Category: Op de werkvloer

  • Koopkrachtcrisis houdt aan… geen zicht op beterschap

    De inflatie bedroeg afgelopen maand 5,8%, het hoogste niveau sinds 1984. Ook de komende maanden wordt een verdere stijging van de prijzen verwacht. Economen stelden dat de inflatie kan dalen als de olieprijzen afnemen, maar vrijdag nog werd een nieuw record gevestigd. De prijsstijgingen hebben intussen concrete gevolgen, van een dalende consumptie tot veranderingen in het reispatroon.

    Economen hopen op een stabilisering van de olieprijs, liefst met een beperkte daling. Met een stabiele olieprijs op het huidig niveau zou de inflatie nog enkele maanden boven de 5% blijven. Dat is een optimistisch scenario, tal van energiespecialisten hebben het over de mogelijkheid van verdere stijgingen van de olieprijs. Vrijdag werd een record gevestigd met 142 dollar voor een vat ruwe olie.

    De gevolgen van de prijsstijgingen worden steeds concreter. Een blik op de actualiteit van de afgelopen week maakt dit duidelijk. Er werd bericht dat steeds meer geneesmiddelen op krediet worden gekocht omdat de patiënten deze niet onmiddellijk kunnen betalen. Er werd geprobeerd om het koopkrachtprobleem te ontkennen met de stelling dat nog nooit zoveel Belgen op reis gingen, maar er moest onmiddellijk aan worden toegevoegd dat steeds meer voor goedkopere bestemmingen wordt gekozen. Er zullen dit jaar meer toeristen naar Oost-Europa trekken in de hoop dat de prijzen daar beter meevallen.

    Voor de gerechtelijke achterstand lijkt de koopkrachtdaling een goede zaak te zijn. Nu de verliezer van een zaak ook moet meebetalen voor de advocaatkosten van de winnaar, is het aantal rechtszaken gedaald met zowat een tiende. Vooral de middeninkomens gaan minder snel naar de rechter, voor de armsten was dit al langer minder evident. Voor gerechtsdeurwaarders daarentegen zijn het betere tijden: het aantal zaken dat bij hen terechtkomt, neemt toe. Steeds meer mensen zijn niet in staat om hun rekeningen te betalen. Zelfs voor de huishuur komt één op de vijf regelmatig in de problemen.

    Voor veel gepensioneerden en uitkeringstrekkers wordt de situatie onleefbaar. Het leefloon zou met zowat een kwart omhoog moeten om aanvaardbaar te worden. Momenteel ligt het alleszins onder de Europese armoedegrens waardoor het geen oplossing vormt om uit armoede te raken. Integendeel, het bevestigt de armen net in hun situatie. De meeste OCMW’s hebben regels voor aanvullende steun voor leefloontrekkers, eind jaren 1980 had maar een derde van de OCMW’s dergelijke regels.

    Ook in de komende maanden is er weinig kans op verandering. Leterme wil een begrotingscontrole opmaken waarin rekening wordt gehouden met de dalende groeiverwachtingen voor de Belgische economie. Vorig jaar was er nog een groei van 2,8%, nu wordt door het Instituut voor de Nationale Rekeningen nog 1,7% verwacht voor dit jaar. Volgens de premier zal worden geprobeerd om maatregelen te nemen zonder te raken aan onze koopkracht. Maar dat betekent dus meteen ook dat er geen middelen zouden zijn om de koopkracht te verbeteren.

    De groeiverwachtingen zijn dan nog positief ingeschat, de fiscale inkomsten liggen lager dan verwacht en de prijzen blijven sterk stijgen. De economische verantwoordelijke van het kabinet-Leterme, Caroline Ven, stelde dat het beleid een keuze zal moeten maken tussen de concurrentiekracht van de bedrijven en de koopkracht van de meerderheid. Als voormalig verantwoordelijke in verschillende patroonsfederaties, is voor Ven de keuze al gemaakt. Leterme faalt niet enkel in het ontknopen van de institutionele knoop die hij zelf mee heeft gecreëerd, ook op het vlak van de koopkracht valt van deze regering niets te verwachten.

  • Bekaert kondigt sluiting vestiging Lanklaar aan – 136 jobs op de tocht

    De timing was goed gekozen en deed wat denken aan de situatie bij Agfa Gevaert in 2006. Toen werd ook daar net voor de zomervakantie een grote herstructurering aangekondigd. Bekaert doet nu hetzelfde. De vestiging in Lanklaar moet dicht (omwille van de Renault-wet wordt gesteld dat er een “intentie” is om het te sluiten) en deze in Waregem wordt geherstructureerd.

    Het bedrijf stelt dat de vestiging in Lanklaar dicht moet omdat de Oosteuropese markt goedkopere staalkoorden die lokaal worden geproduceerd, wil. Ook Bekaert heeft al een vestiging in Slovakije en overweegt ook in China een vestiging uit te bouwen met medewerking van een Chinees bedrijf. Als dat project wordt gerealiseerd, zouden na Lanklaar wel eens nog andere vestigingen kunnen volgen. In deze andere vestigingen is “Wie zal volgen?” dan ook een vaak voorkomende bekommernis.

    In de vestiging in Lanklaar werd al enige tijd aangevoeld dat er iets op stapel stond. De personeelschef werd niet vervangen en ook andere leidinggevenden die vertrokken, werden niet vervangen. Het leek alsof ze het zinkend schip verlieten. Dat wijst erop dat Bekaert al langere tijd van plan was om de vestiging te sluiten, maar enkel heeft gewacht op een goed ogenblik om het aan te kondigen.

    Zo’n goed ogenblik is blijkbaar de week voor het begin van de zomervakantie. Als zowat iedereen vakantieplannen heeft of in een vakantiestemming is, wordt het moeilijker om het verzet tegen de afdankingen te organiseren. Dat is de logica van een agressief patronaat, net zoals we dit twee jaar geleden zagen bij Agfa. Ook toen werden de arbeiders door de directie een “prettige vakantie” gewenst met de aankondiging dat wellicht zou geherstructureerd worden.

    Nu is de situatie veel duidelijker: in Lanklaar moeten 136 jobs weg en de vestiging in Waregem wordt geherstructureerd waarbij het personeel wordt overgeplaatst naar de vestigingen in Aalter en Zwevegem. In 2005 was er al een grote herstructurering waarbij 125 jobs verloren gingen in Lanklaar en nog eens 85 in Hemiksem.

    Maandag is er syndicaal overleg gepland om een antwoord te formuleren. De militanten van andere vestigingen zullen tevens hun solidariteit met de arbeiders van Lanklaar betuigen. Minstens zal worden opgekomen voor een goed sociaal plan. Tegen de achtergrond van een hete herfst inzake de koopkracht, zou het ongenoegen dat nu aanwezig is bij Bekaert wel eens snel kunnen omslaan in actiebereidheid. Daartoe zal het noodzakelijk zijn voor de arbeiders van de verschillende vestigingen om solidair en gezamenlijk de strijd aan te gaan.

  • Nederland: buschauffeurs voeren actie. Loonopslag van 3,5%

    Bij de stakingsacties van de Nederlandse buschauffeurs werd bijzonder repressief gereageerd door de overheden. De chauffeurs begonnen met zachte acties, onder meer betaalstakingen gevolgd door korte werkonderbrekingen. Aangezien er geen schot in de zaak kwam, werd alles plat gelegd. Ondanks de propaganda tegen de staking, werd toch een beperkte verbetering afgedwongen op het vlak van de lonen: 3,5% opslag.

    Verslag door onze Nederlandse correspondenten van Offensief

    Sinds enkele maanden voeren de buschauffeurs in het streekvervoer acties tegen aangekondigde verslechteringen in hun cao-arbeidsvoorwaardenpakket. Allereerst waren er de zogenaamde publieksvriendelijke acties, waarbij gratis werd gereden tijdens de spits. Deze acties werden gevolgd door gedeeltelijke werkonderbrekingen, waarbij enkel gedurende de spits ritten werden verzorgd. Vervolgens werd besloten om het werk gehele dagen neer te leggen, en volgde er een 24-urenstaking, een 48 urenstaking enzovoorts. Nadat een tweede fase van onderhandelingen zonder bevredigend resultaat bleef, werden de acties hervat en werd een staking van onbeperkte duur aangekondigd.

    Deze algemene staking voor het streekvervoer (het laagste percentage deelnemers aan de staking over het hele land genomen, was 95%) heeft uiteindelijk bijna twee weken geduurd. Gedurende die periode werden de buschauffeurs van verschillende kanten de zwarte piet toegespeeld door hen te verwijten dat zij het zijn die de reizigers schade toebrengen, onder andere door interviews met slachtoffers van de busstaking, zoals zieke ouderen die nu voor veel geld met een taxi naar het ziekenhuis of de dokter moesten.

    Ook werd geprobeerd om andere groepen werknemers tegen de buschauffeurs uit te spelen: het moraal van de stakende buschauffeurs moest zo worden aangetast om hen snel weer aan het werk te laten gaan. De woordvoerder van reizigersorganisatie Rover, Spithorst, noemde stakende buschauffeurs zelfs “kleine kinderen” en “schorem”. Vrijwel alle media legden eenzijdig de schuld voor de gevolgen van de staking bij de buschauffeurs; geen enkele krant wees op de rol van de werkgevers in het conflict die de buschauffeurs een enorme verslechtering van hun arbeidsvoorwaarden door de strot wilde duwen. Ondanks al deze negatieve berichtgeving over de stakers bleek uit verschillende enquêtes en ingezonden brieven in kranten dat de steun onder de bevolking voor de staking groot was.

    Ondanks alle negatieve berichtgeving in de media hebben de stakende chauffeurs volgehouden tot een overwinning was behaald. Er komt een loonsverhoging van 3,5% en het verplicht inleveren van ADV-dagen is van de baan. Bovendien heeft de regering, in de persoon van staatssecretaris Huizinga, 16 miljoen euro moeten toezeggen, terwijl zij zich vanaf het begin op het standpunt had gesteld dat dit een conflict was waarmee de regering zich niet moest en zou gaan bemoeien.

    Hoewel dit alles op zichzelf winst is, kan men ook wel kanttekeningen plaatsen bij dit akkoord. In plaats van het verplicht inleveren van ADV-dagen is er nu de mogelijkheid om deze vrijwillig te ‘verkopen’ en de versoepeling in arbeidstijden die oorspronkelijk door de werkgevers werd geëist, is ook niet van tafel. Volgens die versoepeling in arbeidstijden zouden de zgn. gebroken diensten (dat wil zeggen dienstperioden van 12 uur waarin 8 uur wordt gewerkt met dus rustperioden) kunnen worden verlengd naar 13 uur en langer. Dit soort gebroken diensten zijn een regelrechte aanval op het sociale leven van buschauffeurs die ’s ochtends al erg vroeg van huis vertrekken pas ’s avonds erg laat thuis zijn. Er zijn weliswaar afspraken gemaakt over het aantrekken van nieuw personeel en het verminderen van de werkdruk, maar deze zijn erg vaag en vrijblijvend geformuleerd. Tot slot is de loonsverhoging van 3,5% over 1 jaar gelet op de verwachte kostenstijgingen, waaronder voor voedsel en transport, erg mager: het is nog maar afwachten of dit uiteindelijk niet tot verder verlies van koopkracht zal leiden na een aantal jaren van per saldo 0% loonstijging.

    Met de toekenning van 16 miljoen euro vanuit de regering en het afsluiten van dit akkoord zijn de problemen in het streekvervoer niet ineens opgelost. De werkgevers hebben zoveel mogelijk voorwaarden in de kantlijn opgenomen weten te krijgen die het voor hen toch mogelijk maken om nog verder op kosten te besparen: zij dragen bovendien maar 5 miljoen euro aan de 21 miljoen euro die nodig was voor dit akkoord. Die 16 miljoen euro komt via belastingafdrachten gewoon weer uit de portemonnee van alle werkende mensen samen, waaronder dus ook de buschauffeurs. De grootverdieners in deze maatschappij, zoals de werkgevers in het streekvervoer, zien hun inkomens en hun winstuitkeringen elk jaar weer verder stijgen. Marktwerking en concurrentie in het openbaar vervoer zijn er zogenaamd op gericht om de kosten van het openbaar vervoer voor de reizigers zo laag mogelijk te houden. Waarom zien we dan toch elk jaar weer een stijging in de prijzen voor strippenkaarten en treinkaartjes, terwijl er niet tot nauwelijks wordt geïnvesteerd in de kwaliteit en uitbreiding van het openbaar vervoer? In feite loopt de kwaliteit en beschikbaarheid van het openbaar vervoer geleidelijk aan steeds verder terug door een gebrek aan investeringen.

    Hoewel de buschauffeurs van het streekvervoer een felicitatie verdienen voor het feit dat ze door hun vastberadenheid een akkoord hebben afgedwongen dat in elk geval de aanval van de werkgevers op hun arbeidsvoorwaarden heeft afgeslagen, is er meer nodig om een beter en meer toegankelijk openbaar vervoer te realiseren voor de toekomst. Dit geldt voor het streekvervoer, maar ook voor het stadsvervoer en ook zeker voor het vervoer per trein. Ons voorstel is om met arbeiders binnen de verschillende sectoren van het openbaar vervoer gezamenlijk een campagne te starten voor een programma van massale investeringen in het openbaar vervoer, zodat de kwaliteit en toegankelijkheid van het openbaar vervoer wordt verbeterd.

    Zo’n campagne zou ook de krachten bundelen om samen te vechten tegen verdere verslechteringen die de werkgevers in welke sector van het openbaar vervoer dan ook zouden willen doorvoeren. Deze campagne zou wat ons betreft het beste gekoppeld worden aan het streven om het openbaar vervoer als publieke dienst weer (volledig) terug in handen van de gemeenschap te brengen en het openbaar vervoer daarmee te bevrijden uit de klauwen van enkel in winst geïnteresseerde commerciële bedrijven. Het renationaliseren van het openbaar vervoer zou ook moeten plaatsvinden in combinatie met het organiseren van democratische controle en zeggenschap over het openbaar vervoer door arbeiders en gebruikers om ervoor te zorgen dat het openbaar vervoer in de toekomst niet weer aan de markt wordt overgelaten.

  • NMBS. Sociaal akkoord en beperking stakingsrecht

    Op dinsdag 10 juni hebben de instanties van ACOD-spoor en ACV-transcom, na raadpleging van hun basis, samen met de vertegenwoordigers van de directie van de NMBS-groep de nieuwe CAO (protocol van sociaal akkoord) goedgekeurd. De CAO loopt van 2008 tot en met 2010.

    Artikel door een correspondent van libreparcours.blogspot.com

    Dit akkoord werd slechts door een nipte meerderheid van de basis, 52% van ACOD en 54% van ACV, aanvaard. De onafhankelijke bond OVS heeft het akkoord verworpen en kondigde sindsdien acties aan, waaronder de stiptheidsactie van 16 juni. Het is duidelijk dat dergelijke uitslag geen garantie biedt voor stabiliteit de komende periode en dat de minste afwijking voor sociale conflicten kan zorgen.

    De belangrijkste elementen in de nieuwe CAO zijn:

    • een algemene baremaverhoging van 1000 euro bruto gespreid over 3 jaar, bestaande uit een eerste schijf van 350 euro in 2008 gevolgd door 325 euro in 2009 en nog eens 325 euro in 2010. Gerekend op 1685 werkuren per jaar, komt deze 1000 euro dus neer op 0,59 euro bruto per uur meer.
    • het schrappen van de voorstellen over arbeidsduurregeling en het opnemen van recup-dagen. Niettemin zullen de nieuw aangeworven universitairen geen recht meer hebben op deze recup-dagen en is hiermee een begin gemaakt van een mogelijk uitdoofscenario.
    • De grondige herziening van de selectie- en bevorderingsproeven blijft behouden. Het invoeren van functieclassificatie en competentiemanagement is een feit.
    • Het uitbreiden van collectief verlof ten koste van vrij te kiezen verlofdagen blijft van toepassing in de werkplaatsen
    • De shiften van de machinisten in het goederenvervoer kunnen onder welbepaalde voorwaarden “uitzonderlijk” verlengd worden tot maximum 11 uur mits een bezoldigde pauze van maximum 2 uur en een “aangepaste” vergoeding
    • “Om weerstand te kunnen bieden aan de concurrentie” kunnen de werkzaamheden van de machinisten uitgebreid worden met bijvoorbeeld het koppelen en ontkoppelen van hun tractievoertuig, mits een “adequate opleiding” en een “specifiek billijk geldelijk voordeel”.
    • Eindeloopbaan-maatregelen voor alle personeel van de rangen 9, 8 en 7 en van de rangen 6, 5 en lagere rang 4 die in opeenvolgende ploegen werken, bestaande uit het recht op een 4/5 werkweek vanaf 55 jaar.
    • Een verhoging van de premies voor nachtarbeid met 5% en voor zaterdagwerk met 10%
    • Een verhoging van de maaltijdcheques met 0,70 euro tot 5,50 euro

    De directie schat de financiële impact van de CAO op 1% loonkostverhoging per jaar. In 2007 bedroeg de totale personeelskost ca. 1900 miljoen euro. Aan het einde van de CAO komen we aldus aan een jaarlijkse kost van ca. 57 miljoen euro. In de vorige versie van het akkoord was deze nog begroot op iets meer dan 40 miljoen euro. Het gemak waarmee de directie met extra middelen over de brug komt na één dag staken, toont dat er wel degelijk voldoende middelen in huis zijn.

    Wat opvalt, is dat de algemene teneur van de tekst negatief is geformuleerd ten aanzien van de door het personeel geleverde inspanningen en de bestaande personeelsreglementering binnen de NMBS-groep: “overdreven gebonden aan formele procedures” die “als een handicap worden ervaren”, “een grotere verantwoordelijkheid inzake tijdsgebruik en een betere overeenstemming van de doelstellingen van het kader met die van de onderneming”, “het zoeken naar een grotere beschikbaarheid”, “de noodzaak aan verdere sanering van de NMBS-groep”. De nadruk ligt op een verdere productiviteitsverhoging de komende jaren. Het beheersakkoord met de regering voorziet een verdere productiviteitsstijging met 25% tegen 2012, terwijl het personeelsbestand slechts zal aangevuld worden met 1.800 aanwervingen per jaar, waarschijnlijk enkel voldoende om het totaal op 380.00 effectieven te behouden.

    Wat nog meer opvalt, is de zwakke basis waarop dit akkoord steunt en de geringe opkomst voor de stemmingen. Dit toont de verwarring aan die over de CAO bestaat, waar er voor iedereen wel iets inzit maar die au fond weinig verschilt van de vorige versie die de aanleiding vormde voor een quasi unaniem gesteunde 24-urenstaking. Het is jaren geleden dat een spoorstaking zo succesvol is geweest. De verwachtingen over de impact op de CAO waren dan ook hoog en de gelatenheid waarmee het resultaat werd ontvangen was navenant. De essentie is dat de productiviteit verder omhoog moet en dat er nieuwe koers nodig is. Vele punten zijn vaag omschreven en moeten verder uitgewerkt worden in de paritaire commissie (ondernemingsraad). Het is dan ook begrijpelijk dat de cheminots vandaag pakken wat er in zit maar zich tegelijk strijdbaar blijven opstellen.

    Dat die vage omschrijvingen snel concreet kunnen worden en tegen het personeel gekeerd kunnen worden, is in dezelfde week nog gebleken. De inkt van de handtekeningen onder de CAO was nog niet droog of de onderhandelaars hadden hun pen al gezet onder een nieuw akkoord, deze keer zonder de achterban te raadplegen. Deze tweede overeenkomst moet stakingen zoveel mogelijk vermijden en is de concrete uitwerking van de laatste paragrafen van de CAO. In feite bestaat dergelijke overeenkomst al jaren, een stakingsaanzegging moet immers altijd 10 dagen op voorhand ingediend worden. Vandaag echter wordt daar in een 4 bladzijden tellend document een onwaarschijnlijk drukkingsmiddel aan toegevoegd: “elke werkonderbreking die niet aan de voorwaarden van aanzegging en overleg voldoet, zal beschouwd worden als een onregelmatige afwezigheid.” Er zijn hierop natuurlijk uitzonderingen voorzien maar het is en blijft een zware stok achter de deur bij toekomstige sociale conflicten. En die zullen er zeker komen in deze periode van toenemende inflatie en koopkrachtverlies en met zo een krappe meerderheid voor de CAO.

  • ”7% opslag voor de top? Geen probleem… maar wij willen dat ook!” Een verslag vanuit de onderbuik van de betoging

    Op de Antwerpse betoging van de personeelsleden van de lokale besturen waren er ruim 13.000 aanwezigen. Er was een algemeen ongenoegen over de communautaire “spelletjes” van de regering op een ogenblik dat de koopkracht een centraal punt van ongenoegen is. De oproep om te staken werd goed opgevolgd en de opkomst op de betoging was heel goed, ook al was het voor de bonden soms moeilijk om aan bussen te geraken. We spraken met een aantal militanten en betogers over de redenen waarom werd geprotesteerd.

    Andrej

    De vakbonden vonden aanvankelijk amper bussen om de betogers tot in Antwerpen te brengen, veel bussen waren bezet door scholen. Vanuit de Kempen stelde het ACV vorige week nog dat het bussen zocht voor zo’n 600 militanten. Dan was het al duidelijk dat de betoging een succes zou worden.

    Op 22 mei 2008 sprong de laatste van drie onderhandelingen met de vertegenwoordigers van de VVSG af. De vakbonden eisen een substantiële lineaire loonsverhoging tussen de 3,5 % en de 7% en een volwaardige eindejaarspremie van minstens 250 € bruto gespreid over 2 jaar.

    De militanten wezen erop dat als de voorzitters en secretarissen een loonsverhoging van 7% kunnen krijgen, dan zij ook! Alle militanten waren wel solidair met hun verantwoordelijken en stelden dat zij die 7% ook hadden verdiend.

    Veel betogers stelden dat een gewone indexering niet volstaat. De index is gemanipuleerd en volgt de prijsstijgingen veel te laat. Heel wat militanten stelden dat de traditionele politici hypocriet zijn als ze beweren dat de prijsstijgingen worden opgevangen door de index. De index volgt slechts deels de prijsstijgingen van vorige jaren. Intussen betalen wij de prijs voor de inflatie terwijl anderen er steeds rijker van worden. Bovendien wordt de korf van producten die de index bepaalt, niet correct samengesteld.

    De afkeer tegenover de traditionele politici was groot op de betoging. “In de plaats van te bekvechten over de bevoegdheid over een rij bomen in Brussel, zouden de politici zich beter bezig houden met de gevoelig gedaalde koopkracht van de arbeiders”, aldus een ACV’er. “De verdere afbouw van de openbare diensten zal desastreuze gevolgen hebben. De toegankelijkheid wordt beperkt en de kostprijs stijgt.”

    “Na hele stukken brood, willen de neoliberalen ook nog de laatste kruimels afpakken van de werkende mens”, stelde een militant. Bij de ACV-militanten is het beeld van een visgraat overal aanwezig. Zij eisen een “vette vis” en niet de armzalige paar euros die nu op de onderhandelingstafel liggen.

    De overheid kan dreigen met een privatisering indien het protest aanhoudt, dat is onder meer een gevaar voor de poetsdiensten of de groendienst. Daarom is het nuttig om de eisen van het personeel van de lokale besturen te koppelen aan de algemene koopkrachteisen. Er was veel steun voor het idee van een algemene nationale actie in het najaar als er geen serieuze loonsverhoging komt voor het personeel van de OCMW’s en gemeenten.

    Regering en patronaat stellen vaak dat er geen geld is voor een loonsverhoging. “Zever in pakskes” volgens een militant van het ACLVB. “Vlaanderen is zeer welvarend en er is genoeg om te verdelen! Enkel zijn sommigen te gulzig en te egoïstisch.” Is dat onderdeel van de communautaire discussie? “Niet de Walen vormen het probleem, maar wel de ongelijke verdeling van de winsten.”

    “In plaats van te besparen op de maaltijdcheques, zou er beter bespaard worden op de bouw van nutteloze prestigeprojecten zoals de Spiraalbrug in Roeselare, de markt en het station in Sint-Niklaas of de Oosterweel in Antwerpen,” aldus een ABVV-militant uit Roeselare.

    De boodschap van de betogers was duidelijk: ons werk moet beloond worden. Als de politici niet luisteren, dan zullen verdere acties volgen. Het huidige beleid wordt niet meer aanvaard. Dit was geen eindpunt van de acties, maar eerder een beginpunt. Wordt vervolgd!

  • Personeel van lokale en regionale besturen eist een vette vis voor het personeel…

    Het ongenoegen onder het personeel van de lokale en regionale besturen (LRB) is groot. Vandaag betoogden ze met zowat 13.000 in Antwerpen. De vakbonden hadden het op het podium over 10.000 betogers, maar het waren er een pak meer. De goede opkomst gaf aan dat het ongenoegen diep zit en dat er eindelijk iets moet gebeuren rond onze koopkracht. De grote groene delegaties hadden het over “een vette vis voor het personeel”.

    Het personeel van onder meer de gemeenten en OCMW’s is het beu dat ze verteld worden dat er geen middelen zijn om iets te doen aan hun koopkracht. Er werd fors uitgehaald naar de regering en de ACV-militanten (die een ruime meerderheid van de betoging vormden) aarzelden niet om ook CD&V en het Vlaams Kartel hard aan te pakken. De uitspraak van de “vette vis” op communautair vlak, werd veelvuldig gebruikt om eerst en vooral een “vette vis voor het personeel” te eisen. Meteen kon dat ook tellen qua antwoord op de standpunten die Herwig Jorissen (voorzitter van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV naar voor bracht). Deze betogers liggen niet wakker van het communautaire, maar wel van hun lonen en arbeidsomstandigheden.

    Een ander opvallend ACV-spandoek had als opschrift: “If you pay us peanuts, we’ll work as monkeys”. Voor de goede verstaander: hiermee werd Etienne Schouppe frontaal aangepakt. Het was immers de voormalige spoorbaas en huidig CD&V staatssecretaris Schouppe die ruim een jaar geleden over de riante salarissen voor topmanagers verklaarde: “Het spreekt voor zich dat je topmanagers goed betaalt. Als je peanuts geeft, krijg je monkeys.” Het personeel van de LRB neemt het niet langer om als apen te worden beschouwd.

    De actie van het personeel uit de LRB was erg geslaagd en volgt na een reeks eerdere acties. Met een stakingsdag en een betoging met zowat 13.000 aanwezigen, werd een krachtig signaal gegeven. Dat werd luister bijgezet door de Antwerpse brandweer die eveneens meer middelen eisten en naar het stadhuis trokken om die eisen kracht bij te zetten. Ze stelden het stadsbestuur meteen gerust: de zondagsvergoeding mag gerust ook met een Visa-kaart worden betaald. Zolang er maar een zondagsvergoeding blijft…

    De afgelopen maanden waren er verschillende acties voor meer koopkracht door meer loon. Na de spontane stakingen op het begin van dit jaar volgden onder meer de Vlaamse ambtenaren. Ook zij wonnen toegevingen af met een loonsverhoging van minimaal 2%.

    Vorige week nog boekten de werknemers van de huisvuilophaling in Gent een belangrijke overwinning. Na enkele weken van stakingen en stiptheidsacties dwongen ze een loonsverhoging van 2,5% af op 2 jaar wordt hun 13e maand volledig gemaakt en krijgen ze een verhoging van de ploegenvergoedingen. Met de belofte dat indien het gemeentepersoneel 3,5% binnenhaalt, ook zij er nog 1% bovenop krijgen.

    De conclusie is duidelijk, vriendelijk vragen mag, maar actie voeren is de enige manier om iets af te dwingen. Na de succesvolle actieweek voor koopkracht van 9 tot en met 12 juni was het duidelijk dat er strijdbaarheid en actiebereidheid is. De oproep van een algemene actiedag in september gekoppeld aan een stakingsdag kon ook op de betoging in Antwerpen vandaag op enthousiasme rekenen. Indien de campagne voor deze actiedag effectief nu wordt opgestart en bovendien wordt uitgebreid met publieke campagnemomenten, dan zou dit wel eens kunnen leiden tot een historische actiedag in september. Historisch qua omvang en strijdbaarheid.

    Om van daaruit tot resultaten te komen, zullen we echter ook moeten discussiëren over een politiek antwoord. Bij de huisvuilophaling in Gent werd een overwinning afgedwongen van de paarse coalitie, dat gebeurde onder impuls van een strijdbare ACV-delegatie. Eén van de spandoeken op de betoging vandaag stelde: “Geen opslag: geen verkiezingen”. Het is nuttig om de link te maken tussen onze looneisen en de verkiezingen. Maar op wie kunnen we daarbij rekenen? CD&V of SP.a verdedigen niet de belangen van de werkenden. Geen enkele partij binnen het bestuur van de VVSG (Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten) verdedigt de eisen van het personeel. Wij denken dat het noodzakelijk is dat zowel het ABVV als het ACV hun banden breken met hun bevoorrechte partners en een eigen op de arbeidersbeweging gebaseerde partij lanceren.

    De strijdbaarheid en de talrijke opkomst op de betoging vandaag kunnen leiden tot een overwinning en kunnen een inspiratiebron voor andere sectoren vormen. Er moet hierop verder gebouwd worden om een overwinning af te dwingen!

  • Fotoreportage van de betoging van het personeel van lokale besturen

    Op 24 juni betoogden zowat 13.000 vakbondsleden uit de lokale besturen in Antwerpen. Ze eisten een "vette vis voor het personeel" met meer loon en betere arbeidsomstandigheden. Het werd een strijdbare betoging die volgt na eerdere acties. Ook LSP was aanwezig met een delegatie. We verdeelden een pamflet rond koopkracht en verkochten ook 25 exemplaren van ons maandblad Socialistisch Links. Straks publiceren we ook een aantal interviews met betogers, maar nu reeds een fotoreportage.

    Geert

  • Naar een nationale actiedag met oproep om te staken in september?

    Na de succesvolle actieweek voor koopkracht vroeg het ABVV in Luik om nog voor de zomer een nationaal initiatief te nemen. In Luik betoogden 25.000 mensen op 9 juni, een pak meer dan aanvankelijk gehoopt door de vakbondsleiding. Nu komt de bediendenbond BBTK naar buiten met een oproep voor een nationale actiedag in september.

    Om dat idee kracht bij te zetten wordt op 30 juni, de laatste dag voor de zomervakantie, een actie gehouden aan het gebouw van de Belgische Petroleumfederatie. Met een dergelijke actie, zelfs indien het om een symbolische actie gaat, wordt aangegeven dat de beweging rond koopkracht zeker niet gedaan is. Een actiedag met een stakingsoproep organiseren voor 30 juni is wellicht moeilijk haalbaar, maar het feit dat er toch nog voor de zomer een actie komt, geeft aan dat de druk om tot actie over te gaan groot is.

    Vlak na de zomer zal dan een actie volgen die grootschaliger is opgevat. Tijdens de koopkrachtweek hadden sommige ABVV-verantwoordelijken het over een actiedag in de tweede helft van oktober bij het begin van het nieuwe politieke jaar. Dat zou wel eens wat vooruit geschoven kunnen worden. De verantwoordelijken van BBTK hebben het nu immers over een actiedag in “de tweede helft van september”. Myriam Delmée en Erwin De Deyn stelden: “Dit zal waarschijnlijk een 24-urenstaking worden, al dan niet gekoppeld aan een nationale betoging.”

    Wij zijn voorstander van een nationale actiedag met een stakingsoproep. Een dergelijke oproep wordt best voor de zomer gelanceerd zodat er in de rustige zomermaanden op de werkvloer al campagne kan worden gevoerd voor deze actiedag. Het zou tijd geven om de actie degelijk voor te bereiden en tegelijk ook naar buiten te treden om niet enkel via de syndicale delegaties te mobiliseren. Met campagnemomenten aan supermarkten of tankstations kan een bredere steun voor de stakingsdag worden opgebouwd.

  • Geen geld voor werknemers in de gezondheidszorg? Fraude geschat op minimaal 220 miljoen euro per jaar.

    Bij onderhandelingen of zelfs tijdens de uitvoering van (loon)akkoorden in de non-profit is er steeds de traditionele jacht op financiële middelen om de maatregelen te bekostigen. Denk maar aan het nodige kunst-en vliegwerk om het ‘Project 600’ te laten voortbestaan. Hiervoor werd er al de nodige financiering voor een periode van 14 maand en 10 dagen bij elkaar gesprokkeld. Een duwtje in de rug van de regering was echter nodig om dit probleem aan te pakken; wat zou er zonder de mobilisatie op 30 april gebeurd zijn?

    Artikel overgenomen vanop polsslagnonprofit.blogspot.com

    Ondertussen is het al sinds 2002 geleden dat er in de federale sectoren nog een loonsverhoging (van 1%) werd doorgevoerd. Ondertussen heeft het ABVV al een schot voor de boeg gelost voor de onderhandelingen voor het IPA 2009-2010: een loonsverhoging van 10% verspreid over 2 jaar (dus 5% per jaar) om het verlies aan koopkracht te compenseren in de profitsectoren.

    Terwijl moeten we het in de non-profit stellen tot 2010 met de apenootjes van de attractiviteitspremie en een zeer marginale verhoging van de extra-prestaties. Ons gezond verstand (en dat komt heus niet van bij Lijst Dedecker!) zegt ons dat we het geld moeten halen daar waar het zit.

    In een artikel in De Morgen van 17 juni doet men een boekje open over de fraude in de gezondheidszorg. Hier worden alvast mooie bedragen genoemd die al heel wat (financiële) noden in onze sector zouden kunnen oplossen. Er zou naar schatting 1 procent van het budget van de ziekteverzekering op jaarbasis verloren gaan aan corruptie en fraude in de gezondheidszorg. Dat is ongeveer 220 miljoen euro of 8,8 miljard oude Belgische Frank per jaar. Dit is echter een zeer voorzichtige schatting die gebaseerd is op de extrapollatie van vaststellingen van officiële klachten tussen 2003 en 2007. In de andere Europese landen loopt het fraudepercentage op tussen 3 en 5% van het totaalbudget van de ziekteverzekering. Naar België vertaald zou dit concreet betekenen: tussen de 26,4 miljard BEF en 44 miljard BEF…

    Jaarlijks worden er in België gemiddeld 1200 officiële klachten ingediend bij het RIZIV. Op jaarbasis recupereert het RIZIV ongeveer 5 miljoen euro bij 130 zorgverstrekkers die veroordeeld zijn wegens fraude of ernstige fouten: een peulschil dus.

    De meest voorkomende vorm van fraude is het aanrekenen van prestaties die niet geleverd zijn. De medewerkers van Polsslag wijzen het systeem van de prestatiegeneeskunde aan als de grote schuldige. Dit systeem zet bijna automatisch aan tot fraude en overconsumptie aangezien het kinderspel is… Elke ziekenhuisverpleegkundige kan getuigen van de malversaties die dit systeem teweeg brengt: het gaat niet om uitzonderingen maar het is spijtig genoeg dagelijkse kost.

    Het volledig uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou heel wat geld uitsparen. Diegenen die voorstellen om het systeem te behouden maar er een grotere controle op uit te oefenen zitten er volgens ons compleet naast. Hoe gaat men in de praktijk zo een grotere controle uitoefenen: door dag en nacht bij elke arts een controle-arts te zetten? Het uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou volgens ons ook een ‘democratiserend’ effect hebben op de gezondheidszorg. Nu gedragen veel artsen-specialisten zich als kleine feodale heren die amper rekening houden met de rest van het personeel. Het statuut van ‘gewone werknemer’ tussen al de rest zou hier alvast een verandering in de geesten kunnen teweegbrengen.

  • Kloof tussen toplonen en gewone lonen blijft toenemen

    De Nederlandse journalist Xander Van Uffelen becijferde dat 25 jaar geleden een topmanager gemiddeld 16 keer zoveel verdiende als een gewone werkende. Vandaag is dat 44 keer zoveel. Terwijl er algemeen wordt opgeroepen om onze lonen te matigen, krijgen de topmanagers steeds meer. Van Uffelen bundelde zijn bevindingen in een boek met de veelzeggende titel “Het Grote Graaien”…

    Alleszins leidt de discussie over de hoge toplonen tot vragen over de kloof tussen topmanagers en gewone werkenden. Deze kloof is op kort termijn zowat verdrievoudigd, bij de honderd best betalende bedrijven is er zelfs een vervijfvoudiging van de kloof tussen gewone lonen en deze voor topmanagers. De lonen van topmanagers stegen in Nederland tussen 1983 en 2007 jaarlijks met gemiddeld 7,2%. Voor gewone werkenden was zo’n cijfer niet mogelijk omdat dit volgens de topmanagers de concurrentiepositie van hun bedrijven zou ondermijnen.

    Ook bij ons zijn er gelijkaardige evoluties. Er zijn geen exacte cijfers zoals in Nederland, maar Trends maakte wel bekend dat de lonen van de topmanagers van de Bel-20 bedrijven vorig jaar met gemiddeld 15% waren gestegen op een jaar tijd. Ook dat was een heel eind boven de loonnorm die voor gewone werkenden was opgelegd.

    De graaicultuur aan de top leidde eerder reeds tot kritische opmerkingen, ook van liberalen die zich afvroegen of het systeem zijn legitimiteit niet verliest door de hoge toplonen. Of zoals De Gucht het schreef in 2007: “De top van het westerse bedrijfsleven moet goed beseffen dat zij ook beter wat matigt om populistische tendensen niet in de kaart te spelen. Men mag nooit uit het oog verliezen dat een markteconomie haar morele en politieke legitimiteit ontleent aan de veronderstelling dat inkomen grosso modo overeenstemt met de bijdrage aan de economie. Die legitimiteit moet gevrijwaard blijven.”

    Nu moeten ook een aantal topmanagers zelf erkennen dat er zich een probleem stelt. Karel Vinck, voormalig spoorbaas en nu topmanager bij Umicore, stelde afgelopen weekend in De Tijd: “Er ontstaat een probleem als een bedrijf in een situatie komt waarbij het management tegen de medewerkers zegt: iedereen moet een inspanning doen want het gaat om het verdedigen van onze concurrentiekracht, terwijl aan de andere kant onverantwoorde bonussen uitgedeeld worden aan datzelfde management.” Een andere topmanager doet een poging om de heisa rond de toplonen te nuanceren: “Er zijn andere bedrijfsleiders en topsporters die een pak meer verdienen.”

    Zo kunnen we natuurlijk in cirkels blijven gaan met een neerwaartse spiraal voor gewone werkenden en een opwaartse spiraal voor topmanagers. Voor de topmanagers zullen er altijd nog anderen zijn die meer verdienen waarmee moet worden geconcurreerd, voor gewone werkenden zullen er altijd anderen zijn die minder verdienen waarmee moet worden geconcurreerd. Dat is in het kort een samenvatting van de loonpolitiek van de afgelopen jaren met als gevolg dat de kloof tussen de toplonen en de gewone lonen op zowat 25 jaar verdrievoudigd is in Nederland. Bij ons zal dat cijfer niet veel anders zijn.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop