Category: Op de werkvloer

  • Regionale militantenbijeenkomst ABVV in Aalst

    Woensdagavond vond in Aalst een regionale militantenconcentratie van het ABVV plaats. In Oost-Vlaanderen waren er vijf dergelijke bijeenkomsten in de aanloop naar de actiedag van komende maandag. We publiceren een verslag van deze bijeenkomst in Aalst. Op deze bijeenkomst werd opgeroepen om deel te nemen aan de betoging van ABVV TKD (Textiel, Kleding en Diamant) in Gent. Op de website van ABVV-Oost Vlaanderen vind je meer info.

    Verslag vanop marxisten.blogspot.com

    Op de militantenvergadering van ABVV Aalst op 1 oktober waren er een goede 50-tal aanwezigen. Kennelijk was dit meer dan verwacht want er moesten nog wat stoelen bijgezet worden. Erwin Callebaut van de Algemene Centrale zat de vergadering voor. Er was eerst een inleiding door de nieuwe adjunct gewestelijk secretaris ABVV Oost-Vlaanderen: Katrien Neyt. Inhoudelijk was er niets op aan te merken maar er mag nog wat geschaafd worden aan de stijl (wat niet vanzelfsprekend is voor een Aalsters vakbondspubliek). Er werden ook geen doekjes omgedaan over de verdeeldheid in de rangen van het ABVV over de te volgen strategie. Dit blijkt ook op de maag te liggen van veel militanten.

    Daarna was het aan de woordvoerders van de centrales om hun standpunt toe te lichten en info te geven over concrete actie. De gewestelijk secretaris van de Metaal had hierin een moeilijke opdracht. Het standpunt van de Metaalcentrale kunnen we synthetiseren als: eerst de onderhandelingen voor het IPA afwachten maar tegelijkertijd (enkel mondeling? -onze eigen bedenking) solidariteit betonen met de andere centrales die wél in actie gaan.

    Vervolgens was het aan de militanten om tussen te komen. Er kwam o.a. een ‘buikreactie’ van een afgevaardigde van Gates Erembodegem die de vraag stelde wat de Metaalcentrale zou doen indien zij niet akkoord waren met het IPA maar andere centrales wél… Een zeer pijnlijke manier om de vinger op de wonde te leggen… Verder werden er nog andere tussenkomsten gedaan en praktische vragen gesteld over bijvoorbeeld hoe de stakingsdekking moest opgevat worden voor de nachtploegen.

    Ons besluit

    Er heerst heel wat verwarring bij de militanten en de leden die veroorzaakt wordt door het ordewoord van het ABVV: algemene stakingsdekking maar het is aan de centrales en de afdelingen om de actie zelf in te vullen wat spijtig genoeg in sommige gevallen neerkomt op enkel het uitbetalen van de stakingsvergoeding aan de individuele stakers/actievoerders en verder niets. Gezien het toenemend repressief klimaat op de werkvloer is dit allesbehalve verstandig.

    Veelal is het aan de militanten zelf om zich aan te sluiten bij concrete acties van andere centrales of afdelingen maar dit is extra moeilijk aangezien de info over acties zéér intern verspreid wordt (met enkele uitzonderingen zoals de betoging in Gent). Daar waar er ervaren delegaties aanwezig zijn, zullen er informatie-activiteiten plaatsgrijpen zoals symbolische ‘zachte piketten’ (o.a. Tekni-Plex en Tupperware) of personeelsvergaderingen gekoppeld aan een werkonderbreking. Bedrijven met ‘harde piketten’ zullen eerder een uitzondering op de regel zijn. Sommige bedrijven zullen in de praktijk platliggen (zelfs zonder piket) doordat er massaal aan de betoging in Gent zal deelgenomen worden zoals Gates Erembodegem waar er op donderdagavond al 45 arbeiders ingeschreven waren voor de bus. Ondanks de ongunstige omstandigheden zullen veel militanten en delegaties hun best doen om alsnog een succes te maken van deze actiedag.

    Naar onze mening versterkt de strategie van ABVV-nationaal de interne verdeeldheid binnen de vakbond én de meest bewuste militanten beseffen dit. De verwarring kan vrij snel omslaan in demoralisatie en dat is echt wel het laatste dat we kunnen gebruiken nu we aan het begin staan van een serieuze economische crisis.

    Voor de ABVV-vergadering begon, deelden we de nieuwe pamfletten van LSP uit en verkochten we 7 nummers van Socialistisch Links en haalden we 6 Euro strijdfonds op.

  • 6 oktober: enkele oproepen die worden verspreid om mee te staken

    Op 6 oktober zullen verschillende sectoren in staking gaan om meer koopkracht te eisen. Overal zullen acties plaatsvinden en heel wat bedrijven zullen plat gaan. Zo zal onder meer het openbaar vervoer staken, maar ook bij De Post of de Antwerpse chemie wordt actie gevoerd. Er circuleren tal van syndicale oproepen en pamfletten, we publiceren er enkele van en verwijzen naar andere. Bij onze syndicale links vind je extra verwijzingen naar websites van centrales en delegaties.


    Pamflet van het gemeenschappelijk vakbondsfront

    > PDF-versie van dit pamflet


    Oproep van het gemeenschappelijk vakbondsfront bij De Lijn

    Aan het personeel van De Lijn

    Het gemeenschappelijke vakbondsfront ACV-ABVV-ACLVB roept op om het werk neer te leggen op maandag 6 oktober e.k.

    Wij – werknemers in het Openbaar vervoer – hebben hiervoor 5 goede redenen:

    1. Een goed interprofessioneel akkoord: via het IPA werken wij als vakbond aan de solidariteit tussen actieven en niet-actieven, tussen zwakke en sterke sectoren. Solidariteit is broodnodig!
    2. Een IPA moet ook de basis leggen voor het herstel van onze koopkracht. Wie durft vandaag te beweren dat het leven voor de lage en middeninkomens niet veel duurder is geworden? Zowel de werkgever als de regering moet over de brug komen.
    3. Het IPA moet er ook voor zorgen dat ons indexsysteem behouden blijft. Werkgevers moeten daar met hun handen afblijven! Wij aanvaarden ook geen ingreep vanuit de regering!
    4. Inderdaad ook de regering dient zijn steentje bij te dragen. Zij kan en moet maatregelen nemen om onze energiekosten te verlagen. Met de winter voor de deur is dit dringend!
    5. Onze eigenste werkgever – én de Vlaamse regering – heeft aangekondigd dat er geen middelen voorzien zijn voor onze sociale programmatie 2009-2010. Dit is een ernstige waarschuwing en vraagt dus om een stevige reactie.

    Op 15 oktober e.k. legt de Federale regering de begroting vast voor 2009. Wij moeten hen dus nu een krachtig signaal geven opdat zij rekening houdt met onze eisen.

    Zonder de ( financiële ) steun en maatregelen van deze regering zijn de IPA-onderhandelingen gedoemd om te mislukken.

    Wij waarschuwen ook de werkgevers: onze koopkracht moet naar omhoog!

    Wij geven dan ook de volledige steun aan onze onderhandelaars in het IPA-overleg!

    Steun het gemeenschappelijk front en leg het werk neer op maandag 6 oktober!

    Wij danken u nu al voor uw steun!


    Argumentatie van BBTK

    De socialistische bediendenbond BBTK verspreidt een speciaal nummer van "Expresso" met een uitgebreide argumentatie waarom acties voor meer koopkracht nodig zijn. Hier vind je de pdf-versie hiervan.


    Oproep aan de afgevaardigden bij De Post

    Het interprofessionneel gemeeenschappelijke front (ABVV-ACV-ACLVB) roept op tot een nationale actiedag op 6 october 2008 met als doel een serieuze verwittiging te geven aan de federale regering en aan de werkgevers. Hoofdthema is : DE KOOPKRACHT MOET DRINGEND OMHOOG!

    GENOEG TIJD VERLOREN!

    GENOEG GELD VERLOREN!

    HET GEDULD VAN DE WERKNEMERS IS OP!

    TIJD VOOR ACTIE!

    Vanzelfsprekend zullen we ons aansluiten bij deze nationale actie. Daarom heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront van DE POST (ACOD-ACV TRANSCOM-VSOA) een stakingsaanzegging ingediend voor alle acties die op 6 october ofwel starten ofwel stoppen. GELIEVE UW AANGESLOTENEN IN TE LICHTEN!

    KOOPKRACHT IS DE ZAAK VAN IEDEREEN

    WE KUNNEN NIET AAN DE KANT BLIJVEN STAAN


    Standpunt van Rudy De Leeuw (ABVV) in De Morgen

    Afgelopen weekend publiceerde De Morgen een interessant interview met ABVV-topman De Leeuw. Op de website van ABVV-Total en ABVV-Agfa werd een pdf-weergave van dit interview geplaatst:

    • Deel 1
    • Deel 2

    Pamflet gemeenschappelijk vakbondsfront Evonik (vroegere Degussa)

    Op woensdag 17 september stond Karel Van Eetvelt – voorzitter van werkgeversorganisatie UNIZO – op de eerste pagina van Het Nieuwsblad : “Zes dagen werken per week, 48 uren, geen opslag en afbouw van de index”.

    Als een van de belangrijkste onderhandelaars op het Interprofessionele overleg, dat in het najaar moet plaatsvinden, publiekelijk zoiets verklaart is dat tekenend voor het klimaat waarin we ons vandaag bevinden. Een regering die al anderhalf jaar niet regeert en patroons die denken dat ze zich nu alles kunnen permitteren.

    De actiedag die de vakbonden op 6 oktober organiseren valt niet uit de lucht. Reeds in november verleden jaar organiseerde het ABVV een militantenconcentratie met meer dan 2.500 deelnemers. De maand erop, in december 2007, organiseerden ABVV en ACV in gemeenschappelijk front een betoging met 30.000 deelnemers. Vlak voor de vakantie, in juni, waren er acties en betogingen per provincie. Over gans het land kwamen meer dan 100.000 mensen op straat. Tijdens de vakantie hielden een 2.000 mensen nog een symbolische “herinneringsactie” voor de Petroleumfederatie in Brussel.

    De laatste cijfers van de FOD Economische Zaken over de kleinhandel tonen aan dat het verbruik van voedingswaren het voorbije jaar met 1,7 % gedaald is, dat van textielproducten met 5,3 %, van meubels met 20 % en van andere producten met 8 %. De ziekenfondsen zeggen : meer en meer mensen kopen hun geneesmiddelen niet meer of verzaken aan geneeskundige zorgen wegens te duur voor hen.

    En dan laten we de energieprijzen nog buiten beschouwing ! Op één jaar tijd werd elektriciteit 20 % duurder, aardgas 50 % en huisbrandolie (mazout) 59 %.

    Als we dit verhaal nu al meer dan een jaar blijven herhalen, komt dat doordat er aan de situatie niets veranderd is, ondanks de 100.000 betogers van juni.

    Wat deed de regering om de prijzen te reguleren ? Niets !

    Wat deed de regering om energie goedkoper te maken ? Behalve een verhoging van de tussenkomst van sociaal stookoliefonds – die beperkt blijft tot een kleine groep van zeer lage inkomens – gebeurde er niets. En minister Reynders weigert in te gaan op onze vraag het BTW-tarief op gas, elektriciteit en huisbrandolie te verlagen tot 6 %.

    Wat doet de regering om de factuur woon-werkverkeer te verlagen ?

    Wat doet de regering om de fiscaliteit rechtvaardiger te maken voor de lage en middenhoge inkomens ?

    Maar als de koopkracht van de bankiers achteruitgaat is het ineens gedaan met ruzie maken en vinden ze op één weekend vijf miljard euro.

    Gelukkig hebben we nog het systeem van automatische indexering van de lonen en de sociale uitkeringen. Als dat niet zou bestaan was de catastrofe compleet geweest. Maar een indexatie betekent geen verhoging van de koopkracht, hoogstens een inperking van de negatieve gevolgen. Er wordt immers gewerkt met een gezondheidsindex waarin de verhoging van de brandstofprijzen niet wordt opgenomen. Op het einde van het jaar loopt onze CAO af.

    Eigenlijk zouden wij nu moeten starten met rond te vragen bij jullie hoe ons eisenprogramma er moet uitzien. Maar eerst moeten wij weten in welke richting het nationaal akkoord gaat : hoeveel ruimte gaan we hebben om vrij te onderhandelen, waar kunnen of moeten we klemtonen leggen ?

    Vandaag is het totaal niet zeker of zo’n nationaal akkoord er nog wel komt. De werkgevers verklaren dat ze geen ruimte zullen hebben om loonsverhogingen te onderhandelen boven de indexering voor de jaren 2009-2010. Sommigen willen zelfs de 2 % indexering die we onlangs gekregen hebben terug recupereren. En omdat ze nooit genoeg hebben, stellen ze maar ineens heel onze automatische indexering in vraag. Aan de ene kant een regering die niets doet. Aan de andere kant patroonsfederaties die alsmaar agressiever worden.

    In het Generatiepact werd afgesproken de sociale uitkeringen ‘welvaartsvast’ te maken.

    • Onze pensioenen behoren tot de laagste in Europa
    • Werkloosheidsvergoedingen (die als basis dienen voor de berekening van ons brugpensioen) zijn al 25 jaar blijven stilstaan.
    • Zieken en invaliden kunnen hun medicamenten niet meer betalen.

    Voor 2009 had de regering 200 miljoen euro voorzien om die uitkeringen – een klein beetje – aan te passen. De sociale partners moeten nu mee beslissen hoe dit verdeeld wordt : hoeveel voor de pensioenen, hoeveel voor de werklozen, hoeveel voor de invaliden, enzovoort. De druppel die voor de vakbonden begin september de emmer heeft doen overlopen, is dat de werkgevers weigeren over die verdeling te praten alvorens zij zelf nog eens langs de kassa zijn mogen passeren.

    Dit nadat ze reeds 700 miljoen euro hebben gekregen in de vorm van goedkopere overuren en goedkopere ploegenpremies.

    Nadat ze reeds 2,5 miljard euro hebben gekregen in de vorm van Notionele intrest. Nadat ze reeds meer dan 7 miljard aan lastenverlagingen hebben gekregen.

    We zijn zeer lang geduldig gebleven.

    We hebben nu tijd genoeg verloren.

    We hebben geld genoeg verloren.

    Want die fiscale cadeaus, de Notionele intrest, de vermindering van de sociale bijdragen voor de werkgevers … dat wordt betaald door de belastingsbetalers.

    Door ONS dus !

    Onze betogingen waren niet voldoende. We steken daarom een tandje bij. De vakbonden hebben samen beslist dat op 6 oktober een nationale actiedag wordt georganiseerd.

    Het gemeenschappelijk vakbondsfront roept alle werknemers uit de scheikundige sector op om actief deel te nemen aan deze actiedag.

    Alle daartoe georganiseerde stakingsacties van 24 uur of minder zullen worden gedekt.


    Standpunt BBTK Sint-Maria

    > Lees meer op de blog van BBTK Sint-Maria

  • Georges Debunne overleden. Afscheid van een socialistisch kopstuk in de vakbeweging

    Vorige week overleed voormalig ABVV-voorzitter Georges Debunne op 90-jarige leeftijd. Tot op het laatste moment bleef Debunne zich consequent inzetten voor de arbeiders en hun gezinnen, onder meer via zijn steun aan diverse campagnes en groepen. Debunne was voorzitter van het ABVV in de crisisjaren: de jaren 1970 en begin jaren 1980. Tegen de achtergrond van een economische crisis probeerde hij de sociale verworvenheden te verdedigen. Onze stroming heeft een aantal meningsverschillen gehad met Debunne, maar we respecteren zijn gedreven inzet voor de arbeidersbeweging.

    Debunne was reeds op jonge leeftijd actief binnen de socialistische vakbeweging, vanaf 1945 tot 1982 werkte hij voor de vakbond. In 1968 werd hij voorzitter van het ABVV tot aan zijn pensioen in 1982. Daarna bleef Debunne aanwezig in de vakbeweging, zo was hij een opgemerkte aanwezige op de acties tegen het Generatiepact in 2005.

    Onmiddellijk na Wereldoorlog 2 speelde Debunne reeds een leidinggevende rol binnen de socialistische vakbeweging. Dat was op een ogenblik dat de vakbeweging in sterke mate verdeeld was geraakt. Tijdens de oorlog waren er diverse initiatieven waardoor de BVV (voorloper van het ABVV) niet langer een monopoliepositie had binnen de socialistische beweging. Er waren ook bijvoorbeeld de Syndicale Strijdcomités (SSK) of de Mouvement Syndical Unifié (MSU) met André Renard in Luik. Pas in april 1945 kwam het tot een fusiecongres en werd het ABVV gevormd. Er bleef heel wat discussie bestaan met onder meer spanningen tussen sociaal-democraten en communisten, waarbij de sociaal-democraten bewust de communistische invloed tegen gingen. Ook Debunne zette zich in tegen de invloed van communistische militanten en voor de sociaal-democratische dominantie binnen het ABVV, dat vormde aldus Debunne in zijn memoires zelfs een belangrijke reden waarom hij een job als vrijgestelde voor de vakbond aanvaardde. Om de invloed van strijdbare communistische militanten te beperken, pleitte hij ervoor dat de vakbond "onafhankelijk van elke partij" moest zijn. Toen het gevaar van de KPB was geweken – tegen februari 1948 kwam er al een nieuw ABVV-bestuur zonder communisten – werd de BSP ook door Debunne voorgesteld als de "bevoorrechte partner".

    De strijd tegen de communistische invloed in het ABVV weerhield er delen van de ABVV-leiding niet van om ideologisch te zoeken naar antwoorden op de problemen die het kapitalisme veroorzaakte voor de werkenden en hun gezinnen. Debunne was steeds voorstander van een duidelijke positionering van de vakbond op het punt van de “arbeiderscontrole” in tegenstelling tot het medebeheer waarbij de bonden mee verantwoordelijk zouden zijn voor de kapitalistische bedrijven. Onder het voorzitterschap van Debunne werd een congres georganiseerd om het concept van arbeiderscontrole verder uit te werken en centraler te plaatsen in de ideologische positionering van het ABVV. Door op te komen voor antikapitalistische structuurhervormingen werd richting gegegeven aan het arbeidersverzet, het ABVV zou daar vandaag gerust eens mogen naar teruggrijpen. De voorstellen tot "anti-kapitalistische structuurhervormingen" bleven jammer genoeg beperkt tot een zoektocht naar een alternatief binnen dit systeem, maar door dit programma naar voor te schuiven was er wel ruimte voor discussie over het programma dat nodig was om de arbeidersstrijd tot haar logische conclusies te laten komen.

    Het kapitalisme zorgt ervoor dat de rijken rijker worden en de armen armer, aldus Debunne. Dat was een terechte vaststelling en Debunne bleef zich tot aan het einde van zijn leven verzetten tegen de uitwassen van het kapitalisme. Wilfried Martens stelde in De Morgen dat Debunne een “klassieke socialist” was, “die sterk geloofde in planeconomie en misschien bepaalde tekenen des tijds niet begrepen had.” Dat is uiteraard overdreven in die zin dat de overheersing en overwinning van het kapitalisme de afgelopen periode minder evident is geworden met de ontwikkelende economische wereldcrisis. Nu overheden tussenkomen om de banken te redden en zelfs te nationaliseren, is een planeconomie onder arbeiderscontrole en -beheer in mindere mate dan Martens hoopt een abstract alternatief.

    Debunne was voorzitter van het ABVV in de crisisjaren toen de werkloosheid sterk toenam en de overheden van start gingen met het neoliberale beleid dat we tot op vandaag kennen. Het is voor strijdbare militanten vandaag interessant om lessen te trekken uit het verleden en te weten hoe destijds syndicaal werd gereageerd op de periodes van crisis. Debunne stond daarbij bekend als “meneer njet”, hij sprak zich uit tegen tal van neoliberale afbraakmaatregelen. Die harde opstelling was er ongetwijfeld niet altijd even sterk – het mediabeeld van "meneer njet" moest dienen als afschrikmiddel en tegelijk stond de leiding onder druk van de basis om niet mee te stappen in een afbraaklogica. Het verzet tegen de afbraak van sociale verworvenheden in een periode van crisis, is ook een belangrijke les voor het huidige ABVV. Het is niet aan de vakbonden om te proberen "socialer" te besparen dan het patronaat.

    Politiek bleef ook onder Debunne de band tussen ABVV en BSP (nadien PS en SP) behouden. Het was onder meer die band en het verzet van de ABVV-basis tegen het neoliberale afbraakbeleid die ervoor zorgden dat de sociaal-democratie in de jaren 1980 uit de federale regering verdween, om pas na de beweging tegen het Sint-Annaplan in 1986 en de lange politieke crisis bij de verkiezingen van 1987 terug te komen in de regering om daar zelf deel te worden van het neoliberale beleid.

    Debunne bleef zich ook na zijn pensionering in 1982 inzetten voor verschillende campagnes en groepen. Hij zette zijn schouders onder het verzet tegen de Europese Grondwet, was aanwezig in de strijd tegen het Generatiepact en ook in de discussies over een politiek alternatief na het Generatiepact. Debunne steunde het opzetten van het Comité voor een Andere Politiek, de 15-decemberbeweging en nadien ook Red de Solidariteit. Hij brak met de sociaal-democratie, ook al wordt dat makkelijk onder tafel geveegd bij de herinneringen die nu aan hem worden boven gehaald. In campagnes en initiatieven als CAP speelde Debunne zelf geen grote rol, dat was onmogelijk door zijn fysieke toestand, maar zijn steun aan CAP was wel een bewuste en opvallende breuk met de sociaal-democratie, ook al vormde de band met de BSP tijdens de vakbondsjaren van Debunne steeds een cruciaal gegeven.

    Met Debunne verdwijnt een opvallend figuur uit de socialistische vakbeweging. Zijn strijd tegen het kapitalisme en voor arbeiderscontrole en solidariteit wordt verder gezet.

  • Antwerps gemeentepersoneel protesteert

    Vandaag wordt actie gevoerd door het Antwerps gemeentepersoneel. Er is reeds enige tijd ontevredenheid onder dat gemeentepersoneel. Nu stemde de gemeenteraad voor een nieuwe rechtspositieregeling. Het statuut van het gemeentepersoneel wordt aangepast in negatieve zin (voor het personeel). Verzet daartegen is meer dan noodzakelijk.

    Vorige week keurde de gemeenteraad een nieuwe regeling voor het gemeentepersoneel goed. Daarbij werd onder meer overgegaan tot de afschaffing van de betaalde lunchpauze en een kortere opzegtermijn bij afdankingen. Ook komen er felxibelere arbeidstijden waardoor het aantal overuren zal afnemen, of beter gezegd: het aantal als dusdanig erkende overuren en bijhorende vergoeding zal afnemen. Evenveel werken voor minder loon is dat.

    Vandaag wordt een 24-urenstaking gehouden omdat er onvoldoende rekening werd gehouden met de eisen van de vakbonden. Ondanks de aanwezigheid van voormalig vakbondssecretaris Guy Lauwers in het schepencollege, werden de opmerkingen van de vakbonden voor de nieuwe rechtspositieregeling niet in overweging genomen. De bonden willen nu dat er compensaties komen voor de besparingen en bijsturingen inzake het opdrijven van de flexibiliteit.

    Tijdens de stakingsactie vandaag wordt het personeel ingelicht over de voorstellen van het stadsbestuur en het syndicaal verzet daartegen. Het ACV staakt jammer genoeg niet mee. Personeelsschepen Van Peel beweerde dat er voldoende overleg was geweest met de vakbonden, maar uiteraard vermelde hij daar niet bij dat er geen overeenkomst was gevonden. Als éénrichtingsverkeer ook al gezien wordt als overleg, dan begrijpen we beter waarom het stadsbestuur geen verdere discussie wil over de Oosterweelverbinding. Ook daar zal wel al voldoende “overleg” met de bevolking zijn geweest…

    Het verzet tegen de nieuwe rechtspositieregeling is terecht. Het gemeentepersoneel botst in dat verzet op een bijzonder arrogant stadsbestuur en een gemeenteraad waarin de syndicale eisen niet aan bod komen.

  • 10 redenen om te staken…

    Op 6 oktober is er een nationale actiedag voor koopkracht, waarbij de acties worden gedekt door een stakingsaanzegging voor alle sectoren. De drie vakbonden steunen de actiedag, enkel de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV liet zich publiekelijk uit tegen de oproep, de patroonsfederatie VOKA was daar “aangenaam verrast” over. Wij denken dat er van 6 oktober een succesvolle actiedag moet worden gemaakt en geven enkele redenen om te staken.

    1. Koopkracht wordt ondermijnd

      De belangrijkste reden om in actie te komen op 6 oktober is uiteraard de ondermijning van de koopkracht de afgelopen jaren. De prijzen zijn sterk gestegen, maar onze lonen zijn niet gevolgd. Dat komt onder meer door de afbouw van de index (door onder meer de gezondheidsindex). In juli 2008 lagen de reële lonen 2,6% lager dan een jaar voordien. Als we daar iets tegen willen doen, zullen we in actie moeten komen om een reële loonsverhoging te eisen.

    2. Na jarenlange recordwinsten, wil het patronaat nog meer. Waar blijft ons deel?

      De afgelopen jaren zijn de winsten fenomenaal toegenomen. In 2007 maakten de 30.000 grootste bedrijven in ons land 77 miljard euro winst, dat is goed voor zowat één vierde van de waarde van alles wat in ons land werd geproduceerd. Zolang het economisch goed ging voor het patronaat – mee op basis van het opdrijven van de flexibiliteit en het incasseren van extra cadeaus door de regering (met gemeenschapsmiddelen) – werd ons gezegd dat de arbeiders moesten inleveren om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen. Nu het economisch plaatje er minder goed uitziet, is het patronaat de recordwinsten vergeten. Neen, de arbeiders zouden moeten opdraaien voor deze crisis om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen… Met andere woorden: om de recordwinsten te blijven realiseren, moeten wij het allemaal met minder doen. Aanvaarden we die logica of zullen we actie voeren op 6 oktober?

    3. Als we willen gehoord worden, zullen we het patronaat moeten raken waar het pijn doet…

      Er zijn de afgelopen maanden reeds verschillende acties geweest rond koopkracht. In december 2007 was er een nationale betoging in Brussel. Toen duurde het tot juni 2008 om een actieweek voor koopkracht te organiseren. De acties bleven wat op zich wachten omwille van de sociale verkiezingen en de politieke crisis. De actieweek bleek een immens succes te zijn met meer aanwezigen dan verwacht. Ook vanuit centrales waarvan geweten was dat het enthousiasme aan de top beperkt was (zoals de metaalcentrale van het Vlaams ABVV) waren er heel wat bedrijven die in actie gingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees was nadrukkelijk aanwezig op de acties en speelde een cruciale rol. Na een betoging, een actieweek en andere activiteiten (zoals de militantenconcentratie van het ABVV op de Heysel), zullen acties nodig zijn die het patronaat pijn doen: in hun portemonnee. Dat kan het beste met een stakingsactie.

    4. Wie beslist over de acties? Wij beslissen!

      Volgens Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV is het te vroeg om tot actie over te gaan. Hij kreeg massale media-aandacht voor zijn standpunt, de media had vaak meer interesse voor dit standpunt van Jorissen (waarover patroonsfederatie Voka “aangenaam verrast” was – een reden op zich om vragen te stellen over het standpunt van Jorissen…) dan voor de redenen waarom wordt gestaakt. Maar als Jorissen stelt dat dé Vlaamse metaalcentrale tegen de staking was, namens wie spreekt Jorissen dan? Heeft hij de basis geraadpleegd of speelt hij soloslim? Er is een algemene stakingsaanzegging door het ABVV, de militanten van ABVV-metaal kunnen dus ook ingaan op die stakingsaanzegging. Er kan ook gewerkt worden met informatievergaderingen waar een staking niet haalbaar is in de opbouw van de beweging rond koopkracht. Eén discussiepunt op dat soort vergaderingen in de metaalsector moet zeker de vraag zijn hoe en tegenover wie de leiding verantwoording aflegt. Wie vormt de vakbond? Wij, de leden, zijn de kern van de vakbonden. Dus is het aan ons om te beslissen over welk soort acties we willen. Tijdens de actieweek voor koopkracht in juni werd Jorissen overigens in verschillende gevallen teruggefloten door zijn basis. Ook toen was Jorissen tegen de actieweek, maar verschillende metaalbedrijven lagen plat.

    5. Samen sterk, solidair voor werk en koopkracht

      De sterkte van onze acties bestaat uit onze solidariteit. Het patronaat beschikt over de steun van de traditionele politici en de media, wij beschikken over de kracht van ons aantal. De overgrote meerderheid van de bevolking wordt geraakt door de collectieve verarming die ons wordt opgelegd door een kleine minderheid van superrijken. Om onze kracht en solidariteit duidelijk te maken, moeten we aan één zeel trekken bij acties. Discussie over welk soort acties is goed en nodig, maar dan moet de basis erbij worden betrokken. Een standpunt dat van bovenaf wordt opgelegd waarbij de solidariteit wordt gebroken, kunnen we missen als kiespijn.

    6. Eenheid aan de basis – denk maar aan het Generatiepact

      6 oktober 2008 komt bijna drie jaar na 7 oktober 2005 toen het ABVV alleen in staking ging tegen het Generatiepact waarmee de regering het brugpensioen wou aanpakken. De ACV-leiding besliste spijtig genoeg om niet mee te staken. Meer nog, er werd zelfs een publiciteitscampagne opgezet met advertenties waarin “tien redenen om niet te staken” werden meegegeven. De basis pikte dit niet en nam wel deel aan de staking, de leiding moest haar koers wijzigen en nam op 28 oktober 2005 deel aan de nationale betoging met 100.000 aanwezigen. Een aantal discussiepunten van toen zijn nog steeds aan de orde: hoe stoppen we de aanhoudende stroom van neoliberale maatregelen? Over welk politiek instrument beschikken we om de syndicale eisen mee te dragen?

    7. Strijd loont – acties begin dit jaar dwongen toegevingen af

      Begin dit jaar werd strijd geleverd voor meer koopkracht. Het was jaren geleden dat we een dergelijke golf van spontane stakingsacties zagen. Heel veel bedrijven gingen plat omdat de arbeiders meer loon en koopkracht eisten. De oorspronkelijke eis van 1 euro meer per uur werd op een aantal plaatsen ingewilligd, elders werd vooral gekozen voor het systeem van een loonbonus omdat daar minder belastingen op worden betaald. Ondanks alle kritiek die daarop kan worden gegeven (het eenmalige karakter ervan, het feit dat er geen bijdragen voor de sociale zekerheid en de gemeenschap worden betaald,…), werden wel toegevingen afgedwongen. Strijd loont! Wie vecht, kan verliezen maar wie niet vecht, is reeds verloren.

    8. 8% meer op jaarbasis!

      Dat is de eis van onze Duitse collega’s van IGMetall. Waarop wachten we om na de negatieve spiraal die het patronaat wil opleggen door steeds onze lonen te vergelijken met deze in de buurlanden, ook eens een positieve spiraal op te zetten waarbij we de looneisen in de buurlanden bij de hand nemen om ook meer koopkracht door meer loon te eisen? De positie van de Duitse metallo’s zou alvast versterkt worden als wij hun eis overnemen en ook hier offensieve looneisen naar voor brengen.

    9. Het is nooit te vroeg om in het offensief te gaan

      De onderhandelingen voor het IPA zijn nog niet gestart. Is het niet vreemd om nog voor die onderhandelingen in actie te komen? Voor het patronaat alvast niet, vanuit die hoek hoorden we de hele zomer lang voorstellen om de index te ondermijnen (of zelfs af te schaffen) of zelfs om de werkweek te verlengen tot 48 uur zonder loonopslag (dat voorstel werd gelanceerd door de extremist Van Eetvelt van Unizo). Als het patronaat haar eisenbundel op offensieve wijze naar voor brengt, waarop moeten wij dan nog wachten?

    10. Geen actie voeren is onverantwoord

      Alles wat we vandaag kennen van sociale verworvenheden, is er gekomen door arbeidersstrijd. Zonder strijd leefden we nog in de tijd van Daens. Wij denken, net als Daens, dat we ons moeten verzetten tegen onrecht en uitbuiting. Dat zal niet gebeuren door de uitbuiting te aanvaarden, maar door strijd. Als we geen acties ondernemen, zal onze levensstandaard verder ondermijnd worden en gaan we terug naar de tijd van Daens. Dat is onverantwoord voor de miljoenen werkenden en hun familieleden!
  • Staking van het Brussels overheidspersoneel. Fotoreportage

    Het personeel van de regionale en gemeentelijke diensten van de hoofdstad waren gisteren in staking. Er waren verschillende stakersposten en blokkades, waarna zo’n 500 arbeiders in betoging door de stad trokken. LSP was uiteraard aanwezig en dit op verschillende piketten. Op de betoging verkochten we ruim 40 exemplaren van ons maandblad. Voor meer info over de achtergrond bij deze stakingsactie, kan je ons interview met een ziekenhuisarbeider lezen. Hierbij een fotoreportage.

  • Samen sterk voor koopkracht en werk

    In het najaar zullen patroons en regering waarschuwen voor de “loon-prijsspiraal”. Als we meer loon vragen, zal dat leiden tot hogere prijzen, luidt het. We dachten nochtans dat niet wij, maar de patroons bepaalden aan welke prijs ze goederen en diensten aanrekenen. De voorbije jaren boekten ze recordwinsten. Ze zouden daarop wat kunnen inleveren en zonder prijsstijgingen de lonen optrekken nu de levensduurte toeneemt. Maar dat is taboe. Over de hebzucht van de patroons hebben we in het parlement nog niets of niemand gehoord.

    LSP-pamflet

    De vakbonden zijn de enigen die het nog opnemen voor de arbeiders en hun gezinnen en voor de armen. Hun strijdbaarheid wordt helaas teveel beperkt doordat de vakbondsleiders blijven hopen op SP.a en CD&V. Alle partijen in het parlement verdedigen nochtans de politiek van lage lonen en uitkeringen en van geschenken aan de patroons. Zo kan de regering – zoals destijds met het Globaal Plan en later met het Generatiepact – iedere strijd uitzitten: er is toch geen politiek alternatief. De eisen van de meerderheid van de bevolking komen in het parlement niet eens aan bod.

    Onafgebroken prijsstijgingen van energie, huisvesting, voeding,… Met onze lonen doen we vandaag een pak minder. Er is nochtans veel rijkdom in de samenleving, maar ze wordt meer en meer geconcentreerd in enkele handen.

    Iedereen gelijk?

    Tot vandaag deed de regering niets, behalve ruzieën over een staatshervorming. Ondertussen komt een zware economische crisis op ons af. Bedrijfssluitingen en –herstructureringen, sterk toenemende werkloosheid, pijnlijke inleveringen, verdere afbouw van diensten, gezondheidszorg en sociale zekerheid, staan ons te wachten als er geen alternatief komt op de huidige politiek.

    De bazen en de aandeelhouders hebben zich tegoed gedaan aan de voorbije economische groei. Wij moesten het stellen met “gematigde” loonsstijgingen en, voor de zieken, de gepensioneerden en diegenen die ongelukkig hun werk verloren, uitkeringen die fors achter lopen op de levensduurte.

    Vorig jaar boekten de 30.000 grootste bedrijven 77 miljard euro winst. Dat is ruim 30.000 euro per gezin. Daar zijn onze centen naartoe gegaan. Zij die de laatste jaren hun fortuin spectaculair zagen toenemen, roepen vandaag het luidst dat loonsverhogingen niet mogelijk zijn voor de arbeiders en bedienden!

    Eenheid in de strijd

    Voor de zomer staakten en betoogden meer dan honderduizend arbeiders en bedienden voor meer koopkracht. Eenheid tussen Vlaamse, Brusselse, Waalse en Duitstalige werkenden is van cruciaal belang. Zoniet zullen ze ons één voor één beroven van alles waarvoor onze ouders en grootouders in de naoorlogse periode hebben gestreden. Alle partijen in het parlement hebben angst van die eenheid en proberen verdeeldheid te zaaien. De armsten worden steevast als zondebok aangeduid. Niet zij zijn de profiteurs, maar het handvol allerrijksten, een minieme minderheid die niettemin met meer dan de helft van de rijkdom die de arbeiders produceren gaat lopen. Voor wat over blijft, mag de rest van de bevolking een robbertje vechten.


    ABVV en ACV

    BREEK DE BANDEN met SP.a en CD&V!

    Arbeiders zouden hun vakbonden moeten kunnen gebruiken om uit deze impasse te geraken. We hebben immers een partij nodig die het opneemt tegen het neoliberale beleid. Een partij die arbeiders, jongeren, gepensioneerden, armen, vrouwen, migranten… organiseert om te strijden voor hogere uitkeringen, voor reële brutoloonsverhoging bovenop de index, voor het herstel van de volledige index, voor afschaffing van de sociaal onrechtvaardige BTW op levensnoodzakelijke producten, voor betaalbare en kwaliteitsvolle openbare diensten, voor sociale woningbouw …

    De vakbondsleidingen rekenen helaas nog steeds op SP.a, PS, en CD&V, en in mindere mate op CDH en Ecolo. De voorbije 25 jaar hebben die hun “band” met de arbeidersbeweging enkel gebruikt om de arbeiders inleveringen te doen slikken.

    In het najaar moeten we opnieuw massaal de straat op, indien we willen voorkomen dat de volledige rekening van de economische crisis bij ons terecht komt. Op 28 juli verspreidde de Algemene Centrale van het ABVV een oproep waarachter LSP zich kan scharen: “Als er in dit land nog een politieke linkerzijde bestaat, moet die al haar energie en creativiteit bovenhalen om een andere fiscale politiek en loonpolitiek uit te werken. Er moet volledig gebroken worden met het liberale beleid.”

    In het parlement zitten geen partijen meer van wie men dit kan verwachten. Na 20 jaar regeringsdeelname door de SPa is dat duidelijk. De twee grootste buitenparlementaire partijen, PvdA en LSP, zijn helaas ook samen niet in staat zo’n “politieke linkerzijde” vanuit het niets te toveren. Een bundeling van de krachten in een kartel voor de Europese verkiezingen van juni 2009 (waartoe LSP oproept) zou echter al een stap vooruit betekenen.

    Met en rond de syndicale basis:

    Een syndicale partij is nodig!

    LSP roept al enkele jaren op voor een nieuwe brede arbeiderspartij. Een partij die alle stromingen verenigt die bereid zijn het op te nemen tegen het neoliberale beleid. Een eerste echte poging daartoe – het Comité voor een Andere Politiek met onder meer Jef Sleeckx, ontstaan na de strijd tegen het Generatiepact – is helaas op niets uitgedraaid. Zo een arbeiderspartij zou zich moeten baseren op de ervaringen van de syndicale basis, zowel voor haar programma als voor haar werkingsprincipes. De 115.000 kandidaten bij de sociale verkiezingen vertegenwoordigen hun collega’s en ontvangen daar geen eurocent meer voor. Een parlementslid van zo’n partij zou zijn parlementaire wedde gebruiken om de beweging op te bouwen en de strijd te ondersteunen. Binnen zo’n partij zouden arbeiders kunnen discussieren over programma en strategie. Dat is wat we bedoelen met een syndicale partij.

    Zo’n partij zou – op basis van de ervaring van syndicalisten in de strijd – het ook opnemen voor de allerzwaksten in de samenleving – migranten, vrouwen, mensen met een handicap, maar steeds meer ook de jongere en de oudere werknemers. Zolang er groepen arbeiders bestaan, die slechtere dan “normale” lonen en contracten krijgen en over minder dan normale rechten beschikken, zolang zal de druk op de “normale” lonen en de rechten van allen zwaar blijven wegen. Daarom zijn gelijke rechten voor iedereen een belangrijke eis voor de arbeidersbeweging. Wij plaatsen solidariteit tegenover de hebzucht van de patroons.

    De neoliberale roof van de eeuw

    De neoliberalen beloofden ons, dat een politiek ten voordele van de rijken economische groei zou opleveren en dus in ieders voordeel zou zijn. De financiële en economische crisis bewijzen dat dit een leugen was. Door de neoliberale politiek zijn de rijken, superrijken geworden. Onze openbare diensten, pensioenfondsen en sociale zekerheid werden voor een appel en een ei verkocht. De opbrengst ging naar geschenken voor de rijken. Vandaag wordt de rekening gepresenteerd en wil men ons laten opdraaien voor de braspartij van de kapitalisten. De winsten waren privé, de verliezen zullen nu door de gemeenschap worden gedragen.

    Steun de campagne van LSP

    LSP is een actieve partij, die niet enkel over socialisme praat als een ver vervlogen ideaal, maar die een democratisch socialistische maatschappij wil realiseren. Voor ons is dit geen holle slogan, evenmin nostalgie, maar een concreet doel waaraan we elke dag werken. Alle fundamentele problemen in deze samenleving kennen immers hun oorsprong in de kapitalistische maatschappijvorm, waarin enkel de winst van een handvol kapitalisten centraal staat.

    Socialisme kan enkel duurzaam bestaan, wanneer het van onderop wordt opgebouwd. Wanneer de economie onder controle staat van democratische structuren, direct verkozen door de arbeiders. De overwinningen van de arbeiders kunnen enkel op internationaal vlak behaald en bewaard worden. Bijgevolg is LSP/MAS aangesloten bij een wereldpartij, het CWI (Committee for a Workers’ International).

    Waar we kunnen, nemen we eigen initiatieven en spelen we een rol in de ondersteuning van de strijd van arbeiders, jongeren, vrouwen en migranten. Onze jongeren spelen vaak een beslissende rol in belangrijke mobilisaties tegen racisme, tegen oorlog en tegen milieuvervuiling. We hebben de eerste stappen gezet op het electorale vlak met bescheiden deelnames aan parlements-en gemeenteraadsverkiezingen.

    Met de oproep voor een syndicale partij, willen we in de beweging voor meer koopkracht een debat voeren over hoe we terug offensieve politieke eisen kunnen stellen. LSP zal ieder initiatief dat op een geloofwaardige wijze een stap vooruit kan betekenen, naar best vermogen ondersteunen.

    Wil je een beter idee krijgen van onze ideeën en activiteiten, abonneer je dan op ons maandblad Socialistisch Links.


    Een socialistisch programma voor koopkracht

    • geen afbraak van de index, voor een index die de reële levensduurte uitdrukt
    • een minimum nettoloon van 1.500 euro
    • afschaffing van de BTW op levensnoodzakelijke producten
    • geïndexeerde uitkeringen op het niveau van echte vervangingsinkomens
    • massaal programma van kwaliteitsvolle, publiek gefinancierde sociale woningbouw
    • afschaffing van de notionele intrest en andere neoliberale cadeaus aan de patroons
    • een vermogensbelasting op de grote fortuinen
    • harde aanpak van de fiscale fraudeurs
    • 32-urenweek, zonder loonverlies, en vervangende tewerkstelling in volwaardige jobs
    • de nationalisatie van sleutelsectoren van de economie zoals het bankwezen, de energie- en voedingsector, … deze dienen ten dienste te staan van de behoeften, niet van de winsten
    • een socialistische maatschappij onder controle van de democratische organen van de arbeiders en hun gezinnen
  • Brussels overheidspersoneel in actie voor meer koopkracht

    Op 25 september is er een staking van het personeel van de Regionale en Gemeentelijke instellingen in de hoofdstad. Vlak voor deze actie spraken we met een arbeider van een ziekenhuis van IRIS-netwerk (netwerk van publieke ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) die vakbondsdelegee is voor de CGSP-ACOD.

    Interview door Tim, LSP/MAS Brussel

    Wat zijn de concrete problemen die de aanleiding vormden voor deze staking?

    “De belangrijkste reden is de problematiek van de veel te lage lonen in de sector. Bij ons verdient een alleenstaande arbeider nauwelijks 1.100 euro netto, ik heb collega’s met drie kinderen, die slechts 1.400 euro netto verdienen met een voltijdse job. Bovendien is het zwaar werk, en hebben we te maken met zeer flexibele uurroosters.

    “In het eisenpakket staat dan ook een verhoging van de koopkracht, gratis woon-werkverkeer betaald door de werkgever, en het herinvoeren van sociale voordelen zoals de eindejaarspremie die in 2002 werd afgeschaft. Daarenboven bestaat er een grote frustratie over onze werkcondities, en dit geldt voor alle beroepen in de sector, arbeiders, verplegers, paramedici… Er is een gebrek aan erkenning voor het werk dat we doen. Deze situatie geldt niet enkel voor de ziekenhuizen, maar ook voor de OCMW’s, de gemeentearbeiders, de regionale reinigingsdienst Brussel Proper,…”

    Welke acties zijn er al geweest, en wat is er nog gepland?

    “Op 16 juni was er al een staking, met een betoging van 2.000 arbeiders die een parcours deed langs de hoofdkwartieren van de traditionele partijen in Brussel-Centrum. Enkel ACOD riep op tot deze acties. Vooral de kwestie van de lage lonen, waardoor steeds meer werkenden het moeilijk krijgen om de maand rond te komen, werkt mobiliserend. De Brusselse regering blijkt echter doof te zijn voor onze eisen: het enige wat zij voorstellen is een verhoging van 3% voor slechts één van de vele barema’s in de sector. Dit is onvoldoende. Daarom lanceerde ACOD een oproep voor een staking op 25 september. De bedoeling is dat het personeel het werk neerlegt, en dat de toegangswegen naar Brussel op meer dan 10 plaatsen worden geblokkeerd.

    “Een extra stimulans voor de mobilisatie is een dreiging over de maaltijdcheques die onlangs naar boven kwam drijven. In 2002 werden maaltijdcheques ingevoerd, als vervanging voor de eindejaarspremie. Deze maaltijdcheques worden niet op dezelfde wijze belast als een premie. Op dit ogenblik vinden hierover heel wat fiscale controles plaats, en in een aantal werkplaatsen in Wallonië, vooral in Verviers, riskeren een aantal werknemers deze niet-betaalde belastingen in één keer te moeten terugbetalen. Deze dreiging heeft de mobilisatie nog versterkt, maar intussen zijn de directies in het tegenoffensief gegaan door op bewuste wijze desinformatie in het rond te spreiden. Ze beschuldigen de ACOD ervan valse informatie te verspreiden, en hopen hierdoor de mobilisatie af te remmen.”

    Hoe reageren de werkenden in de sector op de acties?

    “De mobilisatie is al enkele weken bezig, en de reacties zijn goed. Er bestaat wel onbegrip over het gebrek aan een gemeenschappelijk vakbondsfront: CCSP/CCOD vindt dat het voorstel van de Brusselse regering reeds ruim voldoende is, en wil geen acties meer. Deze houding van de vakbondsleiding leidde tot heel wat onbegrip en woede bij basismilitanten van CCSP/CCOD, en de vraag naar eenheid in de strijd wordt vaak besproken. Er is een groot potentieel voor de acties, maar zoals gezegd heeft de lastercampagne van de directie dit in zekere mate beperkt. We kunnen ons de vraag stellen of de vakbondsleiding hierop voldoende duidelijk geantwoord heeft, want niet reageren, is het verzwakken van de mobilisatie.”

    Wat is de rol van de vakbond in dit conflict, en hoe kan de vakbond worden uitgebouwd?

    “De vakbondsleden spelen een cruciale rol in de mobilisatie, en we zien ook dat er een enorme stijging is in het aantal aansluitingen, en de wil om deel te nemen aan de acties. De delegees zijn de motor achter de mobilisatie. Ook zijn reeds verschillende leden van CCOD/CCSP aangesloten bij ACOD om toch deel te kunnen nemen aan de staking. Belangrijk is echter dat de syndicale leiding een actieplan uitbrengt, een strijdbare vakbondsleiding is uitermate belangrijk zo’n strijd, en is ook nodig om het hele personeel te kunnen betrekken bij de strijd. Dit moeten we bespreken in onze delegatie, en concrete initiatieven nemen om dit te verbeteren.”

    Welke rol is daarbij weggelegd voor jongeren?

    “Jongeren spelen een zeer belangrijke rol, want daar bevindt zich de zwakte van de vakbonden: weinig jongeren zien de noodzaak zich te organiseren in een vakbond. Maar we zien dat dit stilaan begint te keren: bij de voorbije acties was er een grote deelname door jongeren. Nu moeten we als delegee met hen discussiëren over het belang om een actieve rol te spelen in de vakbond.”

  • Maak van 6 oktober een strijdbare stakingsdag!

    Na het ABVV kondigde ook het ACV aan dat het oproept tot acties op 6 oktober. De patronale provocaties van de afgelopen periode vormden een nieuwe druppel die de emmer verder deed overlopen. Een verhoging van de uitkeringen is voor het patronaat niet aanvaardbaar indien er geen bijkomende lastenverlagingen komen. Van Eetvelt (Unizo) stelde voor om te gaan naar een zesdagenweek van 48 uur zonder loonsverhoging. Hoog tijd voor actie!

    De afgelopen weken lanceerde het patronaat de ene aanval na de andere. Naast de aankondigingen in de media, ging het patronaat over tot het gijzelen van de gepensioneerden en uitkeringstrekkers door de tweejaarlijkse onderhandelingen over de verhoging van de uitkeringen te blokkeren met de eis voor bijkomende lastenverlagingen. Alsof het patronaat de afgelopen jaren nog niet genoeg cadeaus heeft gekregen!

    Dinsdag kondigde het ABVV aan tot actie te zullen overgaan om de koopkracht te verdedigen. Het ACV sloot zich bij die oproep aan, maar de ACV-leiding haastte zich om te stellen dat het niet om een stakingsoproep gaat. Toch moet ook Cortebeeck erkennen dat er aan de basis een bereidheid is om wel te staken op 6 oktober. Na de eerdere acties rond koopkracht is het ongenoegen niet verdwenen en kwam er geen enkel ernstig antwoord van de regering.

    De actiedag met stakingsaanzegging op 6 oktober is belangrijk. De oproep is misschien vaag, wellicht omdat niet alle sectoren mee wilden, maar met een stakingsaanzegging voor alle sectoren kan er wel een succesvolle stakingsdag van worden gemaakt. Het was misschien beter geweest om eerst te gaan naar een nationale betoging waar dan een algemene staking werd aangekondigd, dat was wellicht duidelijker geweest. Maar ook op 6 oktober kunnen we ons standpunt sterk naar voor brengen indien we van de stakingen een succes maken. Nu zal het erop aankomen om daar alles voor in het werk te stellen.

    Daartoe zal er nood zijn aan degelijk materiaal van de vakbonden om de leden te informeren en te mobiliseren. Het gaat niet enkel om de lonen, maar ook om de sociale zekerheid en de pensioenen. De mobilisatie op de werkvloer zal cruciaal zijn, maar er moet ook worden gedacht aan een bredere mobilisatie en informatiecampagne. Uit een studie van OIVO bleek dat 53% het koopkrachtprobleem als het meest dringende probleem ziet. Er is dus een basis voor een breed gedragen actie-oproep.

    De onderhandelingen rond een nieuw IPA zullen moeilijk zijn en het patronaat bereidt zich voor met een opeenvolging van provocaties. De vakbondsleiding moet die provocaties telkens beantwoorden en mag zich niet schikken naar de patronale logica. Na de vele cadeaus aan het patronaat – een belangrijke basis voor de recordwinsten van de afgelopen jaren – moet daar een einde aan komen. Er moeten daarentegen belangrijke toegevingen komen voor de werkenden en hun gezinnen: meer koopkracht door meer loon (bovenop de index), verhoging van de sociale uitkeringen (en bijgevolg geen lastenverlagingen die de financiering van de sociale zekerheid uithollen), afschaffing van een reeks patronale cadeaus zoals de notionele intrestaftrek,…

    6 oktober moet een succesvolle stakingsdag worden in het hele land. Dat kan de communautaire hetze doorprikken. Voor de werkenden en hun gezinnen heeft die hetze immers niets te bieden. Nu de voorganger van Van Eetvelt, voormalig Unizo-kopstuk en huidig minister-president Peeters, de communautaire onderhandelingen in handen wil nemen zal dit evenmin met het oog op een sociale agenda zijn.

    De actieweek voor koopkracht toonde het potentieel voor syndicale acties voor meer koopkracht. Daarop moeten we verderbouwen met een betrokkenheid van de nieuwe laag van militanten die sinds de sociale verkiezingen een grotere rol is gaan spelen en met een offensieve opstelling waarmee een aantal duidelijke eisen naar voor worden gebracht.


    10 redenen om te staken…

    1. Koopkracht wordt ondermijnd

      De belangrijkste reden om in actie te komen op 6 oktober is uiteraard de ondermijning van de koopkracht de afgelopen jaren. De prijzen zijn sterk gestegen, maar onze lonen zijn niet gevolgd. Dat komt onder meer door de afbouw van de index (door onder meer de gezondheidsindex). In juli 2008 lagen de reële lonen 2,6% lager dan een jaar voordien. Als we daar iets tegen willen doen, zullen we in actie moeten komen om een reële loonsverhoging te eisen.

    2. Na jarenlange recordwinsten, wil het patronaat nog meer. Waar blijft ons deel?

      De afgelopen jaren zijn de winsten fenomenaal toegenomen. In 2006 maakten de 30.000 grootste bedrijven in ons land 77 miljard euro winst, dat is goed voor zowat één vierde van de waarde van alles wat in ons land werd geproduceerd. Zolang het economisch goed ging voor het patronaat – mee op basis van het opdrijven van de flexibiliteit en het incasseren van extra cadeaus door de regering (met gemeenschapsmiddelen) – werd ons gezegd dat de arbeiders moesten inleveren om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen. Nu het economisch plaatje er minder goed uitziet, is het patronaat de recordwinsten vergeten. Neen, de arbeiders zouden moeten opdraaien voor deze crisis om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen… Met andere woorden: om de recordwinsten te blijven realiseren, moeten wij het allemaal met minder doen. Aanvaarden we die logica of zullen we actie voeren op 6 oktober?

    3. Als we willen gehoord worden, zullen we het patronaat moeten raken waar het pijn doet…

      Er zijn de afgelopen maanden reeds verschillende acties geweest rond koopkracht. In december 2007 was er een nationale betoging in Brussel. Toen duurde het tot juni 2008 om een actieweek voor koopkracht te organiseren. De acties bleven wat op zich wachten omwille van de sociale verkiezingen en de politieke crisis. De actieweek bleek een immens succes te zijn met meer aanwezigen dan verwacht. Ook vanuit centrales waarvan geweten was dat het enthousiasme aan de top beperkt was (zoals de metaalcentrale van het Vlaams ABVV) waren er heel wat bedrijven die in actie gingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees was nadrukkelijk aanwezig op de acties en speelde een cruciale rol. Na een betoging, een actieweek en andere activiteiten (zoals de militantenconcentratie van het ABVV op de Heysel), zullen acties nodig zijn die het patronaat pijn doen: in hun portemonnee. Dat kan het beste met een stakingsactie.

    4. Wie beslist over de acties? Wij beslissen!

      Volgens Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV is het te vroeg om tot actie over te gaan. Hij kreeg massale media-aandacht voor zijn standpunt, de media had vaak meer interesse voor dit standpunt van Jorissen (waarover patroonsfederatie Voka “aangenaam verrast” was – een reden op zich om vragen te stellen over het standpunt van Jorissen…) dan voor de redenen waarom wordt gestaakt. Maar als Jorissen stelt dat dé Vlaamse metaalcentrale tegen de staking was, namens wie spreekt Jorissen dan? Heeft hij de basis geraadpleegd of speelt hij soloslim? Er is een algemene stakingsaanzegging door het ABVV, de militanten van ABVV-metaal kunnen dus ook ingaan op die stakingsaanzegging. Er kan ook gewerkt worden met informatievergaderingen waar een staking niet haalbaar is in de opbouw van de beweging rond koopkracht. Eén discussiepunt op dat soort vergaderingen in de metaalsector moet zeker de vraag zijn hoe en tegenover wie de leiding verantwoording aflegt. Wie vormt de vakbond? Wij, de leden, zijn de kern van de vakbonden. Dus is het aan ons om te beslissen over welk soort acties we willen. Tijdens de actieweek voor koopkracht in juni werd Jorissen overigens in verschillende gevallen teruggefloten door zijn basis. Ook toen was Jorissen tegen de actieweek, maar verschillende metaalbedrijven lagen plat.

    5. Samen sterk, solidair voor werk en koopkracht

      De sterkte van onze acties bestaat uit onze solidariteit. Het patronaat beschikt over de steun van de traditionele politici en de media, wij beschikken over de kracht van ons aantal. De overgrote meerderheid van de bevolking wordt geraakt door de collectieve verarming die ons wordt opgelegd door een kleine minderheid van superrijken. Om onze kracht en solidariteit duidelijk te maken, moeten we aan één zeel trekken bij acties. Discussie over welk soort acties is goed en nodig, maar dan moet de basis erbij worden betrokken. Een standpunt dat van bovenaf wordt opgelegd waarbij de solidariteit wordt gebroken, kunnen we missen als kiespijn.

    6. Eenheid aan de basis – denk maar aan het Generatiepact

      6 oktober 2008 komt bijna drie jaar na 7 oktober 2005 toen het ABVV alleen in staking ging tegen het Generatiepact waarmee de regering het brugpensioen wou aanpakken. De ACV-leiding besliste spijtig genoeg om niet mee te staken. Meer nog, er werd zelfs een publiciteitscampagne opgezet met advertenties waarin “tien redenen om niet te staken” werden meegegeven. De basis pikte dit niet en nam wel deel aan de staking, de leiding moest haar koers wijzigen en nam op 28 oktober 2005 deel aan de nationale betoging met 100.000 aanwezigen. Een aantal discussiepunten van toen zijn nog steeds aan de orde: hoe stoppen we de aanhoudende stroom van neoliberale maatregelen? Over welk politiek instrument beschikken we om de syndicale eisen mee te dragen?

    7. Strijd loont – acties begin dit jaar dwongen toegevingen af

      Begin dit jaar werd strijd geleverd voor meer koopkracht. Het was jaren geleden dat we een dergelijke golf van spontane stakingsacties zagen. Heel veel bedrijven gingen plat omdat de arbeiders meer loon en koopkracht eisten. De oorspronkelijke eis van 1 euro meer per uur werd op een aantal plaatsen ingewilligd, elders werd vooral gekozen voor het systeem van een loonbonus omdat daar minder belastingen op worden betaald. Ondanks alle kritiek die daarop kan worden gegeven (het eenmalige karakter ervan, het feit dat er geen bijdragen voor de sociale zekerheid en de gemeenschap worden betaald,…), werden wel toegevingen afgedwongen. Strijd loont! Wie vecht, kan verliezen maar wie niet vecht, is reeds verloren.

    8. 8% meer op jaarbasis!

      Dat is de eis van onze Duitse collega’s van IGMetall. Waarop wachten we om na de negatieve spiraal die het patronaat wil opleggen door steeds onze lonen te vergelijken met deze in de buurlanden, ook eens een positieve spiraal op te zetten waarbij we de looneisen in de buurlanden bij de hand nemen om ook meer koopkracht door meer loon te eisen? De positie van de Duitse metallo’s zou alvast versterkt worden als wij hun eis overnemen en ook hier offensieve looneisen naar voor brengen.

    9. Het is nooit te vroeg om in het offensief te gaan

      De onderhandelingen voor het IPA zijn nog niet gestart. Is het niet vreemd om nog voor die onderhandelingen in actie te komen? Voor het patronaat alvast niet, vanuit die hoek hoorden we de hele zomer lang voorstellen om de index te ondermijnen (of zelfs af te schaffen) of zelfs om de werkweek te verlengen tot 48 uur zonder loonopslag (dat voorstel werd gelanceerd door de extremist Van Eetvelt van Unizo). Als het patronaat haar eisenbundel op offensieve wijze naar voor brengt, waarop moeten wij dan nog wachten?

    10. Geen actie voeren is onverantwoord

      Alles wat we vandaag kennen van sociale verworvenheden, is er gekomen door arbeidersstrijd. Zonder strijd leefden we nog in de tijd van Daens. Wij denken, net als Daens, dat we ons moeten verzetten tegen onrecht en uitbuiting. Dat zal niet gebeuren door de uitbuiting te aanvaarden, maar door strijd. Als we geen acties ondernemen, zal onze levensstandaard verder ondermijnd worden en gaan we terug naar de tijd van Daens. Dat is onverantwoord voor de miljoenen werkenden en hun familieleden!
  • ABVV roept op tot actie. Nood aan duidelijke oproep met actieplan voor een algemene staking

    Het ABVV hield gisteren haar federaal comité. Daar werd beslist om tot acties voor koopkracht over te gaan. Vandaag vindt overleg plaats met de andere vakbonden, het ACV vergadert morgen om het resultaat daarvan te bespreken. Er werd uitgekeken naar de eerste oproep van het ABVV, na de actieweek voor koopkracht in juni duurde het immers lang voor er een oproep kwam. Voorlopig blijft de oproep tot actie echter wat onduidelijk.

    Nationale actiedag

    Verschillende media stelden dat er een algemene staking komt of een nationale actiedag. Dat klopt niet volledig, het ABVV kondigde aan dat er acties zullen plaatsvinden in de week van 6 tot 10 oktober, maar dat het niet om een algemene staking zou gaan. Wilden niet alle secretarissen meestappen in een stakingsoproep? De oproep tot actie wordt door velen begrepen als een signaal dat de actieweek in juni nu zal worden verdergezet. De uitdaging is dan ook groot, alleen stelt de vraag zich hoe dit zal worden geconcretiseerd.

    ABVV-voorzitter De Leeuw stelde terecht: “We zijn het immobilisme van de regering en de provocaties van de werkgevers beu.” De werkgevers lanceerden de hele zomer lang het ene voorstel na het andere om te besparen op onze kap: de index moest eraan geloven, loonsverhogingen werden uitgesloten,… We zouden volgens sommige patronale extremisten al tevreden mogen zijn als we voor een lager reëel loon meer zouden mogen werken. Een stakingsactie zou volgens VBO-kopman Timmermans de onderhandelingen over een nieuw loonakkoord hypothekeren, het VBO wil niet onderhandelen met de bonden als er acties worden gevoerd. Intussen blijven er provocaties komen vanuit het patronaat.

    Zelfs de welvaartvastheid van de uitkeringen wordt door het patronaat ter discussie gesteld en gekoppeld aan nieuwe lastenverlagingen voor de bedrijven. Straks moeten de bedrijven helemaal geen belastingen meer betalen, nu reeds staan bedrijven slechts in voor 12% van de fiscale inkomsten. De kleinste schouders moeten op fiscaal vlak de zwaarste lasten dragen en voor Unizo en co moet dat fenomeen nog worden versterkt.

    De loononderhandelingen zullen moeilijk zijn. Het patronaat wil geen duimbreed toegeven. Alle recordwinsten van de afgelopen jaren lijken ze reeds te zijn vergeten en met een ontwikkelende economische crisis wil het patronaat de werkenden en hun gezinnen laten besparen om de eigen winsten veilig te stellen. Moest het alsnog fout lopen, wordt op de overheid gerekend om tussen te komen en de verliezen te collectiviseren of zelfs over te gaan tot een nationalisering zoals bij Northern Rock, Freddie en Fannie, Roskilde Bank,…

    Als de overheid kan tussen komen om het systeem van de financiële speculanten te redden, dan kan evengoed worden tussengekomen om iets te doen aan onze koopkracht. Nu wordt iedere verantwoordelijkheid ontlopen en blijft de regering stellen dat er geen middelen zijn. Leterme voegde er een waarschuwing aan toe voor “extreme, foute reacties”. Hij bedoelt acties en stakingen. Waar en wanneer heeft Leterme dat ACW-etiket verdiend? Hij blijkt immers een spreekbuis van patroonsorganisaties te zijn.

    Welke acties?

    Na de succesvolle actieweek voor koopkracht in juni werd uitgekeken naar een vervolg op deze betogingen en stakingsacties. De opkomst en het enthousiasme voor de actieweek overtrof de verwachtingen van de vakbondsleidingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees en militanten nam mee het voortouw waardoor er relatief veel jongeren en ook meer vrouwen aanwezig waren op de acties. In een aantal bedrijven werd, soms tegen de nationale leiding in, overgegaan tot stakingsacties.

    Een vervolg op deze actieweek bleef lang uit en zal moeten bestaan uit ernstige acties. Er is nood aan een actieplan waarin rekening wordt gehouden met de actiebereidheid en de wil om samen iets te doen voor meer koopkracht. Volgens De Leeuw komt er een stakingsaanzegging voor alle sectoren in alle regio’s van het land, maar “de precieze omvang van de protestacties is nog niet gekend.” Het wordt “geen betoging in Brussel, het worden acties op het terrein, in de bedrijven.” En dat allemaal in de week van 6 tot 10 oktober.

    Na de provinciale acties van juni was er een roep naar gezamenlijke nationale acties om aan te tonen dat we samen in actie komen voor koopkracht. Een nationale betoging kan een goede zet zijn in de richting van een nationale stakingsdag (of meerdere stakingsdagen). Nu wordt het concept voor de actiedag vaag gehouden om eerst onder de vakbondsleidingen van ABVV en ACV af te tasten in hoeverre een akkoord aan de top mogelijk is. Aan de basis was er in juni anders wel een duidelijke eensgezindheid over de noodzaak van verdere acties. Waarom wordt er bovendien niets gedaan met de nieuwe laag van militanten die toen in actie kwam door te werken met regionale algemene ledenvergaderingen of militantenconcentraties waar de basis kan meebeslissen over het actieplan?

    Er zal nood zijn aan duidelijkheid over de komende acties, zodat deze niet de mist ingaan. Daarbij zou het nuttig zijn om actiemiddelen als een algemene 24-urenstaking (of een 48-urenstaking) in het vooruitzicht te stellen, waarbij deze algemene staking wordt voorbereid met bijvoorbeeld regionale en/of nationale acties en betogingen. Een actieplan moet vermijden dat de acties in oktober louter dienen om stoom af te laten. Cortebeeck van het ACV liet al in zijn kaarten kijken: “We gaan een afweging moeten maken tussen de emoties bij de mensen, die hun ongenoegen kwijt willen, en de effectiviteit van een actiedag.”

    Welk programma?

    In de aanloop naar de onderhandelingen over een nieuw interprofessioneel akkoord zijn er natuurlijk veel vragen over de eisen die daar op tafel zullen worden gelegd. Een loonnorm van 5% zal niet aanvaard worden op een ogenblik dat de inflatie 4,7% bedraagt (voor één jaar). Nadien zullen all-in akkoorden ongetwijfeld ter discussie gesteld worden in die sectoren waar deze nu worden toegepast. In de eisen die het ABVV nu naar voor schoof voor de actiedag vinden we echter niets terug over de looneisen die zo cruciaal zijn om iets aan de koopkracht te doen.

    Het patronaat heeft het belang van de looneisen wel begrepen. VBO-topman Leysen verklaarde reeds dat de bonden moeten kiezen tussen “behoud van koopkracht op korte termijn of het behoud van de werkgelegenheid” en pleit verder voor een loonmatiging. Zo wil hij een verlies aan koopkracht verkocht krijgen. Unizo stelde dat een verhoging van de brutolonen een “garantie op ontslagen” is. Als Van Eetvelt pleit voor een gematigde positie, dan weten we dat hij de arbeiders wil aanpakken. De Unizo-topman verklaarde alvast: “Gematigd kan nooit meer dan de index zijn”, ook al zou hij liever nog lager gaan met een pure loonblokkering.

    Onze collega’s van IG Metall in Duitsland werken intussen aan een duidelijke looneis, zij willen 7% tot 8% meer loon in 2009. De vakbond stelt dat een dergelijke looneis verantwoord is na de sterke stijgingen van de winsten de afgelopen vijf jaar: de winsten stegen met 220%, de lonen met slechts 16%. Het zal moeilijk zijn om een looneis te formuleren die twee jaar kan meegaan, zeker op een ogenblik dat de inflatie niet valt te voorspellen. Daarom kan misschien beter worden gekozen voor een looneis bovenop de indexering om zo de beperkingen van de gezondheidsindex te compenseren en iets te doen aan de reële koopkracht. Alleszins is een verhoging van de brutolonen de beste manier om iets aan de ondermijning van onze koopkracht te doen.

    Wij pleiten voor duidelijke looneisen gekoppeld aan een actieplan dat wordt opgemaakt met een maximale betrokkenheid van de basis. Dat kan leiden tot een algemene staking waarin de arbeidersbeweging haar sterkte laat zien. En dat zal op zijn beurt de vraag opwerpen naar een politiek alternatief, nu is immers geen enkele grote partij bereid om de kant van de werkenden en hun gezinnen te kiezen in de acties voor koopkracht. De syndicale eisen moeten aan bod komen in acties, maar ook op politiek vlak. We zullen daartoe zelf moeten bouwen aan een eigen syndicale partij.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop