Category: Op de werkvloer

  • Asociale Beke: weg!

    • INVESTEER IN PUBLIEKE BASISDIENSTEN !
    • VOOR MEER SOCIAAL WERK !

    Vandaag zijn we samen sterk voor meer sociaal werk! Wij geven niet op, wij gaan verder! De besparingen op welzijn door Wouter Beke leiden tot verschrikkelijke toestanden in onze zorg. Collega’s verliezen hun job, mensen blijven in de kou staan en de wachtlijsten groeien aan.

    Pamflet van LSP op de actie vandaag. PDF van dit pamflet

    We zouden er ons kunnen bij neerleggen, maar dat doen we niet! Sociaal werkers komen op tegen onrechtvaardigheid: dat is de ziel van onze stiel. Opbouwende acties zijn ons middel om rechtvaardigheid af te dwingen. Bedrijven maakten nog nooit zoveel winst en de ongelijkheid kent extreme hoogtes. Als sociaal werkers eisen we deze middelen op voor publieke basisdiensten!

    Stop het sociaal drama

    De gevolgen van de besparingen van de Vlaamse regering zijn vandaag al heel concreet. Beke richt een sociaal kerkhof aan. Asociale Beke durft nog zeggen dat vijf miljoen besparen bij de CAW (Centra Algemeen Welzijnswerk) kan zonder hulp af te bouwen! Hij weet niet dat sociaal werkers in de CAW met weinig middelen heel veel hulp en diensten realiseren. Net daarom heeft zo’n besparing onmiddellijk een gigantische impact op de beschikbare hulp! M.a.w er waren al tekorten: veel opdrachten met weinig middelen. We moeten verder opkomen voor wie hulp nodig heeft. Het kan ons allemaal overkomen.

    Bij de CAW komen mensen die het diepst in de put van de samenleving gevallen zijn: thuislozen, mensen met beperkte financiële middelen, mensen die overal uit de boot vallen. Dit laatste vangnet zal nu grote gaten vertonen. Naast de sluiting van enkele opvangcentra en een inloopcentrum voor thuis- en daklozen, zullen de psychosociale hulpverlening en financiële hulp (zoals budgetbegeleiding, hulp bij schulden,…) uit de CAW verdwijnen. Vele mensen worden zo voor een tweede maal slachtoffer, na hun uitsluiting door de moordende concurrentie in de samenleving.

    550.000 euro voor een kook-app is voor Beke prioritair ten aanzien van het beschermen van kinderen in gevaar (Vertrouwenscentra Kindermishandeling), preventie op vlak van seksualiteit (Sensoa), psychisch welzijn (Centra Geestelijke Gezondheid), …

    De lijst van concrete besparingen en concrete slachtoffers is lang! Hulpverleners verliezen hun job. Collega’s die blijven zullen een nog hogere werkdruk ervaren. De uitval zal nog toenemen. Want als sociaal werkers zijn we (gelukkig) niet ongevoelig voor mensen die voor de deur in de kou blijven staan. Het is tijd voor een echte omwenteling in het sociaal werk!

    Samen zijn we sterk voor meer sociaal werk

    Als sociaal werkers geven we niet zomaar op. Het zou gemakkelijk zijn om de zoveelste keer een besparing te slikken. Genoeg is genoeg! Dat maakten we al duidelijk in december met verschillende stevige acties die de samenleving hebben wakker geschud over deze besparingen. Meer is nodig! Veel collega’s zijn voor de eerste keer bereid om verder te gaan. Het is niet gemakkelijk om je dienst een dag te verlaten, het gaat immers om mensen. Maar strijd loont!

    Beke moest al enkele kleine toegevingen doen toen er opschudding bestond over zijn besparingen op onder andere de Zelfmoordlijn. We kunnen de druk opnieuw opvoeren om nog meer resultaten te halen. Na vandaag hebben we nood aan een opbouwend actieplan om tot die resultaten in onze sector te komen. We kunnen deze regering met de rug tegen de muur zetten wanneer we doorzettingsvermogen tonen. We kunnen ook hulpgebruikers hiervoor activeren. De steun van andere sectoren zal toenemen, wanneer we een voorbeeld stellen. Want heel wat andere sectoren zitten in hetzelfde schuitje. Vakbonden en SWAN: maak één actieplan voor meer sociaal werk!

    We moeten niet besparen. Gebruik winsten voor publieke investeringen

    Het lijkt alsof we het niet mogen en kunnen in vraag stellen: ‘er moet bespaard worden, dus…’. Vanaf nu moet het gedaan zijn met deze drogreden. Er moet helemaal niet bespaard worden. De rijkdom die vandaag geproduceerd wordt, was nog nooit zo groot. Het probleem is dat er een steeds groter deel in winsten blijft plakken bij de allerrijksten. INEOS kreeg van deze Vlaamse regering 16 miljoen subsidies voor aanwerving, ecologisch productie,… voor hun nieuwe (vervuilende) fabriek in Antwerpen. Maar op sociaal werk moet worden bespaard?

    Als sociaal werkers hebben we een antwoord: er is voldoende geld voorhanden om te investeren in sociaal werk. Zelf een beperkte belasting op winsten en op rijkdom zou ons al kunnen terugbrengen naar de situatie van enkele jaren geleden. Tekorten kunnen weggewerkt worden of voorwaarde dat er geïnvesteerd wordt in publieke basisdiensten. Het sociaal werk kan in de basisnoden van iedereen voorzien, wanneer het in publieke handen is, met goede werkvoorwaarden en als het democratisch georganiseerd wordt.

    Om zoiets af te dwingen, is massaprotest nodig. Zelfs logische eisen botsen namelijk op het systeem. In de VS toont Bernie Sanders momenteel dat het mogelijk is om massale steun op te bouwen rond eisen als algemeen toegankelijke zorg en basisdiensten in publieke handen. Als zo’n beweging in de VS kan, waarom hier niet? Feel the Bern! Social justice now!

    Get organized

    Genoeg is genoeg! Heb je het ook gehad? Vind je het ook tijd om je te organiseren tegen onrechtvaardigheid? LSP brengt strijdbare sociaal werkers samen in de strijd tegen de Thatcheriaanse regeringen. Wij zijn ervan overtuigd dat er een alternatief op het kapitalisme moet komen. Het sociaal werk kan een belangrijke rol spelen om dit alternatief mee vorm te geven, een samenleving waar de behoeften van allen centraal staan, niet de winsten van een kleine minderheid, kortom: socialisme. Get organized!

  • Geens (CD&V) beperkt eenzijdig het stakingsrecht in plaats van tekorten aan te pakken

    Cipiers in actie in 2016

    Hoe ga je als minister om met een sector waar al jarenlang geprotesteerd wordt tegen een personeelstekort? Het meest logische zou zijn om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren en meer collega’s aan te werven. Daar is geen geld voor, luidt het argument. Dus kiest minister Koen Geens (CD&V) ervoor om eenzijdig het stakingsrecht van de cipiers aan banden te leggen. Enige steun hiervoor onder het personeel was voor Geens geen vereiste.

    De afgelopen jaren was er sociaal overleg tussen de regering en de vakbonden van de cipiers. Dat leidde evenwel nergens toe. Zonder de nodige middelen voor extra personeel en betere arbeidsvoorwaarden kon het ook nergens toe leiden. Minister Geens schuift de verantwoordelijkheid door naar het personeel en verklaarde dat het stakingsrecht eenzijdig wordt ingeperkt. Er wordt minimale dienstverlening ingevoerd die inhoudt dat tijdens stakingen ongeveer de helft van het beschikbare personeel toch aan de slag moet en onder de cipiers zou dit percentage nog hoger oplopen.

    Minister Geens stelt dat de minimale dienstverlening nodig is om de rechten van gevangenen niet in het gedrang te brengen. Een afgevaardigde van ACOD merkt terecht op: “Door de overbevolking, de besparingen in de werkingsmiddelen en het personeelstekort doen zich nu ook al dagelijks problemen voor de gedetineerden voor. Maar daaraan wordt niet verholpen. Het is blijkbaar pas wanneer de vakbonden staken, dat de basisrechten van gedetineerden als belangrijk worden beschouwd.”  Hetzelfde zagen we eerder bij het spoor: ook daar wordt enkel naar de reizigers gekeken als het personeel staakt. De overige dagen worden vertragingen en afgeschafte treinen onder de mat geveegd.

    Toen bij het spoor een minimale dienstverlening werd opgezet, kwam er helaas geen algemene vakbondsstrijd over alle sectoren heen om deze aanval op het stakingsrecht te stoppen. Het resultaat is dat er nu ook elders aanvallen op het stakingsrecht komen. Waar er bij het spoor een dienstregeling wordt opgesteld op basis van wie aangeeft te willen werken, worden in de gevangenissen minimale bezettingen opgelegd. Indien er onvoldoende werkwilligen zijn, zullen stakers opgevorderd worden. Dat gaat een serieuze stap verder dan de regeling bij het spoor. Wordt dit een voorbode om ook in andere sectoren de aanval op het stakingsrecht op te voeren?

    Ondertussen blijft het ongenoegen onder de cipiers groot: onder Geens is hun aantal met 500 gedaald tot 6.500 terwijl er nog steeds 10.800 gevangenen zijn. Afgelopen zomer was er een verlofachterstand van 570.000 dagen. Daar wordt niets aan gedaan. Het leidde in december nog tot een massaal opgevolgde staking waaraan bijna drie kwart van het personeel deelnam. De vakbond VSOA deed toen niet mee met het argument dat een regering in lopende zaken geen extra middelen kan vrijmaken. Dat argument werd door Geens zelf onderuit gehaald: als een minderheidsregering in lopende zaken het stakingsrecht kan aanvallen, dan kunnen ook extra middelen vrijgemaakt worden voor het personeel en de gedetineerden.

    Elke beperking van het stakingsrecht belangt niet alleen het personeel van de betrokken sector aan. Het is een aanval op de volledige arbeidersbeweging. Die stoppen we niet door zelf toegevingen aan te bieden of door ons te beperken tot solidaire woorden. Er moet strijd georganiseerd worden om het recht op collectieve actie te behouden. Dat is hoe het stakingsrecht destijds is afgedwongen, het is ook hoe we het zullen verdedigen. Elke aanval op dit recht zal leiden tot verdere aanvallen. Zwakheid langs onze kant zet aan tot agressie van de overkant.

    Tegelijk moet worden opgemerkt dat minister Geens met dit eenzijdig optreden tegen collectieve rechten en tegen de vakbonden duidelijk maakt dat hij en zijn partij sterker aan neoliberale standpunten zoals die van N-VA zijn vastgeplakt dan aan het ACV. Door aan te dringen op een federale regering met N-VA en door in de Vlaamse regering op arrogante wijze het middenveld en de sociale sector aan te vallen, had CD&V dit eerder al duidelijk gemaakt. Als CD&V echt niet geïnteresseerd is in de bekommernissen van ACV-leden, dan moeten ook de ACV-leiders en structuren daar de nodige conclusies uit trekken.

  • Sacré Coeur school in Bergen: “Dit doet eerder aan multinationale stakingsbreker denken”

    Een journalist van de krant L’Avenir omschreef de houding van de directie van de school Sacré Coeur in Bergen als één die eerder aan een multinational deed denken. Dat was nadat de school deurwaarders afstuurde op leerlingen die protesteerden tegen problemen met de infrastructuur en de communicatie in de school. Ook het personeel heeft geen gebrek aan ongenoegen tegenover de directie. We spraken hierover met Stefanie, leraar in de betrokken school en afgevaardigde namens de socialistische vakbond.

    “De actie van de leerlingen eind januari was het resultaat van de vreselijke toestand van de school. Er zijn slechts een handvol toiletten voor 1.000 leerlingen en ze zijn in zo’n slechte staat dat sommige leerlingen zich tot het middaguur inhouden om naar de toiletten van een naburige McDonald’s te gaan. De studieruimte is een binnenplaats, een tijdelijke oplossing die al meer dan twee jaar bestaat. Op die binnenplaats vliegen duiven rond, is het koud en bovendien is het vlak naast de speelplaats. Soms moeten leerlingen studeren terwijl de kleintjes er net naast spelen en lawaai maken. Daarnaast ontbreekt het aan degelijke vestiaires en tal van andere dingen.

    “De leerlingen organiseerden een staking waarbij ze het eerste uur de school weigerden te betreden. De meeste jongeren had plakband op de mond gekleefd. Daarna trokken ze de gebouwen binnen en riepen ze slogans op de speelplaats. De directie koos ervoor om deurwaarders in te zetten om de identiteit van de protesterende leerlingen te controleren! Drie vertegenwoordigers van de leerlingen werden ontvangen door de directie, samen met een vertegenwoordiger van de inrichtende macht en de deurwaarders! Deze actie bracht de jongeren meer bij dan 100 uur sociale wetenschappen: ze bleven solidair toen de repressie werd opgevoerd. Deze aanpak van de directeur leidde tot radicalisering van de leerkrachten.

    “Kort voordien waren de leerkrachten tijdens een pedagogische studiedag samengekomen om de talrijke problemen te bespreken inzake de infrastructuur, maar ook rond de organisatie van de school (veranderingen in de organisatie van de examens, organisatie van de start van het schooljaar, …). Tijdens die pedagogische studiedag begin december besloot het personeel om het programma van de namiddag naast zich neer te leggen om samen de diverse problemen te bespreken. We deden dit op een constructieve manier en zochten telkens naar mogelijke oplossingen. We kozen een klein comité die een verslag moest maken voor de directie en de inrichtende macht. De meerderheid van het personeel ondertekende dit verslag.

    “Terwijl we enkel de problemen vaststelden, reageerde de directeur alsof dit een geval van ongeziene agressie was. Twee docenten werden opgeroepen voor een disciplinaire hoorzitting wegens gebrek aan respect voor de directeur. De ene had gewoon een vraag gesteld, net als tientallen andere collega’s. De andere had een zelfgemaakte protestkersttrui gedragen uit ongenoegen met de reorganisatie van de examens die het kerstverlof bedreigde.

    “Daarna waren er solidariteitsreacties en werden enkele werkonderbrekingen georganiseerd. Sinds de tussenkomst van de deurwaarders is de centrale eis van het personeel het vertrek van de directeur. Niemand kan zich voorstellen om met hem verder te werken na dit alles. Tijdens de verschillende werkonderbrekingen namen we de tijd om de verschillende actiemogelijkheden te bespreken. Leggen we al onze hoop in de handen van de inrichtende macht, om maatregelen te nemen tegen de directeur, of bouwen we zelf een krachtsverhouding uit. We kozen voor de tweede optie en begin februari stemden we voor een staking. Op 20 februari legden we uiteindelijk het werk neer, ondanks een poging van de inrichtende macht om de gemoederen te sussen. Er was een grote opkomst en verschillende ouders en leerlingen kwamen hun steun betuigen tijdens de staking.

    “Het conflict is nog aan de gang en we weten niet wat het resultaat zal zijn. Maar ondertussen hebben we belangrijke stappen gezet: het creëren van eenheid onder het personeel, heel wat collega’s sloten aan bij de vakbond en het inzicht dat we ons moeten organiseren om iets te bekomen. We kunnen ons lot niet laten afhangen van verschillende instanties om iets te bereiken: we moeten vooral op onze eigen krachten rekenen. De problemen inzake beheer en infrastructuur zijn wijdverbreid in het onderwijs. In februari waren er bijvoorbeeld ook al acties in de athenea Toots Thielemans en Andrée Thomas in Brusse Deze situatie zou tot veralgemeende acties van personeel en leerlingen kunnen leiden.”

  • Een relaas van de staking bij INEOS Phenol

    Op 9 januari 2020 brak er een staking uit onder de 180 werknemers van de fenolfabriek van INEOS in de Antwerpse waaslandhaven. Directe aanleiding was het ontslag van Chris De Wachter, vakbondsafgevaardigde voor ACLVB. Chris klaagde systematisch onveilige situaties aan in het bedrijf. Hij verzette zich tegen de drieste manier waarop de nieuwe plantmanager, Hugo Piot, organisatorische veranderingen wou doorvoeren. Piot had bovendien in de maanden voorafgaand aan de staking al verscheidene werknemers ontslagen. Vaak tot onbegrip bij de collega’s.

    Door een ABVV-delegee in de Antwerpse chemie

    Sluimerend ongenoegen over een nieuw management

    Onderhuids was het ongenoegen bij het personeel over de koerswijzigingen en het nieuwe management al geruime tijd groeiende. Aan het piket vertelden de personeelsvertegenwoordigers hoe de bijeenkomsten van hun Ondernemingsraad en het CPBW verworden waren tot patronaal eenrichtingsverkeer waar geen tegenspraak meer werd geduld. Het ontslag was de druppel te veel, en vrijwel onmiddellijk werd de gehele productie stilgelegd door de operators.

    Naast de re-integratie van de 55-jarige Chris De Wachter – of een financiële compensatie tot aan zijn vervroegd pensioen, wat in concreto 2 jaar loon boven het wettelijk vastgelegde zou betekenen – eist het vakbondsfront tevens een andere managementstijl. Of beter, als het even kan, het vertrek van Piot. Een beleid mét inspraak van de personeelsvertegenwoordigers en evenwichtige afspraken over geplande organisatorische wijzigingen. De INEOS-directie doet in de pers alsof haar neus bloedt: Piot is een “eerlijk en empathisch man”, het sociaal overleg wordt wel degelijk gerespecteerd en over alles kan gepraat worden. Behalve over de re-integratie, want met De Wachter “valt geen land te bezeilen”. In tegenstelling tot de 27 voorgaande jaren dan…?

    De directie kan dan wel beweren dat er niks mis is met haar handelswijze. Wanneer een ruime meerderheid van het personeel in staking gaat, en dat voor ondertussen 40 dagen, valt niet meer te ontkennen dat er van alles misloopt met het gevoerde beleid. Chris De Wachter werd overigens ontslagen tijdens wat de werkgevers de zogenaamde “soldenperiode” voor delegees noemen. Net vóór het begin van de ontslagbescherming verbonden aan de volgende sociale verkiezingen, die plaatsvinden in mei 2020, is de beschermingsvergoeding van een afgevaardigde het laagst. Een aanval met voorbedachte rade om de vakbonden in het bedrijf te verzwakken dus. “An injury to one, is an injury to all”, dachten de werknemers – heel terecht – toen begin januari de fabriek begonnen af te stellen.

    Solidariteit tegenover agressief INEOS

    Het ontslag van de ACLVB-afgevaardigde was een gewaagde gok van het management. Eentje waarvan ze de gevolgen heel waarschijnlijk compleet verkeerd heeft ingeschat. De solidariteit onder het personeel bleek veel krachtiger dan verwacht en de staking doet haar meer zeer dan ze wil toegeven. In de pers liet ze optekenen dat het productieverlies zou opgevangen worden door de fenolproductie in haar buitenlandse vestigingen op te schroeven. Daarmee doet ze zichzelf veel sterker voor dan ze werkelijk is. De fenoldivisie van INEOS bestaat uit wereldwijd uit drie vestigingen, waarvan de Antwerpse plant de grootste is en meer dan een derde van de productie voor zich neemt. INEOS is overigens met voorsprong marktleider op de fenolmarkt, een positie die ze ongetwijfeld wil behouden. Bij minstens 1 bedrijf in de Antwerpse haven werd een hele productielijn afgesteld omwille van een tekort aan aceton, een bijproduct dat normaal door INEOS Phenol wordt geleverd.

    De financiële kater als gevolg van de staking valt INEOS ongetwijfeld zwaar. De verliezen zijn een veelvoud van wat het zou kosten om De Wachter uit te betalen tot aan zijn pensioen. En of de organisatorische wijzigingen en de flexibiliteit die het management het personeel door de strot wil rammen de economische schade ooit kunnen goedmaken, is nog maar de vraag. Het gaat hier om een principekwestie. Een krachtmeting. Het personeel moet buigen… of barsten. Het lijkt er sterk op dat INEOS de fabriek nog liever sluit, dan het ontslag van De Wachter in te trekken.

    Het dossier ligt wellicht al op de tafel van de sterke man van INEOS, Sir James “Jim” Ratcliffe. De rijkste Brit – met een vermogen van 24 miljard euro – richtte de multinational in 1998 op. Het bedrijf groeide snel door fabrieken van BP, Solvay, Dow, Degussa, BASF e.a. over te kopen. Zo werd de fenolfabriek in 2001 overgekocht van Degussa, het huidige Evonik. Momenteel telt INEOS wereldwijd 22.000 werknemers, draait het een omzet van 85 miljard dollar en heeft het een operationele winst van 4,3 miljard dollar. De Antwerpse chemiecluster, waar het 6 productievestigingen heeft, is ondertussen uitgegroeid tot een cruciale uitvalsbasis voor INEOS.

    INEOS is een relatief nieuwe speler in Antwerpen. En het lijkt zich agressiever op te stellen dan wat we hier gewoon zijn. Het verhaal van de INEOS raffinaderij in Grangemouth (Schotland) is genoegzaam bekend aan het piket van de fenolfabriek. Daar sloot Ratcliffe in 2013 botweg de gehele plant – met 800 eigen werknemers en een 600-tal actieve contractoren – nadat er een staking was uitgebroken omwille van het ontslag van een vakbondsafgevaardigde (!) en gevraagde inleveringen. Pas nadat de vakbond Unite een “no-strike agreement” voor 3 jaar tekende en de werknemers de inleveringen slikten, startte INEOS de raffinaderij terug op.

    Zelf omschrijft INEOS deze praktijken op haar website als een “directe managementstijl”. Waar andere chemiepatroons twee keer nadenken vooraleer ze miljoenenverliezen dreigen te slikken bij een staking, duwt Ratcliffe het gaspedaal liever nog wat harder in. Dat hij niet onder onmiddellijke druk staat van de financiële markten – INEOS is niet beursgenoteerd – zal hier wel in mee spelen.

    Verdeel-en-heers om de staking te breken

    De inschattingsfout van de INEOS-directie leidde er tevens toe dat ze in de eerste dagen na het uitbreken van de staking duidelijk in het defensief zat in het publieke debat. Het vakbondsfront legde heel concreet de vinger op de etterende wonde in de eerste artikels die verschenen in de Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad.

    Nadien herstelde de INEOS directie zich snel. De vermoorde onschuld spelen in de media, maar ondertussen “binnen den draad” alle “truken van de foor” inzetten om het personeel tegen elkaar op te zetten in een poging om de staking te breken. Operators werden individueel benaderd, thuis opgebeld en onder druk gezet. Er werd een brief naar huis verstuurd met de boodschap dat iedereen die staakt, de toekomst van de fabriek – en dus zijn job – op het spel zet. Een werkgeversvoorstel met een hoop valse en vage beloften werd ter stemming voorgelegd. Nieuwe aanwervingen beloven om mensen te vervangen die recent ontslag hebben genomen, is géén toegeving. Een psycholoog inschakelen om naar de grieven van mensen te luisteren is eerder een slag in het gezicht van de werknemers dan een tegemoetkoming op vlak van inspraak. De directie verloor de stemming dan ook met 78%.

    Maar het management had haar volgende zet al klaar. Twee dagen na de stemming, na 23 dagen staking, stelde ze in de media dat ze de fabriek naar een “verhoogd veiligheidsniveau” zou brengen. Larie en apekool die moest dienen om de verplichte veiligheidsbezetting te kunnen schrappen. Zolang een chemische fabriek niet productvrij gespoeld is, blijft er een reële kans op calamiteiten bestaan. Daarvoor bestaat er een veiligheidsbezetting van enkele mensen die 24u/24u aanwezig zijn op het terrein om in te grijpen als er iets gebeurt. Voor de vakbonden bood dit de mogelijkheid om mensen alternerend te laten werken en staken, waardoor het loonverlies binnen de perken blijft. Voortaan zou de directie – ook al werd de fabriek nooit productvrij gespoeld – de veiligheid garanderen met kaderleden (die hier niet voor opgeleid zijn) en enkele werkwilligen. De badges van iedereen die staakt werden ingetrokken. “Financieel uitroken” heet zoiets. Voor sommigen betekent dit al snel dat er een serieuze druk komt op hun huishoudens.

    Onmiddellijk kwamen er reacties als: “Nu zullen we eens zien wat ze er écht voor over hebben”. Dat is volledig naast de kwestie uiteraard. Een staking is geen romantisch conflict over waarden en normen, maar draait om de concrete krachtsverhouding tussen werknemers en patronaat in het bedrijf. Het gaat om werk- en leefomstandigheden in een realiteit waar de economische macht in de handen ligt van de kapitaalbezitters. De solidariteit breken door alle mogelijke spanningen tussen de stakers op te poken is patronale abc, en het instrument bij uitstek om de krachtmeting in haar voordeel te beslechten. En omgekeerd is het versterken en uitbreiden van de solidariteit de sleutel voor de stakers en hun vakbonden om de strijd te winnen.

    In die context moeten we het “financieel uitroken” plaatsen. En hoewel het management de staking vooralsnog niet kon breken, mistte de zet haar effect niet. Druppelsgewijs lieten werknemers zich op de lijst van werkwilligen plaatsen. Bij het ACV blijkbaar meer dan bij de andere bonden, waardoor ook de ACV-delegees beslisten om binnen te gaan. Het vakbondsfront was gebroken, en zou voortaan enkel nog uit ACLVB en ABVV bestaan. Het piket aan de poort, dat systematisch bemand wordt bij ploegwissels, is overigens eerder een organisatie-instrument voor de staking en geen reële blokkade van de toegangspoorten. Wie wil werken kan binnen, al vinden er niet meer dan wat onderhoudswerkzaamheden plaats aangezien er te weinig werkwilligen zijn om de plant op te starten. Van de 80 procesoperators zijn er nog steeds meer dan de helft in staking.

    De rol van werkgeversorganisatie Essenscia (de Belgische industriefederatie voor de chemie- en farmasector) is ook op zijn minst dubieus te noemen. Ze heeft nauwelijks een aandeel in pogingen om het conflict te ontmijnen. Meer zelfs, in een persbericht van 29 januari valt ze de stakende werknemers aan op het feit dat klimaatactivisten – waarover later meer – positief onthaald werden aan het piket. Alweer een poging om verdeeldheid te creëren. Tussen de werknemers onderling, omdat ze maar al te goed weet dat het klimaatthema gevoelig ligt bij veel chemiewerknemers, en tussen de basis en de vakorganisaties, aangezien het een publiek geheim is dat vooral ACLVB sceptisch staat tegenover de klimaatbeweging. Pikant detail: de huidige voorzitter van Essenscia, Hans Casier, is tevens CEO van de wereldwijde divisie Phenol voor INEOS…

    Solidariteitsacties in andere vestigingen blijven uit

    Dat een staking 5 weken aanhoudt, is dezer dagen niet zo vanzelfsprekend meer. Het toont aan dat de vakbondsdelegaties de jaren voordien een basis van vertrouwen en autoriteit hebben opgebouwd in het bedrijf. Maar een staking in een relatief klein bedrijf met 180 werknemers, verstopt in een uithoek van de haven op de linkeroever van de Schelde, kan al snel geïsoleerd geraken. Op nationale media-aandacht hoeft er niet echt gerekend te worden. Misschien maar goed ook gezien de neoliberale tendens in de pers. Daarom zijn de solidariteitsbijeenkomsten die regelmatig georganiseerd worden aan het piket – er gingen er al 5 door – cruciaal om het isolement te doorbreken en de uitputting tegen te gaan. Vakbondsmilitanten uit de sector en daarbuiten, en klimaatactivisten kwamen erop af om hun solidariteit te betuigen. Daarnaast hebben de werknemers onderling verschillende keren uitgebreide bijeenkomsten georganiseerd aan het piket, gecombineerd met bijvoorbeeld een barbecue, om de samenhang te versterken.

    Er werden door het ABVV ook al contacten gelegd met de vakbond Unite in Groot-Brittannië om de werknemers van INEOS in haar thuisbasis op de hoogte te stellen van de strijd die hun Antwerpse collega’s voeren. Unite heeft bovendien in een rechtstreeks schrijven aan Ratcliffe uitdrukkelijk gevraagd om tegemoet te komen aan de eisen van de vakbonden bij INEOS Phenol.

    Mochten er solidariteitsacties op touw gezet kunnen worden in bijvoorbeeld de andere INEOS productievestigingen in Antwerpen, dan zou er een fundamentele stap kunnen gezet worden om de positie van Piot en zijn management te ondermijnen. Dergelijke acties bleven tot op de dag van vandaag echter uit, en het ziet er ook niet naar uit dat ze er zullen komen. Geen enkele van de drie vakbonden heeft een voldoende militante basis in de andere INEOS fabrieken om dit te bewerkstelligen. De eerste viool bij INEOS Phenol wordt ook gespeeld door de ACLVB, gezien hun ruime meerderheid aan leden en afgevaardigden, dewelke minder voeling heeft met tradities omtrent het organiseren van strijd aan de basis.

    Klimaatbeweging verleent steun aan het piket

    Vanaf de eerste solidariteitsbijeenkomst waren er mensen van de klimaatbeweging (“Youth for Climate” en “Workers for Climate”) aanwezig aan het piket. Om hun solidariteit te betuigen, én om uit te leggen dat ook zij in een strijd verwikkeld zijn tegen INEOS. Het bedrijf plant immers een miljardeninvestering in de Antwerpse haven bestaande uit een “ethaankraker” en een “propaandehydrogenatie-installatie”. Deze fabrieken zullen schaliegas als grondstof gebruiken om respectievelijk ethyleen en propyleen te produceren, bouwstenen voor het overgrote merendeel van de chemische productieprocessen. Naast de bekende milieuschade die het ontginnen van schaliegas met zich meebrengt, en de CO2 die erbij vrijkomt, zou de ethaankraker 0,8 tot 1,5 miljoen ton CO2 per jaar uitstoten. Zeer terecht stelt de klimaatbeweging dat het compleet onverantwoord is om in tijden waarin het drastisch verminderen – en tot 0 brengen – van de CO2-uitstoot noodzakelijk is om onze planeet leefbaar te houden, te investeren in deze technologie. Jim Ratcliffe vindt anders wel manieren om zichzelf te beveiligen tegen de gevolgen van de klimaatverandering: zo wilde hij in een natuurgebied in New Forest (GB) een optrekje van 4,5 miljoen euro bouwen, ondersteund door hydraulische stelten om zich te beschermen tegen een stijgende zeespiegel… Hij kreeg er evenwel nooit de toelating voor.

    Ondanks de PR-campagne van Essenscia, waarbij het zichzelf op de borst klopt over hoeveel inspanningen de aangesloten bedrijven reeds hebben geleverd om de CO2-uitstoot in de sector te reduceren, stellen we vandaag vast dat de Antwerpse chemie in de feiten omgevormd wordt van een aardolie-gebaseerde scheikunde tot een industrie gebaseerd op schaliegas. Naast de geplande investering van INEOS heeft ook BASF haar “steamcracker” omgevormd tot een installatie die in grote mate schaliegas zal verwerken. Borealis bouwt op linkeroever een “propaandehydrogynatiefabriek”. Amerikaanse schaliegas is immers stukken goedkoper dan nafta – een aardoliederivaat – waarmee de krakers tot nu toe gevoed werden. Winstmaximalisatie gaat dus boven al de rest in het kapitalisme. Alle imagocampagnes ten spijt.

    Waar bij de eerste bezoeken van de klimaatactivisten hun aanwezigheid nog op scepsis onthaald werd, veranderde dit naarmate de strijd verdergezet werd. Opgeklopt door patronaat, politiek en media leeft in de chemiesector nogal sterk het idee dat actievoeren voor een CO2-neutrale economie onze jobs op de helling zet. In de context van het kapitalisme is dit zelfs een waarschijnlijk scenario, aangezien de patroons er niet voor zullen terugdeinzen om de gevolgen op de werknemers af te wentelen als hun lucratieve business onder druk komt te staan.

    Het moet ook gezegd dat bij een deel van de klimaatbeweging het inzicht ontbreekt dat de werkende klasse de historische kracht is in de samenleving die, vanuit haar economische positie, het kapitalisme kan omverwerpen. En met het kapitalisme haar tendens om mens en milieu te vernietigen doorheen de inherente drang naar winstmaximalisatie. Een democratisch socialistische samenleving waar mens en milieu op de eerste plaats komen, wordt dan mogelijk. Dat dit inzicht ontbreekt valt op in acties van groepen als “Extinction Rebellion”, die er vaak niet op gericht zijn om bredere lagen van jongeren en werkenden aan te spreken en te betrekken.

    “Die gasten strijden tegen het kapitalisme, en wij, wij doen dat in feite ook”, stelde een delegee aan het piket. Gesprekken tussen stakers en klimaatactivisten gingen bijvoorbeeld over welke technologieën – weliswaar vaak nog op papier of in pilootfase – er vandaag reeds voorhanden zijn om tot een chemische nijverheid te komen die geen gebruik meer maakt van fossiele brandstoffen en bovendien CO2-neutraal is. Ook de arrogante houding van het bedrijf INEOS, dat onrespectvol omgaat met haar werknemers en ieder debat met de klimaatbeweging weigert, kwam vaak aan bod. “INEOS management + sustainable growth = bad chemistry” stond op een spandoek van de klimaatactivisten die aan de poort werd opgehangen.

    In de media liet de secretaris van ACLVB, Eric Horemans, optekenen dat hij niet zo opgezet was met de aanwezigheid van de klimaatjongeren. Daarmee trapt hij in de val die Essenscia met haar eerder aangehaald persbericht had uitgezet. De delegees en stakers lieten het tot nu toe niet aan hun hart komen en organiseerden bijvoorbeeld op woensdag 5 februari een gezamenlijk moment met “Youth for Climate” aan het piket. Bekend gezicht Anuna De Wever was aanwezig en o.a. de Gazet van Antwerpen berichtte erover. Dergelijke ontmoetingen van de klimaatbeweging met werknemers in strijd zijn belangrijk om tot een wederzijds begrip te komen en samenwerking in de toekomst mogelijk te maken.

    Staking zal tot andere verhoudingen leiden in de fabriek

    Wat de uitkomst van de staking zal zijn, valt moeilijk te voorspellen. Een duidelijke overwinning voor de stakers zal moeilijk worden gezien de radicale houding van de directie, de diepe zakken van Ratcliffe en co en het feit dat de strijd beperkt blijft tot de fenolfabriek. Maar zoals ABVV-secretarissen Levi Sollie en Patrick Lodewijckx in Gazet van Antwerpen lieten optekenen, zal de directie er niet aan voorbij kunnen dat een dergelijke lange staking de verhoudingen in de fabriek wijzigt. In 2014 werd er 7 weken gestaakt bij LANXESS Rubber (nu ARLANXEO) en in 2016 staakten werknemers van de ExxonMobil Antwerp Polymers Plant gedurende 2 weken (allebei fabrieken gelegen in de Waaslandhaven). De ABVV-secretarissen merken op dat de directies van beide bedrijven zich nadien anders opstelden en meer bereidheid tot overleg toonden. Bij LANXESS Rubber verlieten de directeur en de personeelsdirecteur kort nadien het bedrijf. Er zijn sinds de staking bij INEOS Phenol ook opvallend veel kandidaten onder de procesoperators voor de aankomende sociale verkiezingen. Dit biedt hen voldoende bescherming om de komende jaren de directie tegenwind te geven waar nodig.

    Het belang van de staking strekt zich bovendien uit tot voorbij de grenzen van de fenolfabriek. Allereerst voor de werknemers van de andere INEOS-vestigingen in Antwerpen. Ook daar zal de uitkomst van de staking nazinderen doorheen het sociaal overleg. Zowel patronaat als vakbonden in de gehele Antwerpse chemiesector zullen lessen trekken uit een conflict waarvan de agressieve INEOS-stijl aan de oorzaak ligt. En tot slot is elk ontslag van een vakbondsafgevaardigde een slag in het gezicht van de vakbeweging. Het is in het belang van de gehele arbeidersbeweging dat er gestreden wordt voor re-integratie en – indien dit onmogelijk blijkt – in tweede instantie voor het opdrijven van de “prijs”. Krachtdadige, strijdbare en gedragen personeelsvertegenwoordigers zijn cruciaal om de belangen van de werkenden en hun gezinnen te verdedigen in een samenleving en een economie waar het grootkapitaal regeert.

     

     

    [box] Fenol is een organische verbinding die geproduceerd wordt op basis van benzeen en propyleen.  Deze laatste 2 stoffen worden via een kraakproces gewonnen uit nafta (aardoliederivaat).  Propyleen kan ook door middel van kraken, of via dehydrogenatie, uit propaan gewonnen worden. Fenol heeft veel toepassingen en is een grondstof voor heel wat kunststoffen (nylon, bakeliet), smeeroliën en geneesmiddelen zoals aspirine.[/box]

     

  • Geen elite-onderwijs, maar degelijk onderwijs voor iedereen

    De regering-Jambon kondigde bij haar aantreden grote plannen aan voor het onderwijs: het lerarentekort wegwerken, nieuwe scholen bouwen en het basisonderwijs extra financieren. Dit zijn maatregelen die zeker nodig zijn, maar de manier waarop ze dit willen doen is dubieuzer. Jarenlang werd bespaard op het onderwijs, deze regering gaat daar mee door. Enkel het basisonderwijs krijgt netto meer geld, maar daarmee moet heel wat gebeuren en de structurele problemen worden niet opgelost.

    door Thomas (Gent)

    De leerkrachten weten heel goed wat nodig is voor het onderwijs. Op 20 maart vorig jaar was er een geslaagde stakingsdag onder de slogan: “Waarom? Daarom!! Zelfs een kind weet wat onderwijs nodig heeft.” De staking was een succes met leerkrachten die spontaan acties organiseerden naar het voorbeeld van wat hun leerlingen rond de klimaatcrisis deden.

    Uit de Vlaamse werkbaarheidsbarometer van 2019 bleek nogmaals dat onderwijs zeer slecht scoort. Voor 46,3% van de respondenten stelt er zich een probleem inzake psychische vermoeidheid, voor 19% is dit zelfs acuut. Hiermee is onderwijs de slechtst scorende sector. Het evenwicht tussen werk en privé is voor 23,7% problematisch, waarvan 7,2% stelt dat het acuut is. Ook hier haalt onderwijs de slechtste score. Leraren werken gemiddeld 41 uur per week. Dat is op een volledig jaar, dus met vakanties inbegrepen. Het vaak terugkerende argument dat leraren veel vakantie hebben, zegt dus helemaal niets over de werkdruk. Tijdens een lesweek loopt de gemiddelde werktijd op tot maar liefst 49 uur! Dit zijn maar enkele van de redenen waarom velen de droom om leerkracht te worden laten vallen, of al snel opgeven. Eén op de vijf beginnende leerkrachten houdt er binnen de eerste vijf jaar mee op.

    Niet enkel de leerkrachten lijden onder de jarenlange besparingen op onderwijs, ook de leerlingen en hun ouders voelen de gevolgen. In de PISA-testen zakt ons land steeds verder weg. Elke studie wijst erop dat het onderwijs in ons land meer dan elders sociale ongelijkheid bevestigt en versterkt. Ouders krijgen steeds vaker de factuur gepresenteerd: er was al de boterhamtaks voor het gebruik van de refter. Nu kwam daar nog een voorbeeld van een ‘dutjestaks’ bij: in Aalter vraagt een kleuterschool 1 euro per dag per kleuter in de ‘slaapklasjes’.

    Om het tekort aan leerkrachten te compenseren, worden vrijwilligers ingezet. Scholen moeten extra spaghettifestijnen en feesten organiseren om geld in het laatje te krijgen. Van de leerkrachten wordt daarbij uiteraard geheel vrijwillig extra inzet verwacht. Sommige leerkrachten steken in de grote vakantie zelf de handen uit de mouwen om klassen op te frissen of andere klusjes uit te voeren. Dat getuigt van een enorme inzet en betrokkenheid, maar het is vooral het resultaat van een gebrek aan middelen. Bovendien zorgt dit alles voor meer ongelijkheid: scholen met ouders die meer middelen hebben, kunnen meer investeren in de school of in bijscholing.

    Er zijn meer publieke middelen voor onderwijs nodig. Het moet minstens terug naar 7% van het BBP, zoals dit begin jaren 1980 het geval was. Dit is nodig zodat er meer lesuren beschikbaar zijn en scholen kunnen investeren in ondersteunende functies zoals voltijdse leerlingenbegeleiders, psychologen, maatschappelijke experten, sociale begeleiders, … Dan kunnen leraren zich op hun kerntaak concentreren: dynamische lessen geven die jongeren inspireren en laten groeien in hun mogelijkheden.

    Deze en vorige regeringen waren niet bereid om dit te doen. We zullen ze onder druk moeten zetten voor degelijk onderwijs. De staking van 20 maart 2019 maakte duidelijk dat veel leraren bereid zijn dit te doen. We zullen echter de vakbonden op vele scholen opnieuw moeten opbouwen. Dit zullen we niet doen door de besparingen gecontroleerd mee door te voeren, maar door een alternatief plan op te stellen voor wat het onderwijs werkelijk nodig heeft en hierover op iedere school info- en discussiemomenten organiseren om het verzet te organiseren tegen de besparingen en voor degelijk onderwijs voor iedereen.

  • Clabecq. “Ofwel betalen ze ons uit, ofwel zullen we strijden zoals in 1997”

    Aan de megafoon: Silvio Marra. Naast hem: Roberto D’Orazio

    De waarschuwing is duidelijk. Vandaag bracht Silvio Marra, voormalig delegee van Forges de Clabecq, voor een honderdtal mensen in Tubeke de boodschap dat de vroegere arbeiders van Clabecq niet met hun voeten laten spelen. De actie had als doel om de mobilisatie op gang te brengen om de uitbetaling van achterstallige lonen aan de arbeiders van Forges de Clabecq te eisen.

    Toen Forges de Clabecq in december 1996 failliet ging, werd slechts een deel van het aan de ontslagen arbeiders verschuldigde loon uitbetaald. 23 jaar later konden de curatoren bijna 18 miljoen euro bijeenbrengen door de verkoop van activa. Genoeg om de voormalige arbeiders te betalen wat hen nog verschuldigd is (enkele duizenden euro’s per persoon). Maar de Belgische staat luistert niet en wil dit bedrag zelf in handen krijgen!

    Er loopt een rechtszaak tussen de curatoren en de Belgische Staat. Het vonnis zal op vrijdag 20 maart worden uitgesproken voor de Rechtbank van Brussel.

    De arbeiders zijn van plan om druk te blijven uitoefenen om hun rechten te doen gelden. De actie van vandaag was een uitstekende eerste stap. Onder de betogers bevond zich een groep militanten van ACOD-LRB in Brussel die daarna met Silvio discussieerden. Silvio benadrukte: “Een vakbondsactivist moet een politieke visie hebben, dat wil zeggen een manier om een rechtvaardige samenleving te bereiken. Wat fundamenteel is, is de maatschappij die we willen en hoe we dat willen bereiken.”

    Volgende afspraak:

    • Vrijdag 20 maart, 9 uur, Justitiepaleis van Brussel (Poelaertplein)
    • Zaterdag 18 april, van 10.00 tot 12.30 uur, in de Taverne de la gare (voor het station van Tubize), Informatievergadering over de opvolging van de zaak (uitkomst van het proces, details van de vorderingen van elke partij, etc.).

  • GSK: nationaliseren om jobs te redden

    Op 5 februari raakte het bekend: farmabedrijf GSK start een ‘transformatieplan’. Deze herstructurering zal gevolgen hebben voor bijna 1000 personeelsleden: 595 kaders, 125 vaste personeelsleden en 215 werkenden met een contract van bepaalde duur (arbeiders en bedienden).

    Reactie door een arbeider van GSK

    Het management van GSK stuurt het debat in de richting van de goede gezondheid van de sector en de belofte van GSK om 500 miljoen euro te besteden aan haar infrastructuur in België. Maar door deze investeringen te richten op robotisering, automatisering en apparatuur voor eenmalig gebruik, zullen nieuwe jobs in de toekomst snel verouderd raken, vooral in de productie. Op bedrijfsniveau vormt 500 miljoen over 3 jaar minder dan 1% van de activa en dit is geenszins een belofte voor het behoud van de werkgelegenheid.

    De site van Wavre is de grootste vaccinproductielocatie ter wereld. Twee miljoen doses verlaten de site elke dag.

    LSP roept op tot nationalisatie van GSK onder democratische controle en beheer door de gemeenschap, zonder compensatie, tenzij op basis van bewezen behoeften door kleinere investeerders. Nationalisatie om jobs te redden. Nationaliseren om de productie te sturen naar behoefte: geen tekort aan medicijnen en vaccins! Nationaliseren om de investeringen te sturen naar behoefte: om de broodnodige gezondheidszorg te financieren.

    Enkele dagen geleden hoorden we van het tekort aan het vaccin tegen het papillomavirus (HPV), MSD’s Gardasil9. De site in Wavre produceert een vaccin tegen HPV: Cervarix. Nationalisatie zou het mogelijk maken om op een zodanige manier te produceren dat tekorten worden voorkomen, maar ook om te exporteren naar landen waar de infectie dodelijk is door een gebrek aan infrastructuur om de zieken te verzorgen, zeker in veel Afrikaanse landen.

  • Asociale Beke richt sociaal kerkhof aan

    De vele kleine diensten in het Vlaamse welzijnswerk evolueerden de laatste decennia naar grotere, gecentraliseerde organisaties. Door extra opdrachten en minder sociaal werkers nam de werkdruk enorm toe. Tot voor enkele jaren kon er wel nog een heel beperkte toename aan middelen af om het leed bij de steeds sneller stijgende sociale noden toch een beetje te verzachten. De tekorten groeiden, maar er was nog groei in de totale hoeveelheid sociaal werk. Het tij is nu definitief gekeerd: na de subtiele besparingsmethoden van de vorige regering (bijvoorbeeld de portefeuille niet aanpassen aan de groeiende anciënniteit), is Wouter Beke met de hakbijl door het sociaal werk aan het gaan.

    Artikel door een sociaal werker, gepubliceerd in maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Kleine besparingen op diensten die gevoelig liggen bij de publieke opinie, zoals de Zelfmoordlijn en de Vertrouwenscentra Kindermishandeling, worden gecombineerd met grote besparingen op hulp voor mensen die reeds verstoten zijn uit de samenleving, zoals de thuislozenzorg van de CAW’s (Centra voor Algemeen Welzijn) en hun Steunpunt Mens & Samenleving (SAM vzw). De CAW’s waren reeds aan een reorganisatie toe omwille van voorgaande besparingen, waardoor bijvoorbeeld in Oost-Vlaanderen drie opvangcentra en één inloopcentrum sluiten. Eind januari wordt bekend gemaakt welke opdrachten van de CAW’s over heel Vlaanderen zullen sneuvelen. Er zullen honderden mensen letterlijk in de kou staan, voor sommige problemen zal er geen gepaste hulp meer bestaan en alleen al bij de CAW’s verliezen de komende weken 75 mensen hun job.

    Deze Vlaamse regering twijfelde echter niet om miljoenen subsidies te geven aan multinationals met massale winsten zoals Ineos om zogezegd ecologisch te produceren terwijl het bedrijf eerst een bos zou kappen om vervolgens plasticdeeltjes te produceren op basis van energie uit Amerikaans schaliegas …  Het systeem is zo rot, dat zelfs zoiets wordt bekostigd door de samenleving, met ons belastinggeld. Aandeelhouders kunnen zich verrijken, terwijl mensen in problemen zonder hulp vallen. Deze besparingen zijn in die zin een aanval op al wie afhankelijk is van een job om een leven uit te bouwen. Daarenboven is de besparing op welzijn er ook één om meer controle te verwerven op welzijnsorganisaties en om hulp repressiever in te zetten: ‘Het moet gedaan zijn met mensen betuttelen’ en ‘enkel wie het verdient (bv. wie autochtoon en/of werkende is) krijgt toegang tot hulp’.

    In december was er sterk verzet tegen deze besparingen en de aanvallen op het sociaal werk. Op 3 december protesteerden enkele duizenden in Brussel, alle CAW’s sloten de deuren en zelfs de val van de regering werd geëist! De solidariteit groeide ook tussen de verschillende sectoren. Toch is er geen drijvende kracht in deze beweging die een opbouwend actieplan breed kon laten dragen. Zowel de vakbonden als het Sociaal Werk ActieNetwerk (SWAN) namen die rol niet op. Ook Vuurwerk heeft haar sterkste pijlen verschoten. Veel sociaal werkers kwamen voor de eerste keer in actie en willen verder gaan. Het is nu tijd om ons als sociaal werkers te organiseren in verbinding met de werkenden van andere sectoren om de strijd te voeren en resultaten te behalen!

     

    Update: Sinds het schrijven van dit artikel is er een actie aangekondigd op 5 maart (zie: Facebook evenement). Deze actie van Witte Woede komt er onder de slogan: “Geen Beke, maar veel meer middelen voor Zorg en Welzijn!” Laten we van die actie een succes maken om een krachtsverhouding op te bouwen!

     

    [box type=”shadow”]550.000 voor kookapp met gezonde gerechten…

    Minister Beke kondigde aan dat de Vlaamse overheid een app lanceert vol met gezonde recepten. Het initiatief kostte ongeveer 550.000 euro. Een sociaal werker reageerde op sociale media: “Dat is ongeveer hetzelfde bedrag dat CAW Antwerpen dit jaar van minister Beke moet besparen. Het betekent de afbouw van psychologische- en schuldhulpverlening voor mensen in armoede. Gelukkig zullen de vele mensen die hun hulpverlener verliezen en nergens anders terecht kunnen gezonde recepten kunnen opzoeken. Merci overheid!”[/box]

  • Sociale zekerheid onder vuur – strijd organiseren

    Foto van de betoging afgelopen dinsdag. Die betoging is een goed vertrekpunt om de strijd voor onze sociale zekerheid te organiseren!

    De sociale zekerheid ligt onder vuur. De afgelopen jaren hebben de bazen een deel van de bijdragen aan de sociale zekerheid cadeau gekregen in de vorm van zogenaamde lastenverlagingen. Een deel van ons indirect loon – dat via sociale zekerheid doorstroomt naar collega’s die steun nodig hebben (ziekte, pensioenen, werkloosheid) – is afgeschaft. Omdat het een operatie achter de schermen is die we niet direct in onze portemonnee voelen, passeerde dit zonder veel protest. Het opgestapelde tekort in de sociale zekerheid wordt echter groter. Vanaf 2021 dreigt een deel financiering door de overheid weg te vallen, waardoor zwaardere aanvallen onvermijdelijk zijn. Hoog tijd om het verzet te organiseren om onze sociale bescherming te verdedigen en uit te breiden!

    Dossier door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

     

    Wat is sociale zekerheid?

    Sociale zekerheid omvat de bescherming die werkenden afgedwongen hebben voor ogenblikken waarop ze niet kunnen werken.

    Het is ontstaan vanuit arbeiders die het slachtoffer werden van al dan niet tijdelijke werkloosheid of die eisten dat ze vanaf een bepaalde leeftijd een pensioen zouden krijgen. Er kwam bescherming voor ziekte en invaliditeit. Daarnaast werd ook onder meer kinderbijslag afgedwongen om de kost die kinderen met zich meebrengen collectiever te dragen.

    Alle werkenden dragen bij tot de sociale zekerheid: een belangrijk deel van ons loon wordt hiervoor gebruikt. Tegelijk genieten we langs de andere kant uiteraard ook voordelen uit de sociale zekerheid. Zonder deze bescherming zou armoede veel algemener verspreid zijn.

     

    Hoe is de sociale zekerheid ontstaan? 

    Eind december waren er herdenkingen voor 75 jaar sociale zekerheid. In december 1944 werd de aanzet voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) gegeven. Zeker in sociaaldemocratische kringen wordt het ontwikkelen van de sociale zekerheid graag toegeschreven aan Achiel Van Acker (BSP). Dat is echter slechts een deel van het verhaal: elke stap vooruit in onze sociale bescherming was het resultaat van strijdbewegingen waarmee de arbeidersbeweging het kapitalisme bedreigde.

    Het moderne stelsel van sociale zekerheid werd door de arbeiders afgedwongen na meer dan honderd jaar stakingen en gevechten tegen het kapitaal en het staatsapparaat. Het is door stakingen als die van 1886 of die vlak na de Eerste Wereldoorlog dat het recht voor de werkenden om zich te organiseren werd afgedwongen, naast algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen en de eerste elementen van sociale bescherming. Aanvankelijk organiseerden de werkenden zelf hun steunkassen en onderlinge solidariteit. Strijd dwong de bazen om verplichte bijdragen te betalen voor de pensioenen van arbeiders (1924) en bedienden (1925), voor beroepsziekten en kinderbijslag (1927) en voor jaarlijkse vakantie (1936). De algemene staking van 1936, die spontaan en van onderuit ontwikkelde, dwong het betaald verlof af.

    Na de Tweede Wereldoorlog was de burgerij ongerust over de sociale situatie. Er was een brede steun voor het gewapend verzet met daarin een prominente rol van syndicalisten en communisten. De werkenden die een rol speelden in de oorlog tegen het nazisme wilden nadien niet terugkeren naar ellende, maar eisten respect. Sociale bescherming was daar één onderdeel van. Uit angst voor bewegingen – een terechte angst als we kijken naar de strijd rond de Koningskwestie in 1950 of nog de revolutionaire algemene staking van de winter van 1960-61 – werden toegevingen gedaan. Niet de strijdbaarheid van Achiel Van Acker deed de burgerij toegeven, maar veeleer de schrik voor revolutie. Dat de sociale zekerheid in een wet gegoten werd, betekende niettemin een enorme stap vooruit voor de arbeiders en hun gezinnen.

    De arbeidersbeweging heeft afgedwongen dat sociale risico’s (ouderdom, ziekte, werkloosheid, …) niet moeten gedragen worden door het gezin en niet afhankelijk zijn van liefdadigheid, maar als maatschappelijke kwesties ook collectief gedragen worden. Elke afbraak van de sociale zekerheid betekent een stap terug in de richting van individualisering van sociale risico’s. Dit zien we nu al: de zorgcrisis maakt dat een deel van de zorg voor ouderen bijvoorbeeld bij familie, in het bijzonder vrouwen, terecht komt.

     

    Jaren van besparingen op sociale zekerheid

    De belangrijkste uitgavenposten in de sociale zekerheid zijn de pensioenen, gezondheidszorg en werkloosheidsuitkeringen (inclusief brugpensioen). Vorig jaar was er een tekort van 3,1 miljard en tegen 2024 zou dit bij ongewijzigd beleid oplopen tot 6,4 miljard euro. Volgens de bazen komt dit door stijgende uitgaven. Nochtans is er daar de afgelopen jaren fors op bespaard: zowel pensioenen, de zorgsector, langdurig zieken, bruggepensioneerden als werklozen lagen onder vuur.

    Onder de regering-Michel werd de pensioenleeftijd opgetrokken tot 67 jaar met als gevolg dat werkenden twee jaar minder recht hebben op een pensioen. Bovendien zijn de loopbaanvoorwaarden de afgelopen jaren verstrengd waardoor het moeilijker wordt om recht te hebben op een volledig pensioen. Daarnaast wordt brugpensioen zo goed als onmogelijk. Technisch wordt brugpensioen gezien als een werkloosheidsuitkering, maar het doel van alle aanvallen op het brugpensioen (zowel onder de regering-Di Rupo als die van Michel) is om ons langer te laten werken.

    In de gezondheidszorg is een ‘groeinorm’ opgelegd: de uitgaven mogen met slechts 1,5% per jaar stijgen, onder de regering-Di Rupo was er een verlaging van deze norm van 4,5% naar 3% en onder de regering-Michel volgde een verdere halvering. Terwijl de bevolking gemiddeld ouder wordt en onder meer de toenemende werkdruk leidt tot meer gezondheidsproblemen, wordt de zorg op een dieet gezet met miljarden minder uitgaven. De gevolgen laten zich uiteraard voelen: er is een algemene zorgcrisis. Toegang tot zorg wordt minder evident: volgens de gezondheidsenquête stelt 14% zorg uit omwille van financiële redenen, onder de 25% armste gezinnen loopt dit op tot 27%.

    Onder de regering-Michel was er een sterke stijging van het aantal langdurig zieken: in 2018 waren er 415.000 of 71.000 meer dan in 2014. Als het probleem van onhoudbare werkdruk en psychische belasting niet wordt aangepakt, bestaat het enige antwoord van de regering eruit om langdurig zieken uit het systeem te duwen. Voor minister De Block moeten zieken sneller aan het werk met sancties voor wie geen reïntegratieproject volgt. De vakbonden berekenden dat in 2018 maar liefst 68% van de langdurig zieken die in een re-integratieproject stapten uiteindelijk werden afgedankt. “Het is een ontslagmachine,” werd vastgesteld.

    Dat brengt ons bij de werkloosheidsuitkeringen. Naast de afbouw van het brugpensioen, het Stelsel van Werkloosheid met bedrijfsToeslag (SWT), is de controle op werklozen opgevoerd en stijgt het aantal sancties. Het leidt onder meer tot een explosie van het aantal mensen afhankelijk van een leefloon: in 2018 waren er 143.866 mensen afhankelijk van een leefloon, tegenover net geen 100.000 in 2014. Het aantal ‘verplicht ingeschreven werklozen zonder recht op een werkloosheidsuitkering’ (zoals mensen met een leefloon) nam in 2019 toe met 17,5% tegenover 2018. In plaats van sociale bescherming te genieten met een werkloosheidsuitkering wordt een groeiende laag afhankelijk van sociale bijstand.

    We zien dat er op alle centrale onderdelen van de sociale zekerheid is bespaard en geknipt in onze rechten en bescherming. Het versterkt het gevoel onder werkenden dat ze minder waar voor hun geld krijgen. We moeten echter antwoorden op de pogingen van de rechterzijde die daarop  inspeelt om verdeeldheid te zaaien. Onze sociale zekerheid wordt niet ondermijnd omdat asielzoekers of werklozen ‘profiteren’, maar omdat een deel van de financiering cadeau gedaan wordt aan de bazen! De sociale zekerheid is niet onbetaalbaar, maar als de inkomsten afgebouwd worden, stelt er zich uiteraard een probleem.

     

    Het grote probleem: de financiering

    Op de uitgaven voor de sociale zekerheid werd bespaard of minstens geknipt in de nodige groei. Dit was volgens de regering noodzakelijk om het tekort onder controle te houden. Dat tekort is het resultaat van cadeaus aan de werkgevers. Terwijl werklozen aan een strikte controle worden onderworpen, geldt dit niet voor de bedrijven die miljarden cadeau kregen.

    Een maatregel die bijzonder veel kostte, was de vermindering van de zogenaamde ‘patronale sociale bijdragen’ van 32,4 naar 25%. We schrijven ‘zogenaamd’ omdat het eigenlijk om indirect loon gaat. Wij krijgen dat niet in handen. Het wordt rechtstreeks door de bazen doorgestort naar de sociale zekerheid. Op ons indirect loon is er dus fors bespaard met de taxshift. Het ging volgens het Planbureau om 5,8 miljard euro!

    Maatregelen zoals de taxshift of de indexsprong werden voorgesteld als noodzakelijk om de concurrentiepositie van de bedrijven te versterken. Ondertussen zijn economen het erover eens dat de ‘loonkostenhandicap’ in vergelijking met de buurlanden is weggewerkt. Toch leiden maatregelen als een taxshift niet tot investeringen in nieuwe productie. Het cadeau werd gebruikt om de winstmarges op te krikken, zo stelde de Nationale Bank in december vast. Sinds 2016, het ogenblik dat de patronale sociale bijdragen daalden tot 25%, liggen de winstmarges in ons land beduidend hoger dan het gemiddelde voor de eurozone.

    Daarnaast zijn er voor bazen steeds meer mogelijkheden om sociale bijdragen te ontlopen. Denk maar aan de flexi-jobs: ondertussen goed voor ongeveer 55.000 jobs. Dat stelsel werd ingevoerd om zwartwerk te bestrijden, maar het wordt vooral gebruikt om bestaande jobs om te zetten in goedkopere versies. Zelfs het Rekenhof moest toegeven dat 35% van de flexi-jobs geen nieuwe jobs zijn. De regering-Michel wilde de maatregel van flexi-jobs uitbreiden naar andere sectoren dan de horeca.

    Verder is er een grote toename van extralegale voordelen: van bedrijfswagens over maaltijdcheques tot de in opgang zijnde cafetariaplannen waarbij een deel van het loon in de vorm van voordelen in natura wordt betaald zonder sociale bijdragen. Voor werkenden met een hoger loon lijkt dat interessant: boven een plafond van 57.602,62 euro bruto per jaar (een nettoloon van rond de 2.500 euro per maand) nemen de pensioenrechten immers niet toe. Dan lijkt het interessanter om eerder voor extra voordelen in natura te gaan. De enige manier om hierop te antwoorden is door een substantiële verhoging van het plafond te eisen.

    Op vraag van de vakbonden liet de regering de effecten van 11 extralegale voordelen onderzoeken: er bleek 6,8 miljard euro loonmassa op deze wijze uitbetaald te worden. De sociale zekerheid loopt hierdoor 2,6 miljard euro mis. Enkele vaak voorkomende voordelen (zoals hospitalisatieverzekering en pensioenfondsen) werden niet in de studie opgenomen, waardoor het totale bedrag dat de sociale zekerheid misloopt ongetwijfeld boven de 4 miljard euro uitkomt.

    Sociale bijdragen zijn goed voor 72,9% van de inkomsten van de sociale zekerheid. Als er miljarden uit verdwijnen, heeft dat uiteraard gevolgen. De inkomsten uit sociale bijdragen lopen achter op de stijging van de loonmassa. Als het bedrag van alle uitbetaalde lonen stijgt, zouden de inkomsten voor de sociale zekerheid een gelijk groeipad moeten kennen. Maar dit is dus niet het geval. Volgens de vooruitzichten voor 2020 zou het verschil tegenover 2015 oplopen: de loonmassa zou stijgen met 17%, de sociale bijdragen met 9,5%.

    Het ABVV berekende dat de netto-dividenden tussen 1996 en 2016 met 11,14 miljard euro stegen, terwijl de bijdrageverminderingen en loonsubsidies in dezelfde periode met 11,96 miljard zijn toegenomen.

    De cadeaus aan de bazen maken dat de gemeenschap, wij dus, een groter deel bijdraagt om het gat te vullen. Een deel daarvan komt van ‘alternatieve financiering’ met een stuk van de inkomsten uit BTW en roerende voorheffing. Een ander deel wordt rechtstreeks uit de staatskas betaald. Daaronder de ‘evenwichtsdotatie’, goed voor 3% van de financiering van de sociale zekerheid. Deze dotatie die de uitgaven en inkomsten van de sociale zekerheid in evenwicht moet houden, loopt echter af in 2020. Dat is het gevolg van een beslissing van de regering-Michel in 2017. Als de evenwichtsdotatie niet verlengd wordt, zullen er nogmaals enkele miljarden besparingen gezocht worden in de sociale zekerheid. Dit terwijl de sociale bescherming al fors is afgebouwd.

     

    Hoog tijd voor verzet

    Als de arbeidersbeweging niet reageert, dreigt de verdere afbraak van de sociale zekerheid de komende jaren in een stroomversnelling te komen. Verzet is nodig!

    Veel werkenden hebben het gevoel dat ze minder terugkrijgen voor wat ze betalen, terwijl toch een aanzienlijk deel van ons inkomen naar bescherming tegen sociale risico’s gaat. De aanvallen op onder meer de eindeloopbaanregelingen spelen daarbij onder meer een rol. De afname van sociale bescherming en het feit dat het aandeel van gewone werkenden in de totale belastingbijdragen toeneemt, maken het vandaag soms moeilijk om collega’s te overtuigen van strijd voor de sociale zekerheid.

    Dat kunnen we enkel beantwoorden met offensieve eisen: meer sociale bescherming en het geld voor zowel sociale zekerheid als voor de noden van de gemeenschap in het algemeen zoeken waar het zit: bij de bazen en de superrijken.

    De sociale zekerheid versterken kan op verschillende manieren: door hogere lonen voor werkenden waaronder een minimumloon van 14 euro per uur en waarbij alle voordelen effectief als loon worden gezien (wat leidt tot meer inkomsten voor de sociale zekerheid en tot meer bescherming), door het werk werkbaar te maken (onder meer met een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen), door de bescherming uit te breiden in plaats van in te perken (bescherming op basis van de behoeften: uitkeringen boven de armoedegrens, meer middelen voor zorg, leefbaar pensioen, bescherming als individueel recht zodat niemand afhankelijk is van een partner, …) en door de middelen voor dit alles te zoeken waar ze zitten, door de cadeaus aan de bazen terug te trekken en de superrijken te laten bijdragen aan de gemeenschap.

    Een vermogensbelasting op de superrijken is een belangrijk onderdeel van een progressief belastingstelsel. Dat breekt met het beleid van de afgelopen jaren dat de rijksten steeds minder liet betalen. Zelfs de nieuwe IMF-topvrouw Kristalina Georgieva merkte op: “Aan de bovenkant van de inkomensverdeling kunnen belastingen omhoog zonder dat dit de economische groei aantast.” Een rijkentaks is niet gericht op werkenden die een normaal loon hebben, maar op het handjevol superrijken. Zo zijn er in ons land ondertussen 29 miljardairs. Wereldwijd zagen de 500 rijksten vorig jaar hun vermogen met 1,2 biljoen dollar stijgen, een toename met 25% op een jaar tijd! Als onze sociale bescherming op een crashdieet gezet wordt, weten we meteen waarom: er is een gigantische transfer van middelen naar de superrijken. Dat leidt niet tot productieve investeringen maar tot recorddividenden en een casinokapitalisme.

    De concentratie van rijkdom bij een kleine toplaag is geen uitwas van het systeem, het zit in het DNA van het kapitalisme. Om onze volstrekt logische en eenvoudige eisen te realiseren en iedereen een degelijk leven te bieden, moeten we bijgevolg de strijd tegen het kapitalisme aangaan. De bazen zullen geen toegevingen doen op basis van goede argumenten. Er is een krachtsverhouding nodig. Dat is hoe de sociale zekerheid is afgedwongen: de angst voor revolutie door de arbeidersbeweging deed de burgerij toegeven. De verdediging en uitbreiding van de sociale zekerheid zal niet anders gebeuren. Elke verworvenheid onder het kapitalisme is slechts tijdelijk: de bazen grijpen elke kans aan om verworvenheden terug te dringen. Uiteindelijk is er dan ook een ander systeem nodig: een socialistische samenleving waarin de werkenden en hun gezinnen samen op democratische wijze beslissen over hoe de beschikbare middelen worden ingezet in het belang van de gemeenschap.

     


    Neen aan de privatisering van de sociale zekerheid

    De afbraak van de sociale bescherming is voor de bazen niet alleen interessant omdat ze zelf minder moeten bijdragen. Het biedt tegelijk ook investeringsmogelijkheden. Er is de afgelopen jaren een wildgroei geweest inzake hospitalisatieverzekeringen, aanvullende pensioenfondsen, ambulante verzekeringen, … zowel op bedrijfsniveau georganiseerd als op louter individuele basis. Zo wordt een deel van de sociale zekerheid doorgeschoven naar private verzekeraars. Deze sluipende privatisering stoppen, kan het best door de effectieve bescherming door de sociale zekerheid te versterken.


    Met kinderbijslag kan je geen huis kopen…

    De kinderbijslag is het eerste onderdeel van de sociale zekerheid dat in 2014 overgedragen is aan de gemeenschappen. Deze regionalisering werd in Vlaanderen meteen aangegrepen om in 2017 de kinderbijslag niet te indexeren. Er kwam bovendien een nieuw stelsel dat minder gunstig is voor grotere gezinnen. Begin januari lag minister-president Jambon onder vuur omdat hij beweerde dat nieuwkomers met achterstallig kindergeld een huis konden kopen.

    Het achterliggende idee was dat er misbruik was, in het bijzonder door asielzoekers. Dit gaf aan hoe wereldvreemd de traditionele politici zijn: een kinderbijslag van 163 euro per maand per kind ligt onder de reële uitgaven die een gezin maakt voor een kind. De Gezinsbond berekende dat er maximaal, in een bijzonder extreem geval, tot 80.000 euro aan achterstallige kinderbijslag kan betaald worden, wat uiteraard een pak lager is dan de kostprijs van een huis.

    De uitval van Jambon was erop gericht om het recht op achterstallige kinderbijslag in de tijd te beperken tot één jaar in plaats van vijf jaar. De ‘opbrengst’ van deze aanval zal niet dienen om de bescherming van het ‘eigen volk’ te versterken. Dat zagen we eerder met de niet-indexering van de kinderbijslag. Het gaat om besparingsoperaties. De regionalisering van de kinderbijslag leidt tot een afname van de sociale bescherming.

  • Interview met Silvio Marra. Arbeiders Forges de Clabecq eisen betaling van achterstallige lonen

    Silvio Marra

    Onlangs berichtten de media over een rechtszaak rond vorderingen van nog steeds verschuldigde bedragen aan de voormalige arbeiders van Forges de Clabecq. Wat is er aan de hand? We vroegen dit aan Silvio Marra, destijds ABVV-afgevaardigde bij Forges de Clabecq.

    Interview door Guy Van Sinoy

    Silvio Marra: “Bij de term ‘schadeclaim’ wordt vaak aan leveranciers gedacht die goederen leverden en wachten op betaling. Voor de voormalige arbeiders van Clabecq is het nauwkeuriger om te spreken over achterstallige lonen die nog moeten betaald worden.”

    Om welk loon gaat het?

    “Toen het bedrijf eind 1996 failliet ging, werden er curatoren aangesteld om het faillissement te beheren en betaalde het Sluitingsfonds een vergoeding aan het afgedankte personeel. Maar niet alles werd uitbetaald.

    “In 1992 had de toenmalige baas, Dessy, onder het voorwendsel dat hij het bedrijf zou ‘redden’, de lonen willekeurig met 10% verlaagd en de eindejaarspremie afgeschaft. Na enkele weken van hevige strijd eindigde het conflict met de afspraak dat deze looninhoudingen een ‘lening’ zouden vormen die op termijn moest worden terugbetaald. Deze looninhoudingen hebben vijf jaar geduurd, tot aan het faillissement. Dit deel van het loon dat van ons werd gestolen, werd niet volledig terugbetaald door het Sluitingsfonds. Bovendien zijn er voor sommige arbeiders nog te recupereren verlofdagen, betaald verlof voor arbeiders en kaders, enz. die nog niet vergoed zijn. Dit alles maakt deel uit van de schulden die de curatoren nog moeten betalen aan de voormalige arbeiders.”

    Wat is de status van de betaling?

    “De curatoren hebben genoeg geld teruggekregen: 18 miljoen euro. Maar de Belgische staat wil het geld in handen krijgen onder het voorwendsel dat de Europese Commissie de betaling door het Waalse Gewest van anderhalf miljard Belgische frank om het bedrijf te redden in de jaren negentig onwettig heeft verklaard. Er loopt een rechtszaak tussen de curatoren en de Belgische Staat. Het arrest in hoger beroep wordt op vrijdag 20 maart 2020 uitgesproken.”

    Is er een mobilisatie voor deze rechtszaak aan de gang?

    “De eerste groep die reageerde was GR6, een groep voormalige managers en bedienden van de Forges. Zij waarschuwden de pers en riepen voormalige arbeiders op om de zittingen bij te wonen. De voormalige vakbondskern van het ABVV, de drijvende kracht achter de strijd gedurende vele jaren, werd door het faillissement uiteengedreven en was ook uitgeput door een mobilisatie van enkele jaren voor de vrijspraak van 13 werknemers van Clabecq die voor de strafrechtbank bedreigd werden met zeer zware straffen.”

    Wat kan er tussen nu en 20 maart verwacht worden?

    “Elke donderdagochtend trekken we met een kleine groep kameraden naar de markt in Tubeke. We informeren er de voormalige arbeiders over de situatie. We roepen op tot mobilisatie en vragen hen om naar de curator te schrijven om exacte individuele rekeningen op te vragen. Dit is niet gemakkelijk: veel voormalige arbeiders zijn verdwenen: sommige zijn verhuisd, anderen gestorven (onder meer aan kanker door de blootstelling aan asbest in de fabrieken van Forges de Clabecq). Er komt een eerste bijeenkomst op donderdag 13 februari om 10 uur voor het gemeentehuis van Tubeke. Dat is slechts een eerste stap. Zonder mobilisatie kunnen we immers niet winnen.”

     

    Nieuw boek over de strijd bij Clabecq

    Het zojuist verschenen boek “Moi, Silvio de Clabecq, militant-ouvrier”, biedt een overzicht van tientallen jaren strijd in de Forges de Clabecq: de strijd tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegen verdeeldheid zaaiend racisme, tegen het verlies van jobs. In de loop van het boek zien we het ontstaan van een strijdbare vakbondskern, die botst met het management, maar ook met conservatieve elementen in de vakbondsleiding.

    “Dit boekje, dat een levendig verband brengt tussen de meest precieze en veeleisende arbeidersactie en de grote geschiedenis van onderdrukking en emancipatie, een verband dat uiteindelijk de ware subjectiviteit van de communistische militant vormt, verdient het absoluut om gelezen, bestudeerd en verspreid te worden, zeker in het verwarde en sceptische moment waarin we sinds de contrarevolutie van de jaren negentig van de vorige eeuw leven.” (Alain Badiou, filosoof en professor emeritus aan de École Normale Supérieure in Parijs).

    12 euro + 3 euro verzendingskosten te betalen op rekening BE36 3771 1712 2281 van Silvio Marra (0475 84 89 17). Boekvoorstelling in Brussel: woensdag 5 februari om 19u30 in de Pïanofabriek (Fortstraat Sint Gillis)

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop