Category: Op de werkvloer

  • Verslagen van de koopkrachtacties in Brussel

    In de hoofdstad waren er tal van acties in het kader van de actiedag voor koopkracht. Zo werd gestaakt bij Audi in Vorst, maar werd ook geprotesteerd voor de zetel van patroonsfederatie VBO en Agoria. We publiceren enkele verslagen van verschillende acties.

    Stakerspiket aan Audi Vorst (voormalig Volkswagen Vorst)

    De Audifabriek in het Brusselse Vorst lag vandaag volledig plat. Een dertigtal arbeiders, vooral vakbondsmilitanten en delegees hadden postgevat voor de fabriek. Het hele bedrijf lag stil. We spraken met enkele militanten, en deelden onze koopkrachtpamfletten uit.

    Vakbondsconcentratie voor de lokalen van het VBO te Brussel

    Rond 8u vanochtend verzamelden zo’n 300 vooral BBTK en enkele LBC-militanten vóór de lokalen van het VBO. Veel militanten leken erg gemotiveerd door de actie, maar tijdens de discussies bleek dat velen teleurgesteld waren over hun vakbondsleiding, die heel weinig had gedaan om écht te mobiliseren. Verschillende militanten hoopten dat deze actie slechts het begin zou zijn van een hele reeks acties die de regering en het patronaat op de knieën zou krijgen.

    De concentratie voor de lokalen van de patroonsfederatie VBO was speciaal gekozen om duidelijk te maken wie de koopkrachtverhoging moet betalen: die patroons die de voorbije jaren veel winsten maakten op de kap van de werkenden. Een delegatie ging in het hol van de leeuw de syndicale eisen kenbaar maken, er werd onder meer geëist dat de patroons zouden stoppen met hun verbale agressie in de media rond de koopkracht, en dat er garanties zouden komen dat er niet zal worden geraakt aan de automatische indexering van de lonen. Het VBO bleek stoïcijns doof te zijn voor deze eisen, voor veel aanwezigen was het duidelijk dat er meer actie zal nodig zijn deze profiteurs te doen toegeven. We verkochten een tiental nummers van ons blad Socialistisch Links, en ook onze pamfletten waren sterk gegeerd.

    Samenscholing voor de Nationale Bank in Brussel

    Daarna trok de hele groep militanten in optocht naar de Nationale Bank. Jarenlang krijgen we al te horen dat er geen geld is om de arbeiders en hun gezinnen meer loon te geven, en voor broodnodige investeringen in de openbare diensten. Maar wanneer de grootbanken Fortis en Dexia, die miljarden euro’s verdienden aan onverantwoorde speculatie, plotseling in het rood komen te staan, blijken de regering en de Nationale Bank heel snel met smakken geld te kunnen gooien. Dit alles om de verliezen van de patroons te compenseren.

    Actie aan Agoria te Schaarbeek, en geïmproviseerde bezetting van Brucall

    Na de actie aan de Nationale Bank trokken een aantal militanten naar Agoria. Deze patroonsfederatie van de technologische en metaalindustrie was de voorbije maanden extra brutaal in haar aanvallen tegen het indexsysteem, en andere verworvenheden van de Belgische arbeidersbeweging. Een 200-tal militanten van de bediendenvakbonden LBC en BBTK besloten dan ook deze hoge heren een "beleefdheidsbezoek" te brengen. Omdat niemand thuis gaf, bleven we maar voor de deur staan. Op een bepaald moment hoorden we dat een callcenter in de buurt vorige week een delegee had ontslagen die gemobiliseerd had voor de actiedag van 6 oktober. Een honderdtal BBTK-militanten vertrok dan ook om in de lokalen zelf van het bedrijf te protesteren tegen deze patronale agressie. Toen plotseling deze hele hoop militanten, inclusief vlaggen, spandoeken, megafoons en tientallen fluitjes de bureaus van het bedrijf binnenwandelde, moest de directie even slikken. Een aantal werknemers waren afwezig omdat ze elders deelnamen aan de Actiedag, en andere werknemers waren overgeplaatst naar de Mechelse afdeling van het bedrijf. De vier overgebleven werkwilligen werd vriendelijk gevraagd het werk neer te leggen, en toen ze dit niet wilden, maakte een overdonderend fluitjesconcert het telefoneren onmogelijk. Een uur lang was het bedrijf Brucall ABVV-land.

    We sloten de actiedag af met een bezoekje aan het stakerspiket aan Ford Cegeac in Schaarbeek, waar we spontaan een heerlijke barbecue kregen aangeboden.

    De Brusselse afdeling verkocht in totaal 79 exemplaren van ons maandblad Socialistisch Links, en haalde een tiental euro strijdfonds op.

  • Interview met militant van Bekaert Textiles

    Bij de aanvang van de betoging op 7 oktober praatten we met Dirk Maquet, tot nu nog werkende bij Bekaert Textiles. Zijn toekomst is per definitie onzeker vanwege de malaise in de textielsector. De afgelopen maand werden reeds meer dan 1800 ontslagen aangekondigd. Een kort interview.

    door Benoit

    Is de herstructurering bij Bekaert al lang aan de gang?

    Eigenlijk is het al de 4de herstructurering sinds 2004. Er moeten zo’n 248 arbeiders en 33 bedienden vertrekken. Na Bekaert in Lanklaar midden dit jaar is het de 2de vestiging die er moet aan geloven. Uiteindelijk zouden er maar zo’n 65-tal arbeiders en bedienden overblijven eind volgend jaar. De herstructurering wordt in 3 fases doorgevoerd. Tegen december zouden er zo’n 121 banen sneuvelen. In maart zouden er nog volgen en verder tegen eind 2009. Hier in België is er werk genoeg, maar dat is ook het geval in Turkije, China, Tsjechië. De landen waarnaar men verhuisd.

    Is het ontslag een direct gevolg van de internationale economische situatie nl. een nooit eerder geziene crisis?

    Dat kan wel zijn. Er zit geen toekomst meer in de textiel. Wat gaat er bijvoorbeeld bij Prado gebeuren?

    Wat was de reactie van de arbeiders op het massale ontslag?

    Er was een neergeslagen sfeer. Velen waren ontgoocheld. Ik had wel gedacht dat het zo ver zou komen, er werden al enige tijd geen machines meer bijbesteld en tevens zit je met het gegeven dat heel wat bedrijven naar het buitenland trekken.

    Wat vind je ervan dat de regering wel geld over heeft om banken te nationaliseren (bij dewelke er in de toekomst nog jobs zullen verdwijnen) maar met geen woord rept over jullie bedrijf dat sluit?

    Dat is duidelijk fout van de regering. Ze doen er te weinig aan om het werk hier te houden. Wat er voor de rijken daarentegen allemaal niet gebeurt. Voor de banken komen ze direct met miljoenen euro’s over de bank…

  • Actiedag goed opgevolgd in Henegouwen

    De actiedag en stakingen door de vakbonden werden in het algemeen goed opgevolgd in Henegouwen. Er waren in tal van sectoren stakersposten: de distributie, metaalsector, openbaar vervoer, chemie,… Heel wat stakersposten waren erg strijdbaar en het enthousiasme was groot, ook al werd algemeen opgemerkt dat één actiedag op zich niet zal volstaan om regering en patronaat te overtuigen van de syndicale eisen.

    Benjamin, Mons

    Heel wat arbeiders legden de nadruk op de noodzaak van verdere acties die goed voorbereid en georganiseerd moeten worden. Er was ook heel wat discussie over de miljarden euros die nu op enkele dagen uit de magische hoed worden getoverd om de banken te redden. Dat werd vergeleken met de traagheid waarmee wordt gehandeld om iets te doen aan onze werkgelegenheid en koopkracht.

    De MAS-afdelingen (MAS is de Franstalige naam van LSP) uit Henegouwen kwamen tussen in Charleroi, Bergen en La Louvière. We kregen daarbij erg goede reacties bij de stakersposten aan de industriezones van Tertre, Ghlin-Baudour, Cuesmes, Strepy-Bracquegnies, Gosselies,… We discussieerden telkens met de stakers en verspreidden ons pamflet en onze krant. Opvallend goede reacties waren er bij de bedrijven Kemira en NGK Ceramics, maar ook bij de depot van de TEC (de tegenhanger van De Lijn) in Bergen. De interprofessionele ABVV-betoging in La Louvière liet ons toe om ons maandblad en onze pamfletten breder te verspreiden.

    Deze actiedag was een verrijkende ervaring voor onze leden, voor sommigen was het een eerste tussenkomst op een stakerspost. Het overtuigde deze leden van de rol van de werkenden in de verandering van de samenleving.

  • Ons antwoord op de koopkrachtcrisis

    De economische crisis laat zich voelen in onze portemonnee. De winsten van de grote bedrijven daarentegen worden minder bedreigd. De afgelopen jaren waren er fenomenale winststijgingen en zelfs in dit crisisjaar rekenen economen op een winstgroei van 8% in het eurogebied. Een loonstijging met een zelfde percentage wordt daarentegen gezien als onrealistisch en een “gevaar voor de economie”. Uiteraard wordt bedoeld “voor de winsten”.

    door Geert Cool

    KBC-analist Luc Van Heden erkent: de winsten kunnen in Europa onder druk komen omdat de werknemers “luider dan in de VS roepen om een koopkrachtverhoging” en “dat vormt allicht de enige bedreiging voor de winstmarges”. Wij denken dat het na de recordwinsten tijd wordt dat de werkenden en hun gezinnen hun deel van de koek krijgen.

    Meer koopkracht door meer loon

    De prijzen nemen op een snel ritme toe, de eerste acht maanden van 2008 met gemiddeld 4,74% op jaarbasis. Om dat op te vangen, zal een eenmalige opsmukoperatie niet volstaan, er is nood aan blijvende koopkrachtmaatregelen. Luc Coene, voormalig medewerker van Verhofstadt en nu topman bij de Nationale Bank stelde in Knack deze zomer: “Er is vandaag niemand die ontkent dat er nu, in 2008, een koopkrachtprobleem bestaat: er is een reële collectieve verarming van alle Belgen.” Alle Belgen? Topmanagers of politici zullen met hun loon niet direct iets voelen van die collectieve verarming…

    Coene voegde eraan toe: “Maar de mensen staan niet machteloos, alle Belgen kunnen ook zélf iets doen. Ze kunnen hun energie- en voedingsgewoonten aanpassen. Maar we mogen niemand iets wijsmaken: iedereen zal zijn deel van die collectieve verarming moeten dragen.” Wij verwerpen een dergelijk pleidooi voor een dalende levensstandaard voor de meerderheid van de bevolking. Om iets te doen aan de dalende koopkracht, is er nood aan meer loon.

    Onze collega’s van IG Metall in Duitsland willen 7% tot 8% meer loon in 2009. De vakbond stelt dat een dergelijke looneis verantwoord is na de sterke stijgingen van de winsten de afgelopen vijf jaar: de winsten stegen met 220%, de lonen met slechts 16%. Ook wij willen een loonsverhoging bovenop de index!

    Geen afbraak van de index, voor een index die de reële levensduurte uitdrukt

    LSP pleit voor het herstel van de volledige index. De afgelopen decennia is de koppeling van de lonen aan de stijging van de prijzen al verschillende keren aangevallen. Dat zorgt ervoor dat vandaag de lonen de prijsstijgingen niet meer volgen. Het indexcijfer is een weerspiegeling van de prijzen de afgelopen maanden waarbij de lonen automatisch worden aangepast zodra de grens van 2% wordt bereikt.

    Dat principe werd ondermijnd door een aantal zogenaamde indexsprongen in de jaren 1980 (waarbij een verhoging werd overgeslagen) er de invoering van de gezondheidsindex ten tijde van het Globaal Plan midden jaren 1990. Daarbij werd de korf van producten in de indexberekening aangepast, de impact van olieproducten werd fors beperkt. Het resultaat is dat onze lonen lager liggen. Met een gewone index lag het indexcijfer in augustus 2008 28,93% hoger dan in 1996, met de gezondheidsindex is dat 26,15%.

    Het patronaat klaagt erover dat de lonen de afgelopen jaren sterker stegen dan de loonnorm van 5% die voor 2007-2008 werd opgelegd. In deze periode stegen de prijzen echter nog meer en hebben we in de praktijk veelal geen reële loonsverhoging gekend. In die sectoren waar werd gewerkt met een all-in akkoord (waarbij een algemene loonsverhoging over twee jaar wordt vastgelegd met inbegrip van de index) leidde dit zelfs tot een aantal gevallen waarbij de loonsverhogingen lager waren dan de indexverhogingen.

    Een minimum nettoloon van 1.500 euro

    LSP pleit voor een leefbaar minimumloon. De rechterzijde stelt vandaag dat de uitkeringen te hoog zijn waardoor het verschil tussen lage lonen en hoge uitkeringen te klein is om werklozen te motiveren om werk te zoeken. Wat wij uit die vaststelling vooral onthouden, is dat de laagste lonen echt wel laag zijn. 4% van de werkenden komt onder de armoedegrens terecht. 20% van de werkenden kan niet rondkomen met hun maandloon, 51% heeft het moeilijk om rond te komen. Het opdrijven van de flexibiliteit (onder meer via deeltijdse arbeid en interim) en de daarmee gepaard gaande “flexibele lonen” hebben de afgelopen jaren geleid tot een nieuw fenomeen: dat van de “working poor”, werkenden die toch arm zijn.

    De aanvallen op de uitkeringstrekkers zullen de positie van de werkende armen niet verbeteren, integendeel. Lagere uitkeringen zullen de druk enkel vergroten om gelijk welke job aan te nemen. In Duitsland wordt reeds geëxperimenteerd met 1-euro-jobs waarbij een werkloze moet gaan werken en daarbij 1 euro per uur krijgt bovenop het bedrag van de werkloosheidsuitkering. Voor de werkenden geldt niet “the sky is the limit”, maar wel het neoliberale principe dat de bodem inzake lonen en arbeidsvoorwaarden niet diep genoeg kan zijn. En steeds zal er wel een “concurrent” worden gevonden met nog lagere lonen.

    Wij pleiten voor een ommekeer. De middelen zijn er om de lonen op te waarderen en de werkenden en hun gezinnen te geven waar ze recht op hebben: een degelijke levensstandaard op basis van een degelijk loon. Daarom pleiten we voor een Europees minimumloon van 1500 euro netto per maand. Daarnaast ijveren we voor een verhoging van de uitkeringen, zodat werklozen, gepensioneerden,… niet langer in de armoede worden gedreven.

    Stop de cadeaus aan het patronaat

    Liberalen pleiten ervoor om de belastingen te hervormen zodat niet de breedste schouders het meest betalen, maar wij allemaal. Dat is onder meer het geval met BTW, iedereen betaalt evenveel BTW op producten. Wie arm is, moet evengoed BTW betalen op brood of verwarming. Op energie betalen we zelfs 21% BTW alsof het een luxeproduct zou betreffen.

    Een verlaging van de BTW op basisproducten, zoals geëist door de vakbonden, zou natuurlijk een stap vooruit betekenen. Maar waarom wordt er niet meteen een stap verder gegaan met de eis om BTW op levensnoodzakelijke producten (energie, voedsel,…) af te schaffen?

    In de plaats van een dergelijke asociale belasting, is er nood aan een sociaal belastingsstelsel. Dat kan onder meer door een einde te maken aan alle patronale cadeaus die ertoe hebben geleid dat de reële belastingsdruk voor bedrijven is gedaald tot onder de 20%, er wordt beweerd dat de vennootschapsbelasting rond de 16% zou liggen. Dat kon onder meer met de notionele intrestaftrek waarmee 6 miljard euro werd afgetrokken, vooral door de grootste bedrijven (37% van het totaal bij 25 grote bedrijven). In 2006 steeg het fiscale resultaat van de bedrijven die notionele intrestaftrek toepasten met 20%, terwijl ze maar 5% meer belastingen betaalden.

    De 30.000 grootste bedrijven maakten vorig jaar 77 miljard euro winst op een totaal bruto binnenlands product van ruim 300 miljard euro. Ze gaan dus met zowat een kwart van de gecreëerde waarde lopen, terwijl bedrijven slechts instaan voor 12% van de fiscale inkomsten van de overheid. Met andere woorden: nu betalen de breedste schouders het minst.

    Daartegenover plaatsen wij de noodzaak van een progressieve belasting waarbij de rijksten het meest bijdragen. Met de eis voor een vermogensbelasting willen we uiteraard niet diegenen raken die wat spaargeld opzij hebben kunnen zetten, maar wel de grote vermogens. Daarnaast is er nood aan een harde aanpak van fiscale fraude.

    32-urenweek, zonder loonverlies

    De neoliberale logica valt de werklozen en de armen aan, in de plaats van de werkloosheid en de armoede. Wij menen dat het werk moet worden verdeeld zodat iedereen een degelijke en leefbare job zou hebben. Daarom pleiten we voor een kortere werkweek. Het opdrijven van de productiviteit en de arbeidsduur zorgt er vandaag voor dat de werkdruk nooit geziene proporties aanneemt terwijl een deel van de bevolking uit de boot valt. Een korte werkweek zou een antwoord bieden op de werkloosheid maar ook op de werkdruk.

    In de plaats van steeds maar te willen privatiseren en meer diensten over te laten aan de grillen van de winsthonger, is er nood aan meer openbare diensten die effectief in dienst staan van de bevolking. Daartoe zijn er meer publieke middelen nodig voor woningbouw maar ook voor onderwijs, openbaar vervoer,…

    Nationalisatie onder arbeiderscontrole en –beheer

    De nationalisatie van sleutelsectoren van de economie zoals het bankwezen, de energie- en voedingsector,… is nodig om deze in dienst te stellen van de behoeften, niet van de winsten.

    Dit betekent niet dat wij pleiten voor nationaliseringen zoals bij Northern Rock, Roskilde Bank of Freddie Mac en Fannie Mae. Daar komt de overheid tussen om de belangen van het financiële systeem te verdedigen. Er wordt enkel genationaliseerd omdat de belangen van de kapitalisten op het spel staan. Bij deze overheidsinterventies telt niet het algemeen belang en komt er uiteraard geen gemeenschapscontrole met een democratische economische planning. Neen, er wordt genationaliseerd om het bedrijf zo snel mogelijk terug aan private partners over te laten zodra deze opnieuw winst kunnen maken. Dit zien we onder meer bij Northern Rock waar de overheid 2.000 van de 6.500 jobs wil wegsnoeien.

    Wij pleiten daartegenover voor een nationalisering onder democratische controle van de werkenden en hun gezinnen. Daartoe is er nood aan arbeidersbeheer en –controle. In de plaats van te nationaliseren in het belang van de kapitalisten, zou er worden genationaliseerd in het belang van de meerderheid van de bevolking – de werkenden en hun gezinnen. Er zou enkel een compensatie aan de voormalige eigenaars (de aandeelhouders) worden betaald voor zover ze dit echt nodig hebben (bijvoorbeeld voor kleine aandeelhouders met wat spaarcenten die werden geïnvesteerd in aandelen). Uiteraard stellen we niet voor om iedere kleine zelfstandige te nationaliseren, maar enkel de grootste bedrijven (waaronder de banken).

    Een socialistische maatschappij onder controle van de democratische organen van de arbeiders en hun gezinnen

    De eisen die wij voorleggen inzake koopkracht vertrekken vanuit de belangen en behoeften van de meerderheid van de bevolking, de werkenden en hun gezinnen of de arbeidersklasse. De belangen van de arbeidersklasse staan recht tegenover deze van de kapitalisten die enkel oog hebben voor hun winsten.

    Iedere vooruitgang die we vandaag bekomen op het patronaat zal slechts tijdelijk zijn, steeds opnieuw zal worden geprobeerd om verworvenheden terug te schroeven. Dat kan op verschillende vlakken: langer werken voor een lager loon, het opdrijven van de productiviteit,… De wetenschappelijke en technologische kennis die vandaag aanwezig is, zou moeten worden aangewend op het verbeteren van de levensstandaard van de meerderheid.

    Wij pleiten voor een socialistisch alternatief waarin het werk wordt verdeeld in de plaats van de werkloosheid. Een socialistische samenleving zou via democratisch verkozen comités in de wijken, bedrijven, scholen,… – uitlopend in een nationale en internationale arbeidersregering – de planning van de maatschappij en de productie overnemen en zo een einde stellen aan de anarchie van de vrije markt. Politieke vertegenwoordigers zouden op alle niveaus verkiesbaar en permanent afzetbaar zijn en niet meer verdienen dan het loon van een geschoolde arbeider.

  • Syndicale eisen zijn ook politiek

    De eisen vanop de acties voor meer koopkracht zijn niet alleen syndicale eisen, het zijn ook politieke eisen die ingaan tegen de heersende neoliberale logica waarin enkel de winsten van de grote bedrijven centraal staan.

    Het is moeilijk om een gevecht aan te gaan met één arm op de rug gebonden. De syndicale strijd heeft nood aan een politieke arm die dezelfde strijd voor meer koopkracht voert. Op dit ogenblik is er geen enkele grote traditionele partij die daartoe in aanmerking komt, allen verdedigen ze de belangen van de grote bedrijven en aandeelhouders. Als de regering-Leterme aankondigt dat besparingen nodig zijn, vraagt de “oppositiepartij” SP.a zich enkel af waarop wordt gewacht om effectief het mes te zetten in het ambtenarenapparaat. Een echte oppositiepartij zou wijzen op de recordwinsten om het geld te zoeken waar het zit. Bij het Generatiepact voelden we het gebrek aan een eigen politieke partij aan: toen betoogden we met 100.000 tegen het Generatiepact, maar werd bijna geen enkel parlementslid gevonden dat bereid was om ook tegen het Generatiepact te stemmen.

    Het politieke vacuüm biedt ruimte aan allerhande populisten die beweren oplossingen te hebben, maar intussen even goed pleiten voor een verderzetting van het neoliberale beleid. Zolang we de politiek overlaten aan de politiekers, zullen rechtse populisten zoals Dedecker hoogtij kunnen vieren. Dat wordt bovendien gebruikt door de traditionele partijen om te stellen dat er een “verrechtsing” zou zijn en de bevolking nu eenmaal een rechts beleid wil. We weten dat dit niet klopt. Maar als we niet enkel gelijk willen hebben, maar ook gelijk willen krijgen, zullen we nood hebben aan een eigen politieke partij.

    Overal in Europa is er een opgang van linkse formaties, ons land kan niet achterblijven. Alleen is het niet evident om tot een nieuwe formatie te komen. De belangrijkste kracht voor een nieuwe formatie moet volgens ons uit de arbeidersbeweging komen: de syndicale basis die in actie komt voor meer koopkracht. Met en rond deze basis is er nood aan een politieke partij die de syndicale eisen opneemt, kortom: een syndicale partij.

  • Naar een algemene mobilisatie en een algemene staking

    Na de succesvolle actieweek voor koopkracht in juni werd uitgekeken naar een vervolg op deze betogingen en stakingsacties. De opkomst en het enthousiasme voor de actieweek overtrof de verwachtingen van de vakbondsleidingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees en militanten nam mee het voortouw waardoor er relatief veel jongeren en ook meer vrouwen aanwezig waren op de acties. In een aantal bedrijven werd, soms tegen de nationale leiding in, overgegaan tot stakingsacties.

    Een vervolg op deze actieweek bleef lang uit en zal moeten bestaan uit ernstige acties. Er is nood aan een actieplan waarin rekening wordt gehouden met de actiebereidheid en de wil om samen iets te doen voor meer koopkracht. ABVV-voorzitter De Leeuw kondigde aan dat er een stakingsaanzegging voor alle sectoren in alle regio’s van het land komt, maar “de precieze omvang van de protestacties is nog niet gekend.” Het wordt “geen betoging in Brussel, het worden acties op het terrein, in de bedrijven.”

    Er zal nood zijn aan duidelijkheid over de komende acties, zodat deze niet de mist ingaan. Daarbij zou het nuttig zijn om actiemiddelen als een algemene 24-urenstaking (of een 48-urenstaking) in het vooruitzicht te stellen. Een actieplan moet vermijden dat de acties in oktober louter dienen om stoom af te laten. Cortebeeck van het ACV liet al in zijn kaarten kijken: “We gaan een afweging moeten maken tussen de emoties bij de mensen, die hun ongenoegen kwijt willen, en de effectiviteit van een actiedag.”

    Een nationale betoging in oktober zou goed geweest zijn om de acties voor te bereiden, maar met een stakingsaanzegging voor 6 oktober zal het erop aankomen om er een succesvolle stakingsdag van te maken in het hele land. Als we echt willen gehoord worden, zijn drastische middelen nodig. Geen acties om gewoon wat stoom af te laten, maar acties die het patronaat raken waar het pijn doet: in hun portemonnee. Daartoe is er nood aan een oproep tot een algemene staking waarbij deze goed wordt voorbereid met een informatiecampagne op de werkvloer en daarbuiten.

    Tijdens de actieweek voor koopkracht viel reeds op dat de nieuwe generatie militanten, toen pas verkozen bij de sociale verkiezingen van mei, goed vertegenwoordigd was. Er waren veel jongeren en ook veel vrouwen op de betogingen. Dat is een goede ontwikkeling waarop we verder kunnen bouwen. Koopkracht is geen thema dat beperkt is tot de traditionele syndicale middens, het moet worden gebruikt om de impact van de vakbonden uit te breiden onder alle werkenden, uitkeringstrekkers, jongeren,… Het zal niet volstaan om een actie uit te roepen, om er effectief een succes van te maken en de vruchten van dat succes te kunnen plukken, zal een maximale betrokkenheid van de basis vereist zijn.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop