Your cart is currently empty!
Personeel van gemeente en OCMW betogen in Luik
Waarheen met de openbare diensten?
Op 10 april vond in Luik een betoging plaats van zo’n 1.000 arbeiders van de stad en het OCMW. Eerst hielden ze een personeelsvergadering in gemeenschappelijk vakbondsfront. Het ongenoegen is groot en de strijdbare betoging was daar een uitdrukking van. LSP was aanwezig op de betoging en verkocht er 54 exemplaren van haar maandblad. Naar aanleiding van de betoging spraken we met Paulo, een gemeente-arbeider in Luik.
Nicolas Croes
Van waar komt die woede onder het gemeentepersoneel?
Paulo: “Het grootste probleem zien we bij de benoemingen. Als we de kaders en de ingenieurs buiten beschouwing laten, wordt niemand meer benoemd. Op dit ogenblik is nog slechts 45% van het personeel vast benoemd en dat zal sterk verminderen aangezien veel benoemden op pensioen vertrekken. Daarnaast is er ongenoegen omdat de premies niet betaald worden en ook omdat steeds meer werken en diensten aan de privé worden toegekend. Nochtans zijn wij daar ook toe in staat en hebben we de nodige ervaring.”
En bij het OCMW?
Paulo: “Onze ordewoorden zijn dezelfde, maar er zijn specifieke problemen bij het OCMW door de vermindering van de budgetten voor de OCMW’s door het Waalse gewest. Dat is schandalig op een ogenblik dat steeds meer mensen afhankelijk zijn van voedselhulp of een uitkering van het OCMW omdat ze het slachtoffer werden van de jacht op de werklozen.”
Hoe verliep de mobilisatie?
Paulo: “Er was een algemene personeelsvergadering van de verschillende vakbonden. Twee weken voor deze vergadering werd aangekondigd dat we nadien zouden betogen. Maar er zullen hardere acties nodig zijn. De stad zegt enerzijds dat de magere jaren achter ons liggen omdat de stadsschuld deels zou worden overgenomen door het Gewest, maar dat is nog niet zeker. En zelfs indien het gebeurt, valt het af te wachten wat dit voor ons zal betekenen. Wat we wel al kregen, is een volledige dag verlof op 1 mei in plaats van vier uur. Dat was wel het minste voor deze dag van arbeidersstrijd.”
Hoe zal het nu verder gaan?
Paulo: “Bij een volgende actie hebben we spandoeken, pamfletten, slogans,… nodig om het ook uit te leggen aan de omstaanders. We moeten beroep doen op de bevolking, we hebben nood aan solidariteit. Maar uiteraard zijn onze acties ook in het belang van de bevolking. We moeten ook proberen verschillende punten van ongenoegen te verbinden. Er is de koopkracht die ons allemaal aanbelangt. Op iedere vraag krijgen we als antwoord dat er geen geld is. Dan moeten we het geld maar gaan zoeken, maar dat moet wel georganiseerd worden. De vakbondsleidingen moeten daar hun verantwoordelijkheid opnemen. Het is trouwens onbegrijpelijk dat zaken als de index zo sterk werden ondermijnd. Dat raakt ons in onze portemonnee. Luxeproducten als breedbeeldschermen werden opgenomen in de index, maar daar kan je niet van eten. Het zal aan ons, basismilitanten, zijn om ervoor te zorgen dat de druk er is om de strijd te organiseren.”