Category: Op de werkvloer

  • Europese automobielsector in crisis. Voor een eengemaakte strijd voor het behoud van alle jobs!

    “Het is een bloedbad van de prijzen en van de marges”, verklaarde Sergio Marchionne, de topman van Fiat en voorzitter van de Europese Automobielbouwers ACEA, toen hij het over de Europese markt had. “De Europese auto-industrie staat voor de dag des oordeels”, titelde de New York Times.

    Dossier door Stephan Kimmerle

    De groeivertraging in China zorgt ervoor dat de auto-industrie wereldwijd voor een moeilijke tijd staat. Voor Europa is het helemaal rampzalig. Waar er in 2007 meer dan 15 miljoen auto’s werden verkocht op het continent, daalde dit tot naar schatting 12,4 miljoen dit jaar. Een verdere druk door een dalende export naar de Chinese markt leidt tot nog meer overproductiecapaciteit in Europa.

    Aangezien er voor de crisis al een grote overproductiecapaciteit was en dat het behoud van de fabrieken een grote druk zet op de kosten, zullen er volgens kapitalistische analisten 8 tot 10 vestigingen moeten sluiten. Dit betekent dat een capaciteit van minstens 3 miljoen wagens in Europa wordt afgebouwd. Het zou neerkomen op ongeveer 250.000 bedreigde jobs. Volgens de analisten moeten de fabrieken op minstens 75% van hun capaciteit draaien om winst te maken.

    De vernietiging van de productiecapaciteit – en dat is niet enkel in de automobielsector het geval – en het afdanken van geschoolde arbeidskrachten die de rangen van de werkloosheid vervoegen, is het enige kapitalistische ‘antwoord’ op het probleem. Tot nu toe zijn er slechts een paar vestigingen effectief gesloten (onder meer Opel in Antwerpen en Fiat in Sicilië), terwijl tegelijk nieuwe productiecapaciteit wordt opgebouwd in Oost-Europa en elders in de wereld.

    Winnaars en verliezers

    De ontwikkelende crisis in de automobielsector treft de verschillende producenten op verschillende manieren. Volkswagen lijkt haar marktaandeel te hebben uitgebreid (ondanks problemen met Seat), de groep rond Peugeot (PSA) en General Motors (Opel, Vauxhall) lijken het hardste te lijden. Opel heeft een verlies van 938 euro per verkochte auto, bij Peugeot-Citroën gaat het om 789 euro. Opel gaat na of het een fabriek zal sluiten in Eisenach (Oost-Duitsland) of Bochum (West-Duitsland). Ford overweegt om de vestiging in Genk te sluiten. Peugeot kondigde aan dat er van de 100.000 Franse arbeiders zowat 8.000 weg moeten, onder meer door de vestiging in Aulnay-sous-Bois in de buurt van Parijs te sluiten. Van de 210.000 arbeiders van de groep op wereldvlak, zouden er 14.000 weg moeten.

    Toen de arbeiders van Aulnay op straat kwamen om te protesteren en het behoud van hun jobs te eisen, stelde een expert in naam van de Franse regering dat Peugeot beter de vestiging in Madrid zou sluiten en daar maar moet afdanken.

    De aankondiging van de afdankingen in Frankrijk leidde meteen tot protest. Op 9 oktober was er een betoging in Parijs aan de hoofdvestiging waar de nieuwe modellen werden vorogesteld. Vertegenwoordigers van de verschillende vestigingen moesten de vakbondsleiders een stevig duwtje in de rug geven om tot meer militante acties over te gaan. Er is nog steeds geen strategie om de enorme kracht van de arbeiders van Aulnay en andere vestigingen te benuttten. Toen in Aulnay werd gestaakt, kwam er geen oproep om elders de acties te vervoegen.

    De verschillen tussen de bedrijven zijn ook een uitdrukking van de ongelijkmatige gevolgen van de economische crisis en van de vernietigende effecten van het besparingsbeleid in Zuid-Europa. In Duitsland bleef de verkoop van wagens stabiel, in Frankrijk was er een daling met 14%, in Italië met 20% en in Griekenland en Portugal met meer dan 40%. De dalende verkoop in Zuid-Europa heeft een veel groter effect op Peugeot en Ford die traditioneel erg sterk staan in deze landen. Ford ging onder meer in Keulen over tot een beperktere productie, in Keulen wordt ook voor de Zuid-Europese markt geproduceerd.

    Tegelijk worden de arbeiders gechanteerd om slechtere arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Er is een neerwaartse spiraal inzake lonen en arbeidsvoorwaarden. Als Bochum in de problemen komt, is het ook omdat GM in mei besloot om de vestiging van Vauxhall in Ellesmere Port (Groot-Brittannië) voor te trekken. Daar stemden de arbeiders in met een arbeidsduurverlenging en dus een verlies aan reëel loon, meer flexibiliteit en onder meer weekendwerk wanneer nodig. De interne concurrentie tussen de vestigingen van Opel in Duitsland (Rüsselsheim, Bochum) en Vauxhall in Ellesmere Port werd eens te meer succesvol uitgespeeld door het patronaat tegen de arbeiders.

    In het verleden werden al heel wat akkoorden gesloten waarbij de arbeiders toegevingen deden om hun job te behouden. Ondanks de ‘garantie’ van werkzekerheid tot 2016 is de fabriek in Bochum toch bedreigd en in Rüsselsheim zal er een grote overcapaciteit zijn als de nieuwe veranderingen van modellen effectief worden ingevoerd.

    Jammer genoeg is er geen gezamenlijk verzet en hebben de vakbondsleiders zowel in Groot-Brittannië als Duitsland steeds de toegevingen verdedigd. Ze bekijken de verdediging van werkgelegenheid steeds binnen het enge kader van een land of zelfs een vestiging die vervolgens tegen de andere wordt uitgespeeld.

    Zullen de autobouwers het Amerikaanse voorbeeld volgen?

    De pogingen van de bazen om de arbeiders te laten opdraaien voor de crisis zijn duidelijk. Maar hoe willen ze uiteindelijk uit de crisis geraken? Nadat de crisis in de Europese automobielsector volledig doorbrak vanaf 2009 werden miljarden euro’s overheidsgeld aan de sector gegeven. Vanuit een Amerikaans standpunt verklaarde de krant New York Times: “In plaats van dat geld te gebruiken om de moeilijke afbouw van vestigingen en aantal werknemers gemakkelijker te maken, gaven de regeringen financiële stimulansen aan mensen om oudere modellen in te wisselen voor nieuwere of om de lonen van personeel te subsidiëren zodat geen jobs zouden verdwijnen.” (New York Times, 26 juli)

    In de VS werd met de overheidstussenkomst door de regering van Obama een andere koers gevaren. De regering nam effectief de controle over de leiding van GM en Chrysler over, twee van de drie grote Amerikaanse automobielbouwers. Er kwam een massale herstructurering om de winstgevendheid voor de aandeelhouders te herstellen.

    Bij deze herstructurering werden tientallen vestigingen in het Midwesten gesloten, er gingen duizenden jobs verloren en de historisch degelijke lonen werden afbouwd voor de nieuwe werknemers die evenmin over degelijke pensioenrechten of gezondheidszorg beschikken. De lonen van nieuwkomers bedragen de helft van wat vroeger betaald werd. Deze ‘herstructurering’ ging ten koste van de arbeiders in de sector en was enkel mogelijk door de actieve medewerking van de leiding van de United Auto Workers (UAW), ooit een machtige vakbond van automobielarbeiders.

    Een deel van de vakbondsleiders gedraagt zich meer als managers die de aandelenportefeuille van de UAW bij GM en Chrysler beheren alsook het 1 miljard dollar tellende stakingsfonds dat op Wall Street is belegd. Daarnaast worden ook de gezondheidsplannen voor gepensioneerden gecontroleerd door de UAW.

    Als onderdeel van de herorganisatie en het opvoeren van de uitbuiting was er een sterke afname van de Amerikaanse lonen in de automobielsector. De fabrieken met traditioneel een groot aantal gesyndiceerde arbeiders in het noorden van de VS zagen heel wat productie verdwijnen of verschuiven naar het zuiden van de VS waar er amper vakbonden aanwezig zijn in de sector. Verschillende Japanse en Duitse bedrijven hebben nu lagekostfabrieken in de VS. De volledige sector wordt meer en meer gezien als een van lage lonen.

    Dat is de herstructurering die onder de regering van Obama plaats vond. Het is een vernietigende aanval op de levensstandaard en de voorwaarden van de Amerikaanse arbeiders in de sector en dit onder het mom van ‘jobs redden’. Het belangrijkste doel was om de kosten te verlagen om zo de winsten voor de aandeelhouders te vergroten.

    Gezien de enorme overproductiecapaciteit in Europa, stelt Sergio Marchionne voor om hetzelfde te doen in de EU. “[Europa] moet een eengemaakt stappenplan opstellen om dat te bereiken”, verklaarde Marchionne. “Kijk naar wat er in de staalsector gebeurde in de jaren 1990, dat voorbeeld kunnen we volgen.” Dat betekent bedrijfssluitingen, massale afdankingen en slechtere arbeidsvoorwaarden voor wie wel kan blijven werken. En dit alles georganiseerd door de Europese regeringen.

    Zullen de Europese kapitalisten effectief zo’n slachtpartij organiseren?

    De Europese bazen zullen niet in staat zijn om de fundamentele crisis in de autosector op te lossen. Zullen ze dan maar de weg van de VS opgaan? Wellicht zullen verschillende landen proberen te doen zoals in 2009. Het is erg onwaarschijnlijk dat er een gezamenlijke Europese aanpak komt. In 2009 stelden de verschillende landen eigen maatregelen op om de eigen belangen van de sector te verdedigen, eigenlijk was het doel om de nationale belangen tegen elkaar uit te spelen.

    Als Fiat en Peugeot nu de verliezers zijn, dan kan dit de Duitse overheid vanuit kapitalistisch oogpunt weinig schelen. Het kan zelfs nieuwe kansen creëren voor Volkswagen. In de kapitalistische logica blijven er spanningen bestaan tussen de natiestaten en nemen de verschillen op basis van natiestaat nog toe. Dat sluit niet uit dat er vanuit het gezamenlijke belang om de economie te stabiliseren of om een escalatie van protest te vermijden toch een aantal gemeenschappelijke acties komen vanwege de kapitalisten. Maar zoals de eurocrisis ook al aangeeft, zijn er in de verschillende Europese natiestaten wel degelijk verschillende kapitalistische klassen die elk hun eigen belangen uitspelen. Ze werken samen in zoverre het hun belangen dient, maar de tegenstellingen nemen toe.

    Het gebruik van de natiestaat verplicht de kapitalisten echter tot niets. Twee-en-een-half jaar geleden riep Fiat-baas Marchionne nog op om in Italië te investeren waarbij nadruk werd gelegd op de Fabrrica Italia (een verwijzing naar de oorspronkelijke naam van FIAT: Fabbrica Italiana di Automobili – Torino). Hij trok de Italiaanse kaart en vroeg overheidssteun en enorme toegevingen van de arbeiders in termen van arbeidsvoorwaarden en lonen. Vandaag pleit hij er even goed voor dat zijn internationale bedrijf (waarin de Chrysler-vleugel aan belang heeft gewonnen) de ontwikkelingen van de markt moet volgen. De arbeiders in Italië hebben intussen arbeidsduurvermindering met loonverlies moeten slikken, sommigen werken een volledige maand lang maar vier dagen per week.

    Perspectieven

    Het is echter verre van zeker dat de huidige winnaars, de Duitse automobielproducenten, aan de winnende hand zullen blijven. Na de crisis van 2009 was het vooral de Chinese markten die de problemen van de Europese autobouwers draaglijker maakten. De verkoop in Azië van duurdere wagens – de Duitse merken van Daimler, BMW en Audi – is nog niet in crisis gekomen, maar er is een vertraging.

    Zelfs het groeiende Volkswagen moest aan de toeleveranciers melden dat er mogelijk een daling van de productie met 10% komt. Daimler kondigde nieuwe besparingen aan. De pogingen tot een grotere samenwerking tussen bedrijven nemen toe (zo werkt Opel met PSA samen, Daimler met Nissan). Het falen van de fusie tussen Daimler en Chrysler is echter nog steeds een waarschuwing dat de druk op de bedrijven erg groot is en dat er mogelijk verdere fusies op de agenda zullen staan, naast de mogelijkheid dat volledige bedrijven uit de markt verdwijnen.

    De beste optie voor de bedrijven is de hoop dat de neergang in Europa wordt afgezwakt door de de markten in de rest van de wereld. Het blijft erg onzeker of dat effectief zal gebeuren. Maar zelfs in dat scenario zal er een verdere beperking van het aantal vestigingen en jobs zijn. Een meer ernstige ineenstorting kan niet uitgesloten wroden. Wat indien er in China een harde landing komt (met een groei die tot 5% afneemt)? Wat als ook andere opkomende markten geraakt worden door de wereldwijde neergang?

    Vakbondsstrategie

    In de eerste dagen van de autocrisis in 2009 leidde de dreiging van jobverlies en bedrijfssluitingen tot een debat over het omvormen van de industrie in de richting van elektrische wagens en ‘groene mobiliteit’. Dat debat verdween al snel op de achtergrond omdat de verkoop in China steeg en omdat er stimulusmaatregelen waren om nieuwe auto’s te kopen.

    Vakbonden zoals de machtige Duitse bond IG Metall in Duitsland tekenden akkoorden waarmee werd ingestemd met een kortere arbeidsduur voor lagere lonen. Contractuelen verloren hun job en de vaste arbeiders betaalden eveneens een hoge prijs. Vakbondsleiders stemden in met een ‘tweederdensysteem’ waarbij jonge of nieuwere arbeiders met veel slechtere lonen en arbeidsvoorwaarden binnen kwamen. De vakbondsleiders in Duitsland stemden er – off the record – mee in om dezelfde rol te spelen als hun collega’s bij de neergang van de Duitse staal- en steenkoolsector. Ze organiseren mee de afdankingen om daarbij erg beperkte toegevingen te bekomen. Hiermee wordt evenwel een groter protest en een beweging vermeden.

    De crisis begint opnieuw toe te slaan voor de arbeiders in de sector. Om een herhaling van deze ontwikkelingen tegen een veel slechtere economische achtergrond dan in 2009 te vermijden, moeten we dringend van koers veranderen. Er is nood aan een vakbondsstrategie die uitgaat van eengemaakt verzet doorheen Europa en de rest van de wereld om het behoud van alle jobs en vestigingen te eisen en om in te gaan tegen de aanhoudende politiek waarbij arbeiders van de ene vestiging worden uitgespeeld tegen die van andere vestigingen.

    Een eengemaakte strijd is nodig om in te gaan tegen alle besparingen, toegevingen, afdankingen en sluitingen. Alle fabrieken die met sluiten bedriegd worden, moeten door de overheden worden overgenomen en onder arbeiderscontrole en beheer blijven draaien. Gezien de onderlinge banden tussen de fabrieken, de onderlinge afhankelijkheid en de overcapaciteit in de volledige sector, kan de strijd voor de nationalisatie niet beperkt worden tot de fabrieken die de bazen niet meer nodig hebben. De volledige sector moet in publieke handen komen met democratisch beheer door de arbeiders, de vakbonden en de overheid om een omvorming en reconversie mogelijk te maken.

    Er is een planning nodig om de sector te herorganiseren en om de talenten en de kennis van de goed opgeleide arbeiders te gebruiken in het belang van de werkende bevolking in Europa en de rest van de wereld. Indien nodig moet dit gepaard gaan met het overschakelen op productie van andere sociaal nuttige producten, het verlagen van de arbeidsduur zonder loonverlies en het koppelen van deze planning aan een algemeen anticrisisplan. Dat kan niet bestaan uit besparingen, werkloosheid en armoede, maar uit het herorganiseren van de productie om deze af te stemmen op de behoeften van de werkende bevolking.

    Als Marchionne oproept tot een “verenigd en overlegd stappenplan” om jobs en vestigingen te vernietigen, dan moeten de arbeiders en de vakbonden daar eveneens verenigd en in onderling overleg op antwoorden. Daartoe moeten de vakbonden worden omgevormd in strijdbare organisaties met een sterke interne democratie. Er moeten banden worden gesmeed op Europees en internationaal vlak. Een militante beweging op de werkvloer en in de vakbonden is nodig om verandering te bekomen en om te komen tot directe banden tussen vertegenwoordigers van de arbeiders van verschillende vestigingen en van verschillende landen om eindelijk samen de strijd voor het behoud van jobs en het behoud van onze levensstandaard te voeren.

  • Waar blijft het actieplan om de staalsector te nationaliseren?

    Het is bijna een jaar geleden dat ArcelorMittal de sluiting van de warme fase in Luik aankondigde. Sindsdien sleepte het dossier aan. Daar bovenop kwam nog eens de chantage door de directie met de aankondiging dat ook de koude fase en de bijhorende 2.000 jobs bedreigd waren. Is de staalsector in ons land ten dode opgeschreven?

    Artikel door Nicolas Croes uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Er zijn heel wat onderzoekers die net stellen dat de Luikse staalindustrie leefbaar is. Bruno Bauraind van de onderzoeksgroep Gresea stelde: “De directie van de staalgigant gebruikt een oude methode als het de vakbonden naar de keel grijpt: de bonden worden gevraagd om op middellange termijn een activiteit op te geven in ruil voor het behoud van werkgelegenheid op korte termijn. Heel wat observatoren denken: als de hoogovens weg zijn, is ook de koude fase ten dode opgeschreven. Ik denk daarentegen dat er plaats is voor een kleine onafhankelijke geïntegreerde staalindustrie in Luik.” (La Libre 21 september)

    De vraag is echter hoe dit kan bekomen worden en van waar de middelen moeten komen. Na de aankondiging van de sluiting van de warme fase eiste het ABVV terecht dat de overheid zou tussenkomen. Er werd een plan opgemaakt waarbij de overheid het bedrijf zou overkopen. Als er miljarden voor de banken zijn, waarom dan niet voor het staal? Dat is een terechte vraag, maar als we op de Waalse regering moeten rekenen, kunnen we nog lang wachten.

    Wij zijn voorstander van de nationalisatie van de staalsector zonder schadeloosstelling en onder controle van de arbeiders en de gemeenschap. Als we het beheer overlaten aan kapitalistische managers die door de overheid aangesteld worden, zijn we nog geen stap verder. Een eerste stap naar zo’n nationalisatie zou een bezetting van het bedrijf kunnen zijn om van daaruit het collectieve debat over de syndicale strategie te voeren en de activiteit te kunnen heropstarten in het belang van de werkenden en de bevolking.

  • De inzet van het Interprofessioneel Akkoord

    In het najaar wordt een nieuw Interprofessioneel Akkoord onderhandeld over lonen en arbeidscondities voor de privé. De inzet is enorm en bepaalt mee wie de crisis zal betalen. Dit zijn de belangrijkste discussiepunten.

    Artikel door Eric Byl uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Welvaartsvaste uitkeringen. Dat moet de structurele achterstand van de sociale uitkeringen op de welvaartsevolutie tegengaan. Het gemiddelde bruto pensioen bijvoorbeeld, bedraagt nog maar 42% van het gemiddelde bruto loon. Het patronaat wil dat opnieuw inruilen voor bijkomende toegevingen, de vakbonden zien daar geen reden toe.

    De loonnorm.Sinds die in ’96 werd ingevoerd, hebben loonakkoorden steeds minder om het lijf. Het laatste bevatte maar 0,3% bovenop de index en werd door het ABVV afgekeurd. Normaal is dat richtinggevend, maar omdat geen akkoord werd bereikt, heeft de regering het per KB opgelegd en is het bindend. In 25 sectoren blokkeert het ministerie van arbeid de afgesloten CAO’s omdat ze de loonnorm overschrijden. Zo drijft de regering de druk op om kost wat kost te tekenen. Nochtans, als ook de vermindering van sociale bijdragen en ander fiscale voordelen worden meegerekend, stegen de lonen hier sinds ‘96 maar 1% sneller dan in de buurlanden, meer dan in Duitsland, maar minder dan in Frankrijk en Nederland.

    Brutolonen.Het ACV is bereid de sociale bijdragen te verlagen, in ruil voor een evaluatie van de impact op de tewerkstelling en de compensatie ervan door lasten op meerwaarden, dividenden en grote vermogens. Dat is onrustwekkend. We kennen die evaluaties en de achterpoortjes die de grote vermogens telkens vinden.

    De index.De regering besliste dat die geen deel uitmaakt van deze IPA, maar het patronaat hoopt alweer op toegevingen in ruil voor het behoud ervan. Het wil voortaan indexeren op basis van een vooraf bepaalde inflatie, niet de werkelijke.

    Afwijkingen van de CAO.De Europese Commissie beveelt die mogelijkheid aan. In dat geval mogen we ons aan een vloedgolf van aanvragen verwachten en zal heel het principe van sociale akkoorden uitgehold worden.

    Flexibiliteit.We kunnen het arbeidsritme en de diversiteit aan contracten nog nauwelijks bijhouden. Toch staan overuren, annualisering van de arbeidsduur, deeltijdse arbeid etc. op het menu, onder het mom van “modernisering van de arbeidsmarkt”. Verhoging interprofessioneel minimumloon. De patroons klagen dat het nu al tot de hoogste van Europa behoort, over hun eigen loon praten ze niet.

    Veralgemening tweede pensioenpijler.De regering wil dat in het IPA als pasmunt gebruiken voor toegevingen op de lonen. Zo drijft men de druk op om langer te werken en glijdt het wettelijk pensioen af naar een sociaal vangnet.

    Statuut arbeiders/bedienden.Het Grondwettelijk Hof heeft 8 juli 2013 vastgelegd als limietdatum voor de harmonisering van het statuut van arbeider en bediende. Is er dan geen akkoord, dan moet de rechtbank de opzegtermijnen van arbeiders optrekken tot die van de bedienden.

    De patroons hebben hun massamedia ingeschakeld om hun argumenten te propageren. Wanneer doen de vakbonden beroep op onze middelen: personeelsvergaderingen, werkonderbrekingen en sectoriële en interprofessionele vergaderingen?

  • Betoging van het personeel van het ministerie van Financiën

    Dinsdag betoogden duizenden personeelsleden van het ministerie van Financiën in Brussel. Ze protesteerden tegen het gebrek aan personeel wat de deur open zet voor belastingontduiking. De afgelopen jaren is het aantal personeelsleden bij financiën afgenomen van 38.000 tot 28.000. De rijke fraudeurs varen daar wel bij, de middelen voor de gemeenschap daarentegen niet.

    Foto’s door Nico

  • Lokale verkiezingen 14 oktober

    Kiezen tussen besparingen en nog meer besparingen? Organiseer het verzet!

    Artikel uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Bij de verkiezingen van 14 oktober neemt LSP deel aan verschillende lokale initiatieven die syndicalisten, politieke militanten en diverse linkse organisaties verenigen. Onze benadering is gebaseerd op de noodzaak om te bouwen aan een politiek verlengstuk voor de strijd van de werkende bevolking en hun gezinnen. Door linkse initiatieven op 14 oktober te versterken, willen we de roep naar een gecoördineerd initiatief links van de gevestigde partijen bij de parlementsverkiezingen van 2014 ondersteunen. Verder willen we van de verkiezingen gebruik maken om te waarschuwen voor de komende besparingsgolf. We pleiten daarbij voor een strijdbaar verzet, zowel op syndicaal als op politiek vlak, tegen de besparingen die op alle niveau’s zullen volgen.

    Onze centrale campagnes zijn deze in Brussel met Gauches Communes (gesteund door de Brusselse afdelingen van LSP, Parti Humaniste en CAP) en in Gent met Rood! Eerder publiceerden we een uitgebreid interview met Anja Deschoemacker (lijsttrekker in Sint Gillis) en Bart Vandersteene (lijsttrekker in Gent). Hieronder kijken we naar de andere lokale campagnes waar we aan deelnemen.


    Rood! in Antwerpen. “Onze stad is niet te koop!”

    De campagne van Rood! in Antwerpen draait op volle toeren. Er is een lijst voor de gemeenteraad en voor het district Deurne. We vroegen een reactie van Jarmo Van Regemorter, vijfde op de lijst voor de gemeenteraad en derde voor het district Deurne.

    “De twee grote partijen staan voor het behoud van de tekorten. De ene ziet het behoud van de tekorten op vlak van huisvesting, werk, kinderopvang of onderwijs als een realisatie, de andere ziet het behoud van deze tekorten als een krachtige verandering.

    “Patrick Janssens zegt dat ’t stad van iedereen is, maar zijn asociale beleid zorgt ervoor dat het bij woorden zonder daden blijft. Zijn coalitiepartij en uitdager N-VA wil van De Wever de nieuwe burgemeester maken. Die partij heeft niet alleen de liberale schepenen overgenomen maar ook de harde neoliberale koers van een totale uitverkoop van openbare diensten en weigering om te investeren in de behoeften van de bevolking. Na de verkiezingen kunnen de Stadspartij van Janssens en de nieuw-liberale alliantie van De Wever zonder problemen samen verder besturen, ze baseren zich beiden immers op een neoliberaal beleid.

    “Rood! komt op met een stadslijst waarop 55 kandidaten staan. Lijsttrekker Ivo Janssen is delegee bij een groot chemisch bedrijf. In tegenstelling tot de andere lijsttrekkers is hij geen beroepspoliticus, maar een gewone werkmens. De lijst wordt geduwd door woordvoerder Erik De Bruyn, die ook de lijst in Deurne trekt. Hij duwt de stadslijst samen met regisseur Robbe De Hert, gitarist Luc Van De Poel (van The Kids), auteur Walter Lotens en Ludo Abicht. Met LSP hebben we 12 kandidaten op de stadslijst en twee op de districtslijst.

    “Wij nemen enthousiast deel aan de campagne van Rood! en trekken mee aan de kar, onder meer in Deurne. We doen dit omdat er nood is aan een brede open en democratische linkerzijde waarin verschillende stromingen en mensen met diverse achtergronden samen werken en tegelijk elkaars eigenheid respecteren. De campagne toont dat er een enorm potentieel is. Dat biedt mogelijkheden om ook na 14 oktober op voort te bouwen.”

    > Rood!-Antwerpen en LSP-Antwerpen


    LSP komt op in Dendermonde

    Jef Maes (35 jaar) nam voor het eerst deel aan een politieke actie in 1995 tijdens een scholierenstaking in Aarschot tegen de opkomst van het Vlaams Blok en extreemrechts in het algemeen. De eis van toen is nog steeds actueel “jobs, geen racisme”. In 2007 verhuisde Jef naar Dendermonde en startte er een afdeling van LSP, waarvan hij op dit moment voorzitter is. Hij werkt nu als arbeider binnen de dienstencheque-sector en is sinds de sociale verkiezingen van mei lid van de ondernemingsraad voor ACV Voeding en Diensten. Hij trekt een lijst met zeven kandidaten.

    > Pamflet LSP-Dendermonde


    Stem links in Keerbergen: LSP-Rood!

    Christophe De Brabanter komt op onder de naam LSP-Rood!, de enige linkse lijst in Keerbergen aangezien Groen niet opkomt en SP.a in kartel met de blauwe liberalen naar de kiezer trekt. Met een team van 17 medewerkers zorgen we ervoor dat alle 4.842 brievenbussen van Keerbergen ons pamflet krijgen.

    Christophe: “Het argument dat gemeentepolitiek niets te maken zou hebben met nationale en internationale politiek is een poging van de traditionele partijen om hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Het zijn immers dezelfde partijen die op alle andere niveaus mee besparingen doorvoeren. De lokale afdelingen van die partijen lopen in die ideologie mee – ze zijn dus mee verantwoordelijk voor het neoliberaal beleid. Wij vinden dat er nood is aan een linkse partij die ingaat tegen besparingen, tegen belastingverhogingen die de gewone bevolking treffen en tegen de afbraak van dienstverlening. Ook in Keerbergen hebben heel wat gezinnen het steeds moeilijker. De gemeente wordt overgelaten aan private projectontwikkelaars, waardoor er amper woningen zijn die minder kosten dan 300.000 euro. Welke jongere kan dat nog betalen?”

    > LSP Keerbergen


    Links Front in Charleroi

    In Charleroi diende het Front de Gauche (Links Front) een volledige lijst met 51 kandidaten in. Het gaat om militanten van de Parti Communiste, LSP en tal van onafhankelijke kandidaten, syndicalisten of gewoon arbeiders die genoeg hebben van het besparingsbeleid.

    Een van die kandidaten, Thomas Hericks, verklaarde in de krant Vers l’Avenir: “Ik kon me nooit vinden in een grote partij. Maar het programma van het Franse Front de Gauche heeft me geënthousiasmeerd. Ik kan me vinden in zo’n structuur die toelaat om de ware linkerzijde bijeen te brengen met respect voor elkaars eigenheid.” Dat is wat het Front de Gauche wil doen: het idee vestigen dat links moet samenwerken waarbij meningsverschillen niet als een zwakte worden gezien, maar als een kans voor een constructief debat.

    Het is in dat kader dat de lijsttrekker, de gepensioneerde communistische delegee René Andersen, in de media verklaarde: “Het gaat ons niet om te weten of we 300 of 3.000 stemmen weten te verzamelen, maar wel om aanwezig te zijn op het lokale vlak om daar het debat te voeren en nieuwe partners te vinden om ons linkse front te versterken.”

    Stefanie Lagae van LSP staat op de tweede plaats voor de gemeenteraad en is lijsttrekker voor de provincieraad. Ze verklaarde: “Er is in Charleroi maar één vacature per 40 werkzoekenden. We moeten de werkloosheid aanpakken, niet de werklozen. Er is nood aan degelijke jobs voor iedereen. De gemeente kan het voorbeeld geven met een uitgebreid programma van publieke werken om de meest dringende behoeften aan te pakken: huisvesting, kinderopvang, scholen,… Maar ook door de arbeidstijd voor alle gemeentepersoneel te verminderen zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Dat is enkel mogelijk als we het geld halen waar het zit, in de zakken van het patronaat.”


    Andere lokale linkse lijsten

    Er staan enkele LSP-leden op de provinciale Rood!-lijst in Brugge en twee op de LEEF-lijst in Zottegem. Daarnaast zijn er nog tal van lokale linkse lijsten, onder meer van Rood! in Oostende, Oostkamp, Niel en onder de naam DemocratiEdegem in Edegem. LEEF komt niet alleen in Zottegem op, maar ook in Herzele.

    In Luik is er de lijst VEGA (Verts et à gauche, groen en links) dat een volledige lijst met 49 kandidaten indiende. Op de lijst staan drie LSP-leden als onafhankelijke kandidaten die geen lid zijn van VEGA maar de lijst wel willen ondersteunen. VEGA wil een “plaats van verzet en actie op lokaal vlak” vormen. In La Louvière is er een kandidaat van LSP op de lijst Front de Gauche. Tenslotte hebben we ook een kandidaat op de lijst ‘Gauches’ in Etterbeek.

  • Brugmann ziekenhuis. Personeel woedend over parkeermeters

    Gisteren voerden de personeelsleden van het Brugmann-ziekenhuis in Brussel actie voor het behoud van gratis parkeerplaatsen. Er werden parkeermeters rond het ziekenhuis geplaatst nadat eerder een buurtparking verdween. Hierdoor zouden personeelsleden die met de wagen naar het werk gaan een abonnement van maar liefst 750 euro per jaar moeten betalen om hun wagen kwijt te kunnen!

    Het personeel voerde actie en hield nadien een druk bijgewoonde personeelsvergadering met zowat 400 aanwezigen. Het personeel eist:

    • recht op een GRATIS bewonerskaart (aanvraag en verspreiding georganiseerd door de werkgever)
    • gratis openbaar vervoer: 100% terugbetaling van abonnementen op openbaar vervoer
    • herziening van de toegangsvoorwaarden tot de interne parkings op basis van prioriteiten en noden van het ziekenhuis

    Actie voor gratis parking

    Personeelsvergadering

  • Stop de uitverkoop van onze stad

    De verkiezingen van 14 oktober domineren momenteel het politieke debat. De nationale regering heeft haar beleidsverklaring, waarin voor minstens 5 miljard euro extra bespaard zal worden, uitgesteld tot na de verkiezingen. Ook de Vlaamse regering moet op zoek naar 1 miljard op haar begroting. Maar alsof er niets aan de hand is, vuren de klassieke partijen nietszeggende slogans op ons af. Die slogans moeten de indruk wekken dat ze het goed voor hebben met onze directe woon- leef- en werkomgeving. Dat er van de vele beloftes niet veel in huis zal komen, wordt in alle toonaarden ontkend. De stadskassen zijn leeg maar er wordt met geen woord over gerept.

    Artikel door Bart Vandersteene, lijsttrekker Rood! in Gent, uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’

    De neoliberale stad wurgt de leefbaarheid

    Ondertussen kennen velen onder ons de impact van het neoliberale beleid die alle klassieke partijen de laatste decennia hebben omarmd. De uitholling van de staatsfinanciën, door gigantische cadeaus aan de rijken en grote bedrijven, zorgt voor de zogenaamde onbetaalbaarheid van sociale zekerheid, gezondheidszorg en openbare diensten. Deze kunnen, volgens diezelfde logica, dan ook best stap voor stap overgelaten worden aan de privé. Want de gemeenschap beschikt niet langer over de middelen.

    Ook op het lokale vlak is er een gelijkaardige ontwikkeling. Elke stad moet mee in de concurrentiestrijd om kapitaalkrachtigen aan te trekken en zo een dynamische stad te creëren, zelfs als die onbetaalbaar blijkt. Een telkens groter aandeel van de middelen wordt ingezet om de eigen stad in de kijker te laten lopen en aantrekkelijk te maken. Maar hoe kan je kapitaalkrachtigen aantrekken om in die bepaalde stad te komen wonen of erin te investeren? Voor de toekomstige rijke bewoners moet je iets uniek creëren. Enerzijds een dynamische stad vol evenementen en unieke belevingen, anderzijds oases van luxe, groen en rust, weliswaar onbetaalbaar voor 90% van de huidige bewoners. Investeerders moet je lokken met interessante opportuniteiten om snel veel winst te boeken.

    Het beleid van een stad wordt dus niet opgebouwd rond de behoeften van de bewoners, maar wordt gebaseerd op kansen om privé-winsten te scheppen. Diensten worden geprivatiseerd. Woningen bouwen wordt overgelaten aan privé-ontwikkelaars. Nachtbussen zijn er enkel als de privé er rijdende reclameborden van kan maken. Kinderopvang wordt in dure privé-biocrèches georganiseerd. En de gemeenschap, in de vorm van de lokale overheid, trekt zich meer en meer terug. Ze dwingt zichzelf in de rol van regisseur om de private investeerders, op zoek naar maximale winsten, te lokken en te begeleiden.

    Stop de besparingen, bouw mee aan een linkse oppositie

    De stad, klein of groot, is een wingewest geworden voor kapitaalkrachtige ondernemers. Ondertussen groeit de frustratie bij velen over het feit dat onze toekomst alsmaar onzekerder en onbetaalbaarder wordt. En we staan nog maar aan het begin van de besparingsgolf die in slow motion over ons heen komt. Er zal alsmaar minder geld zijn voor sociale woningen, publieke diensten, ouderenzorg, sociaal beleid,… Tenzij we erin slagen om het roer om te gooien.

    Er kunnen andere keuzes worden gemaakt. Betaalbaar wonen kan georganiseerd worden via de massale bouw van sociale woningen door een Stedelijk Bouw-en Renovatiebedrijf. Efficiënte mobiliteit is mogelijk wanneer er veel, heel veel, middelen worden geïnvesteerd in de uitbouw van het openbaar vervoer. Een aangename stad voor jong en oud kan overal worden gerealiseerd wanneer de leefbaarheid centraal staat en niet de potentiële winst per m².

    Een stadsbestuur heeft zelfs middelen om dit te organiseren zonder afhankelijk te zijn van hogere overheden. Het heeft instrumenten genoeg om de bestaande middelen anders te oriënteren, maar ook om extra middelen te genereren. Geen enkele van de klassieke partijen is bereid dit te doen. Zo’n beleid zou tot een oorlogsverklaring leiden van die kleine, kapitaalkrachtige minderheid die alsmaar grotere delen van de maatschappij onder controle probeert te krijgen. Maar de echte meerderheid heeft geen stem in dit debat. Ze wordt permanent op het verkeerde been gezet met het gekende verdeel-en heers-spel. Ze wordt zand in de ogen gestrooid of overtuigd dat de pest toch misschien iets beter zou kunnen zijn dan cholera.

    Maar met holle slogans, ontworpen door reclamebureaus, werd nog nooit een sociale woning gebouwd. Wij linkse socialisten, zullen ons, in deze verkiezingscampagne en daarna, inzetten om een sterke linkse oppositie op te bouwen om zo een andere stem in het debat te brengen. De volledige linkerzijde zal zonder uitzondering de handen in elkaar moeten slaan om zo’n linkse oppositie op korte termijn succesvol te laten zijn.

  • Spoorstaking. Foto’s uit Brussel

    Ook in Brussel waren er goede stakingspiketten tijdens de spoorstaking. Hieronder enkele foto’s.

    door Nico M. (Brussel)

  • Besparingstrein stoppen en vervangen door geïntegreerd openbaar spoor

    Liberaliseren is slecht voor personeel en gebruikers. Dat blijkt eens te meer bij de herstructureringsdrang bij de spoorwegen. De politieke verantwoordelijken en de directie willen besparen op personeel en enkel die diensten aanbieden die voldoende opbrengen. De historische schuldenberg wordt ingeroepen om de herstructurering verkocht te krijgen. De poging om de herstructurering met enkele tussenstops te organiseren, is door het consequente verzet van de goederenmachinisten mislukt. Het wordt ook steeds duidelijker wat de uiteindelijke eindbestemming is: de winsten naar de privé doorschuiven en de gemeenschap met de schulden opzadelen.

    Artikel uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’ (geschreven voor de laatste ontwikkelingen bij het goederenverkeer).

    Voor een geïntegreerd openbaar spoor

    De komende weken wil de regering discussiëren over een nieuwe structuur voor de NMBS. Er is een voorstel van een tweedelige structuur met de infrastructuurbeheerder Infrabel en vervoersmaatschappij NMBS. De huidige derde tak, de Holding, zou verdwijnen. Een aantal lucratieve onderdelen, zoals de uitbating van de stations, gaat naar Infrabel. De NMBS ‘krijgt’ alle verlieslatende onderdelen en het grootste deel van de schulden die onder meer het gevolg zijn van ABX.

    Ter herinnering: ABX was de pakjesdienst van de NMBS die door voormalig topman Etienne Schouppe werd gebruikt als financiële melkkoe waarbij tal van dubieuze overnames gebeurden en waar het wanbeheer en de verspilling aan de top uiteindelijk voor een enorme schuldenberg zorgde. Enkel de toplui, consultants en private investeerders vaarden er wel bij. Zij gingen met de winsten lopen, de schuldenberg die intussen tot 1,7 miljard euro is opgelopen (tussen 2005 en 2011 nam deze schuld nog met 42,85% toe!) wordt naar de gemeenschap doorgeschoven. Dit is goed voor meer dan de helft van de huidige schulden.

    Sindsdien werd een opvallend groot aantal dochterondernemingen opgezet, er zijn er maar liefst 114. Het resultaat is een onoverzichtelijk kluwen met steeds meer verkwisting aan de top, onder meer via externe consultants (tussen 2005 en 2011 werd 837,5 miljoen euro aan consultancy uitgegeven!). De factuur van de verkwisting aan de top wordt naar beneden doorgeschoven. Als de vervoersmaatschappij een operator naast de andere wordt, zal het niet lang duren vooraleer het statuut van het personeel wordt aangepakt, te beginnen met het nieuwe personeel. Met een eventueel faillissement en daaropvolgende private heropstart met minder personeel aan slechtere voorwaarden en met een beperkter aanbod (het zogenaamde Sabena-scenario), kan de schuldenberg helemaal op de gemeenschap afgewenteld worden.

    De vakbonden eisen een geïntegreerd spoorbedrijf – dus niet opgesplitst in verschillende bedrijven – met een doorzichtige structuur en zonder een verkwistend waterhoofd aan de top. Het Engelse voorbeeld maakt duidelijk dat geprivatiseerde spoorwegen leiden tot minder diensten die een pak duurder zijn voor de reizigers en waarbij er meer gemeenschapsmiddelen naar het spoor gaan dan wat voor de privatisering het geval was (met name voor de infrastructuur). Een geïntegreerd spoorbedrijf moet dan ook in openbare handen zijn.

    Vertraging bij hervorming goederentransport

    Het goederentransport is geliberaliseerd sinds 2003. Men probeert deze sector in private handen te krijgen door in een eerste fase de activiteit volledig onder te brengen in een filiaal van privaat recht dat momenteel voor meer dan 93% in handen van NMBS is. De rest is van de holding. Het onuitgesproken doel is privatisering. Het verlies en het tekort aan eigen bestuurders bemoeilijken dit.

    Het verlies bij Logistics is grotendeels een politieke keuze. Het goederentransport per spoor wordt niet langer als een openbare dienst gezien en bijgevolg is de dotatie afgenomen. Hierdoor ontstaat er ofwel een schuldenberg ofwel komt er een forse verhoging van de prijzen. Dat laatste duwt het goederentransport nog meer op de weg, in Nederland was er het afgelopen jaar een vermindering met 10% onder meer als gevolg van de hoge tarieven die op zes jaar tijd met 300% stegen. Met argumenten inzake milieu of fileproblemen wordt geen rekening gehouden. Dat het de overheid is die de wegen betaalt en ook de financiële gevolgen draagt van het fileprobleem, wordt zelfs niet in overweging genomen. Het wordt overigens helemaal absurd als Logistics overweegt om overheidssubsidies aan te vragen: eerst wordt beslist dat goederenvervoer per spoor geen openbare dienstverlening meer is, maar vervolgens wordt het filiaal van privaat recht gesubsidieerd…

    Een groot aantal bestuurders weigert al maandenlang om op individuele basis de stap te zetten naar het filiaal van privaat recht. Het is immers niet duidelijk wat een overstap betekent voor het statuut van dit personeel. Logistics wil voldoende machinisten die overstappen. Daarna wil het nieuwe machinisten aantrekken en opleiden, maar niet langer aan de huidige arbeids- en loonsvoorwaarden.

    Het laatste voorstel van Logistics eind juni werd unaniem verworpen in de depots. Daarna volgde radiostilte terwijl de campagne om individuele bestuurders te recruteren onverminderd werd voortgezet. Het personeel ging daarop eind augustus in staking. Opvallend was dat deze spontane staking de steun kreeg van militanten van alle vakbonden en ook van personeelsleden uit andere takken van de NMBS.

    De traditionele verdeel-en-heerstactieken om de verschillende vakbonden, verschillende beroepsgroepen of de Nederlandstaligen en Franstaligen tegen elkaar uit te spelen, werden van onderuit op doeltreffende wijze beantwoord. De goederenmachinisten willen een garantie van het behoud van statutaire tewerkstelling bij Technics met de mogelijkheid om met goederentreinen te blijven rijden. Dat kan het best door de goederenactiviteit terug bij Technics onder te brengen.

    Eengemaakt verzet tegen besparingstrein

    Het consequente verzet van de goederenmachinisten zorgt ervoor dat de volledige herstructurering van de NMBS in de problemen komt. Ook in het voorstel van de tweedelige structuur is Logistics een apart bedrijf met eigen personeel. De detachering van personeel zou stopgezet worden om een einde te maken aan de “rechtsonzekerheid” die daarmee gepaard gaat.

    Nu de besparingstrein vertraging heeft opgelopen, moeten we ervoor zorgen dat ze volledig wordt afgeschaft en vervangen door een degelijk aanbod van stipte treinen met voldoende personeel aan degelijke arbeidsvoorwaarden en lonen. Eengemaakt verzet over vakbondskleuren en taalbarrières heen en met eenheid tussen personeel en reizigers, biedt een weg vooruit aan.

  • Dendermonde. LSP solidair met spoorstaking

    Het Laatste Nieuws publiceerde een artikel naar aanleiding van de solidariteit van LSP met de spoorstaking. Gisteren was LSP in 11 steden in het land actief met een solidariteitscampagne naar de reizigers toe. We verdeelden een pamflet waarin we opriepen om de staking te steunen. Ondanks de mediacampagne tegen de staking was er een openheid en steun voor de actie. Veel reizigers beseffen immers dat niet het gewone personeel verantwoordelijk is voor wat fout loopt bij de NMBS.

    Artikel uit Het Laatste Nieuws


    Enkele foto’s van onze aanwezigheid aan het station

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop