Category: Op de werkvloer

  • Minister De Coninck duwt werklozen onder de armoedegrens

    Pak de werkloosheid aan, niet de werklozen!

    Toen de regering Di Rupo 1 eind vorig jaar in het zadel gehesen werd, gebeurde dit op basis van een regeerakkoord met voor 11,3 miljard euro besparingen op kap van de gewone bevolking. Zoals zo vaak het geval koos men ervoor om de zwaksten het hardst aan te pakken. Zo kreeg men reeds snel de werklozen en hun uitkeringen in het vizier. Het kostte de regeringsonderhandelaars weinig tijd om een akkoord te vormen over een daling van de uitkeringen doorheen de tijd tot op een niveau ver beneden de armoedegrens.

    Door Sanja, een jonge werkende met een uitgebreide ervaring inzake laag betaalde tijdelijke en flexibele jobs…

    Veel tijd om aan het idee te wennen krijgen de werklozen niet. De geplande degressiviteit van de uitkeringen zal vanaf november van start gaan. De werkloosheidsuitkeringen zullen vanaf dan, in fases, gemiddeld met een kwart dalen. “Voor gezinshoofden gaat het om een daling met 12 procent, voor alleenstaanden met 17,5 procent. Samenwonenden worden het hardst getroffen. Voor hen zakt de uitkering met 41,5% tot 483 euro per maand.” (DM, 10/05). De maatregelen hebben tot gevolg dat langdurig werklozen een uitkering zullen krijgen die ver onder de Europese norm ligt. Een alleenstaande zal nog slechts 973 EUR per maand ontvangen.

    Tekort aan jobs; regering richt haar pijlen op de werklozen

    Minister van werk Monica De Coninck stelt deze asociale maatregel graag voor als een ‘duwtje in de rug’ voor – al dan niet langdurig – werklozen die het zoeken naar een job uit luiheid, demotivatie, onwil of wat dan ook hebben opgegeven, en zich vervolgens lustig laten bedienen door onze sociale zekerheid. Ministers mogen tot in de oneindigheid fabels verkondigen om ons om de tuin te leiden maar de werkelijkheid liegt er niet om: volgens een werkloosheidsbericht van de VDAB telt Vlaanderen eind mei 188.222 werkzoekenden. Dit staat in schril contract met het aantal vacatures: +- 22.000. Bovendien zijn deze officiële cijfers een systematische onderschatting van het werkelijk aantal mensen zonder job.

    De werkloosheid in Vlaanderen is gestegen met 3,2% tegenover 2011, en opvallend daarbij is de stijging van de jeugdwerkloosheid (-25jaar). Deze stijgt met 7,9% op jaarbasis! De jongeren zijn oververtegenwoordigd bij de startende uitzendkrachten en bovendien voelen jongeren die op zoek zijn naar een (eerste) baan als eersten de effecten van de economische terugval.

    Als kers op de taart werd de notie van schoolverlaters vervangen door ‘beroepsinschakelingstijd’, wat voor jongeren zoveel betekent als een extra verlenging van de wachttijd voor een uitkering die voorheen 1 jaar bedroeg. En alsof het nog niet genoeg is, komt daarbovenop nog een beperking in de tijd van de uitkering zelf.

    Zouden deze jongeren allemaal te lui zijn om werk te zoeken of zijn ze het slachtoffer van een systeem dat de zwakkeren wil doen opdraaien voor de crisis?

    Lagere uitkeringen én lagere lonen

    Door aan de uitkeringen te sleutelen – lees: verlagen tot onder de armoedegrens – wil de regering de werklozen in de feiten verplichten om jobs te aanvaarden aan extreem lage voorwaarden. Een ander pervers effect van dit mechanisme is dat het eveneens een druk op de lonen zet van degenen die reeds aan het werk zijn.

    We worden vandaag geconfronteerd met een beleid dat niet alleen de werkende bevolking laat betalen voor de schuldencrisis – die in realiteit veroorzaakt werd door de onbegrensde winsthonger een handvol grote bedrijven en banken -, maar ook de werklozen verantwoordelijk stelt voor hun moeilijke situatie. Zo creëert men een neerwaartse trend waarin kwaliteitsvolle jobs dreigen te verdwijnen omdat deze steeds vaker plaats moeten ruimen voor precaire (interim)contracten en versoepelde ontslagregeling op kosten van de gemeenschap.

    De Gazet Van Antwerpen (9/3/2012) publiceerde een studie van de RVA waaruit bleek dat één definitief geschorste werkloze op vijf na drie negatieve evaluaties direct werk vond. De krantenkop windt geen doekjes om deze neoliberale logica: ‘’Harde aanpak leidt werklozen naar een job’’. Nergens in het artikel vindt men echter terug dat werklozen sneller verplicht worden een job buiten het beroep te aanvaarden, of dat een jongere geen enkele job mag weigeren die zich binnen een straal van 60 km bevindt. In welke bochten men zich vandaag moet wringen om aan een stabiele job te geraken en welke zware gevolgen dat met zich meebrengt voor de algemene levensstandaard en de wijze waarop deze onzekerheid op iemand kan wegen, wordt eveneens uit de weg gegaan. Men zou op basis van het artikel haast geloven dat onze minister van werk met een netto maandloon van 10.708 euro effectief weet wat het is om van een uitkering te moeten leven die zich weldra ver onder de armoedegrens bevindt.

    Banken die gered moeten worden door de staat omdat ze in het wilde weg gespeculeerd hebben met ons geld, of machtige multinationals die via de notionele interestaftrek amper belastingen betalen, worden nauwelijks ter verantwoording geroepen. Het is meer dan ooit duidelijk aan wiens kant de regering staat.

    Wat als… minister De Coninck een laaggeschoolde vijftigplusser zonder werk was?

    Op 23 april verscheen er een verslag door Rhea Moonen op de website van De Wereld Morgen over een debat tussen het ACV, het ACLVB en minister van werk Monica De Coninck. Er waren ook enkele werklozen aanwezig die hun ervaringen mochten delen met de minister. Zo was er de getuigenis van Lieve, een vijftigplusser die na een actieve carrière op straat kwam te staan. Na jaren van vruchteloos zoeken naar een vaste job en na het aannemen van talloze flutjobs had ze nog steeds geen werk gevonden. Wat ze stelselmatig te horen kreeg van de werkgevers was dat ze te oud was. Monica De Coninck antwoordde hierop: ‘’Ik ben zelf vijftigplusser, ik kan me niet voorstellen dat mensen me zouden zeggen dat ik niet meer zou kunnen werken. Er zijn heel wat vooroordelen over deze groep die onterecht zijn.’’

    Deze voluntaristische uitspraak van minister De Coninck kan de realiteit niet verbloemen. Alsof haar bevoorrechte positie op één of andere manier te vergelijken valt met de situatie van Lieve, of van de tienduizenden andere werklozen die moeten concurreren voor jobs die er niet zijn…

    In het eerder vernoemde werkloosheidsbericht van de VDAB zien we dat de laaggeschoolde werkzoekenden oververtegenwoordigd blijven in de werkloosheidscijfers. Het gaat om 96.360 mensen, oftewel 51,2% van het totaal aantal werklozen! Laag -en middengeschoolde werkzoekenden zijn samen goed zijn voor 85,7%. De hooggeschoolde werkzoekenden maken ‘slechts’ 14,3% van het totaal uit, hoewel dit aantal op jaarbasis met 2% procent gestegen is. Bij 50-plussers is de werkloosheid gedaald met 2,3%, maar toch bevinden één op vier van de werkzoekenden – 50.299 mensen – zich in deze categorie. Mevrouw De Coninck moest maar eens een laaggeschoolde vijftigplusser zijn die net haar werk verloren heeft. Hoe zou ze er dan over denken?

    Syndicaal verzet nodig

    In het artikel op DeWereldMorgen.be wordt geschreven dat de vakbonden ACV en ACLVB ”tevreden zijn over de dialoog die gevoerd werd” … “omdat de minister de focus niet alleen legde op de werklozen, maar ook op de bedrijven en hun verantwoordelijkheid daarin’’. Aanwezig waren Karim Dibas, verantwoordelijke voor de werkzoekendenwerking van het ACV en Sabine Slegers, nationaal secretaris van het ACLVB.

    Dergelijke uitspraken van de aanwezige syndicale verantwoordelijken kunnen op zijn minst verbazend naïef genoemd worden. Hoe is het mogelijk dat ze ‘tevreden zijn’ met een hervorming van het werkloosheidssysteem, waarin een aanval op de werklozen centraal staat, en beloofde maatregelen die de pil moet verzachten nog altijd bij woorden blijven? Wanneer het gaat over het invoeren van repressieve maatregelen voor de werklozen zoals het beperken van uitkeringen en het verlengen van wachttijden voor jongeren, is men er als de kippen bij om voorstellen te formuleren. Wanneer echter de bedrijven en hun ‘verantwoordelijkheid’ ter sprake komen, volgen er nauwelijks concrete eisen en blijven we in het ongewisse zitten. Wanneer zal dat eens op een offensieve manier worden uitgespeeld door de bonden?

    Een socialistisch antwoord op de werkloosheid en de crisis

    De afbouw van het werkloosheidsstel en de flexibilisering van de arbeidsmarkt gaat tevens gepaard met een afbraak van het pensioenstelsel, de budgetten voor sociale huisvesting, het onderwijs, het openbaar vervoer, en talrijke andere openbare diensten. Deze neoliberale logica zal stelselmatig onze koopkracht verder ondermijnen, wat onze economie in deze crisistijden nog verder de dieperik in zal duwen.

    Als socialisten moeten we buiten de grenzen van het kapitalistisch system durven denken. We mogen geen genoegen nemen met voorstellen en maatregelen die enkel en alleen zout op de wonde strooien. Enkel een 32-urenweek met behoud van loon en bijkomende aanwervingen kan een échte oplossing bieden voor de structurele werkloosheid.

    Om dergelijke maatregelen te realiseren zullen we echter niet kunnen rekenen op de politici van de traditionele partijen. We zullen onze eigen politiek instrument moeten ontwikkelen; een nieuwe arbeiderspartij die een rol kan spelen in het organiseren van de strijd tegen het neoliberale besparingsbeleid en vóór de belangen van de werkenden, uitkeringstrekkers en hun gezinnen. Zo’n partij kan tevens dienen als een plaats waar we kunnen debatteren over hoe we komaf kunnen maken met een systeem waarin enkel de winsten van een kleine minderheid tellen. En, uiteraard, over hoe we een democratisch socialistische maatschappij vorm kunnen geven. Rood! wil alvast het terrein voorbereiden om tot zo’n linkse partij te komen.

  • Sociaal plan laat doek over Crown vallen. Rechters spreken zich uit tegen eenzijdig verzoekschrift

    Deze week viel het doek over Crown. Er werd een sociaal plan goedgekeurd dat boven het wettelijke minimum ligt. Bij gebrek aan een strategie om het protest uit te breiden tot een offensieve strijd voor het behoud van alle jobs door het bedrijf in publieke handen te nemen, werd een dergelijk sociaal plan door een ruime meerderheid van het personeel als enige haalbare kaart gezien. Net voor het doek viel, kwam er een belangrijke uitspraak van het Antwerpse Hof van Beroep dat bijzonder scherp uithaalde naar het gebruik van eenzijdige verzoekschriften tegen collectieve acties.

    Op 19 juni was er een solidariteitsactie voor de poorten van Crown Cork in Deurne. Bedoeling was om de bezettingsactie die bezig was te versterken. Het personeel werd een week eerder geconfronteerd met een lock-out. Bijna een maand voor de voorziene sluiting waardoor 305 van de 322 werknemers op straat zouden staan, ging de directie over tot het letterlijk op straat zetten van iedereen. De poorten gingen dicht. Het protest kwam onmiddellijk op gang en het bedrijf werd bezet.

    Dat was het geval tot 19 juni. Vlak voor de solidariteitsactie kwam een legertje van deurwaarders de collectieve actie verstoren. Ze hadden beschikkingen op basis van een eenzijdig verzoekschrift dat was toegekend door het Hof van Beroep (wat betekent dat de directie in eerste aanleg bot had gevangen). Wie het terrein nog zou betreden, kon een boete van 2.000 euro krijgen.

    Mensen die tientallen jaren op Crown Cork hadden gewerkt en de patroons ruime winsten hadden opgeleverd, zouden een zware boete moeten betalen als ze te dicht bij hun werkplek kwamen. Dat vertelden deze deurwaarders die voor het eerst de bedrijfssite van dichtbij zagen en ze hadden daarvoor een beslissing van een rechter die het niet eens de moeite vond om het standpunt van het personeel te horen.

    Vertegenwoordigers van de vakbonden tekenden derdenverzet aan, dat is een procedure om alsnog tot een uitspraak ‘op tegenspraak’ te komen. Kortom, een beroep tegen een beslissing waarbij het personeel niet werd gehoord met de vraag om een nieuw proces te voeren waarbij het standpunt van de werknemers wél aan bod komt. Het Hof van Beroep behandelde dit derdenverzet en vernietigde de eerdere uitspraak op eenzijdig verzoekschrift.

    In de laatste uitspraak (van 29 juni) wordt uitdrukkelijk erkend dat het bezetten van een bedrijf (zelfs indien het voornamelijk om de kantine en de parking gaat) onderdeel is van het recht op collectieve actie. De aanwezigheid van de werknemers op de bedrijfssite had volgens het Hof tot doel om “op een effectieve wijze uiting te kunnen geven aan hun geweldloze collectieve actie.”

    Er wordt bevestigd dat de acties werden georganiseerd door de representatieve vakbonden waarvan de vertegenwoordigers bij de directie bekend zijn, waardoor een procedure niet op eenzijdig verzoekschrift dient te gebeuren. Volgens het Hof was het mogelijk om het standpunt van de werknemers van bij het begin van de procedure aan bod te laten komen, er waren geen omstandigheden die dergelijke ‘tegenspraak’ onmogelijk maakten.

    Bovendien werd door de directie enkel een procedure ingesteld om de collectieve acties van het personeel te breken. Het Hof weerlegt daarmee de traditionele patronale argumenten dat een eenzijdig verzoekschrift met dwangsommen tegen een stakingspost of een bezettingsactie gericht is op het vrijwaren van het eigendomsrecht. De feitelijke doelstelling van de directie, het breken van de collectieve actie, wordt uitdrukkelijk erkend.

    De uitspraak van het Antwerpse Hof van Beroep is belangrijk omdat het bevestigt dat een bedrijfsbezetting onderdeel is van een collectieve actie, dat het voeren van een procedure op eenzijdig verzoekschrift tegen een collectieve actie niet zomaar kan en dat bijzonder omzichtig moet omgesprongen worden met het breken van een collectieve actie. Hiermee zit het Hof in het verlengde van een eerder ingenomen standpunt van het Europees Comité voor de Sociale Rechten.

    Bij de acties die ongetwijfeld zullen volgen bij komende sluitingen en collectieve afdankingen, zal de uitspraak van het Hof van Beroep nuttig zijn. Er werden bij herstructureringen dit jaar al 62% meer jobs bedreigd dan in dezelfde periode vorig jaar. In juni ging het onder meer om Philips Turnhout (136 jobs), Desso Dendermonde (91), Emgo Lommel (118) en 13 andere bedrijven waar in totaal 1.514 jobs bedreigd zijn. Bovendien volgen er nog andere bedrijven, bij ArcelorMittal komt er mogelijk een herstructurering die een duizendtal jobs in ons land bedreigt.

    Dat het recht op actievoeren door een rechter wordt erkend, is een goede zaak. Dat moeten we aangrijpen om onze strijd vooral te kunnen richten op het behoud van jobs. Hoeveel goede jobs zullen via sociale plannen nog verdwijnen om in het beste geval plaats te maken voor slecht betaalde en onzekere jobs waarmee jongeren geen toekomst kunnen uitbouwen? Het is begrijpelijk dat bij Crown Cork een grote meerderheid van het personeel uiteindelijk met het sociaal plan instemde en een goed sociaal plan is belangrijk. Maar er zat meer in indien een offensieve strijd voor het behoud van alle jobs werd gevoerd, waarbij deze strijd niet enkel aan de arbeiders van Crown Cork en hun sympathisanten werd overgelaten maar werd opgenomen door de volledige arbeidersbeweging en waarbij ervoor werd opgekomen om het bedrijf in publieke handen te nemen. (Lees ons eerder standpunt: ‘Crown mag geen tweede Opel worden’). De arbeidersbeweging moet dringend het debat aangaan over hoe we effectief kunnen ingaan tegen de golf van collectieve afdankingen en de oprukkende werkloosheid. Of zullen we toelaten dat pakweg ArcelorMittal een derde Opel wordt?

  • Intussen op de vergrijzingsmarkt: vastgoedfondsen zien enorme kansen

    Omdat de overheden onvoldoende investeren om de groeiende zorgvraag van bejaarden op te vangen, is er ruimte voor private vastgoedfondsen om rusthuizen te bouwen en grote winsten op te strijken. Na de tekorten in de kinderopvang, de scholen, de sociale huisvesting, de werkgelegenheid volgt nu het tekort aan plaatsen in rust- en verzorgingstehuizen. Er zou maandelijks zo’n tehuis moeten bijkomen, beweert vastgoedfonds Cofinimmo.

    De krant De Standaard brengt vandaag het nieuws dat er jaarlijks 1.600 tot 3.000 nieuwe bedden nodig zullen zijn in de rust- en verzorgingstehuizen. Cijfers van het Planbureau geven aan dat er de komende vijftig jaar 600.000 zorgbehoevende ouderen zullen bijkomen. De overheden zijn daar uiteraard niet op voorbereid, het gebrek aan middelen leidt op alle vlakken tot tekorten. We staan stilaan van geboorte tot overlijden op allerhande wachtlijsten.

    Waar de overheid niet tussenkomt, ontstaat er extra ruimte voor de private sector. Vastgoedfondsen zijn al langer actief op de vergrijzingsmarkt. Ze doen dat niet uit eerbied voor de grijze haren van de bewoners van tehuizen, maar wel degelijk om de eigen winsten op te krikken. Het Belgische vastgoedfonds Cofinimmo is op enkele jaren tijd uitgegroeid tot de grootste speler op de Europese markt. De tehuizen zijn goed voor 34% van de portefeuille van het bedrijf, kantoren zijn nog slechts goed voor een kleine 50%. Voorheen werd Cofinimmo groot op de kantorenmarkt.

    De sector van rusthuisvastgoed is volgens De Standaard bijzonder aantrekkelijk. De krant schrijft: “Het ‘leuke’ is dat de vraag groot is en niet conjunctuurgebonden. Daardoor is de bezettingsgraad van de gebouwen zo goed als 100 procent. Bij de kantoorgebouwen in de portefeuille van Cofinimmo was dat afgelopen jaar maar goed 93 procent.” De problemen op de kantorenmarkt zijn de afgelopen jaren toegenomen als gevolg van de algemene crisis en door een overaanbod als gevolg van speculatie.

    Nu wordt gehoopt dat er in de rusthuissector meer mogelijkheden zijn, het is echter maar de vraag hoe snel er daar sprake van overaanbod zal zijn. Rusthuisvastgoed is één zaak, het organiseren van de tehuizen een andere. Met de crisis en het besparingsbeleid komt ook de levensstandaard van ouderen onder vuur te liggen. De cijfers van het Planbureau hebben het over de komende 50 jaar. Maar zullen jonge werkenden van vandaag met hun tijdelijke, onzekere en laag betaalde jobs een plaats in een rusthuis kunnen betalen? Zeker indien dat prijskaartje bijzonder hoog uitvalt omwille van besparingen op de verzorgingssector?

    Cofinimmo beperkt zich niet tot rust- en verzorgingstehuizen. In Frankrijk wordt ook al geïnvesteerd in psychiatrische ziekenhuizen en revalidatiecentra. Het bedrijf wil nog niet in ziekenhuizen stappen, die zijn te groot en te moeilijk om te herbestemmen. Door investeringen in de zorgsector over te laten aan de private winsthonger van vastgoedbedrijven die gekend staan voor hun speculatief optreden, spelen de overheden met de toekomst van onze zorgverlening. Zorg is te belangrijk om aan de logica van de winst over te laten, de overheid moet dringend orde op zaken stellen met een project van publieke investeringen.

  • ACOD-TBM schrijft open brief aan minister Crevits: investeer in openbaar vervoer!

    Minister Crevits leek verbaasd over het feit dat België de Europese ranglijst van tijdverlies door files aanvoert. Gemiddeld staan Belgen 55 uur per jaar stil op de weg. De minister kondigde aan dat ze verkeerslichten op elkaar wil afstemmen en… dat ze pleit voor investeringen in het openbaar vervoer. Dat is een opmerkelijke bocht, totnutoe bleef de minister doof voor het protest tegen de besparingen die ze oplegt. Regiosecretaris Rita Coeck van ACOD-TBM schreef hierover een opmerkelijke open brief aan de minister.


    Mevrouw de minister,

    Met aandacht keken wij naar uw reactie, tijdens het TV1 journaal van 21 juni 2012, op de publicatie van een Europese ranglijst die aantoont dat wij gemiddeld 55u per jaar, per bestuurder, stilstaan op onze wegen.

    Opmerkelijk daarbij was dat van alle belangrijke steden in Europa, Brussel en Antwerpen in de top drie van filevorming staan. Voor onze verplaatsingen doen wij meer en meer beroep op de wagen, ook voor korte afstanden en dit probleem zal alleen maar toenemen tenzij hiervoor inspanningen worden gedaan.

    TV1 stelt dat u zich zal richten op het op elkaar afstemmen van verkeerslichten en dat u pleit voor investeren in een sterk openbaar vervoer.

    Voor de ACOD/TBM en het Lijnpersoneel is het bemoedigend dat u deze concrete conclusie maakt, want dat is exact waar wij u aanhoudend sinds uw aantreden als verantwoordelijke minister hebben van willen overtuigen. Jammer genoeg moesten hiervoor eerst deze pijnlijke cijfers op tafel komen waaruit blijkt dat wij in Vlaanderen één van de slechtste van de Europese klas zijn.

    Weet echter dat onder uw bevoegdheid vandaag een bewuste keuze wordt gemaakt om het openbaar vervoer drastisch af te bouwen en dat duizenden busritten dit jaar nog zullen verdwijnen. Dit houdt bovendien een banenverlies in van 600 voltijdse bij De Lijn. Besef ook dat u met de toepassing van het decreet basismobiliteit een loopje neemt en dat wij u hiervoor vandaag verantwoordelijk wensen te stellen.

    Wij herinneren u eraan dat u zich ongevoelig blijft opstellen voor alle acties die wij als huisvakbond bij De Lijn daaromtrent al voerden. U kan er echter niet meer naast kijken, dat bovenop onze acties het ene burgerinitiatief na het andere wordt opgestart om een halt toe te roepen aan uw beleid.

    Niet alleen het personeel van De Lijn maar ook de reiziger laat ondertussen duchtig van zich horen. In Mechelen organiseerden busgebruikers een recordpoging “busvullen”, in Dendermonde voerde men actie aan de gemeenteraad en werd een comité opgericht, in Limburg en elders knokken reizigers voor het behoud van hun snelbuslijnen. De opvallendste burgerinitiatieven zijn zeker “Antwerpenaars tegen de besparingen bij De Lijn” die acties op touw zetten onder de slogan: “Langer wachten op bus en tram? Dan maken we het best gezellig!”. Het collectief “Gentenaars tegen besparingen” kon rekenen op heel wat media-aandacht en het leverde hen ernstige besprekingen op met het stadsbestuur.

    Kortom, mevrouw de minister, de belastingbetaler verweert zich in heel Vlaanderen. Wanneer de volgende golf besparingsmaatregelen bij De Lijn tegen het einde van deze zomer effectief zullen uitgevoerd worden, zal het algemeen protest enkel maar toenemen. Uit wanhoop beroept De Lijn zich voortaan op Duvel-Moortgat om het nachtnet te kunnen behouden en zo de duurzame mobiliteit bij vrijetijdsbesteding te verzorgen. Hiermee ontloopt u eens te meer uw verantwoordelijkheid, want mevrouw de minister, het is niet aan een brouwer maar aan u om deze rol te vervullen.

    Dit gezegd zijnde, hopen wij dat u de oplossingen die u in het TV journaal openbaar heeft gemaakt ook daadwerkelijk gaat uitvoeren.

    Wij nemen uw woorden zeer ernstig, zoals wij deze ook ernstig namen in 2010 toen u het Lijnpersoneel overtuigde dat u ging snoeien om te groeien. Het snoeien hebben wij gemerkt, het groeien blijft echter uit. Wij betreuren dat sinds uw aantreden, het vervoeraanbod en de dienstverlening er bij De Lijn enkel op achteruit zijn gegaan. Dalende cijfers in reizigersaantallen en inkomsten bij De Lijn zijn hiervan het directe gevolg.

    Vandaag dringen wij er nogmaals formeel op aan, om uw verantwoordelijkheden als Vlaams minister van mobiliteit en openbare werken op te nemen en prioriteit te geven aan duurzame mobiliteit. Dit betekent voor ons volle inzet op openbaar vervoer en betere doorstroming in Vlaanderen zodat wij en de Vlamingen in het algemeen, in de nabije toekomst niet alleen effectieve, maar deze keer ook positieve evoluties bij het openbaar vervoer kunnen waarnemen.

    Tot op heden zagen wij van u duidelijk twee gezichten, één voor de media, het andere als uitvoerder van het “echte” beleid voor mobiliteit. Dit kan in de nabije toekomst de sociale vrede bij De Lijn ernstig in gevaar brengen. Bij de opmaak van de exploitatiebegroting 2013 voor De Lijn, zullen wij zeker op uw uitspraken van heden terug komen.

    In naam van het Lijnpersoneel en de Vlaamse openbaar vervoergebruiker, rekenen wij op u voor een toereikend exploitatiebudget voor De Lijn.

    Met vriendelijke groeten

    Rita Coeck

    Bron: http://www.acod-tbm.be/antwerpen/joomla/index.php?option=com_content&task=view&id=2241&Itemid=44

  • Crown Cork. Deurwaarders doen nog schepje bovenop patronale agressie

    De afgelopen dagen en weken werden de werknemers van Crown Cork in Deurne het slachtoffer van patronale agressie. De directie maakte bekend dat het winstgevende bedrijf de deuren sluit. Het personeel wordt, vaak na tientallen jaren dienst, aan de deur gezet. Als het van de directie afhangt, gebeurt dat met het absolute minimum. Een uur voor de solidariteitsbijeenkomst vandaag werden deurwaarders op het piket afgestuurd.

    Verslag en interview door Geert

    Vorige week besloot de directie om de geplande sluiting van begin juli te vervroegen. De poorten gingen dicht en het personeel moest thuisblijven. Er werd meteen gereageerd op deze lock-out, de arbeiders hielden het bedrijf bezet. Er was een levendig en goed bijgewoond piket en vandaag werd een bredere solidariteitsbijeenkomst gepland.

    Nog voor die bijeenkomst plaatsvond en midden de praktische voorbereiding ervan, kwamen plots enkele deurwaarders naar het piket. Ze hadden eenzijdige verzoekschriften bij en dreigden met boetes tot 2.000 euro voor wie op het terrein kwam. De arbeiders mochten het materiaal van het piket van de parking verhuizen naar de straat. Hierna wilden de deurwaarders de poorten sluiten, maar het duurde enkele uren vooraleer ze een vorkheftruck die de poort blokkeerde weg kregen.

    Op de solidariteitsactie waren er enkele honderden aanwezigen, waaronder arbeiders en bedienden van Crown Cork aangevuld met sympathisanten die vooral door het ABVV werden gemobiliseerd en ook de linkse bewegingen/partijen Rood! en PVDA.

    Er was gedurende enige tijd een bezetting van drukke kruispunten in de buurt. Tijdens de solidariteitsoptocht probeerde de politie namelijk om het materiaal van het piket voor de poorten van Crown te verwijderen. Ondertussen werd langs een andere ingang een takelwagen op het terrein gebracht om de blokkerende vorkheftruck weg te krijgen. Een eerdere naïeve poging van de deurwaarders om naar de sleutels van de vorkheftruck te vragen, leverde heel veel sleutels op waarop ze nog geen stap verder stonden.

    Op de solidariteitsactie was er ook een groep LSP-leden, zowel syndicalisten als jongeren. We verdeelden een open brief van onze woordvoerder Jarmo Van Regemorter, tevens kandidaat op de lijst van Rood! bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. In die brief werd gepleit voor een actieplan met een lokale solidariteitsbetoging in de komende dagen waar de oproep voor een regionale 24-urenstaking in de metaal kan gelanceerd en geconcretiseerd worden. Dat kan gepaard gaan met een nationale campagne. Zo laten we de ruim 300 arbeiders en bedienden van Crown de strijd niet alleen voeren. Door het volledige gewicht van de arbeidersbeweging in te zetten, kunnen we de overheden dwingen om dit bedrijf in publieke handen te nemen en een sociaal bloedbad te vermijden.


    Interview

    ACV-delegee Santiago: performant bedrijf en bijhorende jobs opgeofferd voor extra winsten

    Aan het piket spraken we met ACV-delegee Santiago die al 37 jaar op het bedrijf werkt. “De directie nam de beslissing om te sluiten omdat we volgens hen slecht zouden scoren in vergelijking met andere bedrijven. Wij stelden dat dit niet klopt en vroegen een doorlichting door een extern bureau, uiteindelijk werd dat afgedwongen door de Europese Ondernemingsraad. Tijdens de doorlichting werden de poorten dicht gehouden, maar werd wel geproduceerd. Er werd een stock opgebouwd. Uit de doorlichting bleek dat Crown Cork in Deurne helemaal niet slecht scoort.

    “Er waren verdere onderhandelingen, onder meer rond de mogelijkheid om de kleinere site uit Hoboken ook naar Deurne over te brengen. Maar vooral de investering in aluminium zou een verschil maken. De directie weigerde dat, er wordt liever in lageloonlanden geïnvesteerd ook al staat hier een performante fabriek waarbij de bestaande lijnen mits een investering in machines nog meer dan vandaag zouden opbrengen.

    “De directie wachtte het overleg niet af. Er waren twee gemandateerden van de directie om de sluiting door te voeren, een Engelsman en een Schot. Die kregen als budget het wettelijke minimum voor de opzegvergoedingen. Toen nieuw overleg gepland was, liet de directie het bedrijf volledig afsluiten. Zogezegd omdat ze ‘schrik’ hadden. Hierop werd het fabriek bezet en dat gebeurde zonder enig probleem. Tot er vandaag deurwaarders opdoken…

    “Tegen die achtergrond vinden morgen opnieuw onderhandelingen plaats bij Agoria. Na dergelijke provocaties zal een ‘verzoening’ niet evident zijn. Wij blijven gaan voor een goed sociaal plan.”

  • Crown mag geen tweede Opel worden!

    Overheid moet tussen komen om bedrijf in publieke handen te nemen

    Open brief door JARMO VAN REGEMORTER, woordvoerder van LSP-Antwerpen en kandidaat op de lijst van Rood! bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. PDF

    Crown Cork sluit de deuren. Het nieuws sloeg begin dit jaar in als een bom bij de 322 werknemers en de gemeenschap in Deurne. Een winstgevend bedrijf – 1,565 miljoen euro in 2009 en 2,633 miljoen euro in 2010 – zet zijn personeel koudweg op straat omdat er Oost-Europese landen zijn waar de arbeiders en bedienden harder uitgebuit kunnen worden en dus meer winst opleveren.

    Door middel van allerlei patronale cadeaus zoals de notionele interestaftrek voerden politici – op alle niveau’s: Belgisch, Vlaams, Waals, Brussels en lokaal – de afgelopen jaren een pamperbeleid voor de bazen. Crown Cork is een treffend voorbeeld: de directie kreeg 8 miljoen euro cadeau aan notionele interestaftrek. Gedurende die periode dankte Crown Cork stelselmatig mensen af en nu sluit de vestiging in Deurne volledig. Het argument dat de notionele interestaftrek investeringen stimuleert en dus banen creëert – een argument dat door alle gevestigde politieke partijen verdedigd wordt – is wel erg cynisch…

    De LSP (Linkse Socialistische Partij) ondersteunt de bedrijfsbezetting omdat het de meest doeltreffende manier is om terug te vechten tegen het bloedbad dat de directie wil aanrichten. Hoewel de bazen via een lock-out probeerden om de werknemers van Crown Cork uit hun eigen bedrijf buiten te sluiten, wordt nu aangetoond dat dit niet zomaar mogelijk is. De bezetting van de fabriek door de mensen die er werken werpt de vraag op wie de fabriek zou moeten bezitten. De mensen die er werken en begaan zijn met de functionering ervan en met het sociale weefsel in Deurne en Antwerpen; of de enkel op winst beluste haaien die nooit genoeg profijt kunnen maken en daartoe bereid zijn tot het aanrichten van sociale bloedbaden.

    Wij denken dat de strijd voor een goed sociaal plan zeer belangrijk is. Maar hoeveel sociale plannen waarbij goede jobs verdwijnen kunnen we ons nog veroorloven? Er is een offensieve strijd nodig voor het behoud van alle jobs. Dat mogen we niet alleen aan de 322 arbeiders van Crown en hun sympathisanten overlaten. De volledige arbeidersbeweging moet haar sterkte gebruiken om de overheid ertoe te dwingen om het bedrijf in publieke handen over te nemen.

    Volgens LSP heeft de overheid de verantwoordelijkheid om het behoud van de jobs te verzekeren. Ze beschikt immers wel degelijk over de hefbomen om de fabriek over te nemen en zo de productie te garanderen. Zo’n overname zou niet mogen leiden tot een verkoop aan de hoogst biedende, maar moet verzekeren dat de fabriek blijft draaien in het belang van de werknemers en de gemeenschap. Een bedrijf dat op die manier genationaliseerd is, zou onder democratische controle van de werknemers moeten staan. Enkel zo kan de toekomst voor Crown Cork veilig gesteld worden. Of zal de overheid opnieuw lijdzaam toekijken hoe een sociaal bloedbad zoals bij Opel wordt aangericht?

    Een voorstel van de vakbonden om jobs te verzekeren met een alternatief plan door de uitbouw van de productie van aluminiumverpakkingen werd botweg van tafel geveegd. De arbeiders hebben jaren de winsten voor Crown verzekerd; als dank krijgen ze nu hun C4. Als een bank in de problemen komt, wordt ze gered door de overheid. Waarom deze keer niet nationaliseren om meer dan 300 jobs te redden? Wij denken dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet opnemen en moet overgaan tot een onteigening en nationalisatie van de fabriek.

    Een goede organisatie van de strijd zal noodzakelijk zijn. De afgelopen dagen werd aan het piket getoond dat zoiets mogelijk is. Met een actieplan en een actieve solidariteit van arbeiders uit de sector en de regio – alsook vanuit de buurt – kunnen we stappen vooruit zetten. Een regionale betoging voor werk in de komende dagen zou nuttig zijn om de solidariteit te organiseren. Waarom niet als opstap naar een regionale staking in de metaalsector? We mogen de arbeiders van Crown niet alleen laten vechten. De opbouw van hun strijd moet gepaard gaan met een nationale campagne voor de nationalisatie van Crown en eender welk bedrijf dat met sluiting bedreigd wordt.

    Deze strijd zal door de vakbonden moeten georganiseerd worden. Bij Opel zagen we immers dat we niet op de gevestigde politiekers moeten rekenen. Die blijven zich vastklampen aan een beleid dat uitgaat van de belangen van de bazen, managers en aandeelhouders. Als we met die politiek willen breken dan zullen we onze strijd ook op politiek vlak moeten voeren. In het kader van de opbouw van een breed, open en democratisch politiek alternatief steunt LSP de beweging Rood!

  • Protest tegen sluiting raffinaderij in Britse Coryton

    Als de regering en de curatoren hun zin krijgen, zullen 800 arbeiders van de olieraffinaderij Coryton hun job verliezen. De raffinaderij wordt vanaf 19 juni volledig stil gelegd. De raffinaderij was samen met onder meer BRC in Antwerpen eigendom van het Zwitserse Petroplus dat in januari failliet ging. De site in Groot-Brittannië werd overgegeven aan PriceWaterHouseCoopers. De Antwerpse vestiging van Petroplus werd ondertussen overgenomen. Voor de Britse raffinaderij vond PwhC geen echte overnemer.

    David Murray

    Het hoogste bod, PwhC wil zoveel mogelijk geld ontvangen los van de gevolgen voor de arbeiders, komt van een bedrijf dat deel lijkt uit te maken van Shell en dat de raffinaderij wil sluiten om er een terminal van te maken. Op de site zou een faciliteit komen om brandstof te importeren. Er zou slechts een fractie van het huidige aantal werknemers terecht kunnen. Heel wat arbeiders zouden, soms na decennia in de raffinaderij te hebben gewerkt, zonder inkomen vallen. Zelfs de betaling van de ontslagpremies is niet zeker.

    De vakbondsmilitanten van Unite organiseren verzet. Op 11 juni voerden ze actie voor de poorten van de raffinaderij en voor het brandstofdepot van Vopak, een toevoerhub voor benzinestations in de regio. De militanten trokken in betoging naar het centrum van Corringham, een lokaal stadje. Daar werden ze warm verwelkomd door omstaanders die begrijpen dat een sociaal bloedbad rampzalig is voor hun gemeenschap.

    Het raakte bekend dat het bod van Shell niet het enige was. Er was nog een bod waarbij de productie in Coryton zou behouden blijven. Maar het verschil tussen dit bod en dat van Shell liep op tot 50-60 miljoen pond. Een oproep aan de regering om tussen te komen met garanties vond geen enkel gehoor, nochtans zal de sluiting de lokale economie tot 80 miljoen pond kosten. Wat een verschil met het optreden om banken te redden.

    De strijd bij Coryton doet denken aan Visteon enkele jaren geleden. Ook daar was er sprake van een harde opstelling door het patronaat waarbij moederbedrijf Ford de handen terug trok en de verantwoordelijkheid bij de werknemers probeerde te leggen.

    De strijd bij Visteon in Basildon, op enkele kilometers van Coryton, is algemeen bekend bij de arbeiders daar. Bij Visteon werd aangetoond dat strijd loont. Na een maandenlange strijd met stakersposten en een bedrijfsbezetting, kregen de arbeiders een hogere ontslagpremie. Het bedrijf sloot de deuren, maar de arbeiders kregen tenminste waar ze recht op hadden. (Lees hier het verhaal van de strijd bij Visteon).

    De tijd voor de arbeiders van Coryton dringt. Als de sluiting effectief zoals gepland doorgaat, is dit rampzalig voor de arbeiders op de site die het zullen moeten stellen met een opzegvergoeding van maximaal 13.000 pond. Het zal bovendien aangegrepen worden om ook elders in de sector de veiligheid, lonen en arbeidsvoorwaarden in vraag te stellen.

    De arbeiders van Coryton moeten dringend een stand van zaken bespreken met alle opties die er zijn, waaronder een bezetting. Hun vakbond heeft niet enkel de verantwoordelijkheid om de acties van de arbeiders in Coryton te steunen maar ook om de hele sector erbij te betrekken en samen op te komen voor de werkgelegenheid in Coryton.

    De dreiging om een nationale staking in alle raffinaderijen te organiseren en in het bijzonder ook het olietransport, zou een enorme druk op de regering kunnen zetten.

    In de media wordt steeds gesproken over de ‘overcapaciteit’ in Groot-Brittannië. Het is een illusie te denken dat dit na de sluiting van Coryton zou opgelost zijn. Het sluiten van die vestiging is deel van een neerwaartse spiraal in een industriële sector die wordt gedomineerd door de meest meedogenloze kapitalisten die de planeet kent.

    Een succesvolle campagne om Coryton te redden, zal slechts een tijdelijke overwinning opleveren. Als socialisten eisen we dat de volledige energiesector in publieke handen komt en dit onder arbeiderscontrole en –beheer. Dat zou niet alleen de toekomst van de arbeiders in de sector veilig stellen, maar ook de basis kunnen vormen om de kwestie van duurzame en ecologisch verantwoorde energie te ontwikkelen.

  • Geen gepruts aan de index!

    Met de regelmaat van de klok wordt ons gezegd dat onze lonen te hoog zijn en dat de concurrentiepositie van onze bedrijven gebukt gaat onder de automatische loonindex. De meningen onder de gevestigde politici, werkgevers en hun media variëren van het afschaffen tot het prutsen aan de index. Ondanks hun propagandacampagne blijkt uit een peiling dat 56% van de bevolking de index wil behouden zoals ze is, slechts 13% is voorstander van de afschaffing ervan.

    De peiling vroeg ook naar eventuele steun voor methoden om te ‘prutsen’ aan de index. Het verlengen van de indexperiodes kon amper een derde bekoren, het beperken van de index tot de laagste lonen kon op meer steun rekenen: 47% zag er iets in. Liefst behouden we de index zoals die is, en als geprutst wordt aan onze koopkracht en levensstandaard, dan toch niet aan die van wie nu al het minste heeft. Dat is de boodschap uit deze peiling.

    Diegenen die vandaag voorstellen om aan de index te prutsen, doen dit niet om het stelsel beter af te stemmen op de reële prijsstijgingen met een betere afweging van verschillende producten en diensten (zo zijn huisvesting, water, elektriciteit, gas vandaag slechts goed voor een gewicht van 16%), maar wel om onze koopkracht naar beneden te trekken. Hoe minder wij verdienen, hoe beter voor de concurrentiepositie van de bedrijven. Zo luidt hun logica.

    Vandaag is de index in heel wat gevallen het voorwerp van een schijngevecht waarbij het behoud ervan telkens opnieuw als ‘overwinning’ wordt ingeroepen of als tegengewicht voor toegevingen op andere vlakken. Het laat de vakbondsleiders bovendien toe om radicale taal te spreken zonder dat het veel consequenties heeft.

    Op Rerum Novarum was het de beurt aan ACV-voorzitter Marc Leemans die de voorstellen om aan de index te raken als volgt omschreef: “Remedies van kwakzalvers die voorbijgaan aan de ziekte, onze te hoge inflatie, en dus de thermometer willen weggooien. Waarom is de innovatiekracht van werkgevers niet even hoog als hun creativiteit om in de zakken van de werknemers te zitten?” Het leverde hem banbliksems van Alexander De Croo op maar ook van partijgenote Caroline Ven van werkgeversfederatie VKW (en voorheen medewerkster van Leterme).

    Een frontale aanval op de index is weinig waarschijnlijk, maar aanpassingen aan de berekeningswijze of de productenkorf zijn niet uit te sluiten. Patrick Dewael (Open Vld) en Jan Jambon (N-VA) stelden al voor om de samenstelling van de goederenkorf te herzien. Ze werden daarin deels bijgetreden door Karin Temmerman (SP.a). Het doel van de liberalen is duidelijk: de index mag in een aangepaste versie blijven bestaan, maar ze mag niet tot ‘loonsverhogingen’ (eigenlijk aanpassingen van de lonen aan de stijgende levensduurte) leiden.

    Waakzaamheid tegen iedere ondermijning van de index is geboden. Waarom dat niet koppelen aan een offensieve strijd voor een volledig herstel van de index als weerspiegeling van de reële levensduurte?

  • Internationaal Vakverbond: vakbondsrechten onvoldoende beschermd in België

    Het Internationaal Vakverbond (IVV) publiceerde een uitgebreid rapport over de staat van de syndicale rechten en vrijheden in de wereld. Daarbij wordt vastgesteld dat 2011 eens te meer een bloedig jaar was. Er werden minstens 76 mensen vermoord omwille van vakbondsactiviteiten, waarvan 29 in Colombia. Aangezien onder meer Kazachstan niet in het rapport is opgenomen, zal het echte aantal nog een pak hoger liggen. Over België stelt het IVV dat de bescherming van syndicale rechten onvoldoende is.

    Geert Cool

    Het rapport van het IVV heeft betrekking op 143 landen. Dat is vrij volledig, maar ontbreken toch enkele ‘zwaargewichten’ inzake miskenning van het recht op collectieve actie en syndicale organisatie. Eind 2011 werd Kazachstan opgeschrikt door een bloedbad bij een actie van stakende oliearbeiders. De brutale repressie leidde volgens het regime tot een 15-tal doden, alle ooggetuigen hebben het over tientallen en wellicht tot 200 doden. Daarmee is Kazachstan momenteel wellicht het gevaarlijkste land ter wereld voor syndicalisten. Spijtig dat het IVV in haar rapport Kazachstan niet heeft opgenomen.

    Maar dan blijven er nog steeds 76 dode syndicalisten over in 2011. Het bloedigste land in de lijst van het IVV blijft Colombia. Vakbondsmilitanten worden daar vervolgd en dus ook vermoord, er is sprake van 29 doden. Althans voor zover er informatie beschikbaar is natuurlijk, de volledige lijst van vermoorde syndicalisten staat op de website van het IVV. Colombia heeft een verschrikkelijke traditie op dit vlak: tussen 1 januari 1986 en 31 december 2011 werden 2.914 syndicalisten vermoord, waarvan 772 vakbondsleiders. Bijna dubbel zoveel syndicalisten kregen in dezelfde periode doodsbedreigingen. In Guatemala vielen er tien doden, op de Filipijnen waren het er vier. Ook vielen er doden in onder meer Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh, Zuid-Afrika, Nepal,…

    Het IVV wijst in het rapport tevens op het groeiende misbruik van migranten, onder meer in de Golfstaten waar heel wat hoofdzakelijk vrouwelijk huispersoneel is tewerkgesteld. Volgens het IVV zijn er wereldwijd zowat 100 miljoen mensen die als huispersoneel werken. In de Golfstaten hebben migranten het hard te verduren, zo werden 70 arbeiders uit Bangladesh uit de Verenigde Arabische Emiraten uitgewezen omwille van deelname aan een stakingsactie. In Bahrein reageerde het regime op het protest met massale afdankingen: tot 3.500 werknemers werden afgedankt wegens al dan niet vermeende deelname aan protestacties. In Botswana werden 2.900 personeelsleden van de overheid afgedankt na een staking.

    Onder meer als gevolg van de economische crisis is er wereldwijd een opmars van werkloosheid en onzekerheid. In 2011 zaten maar liefst 205 miljoen mensen zonder werk, dat aantal is sindsdien enkel nog toegenomen (zo heeft het rapport het nog over een jongerenwerkloosheidsgraad van 40% in Spanje, terwijl intussen de kaap van de 50% is genomen). Bovendien is er een opmars van tijdelijke en onzekere jobs. “De maatregelen om de winsten en de flexibiliteit te optimaliseren ten koste van de werknemers hebben gefaald”, stelt het rapport in voorzichtige bewoordingen. Daarmee wordt bedoeld dat het besparingsbeleid een ravage aanricht terwijl er tegelijk in de neokoloniale wereld een verdere neerwaartse druk is op lonen en arbeidsvoorwaarden. Opkomen voor arbeidersrechten wordt daarbij moeilijk gemaakt. Het rapport verwijst op dat vlak naar Zuid-Afrika, Bangladesh, Cambodja en Pakistan. Als onderdeel van de besparingsmaatregelen in Europa worden ook hier de syndicale rechten ondergraven of afgebouwd, aldus het IVV.

    Wat ons land betreft, stelt het IVV dat de syndicale rechten onvoldoende beschermd worden. Tevens wordt gewezen op pogingen van de autoriteiten en de werkgevers om collectieve actie te verbieden of toch alleszins het recht erop in vraag te stellen. Het rapport heeft weet van minstens 10 delegees die werden afgedankt wegens hun syndicale activiteiten.

    Qua inbreuken wordt melding gemaakt van de poging bij ArcelorMittal in Gent om een deel van het loon van de werknemers af te nemen bij langzaamaanacties waarbij het werk een kwartier per uur werd stopgezet. De beslissing van de werkgever om een deel van het loon in te houden, was niet mogelijk. Maar tegelijk wijst het rapport erop dat nadien een akkoord werd gesloten waardoor de werkgever dat wel kan.

    Er wordt ook gewezen op de staking bij Ineos in Feluy waarbij de directie de gouverneur inschakelde om het personeel op te eisen. Bij een staking van arbeiders van Mac Bride in Estaimpuis werden niet-stakende arbeiders door de directie gevraagd om het werk van stakende collega’s over te nemen terwijl ze daar niet de nodige opleiding voor hadden genoten.

    Tenslotte wordt gewezen op de afbouw of de ondermijning van het recht op actievoeren. Het voorbeeld van zes studenten die actie voerden aan een bijeenkomst van de Europese liberalen en daarbij werden veroordeeld wordt aangehaald, net zoals de Unizo-campagne tegen de betoging van 2 december 2011. Het feit dat werkgevers met eenzijdige gerechtelijke procedures de uitoefening van het stakingsrecht beperken, blijft een punt van discussie.

    Het rapport van het IVV wijst op de ontwikkeling van een brede laag van jongeren ‘zonder toekomst’ in Europa, de verdere verdieping van de sociale tegenstellingen in de neokoloniale wereld en een opmars van maatregelen die het recht op collectief verzet beperken. Dat zijn allemaal ingrediënten van een explosieve sociale cocktail. Dat de burgerij de crisis aangrijpt om het recht op collectieve actie te beperken, geeft aan dat de ernst van de situatie in de kringen van de 1% rijksten wordt erkend. Het wordt hoog tijd dat de vaststellingen van het Internationaal Vakverbond ook vertaald worden in een offensieve internationale vakbondsstrijd voor een fundamentele verbetering van de levensstandaard van de 99% armsten. Deze strijd omvat ook de verdediging van de collectieve syndicale rechten en vrijheden op internationaal vlak.

    Voor het volledige rapport van het IVV: http://survey.ituc-csi.org/?lang=en

  • Vakbonden niet representatief? De achterban antwoordt!

    Sociale verkiezingen 2012

    Door Eric Byl

    De uitslag van de sociale verkiezingen tussen 7 en 20 mei is voorlopig, op basis van 91% van de betrokken bedrijven, maar werd officieel bevestigd. De krachtsverhoudingen wijzigen nauwelijks, met lichte winst voor het ‘liberale’ ACLVB ten nadele van de twee grote bonden. De participatiegraad blijft boven de 70%. Het aantal bedrijven dat verkiezingen organiseert is toegenomen van minder dan 5.500 tot 1995, tot meer dan 6500 in 2008 en 6800 vandaag. Het aantal kiesgerechtigde werknemers is opgelopen van minder dan 1,1 miljoen in 1995 tot 1,4 miljoen in 2008 en bijna 1,7 miljoen in 2012 (1).

    Voor de mediagroepen die de actualiteit in ons land controleren en inkleuren, wordt het geen gemakkelijke klus om op basis van dit resultaat de representativiteit van de vakbonden te betwisten. De uitslagen zullen geanalyseerd, geïnterpreteerd en geherinterpreteerd worden. Dat alleen al bewijst de torenhoge inzet. Hier worden immers mee de krachtsverhoudingen bepaald tussen arbeid en kapitaal voor de volgende periode.

    Met 125.116 kandidaten waarvan 44.608 verkozen werden, zijn de sociale verkiezingen veruit diegene die het dichtst bij de mensen staan. Zelfs de gemeenteraadsverkiezingen mobiliseren maar half zoveel kandidaten. De invloed van spindokters en dure mediacampagnes is hier ver weg. Afgevaardigden worden verkozen door hun onmiddellijke collega’s, op basis van hun dagelijkse belangeloze inzet. Voor de comités voor preventie en bescherming op het werk behaalt het ACV 52,3% van de stemmen, een verlies van 0,9%, goed voor 58,5% van de zetels. Het ABVV behaalt 36,4%, een verlies van 0,3% en 34,1% van de zetels. Het ACLVB wint 1,5%, behaalt voor het eerst in haar geschiedenis meer dan 10% van de stemmen en 7,5% van de zetels. De uitslagen voor de ondernemingsraden zijn vergelijkbaar. De nationale confederatie van het kaderpersoneel blijft steken op 1%.

    Door de aanhoudende besparingen en beheersorganen die de neoliberale logica onderschrijven, beperken zelfs publieke zenders en omroepen er zich steeds meer toe de ingekleurde berichtgeving van de commerciële mediagroepen klakkeloos te kopiëren. Daarin krijgen de vakbonden er voortdurend van langs. Elke misstap van de leiding, en dat zijn er helaas nogal wat, wordt uitgemolken. Dat ook De Leeuw via een familiebedrijfje gebruik heeft gemaakt van de notionele interestaftrek bijvoorbeeld. Dat het ACW via de coöperatieve Arco lustig ingestemd had met de omvorming van Dexia tot hefboomfonds. De kandidaten van die vakbonden hebben het wellicht mogen uitleggen. Dankzij hun inzet hebben ze de schade kunnen beperken. Het is een klein wonder dat het ACLVB daar niet nog meer van geprofiteerd heeft, of dat de participatiegraad er niet meer onder te lijden had. Indien de schandalen in de bedrijfswereld in diezelfde mate uitgemolken waren, stond geen bedrijf meer overeind.

    Bovendien profileerde het ACLVB zich opportunistisch als niet politiek gebonden. Tegelijk etaleren de leiders van ABVV en ACV openlijk dat ze beste maatjes zijn met de politici van SP.a en CD&V, dezelfde die ons al jarenlang besparingsplan na besparingsplan serveren. Ook dat zal ACLVB geen windeieren gelegd hebben. Tenslotte verspreidde het ACLVB overal een heus programmaboekje, terwijl de delegaties van de grote bonden het moesten stellen met een inhoudsloze campagne, tenzij ze die zelf inkleurden. Dat ACV en ABVV desondanks samen bijna 89% van alle uitgebrachte stemmen behalen en ruim 70% van de kiesgerechtigde werknemers ondanks de grote regionale spreiding en de vele werven, flexibile werkuren, ploegenarbeid en weekendwerk zich toch de moeite getroosten om hun stem uit te brengen, bewijst vooral het diepgewortelde besef dat men als werknemer behoefte heeft aan een belangenorganisatie. De voortdurende hetze tegen de vakbonden in de media, door politici, patroons, academici en journalisten, weegt immers niet op tegen de dagelijkse vaststelling van de reële impact van een vakbondsvertegenwoordiging op loon- en arbeidscondities in de werkplaats.

    Indien die vakbondsvertegenwoordiging ook gepaard ging met een echt politiek relais, met politici die in het parlement en in de media de hetze tegen de werknemers en hun vakbonden van antwoord zouden dienen, dan zou men die enorme kracht niet enkel defensief, maar ook offensief kunnen inzetten. Intussen komen niet enkel de misstappen van de vakbondsleiders, maar ook de hebzucht van de bedrijven, via een omweg toch altijd weer op de kop van de delegees terecht. Als kapitaalgroepen in de zware, meestal arbeidsintensieve industrie, naar lage loonlanden verhuizen, dan zijn de vakbonden de klos. Zij zouden oubollig zijn, niet aangepast aan de moderne productie, een relikwie uit het verleden, nuttig voor een categorie arbeiders die niet langer bestaat etc. De opsplitsing van grotere bedrijfseenheden in talloze kleinere en het voortdurende beroep op onderaanneming om het maar geen koppelbazerij te noemen, waarmee men het aantal werknemers kunstmatig onder de te hoge minimumgrens voor wettelijke vertegenwoordiging drukt, wordt geïnstrumentaliseerd om te beweren dat de betrokken werknemers geen uitstaans zouden willen met de vakbonden. Bovendien hebben honderduizenden werknemers in bedrijven met minder dan 50 werknemers nog altijd geen stemrecht en dus geen vertegenwoordigers in Comité of Ondernemingsraad!

    Als de patroons via uitzendarbeid en een eindeloze opeenvolging van tijdelijke en/of deeltijdse contracten het jonge werknemers quasi onmogelijk maken zich syndicaal te engageren, wordt dit uitgebuit om de vakbonden gebrek aan aanhang onder jongeren te verwijten. De forse afname van de participatiegraad bij het kiescollege van de jongeren (-26 jaar) – in die bedrijven waar er jongerenzetels te verdelen waren – van 52,4% in 2004, naar 42,5% in 2008 en nu nog slechts 35,6% zal in de media breed uitgesmeerd worden. Men kan zich trouwens afvragen of er anno 2012 nog aparte zetels voor jongeren nog nodig zijn. In elk geval, over de toename van uitzendarbeid en nu ook de gratis stages zal men het waarschijnlijk niet hebben. De vakbondsleiding mocht deze uitholling van de arbeidscontracten nooit aanvaard hebben. Het is een illusie om de rechten van oudere werknemers te vrijwaren door toe te geven op die van jongere. Het ondermijnt de slagkracht van alle werknemers en werd door de patroons schaamteloos uitgebuit om op de pensioenrechten van oudere werknemers te beknibbelen.

    Het verdwijnen van talloze arbeidersbastions; het boycotten door de patroons van de Europese richtlijn voor een syndicale vertegenwoordiging vanaf 20 werknemers; de misstappen en ongeoorloofde toegevingen aan de top; het feit dat de leiders beste maatjes zijn met politici die onze verworvenheden al jarenlang uithollen; het gebrek aan investering in een dynamische en strijdbare jongerenwerking… heeft de fundamentele kracht van de vakbonden nog niet kunnen aantasten. Integendeel, ondanks de toename van het aantal bedrijven waar sociale verkiezingen worden georganiseerd en van het aantal kiesgerechtigde werknemers, doorgaans met minder syndicale tradities, blijft de globale participatiegraad enorm, veel meer dan onze politici zouden mogen hopen indien in politieke verkiezingen geen stemplicht bestond.

    In de media komen radicale stemmen nauwelijks aan bod. In politieke verkiezingen worden ze doorgaans weggeblazen door dure mediacampagnes aangestuurd door vetbetaalde spindokters. In de sociale verkiezingen, als het echt op argumenten en dagelijks werk aankomt, ligt dat helemaal anders. Niet noodzakelijk voor jonge werknemers, die moeten eerst nog hun waarde bewijzen en dat ze het ook op langere termijn volhouden. Vakbondswerk is bij uitstek werk van lange adem. Maar als ze volhouden, behalen strijdbare syndicalisten, daaronder ook heel wat LSP-leden, of ze nu op ABVV of op ACV-lijsten staan, buitengewoon sterke scores en dat doorgaans zonder persoonlijke campagne. Dat is niet onbelangrijk. Voor de arbeidersbeweging komt het erop aan liefst zoveel mogelijk sterke syndicale bastions uit te bouwen, want dat kan het vertrouwen ook in andere bedrijven opkrikken en de krachtsverhoudingen in het voordeel van de werknemers doen omslaan. Voor de patroons geldt net het omgekeerde. Een slechte uitslag of het wegvallen van een strijdbare afgevaardigde kan hem het leven een stuk aangenamer en zijn portefeuille een evenredig stuk dikker maken.


    1. De volledige resultaten vind je hier: http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=36758. Aan de sociale verkiezingen namen 799.705 kiezers voor de ondernemingsraad deel en 883.976 voor de comités. In wellicht een 100-tal bedrijven waar er verkiezingen voorzien waren, was er sprake van ‘foefelakkoorden’ om de verkiezingen af te blazen. Niet alle kiesgerechtigde werknemers kunnen ook effectief stemmen, onder meer omdat er in een aantal bedrijven geen kandidaten zijn. Om te vergelijken met de vorige sociale verkiezingen in 2008 kan op het aantal uitgebrachte stemmen worden gewezen: 758.807 voor de ondernemingsraad en 851.443 voor het comité.
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop