Er is nood aan doorgezette strijd van onderuit tegen elke vorm van discriminatie en voor een programma dat een einde maakt aan de sociale ellende waar een steeds groter deel van de werkende bevolking mee te maken krijgt.
door Els (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist
Het geheim van D’Haeseleer?
Er is een combinatie van factoren. In de Denderstreek is de sociale afbraak en het verdwijnen van kwaliteitsvolle werkgelegenheid misschien meer uitgesproken dan elders. Soms wordt de vergelijking gemaakt met de rustbelt in de VS. Er is de teloorgang van de traditionele partijen met hun zuilen die voordien nog voor een zeker sociaal vangnet zorgden. Er is de afwezigheid van een linkse factor die de strijd voert tegen deze afbraak en voor een programmatorisch alternatief. En dan is er nog de aanwezigheid van de extreemrechtse figuur D’haeseleer, die met grote focus en vastberadenheid gedurende 30 jaar elke frustratie, onzekerheid, sociale angst en miserie onder de mensen aangreep om een netwerk op te bouwen. Met als doel deze frustraties te richten op de migrant, asielzoeker en mensen van kleur, tegen emancipatorische bewegingen gaande van het feminisme, de lgbtqi+ beweging of die tegen racisme, maar evengoed tegen de politieke elite en media, die de frustraties minimaliseerden en met grote minachting de Ninovieters portretteerden.
In 2018 werd D’haeseleer van de macht gehouden door een coalitie van alle andere partijen, allemaal mee verantwoordelijk voor de sociale achteruitstelling de afgelopen decennia. Het kwam toen tot een Ninoofse versie van ‘Stop the steal’ met een grote protestbetoging.
Zo werd het bed gespreid voor dit gevaarlijk “Guy’ken” en zijn Forza Ninove. Zij zullen de komende jaren, in naam van de democratie, een politiek proberen te voeren van systematische discriminatie en in wezen ontmenselijking van een deel van de bevolking. Tenzij we dit stoppen door een grootse emancipatiebeweging, die in staat is dit tij te keren. Niet meer of minder is nodig!
Dit gaat niet meer weg, dit is een voorbode voor meer Ninoves. Of net het tegendeel. Door een even vastberaden strijd voor een democratisch en emancipatorisch socialistisch antwoord, moeten we opkomen voor een beleid dat de maatschappelijke rijkdom, geproduceerd door de werkende klasse van alle kleur, nationaliteit, religie en gender, aanwendt voor het welbevinden van iedereen.
Ninoofs experiment is van groot belang
Het eerste extreemrechts bestuur met absolute meerderheid in België is nu een feit. Het is niet alleen een testcase van groot belang voor het VB. Ook voor de meer traditionele partijen, die reeds langer op een glijdend vlak zitten wat betreft mensenrechten en het ontmenselijken van migranten en asielzoekers in woord en daad.
Na de verkiezingen van juni en oktober maakten ook zij een meer besliste draai naar een politiek van uitsluiting als antwoord op de tekorten. Zie het beleid van de Vlaamse regering, ‘socialisten’ incluis, om in het onderwijs de kennis van het Nederlands als maatstaf te gebruiken om gezinnen hun schoolbonus af te nemen.
Een dergelijke politiek is niet nieuw, maar er wordt een turbo op gezet. Het maakt structureel deel uit van een kapitalisme in crisismodus, een kwestie van leven of dood zelfs. Het doet de winstmotor draaien door een pool van goedkope arbeidskrachten in stand te houden en verder uit te breiden. Het moet ook het idee ondermijnen dat er een eengemaakt antwoord mogelijk is van de diverse werkende klasse, tegen het falen van het kapitalisme om te voldoen aan sommige van de meest basis sociale en maatschappelijke noden en uiteindelijk tegen het kapitalisme zelf.
Ons motto: wie één van ons raakt, treft ons allen!
Het grootste gevaar is er nu één van een verdere verdieping van de verdeeldheid, met een onmiddellijk gevaar van geweld en achteruitstelling van mensen van kleur, LGBTQIA+ personen, linkse jongeren, vakbondsmensen … Zij zullen geviseerd worden door dit Ninoofs beleid, dat de grenzen zal rekken van een politiek van uitsluiting in het toekennen van sociale woningen, sociale toeslagen, erkennen van lokale sociale en culturele vzw’s … Wat betekent meer politie en repressie voor de veiligheid van mensen van kleur of de LGBTQIA+ gemeenschap?!
Vergis je niet: wie wit en Vlaams is, wordt meegezogen door deze draaikolk, dit glijdend vlak. De werkende bevolking is maar zo sterk als haar zwakste schakel. Laat je toe dat de meest kwetsbaren in de samenleving getroffen worden, dan ben jij de volgende. Het beantwoordt immers niet de sociale kwestie, de oorzaak van de sociale ellende die een kapitalisme in verval met zich meebrengt.
De nieuwe burgemeester gaf ook al toe dat de budgettaire situatie niet rooskleurig is. Hij beroept zich reeds op de Vlaamse regering, waarbij hij de hoop uitspreekt dat Ninove niet gestraft zal worden wanneer subsidies uitgedeeld worden. Een nieuw ziekenhuis of woonzorgcentrum, of de creatie van kwaliteitsvol werk in eigen streek … zijn verkiezingsbeloften die het extreemrechtse bestuur niet zal waarmaken. De sociale kwestie dreigt zich enkel verder uit te diepen, met alle gevolgen van dien voor de hele werkende klasse.
LSP zal in de Denderstreek initiatieven nemen en meewerken aan campagnes en acties die de slachtoffers van het asociaal beleid verenigen en verdedigen. Contacteer ons om mee te doen!
Kurt Grymonprez van de lokale lijst Stip+ wil de nieuwe burgemeester van Izegem worden in een coalitie met het Vlaams Belang. Stip+ won de verkiezingen op 13 oktober nadat de N-VA fors terrein verloor. Deze lokale lijst werd getrokken door Grymonprez die in 2017 aftrad als SP.a-schepen omdat hij aan de stadsdiensten zou hebben gevraagd om te helpen bij werken aan zijn privéwoning. Hij ging als onafhankelijke zetelen en vormde in 2018 de lokale lijst Stip met voormalige SP.a’ers. Dit jaar werden de liberalen mee in bad getrokken in de lijst Stip+.
Eerst zou er gesproken zijn met CD&V en Vooruit-Groen om een coalitie te vormen die brak met het onpopulaire vorige bestuur onder leiding van N-VA. Nadat er volgens Stip+ een akkoord was, trok CD&V zich terug om dat het zich aan N-VA had vastgeklonken. Daarop werd er met die partijen onderhandeld. Dat zijn heel veel gesprekken waarbij volgens de mediaberichten de discussie over het aantal schepenposten telkens erg belangrijk was.
Alles liep vast waarop Stip+ naar het Vlaams Belang trok. In ruil voor de propaganda over het doorbreken van het cordon sanitaire, kan Stip+ een extra schepenpost invullen. Dat voormalige ‘socialisten’ en ondertussen ex-liberalen zich daartoe lenen, zegt veel over de machtshonger van deze nieuwe ploeg. De liberalen leverden zelf hun partijkaart van Open Vld in. Op het laatste nippertje werd de voordrachtsakte echter niet ingediend, volgens Stip+ omwille van bedreigingen tegen verkozenen van die partij.
Voor het Vlaams Belang doet de verdeling van postjes er minder toe. De extreemrechtse verkozenen tekenden een charter waarin ze pleiten voor een inclusieve samenleving en beloven om het nationalisme achterwege te laten. VB-kopstuk Stefaan Sintobin, in 2017 verhuisd van Izegem naar Brugge om daar de lijst te trekken, aarzelde niet om de vergelijking met de communautaire diepvries van N-VA te maken. Het maakt duidelijk dat de VB’ers om het even welke verbintenisverklaring zouden ondertekenen om het cordon te doorbreken. Wat zijn intentieverklaringen waard bij de machtsspelletjes van de traditionele politiek?
De aankondiging van het doorbreken van het cordon sanitaire leidde in Izegem meteen tot een protestactie met een honderdtal deelnemers. Dat is positief en belangrijk. We mogen ons niet neerleggen bij extreemrechts bestuur en evenmin bij het hellend vlak waarop de traditionele partijen zich bevinden. Hun steeds grotere aanvaarding van de politiek waar het VB voor staat, gekoppeld aan een machtshonger naar postjes en een wel erg welwillende opstelling van het VB schuiven het cordon sanitaire opzij.
Dat het Vlaams Belang er geen probleem mee heeft om een voormalige socialist die als schepen van belangenvermenging werd beschuldigd in het zadel te hijsen, zegt veel over hoe ‘anti-establishment’ die partij is. Ook bij het VB gaat het om ‘eigen postjes eerst’ en is wat er aan beleid voorgesteld wordt daaraan ondergeschikt. Nadat veel elementen van het extreemrechtse programma genormaliseerd werden en ingang vonden bij zowat alle traditionele partijen, wil het VB nu ook deelname aan de macht normaliseren. Om dat standpunt kracht bij te zetten, wil het in Izegem woensdag een straatactie houden.
Dit afdoen als een lokaal fait divers is verkeerd. Het zet de deur open voor nog rechtser beleid, voor steeds openlijker racisme, seksisme en LGBTQIA+fobie en voor een repressieve aanpak van alle oppositie tegen het beleid. Wie daar het slachtoffer van is organiseren, is cruciaal. Mensen van kleur, activisten, jongeren, LGBTQIA+personen, syndicalisten staan sterker als ze zich organiseren tegen extreemrechts en tegen rechts.
Dat protest wel degelijk een verschil maakt, zagen we de voorbije dagen in Gent. Dat is de enige stad waar het tot grote acties kwam na de verkiezingen. Het resultaat is dat de poging van N-VA om in de meerderheid te geraken, voorlopig is afgewend. Zonder de dagelijkse acties van de afgelopen week zou dit wellicht anders geweest zijn. “De solidariteit die je hier deze week voelde, mag niet verloren gaan,” zei een Gentse betoger in de media. Het is inderdaad in protest en strijd dat solidariteit sterker wordt. We zullen dat nodig hebben tegenover de plannen waar De Wever en zijn Arizona-bende op broeden en met een steeds rechtser beleid op alle niveaus.
Dit artikel werd gisteren gepubliceerd op blokbuster.be en is sindsdien aangepast na de aankondiging dat de voordrachtsakte alsnog niet ingediend wordt. We verwerpen uiteraard de methode van bedreigingen. Tegenover extreemrechtse machtsdeelname en rechts beleid is er nood aan massaal protest van onderuit door al wie de negatieve gevolgen van dergelijk beleid dagelijks ondervindt en al wie actief opkomt voor solidariteit van al wie onderdrukt en uitgebuit wordt.
Terecht huiveren veel Gentenaars voor een N-VA-bestuur. Voor wie nu al slachtoffer is van uitsluiting, discriminatie en stigmatisering vormt een coalitie met de N-VA een onmiddellijke bedreiging. N-VA gebruikt een racistische en LGBTQIA+fobe retoriek om te verdelen en te heersen. Ook sociale organisaties, buurtwerkers en straathoekwerkers vrezen voor de impact van de N-VA-besparingslogica. Dat N-VA mogelijk deel kan uitmaken van het Gents bestuur is het resultaat van een politiek machtsspel. Het alternatief is nochtans klaar als een klontje. Een echt links beleid is mogelijk. Vooruit, Groen en PVDA hebben samen een meerderheid. Vooruit en Groen profileren zich in verkiezingstijden als links en progressief. Is dit enkel een electorale strategie?
Wat zou een links bestuur in Gent kunnen doen?
Kwaliteitsvol wonen voor iedereen! 36.000 gezinnen (zo’n 30% van alle huishoudens in Gent) beschikken niet over voldoende middelen om te huren of te kopen op de privémarkt. 12.000 gezinnen staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Vooruit en Groen hebben mee de citymarketing en gentrificatie van de stad georganiseerd ten voordele van bouwpromotoren en projectontwikkelaars, met hun luxe-appartementen voor wie het kan betalen. Ze zijn mee verantwoordelijk voor de uitsluiting van mensen met een laag inkomen.
Het vorige bestuur heeft zich volop in de concurrentiestrijd gegooid om kapitaalkrachtigen aan te trekken. Een groeiend aandeel middelen wordt ingezet om de stad in de kijker te zetten. Kapitaalkrachtige bewoners krijgen een dynamische stad vol evenementen en unieke belevingen. Er ontstaan woonoases van luxe, groen en rust, weliswaar onbetaalbaar voor een heel groot deel van de huidige bewoners. Deze neoliberale, kapitalistische logica moet stoppen. Stop de uitverkoop aan projectontwikkelaars. De stad moet er voor iedereen zijn! Een stedelijk bouw- en renovatiebedrijf kan kwaliteitsvol en betaalbaar bouwen en renoveren organiseren in deze stad.
De gewelddadige uitzetting van milieuactivisten uit het Bloemekeswijkbos was een progressief bestuur onwaardig. Een linkse coalitie zou ademruimte geven aan activisten die sociale actie gebruiken om hun eisen kracht bij te zetten.
Stop de uitsluiting en uitbuiting in onze stad: geen woorden, maar daden!
De schoonmaak en andere diensten werden in de voorbije jaren uitbesteed. Dit treft vooral vrouwen en jobs die al harde arbeids- en loonomstandigheden kennen. De nota die VoorGent opstelde voor het volgende bestuur omvat echter nieuwe privatiseringen en uitbestedingen. Een bestuur dat verder outsourcet is niet progressief en treft vooral vrouwen die sterker vertegenwoordigd zijn in die jobs! Voor een insourcingsplan!
Mobiliteitsbeleid is een sociale kwestie. Schone lucht voor iedereen! Verplaatsen van circulatie, uitstoot en verkeer treft opnieuw de armste lagen. Een circulatieplan zonder drastische uitbreiding van het openbaar vervoer is een gentrificatieplan. De verkeersluwe wijken worden onbetaalbaar voor de originele bewoners en de schone lucht is er enkel voor wie het kan betalen. De stad kan allerlei initiatieven nemen om deelfietsen en deelwagens aan te bieden en om gratis openbaar vervoer te organiseren.
Voor een echte linkse coalitie die strijdt voor een sociaal beleid
Welke linkse partij durft een ambitieus en echt links bestuursplan voorleggen aan de Gentenaars? De PVDA zou dit heel duidelijk kunnen uitspreken. Als Groen en Vooruit willen doorgaan als ‘linkse’ partijen, moeten ze breken met de neoliberale logica die van hen klassieke machtspartijen heeft gemaakt.
Lokale bestuurspartijen verkondigen dat ze geen andere keuze hebben dan te besparen. Dit klopt niet. Een stad heeft de mogelijkheid eigen inkomsten te genereren via een bankentaks, het belasten van industrie en uiterlijke vormen van rijkdom. Leegstand en speculatie tegengaan door onteigening en grootgrondbezitters en huisjesmelkers laten mee betalen voor een sociaal woonbeleid. In Zelzate voerde het gemeentebestuur van Vooruit en PVDA een beperkte taks op de industrieterreinen van de grootste bedrijven in. Als Gent ook zo’n taks van slechts 1% op de omzet zou invoeren zou dit 250 miljoen euro per jaar kunnen opleveren. Middelen genoeg.
Van onderop
Over heel Vlaanderen ging maar liefst 36,5% niet stemmen. Ook in Gent. De traditionele politieke partijen hebben hun krediet bij een hele laag mensen verloren. We kunnen onze verontwaardiging over de politieke spelletjes gebruiken om een echt links en sociaal beleid in de feiten te eisen door van onderuit ons te organiseren. Maar politiek hoeven we niet enkel over te laten aan politiekers. Een echt linkse coalitie zou oproepen om de strijd van onderuit te organiseren om de besparingen te beantwoorden met een campagne om het geld te halen waar het zit.
De onderhandelingen voor een Arizona-regering op federaal niveau blokkeerden in september. De ‘supernota’ van De Wever werd van tafel geveegd. Niet omwille van de vreselijke asociale aanvallen op de werkenden en hun gezinnen, maar omdat er een kleine symbolische bijdrage van de rijksten werd gevraagd. Over de “noodzaak” van asociale maatregelen zijn de onderhandelende partijen het eens. De onderhandelingen werden enkel uitgesteld tot na de gemeenteraadsverkiezingen.
Artikel uit de oktober-editie van De Linkse Socialist
Europees Parlementslid Johan Van Overtveldt zei op de start van het politieke jaar bij werkgeversorganisatie Voka expliciet dat de supernota niet weg is. “Als je wil hervormen en saneren in ons land, dan zijn er een aantal dingen waar je niet omheen kan. Anders heeft een regeerakkoord geen zin.” De Wever zelf verklaarde dat de nota op 14 oktober terug op tafel ligt.
Die vaststelling maken ook de bazen. Ze grijpen de situatie aan om meer te eisen. Pierre Wunsch, de liberale gouverneur van de Nationale Bank, verklaarde dat de supernota niet volstaat. “Er is een duidelijke wil om een aantal hervormingen uit te voeren,” zei hij tevreden. Maar er zijn meer maatregelen nodig: besparingen en nieuwe belastingen. Wie hij daarvoor wil laten opdraaien is ook duidelijk: niet zijn vrienden grote aandeelhouders en superrijken.
De voorstellen in de supernota van De Wever zijn ronduit schokkend. Het ABVV had het over “de grootste sociale achteruitgang in 80 jaar”, het ACV stelde vast dat de supernota “vooral super is voor de superrijken.” Dat klopt. Met aanvallen op zieken, werklozen, pensioenen, lonen, werknemersvertegenwoordiging, openbare diensten, zorgsector, wetenschapsbeleid … wordt de hele werkende klasse hard getroffen. De horrorlijst van voorstellen alleen nog maar opsommen, zou een extra bijlage op deze krant vergen.
De harde besparingen doen denken aan het Thatcheriaanse neoliberalisme van de jaren 1980. Dat wordt gekoppeld aan propaganda die de schuld voor de sociale tekorten bij vluchtelingen, werklozen en zieken legt. Zo wordt de concentratie van rijkdom bij een handvol kapitalisten uit de wind gezet. Met Bouchez en Francken wordt een stevige portie Trumpiaanse verdeeldheid toegevoegd aan het Thatcheriaanse beleid.
Onze strijd nu organiseren!
Hoe sneller we onze strijd tegen de plannen organiseren, hoe sterker we staan. De afgelopen jaren heeft de arbeidersbeweging ervaring opgedaan met strijdbewegingen.
De beweging in 2014 tegen de regering-Michel toonde de kracht van een opbouwend actieplan. Die rechtse regering geleid door N-VA en MR viel ook toen al onder meer onze lonen en pensioenen aan. Een militantenconcentratie van de vakbonden werd gevolgd door een nationale betoging, roterende provinciale stakingen en uiteindelijk een grote nationale algemene staking. Elke actiedag bouwde op naar de volgende en deed de beweging aangroeien, met ook steun van jongeren, kunstenaars, zelfstandigen … De betoging die geen eindpunt maar het startschot van een hete herfst was, kende een recordopkomst van 150.000 deelnemers. De staking van december 2014 was de grootste in decennia. Zeker waar de stakingen voorbereid werden met personeelsvergaderingen, stonden ze erg sterk. De betrokkenheid van onderuit bleek ook uit het recordaantal kandidaten bij de eerstvolgende sociale verkiezingen in 2016. De beweging had een grote impact op de publieke opinie: een grote meerderheid was voorstander van een vermogensbelasting. Doorheen de beweging versterkte de PVDA haar inplanting onder de werkende klasse en werd de basis gelegd voor een grotere vertegenwoordiging in alle parlementen en lokale raden.
Helaas kwam er geen tweede actieplan dat groter en sterker was, maar kreeg de wankelende regering tijd om overeind te kruipen. Niet dat ze daarna zomaar kon doen wat ze wilde. De verdere aanval van het ‘puntenpensioen’ werd door opeenvolgende massale acties gestopt. Die acties werden versterkt door initiatieven als de Pensioenkranten, informatieve kranten die op grote schaal verspreid werden in de bedrijven en onder het brede publiek.
Geconfronteerd met de ergste sociale achteruitgang in 80 jaar volstaat het niet om enkel ‘meer evenwichtigheid’ te eisen. Informatiekranten, regionale militantenbijeenkomsten, personeelsvergaderingen … kunnen opbouwen naar een actieplan met stakingen om de aanvallen af te slaan. Er zijn ordewoorden nodig die evenredig zijn aan de gestelde uitdagingen. Gemeenschappelijke strijd is de beste solidariteit.
Een zwakte, die in 2014 ook al meespeelde in het uitstel en uiteindelijk afstel van een tweede actieplan, is de kwestie van een alternatief. Als we die vraag beperken tot wat vandaag met de gevestigde partijen mogelijk is en als we de begrotingsregels op maat van de winstmachines als vertrekpunt nemen, geraken we nergens. Door een krachtsverhouding op te bouwen, wordt wat de kapitalistische propaganda onmogelijk verklaart wel mogelijk. Dat is hoe de arbeidersbeweging onder meer stemrecht en sociale bescherming afdwong.
Onze eisen en alternatieven staan sterker als ze opgemaakt worden door zoveel mogelijk collega’s en betrokkenen. Op personeelsvergaderingen willen we niet alleen info krijgen en acties organiseren, maar ook nagaan welke maatregelen nodig zijn om ons bedrijf, onze sector, onze dienst op een menselijke manier te laten functioneren. Zo betrekken we onze collega’s bij het opstellen en uitwerken van een alternatief voor de uitsluitend op winst beluste maatschappij.
In Ranst nam de oude politieke cultuur de macht terug in handen, nadat ze in 2018 afgestraft werd wegens belangenvermenging. Om de winstbelangen van de vastgoedsector te dienen, wordt niet geaarzeld om er het Vlaams Belang bij te halen. Het onderstutten van machtspolitici die dit willen realiseren, is voor Tom Van Grieken het hoogtepunt van zijn politieke loopbaan. Anti-establishment? Anti-corruptie? Dat zijn slogans voor bij verkiezingen. Zonder enige voorwaarden te stellen staat het VB na de verkiezingen met de billen bloot voor het establishment dat voorheen van corruptie verdacht werd.
Artikel overgenomen vanop blokbuster.be
Dorpspolitiek
In 2018 werd de coalitie van Open VLD en CD&V in Ranst weg gestemd. Aanhoudende geruchten over belangenvermenging deden het oude bestuur de das om. Oud-burgemeester Hofmans, tevens zaakvoerder actief in vastgoed en verzekeringen, nam in 2019 afstand van zijn partij omwille van de vele beschuldigingen.
De N-VA won in 2018 op basis van verzet tegen het oude bestuur. De partij berekende dat in de legislatuur van 2012 tot 2018 schepen Vermeesch (Open VLD) 192 van de 223 zittingen van het college van burgemeester en schepenen moest verlaten wegens een belangenconflict. Burgemeester Hofmans moest 52 zittingen verlaten.
De wel erg nauwe banden tussen de vastgoedsector en het gemeentebestuur waren geen uitzondering. Momenteel is er ook in Boechout heel wat discussie hierover. In de rand rond Antwerpen is er een grote druk om appartementen bij te bouwen. De bevolking wordt ouder, de dorpscentra bieden mogelijkheden voor dure appartementen en de vastgoedsector zoekt winst.
Het is hypocriet dat N-VA dit aanklaagde, in Antwerpen is de keizer van de N-VA net trots op zijn goede banden met die sector. Er moet immers gebouwd worden, aldus De Wever. In Boechout kwam de N-VA vanuit Antwerpen tussen om de lokale afdeling het zwijgen op te leggen toen die teveel inging tegen de vele projecten.
De ‘ons kent ons’ sfeer botste op ongenoegen waar in 2018 N-VA en vooral Groen van profiteerden in Ranst. Ze vormden nadien samen een coalitie. Echte verandering kwam er niet, wat mogelijkheden bood aan de oude krokodillen om terug te komen.
Het oude bestuur van voormalige liberalen en CD&V’ers onderging een gedaanteverandering. De oude partijnamen waren weg, een nieuw fris project werd in de markt gezet: PIT. Dat enkele Open VLD’ers met een eigen lijst onder de naam ‘Vrij Ranst’ opkwamen, kon de pret niet bederven. PIT werd de grootste partij met 34%. Dat was ongeveer evenveel als Open VLD en CD&V samen in 2018, maar een zetel extra aangezien grotere partijen een voordeel hebben met het kiessysteem voor gemeenten. Bovendien haalde Vrij Ranst 3 zetels. Het gemeentebestuur van N-VA en Groen verloor respectief 3 en 2 zetels.
Een coalitie van PIT en N-VA was gezien het resultaat de meest logische optie. De persoonlijke vetes wogen echter zwaarder door. Om de winsten van de bevriende vastgoedbedrijven veilig te stellen, aarzelen de liberale en christendemocratische lokale politici niet om Ranst op de kaart te zetten als de eerste gemeente waar het cordon sanitaire wordt doorbroken. Wellicht wordt erop gerekend dat VB-schepen Christel Engelen volgzaam genoeg zal zijn om niet in de weg te lopen.
VB schudt anti-establishmentmasker van zich af
In verkiezingscampagnes spreken over verzet tegen corruptie en zich voordoen als outsider die tegen het establishment ingaat, is één zaak. De realiteit is duidelijk anders. Dat wordt opnieuw duidelijk in de opstelling van het Vlaams Belang in Ranst. Omdat propaganda over het doorbreken van het cordon sanitaire belangrijker is voor die partij, wordt geen enkele voorwaarde gesteld om een meerderheid te vormen in Ranst. Bij de verdeling van de postjes is het voor het VB geen probleem dat Vrij Ranst met een lagere score twee schepenen krijgt en het VB maar één. Nu ja, een echte kandidaat voor een tweede schepenpost heeft het VB in Ranst niet bepaald in huis. Het onderstutten van de oude machtspolitici van de liberalen en christendemocraten, die omwille van hun verleden niet onder eigen partijnaam konden opkomen, is geen enkel probleem voor de bende van Van Grieken. Meer nog: ze zijn er apetrots op.
Zal het VB zich kritisch opstellen tegenover de ‘vrienden van het vastgoed’? De kans is klein. Het boek van Apache over die vrienden en hun projecten in Antwerpen, maakte duidelijk hoe het VB zelfs vanuit de oppositie kant kiest. Bouwpromotor Erik Van der Paal nodigde De Wever uit naar het sterrenrestaurant ’t Fornuis, maar was even goed kind aan huis bij het Vlaams Belang. De vrouw van Gerolf Annemans werkte als zijn secretaresse. Toen er over de parlementaire onschendbaarheid van Alain Mathot (PS), een belangrijke zakelijke partner van Van der Paal, gestemd werd in 2016, moesten Dewinter en zijn toenmalige Antwerpse adjudant Penris beiden plots dringend een plaspauze inlassen waardoor ze niet konden stemmen. Neen, bij het Vlaams Belang moeten ze niet eens aan de macht zijn om de echte machthebbers te ondersteunen vanuit hun verkozen functies.
Gevaar voor bevolking
‘We zullen daar niet veel van merken’, denken veel inwoners van Ranst over de deelname van het Vlaams Belang aan het bestuur. Met 3 zetels in de gemeenteraad en straks 1 schepen is het gewicht inderdaad beperkt. Je zal als asielzoeker maar in de opvang van Fedasil in Broechem (deelgemeente van Ranst) terecht komen met een vijandig gemeentebestuur. Niet dat het lokale VB tegen alle migranten is: de dagloners in de landbouwbedrijven (waaronder fruitteelt) mogen gerust verder werken aan hun lage lonen. Het VB aan de macht betekent sowieso het normaliseren van extreemrechts en van het racisme dat in het DNA van die partij zit.
Het ondersteunen van de oude machtspolitici betekent dat er niets zal gedaan worden tegen de steeds grotere impact van private projectontwikkelaars en vastgoedbedrijven die de prijzen die wij betalen om te wonen opdrijven. Het nieuwe gemeentebestuur wil alvast een project van sociale verkaveling in Emblem schrappen ‘wegens te groot’. Voormalig burgemeester Lode Hofmans ging persoonlijk het verzet tegen dat project aanvoeren op een buurtvergadering. Toen ze vroeger aan de macht waren, namen deze politici zelden initiatieven voor sociale huisvesting waardoor er zelfs opmerkingen kwamen van de Vlaamse regering. Via die weg de prijzen naar beneden drukken, is voor de liberalen, christendemocraten en nu ook extreemrechts geen optie.
Deze ranzige coalitie toont hoe ver de oude politici gaan, maar ook hoe plat op hun buik de VB’ers gaan om die oude politici ter wille te zijn. Extra winsten voor de projectontwikkelaars en betonboeren, extra racisme voor onder meer de mensen in het asielcentrum van Ranst. Dat is het nieuwe bestuur.
De komende weken en maanden zal de situatie in Ranst op de voet gevolgd worden, ook door ons. We zijn bekommerd om het lot van de mensen in het asielcentrum, de jongeren die geen betaalbare woning vinden, mensen met een migratie-achtergrond, het gebrek aan lokale diensten voor de bevolking en we verzetten ons tegen de impact van de vastgoedsector. Woon je in Ranst of errond en wil je iets doen? Begin alvast met het dragen van de rode driehoek, symbool van verzet tegen racisme en fascisme. Ga in gesprek met mensen in je omgeving. Volg de lokale politiek in Ranst. Neem deel aan de nationale acties tegen het asociale beleid dat op ons afkomt. Wij zijn alleszins bereid om waar mogelijk acties en campagnes te ondersteunen.
De toekomstige Arizona-coalitie is vastberaden om de jacht op de werklozen verder op te voeren. In hun maatpakken laden de burgerlijke politici hun jachtgeweren en toeteren ze dat de werkloosheidsuitkering tot twee jaar moet beperkt worden. Het doel? Werklozen dwingen om gelijk welke job aan gelijk welke voorwaarden aan te nemen. Onder de regering-Di Rupo werden de werklozen al onder vuur genomen, nu is het jachtseizoen opnieuw geopend. Alleen is de kleur van de maatpakken van de jagers deels veranderd.
door Maxime (Luik)
De supernota van Bart De Wever (N-VA) zette de toon. Er wordt voorgesteld om de werkloosheidsuitkering in de tijd te beperken. De eerste paar maanden zou de uitkering hoger liggen en vervolgens zou het bedrag snel dalen en na twee jaar worden werklozen naar het OCMW doorgestuurd.
Het is geen voorstel dat enkel door de Vlaamse rechterzijde wordt verdedigd. Het was de afgelopen maanden een van de favoriete riedeltjes van de Franstalige Trump van dienst, Georges-Louis Bouchez. Zijn centrale argument? Het verschil tussen inkomen uit arbeid en een werkloosheidsuitkering moet groter worden. Dat dit mogelijk is door de lonen te verhogen, is vandaag een taboe. Het is gemakkelijker om wie kwetsbaar is, zoals werklozen en langdurig zieken, nog wat dieper in de put te stampen.
Werkt het?
Zoals we in onze juni-editie al schreven, is deze maatregel niet effectief en gaat het om propaganda met als doel om verdeeldheid te stimuleren.
Sinds 2006 is de controle op werkzoekenden fors opgevoerd. Onderzoekers volgden sindsdien gedurende 15 jaar werkzoekenden onder de 50 jaar. Het resultaat van dit onderzoek is duidelijk: het verscherpen van de controles had geen positief effect. “Het enige resultaat is dat mensen die uitgesloten werden van een werkloosheidsuitkering in een andere tak van het socialezekerheidsstelsel terechtkwamen, vooral in de arbeidsongeschiktheid. Ze waren niet langer werkloos, maar langdurig ziek,” aldus Maxime Fontaine, specialist overheidsfinanciën en sociale zekerheid (ULB) in het magazine Moustique.
Ook nu zijn de voorstellen niet meer dan een publiciteitsstunt gericht op een gemakkelijk doelwit. De lonen zijn niet gestegen in lijn met de kosten van levensonderhoud, dankzij gepruts aan de index, een indexsprong en de dwangbuis van de loonwet van 1996. Het recept is bekend: mensen zijn gefrustreerd omdat hun levensstandaard daalt door inflatie en flexibiliteit. Dit maakt het gemakkelijker om de propaganda over zondebokken ingang te doen vinden.
De Arizona-partijen zijn volleerd en bijzonder eensgezind op dat vlak. Alle oude trucs worden bovengehaald om mensen in de meest onzekere omstandigheden voor te stellen als verantwoordelijken voor alle sociale ellende. Ze doen dit om vooral niet over loonsverhogingen te moeten spreken.
Naar het OCMW
Een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd betekent dat werklozen van de VDAB, Forem en Actiris doorgeschoven worden naar de OCMW’s van de gemeenten. Het aantal mensen afhankelijk van een leefloon zou hierdoor stijgen, wat een aanzienlijke financiële last betekent voor gemeenten die het vandaag vaak al moeilijk hebben.
De Wever heeft daaraan gedacht en stelt voor om 200 miljoen euro extra te voorzien voor de OCMW’s. Probleem opgelost? Niet echt. Het ABVV becijferde dat deze maatregel een extra kost van 700 miljoen euro zou betekenen voor de OCMW’s. Die zouden niet alleen meer leeflonen betalen maar ook personeel en infrastructuur moeten voorzien om dat te doen.
Einde van de krapte op de arbeidsmarkt?
Het aantal faillissementen neemt toe en de industrie blijft sputteren (met ook in het tweede kwartaal een negatieve groei). Berichten over collectieve afdankingen volgen elkaar snel op. De sector van de uitzendarbeid zag een terugval van zijn activiteiten tot het laagste niveau sinds 2013 (de pandemie buiten beschouwing gelaten).
Het aantal werkzoekenden is stilaan terug groter dan het aantal openstaande vacatures. Bovendien sluiten die vacatures niet altijd aan bij het profiel van de werkzoekenden. Dat wijst op de noodzaak van opleidingen. Maar wie wil daar tijd voor vrijmaken als het gevaar van uitsluiting van de uitkering als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt?
De propaganda van ‘werken meer lonend maken’ is een leugen. Het doel van de jacht op de werklozen is om mensen gedwongen te laten werken aan slechtere voorwaarden en lonen. Tegelijk worden de lokale overheden een bijkomende kost opgelegd zonder dat daar de nodige middelen voor worden voorzien.
Het waarschijnlijke resultaat van deze maatregel is een neerwaartse druk op alle lonen en arbeidsvoorwaarden. Waarom degelijke lonen betalen als wanhopige werklozen gedwongen worden om aan lagere lonen te werken? Zo wordt concurrentie tussen werkenden georganiseerd met een neerwaartse spiraal als resultaat.
Zo wordt werken uiteindelijk minder lonend gemaakt. Loonsverhogingen zijn een taboe, ook al worden er grote winsten geboekt. Loonsverlagingen daarentegen worden georganiseerd door werklozen aan te vallen en werkenden wijs te maken dat dit in hun belang is.
Het afschaffen van de opkomstplicht in Vlaanderen zorgde met 63,7% voor een veel lagere deelname dan vooraf aangenomen. Ook in Brussel, waar er wel opkomstplicht geldt, zijn er veel gemeenten waar meer dan een vijfde van de kiezers niet opdaagde. Alles samen waren diegenen die niet stemden en wie blanco of ongeldig stemden goed voor 22,7% van de Waalse kiesgerechtigden, het hoogste cijfer sinds 1919.
Algemeen stemrecht is afgedwongen na zware strijd door de arbeidersbeweging tegen diegenen die nu de ‘democratie’ claimen. Het werd toegekend, maar uiteindelijk geperverteerd tot om de paar jaar een bolletje kleuren terwijl de traditionele partijen nadien allemaal hetzelfde besparingsbeleid voeren. Niet toevallig haken veel jongeren en kortgeschoolden eerst af, zij herkennen zich vandaag het minst in de gevestigde politiek. Terwijl één op de acht burgemeesters banden heeft met vastgoedmakelaars en projectontwikkelaars, wordt de vraag over banden met kortgeschoolden of jongeren niet eens opgeworpen. Als de politiek zich niet in hen interesseert, hoe verwachten ze dan een politieke interesse van deze lagen die net het meeste nood hebben aan verandering?
Populaire lokale kopstukken redden vaak de meubelen voor de traditionele partijen, maar kunnen de verdere uitholling niet volledig verbergen. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog komt extreemrechts lokaal aan de macht. De PVDA ging globaal vooruit, met mooie scores in onder meer Brussel en Antwerpen, maar had de lat de afgelopen maanden hoger gelegd.
Extreemrechts aan de macht in Ninove
Het Vlaams Belang werd op 9 juni de grootste in 143 Vlaamse gemeenten, nu was dit in slechts twee het geval: Ninove en Denderleeuw. In steden als Antwerpen, Gent en Leuven blijft het VB op dit ogenblik achteruitgaan. Geconfronteerd met het rechtse discours van N-VA moet Dewinter in Antwerpen steeds ranziger uit de hoek komen, waardoor hij zeker tegen de achtergrond van een erg diverse bevolking een karikatuur van zichzelf lijkt. Extreemrechts afschrijven, is helaas voorbarig in een context van steeds grotere ongelijkheid en bijhorende sociale problemen.
In Ninove haalt Forza Ninove een absolute meerderheid. Op 9 juni gaf een kwart van de kiezers in Ninove een voorkeurstem aan Guy D’Haeseleer. Nu was dat bijna 40% van wie stemde. Waarom kan extreemrechts hier zo scoren? Er is een combinatie van factoren met het verdwijnen van lokale industrie en tewerkstelling, een afbouw van alle openbare (en private) dienstverlening, een hogere druk op de huisvestingsmarkt en openbare diensten door een snelle toename van de bevolking als gevolg van het asociale en onbetaalbare huisvestingsbeleid in Brussel en dan komt daar een enorme nadruk op racisme vanwege alle partijen bovenop. Verder is er een traditie van extreemrechts. Reeds bij de eerste doorbraken van het Vlaams Blok waren er actieve kernen in de Denderstreek. De afgelopen jaren heeft D’Haeseleer met Forza Ninove een lokale dienstverlening uitgebouwd. Van mensen helpen met het invullen van een belastingbrief tot het tekenen van elk rouwregister van een inwoner uit Ninove. Waar andere partijen zich steeds meer beperken tot marketing, is Forza Ninove lokaal ingeplant.
In 2018 haalde Forza Ninove net geen absolute meerderheid en vormden alle andere partijen een coalitie. Bij N-VA was daar enige overredingskracht voor nodig. Nu haalt Forza Ninove 18 van de 35 zetels. D’Haeseleer kondigde aan met N-VA (dat 1 van haar 2 zetels verloor) te zullen spreken, maar de kans op een coalitie is onbestaande. Forza Ninove heeft dat gesprek vooral voor de propaganda nodig. Als De Wever deze deur opent, dreigt zijn partij ook buiten Ninove leeggezogen te worden door extreemrechts. Dat N-VA de partij van de harde asociale Arizona-aanvallen op de werkende klasse is, vormt voor het Vlaams Belang geen probleem. Wel integendeel.
Forza Ninove zegt op te komen voor sociale diensten zoals een nieuw ziekenhuis en een extra woonzorgcentrum. Beter gezegd: het wil dit laten onderzoeken. Wel concreet zijn de beperkingen op de toegang tot sociale woningen en sociale hulp (voorgesteld als te vrijgevig en een ´Win-for-life´) en strikte controle op de catalogus van de bibliotheek, de menu van de schoolmaaltijden, de taal van marktkramers, de schmink tijdens het sinterklaasfeest… Besparingen op de sociale sector gaan hand in hand met een toename van repressie, de inzet van private veiligheidsdiensten, GAS-boetes en verplichte gemeenschapsdienst voor wie beroep doet op het OCMW. Als extreemrechts schrijft dat het “meer GAS wil geven”, zijn wij wellicht niet de enigen die de walgelijke historische connotatie daarvan opmerken. Forza Ninove wil een doorgedreven controle op het leven van de Ninovieters: “Voor mensen die hier al legaal verblijven, is er slechts plaats in onze samenleving voor zover ze zich integreren, bijdragen tot onze welvaart, zich schikken naar onze wetten en normen en respect hebben voor onze waarden, cultuur en tradities.” Hoeveel GAS zal de waardenpolitie straks geven? Forza Ninove wil een open jacht op mensen zonder papieren. Subsidies voor culturele of sportclubs kunnen enkel als er uitsluitend Nederlands wordt gesproken. Beloften van strijd tegen corruptie en vriendjespolitiek zijn doorgaans de eerste die gebroken worden eens extreemrechts zelf postjes en contracten kan uitdelen. Dit zagen we onder meer in Franse gemeenten waar extreemrechts aan de macht kwam.
In Denderleeuw stelt zich ondertussen hetzelfde scenario als in Ninove zes jaar geleden. Het VB werd hier de grootste met net geen 40%. Ofwel komt er een coalitie van het VB met N-VA, ofwel de meest waarschijnlijke optie van een coalitie van alle andere partijen tegen het VB. Zoals Ninove leert, volstaat dit niet om een verdere groei van extreemrechts te stoppen. Zonder collectieve antwoorden vanuit de arbeidersbeweging op de voedingsbodem voor extreemrechts en een daadwerkelijke aanpak van sociale problemen, kan extreemrechts verder groeien. Een sterke, strijdbare linkse oppositie is nodig om op te boksen tegen de scores van extreemrechts. Een PVDA-lijst in Ninove had mogelijk een links alternatief geboden aan wie een proteststem wilde uitbrengen. Meer dan dat is er ook sociale strijd nodig om op te boksen tegen de verdeel-en heerspolitiek en haatzaaierij van extreemrechts. Met de asociale plannen van de aankomende Arizona-regering zal de voedingsbodem voor extreemrechts enkel groter worden.
Een week voor de verkiezingen verklaarde Van Grieken triomfantelijk dat het cordon sanitaire “op springen staat.” Dat leek vooral bedoeld om zijn troepen moed in te spreken. Met de ‘overwinningsnederlaag’ van 9 juni was de springplank naar grootschalige lokale bestuursdeelname al verdwenen. Nu moet Van Grieken het hebben van Ninove, een overwinning die hij snel claimde om het niet over de andere resultaten te moeten hebben. Mogelijk komt er daarnaast nog een doorbraak in gemeenten met lokale lijsten, het is in het bijzonder uitkijken naar Middelkerke waar Jean-Marie Dedecker (onafhankelijk parlementslid verkozen op een N-VA-lijst) zijn absolute meerderheid verloor en not amused was dat N-VA een eigen lijst indiende tegen die van burgemeester Dedecker. Rancune kan de drijfveer zijn om de ene VB-verkozene in Middelkerke aan boord te halen, zeker met een figuur als Dedecker.
Extreemrechts aan de macht in Ninove moet een wake-up call zijn voor alle antifascisten. Het is een gevaar voor alle mensen met een migratie-achtergrond. Laten we de vervreemding door jarenlang antisociaal beleid en de woede daarover misbruiken door partijen die enkel haat en verdeeldheid aanwakkeren? Of organiseren we een ernstig verzet tegen de asociale maatregelen op alle niveaus, gekoppeld aan een antifascistische inspanning in Ninove en de Denderstreek? Dat kan door het stelselmatig opvolgen van het lokale beleid; het bijeenbrengen van alle slachtoffers van rechts beleid, jongeren, onderdrukten en alle uitgebuitenen samen met activisten uit de arbeidersbeweging; de versterking van lokale organisatie-initiatieven en het uitwerken van campagnes gericht op de belangen van de werkende klasse in al haar diversiteit.
Aan Franstalige kant moet extreemrechts het stellen met één verkozene van Chez Nous in Moeskroen. In 2018 waren er een honderdtal lijsten van vier extreemrechtse formaties, met 13 verkozenen in 10 gemeenten. Nu waren er met veel moeite 6 lijsten. In Luik, Amay en zelfs Fleurus, waar Nicotra er niet in slaagde herkozen te worden, leverde dit geen enkele verkozene op. Dit kan mee verklaard worden door de Trumpisering van de MR, waarbij deze partij kiezers aantrekt die anders voor extreemrechts kiezen. Het is ook mee het resultaat van de consistente activiteiten van antifascistische netwerken en groepen, die bijdragen tot het blokkeren van extreemrechts. De dynamiek van de Coördinatie van Antifascisten in België (CAB) versterkt dit.
Arizona versterkt, strijd ertegen op straat voeren
De Wever triomfeerde eens te meer. Met 37% hield hij zijn uitdager Jos D’Haese van de PVDA ver achter zich. De N-VA blijft aan zet in Antwerpen in een coalitie met Vooruit, dat wel erg enthousiast staat te springen om dit te doen. Het is erg pijnlijk dat een deel van de Antwerpse ABVV-leiding zich volop in de Vooruit-campagne gooide en kandidaat was, terwijl Vooruit het bedje spreidt voor De Wever op zowel lokaal, regionaal als federaal niveau. Vooruit voert liever een rechts beleid met N-VA dan dat het een progressieve coalitie overweegt. Zelfs wat Borgerhout betreft, waar PVDA met Groen en Vooruit 67% van de stemmen haalt, kan er voor Van Brempt geen sprake zijn van een bestuur ‘in oppositie tegen het stadsbestuur’. De deelname van vakbondsverantwoordelijken aan de Vooruit-campagne is geen hulp om het verzet tegen de komende Arizona-regering te organiseren. Hoe zullen ze dit uitleggen aan de werklozen die straks hun uitkering verliezen? Aan de werkenden die nieuwe aanvallen op hun pensioenen en lonen over zich heen krijgen? Of aan de jongeren die geen betaalbare woonplaats vinden in de stad omdat de wensen van de vastgoedmaffia wet zijn?
De Wever kon zich eens te meer als de centrale winnaar opwerpen en waant zich stilaan een elitaire Romeinse heerser. Er waren de afgelopen 12 jaar wel lokale campagnes tegen het asociale en kille bestuur, maar een brede beweging bleef uit. Dat speelt ons kamp parten, zelfs indien het historische resultaat van de PVDA eens te meer op het potentieel wijst.
Op een walgelijke islamofobe racistische wijze verklaarde De Wever dat de PVDA stemmen haalt op basis van Gaza en de hoofddoek. Alsof de stem van mensen met een migratie-achtergrond minder telt. Alsof actieve betrokkenheid bij de strijd tegen de genocide in Gaza en de escalatie tot een regionale oorlog iets negatief is. De Wever zegt dit natuurlijk vanuit zijn totaal gebrek aan empathie voor de slachtpartij onder de Palestijnen en de Libanezen, en vanuit een duidelijke steun aan het rechtse en extreemrechtse Israëlische regime, een steun die overigens deels door electorale redenen is ingegeven. Wij denken dat het net een sterkte is dat de aanhoudende massale protesten rond Gaza zich ook politiek vertalen. Strijd en verkiezingen staan nooit los van elkaar, actieve betrokkenheid van bredere lagen in strijd is de beste manier om te mobiliseren, ook bij verkiezingen.
Met zijn Antwerpse overwinning staat De Wever sterk in de onderhandelingen voor een federale regering. Eerder kondigde hij aan dat zijn supernota onder een andere naam op 14 oktober terug op tafel ligt. Het Antwerpse resultaat overschaduwt de zwaktes in het N-VA-resultaat. De sterkhouders van de Vlaamse regering deden het niet goed. In Brasschaat behoudt Jambon zijn absolute meerderheid, maar verloor hij als lijsttrekker bijna de helft van zijn voorkeurstemmen. In Beersel verliest Ben Weyts twee derden van zijn voorkeurstemmen. Ook de nieuwe minister-president Mathias Diependaele in Zottegem en Zuhal Demir in Genk verliezen voorkeurstemmen. In Brussel verloor N-VA haar zes gemeenteraadsleden, waaronder minister Cieltje Van Achter in Schaarbeek. De achillespees van de campagnemachine van De Wever is het beleid van zijn partij. In Antwerpen kon hij daar de aandacht van afleiden, als premier wordt dat straks moeilijker. Zeker met de horrorlijst die hij al voorlegde met zijn supernota.
De Franstalige liberalen van Georges-Louis Bouchez hebben de blauwe golf van 9 juni doorgezet, maar niet op de manier die de MR hoopte. Het kan de PS-macht in Bergen, Charleroi en Luik niet breken. Ook in Brussel houdt de PS stand. De erosie van de PS zet zich door, maar de MR en Les Engagés kunnen niet zomaar het resultaat van 9 juni op lokaal vlak vertalen. Les Engagés komen zeker versterkt uit de verkiezingen, MR ging eveneens vooruit maar had, de arrogantie van Bouchez getrouw, de lat veel hoger gelegd.
De PS legde in haar campagne nadruk op het verzet tegen Arizona en de rechtse plannen. Na de verkiezingen werden ondertussen pijlsnel coalities gevormd met dezelfde MR. Dit was zelfs het geval in Evere, waar de PS een absolute meerderheid heeft. Ecolo aarzelt niet om hetzelfde te doen: in Doornik werd meteen een coalitie met de MR en Les Engagés gesloten om de PS naar de oppositie te verwijzen en Marie-Christine Marghem burgemeester te laten worden. De voormalige energieminister van de MR staat bekend als lobbyist van de nucleaire industrie: “We moeten de levensduur van de centrales zoveel mogelijk verlengen om de markten te kalmeren.”
De andere Arizona-partners claimen een overwinning. CD&V hield stand op het platteland en blijft de grootste in 108 Vlaamse gemeenten (tegenover 113 in 2018), met bastions in West-Vlaanderen, Limburg, delen van Oost-Vlaanderen en de Kempen. Voorzitter Sammy Mahdi haalde een persoonlijk succes door met een kartellijst van CD&V en Open Vld in Vilvoorde de grootste te worden. Vooruit deed het goed in een aantal centrumsteden en wordt de grootste in Oostende, Turnhout, Leuven en Herentals. In Sint-Niklaas was dit nipt niet het geval. In Gent is Vooruit de grootste binnen het kartel met de liberalen van burgemeester De Clercq. Langs de andere kant kon Conner Rousseau zijn burgemeestersambities niet waarmaken en haalde Vlaams minister Gennez in Mechelen als tweede op de lijst fors minder voorkeurstemmen dan als lijsttrekster in 2018.
Ondertussen blijven Open Vld en Groen klappen krijgen. Uittredend premier De Croo kon nipt zijn absolute meerderheid in Brakel behouden. De liberalen verliezen Oostende, staan in Gent minder sterk binnen het kartel (Mathias De Clercq haalde opmerkelijk minder voorkeurstemmen) en zijn in Antwerpen voor het eerst zelfs helemaal uit de gemeenteraad verdwenen. Co-voorzitster Nadia Naji van Groen stelde dat haar partij na 9 juni onvoldoende tijd had om de zaken recht te trekken. Wat ze er niet bij vertelde, is dat Groen met Ecolo in Brussel terrein verliest. In Oostende deelt Groen in de klappen van Open Vld waar het een stadslijst mee vormde. In Leuven en Antwerpen is er forse achteruitgang. De hoop in Oudenaarde met Elisabeth Meuleman werd niet waargemaakt. Gelukkig voor Groen waren er het resultaat in Gent, dat van het kartel met Vooruit in Mortsel en dat met N-VA in het Horebeke van Petra De Sutter. Gelukkig voor Ecolo blijft het in Luik grotendeels overeind. In Elsene behield Ecolo de koppositie, maar valt buiten de coalitie. Ook in Ottignies-Louvain-la-Neuve gaat Ecolo voor het eerst sinds 2000 naar de oppositie.
De spectaculaire doorbraak van Team Fouad Ahidar in juni zette zich door in Brussel, met hoge scores in onder meer Anderlecht en Molenbeek. Op lokaal vlak blijft de doorbraak voorlopig beperkt tot het Brussels Gewest, maar elders is er ook een breed wantrouwen tegenover de gevestigde politiek. De lijsten van Team Fouad Ahidar in Brussel werden door veel mensen met een migratie-achtergrond gezien als iets van hen, terwijl andere partijen kandidaten met een migratie-achtergrond vooral of enkel op de lijst zetten om stemmen te halen, maar niet om de strijd tegen dagelijkse discriminatie aan te gaan, een discriminatie die steeds meer toeneemt naarmate de tekorten aan alles de pan uitswingen, tekorten waar de armste en meest onderdrukte lagen van de bevolking het hardst door geraakt worden. Na de hoge score van Fouad Ahidar in juni reageerden de gevestigde partijen met een wansmakelijke islamofobe campagne. Dat zal de vervreemding tegenover de traditionele politiek enkel vergroten. Zelf met lijsten opkomen, is een stap vooruit. Zeker met eisen rond betaalbaar wonen, investeringen in onderwijs en toegankelijke zorg. Langs de andere kant is het verzet tegen een betere toegang tot abortus en LGBTQIA+rechten ( wat opmerkelijk was in de Antwerpse campagne) problematisch. Niet dat de traditionele partijen Fouad Ahidar lessen kunnen geven op dat vlak: het zijn CD&V en N-VA die een versoepeling van de abortusrechten tegenhouden en de liberalen, sociaaldemocraten en groenen dat ook jarenlang hebben toegestaan in regeringsvorming na regeringsvorming ondanks een parlementaire meerderheid. Vooruit blijft dit overigens doen in het kader van de Arizona-coalitie. De islamofobe reacties van de gevestigde partijen dienen vooral om niet te moeten antwoorden op het terechte wantrouwen van een deel van de bevolking en de terechte afkeer van de witte racistische politiek van dagelijkse discriminatie. Vanuit de stem tegen onderdrukking die tot uiting kwam in het resultaat van Fouad Ahidar, kunnen verdere stappen gezet worden om in te gaan tegen alle vormen van onderdrukking. Dat is iets waar de volledige arbeidersklasse in al haar diversiteit een rol in te spelen heeft.
Wat betekenen deze resultaten voor de komende periode? De kans dat de Arizona-regering er komt, is groter geworden. De Wever, Rousseau, Mahdi en Prévot komen vol zelfvertrouwen uit de verkiezingen. De elementen van de supernota van De Wever bij de regeringsvorming wijzen echter op een hard asociaal beleid dat de georganiseerde arbeidersbeweging aanpakt om de positie van het kapitaal te versterken, met als gevolg een collectieve verarming en een isolement en repressie tegen de zwaksten. Dat is een beproefd recept voor een groei van extreemrechts. Met de MR die zich Trumpiaans opstelt, is dat ook langs Franstalige kant het geval. Zelfs indien het resultaat van Chez Nous beperkt blijft (1 zetel in Moeskroen), is het een waarschuwing. Tenzij de arbeidersbeweging er zich mee bemoeit natuurlijk. De ABVV-krant over de supernota was een uitstekend initiatief voor een informatiecampagne. Deze krant is vooral op de militanten gericht, maar het kan een opstap zijn naar een meer toegankelijke krant in gemeenschappelijk vakbondsfront, zoals ten tijde van de uiteindelijk succesvolle strijd tegen het puntenpensioen. Als de vakbondsleiders zich blind staren op de aanwezigheid van Vooruit en CD&V in de regeringen, dreigen ze de vervreemding in hun eigen organisaties enkel te vergroten. De strijd beginnen organiseren, is nu de inzet.
PVDA gaat vooruit, maar verwachtte meer
De debatten tussen Bart De Wever en Jos D’Haese domineerden de aanloop naar de verkiezingen langs Nederlandstalige kant. Met 20,2% wordt de PVDA de tweede partij van Antwerpen, een historisch resultaat. In de districten van Antwerpen is er een verdubbeling van het aantal PVDA-verkozenen van 19 naar 43. In Borgerhout is de PVDA met 28,8% de grootste, in Hoboken (26,2%) en Deurne (22,2%) de tweede. Dat is fenomenaal! Tegelijk moet de PVDA erkennen dat de verwachtingen hoger waren. Het breken van de N-VA-coalitie was de inzet, er werd hier en daar zelfs gedroomd dat de PVDA de grootste kon worden. Dat is niet gerealiseerd, met 37% is de N-VA bijna dubbel zo groot als de PVDA.
In een eerste reactie wijst Jos D’Haese op de afschaffing van de stemplicht. Dat is zeker een factor. Tegelijk moeten we nagaan hoe we de steun voor de PVDA, zeker in de volkswijken, omzetten in een meer actieve betrokkenheid bij zowel strijd als verkiezingen. De afgelopen 12 jaar waren er kleine acties, waaronder enkele succesvolle, tegen het kille en asociale bestuur in Antwerpen. Het uitblijven van een bredere protestbeweging tegen De Wever maakte echter dat hij wegkwam met zijn koude oorlogsretoriek en zijn Romeinse fantasieën kon inzetten om het niet over het asociale beleid te moeten hebben. Mobilisatie op andere vlakken, kan ook de deelname aan verkiezingen stimuleren om ook via die weg tegen het gevoerde beleid in te gaan.
In 2018 haalde de PVDA nationaal 142 verkozen gemeenteraadsleden. Op Manifiesta zei Raoul Hedebouw dat ze dit aantal wilde verdubbelen. Uiteindelijk haalt de PVDA 197 gemeenteraadszetels, naast de 43 hierboven vermelde districtsraadsleden. Er zijn eerste verkozenen in Oostende, Aalst, Ronse, Boom, Mortsel, Heist-op-den-Berg, Halle, Asse en Dilbeek langs Nederlandstalige kant; Moeskroen, Doornik, Binche, Ath, Tubeke, Châtelet, Sambreville en Fleurus langs Franstalige kant en Jette en Etterbeek in Brussel. Met 20% is de PVDA de opvallendste nieuwkomer in Moeskroen, de gemeente waar het extreemrechtse Chez Nous een zetel haalde. Langs de andere kant verliest de PVDA haar zetel in Lommel en is er in Zelzate een zetel verlies.
De tweede doelstelling was het vormen van progressieve meerderheden in vier of vijf gemeenten. Conner Rousseau en Vooruit blokten dit in de laatste dagen voor de verkiezingen uitdrukkelijk af. Met net geen absolute meerderheid kan Vooruit in Zelzate voor een kleinere partner kiezen (mogelijk het kartel van CD&V en N-VA om de federale regeringsvorming te smeren?). Kathleen Van Brempt verzet zich tegen een progressieve coalitie in Borgerhout. Daar is de PVDA als grootste aan zet, maar hangt het van Groen af. Die kan met PVDA een meerderheid vormen ofwel met Vooruit en N-VA. Welke prijs is N-VA bereid om daarvoor te betalen op het Antwerps stadhuis?
In Brussel en Wallonië zijn er meermogelijkheden, waaronder in de steden Bergen en La Louvière. Catherine Moureaux van de PS in Molenbeek bleef nipt de grootste en wil net als in 2018 met de PVDA praten. In St Gillis is de coalitie van PS en Ecolo al gevormd. Er is een kleine kans in Vorst. In Seraing heeft de PS een absolute meerderheid, maar komt er mogelijk toch een coalitie. Herstal wordt interessant: daar is er net geen absolute meerderheid voor de PS en moet die kiezen om ofwel met de MR ofwel met de PVDA te besturen. Er zijn dus mogelijkheden voor deelname aan coalities. Daarbij moet opnieuw de aandacht gevestigd worden dat het gaat om gemeenten die onder financieel voogdijschap van het gewest staan en dus bitter weinig manoeuvreerruimte hebben.
De lichte achteruitgang voor de PVDA in Zelzate werpt de vraag op of deelname aan het beleid geen ambitieuzere resultaten moet opleveren. Tegen een achtergrond van een groeiend wantrouwen in de gevestigde politiek – in feite in alle gevestigde instellingen – is het duidelijk dat een benadering die zich beperkt tot het electorale en institutionele terrein te beperkt is. Beeld je in dat de enorme organisatie van activisten die de PVDA het voorbije jaar in kiescampagnes stak, wordt gebruikt om de basis te leggen voor actiecomités en campagnes voor een vermogensbelasting, een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting, zorg en onderwijs, campagnes voor meer en gratis openbaar vervoer of in het verzet tegen Arizona?
Enkel door het actief maken van passief ongenoegen, wat kan doorheen acties en campagnes, kunnen we het wantrouwen inzetten in een strijd tegen het volledige kapitalistische systeem. Doorheen strijd kunnen we een krachtsverhouding opbouwen voor maatschappijverandering.
Actief verzet nodig!
De horrorlijst van Arizona gaat gepaard met asociaal kil beleid op regionaal vlak. De nieuwe Vlaamse regering probeert dit te verbergen en beweert extra te investeren in sociaal beleid en sociale huisvesting, maar heeft geen antwoord op de enorme tekorten en staat vooral voor een verdelend beleid gericht tegen de zwaksten in de samenleving. De nieuwe Franstalige regering staat onder meer voor een harde aanval op het onderwijspersoneel. In Brussel zitten de besprekingen nog vast, maar erkent iedereen dat de kas leeg is. Dit is ook op lokaal niveau het geval. Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd zal de gemeentelijke financiën verder onder druk zetten en dit nadat in veel gemeenten alles wat los zit al geprivatiseerd is en het sociaal-culturele middenveld tot een woestijn werd herschapen.
Op alle niveaus krijgen de rijksten de rode loper uitgerold, toekomstig premier De Wever is zelfs trots op het feit dat hij nauwe banden heeft met de vastgoedmagnaten en grote werkgevers. Eén op de acht burgemeesters heeft connecties met de vastgoedsector, raakte in de dagen voor de verkiezingen bekend in de Vlaamse media. Hoeveel burgemeesters hebben er connecties met de wereld van kansarmoede?
We staan voor enkele jaren zonder verkiezingen. De lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen geeft aan dat de hoop om via die weg verandering te bekomen beperkt is. Dit mag echter niet leiden tot fataliteit of pessimisme. De werkende klasse kan eigen standpunten en eisen op de agenda zetten. Dit was de weg die in 2014 werd ingeslagen met een sterk oplopend actieplan tegen de ergste rechtse regering sinds de jaren 1980. Enkel het gebrek aan vastberadenheid aan de top van de vakbonden om de strijd voort te zetten na het momentum van de nationale massale algemene staking op 15 december, stelde de regering Michel in staat om het initiatief terug te winnen. Het ontbrak de beweging aan een kracht die in staat was om op brede schaal een alternatief voorstel te verdedigen voor de doodlopende benadering van de vakbondsleiding. Dit weerhield de arbeidersbeweging er echter niet van om het puntenpensioen in 2018 te begraven.
Dit is ook mogelijk en nodig rond thema’s op gemeentelijk niveau, zoals investeringen in betaalbaar wonen in plaats van prestigeprojecten en citymarketing, uitgebreide dienstverlening (dat ook mee de veiligheid bepaalt), het behoud en de verbetering van arbeidsvoorwaarden en pensioenen van het gemeentepersoneel.
Het zal nodig zijn. In het kader van het Oxygène-plan om Waalse gemeenten in financiële moeilijkheden (momenteel 28) te helpen, had het Waals Gewest, via het Centre régional d’aide aux communes (Crac), gepland om 350 miljoen euro op te halen bij banken in 2024. Alleen ING reageerde, maar slechts voor een totaal van 82 miljoen euro en met een weigering om kredieten te voorzien voor zeven Waalse steden, en niet de minste: Luik, Charleroi, Bergen, Ath, Namen, La Louvière en Verviers. Hierdoor blijft er een tekort van 268 miljoen over, bovenop de vele andere uitdagingen waar de gemeenten voor staan, zoals de financiering van het OCMW en de pensioenen van lokale ambtenaren en brandweerlieden. Dit is een duidelijke indicatie van het soort strijd dat nodig zal zijn, met een vastberaden strijd om het budgettaire keurslijf van de lokale overheden te doorbreken, om te weigeren de schuld van de lokale overheden aan speculatieve bankiers te betalen en om alle zaken die aan de privésector zijn verkocht, terug in publieke handen van de gemeenschap te brengen.
De illusies van een deel van de vakbondsleidingen in Vooruit en de PS zijn een uitdrukking van een breder aanwezige zwakte van een gebrek aan antwoorden op de multicrises van het kapitalisme. Dit is een obstakel voor strijd. Zelfs na de aankondiging van de collectieve afdankingen bij Audi kwam er amper een strijd die naam waardig. Een perspectief om te winnen, is essentieel voor een engagement in bewegingen. Het voeren van gesprekken over onze eisen en benadering met zoveel mogelijk werkenden en activisten, is een cruciale prioriteit.
Actieve mobilisatie van onderuit tegen de aanvallen van bovenaf en strijd voor fundamentele verandering, voor een ander maatschappijmodel, zijn nodig. LSP riep bij deze verkiezingen op om voor PVDA te stemmen, de beste stem om de positie van de werkende klasse te versterken. We zullen deze constructieve benadering verderzetten en in strijd samen met kameraden van verschillende achtergronden blijven discussiëren over de noodzaak van een socialistische samenleving.
SPQR: Senatus Populusque Romanus, de Senaat en het Volk van Rome (of van Antwerpen, in het geval van De Wever). Diegenen die daarin een vorm van plebeciet of democratische machtsconcentratie zien, hebben blijkbaar geen enkel inzicht in de geschiedenis van het antieke Rome.
Door Tim
De Romeinse Senaat was geen democratisch verkozen orgaan, maar in haar essentie het politieke machtsorgaan van de elite, de patriciërs. Senaatszetels die in de praktijk vaak erfelijk waren, en voorbehouden waren aan de vertegenwoordigers van de machtigste en rijkste families uit Rome. Uiteraard zijn er doorheen de geschiedenis schommelingen geweest: soms konden er wel eens wat vertegenwoordigers van het “gewone volk” worden toegelaten, en was de invloed die de Senaat had op het bestuur doorheen de Romeinse geschiedenis sterk wisselvallig. Maar de Senaat bleef bij uitstek een ondemocratisch machtsbastion van de elite.
De klassenstrijd in Rome zorgde op een bepaald moment ook voor een zekere medezeggenschap van de arme massa’s uit de staat, daarnaar verwijst de P in de afkorting. Zo waren er volkstribunen, verkozen door de plejebers en later door de hele bevolking van de stad, die tot doel hadden de belangen van de armen te verdedigen tegenover de elite. Ze deden dat met wisselend maar vooral beperkt succes: te machtige en doeltreffende volkstribunen werden wel al eens vermoord.
Hoewel er na grote “stakingen” (de secessio plebis) wel eens wat toegevingen konden gedaan worden aan het “volk”, bleef het Romeins staatsbestel vooral een oligarchie, waarin vooral de rijksten het voor het zeggen hadden. Met de invoering van het keizerrijk werd de “SPQR” al helemaal een scherts: hoewel de Romeinse republiek in theorie bleef bestaan, was er van democratische inspraak door de bevolking geen sprake.
Ofwel weet Bart De Wever dit allemaal niet, en hangt hij het kind uit met zijn Romeinse adelaar. Ik denk echter dat hij het wel weet, en dat hij bewust de Romeinse dictatuur van de elite als maatschappijmodel vooropstelt. Een model waarbij er wel elementen van schijndemocratie zijn, maar waarbij de echte beslissingen buiten die democratie worden genomen op basis van de economische belangen van de kapitalistische elite. Dat is de ware betekenis van de SPQA.
In dat kader is de meest opmerkelijke uitslag van deze verkiezing het feit dat zo’n 40% van de “plebejers” duidelijk aangeeft geen enkel geloof meer te hebben in deze schijnvertoning. Voor de linkerzijde is de grote uitdaging hoe we ons kunnen organiseren om ook die mensen te organiseren, en geen illusies te koesteren in de burgerlijke schijndemocratie.
Als gevolg van een beslissing van de Waalse regering van MR en Les Engagés zal het traject van de Luikse tram aanzienlijk worden ingekort. Seraing en Herstal, twee volksgemeenten waar de behoefte aan openbaar vervoer groot is, zullen toch niet aangesloten worden op het net. VW besluit zijn Audi-fabriek in Vorst te sluiten. In België is de transportsector verantwoordelijk voor 23,4% van de CO2-uitstoot. Drie feiten die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. En toch… illustreren ze elk een deel van de ecologische en sociale catastrofe waar het kapitalisme ons naartoe leidt.
Artikel door Jean (Luxemburg) uit maandblad De Linkse Socialist
Highway to hell
In België bevindt het openbaar vervoer zich in een catastrofale toestand en moet er massaal worden geïnvesteerd om in aanvaardbare veiligheidsomstandigheden aan de behoeften te voldoen. Het aandeel van fietsen in het personenvervoer is belachelijk, vooral in Wallonië en Brussel. Bovendien is het wegvervoer verantwoordelijk voor 96% van de totale uitstoot van de sector (Climat.be, cijfers 2022). De uitstoot van het spoor bedraagt slechts 0,3%.
Als we de transportsector koolstofvrij willen maken, is er actie nodig op vijf gebieden
Een massale modal shift van auto’s naar openbaar vervoer en actieve mobiliteit (fietsen, wandelen, enz.).
Een massale verschuiving van wegtransport naar spoorvervoer en binnenvaart.
Elektrificatie van de transportmiddelen waarvoor dit mogelijk is.
Een drastische vermindering van de grootte en het gewicht van auto’s.
Een vermindering van de afgelegde afstanden.
Dit zou de hoeveelheid CO2 die door transport wordt uitgestoten verminderen tot een derde of zelfs een vierde van het huidige niveau. Het zou bovendien het dagelijks leven van mensen verbeteren door een afname van files en minder overlast door autoverkeer voor onze gezondheid en veiligheid. En dan hebben we het nog niet over de mindere kosten voor de gezondheidszorg en het wegenonderhoud.
Om deze vijf doelstellingen te bereiken, moeten de economie en de industrie echter een heel andere richting uitgaan. Dit geldt in het bijzonder voor drie sectoren:
De spoorwegen en de sector van personenvervoer
De auto-industrie
De fietsindustrie
In Duitsland zijn er 19 keer meer werknemers in de auto-industrie (460.000) dan in de industriële productie gericht op de spoorwegen (24.000). De automobielsector kent een overcapaciteit, ook vanuit ecologisch oogpunt. De fietsindustrie ten slotte is niet eens meer een echte speler in Europa. Er is vooral import vanuit Aziatische landen. Lokale productie zou nochtans efficiënter zijn en kan veel jobs creëren.
Pull up the bumper
In de automobielsector staan we voor een grote krimp waarbij duizenden jobs bedreigd zijn. Elektrische voertuigen zijn technisch eenvoudiger te produceren en zijn minder arbeidsintensief. Dit zal zeker onder het personeel van onderaannemers een hoge tol vereisen. In zowel het openbaar vervoer als de fietsindustrie is er daarentegen nood aan veel meer personeel en investeringen.
Het goede nieuws is dat auto-assemblagelijnen systemen zijn die gemakkelijk kunnen worden aangepast en omgevormd om iets anders te produceren. “De auto-industrie is geen koolmijn. Het is een flexibel productiemechanisme dat de maatschappij kan gebruiken om bijna elke soort technische apparatuur op grote schaal te produceren. Stuur ons de plannen voor sociaal nuttige dingen en wij doen het,” stelde Lars Henrikson, een arbeider van Volvo Göteborg en auteur van verschillende artikels over de autosector en sociale strijd in die sector.
De site in Vorst kan geen dure auto’s blijven maken die geen enkele werkende zich kan veroorloven en die de bevolking en het milieu geen dienst bewijzen. Er is dringend een discussie over transitie nodig. Dat mag echter geen asociale operatie zijn.
De productiefaciliteiten moeten eerst en vooral in publieke handen komen door ze te nationaliseren. Geen bureaucratische nationalisatie waarbij de private managers vervangen worden door publieke managers die vaak rechtstreeks uit de privé komen. Neen, er is nood aan een democratische nationalisatie onder controle van het personeel en de gemeenschap.
Het zijn immers de arbeiders die de productie het beste kennen en bijgevolg ook het best geplaatst zijn om een transitie te organiseren zodat de productie wordt gericht op de werkelijke behoeften van de bevolking. De gemeenschap kan eveneens vertegenwoordigers verkiezen in de raad van bestuur om hun mening te geven over de strategische richting van de productie: is er nood aan meer bussen, trams, fietsen en kleine hybride voertuigen voor de lokale logistiek in het Brusselse gewest? Deze vragen moeten democratisch besproken worden als we de beste industriële keuzes willen maken om naar duurzame mobiliteit te evolueren. De strijd van het voormalige GKN in Firenze is een inspirerend voorbeeld van ecologische transitie van onderaf.
Greenway
De verschuiving naar duurzame mobiliteit en transport is een enorme taak die niet door één enkel bedrijf kan worden uitgevoerd. Deze verschuiving moet op grote schaal worden gepland om te voorkomen dat we van koers raken of op een dood spoor belanden. Om dit te bereiken moeten we de controle nemen over hele productiesectoren om de industrieën te ontwikkelen die we nodig hebben.
In dit proces zullen meer jobs worden gecreëerd dan vernietigd. Het probleem is dat de nieuwe jobs niet op dezelfde plaats en op hetzelfde moment zullen verschijnen als jobs die verloren gaan. Daarom moet de gemeenschap personeel in de betrokken sectoren (zoals de auto-industrie) een gegarandeerd inkomen, betere arbeidsomstandigheden en omscholingsprogramma’s aanbieden onder toezicht van de vakbonden.
Op deze manier kunnen we de industriële transformatie en ontplooiing van groene industrieën plannen door werknemers garanties te geven voor hun levensomstandigheden en door de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor de (nieuwe) jobs in deze industrieën. We kunnen de strijd tegen het einde van de wereld verzoenen met die tegen de lege portemonnee op het einde van de maand.
De propaganda luidt dat werken meer moet lonen en er minstens een verschil van 500 euro per maand moet zijn tussen een uitkering en werken. Dat verschil is er vandaag al.(1) Het doel van de propaganda is om de uitkeringen aan te vallen: beperking van de werkloosheidsuitkering tot twee jaar, lagere leeflonen, minder ziekte-uitkering, moeilijker toegang tot minimumpensioen … Tegelijk wordt een aanval op de lonen voorbereid!
Een indexsprong stelt de supernota niet voor, maar gepruts aan de index wel. Zo wordt in naam van ‘klimaatdoelstellingen’ voorgesteld om het gewicht van de prijs van fossiele brandstoffen zoals gas te verminderen in de korf. In 1994 werd de ‘gezondheidsindex’ als besparingsmaatregel doorgevoerd. In naam van onze gezondheid werd de prijs van enkele ongezonde producten uit de berekening gehaald (onder meer tabak waarop vervolgens steeds hogere taksen werden ingevoerd). Nu wordt het argument van het klimaat gebruikt om aan de index te prutsen. Daar staan in de nota uiteraard geen ernstige klimaatmaatregelen tegenover. Bovendien wordt er onderhandeld over de mogelijkheid om bij een sterke inflatie boven de 4% de index deels uit te schakelen door een meer onregelmatige nettoverhoging van de lonen in te voeren. Op momenten dat de indexatie het meest nodig is, wordt het mechanisme dus ondergraven.
Het opvoeren van de flexibiliteit van de werkenden zet de lonen verder onder druk. Er wordt onderhandeld over meer flexi-jobs, meer studentenarbeid, beperking van de definitie van ‘nachtarbeid’, meer mogelijkheden om op zondag en feestdagen te werken, afschaffing van de minimale arbeidsduur per dag, meer mogelijkheden tot overwerk zonder overloon …
Om dat er allemaal door te krijgen, wil De Wever de verdeeldheid op de werkvloer vergroten. Vingers één per één breken is gemakkelijker dan geconfronteerd te worden met een vuist. Die basisregel geldt ook in de klassenstrijd. Meer individuele loonvorming, afbouw van sociaal overleg en de invoering van georganiseerd aandeelhouderschap van het bedrijf onder enkele werknemers. Via die laatste weg wordt bewust een orgaan naast en tegen de verkozen werknemersvertegenwoordiging opgezet. Vertegenwoordigers van een ‘coöperatie van werknemeraandeelhouders’ zouden in de raad van bestuur worden opgenomen, met uitsluiting van verkozen vertegenwoordigers in de ondernemingsraad.
Een afbouw van het aantal paritaire comités, minder bescherming voor delegees en rechtspersoonlijkheid voor de vakbonden vervolledigen het plaatje waarin de organisatiekracht van de werkende klasse wordt ondermijnd.
Koopkracht en pensioenen
Een verhoging van de BTW op basisproducten van 6% naar 9% wordt voorgesteld als een faire eenmaking van de tarieven van 6% en 12%. Voor wie elke dag op restaurant gaat, zal dat misschien kloppen. Het tarief van 12% vandaag geldt onder meer voor bereide maaltijden in de horeca. Het tarief van 6% geldt echter voor zowat alle basisproducten. Het aangepaste BTW-tarief moet tot 2 miljard euro opbrengen. Geld dat vooral uit onze zakken komt.
Betaal dat maar eens met een uitkering! Werklozen vallen na twee jaar terug op een niet-geïndexeerd leefloon, zieken worden opgejaagd, de welvaartsenveloppe om uitkeringen op te trekken wordt grotendeels afgebouwd en de toegang tot een minimumpensioen wordt beperkt. Wie voor de wettelijke leeftijd van 67 jaar op pensioen gaat, zou een verlaagd pensioenbedrag krijgen (een zogenaamde ‘malus’ die de komende jaren zou stijgen). De iets hogere ambtenarenpensioenen zouden verlaagd worden. Bij dit alles worden vrouwen extra hard getroffen.
Op de pensioenen alleen wil De Wever 2 miljard euro besparen!
Wie profiteert?
De afgelopen zes jaar is de rijkdom gecreëerd door werknemers in de grootste bedrijven die actief zijn in België met 45% gestegen. In dezelfde periode zijn de ‘uitgaven’ per werknemer in deze bedrijven met slechts 13% gestegen. Een steeds groter deel van de door ons geproduceerde waarde gaat naar hun winsten en wordt aan de aandeelhouders uitgedeeld in de vorm van dividenden. (1) De opeenvolgende regeringen gaven de grote bedrijven steeds meer cadeaus in de vorm van allerhande lastenverlagingen die ervoor zorgden dat de reële werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid sinds 1996 met een derde daalde van 34% tot 22%. (2) Langs alle kanten worden de winstmachines in de watten gelegd.
De afgelopen 10 jaar is het loonaandeel als percentage van het Bruto Nationaal Product gedaald van ruim 51% naar 48,5%. Dit betekent dat van alle geproduceerde waarde een kleiner aandeel naar onze lonen gaat. Het gaat om 16 miljard euro per jaar. Dergelijke transfers van de werkende klasse naar de kapitalisten zullen de Arizona-onderhandelaars verder opvoeren en gemakkelijker maken. Tenzij we hen stoppen natuurlijk…