Category: Publieke sector – algemeen

  • Noodkreet vanuit de noodcentrales

    Reactie door een personeelslid van een noodcentrale

    Foto: Flickr / alanclarkdesign

    “Het grootste probleem waar we al jaren mee geconfronteerd worden in de noodcentrales is het nijpende personeelstekort. Dat heeft natuurlijk ook een impact op de dienstverlening. Er zijn in al die jaren al veel ministers van Binnenlandse Zaken gepasseerd maar dát is niet veranderd.

    “Sinds 2015 is Jan Jambon van N-VA verantwoordelijk. We zien onze minister wel op televisie als er een ramp gebeurd is en hij kwam ook al eens kijken in onze centrale. Maar voor overleg met de vakbonden had hij de voorbije jaren geen tijd. Overleg bij de noodcentrales kon de laatste jaren in het algemeen weinig doorgaan wegens te weinig mensen bij de administratie in Brussel.

    “In 2017 wou men een TOC (tussenoverlegcomité) uitstellen want er was tóch geen budget. We kregen te horen van de directie dat er voor de eerste zes maanden van 2017 geen budgetmarge was voor aanwervingen van calltakers, operatoren of administratief personeel. Er zou in juni een nieuwe monitoring uitgevoerd worden en hopelijk zou er dan wel geld gevonden worden voor aanwervingen.

    “In vele centrales wordt de situatie stilaan onhoudbaar, in sommige is ze dat al lang. In de 101 centrale van Luik verwacht men naar het einde van het jaar een tekort van 30%, bij de 101 in Brussel is er al een tekort van 50%. In april 2017 bedroeg het kader van de 101 centrales 361 VTE, 317 personen waren in dienst waarvan 269 operationeel inzetbaar. Dat is voor heel België. Voor het kader van 51 in Brussel zijn er 31 in dienst waarvan 28 operationeel inzetbaar. Voor de 100 centrales gaat het over een kader van 301 VTE waarvan er 271,6 operationeel inzetbaar zijn.

    “Veel mensen geraken overwerkt, worden ziek of haken af en zoeken ander werk, waardoor anderen weer moeten komen invallen om de gaten in het dienstrooster te vullen. Overuren worden opgestapeld en verlof kan niet worden opgenomen.

    “In sommige kleinere centrales zijn er soms maar 2 personen om oproepen te beantwoorden. Wachttijden voor burgers nemen toe. Vorige zomer was er veel verontwaardiging toen een man van 46 jaar overleed nadat hij niemand aan de lijn kreeg. Maar dat mensen in nood soms veel geduld moeten hebben komt helaas wel vaker voor.

    “De minister denkt aan technologische oplossingen: precalltaking via de app112 waarbij de oproeper de hulp selecteert die hij nodig heeft (brandweer, medische hulp of politie). Een andere vorm is gerobotiseerde precalltaking, met een spraakrobot. Er komt een proefproject in een regio rond de taalgrens. En er is het 1722 nummer voor niet-dringende brandweerhulp.

    “Er zijn ook veel nutteloze oproepen en niet-dringende vragen voor de 101 want doordat politiekantoren gesloten zijn worden oproepen soms doorverbonden naar de noodcentrale.

    “De dienstverlening komt in het gedrang. Overwerkte mensen sneller fouten en dat gaat nog eens goed fout lopen. Dat staat vast. De vraag is alleen wanneer en wie er dan de verantwoordelijkheid zal dragen.

    “In februari zei de directie dat ze twee opties ziet. Of er komt snel bijkomend krediet om de gaten op te vullen. Of het takenpakket wordt hertekend waardoor het aantal oproepen daalt en dus ook de werklast. De directie denkt dat de tweede optie meer kans op slagen heeft.

    “Voor de 100 zou men niet-dringende oproepen weren door het nieuwe nummer 1722. De oproepen naar 1722 zouden dan eventueel naar de brandweerzones kunnen doorgeschakeld worden. Dus focus op dringende medische en brandweerhulp. Voor 101 volgt hij een gelijkaardige redenering : niet dringende oproepen zouden door politiezones aangenomen moeten worden. Daarover beslist de directie echter niet zelf en daar zit men in die brandweer en politiezones wellicht ook niet op te wachten, ze hebben daar namelijk ook te weinig personeel !

    “Op 26/4 was er een informele ontmoeting met de directie. Die kon alleen maar erkennen dat er 100 personeelsleden ontbraken bij 101 en dat ze daarin geen verbetering verwachtte, eerder een verslechtering. Hierop dreigde de ACOD met acties.

    “Op 10/5 was er vervolgens voor het eerst een ontmoeting met het kabinet van Jambon. Daar zei men dat de minister de volgende oplossingen ziet: Zowel technologie als oplossing, als bijkomend personeel. Het verbinden van centrales onderling voor de opvang van de overflow en het sneller invullen van personeelsbehoeftes. De nieuwe app 112 zou spookoproepen moeten vermijden. 1722 voor niet dringende oproepen. Bovendien engageerde de minister zich om onmiddellijk bijkomend 1 miljoen euro vrij te maken om in 2017 nog bijkomend personeel te werven. Hij zou de effecten van bijkomende technologie evalueren en daarna eventueel bijkomend personeel voorzien. De aan te werven calltakers zou men gaan zoeken in de bestaande wervingsreserve en onder het personeel van de civiele bescherming want daar moeten op termijn 4 van de 6 kazernes sluiten. De aanwerving was voorzien op 1 oktober. Dat werd vervolgens uitgesteld naar november, december maar het wordt vermoedelijk januari. Bovendien gaan het er minder zijn dan beloofd. Het zouden er maar 17 zijn voor heel België en niet de beloofde 24.

    “In de noodcentrales zal er weinig gestaakt worden. Staken is voor hulpverleners geen evidentie, bovendien werden er bij vorige stakingsaanzeggingen in alle centrales personeel opgevorderd zodat er meer volk op een stakingsdag aan de telefoon zit dan anders. Die minimumdienstverlening is bij ons dagelijkse kost. Wie wil staken moet zelf vooraf met een collega zien te wisselen want anders moet je komen werken. Daar is zelfs geen overleg over.

    “Mensen zijn vaak ook niet bereid om te staken, want wat hebben vorige stakingen hun opgeleverd? Ze beseffen niet dat er geen andere keuze is en dat als we niet in actie komen we er nog veel sneller veel verder op achteruit zullen gaan.

    “Wij moeten er ons van bewust zijn dat actie voeren en staken niet in alle sectoren vanzelfsprekend is, zelfs lid zijn van een vakbond is dat niet altijd. In sommige sectoren is er een stevige syndicale traditie, andere sectoren hebben die tradities veel minder of niet meer.

    “Maar dat het niet gemakkelijk is om mensen te organiseren en te mobiliseren, dat weten we. Dat we geen andere keuze hebben dan ons te verzetten … dat is ons ook duidelijk. We zullen daar ook meer de gebruikers bij moeten betrekken en beter met hen communiceren over de gevolgen van de besparingen op overheidsdiensten voor hen. Een actieplan moet breed bediscussieerd worden, onder militanten en leden en ook op de werkvloer.

    “Mobilisaties moeten beter georganiseerd worden en niet last-minute zoals het uitkomt. Na elke actie moet er een evaluatie volgen. We zouden ons kunnen organiseren in lokale actiecomités waarbij militanten uit verschillende sectoren en centrales die op één site werken mekaar versterking bieden.”

  • 10/10 – stakers aan het woord: delegee bij het OCMW van Luik

    Er wordt steeds meer gevraagd om te controleren in plaats van mensen te helpen

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

    “Het is geen geheim dat het bij het OCMW in Luik langs alle kanten kraakt. De toename van de werkdruk is nog erger geworden sinds schoolverlaters die van de werkloosheid uitgesloten werden bij ons terecht kwamen. Het komt terug in alle openbare diensten: we moeten veel meer doen met minder: meer en complexere dossiers opvolgen, meer procedures, … en dit met minder personeel omdat wie vertrekt niet altijd volledig vervangen wordt. Bovendien laat de infrastructuur te wensen over. Soms is er zelfs geen bureau voor de collega’s van het onthaal.

    “Tegelijk wordt de algemene oriëntatie van onze taakomschrijving aangepast: er wordt steeds meer gevraagd om te controleren in plaats van mensen te helpen. Dit gebeurt tegen de achtergrond van toenemende armoede en bijhorende sociale problemen. De vraag naar bijstand neemt toe, maar onze middelen nemen af.

    “Het zorgt voor ontmoediging bij collega’s. Er zijn meer gevallen van burn-out. Als de regering dan nog eens de openbare diensten aanpakt, valt dit slecht bij het personeel. Het wordt ervaren als een expliciet misprijzen.”

  • 10/10 – stakers aan het woord: Karim Brikci, delegee ACOD Brugmann

    Wij gebruiken 10 oktober om een campagne van langere duur op te starten. We beperken ons niet tot het verdedigen van sociale verworvenheden, we komen ook op voor nieuwe rechten

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

    ‘‘De situatie in de lokale besturen en de openbare diensten is rampzalig. Het personeel wordt constant onder druk gezet. De directies voeren al jarenlang een strak beheer op basis van budgettaire beperkingen. Het leidt tot meer werkdruk die nu al onhoudbaar is, maar morgen nog erger kan worden als we er niet tegenin gaan.

    “Er zijn heel wat aanvallen op de pensioenen, tijdskrediet, … De aanval op de pensioenen is momenteel de hardste. De regering wil het pensioenstelsel van de publieke sector breken. Traditioneel waren de lonen in de publieke sector altijd lager dan die in de privé, maar daar stond dan weer een aantrekkelijker pensioen tegenover. Met de aanval die nu voorligt, zullen we langer moeten werken tegen een lager loon en een lager pensioen.

    “De woede is zeker groot onder de collega’s en dit op alle diensten. Er zijn veel redenen om te staken. Onder veel collega’s is er geen discussie over het ‘waarom’ van de staking. De vraag die wel gesteld wordt, is hoe we al die woede kunnen omvormen tot een beweging. Bij de delegees van de lokale administraties in Brussel is er een duidelijke stakingsoproep. Jammer genoeg is het tot ACOD beperkt. Dat is spijtig omdat het de beweging verzwakt.

    “Sinds de aankondiging van 10 oktober vertellen alle gevestigde media ons dat de staking niets zal uithalen. De regeringspropaganda heeft een zeker effect op de militanten, zeker als de verdediging van het personeel niet of weinig aan bod komt. Dat is een van de problemen: we nemen onvoldoende de tijd om geduldig uit te leggen.

    “Het is jammer dat het ordewoord voor de staking niet vooraf met het personeel werd bediscussieerd. De vakbonden zouden een echte informatiecampagne kunnen voeren. We hebben de middelen hiervoor. Vreemd genoeg was de vakbondsleiding nu totaal onvoorbereid op de aanvallen in de media. Nochtans konden die in de huidige context toch gemakkelijk voorspeld worden? We zullen wellicht een prijs betalen voor die fout. Om te informeren, sensibiliseren en mobiliseren moet tijd uitgetrokken worden. Het is de taak van een vakbond om ook geduldig te bouwen.

    “Bij gebrek aan algemeen materiaal hebben we een pamflet voor onze sector gemaakt en verdeeld. Op 10 oktober zullen we waar mogelijk stakersposten opzetten. Wij zullen 10 oktober gebruiken om een campagne van langere duur op te starten. We willen ons niet beperken tot het verdedigen van sociale verworvenheden, we komen ook op voor nieuwe rechten. In de gezondheidszorg hebben we eisen voor meer loon en meer collega’s om degelijke zorg aan te bieden. Op 10 oktober willen we die eisen populariseren als start van een echte campagne. We hielden in september een bijeenkomst van alle delegees uit de gezondheidszorg in Brussel. De offensieve campagne werd daar bediscussieerd en er was een groot enthousiasme voor een dergelijk type van strijdbare campagne die stelselmatig wordt opgebouwd.

    “Ondanks de beperkingen rond de staking van 10 oktober willen we er alles aan doen om die dag aan te grijpen om de mobilisatie terug op gang te trekken en te bouwen aan een krachtsverhouding, ook op ons niveau. De wil om te strijden voor andere openbare diensten is er. We zullen dat proberen te organiseren en te onderbouwen met offensieve eisen.”

  • 10/10 – stakers aan het woord: ambtenaar FOD Financiën

    Niet enkel de ambtenaren worden getroffen, de volledige bevolking verliest bij een afbraak van de openbare diensten

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

    Foto: Wikicommons. Door VarechEigen werk, CC BY-SA 3.0, Link

    “Bij FOD Financiën gaat het al langer slecht en het wordt nog erger. We gingen van ongeveer 32.000 personeelsleden naar 22.500 vandaag. Op 11 jaar tijd betekent dit bijna 30% minder. Dit leidt tot een hogere werkdruk en een slechtere kwaliteit van de dienst. Met deze regering wordt het steeds erger, niet alleen bij Financiën. Bij alle federale overheidsdiensten is er sinds het aantreden van deze regering een daling van het effectief met 10%.

    “De regering heeft aangekondigd dat contractuele tewerkstelling de norm moet worden in plaats van statutairen. Bij de federale overheidsdiensten zijn 80% van de ambtenaren statutair en 20% contractueel. De regering wil dit opvoeren tot 50-50, aldus MR-kamerlid Gautier Calomne (La Libre, 19 september). Hij wil nog verder gaan door interimarbeid toe te laten.

    “Omdat het over veel mensen gaat, wil de regering stapsgewijs tewerk gaan. Maar het doel is duidelijk: het statuut afschaffen en al het personeel in de openbare diensten als contractuelen laten werken. Daarmee moet de werkdruk verder opgevoerd worden, moet ontslag makkelijker worden en is het eenvoudiger om bepaalde diensten te privatiseren. Het zijn dus niet enkel de ambtenaren die getroffen worden, maar de volledige bevolking verliest bij een afbraak van de openbare diensten.

    “Sommige collega’s denken dat het hen niet aanbelangt omdat ze al benoemd zijn. In andere landen zagen we nochtans hoe het statuut van ambtenaren van de ene op de andere dag werd afgeschaft. Dat was bijvoorbeeld in Zwitserland het geval in 2002. In de VS wordt de behandeling van belastingachterstallen uitbesteed aan private bedrijven. De regering zal niet stoppen met de huidige maatregelen. De privatisering is overigens al bezig, de sluiting van de Koninklijke Munt van België (KMB) eind dit jaar is er het laatste voorbeeld van.”

  • 10/10 – stakers aan het woord: een buschauffeur

    De jarenlange besparingen beginnen echt door te wegen

    Op 10 oktober wordt in de publieke sector actie gevoerd. De oproep komt van ACOD. Er is ook solidariteit van een aantal vakbondsafdelingen uit de private sector. De actiedag van 10 oktober wordt niet overal even goed voorbereid, wat een gemengd beeld oplevert. Maar redenen om in actie te gaan, zijn er in overvloed. Dat stellen we vast in een reeks interviews die we deden met personeelsleden uit de publieke sector. 

    “De jarenlange besparingen beginnen echt door te wegen. Het enige wat telt, is de kostprijs en de zogenaamde efficiëntie. Het personeel staat op een gedeelde laatste plaats samen met de reizigers. De hele structuur van De Lijn wordt omgegooid met het oog op de liberalisering en privatisering van verschillende onderdelen. Daar wordt dan ook meteen bij verteld dat we concurrentieel zullen moeten zijn en dus moeten inleveren. En daarnaast zijn er nog de steeds verdergaande aanvallen op onze sociale zekerheid, die ervoor zorgen dat er bij heel wat collega’s geen perspectief meer is.

    “De vierdaagse staking begin juli zit nog vers in het geheugen, de oorzaken ervan zijn niet weg. De frustratie bij heel wat collega’s rond de vierkant draaiende organisatie, hoge werkdruk, slecht materiaal, … is er nog steeds. Een groot deel zal zeker deelnemen aan de staking, maar veel enthousiasme rond de staking is er niet. Er is voorlopig geen perspectief over hoe de strijd gevoerd zal worden en hoe we tot een overwinning kunnen komen. In combinatie met een gebrek aan gemeenschappelijk vakbondsfront, zorgt dit ervoor dat er getwijfeld wordt of deze staking een verschil zal maken.

    “Na de vorige vierdaagse staking, heerst er wat het gevoel dat er vooral voor in plaats van door ons beslist wordt wanneer we staken en/of een akkoord sluiten. Er is nood aan een deftig uitgewerkt en opbouwend actieplan en een brede campagne naar collega’s en gebruikers over de sectoren heen. Cruciaal hierbij zal zijn dat we dit zoveel mogelijk via personeelsvergaderingen en intersectorale militantenvergaderingen organiseren. Niet enkel vergaderingen om te luisteren, maar waar collega’s en militanten zelf kunnen beslissen of en hoe we verder gaan met de acties.

    “Daarnaast zal er een degelijk eisenprogramma naar voor moeten worden gebracht, met ook specifieke eisen per sector.”

  • ACOD betoogt in Namen: openbare diensten verdedigen, staking 10 oktober voorbereiden

    Gisteren kwamen enkele duizenden betogers bijeen in Namen voor een betoging van ACOD. De actie was gericht tegen het beleid van afbraak van de openbare diensten: minimale dienstverlening, afbouw statutaire tewerkstelling, opdrijving flexibiliteit, inzetten van interim in de publieke sector, vermindering van de dotaties aan de provincies, … Er waren delegaties vanuit heel Wallonië met grote delegaties van de FOREM (tegenhanger van VDAB) en de TEC (tegenhanger van De Lijn).

    De oproep om op 10 oktober te staken, werd er sterk naar voor gebracht door de vakbondsleiding. Deze oproep werd eerst vanuit het spoor gelanceerd en is gericht tegen de hervormingen die de arbeidsvoorwaarden, pensioenen en het stakingsrecht treffen. Er was een strijdbare sfeer en een goede opkomst: ruim meer dan 2.000 terwijl er op voorhand 1.000 tot 1.500 betogers verwacht werden. Het gaf uitdrukking aan de wil om het verzet tegen de rechtse regering opnieuw op te starten, ondanks een begrijpbare scepsis onder heel wat aanwezigen over het vervolg dat er na 10 oktober al dan niet zal komen.

    Een ploeg militanten van LSP kwam tussen met de sticker ‘Staking 10-10: ik ben solidair’ van Libre Parcours, een netwerk van strijdbaar personeel van het openbaar vervoer. Daarmee willen we solidariteit voor de staking versterken en de strijd tegen het asociale offensief van de regeringen en de gevestigde media opvoeren. De betogers namen tientallen stickers mee om te verspreiden onder medebetogers of collega’s die er niet geraakten, maar het protest wel steunen.

    Manifestation de la CGSP à Namur. Défendre les services publics et préparer la grève du 10 octobre

  • Liberaal privatiseringsopbod stoppen!

    Foto: Flickr/crosby_cj
    “Een privatisering van de NMBS is niet uitgesloten,” stelde N-VA-minister Johan Van Overtveldt op de nationale radio. De regering besliste om alle overheidsparticipaties te bekijken en Van Overtveldt wilde meteen de toon zetten.

    Premier Michel floot Van Overtveldt terug: een privatisering van de volledige NMBS is nog niet aan de orde. Wellicht wil de regering het bedrijf eerst verder opsplitsen om hapklare winstgevende delen zonder schuldenlast aan de privé te verkopen voor een vriendenprijs. Ondertussen wordt ook het personeelsstatuut in de openbare sector afgebouwd om toekomstige privatiseringen gemakkelijker te maken. Een onmiddellijke privatisering van de NMBS is niet aan de orde, een volledige verkoop van Bpost en Proximus wel.

    Het liberale privatiseringsopbod, waar CD&V bij monde van Kris Peeters volledig in meestapt, is een aanval op de openbare dienstverlening, het personeel en de gebruikers. Het argument van de afbouw van de staatsschuld door de verkoop van overheidsbedrijven en -participaties klopt niet: de dividenden van Bpost, Proximus, Belfius en BNP Paribas leverden de overheid vorig jaar 890 miljoen euro op. De besparing op intresten na een verkoop van deze overheidsparticipaties zou 600 miljoen bedragen. Le Soir: “Welke goede huisvader zou een appartement dat hem 900 euro per maand opbrengt verkopen om elders 600 euro te besparen?” (26 augustus). Het gaat kortom om een bewuste politieke keuze om overheidsparticipaties af te bouwen.

    Publieke bedrijven kunnen de gemeenschap toelaten om “KMO’s te financieren via Belfius, investeringen te doen in de infrastructuur met Proximus of openbare dienstenverlening aan de burger te bieden met Bpost. (…)” (Le Soir, 26 augustus). Dienstverlening aan de werkenden en de gemeenschap in het algemeen is echter niet wat de rechtse regering voor ogen heeft. Alexander De Croo (Open VLD) heeft de mond vol van “efficiëntie”, voor liberalen een synoniem voor private winstgevendheid. Tussen 2008 en 2015 verdwenen 7.000 van de 30.000 jobs bij Bpost. In ongeveer dezelfde periode verdwenen de helft van de 1.300 postkantoren. De prijs voor een postzegel nam sinds 2006 toe van 0,46 naar 0,79 euro. ‘Efficiënt’ voor de aandeelhouders en hun politieke vertegenwoordigers, nefast voor het personeel, de gebruikers en de gemeenschap.

    Bij de aankondiging van de mogelijke volledige privatisering van Bpost en Proximus eerder dit jaar, gaf De Croo een argument om dit voor de NMBS nog niet te doen: het zou op teveel sociale onrust botsen. Voor de rechtse partijen gaat een privatisering ook om het breken van de arbeidersbeweging. Door tijdens de spontane stakingsgolf van de zomer van 2016 het personeel aan zijn lot over te laten en communautair te verdelen, hebben de vakbondsleidingen heel wat vertrouwen onder de basis verloren. De liberale partijen maken van dat moment gebruik om de discussies over minimale dienstverlening en privatisering op de agenda te zetten.

    Verzet is noodzakelijk. Niet enkel defensief tegen het gebrek aan investeringen waarmee een privatisering wordt voorbereid, maar ook offensief. Openbaar vervoer is belangrijk als alternatief op het fileleed en voor een ecologisch mobiliteitsbeleid. In plaats van dit aan de private winsthonger op te offeren, zijn er meer publieke middelen nodig. Daarvoor is er nood aan een brede strijdbeweging en een politiek alternatief dat vertrekt van de behoeften van de meerderheid van de bevolking en bereid is om dat te koppelen aan maatschappijverandering.

  • Interview met Christine Planus, ACOD-delegee bij Publifin

    “Wij willen een gezond beheer waarbij het karakter van de openbare dienst en het welzijn van het personeel centraal staan”

    Actie van het personeel bij Publifin eind maart

    Sinds het uitbreken van de affaire-Publifin is er heel veel aandacht voor deze intercommunale. Waar veel minder belangstelling voor lijkt te zijn, is de positie van het personeel. Wij vroegen ons af hoe het personeel van Publifin reageert op de schandalen. We spraken met Christine Planus, hoofdafgevaardigde van ACOD bij Publifin.

    Interview door Simon (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Kan je jezelf even voorstellen?

    “Ik ben Christine Planus en werk op de klantendienst van Publifin, meer bepaald op de dienst die instaat voor de relaties met de leveranciers. Sinds de liberalisering van de energiesector en de herstructurering van het bedrijf kregen alle diensten en functies een Engelstalige naam, maar ik weiger om de nieuwe naam van mijn functie te onthouden!

    “Ik ben opvoedster van opleiding en was BBTK-afgevaardigde toen ik in de sociale sector in Spa werkte. De afgelopen 21 jaar werkte ik in de structuur die vandaag Publifin heet. Ik ben sinds 18 jaar afgevaardigde voor ACOD en sinds 2009 de hoofdafgevaardigde.”

    Wat is de stemming onder het personeel sinds het uitbreken van de schandalen?

    “Toen het schandaal van de vergoedingen voor de mandatarissen bij Nethys uitbrak, voelden de personeelsleden zich aanvankelijk niet betrokken. Maar tegelijk is het duidelijk dat er zaken zullen veranderen en dat leidt tot hoop.

    “De directie staat nu erg zwak en dat kan het proces van privatisering rekken. Wat enkel nog in naam een intercommunale was, kan zich misschien terug richten op de taken van een openbare dienst, meer bepaald diensten leveren aan de burgers en tegelijk de publieke aandeelhouders vergoeden (de gemeenten en de provincie). De winsthonger moet stoppen en we kunnen terug een echte publieke instantie worden met engagement, echt syndicaal overleg, …

    “Maar we durven daar nog niet teveel in geloven, we moeten voorzichtig blijven. Het personeel staat al langer wantrouwig ten opzichte van de actiebereidheid van de politieke wereld. Velen denken ook dat de parlementaire onderzoekscommissie niet veel zal opleveren en dat de politici niet zo moedig zullen zijn om een gezond beheer van een openbare dienst te bevorderen.”

    Heel wat politici zijn voorstander van een privatisering. Jean-Claude Marcourt (PS) verklaarde dat Publifin beter naar de beurs trekt. Ben je niet bang dat het moment zal aangegrepen worden om een stap verder te gaan in de privatisering waarbij het personeel gechanteerd wordt met het argument van de jobs?

    “We hebben ervaring met die argumenten. De afgelopen jaren werden ze bij elk ogenblik van crisis bovengehaald door de autoriteiten. Het feit dat Stéphane Moreau onder druk gezet werd, heeft overigens niet geleid tot een andere retoriek. In de parlementaire onderzoekscommissie bleef hij zeggen dat er besparingen nodig zijn en dat er personeel moet afvloeien. We zullen dus waakzaam moeten zijn en mogen ons niet laten doen.

    “Het is trouwens straf dat Moreau onder ede verklaarde dat hij niet op de zetel van het bedrijf was op 22 februari, terwijl we hem daar met verschillende personeelsleden gezien hebben. Er is blijkbaar nog altijd een gevoel van ongenaakbaarheid waarbij ze denken dat ze boven de wet staan, een beetje zoals een verwend kind. Er is hier een politieke verantwoordelijkheid voor.”

    Hoe staat de directie momenteel tegenover het personeel en de vakbonden?

    “Het is complete paniek. Sinds begin januari zie ik mijn overste niet meer, terwijl er voordien minstens een keer per week een contact was rond personeelszaken of dagelijks vakbondswerk. De algemene directrice en de verantwoordelijke voor HR zijn steevast afwezig. De laatste keer dat ik hen zag, had de gebruikelijke arrogantie wel plaatsgemaakt voor een meer verzoenende toon. Ze hadden het lef om de syndicale delegatie te vragen om een verklaring af te leggen waarin we de directie steunen. Terwijl ikzelf en de vakbondsafgevaardigden steeds persoonlijk aangepakt werden door de directie, vroegen ze ons nu om solidariteit tegen de zogenaamde ‘intriges’ tegen Stéphane Moreau. De vraag verbaasde me en uiteraard zijn we er niet op ingegaan.”

    Jullie hielden een protestactie voor het Waals parlement op de dag dat André Gilles voor de onderzoekscommissie moest verschijnen. Wat was het doel van de actie en hoe verliep de mobilisatie?

    “We wilden het personeel een plaats in het debat geven. Het debat zal uiteindelijk gaan over een herstructurering van het bedrijf: de politici willen aan een ander model werken. Het personeel mag daarin niet vergeten worden.

    “De mobilisatie verliep erg vlot: nog voor de oproep breed gelanceerd was, hadden we al een groot deel van de bussen gevuld. We moesten zelfs nog een bus bijbestellen om iedereen naar Namen te brengen.

    “Dat kwam vooral omdat er onder de collega’s het gevoel is dat we iets kunnen veranderen en dat we nu moeten handelen. Maar het komt ook door de dagelijkse werking van de syndicale delegatie. Zo ging ik recent langs elke dienst om te informeren over de pensioenhervorming. Ik wilde kleine groepen van maximum 20 personen zodat iedereen kon deelnemen en vragen stellen. Samen met de regelmatige algemene vergaderingen zijn dat voorbeelden van de concrete werking die het ook mogelijk maakt om collega’s te mobiliseren bij acties.”

    Is er in de media aandacht voor jullie eisen?

    “Aanvankelijk was dit niet echt het geval. Maar anderzijds was er van onze kant ook weinig wil om te communiceren. Maar sinds een video verscheen waarop Stéphane Moreau schreeuwt om het personeel te intimideren, is er een grotere aandacht voor de sfeer binnen het bedrijf. Het droeg ertoe bij dat we op televisie werden uitgenodigd.

    “Ondertussen is er een sterke nadruk op de persoonlijkheden in het debat. Het lijkt alsof enkele figuren het probleem vormden, terwijl het om heel het systeem gaat. We beseffen dat wij vanuit onze positie als vakbondsmilitanten gebruikt worden. Maar we kunnen van de media-aandacht voor Publifin of het feit dat we voor de onderzoekscommissie zullen verschijnen ook gebruik maken om de aandacht te vestigen op onze arbeidsvoorwaarden en op de noodzaak om de werking terug te richten op onze doelstellingen als openbare dienst.”

    Wat stelt de syndicale delegatie verder voor van acties?

    “In januari hielden we een algemene vergadering. Het enige punt op de agenda was het eisenplatform met onder meer een baremieke verhoging van 2%. Na heel wat discussies met de ACV-delegatie hebben we nu een eisenplatform in gemeenschappelijk vakbondsfront.

    “Eind maart is er een uitzonderlijke aandeelhoudersvergadering van Publifin gepland. Daar zullen we een actie houden zodat het personeel in het debat over de structuur van Publifin aanwezig is. Wij willen een gezond beheer waarbij het karakter van de openbare dienst en het welzijn van het personeel centraal staan.

    “Voor het overige moeten we nog wat afwachten om te zien wat er zal gebeuren. Maar we moeten waakzaam en gemobiliseerd blijven. Wie wil raken aan onze jobs, zal op ons botsen.”

  • Personeelstekort bij noodcentrales is levensbedreigend

    Foto: Flickr / alanclarkdesign
    Foto: Flickr / alanclarkdesign

    In juni raakte bekend dat een man overleden was nadat hij niet binnengeraakt was bij de noodcentrale op het nummer 112. Een wachttijd van meer dan vier minuten kan levens kosten. Bij zowat elk geval van uitzonderlijk noodweer worden de diensten overstelpt. Maar ook in ‘normale’ omstandigheden weegt het personeelstekort. We spraken hierover met Ann, afgevaardigde van ACOD in de noodcentrale van Leuven.

    Kan je de werking van de noodcentrales kort voorstellen?

    “Ongeveer tien jaar geleden werd beslist om de oproepen door burgerpersoneel te laten beantwoorden, voordien gebeurde dit door de politie. Er was het project om in heel Europa het overkoepelende nummer 112 te gebruiken voor noodoproepen. Dit vereist natuurlijk multidisciplinair personeel dat de juiste hulp kan aansturen.

    “Alleen ontbrak het in België aan geld en een visie om tot één performante dienst te komen. De ministers volgden elkaar op en met hen ook de opeenvolgende voorstellen. Maar ondertussen zijn er nog steeds twee nummers operationeel: 100 (ziekenwagens en brandweer) en 101 (politie). In Leuven zitten we samen in één meldkamer, elders is dat niet het geval. Wie 112 belt, komt eerst bij de dienst 100 terecht omdat eventuele dringende medische zorg voorgaat.”

    Wat zijn de voornaamste problemen op de werkvloer?

    “Het tekort aan collega’s. Op mijn dienst is het kader niet ingevuld. We zijn niet met de voorziene 28 collega’s maar met slechts 21. Dit leidt tot een hogere werkdruk en regelmatig een tekort aan mensen, wat zich zeker laat voelen bij grotere problemen zoals noodweer. Door de werkdruk is het ziekteverzuim groot en vertrekken mensen als ze een andere job vinden.

    “Onlangs hoorde ik bij de collega’s van de 100 dat er op een zondagnacht slechts één iemand was om de dienst te verzekeren. Dat is onverantwoord! Uiteindelijk werd na lang rondbellen een tweede persoon gevonden. Het is al gebeurd dat iemand uit West-Vlaanderen moest invallen omdat er niemand anders was. Als er enkele collega’s op vakantie zijn, terwijl anderen ziek werden door de werkdruk en nog anderen al veel te veel moesten invallen, wordt het erg moeilijk om toch iemand te vinden om de dienst te verzekeren. Beeld je maar eens in dat twee personen op de dienst 100 moeten omgaan met de reacties op een ernstig incident zoals een aanslag…

    “Een oproep die niet snel beantwoord wordt wegens een tekort aan call takers kan levensbedreigend zijn. Dat zagen we met het voorbeeld dat in juni in de media kwam: een man probeerde tevergeefs naar een noodnummer te bellen, raakte niet binnen en overleed. Dergelijke voorbeelden komen wellicht niet altijd in de media, het GSM-verkeer van een overledene wordt niet altijd gecontroleerd. Met het personeelstekort zullen er nog slachtoffers vallen.”

    Deze zomer kwam het personeelstekort in de media, hoe reageert de minister daarop?

    “Minister Jambon en zijn kabinet ontkennen het probleem niet. Dat is al iets. Ze zeggen telkens dat de problematiek bekend is en dat er aanwervingen bezig zijn. Maar daar weten wij niets van.

    “Vroeger was er minstens één keer per jaar regionaal sociaal overleg via het Basis Overleg Comité (BOC) voor het personeel van de 100 en een BOC voor het personeel van de 101. Sinds het aantreden van de huidige regering is dit in de Nederlandstalige noodcentrales niet meer het geval. Eigenlijk is er geen enkel overleg. De reden hiervoor is dat de administratie geen personeel meer heeft om zo’n BOC voor te zitten en het is moeilijk om dergelijk personeel te vervangen. Er is enkel sporadisch nationaal overleg. De laatste geplande vergadering was op 22 maart, de dag van de aanslagen. Om evidente redenen is daar niet veel uitgekomen.

    “Ondertussen blijven we maar wachten op de dringende versterking. We zitten op ons tandvlees. Dit zorgt voor ongenoegen, maar dit blijft vaak beperkt tot de eigen centrale of zelfs de eigen ploeg. De werkdruk en het personeelstekort ondermijnen onderlinge solidariteit en een bredere kijk op het volledige beleid van deze regering. Het aanslepende personeelstekort en de weigering om daar iets aan te doen, maken nochtans duidelijk hoe weinig deze regering bekommerd is om zowel het personeel van de noodcentrales als de bevolking die moet kunnen rekenen op een goede werking van deze levensbelangrijke dienst waar elke seconde het verschil kan maken.”

     

    [divider]

    Dit artikel verscheen in maandblad ‘De Linkse Socialist’. Steun ons en neem een abonnement op deze krant!

  • Brandweerman: “Ook voor ons is de maat vol”

    Betoging van brandweerlieden begin juni in Namen. Foto: socialisme.be
    Betoging van brandweerlieden begin juni in Namen. Foto: socialisme.be

    “Er is dagelijks ongenoegen onder brandweerlieden. Elke nieuwe maatregel leidt tot meer frustraties. De hervorming van de Civiele Bescherming sinds anderhalf jaar is een ramp. We hadden grote investeringen in collega’s en materieel verwacht, maar dat gebeurde niet. Er komen minder nieuwe mensen bij dan voor de hervorming en de invoering van brandweerzones. Het materieel  wordt maar met mondjesmaat vervangen en de droom van nieuwe kazernes is stilaan opgegeven. We werken bijna overal met een beperkt aantal effectieven, met voertuigen die hun beste tijd gehad hebben en vanuit lokalen die bouwvallig zijn.

    “Nog erger is dat er geleidelijk aan stappen gezet worden om delen van onze diensten te privatiseren. In veel zones zijn er al betalende interventies zoals het weghalen van wespennesten, het oppompen van olie uit kelders of nog het bevrijden van mensen uit geblokkeerde liften. Het feit dat deze diensten betalend zijn, is een gevaar voor de veiligheid. Burgers zullen eerst proberen om zonder hulp tot oplossingen te komen. Maar het opent ook de mogelijkheid voor private bedrijven om taken over te nemen aan aanvankelijk aantrekkelijke tarieven voor de gebruikers. Zullen we straks kazernes van G4S of Securitas hebben?

    “We vragen geen luxe, enkel voldoende middelen om onze job te kunnen doen en mensen effectief te kunnen helpen. De regering en in het bijzonder meneer Jambon denkt alleen maar aan het besparen op middelen. De minister van Binnenlandse Zaken had ons meer middelen beloofd, maar ondertussen laat hij de gemeenten die al onder financiële druk staan aan hun lot over.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop