun leerlingen en de ouders. Van de overheid valt geen tussenkomst of materiaal te verwachten.

    Het lijkt er sterk op dat de regering beslist heeft om te openen om toch maar te kunnen zeggen dat er weer les gegeven wordt en te vermijden dat leerlingen een diploma zouden ‘krijgen’. Om de terugkeer echt veilig en kwalitatief te laten verlopen, zal er een pak meer nodig zijn dan een ministerieel besluit. Dan zullen we massale investeringen nodig hebben in onze schoolinfrastructuur, veiligheidsvoorzieningen en werkingsmiddelen. 7% van het bbp voor onderwijs (zoals dat vroeger het geval was) zal dan een absolute minimumvereiste zijn.

  • Meer poen voor zorg!

    Al jaren klaagt het personeel van de volledige zorgsector over de werkomstandigheden. Met onderbezetting, lage lonen, stijgende werkdruk, steeds meer autoritair management … zijn de problemen in de sector bijzonder groot. Dit is een sector die weet dat het besparingsbeleid dramatische gevolgen heeft voor de kwaliteit van de zorg. Bij het begin van de regering-Michel kwamen nogmaals verregaande besparingen op de reeds zwaar getroffen zorgsector. Tegenover de talrijke werkonderbrekingen, stakingen en betogingen bleef het establishment minachtend onverschillig.

    door Karim, delegee ACOD-Brugmann en lid van ‘De Zorg in Actie’, uit het maandblad ‘De Linkse Socialist’. Neem een abonnement op onze krant!

    Zorgpersoneel is uitgeput

    De Covid-19 pandemie legt de nalatigheid van de overheden in de zorgsector bloot. De besparingen van de afgelopen jaren en het feit dat niet geluisterd werd naar de bekommernissen in de sector, maakten de gevolgen van de pandemie erger.

    Het zorgpersoneel zet zich enorm in. Er was een nooit eerder geziene toestroom. Het uitgeputte en onderbezette zorgpersoneel moest bijzonder ernstige en complexe situaties beheren. De woonzorgcentra werden grotendeels aan hun lot overgelaten zonder apparatuur, opleiding en wekenlang zonder tests. Dit heeft geleid tot doden onder de bewoners en het personeel.

    Technisch gezien was het mogelijk om iedereen in de beste omstandigheden te verzorgen. Maar dan hadden de overheden moeten luisteren naar de eisen die het zorgpersoneel al jaren verdedigt. Dat gebeurde niet en vervolgens moest datzelfde personeel opdraaien voor de gevolgen van een totaal gebrek aan voorbereiding door de overheden.

    Regering moet terugkomen op aanval op zorgpersoneel

    Alsof de regering het nodig vond om nog wat extra zout in de wonde te strooien, kwam minister De Block met twee Koninklijke Besluiten in het kader van de volmachten. Het eerste ging over de opeising van verplegend personeel, het tweede over het delegeren van bepaalde verpleeghandelingen aan personeel dat daar niet voor opgeleid is. Het doel was om het personeelstekort op te vangen als voorbereiding op een tweede besmettingsgolf. Deze voorbereiding gebeurde door de arm van het zorgpersoneel om te wringen. Na weken van buitengewone inzet, werd dit terecht als een belediging en een vernedering ervaren.

    De opvallende actie van het personeel van het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel bij een bezoek van premier Wilmès, in combinatie met stakingsaanzeggingen, maakte dat de regering moest terugkrabbelen. De toepassing van de twee KB’s is opgeschort. Dat is een eerste overwinning, maar de strijd stopt daar niet bij. Wie dacht dat het ongenoegen bij het personeel beperkt was tot die KB’s vergist zich.

    Het verzet opbouwen

    Voor alle werkenden in de eerste lijn en al wie al jaren getroffen wordt door het asociale beleid, is het van cruciaal belang om vertrouwen in onze collectieve kracht te winnen. Het is mogelijk om overwinningen te boeken.

    De strijd voor meer publieke middelen voor gezondheidszorg en voor de sociale zekerheid, is bijzonder belangrijk. We moeten in actie gaan om op dit terrein overwinningen af te dwingen. Daartoe moeten we ons zo breed mogelijk mobiliseren, om talrijk te betogen en waar mogelijk stakingen te organiseren. Gezondheid belangt ons allen aan, zowel het personeel in de sector als de bevolking in het algemeen.

    Laten we bouwen aan een sterke beweging die opkomt voor meer middelen voor de zorg, betere arbeidsvoorwaarden en degelijke gezondheidszorg voor iedereen! We kunnen overwinningen bekomen als we ons organiseren. Mobiliseer mee naar de grote zorgbetoging van de actiegroep ‘De Zorg in Actie’ (La Santé en Lutte). Als het dan mogelijk en verantwoord is om te betogen, zien we elkaar op 13 september in Brussel!

  • ‘De zorg heeft tanden’: actie in Luik. Nieuw protest op 14 juni

    Dinsdag voerde de socialistische vakbond SETCa van het ziekenhuis CHC in Luik actie. Enkele tientallen mensen, vooral personeelsleden, namen hieraan deel.

    De actie was gericht op eisen als meer personeel, betere lonen, garantie van beschermingsmateriaal voor iedereen, meer tijd voor de patiënten, minder stress voor het personeel … Kortom: “Zin geven aan deze zinvolle beroepen.” De actie was belangrijk om de campagne rond deze eisen op te bouwen.

    Enkele leden van LSP waren aanwezig op de actie. We hadden het onder meer over het belang van de grote zorgbetoging op initiatief van de actiegroep ‘De Zorg in Actie’.

    Op 14 juni zal ‘De Zorg in Actie’ voor het kabinet van minister De Block actie voeren onder de slogan ‘We keren hen de rug toe’. Dat gebeurt met volgende eisen:

    • Omdat Maggie de Block dacht dat ze ons kon opvorderen als pionnen, laten we haar de rug toekeren.
    • Omdat Sophie Wilmès durft te zeggen dat ze luistert naar en begrip heeft voor het lijden van de verzorgers nadat ze het gezondheidsbudget met 900 miljoen euro heeft verlaagd, moeten we haar de rug toekeren.
    • Omdat de staat onze ouderen in onmenselijke omstandigheden heeft laten sterven, moeten we hem de rug toekeren.
    • Omdat we kwaad zijn over het beheer van deze crisis en het systematisch in gevaar brengen van eerstelijnswerkers, moeten we hen de rug toekeren.
    • Omdat ze ons hebben laten zorgen zonder materiaal, zonder maskers en zonder voldoende personeel, laten we hen de rug toekeren.
    • Omdat de overheid de risico’s geminimaliseerd heeft,om de beschermende middelen te kunnen rantsoeneren, laten we hen de rug toekeren.
    • Omdat ze de economie zo lang mogelijk hebben laten draaien, met gevaar voor onze levens, moeten we hen de rug toekeren.
    • Omdat we geen winst maken of besparen op ziekte, moeten we de vermakting de rug toekeren!
    • Omdat de sociale zekerheid geen variabele is die zomaar kan aangepast worden, moeten we het bezuinigingsbeleid de rug toekeren!
    • Omdat onze leiders ons met minachting behandelen, laten we ons verenigen en hen de rug toekeren.

     

    Het evenement vind je hier: https://www.facebook.com/events/190436105515353/

     

    Foto’s van de actie in Luik:

  • Zorgpersoneel spreekt

    Foto: Jean-Marie Versyp

    De zorgsector ligt al jarenlang onder vuur. Het besparingsbeleid maakte het werken in de sector moeilijker en zwaarder. Dat heeft onvermijdelijk gevolgen op de dienstverlening. Het zorgpersoneel kwam al meermaals in actie. Dit zal opnieuw nodig zijn om meer publieke middelen voor zorg af te dwingen. Hieronder laten we een verpleegster uit een ziekenhuis en een verpleegkundige uit een woonzorgcentrum aan het woord.

    Verpleegster in een ziekenhuis: “We moeten die solidariteit en het ongenoegen op de werkvloer organiseren in actie voor concrete verandering”

    “De gezondheidszorg is een sector die al jaren lijdt onder de kapitalistische logica. Een systematische onderinvestering zorgt dat een deel van de inkomsten uit de zakken van de patiënten moet komen en veroorzaakt een uitholling van loon- en arbeidsvoorwaarden.

    “Een crisis, zoals de coronacrisis nu, maakt de problemen, zoals het personeelstekort in de sector extra duidelijk. Men vertrekt vanuit het idee om zo min mogelijk kosten te maken in plaats van te vertrekken vanuit de noden. Op dit moment is er een dringende nood aan een verlaging van de werkdruk. Op mijn afdeling werkt niet de helft van het personeel voltijds, het werk is te zwaar en de uren te flexibel voor een evenwicht tussen werk en privéleven. Dat in combinatie met te lage lonen schrikt jonge mensen af om in de sector te stappen.

    “Wij willen arbeidsduurvermindering met behoud van loon en evenredige aanwervingen, wij willen een minimumloon van 14 euro per uur als basis. Maar daar mag het niet bij stoppen, het wordt tijd dat we afstappen van het kapitalistische systeem. Als we gratis en degelijke gezondheidszorg  willen, zullen we moeten gaan naar een socialistisch systeem waarin vertrokken wordt vanuit de noden van de meerderheid van de bevolking. Daarom ben ik actief lid van de LSP.”

     

    Verpleegkundige in een woonzorgcentrum: “Er is al jaren een groot ongenoegen over het gebrek aan middelen en de werkdruk”

    “Zes weken na het begin van de quarantaine zijn alle bewoners en personeelsleden in het woonzorgcentrum waar ik werk getest. Ondertussen waren tien bewoners overleden en zijn er nog zeven andere besmet. We kregen hulp van vrijwilligers van het Rode Kruis, thuishulp en van ambulanciers. Het leger werd ingezet om een ‘coronavleugel’ in te richten voor 16 bewoners.

    “Meer dan de helft van de dodelijke slachtoffers van het virus in België zijn overleden in woonzorgcentra. Toch duurde het vier weken in de quarantaine vooraleer Vlaams minister Wouter Beke besefte, dat de sector van de woonzorgcentra niet kon beschermd worden tegen corona zonder tests, beschermingsmateriaal en zonder het personeel op te leiden, zoals dit wel werd gedaan in de ziekenhuizen.”

    “Vorig jaar werden in Vlaanderen 81.000 mensen opgevangen in 818 zorgcentra. Sinds 2016 is dit een Vlaamse bevoegdheid. Er was sindsdien een toename met 5000 bewoners. De nadruk kwam meer op het commerciële te liggen: het aantal woonzorgcentra in de profit-sector steeg met 40 tot 170. De persoonlijke bijdrage van bewoners steeg in dezelfde periode met 4,5 euro per dag tot gemiddeld 59,05 euro per dag, waarbij het dagbedrag varieert tussen 42 en 70 euro per dag.”

    “In de woonzorgcentra is er al jaren een groot ongenoegen onder bewoners en personeelsleden over het gebrek aan middelen en de werkdruk. Dit leidt onvermijdelijk tot onvoldoende zorg. De bewoners zijn steeds ouder en hulpbehoevender op het moment dat ze in een zorgcentrum gaan wonen. Dit fenomeen is al jarenlang bekend, maar de opleiding van het personeel wordt veel te traag aangepast om aan de grotere zorgbehoeften te voldoen.”

    “Voor de verkiezingen berekende de Ouderenraad dat tussen nu en 2025 14.700 bedden uit de woonzorgcentra moesten omgevormd worden tot zorgbedden en dat er 3600 plaatsen in de woonzorgcentra moesten bijkomen. Dit kost 255 miljoen euro. De regering-Jambon zal dit nooit willen financieren. Het betekent dat de sector nog meer in handen van commerciële bedrijven zal terechtkomen.”

    “Het is enkel door de witte woede te organiseren en door op straat te komen dat we onze gerechtvaardigde eisen kunnen laten horen. Dat is ook de enige manier om duidelijk te maken dat een menselijke zorg voor oudere mensen niet gegarandeerd kan worden in dit rotte systeem.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop