Category: Op de werkvloer

  • Automobiel "verankeren"? Of verkankeren?

    Het is vreemd om deze week, in een weekblad van een socialistische vakbond, te moeten lezen dat één van de topmannen van deze organisatie dit medium gebruikt om een aantal van de belangrijkste verworvenheden van de Belgische arbeidersklasse te begraven. Dit alles in naam van de concurrentiepositie van het Belgische patronaat.

    Door Karel Mortier, op links-socialisme.blogspot.com

    De socialistische, maar ook christelijke, metaalvakbonden pleiten voor een verhoging van de termijn van 1 jaar voor de spreiding van de arbeidsduur tot maximum 6 jaar (dit zou betekenen dat arbeiders de eerste 3 jaar bijvoorbeeld 48 uur kunnen werken en de laatste 3 jaar 24 uur – gemiddeld 35 uur), verhoging van de arbeidsduur met maximum 8 uur in plaats van 5 uur tot maximum 48 uur in plaats van 45 uur, het verhogen van de daggrens tot 10 uur in plaats van 9 en de mogelijkheid om via collectieve arbeidsovereenkomst de aankondigingstermijn van 7 dagen te verminderen tot minimum 3 dagen.

    Mocht je niet beter weten, dan had je kunnen denken dat Agoria – de federatie van metaalpatroons – advertentieruimte had gekocht in het weekblad van de vakbond, dat dit per abuis werd geplaatst, waarna de eindredacteur van het blad met pek en veren op straat werd gezet.

    Dit blijkt echter helemaal niet het geval te zijn. Een en ander maakt deel uit van een protocolakkoord tussen de vakbonden en de automobielbonzen. Blijkbaar zijn de loonlastenverlagingen, notionele intrestaftrekken, coördinatiecentra, “expansiesteun”, opleidingssteun, etc. niet voldoende om de winsthonger van de automobielbonzen te stillen en moeten de arbeiders er ook opnieuw aan geloven.

    Artikel 20 van de arbeidswet stelt dat arbeiders maximaal 9 uur per dag mogen werken en 45 uur per week. Ze mogen maximaal 130 overuren per jaar kloppen. Dit protocol tussen vakbonden en patroons gaat uiteraard in tegen de huidige arbeidswet, die dit soort akkoorden verbiedt. De metaalvakbonden van het ABVV en het ACV vragen de overheid echter om de arbeidswet aan te passen, om dit in de toekomst wel mogelijk te maken.

    België scoort qua temporele flexibiliteit, onder meer door het uniek systeem van tijdelijke werkloosheid, internationaal zeer hoog in patronale kringen. Het nadeel was dat de patroons moesten betalen voor deze flexibiliteit. Er moeten premies worden betaald, en het systeem van tijdelijke werkloosheid wordt deels gefinancierd door de patroon. Die premies vormen voor veel arbeiders een niet onaanzienlijk deel van hun inkomen, ten koste van hun gezondheid en hun gezin, en dat geld zien de patroons uiteraard liever verdwijnen in hun eigen zakken.

    Nadat vakbondsmilitanten generaties geleden hun bloed hebben vergoten om de 8-urendag mogelijk te maken, vragen de vakbondsleiders van vandaag doodleuk om de wet aan te passen, zodat het mogelijk wordt om 10 uur per dag te werken. En dit desnoods jaren aan een stuk!

    De “normale” arbeidsduur in de automobielsector is 35 uur, maar met dit akkoord zou het voor de patroons mogelijk worden om arbeiders desnoods een aantal jaren 48 uur te laten draaien, zonder overuren te moeten betalen. De meer gepresteerde uren zouden immers gerecupereerd worden wanneer er minder werk is.

    Op die manier moeten de patroons geen duurdere overuren meer betalen en kunnen ze de tijdelijke werkloosheid tot een minimum beperken. In de Nieuwe Werker probeert Jorissen van ABBV-Metaal het voor te stellen alsof de arbeiders met dit systeem meer zouden kunnen kiezen wanneer ze werken. Maar aangezien het de patroon is die bepaalt, in “overleg” met de werknemer/vakbonden, wanneer er meer wordt gewerkt en wanneer minder is het duidelijk dat dit niet meer is dan een schaamlapje om het voorstel te verkopen aan de achterban.

    Op een moment dat voor veel mensen de werkdruk en de onzekerheid reeds veel te hoog zijn, doen de metaalvakbonden van het ABVV en ACV er nog een schepje bovenop. Liever dan het gevecht aan te gaan, samen met hun collega’s in het buitenland, verkiezen ze om hun leden mee te laten draaien in deze internationale rattenkoers naar beneden, waar alleen maar de aandeelhouders beter van worden.

    Het argument dat wordt gebruikt is dat Vlaanderen haar concurrentiepositie met de buurlanden, en met name Duitsland, moet behouden. Daarom zou het nodig zijn om in dit land de arbeidsvoorwaarden sneller af te bouwen dan in onze buurlanden. In Duitsland, dat volgens de bonzen concurrentiëler is dan België, is dit een illusie gebleken. In het verleden heeft het ook de sluiting van Renault Vilvoorde of de afdankingen bij Ford Genk niet kunnen voorkomen.

    Het probleem is uiteraard dat de patroons nooit voldoende winst maken en dat de buurlanden wellicht het “voorbeeld” van Vlaanderen zullen volgen, waarna ze volgend jaar aan een volgende besparingsronde kunnen beginnen. Zullen de vakbonden ook een volgende besparingsronde mee doordrukken, en een volgende, en een volgende,…?

    De oplossing bestaat er misschien in om de automobielbonzen van de vakbonden in Europa te laten werken aan dezelfde voorwaarden, en in dezelfde omstandigheden, als hun leden. Dan zal er wellicht snel worden ingezien dat de huidige logica waanzin is en dat men op zoek moet naar een andere strategie om banen te behouden. Zonder arbeiders uit verschillende landen tegen elkaar uit te spelen en met het behoud van de arbeidsvoorwaarden.

    Gelukkig zijn er nog – o ironie – de liberalen van het ACLVB, die niet meestappen in deze strategie. Wellicht zien ze dit als een kans om hun positie tegenover de twee grote vakbonden wat te verstevigen. Nadat de leiding van de Metaalcentrale de splitsing van de centrale op een ondemocratische wijze doordrukte, moet nu blijkbaar ook de arbeidswetgeving eraan geloven.

    Nu wordt wellicht ook duidelijk vanwaar de felheid komt waarmee Jorissen tegen het Generatiepact protesteerde. Hij weet best dat onder dit regime, dat hij mee heeft goedgekeurd, veel mensen nooit hun wettelijke pensioenleeftijd zullen halen…

  • General Motors. Hard besparingsplan voor vestiging in Ellesmere Port

    General Motors kondigde aan dat zwaar zal bespaard worden in de Europese vestigingen. Even werd gevreesd dat de Antwerpse fabriek zou getroffen worden, maar het zal uiteindelijk vooral in het Britse Ellesmere Port zijn dat er klappen vallen. Daar werd deze week al actie gevoerd tegen de herstructureringsplannen. Nadien werd officieel aangekondigd dat er 900 jobs verdwijnen.

    De arbeiders van Vauxhall in Ellesmere Port zullen wellicht getroffen worden door een hard besparingsplan. GM Europa wil 12.000 jobs weg en daarbij zouden er in Ellesmere Port minstens 1.000 verdwijnen.

    De arbeiders gingen spontaan in staking toen ze dat nieuws hoorden, maar de reactie van de vakbondsleiding was allesbehalve vastberaden. De algemeen secretaris van de bond Amicus dreigde niet met een staking of een bedrijfsbezetting. Hij dreigde enkel om het contract tussen Amicus en Vauxhall om met wagens van dat bedrijf te rijden, stop te zetten. De vakbonden leggen nadruk op hun standpunt dat het jobverlies moet gedeeld worden door de vier fabrieken in Europa waar de Astra wordt geproduceerd.

    Derek Simpson zal ook een aantal parlementsleden bezoeken om erover te klagen dat de anti-vakbondswetgeving ertoe leidt dat de Britse auto-industrie sneller wordt afgebouwd. De algemeen secretaris van de TGWU vakbond, Tony Woodley, gaat in een zelfde richting: “Groot-Brittannië is een gemakkelijke prooi in Europa als het gaat over afdankingen… Britse arbeiders uit de autofabrieken behoren bij de besten in Europa, maar ook bij de gemakkelijkste om te ontslaan.”

    Natuurlijk zijn het de patroons die verantwoordelijk zijn voor de meeste anti-vakbondswetgeving. Carl-Peter Forster, verantwoordelijke van GM Europa, heeft publiekelijk zijn lof uitgesproken over de “meer flexibele arbeidsmarkt” in Groot-Brittannië. Als antwoord hierop is een verenigde campagne tegen de sluitingen nodig, waarbij alle vakbonden in de Europese vestigingen worden betrokken.

    Op 18 april kondigde Peugeot aan dat haar vestiging in Ryton, Coventry, dicht gaat. Daarbij gaan 2.300 jobs verloren. De productie wordt overgeplaatst naar een nieuwe fabriek in Slovakije waar de lonen veel lager zijn.

    De reactie van de TGWU werd toen beperkt tot het afkeuren van de anti-vakbondswetgeving en de oproep aan vakbondsleden om Peugeot te boycotten tot er onderhandeld wordt over een “leefbaar alternatief plan”.

    De Franse vakbond CGT stelde dat het bereid was om haar steun aan de Britse vakbonden van Peugeot naar voor te brengen in gezamenlijke acties. Het feit dat er enkele spontane acties waren, geeft aan dat er een actiebereidheid is om de bestaande jobs te verdedigen.

    Deze sluitingen komen bovenop andere massale afdankingen, waaronder de sluiting van Rover nadat het leeggeroofd was door het bedrijf Phoenix. De vakbondsstrategie om het patronaat redelijkheid te vragen, werkt duidelijk niet.

    De Socialist Party in Engeland en Wales heeft steeds gesteld dat het nodig is om te vechten voor iedere job, gekoppeld aan een programma van publiek bezit en democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer. Laat hen de boeken openen zodat we zien waar de winsten naar toe zijn gegaan.

    De duizenden jobs die verdwijnen, kunnen een regio hard treffen. Maar de bazen moeten niet opdraaien voor die problemen. Het zijn de arbeiders die ervoor moeten betalen via hun sociale zekerheid en de overheidsmiddelen!

    Toen Rover sloot, stelde het socialistische gemeenteraadslid Dave Nellist: “Er moeten overheidsmiddelen worden geïnvesteerd om de jobs bij Rover te behouden, maar dan wel op voorwaarden dat Rover terug publiek bezit wordt en er een plan is, opgemaakt in samenwerking met de Rover-arbeiders zelf, om met die middelen onder democratische en publieke controle producten te maken die beter overeenstemmen met de echte transportbehoeften van de samenleving.”

    Op die basis is het mogelijk om de actiebereidheid aan te wenden in een internationale mobilisatie tegen de sociale ramp die wordt gecreëerd door de patronale winsthonger.

    Arbeider over de spontane actie bij Ellesmere Port

    Dave Wevill, een arbeider in Ellesmere Port, legt uit waarom actie werd gevoerd.

    ”Het probleem van GM Europa is de crisis in de auto-industrie. Het bedrijf gebruikt dat om de arbeiders van de verschillende Europese vestigingen tegen elkaar op te zetten om zo de beste loonovereenkomsten te verkrijgen van de arbeiders.

    “Het bedrijf stelde dat er één shift moest verdwijnen in Europa, en er werd gesteld dat dit het gemakkelijkst en het goedkoopst kan in Engeland. Dat leidde tot spontane acties in Ellesmere Port.

    “Het bedrijf had eerder al een eisenpakket voor ons: een terugkeer naar de 40-urenweek, verplicht overwerk aan normale lonen, stopzetting van shiftpremies en bonussen, aftrekken van uren van technische werkloosheid,… Dit zou neerkomen om zo’n 140 pond per week.

    “De arbeiders doen juist shiften en overuren voor het geld. Als het bedrijf geen extra geld hiervoor wil betalen, hebben we geen keuze en moeten we terugvechten.”

  • Algemene Centrale start campagne rond syndicale rechten. Debat over bescherming van delegees

    Op 16 mei vond in Sint-Niklaas een debat plaats over de bescherming van delegees. Het initiatief voor het debat kwam van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland, maar werd overgenomen door drie ABVV-gewesten: Antwerpen, Scheldeland en Zuidoost-Vlaanderen. Op het debat spraken Rudy De Leeuw (federaal secretaris van het ABVV en wellicht binnenkort ABVV-voorzitter), Marc Rigaux (prof arbeidsrecht) en Dirk Vandermaelen (SP.a). Er waren zo’n 200 aanwezigen.

    Geert Cool

    Het debat vormde het begin van een campagne van de Algemene Centrale rond syndicale rechten. Met het oog op het aantrekken van kandidaten voor de sociale verkiezingen van 2008 is het bovendien belangrijk om te weten hoe de bescherming van delegees kan worden versterkt. We zien immers steeds meer voorbeelden van delegees die afgedankt worden of van patronale agressie tegenover stakingen.

    Het was de bedoeling om daarover te discussiëren en er kwamen tal van argumenten naar voor. Wat wel ontbrak was de vaststelling dat de beste bescherming gebaseerd is op solidariteit onder alle werknemers. Dat element kwam niet naar voor, ook niet bij de toekomstige ABVV-voorzitter. Het was enkel in de getuigenis van de ontslagen ACV-delegee Maria Vindevoghel dat gesteld werd dat een sterke syndicale reactie, zowel in de sector als interprofessioneel, de beste methode is om ons te verdedigen. Die opmerking leidde tot applaus in de zaal.

    Op het debat werden drie punten aangesneden: de inmenging van het gerecht in collectieve conflicten, de procedure bij de afdanking van een delegee en de reïntegratieplicht van ten onrechte ontslagen delegees. Elk punt werd kort ingeleid met een getuigenis. Katrien Van Der Helst als vakbondssecretaris die betrokken was bij het conflict bij Stora Enso in Gent, de ontslagen delegee Tony Neyt van Stora Enso en Maria Vindevoghel deden telkens een korte inleiding.

    Stop de inmenging van het gerecht in collectieve conflicten!

    Katrien Van Der Helst gaf een beeld van de acties bij het papierverwerkingsbedrijf Stora Enso in Gent. Daar was er vanaf 28 oktober 2005 een staking die ook verbonden was met bedrijfsthema’s. De directie wou een herstructurering doorvoeren, maar weigerde ieder overleg met de vakbonden. Reeds bij de tweede dag van de staking kwam een deurwaarder kijken en op de vijfde dag van de staking had de deurwaarder al een bevelschrift mee. Een stakingspiket werd verboden en zelfs de tent van de stakers moest verdwijnen binnen de 6 uur, zoniet werd een dwangsom van 1.000 euro per uur opgelegd!

    De rechter stelde dat niet werd ingegaan op het collectief conflict, maar enkel op de verdediging van de vrijheid van nijverheid, de vrijheid van arbeid en de toegang voor leveranciers. Door de inmenging van het gerecht werd de staking echter onmogelijk.

    Rudy De Leeuw (ABVV) gaf hierop een aantal argumenten tegen gerechtelijke inmengingen. Hij stelde terecht dat een stakingspiket gezien wordt als een integraal onderdeel van het stakingsrecht. Bovendien kan het uitoefenen van het recht op vrije meningsuiting of collectieve actie ertoe leiden dat andere rechten beperkt worden.

    Daarbij verwees hij naar een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Daarnaast stelde De Leeuw dat het recht op arbeid in de eerste plaats zou moeten betekenen dat ook de 600.000 werklozen recht hebben op een job. Nu wordt die term gebruikt door het patronaat om stakingsacties te breken met een retoriek die zo uit de 19e eeuw lijkt te komen.

    De Leeuw moest wel vaststellen dat er van het “herenakkoord” tussen vakbonden en patronaat uit 2001 (waarin de werkgevers beloofden om niet naar de rechtbank te stappen bij collectieve conflicten) niet veel overblijft. Het enige probleem met de interventie van De Leeuw was zijn antwoord op die vaststelling. “We moeten het patronaat interpelleren”, stelde hij. Alsof dat zal volstaan… Bij verschillende gevallen van ontslagen delegees de afgelopen jaren werd amper een actieplan opgesteld om de bescherming van die delegee op sectorniveau of interprofessioneel op te nemen. Hoogstens kwam er een betoging, meer als rouwstoet dan als begin van een bredere campagne met inbegrip van sectorale en regionale stakingsacties.

    Voor professor Rigaux van de Antwerpse Universiteit is het arbeidsrecht in België zeer liberaal met een sterke nadruk op de absolute beschikkingsmacht van de patroons. Er zijn juridische argumenten tegen eenzijdige verzoekschriften, tegen dwangsommen tegenover onbekenden, tegen het gebruik van een kortgedingprocedure. Maar volgens professor Rigaux botsen die juridische argumenten telkens op de conservatieve houding van het gerecht en in het bijzonder van het Hof van Cassatie. “Het probleem is niet om gelijk te hebben, wel om gelijk te krijgen”, aldus Rigaux. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld wettelijk te bepalen dat dwangsommen niet kunnen in collectieve conflicten.

    Dirk Vandermaelen had weinig te zeggen over het stakingsrecht. Volgens hem komt dit in eerste instantie aan de sociale partners toe. Hij stelde dat het stakingsrecht voor de SP.a heilig zou zijn en dat het aan vakbonden en patronaat toekomt om er afspraken rond te maken. “Als het ABVV wetgevend werk wil, zullen we daaraan meewerken”, beloofde hij. Maar uiteraard werd ook gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de liberalen in het parlement… Zo probeerde Vandermaelen er gemakkelijk van af te komen.

    Hoe de bescherming van delegees versterken?

    De twee andere discussiepunten op het debat gingen beiden over de bescherming van delegees en het versterken van die bescherming. Tony Neyt, ontslagen delegee van Stora Enso, legde uit hoe de vraag tot reïntegratie na zijn ontslag werd genegeerd. Het bedrijf volgde niet eens een procedure, maar ging over tot de uitbetaling van de delegee.

    Professor Rigaux stelde hierover dat het nuttig zou zijn om de wetgeving te veranderen naar het voorbeeld van Frankrijk en Nederland waar een werkgever eerst toelating moet verkrijgen vooraleer een delegee kan worden afgedankt. Zoniet wordt het ontslag geschorst en blijft de delegee in het bedrijf. Volgens Dirk Vandermaelen is er al een grote bescherming op basis van de wet van 1991, maar het probleem is hoe dit wordt toegepast door de rechtbanken. “Mits andere rechters, zou er al heel wat mogelijk zijn”, aldus Vandermaelen. Rudy De Leeuw was wel voorstander van het voorstel van Rigaux om de bescherming van delegees dwingend te maken op straf van nietigheid van het ontslag.

    Maar dan kwam natuurlijk de “maar”. Als de wetgeving moet worden veranderd, vreest De Leeuw dat er onvoldoende slagkracht is in het parlement en een hervorming zou kunnen leiden tot de afbouw van andere elementen van bescherming van delegees. De reïntegratie van ten onrechte afgedankte delegees kan enkel worden afgedwongen als de wet wordt veranderd, volgens De Leeuw.

    Maria Vindevoghel (ontslagen ACV-delegee bij Flightcare) stelde echter dat de beste methode om ons te verdedigen bestaat uit syndicale actie, zoals in de sector als op interprofessioneel vlak. Daarmee maakte ze een belangrijke opmerking die ontbrak in de retoriek van De Leeuw. Stakingsrecht en de bescherming van delegees is niet enkel een kwestie van regels, procedures en juridisch weerwerk. Een krachtsverhouding in de samenleving is het belangrijkste wapen waarover wij beschikken. Waarom werd dat niet aangehaald vanuit het ABVV?

    In de korte discussie met de zaal na het debat kwam er kritiek op de SP.a. Dat leidde tot applaus. De Leeuw moest bevestigen dat de verhouding tussen vakbond en partij aan een evaluatie toe is, maar meer zei hij daarover niet. Hij beperkte zich tot de resolutie die ook op het congres van het Vlaams ABVV werd gestemd.

    Daarnaast werd vanuit de zaal gesteld dat het ABVV meer een strijdvakbond moet zijn in plaats van een louter dienstverlenende bond. De Leeuw repliceerde daarop dat dit toch al het geval is. Hij stelde dat de acties rond het Generatiepact dit hadden aangetoond. Bovendien gaf hij aan dat de opstelling van het ABVV en de acties het gevolg waren van het gevoel dat heerste onder de ABVV-leden op algemene vergaderingen in september. Het is nuttig dat De Leeuw daarnaar verwees en hopelijk krijgen die vergaderingen een vervolg bij andere discussiepunten. Hopelijk zullen die vergaderingen dan niet enkel gebruikt worden om de sfeer op te meten, maar ook om te stemmen over acties.

    Tenslotte kwam er een opvallende getuigenis in de discussie. Een delegee van de Match in Antwerpen vertelde hoe naar aanleiding van de staking van 7 oktober een strafrechtelijke procedure werd opgestart tegen enkele delegees. Voor 7 oktober was een staking aangekondigd door het ABVV, maar de directie besliste om toch de winkel te openen. Hierop werd de winkel gebarikkadeerd. De directie diende een strafrechtelijke klacht in en de delegees werden in eerste aanleg veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf. Nu gaat de zaak in beroep.

    Rudy De Leeuw stelde dat het voorbeeld van Match in Antwerpen wordt “meegenomen in de evaluatie van het herenakkoord”. Waarom wordt deze zaak niet aangegrepen om een mobilisatie rond op te starten?

    Tegenover de patronale agressie is er nood aan een krachtsverhouding. Die kan ongetwijfeld versterkt worden door juridische argumentaties, maar dat is niet het terrein waarop we de patronale agressie zullen stoppen. Het opstarten van een campagne rond de syndicale bescherming is een nuttige stap. We kijken alvast met hooggespannen verwachtingen uit naar de inhoud en de voorstellen in het kader van deze campagne!

    Lees ook

    > Stop de aanvallen op het stakingsrecht!

  • De Post. Samen in verzet tegen nieuwe ronde besparingen!!

    Met de nieuwe CAO bij De Post staat het personeel heel wat wijzigingen te wachten. Er zijn hervormingen nodig bij De Post, maar dan wel om de werkdruk te verlichten voor het personeel en de dienstverlening uit te breiden. De directie van De Post gaat echter in de andere richting. Met Georoute 2 wordt een nog zwaardere belasting opgelegd aan het personeel. Doel: met minder personeel meer doen. En liefst voor minder loon. De vrijgekomen middelen zullen misschien nodig zijn om het stijgende loon van Postbaas Johnny Thijs te betalen?

    Pamflet ‘Model 9’ dat aan verschillende postkantoren wordt verspreid

    Dag beste postmensen,

    Het is reeds enige tijd geleden sinds de vorige ‘model 9’ is verschenen. Sindsdien is de CAO 2005-06 goedgekeurd, waarbij de vakbonden zeer verdeeld waren. De kleinste, VSOA-SLFP, stemde voor, ACV-Transcom tegen en de grootste vakbond stemde verdeeld: de franstalige CGSP voor en de nederlandstalige ACOD tegen. Hoe kan deze CAO dan goed zijn voor het voltallig postpersoneel? Het managment van de post is hier uitgekomen als de grote overwinnaar. Vakbonden van de post: wees solidair om het belang van de postmensen te verdedigen zoals het moet!

    Welke leuke dingen staan de werknemers van de post te wachten? Georoute 2, collect 3, refocus, functieclassificatie, transport, nieuwe sorteercentra, cleaning, pakjesdienst die zal verhuizen,de rode postbussen die verdwijnen…. teveel om op te noemen. Jullie zullen het wel ondervinden op het terrein. Of beter jullie ondervinden het reeds!

    Waarvoor dienen deze veranderingen? Voor het welzijn van het personeel? Voor een betere dienstverlening aan het clienteel? Zeker en vast niet. Bij zijn aanstelling kreeg J. Thys 750.000€ , nu zou hij reeds 850.000€ opstrijken, hij steekt op 1 jaar meer in zijn zakken dan een gewone postman op zijn 40-jarige loopbaan kan verdienen.

    Wat kregen wij extra? Doosje pralines en een cadeaucheque met nieuwjaar!

    Dan zwijgen we nog over zijn assistenten. Daarvoor dienen de hervormingen: om de managers te betalen en sinds kort de nieuwe privé-partners van de post. Als er kritiek komt op de werking van de post, stuurt J. Thys een brief aan iedereen, in iedere brievenbus in Belgie! Wie betaalt dat? Door wie worden deze brieven besteld? Door J.Thys?

    Zijn hervormingen nodig?

    Ja, om de werkdruk te verminderen en de dienstverlening te verbeteren, maar niet op deze manier. Indien men niet wist wat georoute was bij aanvang, weet men nu wel waarover het gaat.

    Georoute 2 wilt zeggen: het weer aanpassen van de rondes d.w.z. meer bussen, meer gewicht voor de postbode, meer werkdruk, slechtere werkomstandigheden, slechtere dienstverlening voor de klanten, verdere vermindering van het personeel, om de winsten te vergroten. Georoute 2 moet uitgevoerd zijn voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober. Geschikte tijd om de aandacht op onze problemen te vestigen!

    En… georoute 3 komt reeds rond de hoek kijken. De georoute 2 wordt ingevoerd kantoor per kantoor, zo kan er geen ééngemaakt verzet en strijd komen tegen deze maatregelen. Alleen algemene stakingen van al het postpersoneel kunnen deze zaken tegenhouden. Iedere werknemer bij de post is bij deze veranderingen betrokken. Bedienden, postmannen, statutairen, contractuelen, mannen, vrouwen. Daarom moet er een ééngemaakte strijd komen. Binnen de 5 jaar zal de afwezigheid wegens ziekte bij de post ongekende hoogtes kennen wegens de werklast, bij de postbodes, kantoorjongens en stress, werkdruk bij de bedienden. Geloof ons vrij!

    En refocus…

    De bedrijfsleiding doet haar best om de mensen van De Post ervan te overtuigen, dat ‘de nieuwe post’ voor al haar werknemers een oplossing heeft.

    Het Refocus programma zou aan de werknemers de mogelijkheid geven hun positie binnen het bedrijf te verbeteren en voor de contractuelen zou er meer werkzekerheid inzitten.

    Ondertussen werd op 18 december jl. het schriftelijk gedeelte van de Refocus selectieprocedure afgenomen, met o.a. de zogenaamde. psychotechnische proeven waarbij de deelnemers nu 40 (veertig) vragen in …25 (vijfentwintig) minuten op te lossen kregen!

    Deze hoge drempel belooft alvast voor de nog te houden mondelinge proef. Zal het hier ook, zoals de ambtenaren bij dit soort mondelinge ondervragingen gewend zijn, al ‘objectiviteit’ en ‘onpartijdigheid’ troef zijn? Of is de luchtspiegeling van ‘een oplossing voor iedereen’ al verdampt op 18 december?

    Een andere grote verandering is refocus. Met andere woorden: de splitsing mail-retail. We weten dat mail winstgevend en retail verlieslatend is. Wat is de huidige taktiek bij een gedeeltelijke privatisering van de openbare diensten? Zoals U weet worden de verlieslatende delen openbaar gehouden en moeten zeer gestructureerde veranderingen ondergaan, minder personeel en verloning en worden de winstgevende delen geprivatiseerd. Dit is één van de gevaren van refocus, waarbij door de functieclassificatie het statuut van de benoemde postmensen verdwijnt. Door het verdwijnen van het statuut zullen op zekere termijn alleen nog contractuelen aan de post werken . Deze zullen tot hun 65 jaar moeten werken en nooit de verloning krijgen van een statutair agent. Gezien de werkdruk en zwaarte van het beroep zullen deze gemakkelijk vervangen kunnen worden door jongere agenten, weer tegen een lagere verloning.

    Beste postmensen, we mogen ons niet laten verblinden door de cijfers, we zien het genoeg op het terrein. Is het postvolume gedaald? Volgens “De Tijd” van 18/01/06 de laatste 2 jaar niet. Er zijn nog nooit zoveel ZZA bedeeld door de post, om de gewone reden dat de post die bijna gratis verdeelt daar deze opgenomen zijn in de organisatie sinds georoute 1. We hebben loonsverhoging gekregen , maar deze worden meestal door onszelf betaald : vroeger werden we vergoed voor de ZZA. Bij de komende en volgende verkiezingen zullen deze ZZA een zeer grote last zijn.

    Volume gedaald? Moeten er cijfers gegeven worden over de veranderingen van en bij de post ? We kennen er al een paar uit de dagbladen :

    – tegen 2008 minder dan 30.000 personeelsleden

    – 2.500 rode brievenbussen die verdwijnen

    – 589 postkantoren, 1 per gemeente, open gehouden door postpersoneel, de rest zullen postpunten worden (prive)

    – meer flexibiliteit : postkantoren later open op zaterdag. Transport : flexibeler uren…enz.

    – verdwijnen van de pakjes van Brussel naar Zemst

    – verdere automatisering , tegen welke prijs ook, van de briefwisseling, nogmaals verlies van duizenden jobs.

    Waarom laten onze vakbonden ons staken kantoor per kantoor? Alleen door ons allen samen te verzetten tegen deze veranderingen kunnen we resultaat halen en het gevaar teniet doen dat ons allen bedreigd. De vakbonden zijn van ons. Spreek de afgevaardigde aan en ondersteun hem om bijvoorbeeld per regio algemene vergaderingen te eisen zodat een gemeenschappelijke strijdbeweging opgestart kan worden. De postvrouwen en postmannen van de Linkse Socialistische Partij (LSP) willen daar zeker en vast aan meewerken! Neem contact op 02/345 61 81 of LSPMAS_POST@yahoo.com! www.socialisme.be ( => nederlands => syndicaal => De Post)!

  • Loondebat: waarom worden onze lonen niet vergeleken met Amerikaanse managers?

    Vorige week stelde bedrijfsleider Karel Vinck in De Morgen ter verdediging van de hoge lonen van topmanagers: “Een manager in Europa weet wat zijn collega in Amerika verdient en wil daar niet voor onder doen”. Tegelijk wordt voor ons steeds een vergelijking gemaakt met de lonen in Azië of Oost-Europa. Waarom dat onderscheid?

    In de discussies over de lonen wordt telkens met een dubbele standaard gewerkt. Topmanagers verdienen steeds meer en dat wordt goedgepraat door de vergelijking te maken met de lonen van topmanagers in de VS. De lonen van managers in Oost-Europa of Azië kwamen nog nooit ter sprake in deze discussie.

    Bovendien stelt Vinck dat de toplonen verantwoord zijn omdat “de baan van een manager veel moeilijker is geworden.” En: “Logisch dat degenen die zo’n taak op zich nemen meer betaald moeten worden.”

    Die logica wordt nooit gebruikt in het debat over de lonen van gewone arbeiders. Daar geldt telkens dat er een loonhandicap is en dat we worden weggeconcurreerd door lage loonlanden. Bovendien wordt nooit rekening gehouden met de opgedreven productiviteit van de arbeiders, waardoor ieders job moeilijker is geworden. Maar voor gewone arbeiders geldt niet dat het “logisch” is dat ze “meer betaald moeten worden.”

    Integendeel. Zo beklaagt de commentator van de Gazet van Antwerpen zich over het ABVV dat de vakbond vastgeroest is. “Opslag! Meer vakantie! Vroeger met pensioen! Dat is de strategie van ABVV en FGTB”, schreef de krant op 5 mei. Daar werd aan toegevoegd dat het conservatieve ABVV geen rekening wil houden met de lageloonlanden…

    Waarom schrijft de Gazet van Antwerpen niet dat er door de grotere transparantie nu ook geweten is hoeveel arbeiders in andere landen verdienen, inclusief die landen waar de lonen hoger liggen, en bijgevolg “daar niet voor willen onderdoen”?

    Bovendien blijkt dat jobverlies in België niet zozeer komt door de druk van lageloonlanden, maar door investeringen die de productiviteit opdrijven waardoor met minder mensen meer kan worden geproduceerd. Dat dit het werk lastiger maakt en meer druk legt op de arbeiders, wordt niet in rekening gebracht als het op de lonen aankomt.

    Een topmanager van een bedrijf dat op de Bel-20 beurs genoteerd staat krijgt gemiddeld 1,5 miljoen euro per jaar, een gemiddelde werknemer verdient 31.840 euro per jaar. Die tegenstelling is nog aan het toenemen. Er wordt immers met twee maten en gewichten gewerkt. Voor zichzelf kent het patronaat steeds hogere verloningen toe, terwijl de arbeiders het met minder moeten stellen.

  • Oosterlinck, voorzitter van de associatie KULeuven, wil “rationalisatie” van hoger onderwijs

    De voormalige rector van de KUL en huidig voorzitter van de associatie rond de Leuvense universiteit pleit voor een sterke “rationalisatie” van het hoger onderwijs. Hij heeft het daarbij over de “problemen” VUB, Antwerpse universiteit en Limburgse universiteit… Die moeten volgens Oosterlinck op termijn verdwijnen.

    Oosterlinck baseert zich uitdrukkelijk op de plannen van een andere oud-rector, Roger Dillemans. Die stelde eind jaren 1990 dat het nodig was om het onderwijsaanbod te ‘optimaliseren’ en deed zelfs enkele voorstellen om richtingen te schrappen. Ook toen werd gesproken over het “rationaliseren” van het aanbod. Dillemans stelde dat het niet noodzakelijk was om overal bepaalde richtingen aan te bieden, maar dat dit gezien de mobiliteit van studenten en personeel kon beperkt worden tot één of twee universiteiten.

    Dat een dergelijke rationalisatie ertoe leidt dat meer studenten op kot moeten gaan, wat een aanzienlijke extra kost mee brengt, ontging Dillemans uiteraard. De sociale kant van de “rationalisatie” kwam nooit aan bod. Ook nu is dat opnieuw geen element van het discours van Oosterlinck of Luc Van Den Bossche, de voorzitter van de associatie rond de Gentse universiteit.

    Oosterlinck stelt dat een student aan een kleine universiteit tot drie keer meer kost dan aan de Leuvense universiteit. De VUB of de KUB zijn volgens Oosterlinck te duur. “Er is een groep in de Associatie die zich ontfermt over het oplossen van de K.U.Brussel. Trouwens: ik heb begrepen dat Luc Vandenbossche (de voorzitter van de Associatie UGent, red.) bereid is het probleem VUB te helpen oplossen.” Aldus Oosterlinck in het studentenblad Veto.

    Beide voorzitters van de associaties zijn het over heel wat eens. Ze stellen beiden dat er iets moet gedaan worden aan de financiering en ze willen beiden een financieringsplan die het moeilijker maakt voor de kleinere instellingen. Eerder was er een dubbelinterview met Van den Bossche en Oosterlinck in Knack waar beiden eensgezind pleitten voor minder associaties. Vijf universitaire centra is te veel, zo klinkt het. Nu lijkt het er steeds meer op dat gegaan wordt voor twee centra.

    De financieringsvoorstellen van minister Vandenbroucke stellen dat niet uitdrukkelijk tot doel, maar het logische gevolg van de voorstellen is wel dat er uiteindelijk wellicht slechts twee centra kunnen overblijven: Leuven en Gent. Naar de aloude traditie van besparingen in het onderwijs wordt aan de instellingen zelf overgelaten om na te gaan hoe die ‘rationalisatie’ wordt doorgevoerd. Dat gebeurde eerder ook bij de hogescholen die zelf maar moeten zien hoe ze met hun ‘enveloppe’ rondkomen.

    Het is duidelijk dat er wellicht een aantal toegevingen zullen komen op het vlak van input- en outputfinanciering. Dat zal echter niet volstaan om te vermijden dat er in de richting van een sterke ‘rationalisatie’ wordt gegaan.

    Daartegenover stellen wij dat niet de kosten per student centraal moeten staan, maar de mogelijkheid van een degelijke opleiding in de eigen regio. Kleinere groepen zijn niet negatief, maar bieden pedagogisch meer mogelijkheden. De discussie in het hoger onderwijs mag niet gaan over de belangen van verschillende instellingen tegenover elkaar, maar de gezamenlijke belangen voor het aanbieden van kwaliteitsvol onderwijs. Daarom moet geijverd worden voor meer publieke middelen voor onderwijs. 7% van het BRP zou een goede start zijn!

    Daarbij moet uiteraard worden opgemerkt dat een eventuele verschuiving van middelen van het secundair naar het hoger onderwijs, op voorwaarde van een ‘rationalisatie’ in het hoger onderwijs, onaanvaardbaar is. Het opzetten van instellingen tegenover elkaar of van secundair tegen hoger onderwijs, getuigt van een verdeel-en-heerspolitiek die zo eigen is aan de onderwijsminister.

    Eengemaakte strijd is nodig. Het idee om in oktober de succesvolle betogingen tegen de financieringsvoorstellen van Vandenbroucke in het hoger onderwijs verder te zetten met een betoging in Leuven, verdient dan ook alle steun. Indien meer proefballonnetjes worden opgelaten over het verschuiven van middelen uit het secundair naar het hoger onderwijs, moet werk gemaakt worden van een gezamenlijke mobilisatie met het personeel en de jongeren uit het secundair onderwijs.

  • Welk syndicaal alternatief op de neoliberale besparingen?

    5-6 mei. congres Vlaams ABVV

    Op 5 en 6 mei houdt het Vlaams ABVV een congres in Blankenberge. Onder de titel “Weer werk“ gaat de ontwerptekst voor dit congres in op de huidige economische situatie en de arbeidsmarkt. Er wordt voorzichtig geprobeerd om enkele alternatieven naar voor te schuiven. Maar dit blijken steevast uitschuivers te zijn.

    Een ABVV-lid

    De tekst voor het congres vertrekt van de vraag of er morgen nog voldoende werk zal zijn en hoe er moet worden gereageerd op de toenemende concurrentie op wereldvlak. Het Vlaams ABVV spreekt zich daarbij uit tegen de zogenaamde oplossing van loonkostenverlagingen (lees: cadeaus aan het patronaat). Tot zo ver zijn we het eens met de ontwerptekst. Maar dat is slechts de eerste paragraaf van de inleiding…

    Het is goed dat nagedacht wordt over alternatieven en dat is noodzakelijk om een offensief antwoord te kunnen bieden op de aanhoudende neoliberale aanvallen op de arbeids- en loonsomstandigheden. Maar het volstaat niet om dat alternatief te omschrijven als een “slimme economie die investeert in vernieuwing“ en met “gelijke arbeidskansen“.

    Patronale logica biedt geen alternatief

    Het Vlaams ABVV stelt in de ontwerptekst vast dat er vandaag steeds meer concurrentie is. Bedrijven gaan op zoek naar meer marktaandeel, en dat op wereldvlak. Daartoe eist het patronaat een daling van de loonkosten (zowel onze directe als indirecte lonen).

    Als reactie daarop stelt de ontwerptekst: “Concurreren door (ongeremd) inleveren is voor ons geen optie, omdat we niet willen meedoen aan een neerwaartse spiraal. Dat is overigens ook niet realistisch: wij kunnen onmogelijk concurreren door onze lonen x keer omlaag te brengen. Marktaandeel voor een product verwerft men trouwens niet alleen met prijs, maar ook met inhoud. En aantrekkelijkheid van een regio voor investeerders verkrijgt men niet alleen op basis van kosten, maar ook van voorzieningen, creativiteit, kwaliteit en competentie.”

    “Ongeremd” inleveren is dus geen optie? Hoeveel mag ingeleverd worden zonder dat dit ongeremd is? Waarom wordt bij de bespreking van de patronale argumentatie over de concurrentiekracht geen enkele keer verwezen naar de recordwinsten en de lonen van de topmanagers in publieke en private ondernemingen? Het probleem van de ontwerptekst is dat vertrokken wordt van een patronale logica: hoe kunnen de winsten op peil worden gehouden?

    Dat staat mijlenver af van de doelstellingen van het ABVV. Zelfs indien het enkel maar op papier bestaat, is het altijd nuttig om eens te verwijzen naar de beginselverklaring van het ABVV. Daar staat nog steeds in dat het ABVV opkomt voor een “klassenloze maatschappij”, “door een volledige omvorming van de maatschappij”. Daarbij wordt zelfs verwezen naar een systeem van arbeidersdemocratie, waarin de arbeiders beslissen over de economische productie. Vandaag zoekt de ontwerptekst van het Vlaams ABVV naar methoden om de winsten op peil te houden zonder te raken aan de lonen van de werknemers. Bijgevolg komt men tot een vage tekst die handelt over een “gebrek aan investeringen”, de nood aan meer onderzoek en ontwikkeling door bedrijven, de nood aan een meer exportgerichte visie,…

    Werk voor iedereen?

    Het probleem van de werkloosheid is belangrijk. Hoe reageert het Vlaams ABVV daarop? Zal de eis van een 32-urenweek zonder loonsverlies en met bijkomende aanwervingen het voorwerp vormen van een offensieve vakbondscampagne? Als we de ontwerptekst lezen, vrezen we ervoor. Nergens is er sprake van arbeidsduurvermindering. Neen, er zou een “mobilisatie van alle actoren rond werkgelegenheid” nodig zijn. Via “afspraken” moet er op “verschillende niveaus” een “dynamiek” tot stand komen. We lezen in de tekst veel dure stadhuiswoorden uit de Wetstraat, maar geen concrete voorstellen. Steunt het Vlaams ABVV nog steeds de eis van arbeidsduurvermindering? En zoja, waarom wordt daar geen actiepunt van gemaakt?

    Tegen publiek-private samenwerking in de openbare diensten!

    Opvallend feit in de tekst van het Vlaams ABVV is dat er geen standpunt wordt ingenomen tegen Publiek-Private Samenwerkingsprojecten (PPS) in de openbare diensten. Er wordt enkel geëist dat er een “wettelijk kader“ komt waarbinnen dergelijke projecten worden “toegestaan“. Als de tekst zich uitspreekt over liberaliseringen, wordt dit beperkt tot de watersector. Waarom ontbreken andere sectoren?

    Over de begeleiding van werklozen door private bedrijven, stelt de tekst dat het ABVV daar bedenkingen bij heeft. Er wordt voorgesteld om dit experiment te evalueren. “Pas als de evaluatie positief is, kan er sprake zijn van verlenging van dit experiment.“ Opnieuw geen eis die radicaal ingaat tegen deze privatisering langs de achterdeur.

    Dat is immers allemaal ondergeschikt aan het doel van het optrekken van de activiteitsgraad. De tekst stelt onder de tussentitel “standpunt” letterlijk: “Het optrekken van de activiteitsgraad is nodig om ons goedwerkend sociaal zekerheidssysteem betaalbaar, en de pensioenen en andere uitkeringen op peil te houden.” Dat lijkt een exacte kopie van de argumentatie van regering en patronaat voor hun Generatiepact! Wat doet dit vandaag in een ABVV-tekst? Is de argumentatie van de beweging tegen het Generatiepact nu reeds vergeten?

    “Werken aan competenties”

    Onder die titel gaat een deel van de ontwerptekst in op onder meer het onderwijs. Er wordt van uitgegaan dat de concurrentiepositie veilig kan gesteld worden op basis van de competenties van de werknemers. Bijgevolg is het onderwijs belangrijk en zeker de “aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt”.

    Er wordt wel geprobeerd om de Vlaamse ABVV-leden in het onderwijs niet teveel voor de borst te stoten. Zo wordt gesteld dat een “structuurhervorming” nodig is in het onderwijs. Worden meer middelen geëist? En dit op basis van een onderwijsbeweging ondersteund door andere sectoren? Neen, de structuurhervorming beperkt zich tot de melding dat het onderwijs “niet selectief mag zijn, maar alle talenten moet ontwikkelen.” OK, maar hoe gaan we dat afdwingen?

    Weerwerk nodig tegen standpunt ABVV-top

    Tegenover de standpunten van de ABVV-top in de ontwerptekst “Weer Werk“ is effectief weerwerk nodig. We mogen dit niet zomaar laten passeren op een applauscongres.

    Het is nodig dat er werk gemaakt wordt van een alternatief standpunt waarin wordt vertrokken van de belangen van de werknemers en waarin echte oplossingen worden aangereikt: een 32-urenweek zonder loonverlies, geen privatiseringen, meer overheidsmiddelen voor onderwijs,…

    In de strijd rond deze eisen kunnen we de vakbeweging versterken en tegelijk bouwen aan een socialistisch alternatief.

  • Gent. 10.000 tegen het plan Vandenbroucke

    Na Brussel en Antwerpen was Gent aan de beurt in de reeks betogingen tegen de plannen van minister van onderwijs Vandenbroucke. Tienduizend studenten en personeelsleden kwamen op straat om hun ongenoegen te uiten over de financieringsplannen die op tafel liggen. De betoging was niet alleen een betoging tegen het neoliberale financieringsdecreet van de minister. Er werden ook meer middelen geëist voor het onderwijs, dat nu systematisch ondergefinancierd wordt.

    Verslag door Jonas VanVossole en Jeroen van ALS-Gent

    Ook de Actief Linkse Studenten, die samen met het ACOD in Brussel aan de basis van deze beweging stonden, hadden intensief campagne gevoerd om van deze betoging een succes te maken. We waren tevreden dat ook het VVS en enkele vakbondsdelegaties deze keer wel voor een echte mobilisatie gingen. Dat ontbrak wat op de betoging in Antwerpen.

    Strijdbare slogans werden in de ALS-delegatie afgewisseld met een streepje muziek. Vooral de leuze:

    Ooh, Franky is nen blauwe

    een neoliberaal

    Zijn onderwijsbeleid

    Dat is toch asociaal


    werd duidelijk gesmaakt door de studenten. Veel studenten hadden interesse in ons materiaal en wilden meer uitleg over het voorstel Vandenbroucke en ons antwoord daarop. Er werden meer dan 70 speciale ALS brochures over dit onderwerp verkocht.

    Potentieel voor een sterke beweging meer dan ooit bewezen.

    10 000 studenten en personeel op de been brengen, toont dat er een bereidheid is bij studenten om tot actie over te gaan. Dat deze keer veel directies van hoge scholen tot zelfs het rectoraat van de universiteit alles in het werk stelden om de mobilisatie zo goed mogelijk te laten verlopen, was zeker en vast een voordeel. Aan de universiteit werden lessen geschorst en riepen proffen en decanen op om aan de betoging deel te nemen. Tegelijkertijd moest de ALS vaststellen dat er nog veel werk is om de studenten op de hoogte te brengen van de exacte inhoud van het plan Vandenbroucke. Alhoewel een overgrote meerderheid van studenten wel wist dat er een betoging was, waren er maar weinig die exact wisten wat de inhoud van het plan Vandenbroucke is.

    Er zijn helaas ook een aantal valkuilen waar deze beweging zou kunnen over struikelen. Opvallend was de anti-Leuven retoriek van een aantal organisaties en sprekers na de betoging. Hier en daar werd de KUL en haar studenten naar voor geschoven als ‘de vijand’.

    Niet de KUL of de Leuvense studenten zijn echter verantwoordelijk voor dit plan. Helaas slagen noch de vakbonden noch VVS erin om hun Leuvense afdelingen er op te wijzen dat dat zelfs indien de KUL proportioneel meer middelen zal krijgen, dit niet ten goede zal komen van de Leuvense studenten of het onderwijspersoneel. Dat zou het punt moeten zijn dat naar voor wordt gebracht. Door een anti-Leuven houding spelen ze mee in de kaart van Vandenbroucke die niets liever wil dan de beweging te verdelen en zo te heersen. De ALS zal het voortouw nemen om in Leuven een informatiecampagne op te zetten die de Leuvense studenten en personeelsleden correct informeert over de inzet van dit plan.

    Een nationale betoging in Leuven, eind oktober volgend academiejaar zou de ideale gelegenheid zijn om de solidariteit in Leuven op te bouwen.

    Discussie over hoe verder?

    Na de betoging organiseerde ALS een bijeenkomst met zo’n 45 studenten waarbij verder werd ingegaan op de vraag hoe we deze strijd verder kunnen uitbouwen. Want een betoging is geen doel op zich, maar een middel om iets te bereiken, nl. de uitbouw van een beweging die Vandenbroucke en zijn plan kan stoppen. Er waren sprekers van ALS-afdelingen uit alle universiteitssteden die hun solidariteit kwamen uitdrukken. Jo Coulier, hoofddelegee van het ABVV aan de VUB drukte op de noodzaak van eengemaakte strijd tussen studenten en personeel. Jef Sleeckx ging normaal ook aanwezig zijn maar was er door omstandigheden niet. Hij werd vervangen door Bart Vandersteene die kwam uitleggen hoe we moeten werken aan een alternatief op de neoliberale koers van de traditionele partijen, en waarom een linkse oppositie nodig is.

    De vorige rector van de KUL, Oosterlinck, stelde enkele jaren geleden dat hij bereid is 2/3 van de studenten op te geven om het niveau van Harvard en Cambridge te bereiken. Met dit soort uitspraken heeft hij heel erg duidelijk gemaakt wat de inzet is van deze hervorming, nl. de creatie van één elite-universiteit, die de meerderheid van de middelen krijgt en daarnaast vuilbakuniversiteiten en hogescholen voor de massa met een gebrek aan middelen.

    Dit soort onderwijs willen wij niet en willen we ook niet voor de volgende generaties. Wij mogen ons niet laten doen door de verdeel-en-heers tactiek van de regering en de officiële instellingen. Samen staan we sterk en zullen we de strijd voeren. Sluit aan bij ALS!

  • NedCar: akkoord bereikt, maar is werkgelegenheid nu echt veilig gesteld?

    Op dinsdag 25 april is tussen de directie en de vakbonden overeenstemming bereikt: de directie heeft de eisen van de vakbonden geaccepteerd. Vanzelfsprekend hebben de arbeiders van NedCar hiermee een overwinning geboekt: tot 1 april 2007 vinden er in elk geval geen ontslagen plaats zo is afgesproken. Maar wat gebeurt daarna?

    Standpunt van Offensief, onze Nederlandse zusterorganisatie

    Vorige week maandag nog heeft directeur Masuko van Mitsubishi na het gesprek met premier Balkenende en staatssecretaris van Economische Zaken Van Gennip aangegeven dat de geplande reorganisatie, inhoudende 1000 ontslagen en de vermindering van het aantal ploegendiensten van 2 naar 1, noodzakelijk is: “Vanwege de hevige concurrentie in de auto-industrie wereldwijd, moet NedCar kosteneffectiever worden en tonen dat het in Nederland nog steeds mogelijk is om tegen concurrerende prijzen te produceren.”

    De waarschuwing van CDA-gedeputeerde Eurlings op maandag (Gedeputeerde Staten Limburg) dat de reorganisatie waarschijnlijk tot 2000 ontslagen zou leiden, wegens het wegvallen van banen bij toeleveranciers e.d. (“Behalve productiepersoneel kunnen ook kantoorpersoneel en werknemers van toeleveringsbedrijven hun baan kwijtraken”), werd door de onderhandelaar van CNV-bedrijvenbond Arthur Bot nogal lichtzinnig weggewuifd. Hij zei in een krant dat het onbegrijpelijk is ‘dat een gedeputeerde door alle onderhandelingen heen gaat walsen’. Volgens Bot zou Eurlings andere informatie hebben dan de bond. Uit de gesprekken die ik heb gevoerd met arbeiders tijdens de manifestatie op 10 april en de staking op vrijdag 21 april bleek echter dat ook zij ervan overtuigd waren dat er meer dan 1000 ontslagen zouden vallen.

    Weliswaar is er een commissie van ‘wijze’ mannen ingesteld die nu naar nieuwe opdrachten gaat zoeken voor NedCar, maar CDA-gedeputeerde Eurlings zegt hierover het volgende: "Dat een nieuw model auto na 2010 van de band komt rollen in de Limburgse autofabriek is niet waarschijnlijk." Mitsubishi dat vorig jaar nog een omzetstijging behaalde van 23,8% ten opzichte van 2004, blijft bij monde van haar directie beweren al jaren tegenvallende economische resultaten te behalen. Het is duidelijk dat de prioriteit van die directie ligt in het vullen van haar eigen zakken en niet in het behoud van de werkgelegenheid bij NedCar.

    FNV-Bondgenoten bestuurder Van Bokkum toonde zich blijkbaar “tevreden” met het akkoord. Ook bestuurder Bot van CNV- Bedrijvenbond is “blij”, temeer omdat de stakingen nu van de baan zijn. Kennelijk is het deze vakbondsleiders er eerder om te doen geweest zo snel mogelijk de strijd voor het behoud van de werkgelegenheid te breken dan werkelijk voor het behoud van elke baan te vechten. Zoals het er nu uitziet, zullen er na april 2007 nog steeds 1000 (en waarschijnlijk zelfs meer als de toeleveranciers worden meegerekend) ontslagen gaan vallen door de reorganisatie bij NedCar.

    In het akkoord is overigens vastgelegd dat van een tweeploegendienst naar een enkelvoudige dienst zal worden gegaan. Dat betekent dus dat de arbeiders waarschijnlijk meer uren zullen moeten gaan maken, zonder dat er verder afspraken zijn gemaakt over een loonsverhoging als gevolg van langere werkweken. Ook dit is een verdere aantasting van de rechten van de arbeiders bij NedCar.

    Deze aantasting van de rechten van arbeiders past geheel in de logica van het kapitalistische systeem dat winsten voor een rijke minderheid boven werkgelegenheid en de redelijke behoeften van de meerderheid van de bevolking stelt. Ook bij een vestiging van Peugeot in Coventry (Groot-Brittanië) en bij Volkswagen in Vorst (België) dreigen forse reorganisaties en/of bedrijfssluitingen. Hoewel aan de fabriek van Ford in Genk (België) nu staatssteun is toegezegd, is dit slechts gebeurd nadat een forse reorganisatie heeft plaatsgevonden. Dit toont aan dat in het huidige economische systeem de strijd voor behoud van werkgelegenheid een strijd is die de arbeidersklasse niet kan winnen, zonder zich – niet enkel nationaal maar ook internationaal – te verenigen en te vechten voor een wereld waarin de redelijke behoeften van de meerderheid van de bevolking wel centraal staan.

    Hiervoor zijn strijdbare en democratische vakbonden noodzakelijk. Bovendien heeft de arbeidersklasse een partij nodig die het verzet tegen het neoliberalisme bundelt en een instrument is voor het behoud van de rechten van arbeiders, jong en oud, werkend of werkloos. Sluit aan bij het CWI om mee te werken aan de opbouw van een dergelijke partij en de strijd aan te gaan voor een socialistische maatschappij!

  • Stop de vermarkting van het onderwijs. Donderdag: betoging in Gent

    Eind jaren tachtig, begin jaren negentig besloot de Europese Ronde Tafel van Industriëlen (ERT), één van de machtigste lobbygroepen van het Europees grootkapitaal, dat er hervormingen nodig waren in het hoger onderwijs. Het hoger onderwijs was te toegankelijk waardoor er teveel afgestudeerden waren met een diploma hoger onderwijs. Men wou een onderwijs dat meer afgestemd was op de noden van het bedrijfsleven.

    Marijke Decamps

    De Europese overheden balen bij het feit dat er bij de 20 beste universiteiten ter wereld slechts 2 Europese zijn. Ze willen enkele universiteiten met een kwalitatief hoogstaande opleiding, maar zonder er extra overheidsmiddelen voor vrij te maken. Ze willen een Europese onderwijsmarkt waarbinnen universiteiten op internationaal niveau met elkaar kunnen concurreren. Dit zou ervoor zorgen dat een aantal topuniversiteiten ontwikkelen die in staat zijn de concurrentie met de Amerikaanse instellingen aan te gaan.

    Leuven: de toekomstige elite-universiteit van Vlaanderen?

    Tijdens zijn laatste jaren als rector van de KUL greep Oosterlinck elke gelegenheid aan om te pleiten voor één grote elite-universiteit in Vlaanderen. In februari 2004 schreven we in dit blad: “De basis van Oosterlincks visie is dat men de verschillende universiteiten moet laten concurreren, om zo een competitiviteit te krijgen tussen verschillende universiteiten. Dit niveau kan men bepalen aan de hand van de resultaten van het gevoerde onderzoek aan deze universiteiten. Natuurlijk ontstaat er hierdoor ook een concurrentie op het vlak van fondsenwerving, en zullen de universiteiten met het meeste geld het beste onderzoek kunnen voeren en ook het meeste inschrijvingsgeld kunnen vragen. In de toekomst zal je dus moeten betalen als je degelijk hoger onderwijs wil genieten. Anders moet je maar naar een van de tweederangsuniversiteiten gaan.” Dit is exact wat Vandenbroucke vandaag aan het doen is met zijn nieuw financieringsdecreet.

    Sociale rol van onderwijs?

    Hoger onderwijs op vraag van de bedrijven of om talenten te ontwikkelen? Als het van de patroons afhangt, worden gemeenschapsmiddelen ingezet om slechts het aantal hooggeschoolden te leveren waar zij nood aan hebben. Voor ons is hoger onderwijs een instrument om jongeren toe te laten op een vrije manier aan persoonlijkheidsontwikkeling te doen en talenten te ontwikkelen. Een recht dat door vorige generaties werd afgedwongen. Wij komen op voor het behoud van de beperkte democratisering die in het verleden werd bekomen.

    Alle hervormingen van de laaste jaren hebben tot besparingen geleid op personeel en sociale diensten. Dienstverlening zoals studentenkoten, resto’s en ontspanningsfaciliteiten werden afgebouwd of simpelweg gesloten. De kostprijs van hoger onderwijs voor de studenten steeg in de periode ‘86-’96 met 60 à 90%. Het tempo van deze stijging is sindsdien enkel maar toegenomen.

    In Vlaanderen werd de Amerikanisering van het onderwijs in verschillende fasen opgedeeld. Eerst was er de Europese Bolognaverklaring die éénvormigheid creëerde in het hoger onderwijs en o.a zorgde voor het semestersysteem, bachelor-masters-systeem, nieuwe namen voor de opleidingen, flexibiliseringdecreet, aanpassen van het studiepuntensysteem,… Vandaag is het financiële luik aan de orde. Daartoe werd Frank Vandenbroucke aangesteld als minister van werk en onderwijs.

    Aanpassingen aan het plan

    Vandenbroucke beweert niet getrouwd te zijn met zijn plan en is bereid aanpassingen aan te brengen. Wellicht zal hij voor de 1e bachelor de inputfinanciering behouden en de outputfianciering pas vanaf de 2e bachelor invoeren. Dit is een geslepen truuk: eerst een radicaal voorstel doen om dit nadien slechts een beetje af te zwakken. Uiteraard wil Vandenbroucke op die manier de strijd breken.

    Een aantal vertegenwoordigers van studenten en personeel zijn slechts onder druk van de basis tot actie overgegaan. Zij zullen bij beperkte aanpassingen door Vandenbroucke de eersten zijn om te roepen dat de acties succesvol waren aangezien VDB een compromis voorstelt.

    Voor Vandenbroucke is een compromis geen probleem. Hier of daar wat sleutelen aan de criteria vormt geen probleem. Zolang het marktmechanisme maar in gang gezet wordt. Criteria kan men later opnieuw wijzigen.

    Leuvense studenten en personeel hebben ook veel te verliezen

    De Leuvense studentenvertegenwoordigers van LOKO denken dat het financieringsdecreet een goede zaak is. De universiteit van Leuven zal immers heel wat extra middelen krijgen. De studentenvertegenwoordigers vergissen zich. Er wordt niet verder gekeken dan de neus lang is en er wordt gedacht dat de strijd voor extra middelen er één is tussen de universiteiten onderling in plaats van tegen de regering.

    De extra middelen zullen overigens niet ten goede komen aan de studenten. Als de gelegenheid zich voordoet, zal Leuven wellicht als eerste universiteit de inschrijvingsgelden drastisch optrekken.

    De vakbonden en de Vlaamse Vereniging van Studenten die zich correct uitspreken tegen het decreet, mogen deze situatie niet aanvaarden en moeten de discussie aangaan in Leuven.

    Waar staat een beweging als een studentenstad als Leuven niet mee doet? De ALS-afdeling heeft bij de Leuvense studenten alvast een grote luisterbereidheid kunnen vaststellen en zal alles in het werk stellen om de verdeel-en heers spelletjes van Vandenbroucke en LOKO tegen te gaan.

    Ons voorstel is dan ook om eind oktober, volgend academiejaar, een nationale betoging te organiseren in Leuven gericht tegen het financieringsdecreet. Op die manier kunnen we in de zwakke plek van de beweging de studenten overtuigen van de noodzaak om mee te strijden.

    Massale protestbeweging nodig

    Deze hervorming gaat niet enkel de huidige generatie studenten en het personeel aan. Het zal het karakter van het hoger onderwijs bepalen voor alle toekomstige generaties. Een compromis is niet mogelijk. Er moet een maatschappelijke keuze gemaakt worden. Waar gaan de middelen naar toe: worden ze ter beschikking gesteld van de rijken om hun vermogen aan te dikken, of worden ze ter beschikking gesteld van de gemeenschap ten dienste van iedereen.

    Een overwinning voor de beweging tegen het financieringsdecreet kan enkel maar bestaan uit de intrekking ervan. We hebben personeels-en studentenvertegenwoordigers nodig die een beweging kunnen uitbouwen. Een beweging die, zoals in Frankrijk, de regering dwingt om op haar stappen terug te komen. Met de beperkte, maar vastberaden, krachten die LSP en ALS heeft, zullen we ons volop inzetten voor de uitbouw van zo’n tegenbeweging.

    Donderdag 27 april, 11u30 Blandijn. Betoging tegen het financieringsdecreet van Vandenbroucke!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop