Category: Op de werkvloer

  • Stakingsrecht: het recht om voor onze levensstandaard en toekomst op te komen

    stakingsrecht
    Staking 24 november 2014 in Antwerpen. Foto: MediActivista

    Het Internationaal Vakverbond (IVV), de internationale overkoepeling van vakbonden, heeft 18 februari uitgeroepen tot wereldwijde actiedag voor het stakingsrecht. Daarbij wordt terecht verwezen naar landen waar vakbondsmilitanten vermoord of opgepakt worden omwille van hun rol in collectieve acties. Zo werden er in Colombia in 2013 maar liefst 26 syndicale militanten vermoord.

    Bij ons is het gelukkig beter gesteld. Maar als het van de rechtse regering afhangt, wordt verder gemorreld aan het recht op collectieve actie. De professionele vakbondsbasher Zuhal Demir (N-VA) was er natuurlijk als eerste bij om na het sluiten van het ‘sociaal akkoord’ twee jaar sociale vrede te eisen. Alsof vrede bekomen wordt door eenzijdige ontwapening te eisen.

    Demir speelde in op de mediahetze die in de aanloop naar het akkoord werd gevoerd. Zo werd beweerd dat het ABVV geïsoleerd stond met het verzet tegen dit akkoord. Er werd geschreven dat het ABVV altijd neen zegt en zich marginaliseert. Nu bleek echter dat niet alleen het ABVV maar ook een groot deel van het ACV weigerde om zich neer te leggen bij een akkoord met een erg beperkte loonmarge in ruil voor een indexsprong. Ondanks het getrek en geduw van de ACV-leiding haalde ze een meerderheid van amper 49% in eigen rangen. En zelfs dat werd enkel behaald met de stelling dat de acties tegen onder meer de indexsprong verder zouden gaan. Wie staat hier eigenlijk geïsoleerd?

    Dat Zuhal Demir en andere N-VA’ers aanvallen op het stakingsrecht inzetten, is geen toeval. Zij willen een verandering in de krachtsverhouding tussen arbeid en kapitaal en daartoe willen ze het recht op collectieve actie door de arbeidersbeweging uithollen. Ze willen dat recht beperken tot wat het in de 19de eeuw was: een verbod op acties die het ‘recht op nijverheid’ doorkruisen, eigenlijk bedoelen ze het ‘recht’ om winst te maken en tot uitbuiting over te gaan. Onder het mom van het ‘recht op werk’ willen ze protest om degelijke jobs te eisen verbieden of aan banden leggen. Collectief actievoeren mag enkel indien niemand het opmerkt.

    Niet alleen Demir heeft problemen met stakingsacties. Ook Kris Peeters (CD&V) gaat een heel eind in die richting mee. Hij leek de positie van Demir te nuanceren toen hij stelde dat sociaal protest nog mogelijk moet zijn, maar hij voegde er meteen aan toe dat deze sociale acties geen stakingsacties mogen zijn. Hij verklaarde: “Wat ons betreft, en op basis van het regeerakkoord, kan er niet gestaakt worden. De bedrijven mogen niet gehypothekeerd worden om duidelijk te maken welke punten de vakbonden verdedigen.” Met zo’n politieke ‘vrienden’ heeft de arbeidersbeweging geen vijanden zoals Demir meer nodig.

    Het recht op collectieve actie is afgedwongen tegen de liberale voorlopers van de huidige rechtse regeringspartijen in. Dankzij stakingsacties werden verworvenheden afgedwongen zoals het betaald verlof, de 8-urendag, indexatie van de lonen, sociale zekerheid, … Het is door collectieve acties van de arbeidersbeweging dat een einde werd gemaakt aan de kinderarbeid.

    Het recht op collectieve actie blijft actueel, zeker op een ogenblik dat de neoliberalen de crisis willen aangrijpen om wat rest van onze sociale verworvenheden met de grond gelijk te maken. Dat mogen we niet aanvaarden, er is strijd tegen nodig. De aankondiging van een tweede actieplan, te beginnen met een militantenconcentratie op 11 maart om 11u op het Muntplein in Brussel, is een goede stap. Een offensief actieplan waarmee we aangeven dat we strijden om te winnen, kan een enorme aantrekkingskracht uitoefenen om de brede steun voor het verzet tegen het besparingsbeleid te organiseren en verder te verbreden. Als onderdeel daarvan moeten we elke poging om onze actiemiddelen uit te hollen of te ondermijnen krachtig beantwoorden!

    In het kader van de internationale dag voor de verdediging van het stakingsrecht publiceren we hieronder enkele artikels en dossiers over het stakingsrecht.

    Eerdere artikels op socialisme.be over het ontstaan en belang van het stakingsrecht:

     

  • Langdurig zieken en ouderen aan de slag, jongeren aan de dop

    Minister van Volksgezondheid Maggie De Block kwam met het voorstel om een panel van artsen in te schakelen om na te gaan of langdurig zieken toch niet ingeschakeld kunnen worden. In andere landen gebeurt dit al langer. Dat het daar samen met een grotere rol van private verzekeringsinstellingen tot schrijnende toestanden leidt, vormt geen bezwaar voor de rechtse regering.

    Op zich is er natuurlijk niets op tegen om voor wie ziek is een aangepaste plaats in de samenleving te zoeken. Maar daar gaat het niet om voor deze regering. Die wil zieken en ouderen aan de slag krijgen als besparingsmaatregel. En dat terwijl er te weinig werk is om alle jongeren aan een job te helpen. Zou het niet logischer zijn dat wie jong en energiek is als eerste kans op werk zou maken? Is het niet wraakroepend dat jongeren hun toekomst niet kunnen uitbouwen omdat ze geen toegang tot werk hebben, waarbij die toegang nog moeilijker wordt gemaakt omdat bejaarden en zieken aan het werk moeten?

    De Block wil zieken sneller aan de slag omdat ze te duur zijn voor de sociale zekerheid en omdat zieken het risico lopen in armoede terecht te komen. Hiermee wordt de logica omgedraaid, in plaats van sociale zekerheid als bescherming tegen armoede wordt geëist dat zieken hun eigen plan trekken. De sociale zekerheid – die uitgebouwd is door onze bijdragen! – wordt al jarenlang afgebouwd. Niet omdat de noden afnemen, maar wel omdat de regering de middelen van onze sociale zekerheid liever cadeau doet aan de grote bedrijven. Ervoor zorgen dat de zwaksten niet uit de boot vallen, is blijkbaar teveel gevraagd. Neen, langdurig zieken moeten maar hun eigen boontjes doppen en werk zoeken.

    Het doel van deze maatregel is dus niet om zieken een nuttige functie in de samenleving te laten uitoefenen en hen op die manier een grotere eigenwaarde te geven. Neen, het is een besparingsmaatregel om de sociale zekerheid te ontzien en de verantwoordelijkheid voor ziekte door te schuiven naar de zieken zelf. Eerder gebeurde hetzelfde met werkloosheid en werklozen. Werklozen zouden verantwoordelijk zijn voor hun positie. Dat er niet genoeg jobs beschikbaar zijn, daar wordt geen rekening mee gehouden. Neen, als werklozen geen werk vinden, is het omdat ze niet genoeg geprikkeld worden. Na de hetze tegen werklozen maakt de rechtse regering zich nu op om hetzelfde te doen met zieken.

    Een pleidooi om langdurig zieken te integreren op de werkvloer en een aangepaste functie te laten uitoefenen, zal pas geloofwaardig en sociaal overkomen indien eerst de jonge werklozen aan werk worden geholpen door het beschikbare werk te herverdelen en indien de werkdruk dermate wordt aangepast dat het mogelijk wordt. Dat kan onder meer met een arbeidsduurvermindering, bijvoorbeeld tot 32 of 30 uren per week, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen of zelfs met een daling van het werkritme. Een daling van de werklast zou overigens meteen een daling van het aantal arbeidsongeschikten (denk maar aan stress, burnout, …) mogelijk maken en het zou reïntegratie van langdurig werklozen eenvoudiger maken. Maar zoals de maatregel nu voorgesteld wordt, is het een zoveelste aanval op de zwaksten in de samenleving.

  • Ondanks alle pogingen om ons te verdelen, naar een tweede actieplan!

    wegstakenHet ACV keurde het ontwerpakkoord goed met een bijzonder nipte meerderheid, als de onthoudingen meegeteld worden, halen de voorstemmen zelfs geen meerderheid. Na alle druk die was uitgeoefend en de interne nota die benadrukte dat een voorstem los stond van een nieuw actieplan tegen onder meer de aanval op de index, was de uitslag van deze stemming een indicatie van de roep naar een tweede actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront.

    Natuurlijk reageerden patronaat en regering met nadruk op het punt waar zij vooruitgang boekten of hoopten te boeken: de verdeelde syndicale slagorde over het ‘sociaal akkoord’. Voor de werkgevers staat het erg beperkte akkoord meteen op de helling indien rond andere punten verder actie gevoerd wordt. Dat is een wel erg doorzichtige vorm van chantage. Regering en media proberen het voor te stellen alsof het ACV weinig consequent is door zowel voor het akkoord te stemmen als nieuwe acties aan te kondigen, blijkbaar was dit plots een allesomvattend akkoord dat meteen ook het volledige regeerakkoord onderschreef? Sommige media suggereerden dat de tegenstem in LBC vooral het resultaat was van de Franstalige stemmen (gehoord op Radio 1), terwijl toch algemeen geweten is dat de christelijke bediendencentrale LBC enkel de Nederlandstaligen organiseert terwijl de Franstalige bediendenbond CNE een eigen koers vaart?

    Dit alles geeft aan dat voor het establishment dit akkoord niet zozeer gericht was op een erg beperkte loonmarge, maar op het stoppen van het verzet tegen het asociale beleid met onder meer de indexsprong, aanval op de openbare diensten, verhoging van de pensioenleeftijd, … Daarbij werd iedere mogelijkheid van verdeeldheid uitgespeeld: ABVV tegen ACV, Vlamingen tegen Walen. Moest de ACV-leiding zonder het voorstel van een tweede actieplan naar de achterban gestapt zijn, dan had ze wellicht geen meerderheid gehaald om de positie van voorzitter Leemans te ondersteunen. Alles wijst op een grote vastberadenheid en eenheid om strijd te blijven voeren.

    Voor de rechtse regering en het patronaat dient het ‘sociaal overleg’ enkel om hun aanvallen op onze levensstandaard op te leggen en het protest ertegen de mond te snoeren. N-VA gaf al aan dat er geen bereidheid is om verder te gaan dan dit ‘akkoord’. “Het sociaal overleg heeft ruimte gekregen, laat ons nu vooruitgaan”, verklaarde Zuhal Demir. Hoe zij en haar partij dat “vooruitgaan” zien, maakten ze eerder duidelijk: een ‘taxshift’ in de vorm van BTW-verhogingen, beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, afbouw sociale dienstverlening, … Er werd meteen aan toegevoegd dat syndicale acties slecht zijn voor de economie. En dus zouden we het ondermijnen van onze levensstandaard maar moeten aanvaarden. Hoe dat de economie zou versterken, maken de dames en heren neoliberalen overigens niet duidelijk.

    Ook in het kader van deze ‘onderhandelingen’ blijkt dat de regering louter voor de allerrijksten rijdt en dat er geen fundamentele toegevingen van te verwachten zijn. We zullen actie moeten voeren om deze regering weg te krijgen. Een nieuw actieplan met een informatiecampagne, een militantenconcentratie, een nationale betoging en vervolgens stakingsacties, is wat nodig is. Het getreuzel en de onduidelijkheid aan de top hebben misschien wat twijfel aan de basis gezaaid en ruimte gelaten voor het gespin van regering en patronaat, we zullen onze acties dus opnieuw moeten opbouwen. Dat kan het beste met een duidelijk en oplopend actieplan waarbij we ook van onderuit onze strijd in eigen handen nemen, onder meer met personeelsvergaderingen. We vertrekken hierbij niet van een onbeschreven blad, maar van de ervaring van een eerste actieplan dat de regering al aan het wankelen bracht.

  • Meeting Politiek initiatief voor sociale rechtvaardigheid, opgezet door militanten van ACV

    Verslag door een ACV-militant

    15794644190_299584fd81_z
    ACV-militanten tijdens de algemene staking van 15 december

    Op woensdagavond 28 januari ging een meeting door van het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid, opgericht door enkele strijdbare personeelsleden en militanten van ACV-CSC-Brussel. Dit initiatief werd in juni 2014 genomen ter ondersteuning van de oproep van ABVV-Charleroi en Zuid-Henegouwen tot de creatie van een politiek verlengstuk voor syndicale eisen.

    Deze oproep werd gelanceerd op 1 mei 2012 nadat men bij FGTB-Charleroi tot de conclusie kwam dat er ter linkerzijde een vacuüm was, aangezien de vakbondseisen niet in wetgeving omgezet werden door de PS (die toen met Elio Di Rupo het land leidde) en Ecolo, integendeel. Deze vaststelling werd door velen gedragen, ook in het ACV waar een aantal militanten het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid oprichtten en op 28 januari een meeting hielden. Op deze meeting was Daniel Piron – van het ABVV van Charleroi – uitgenodigd als gastspreker.

    De meeting startte met een inleiding door een personeelslid van ACV verbond Brussel die de achtergrond van het initiatief schetste. Vervolgens sprak Daniel Piron over de oproep van ABVV-Charleroi en Zuid-Henegouwen voor een geloofwaardig politiek alternatief links van de PS en Ecolo. Hij benadrukte dat men radicaal links wilde samenbrengen (PSL, LCR, PTB, PC, PH, CAP,…) en dat PTB-GO! (met de GO van “Gauche d’Ouverture”) hier deels het resultaat was. Het bleek helaas al snel niet voldoende, want de PTB ging zich meer en meer afzetten van de GO! en bleek niet bereid om heel radicaal links te verzamelen. Daarom blijft de roep bestaan naar een politiek verlengstuk die de acht vragen en tien objectieven (twee brochures die door het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen in dit kader werden uitgegeven) serieus neemt.

    Vervolgens werd een tekst (“wat willen we”) besproken die moet dienen als basis voor het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid en waarvan het doel is dat zoveel mogelijk strijdbare ACV-delegees hem ondertekenen. Deze tekst benadrukt vooral het feit dat het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid antikapitalistisch moet zijn.

    De meeting vervolgde met een tussenkomst door een militant van LBC-NVK die de recente regeringsmaatregelen in de context van het ‘sociaal pact’ van de regeringen en vakbonden toelichtte. Deze historische context bestaat uit een akkoord van de vakbonden om het kapitalisme niet langer te bestrijden in ruil voor sociale zekerheid en sociaal overleg. Dit ‘sociaal pact’ is steeds meer onhoudbaar, de arrogante rechtse regering kiest dermate openlijk de kant van het patronaat dat zelfs de voorzitter van het ACV het woord ‘klassenstrijd’ in de mond neemt.

    Tot slot werd in de discussie nog een interessante parallel getrokken met de situatie in Griekenland, waar Syriza onlangs verkozen werd. Daniel Piron maakt het punt dat de Grieken 30 dagen gestaakt hebben zonder al te veel succes (de besparingen bleven voortduren), totdat er een politiek instrument – in dit geval Syriza – voor handen was om een koerswijziging in te zetten. Natuurlijk kan men zich afvragen of de 30 stakingsdagen voldoende waren en genoeg deel uitmaakten van een actieplan om echte verandering te kunnen afdwingen, maar hoe dan ook is het grote succes van Syriza voor ons een grote inspiratie. Verder werd nog het punt gemaakt dat in België niet enkel komaf moet gemaakt worden met de huidige rechtse regering, maar dat alle regeringen die een besparingsbeleid willen voeren moeten afgevoerd worden.

     

  • Meeting ABVV Brussel toont roep naar tweede actieplan

    [box type=”info” align=”aligncenter” ]Vandaag zitten de nationale instanties van de vakbonden samen en zou er bovendien overleg zijn tussen de top van ABVV en ACV. Een voorstel dat naar verluidt circuleert, is om een tweede actieplan op te starten met eerst een informatiecampagne en een militantenconcentratie begin maart, gevolgd door een nationale betoging eind maart en een nieuwe stakingsactie eind april. Wellicht volgt vandaag of morgen meer informatie hierover. [/box]

    abvvbxl9Afgelopen donderdag verzamelden ongeveer 200 syndicale militanten op een algemene vergadering van ABVV Brussel. Eerst stelden Rudy De Leeuw en Marc Goblet de voorstellen van de Groep van 10 voor.

    Verslag door Maud, foto’s door Rachid

    Nadat werd uitgelegd welke voorstellen door de Groep van 10 werden gedaan en waarom dit onaanvaardbaar is, lieten de ABVV-leiders het woord aan de zaal. De basis kreeg de mogelijkheid om een standpunt in het debat in te nemen.

    Er was een strijdbare sfeer waarbij de aanwezige militanten die het woord namen allemaal nadruk legden op het belang om ons niet neer te leggen bij het isolement waarin het ABVV werd geduwd en waarom we ons moeten blijven verzetten tegen het asociale beleid van de regering.

    De noodzaak van eenheid in het ABVV en de heropbouw van een gemeenschappelijk vakbondsfront met het ACV werd meermaals naar voor gebracht in de tussenkomsten. Ook waren er verschillende sprekers die het hadden over de solidariteit van de openbare diensten.

    De levendige bijeenkomst maakte vooral duidelijk dat er een sterke vraag is naar een tweede actieplan dat bijvoorbeeld kan beginnen met een militantenconcentratie, waarbij ook een oproep wordt gedaan naar de basis van het ACV om de beweging te vervoegen.

    De verschillende raadplegingen die deze week volgen, zullen een beter beeld schetsen van hoe een tweede actieplan er zal uitzien.

  • Eerste beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd een feit. Is er echt geen alternatief?

    Artikel door Emily (Namen) uit ‘maandblad ‘De Linkse Socialist’

    rvaHet gebrek aan werkgelegenheid is een groot en structureel probleem. Het zijn echter steeds de slachtoffers die hier verantwoordelijk voor gesteld worden en sancties krijgen. Dit zien we momenteel met de uitsluiting van duizenden mensen met een inschakelingsuitkering, de vroegere wachtuitkering. Deze werkloosheidsuitkering is als eerste in de tijd beperkt. Welk alternatief kan de georganiseerde arbeidersbeweging hierop naar voor brengen?

    Massale werkloosheid: in wiens voordeel?

    Sinds 30 jaar kennen we een structurele werkloosheid. De werkgelegenheidsgraad – het percentage van iedereen op arbeidsleeftijd die effectief werk heeft – bedroeg in 2013 amper 57%. Dit maakt meteen duidelijk dat er niet genoeg jobs voor iedereen zijn. In 2013 waren er volgens de FOREM (Franstalige tegenhanger van de VDAB) 584.302 werkzoekenden in ons land. Er waren tegelijk amper 61.630 vacatures volgens de FOD Economie. Toch doet men de werklozen af als luiaards en profiteurs die zo snel mogelijk moeten gesanctioneerd worden.

    Het patronaat heeft overigens belang bij het behoud van een zekere werkloosheidsgraad. Dit levert immers een reserveleger op dat automatisch een neerwaartse druk zet op alle lonen en arbeidsvoorwaarden. “Niet tevreden over je werk? Er staan 10 anderen klaar om je plaats in te nemen.” Het patronaat wordt hierin ondersteund door de regeringen die enorme inspanningen leveren om zowel werklozen op te jagen als om een grote lageloonsector tot stand te brengen. Achter de retoriek van de zogenaamde “prioriteit voor werk” verbergt zich een campagne om de werklozen verantwoordelijk te stellen voor de werkloosheid.

    Werkloosheid of werklozen aanpakken?

    Dit is de achtergrond van verschillende maatregelen zoals de “activering” van werklozen, beter bekend onder de noemer van “jacht op de werklozen”. Deze maatregel werd in 2004 ingevoerd door de toenmalige liberaal-sociaaldemocratische coalitie. Er werden permanente en strengere controles ingevoerd om werklozen tijdelijk of definitief het recht op een uitkering te ontzeggen. Het uitgangspunt was dat werklozen kiezen voor hun situatie van sociaal isolement, psychologische druk en financiële onzekerheid.

    In 2011 deed de regering-Di Rupo er nog een schep bovenop met de beperking in de tijd van de zogenaamde inschakelingsuitkering. De vroegere wachtuitkering werd voor wie 30 jaar is tot drie jaar beperkt, met uitzondering voor samenwonende gezinshoofden. Deze maatregel zorgt vanaf 1 januari van dit jaar voor de eerste uitsluitingen, het zou volgens CEPAG, de studiedienst van het Waalse ABVV, om minstens 37.000 mensen gaan. Dat aantal zal overigens nog toenemen. Voor bepaalde werkzoekenden is er tijdelijk uitstel en bovendien zullen er jaarlijks nog nieuwe werkzoekenden bijkomen die hun uitkering verliezen. De oude industriële centra zijn de hardst getroffen regio’s. Vrouwen zijn eveneens oververtegenwoordigd in de uitsluitingen. Het netwerk ‘Stop artikel 63§2’ stelt dat het in 65% van de gevallen om vrouwen gaat. Dat is uiteraard nauw verbonden met het grote aantal vrouwen in deeltijdse jobs waar het niet mogelijk is om een recht op een volledige werkloosheidsuitkering te verwerven.

    De regering-Michel gaat op hetzelfde pad verder. Het recht op een inschakelingsuitkering zal voor min 21-jarigen enkel gelden voor wie een diploma hoger secundair onderwijs heeft behaald. Het recht zal beperkt worden tot de leeftijd van 25 jaar. Wie te lang studeert of niet genoeg heeft gestudeerd, wordt dus meteen gesanctioneerd. Deze maatregel zal zich voor 13.000 Franstalige studenten vertalen in een jaarlijks verlies van 5.104 tot 13.269 euro per persoon (volgens de vakbond CNE).

    Wie uitgesloten is, kan enkel nog bij het OCMW terecht. Het betekent dat de verantwoordelijkheid van de federale regering naar de OCMW’s en dus naar de gemeenten wordt doorgeschoven. Daar dreigt de situatie uit de hand te lopen. De uitsluitingen vanaf 1 januari zijn al goed voor een verhoging van de uitgaven voor leeflonen met 20%. In Wallonië alleen zouden ongeveer 10.000 gezinshoofden en alleenstaanden er beroep op moeten doen (cijfers van CEPAG). Voor samenwonenden is er geen leefloon. Vooraleer het OCMW een leefloon toekent, kan een onderzoek gedaan worden naar middelen van familieleden (ouders of volwassen kinderen) om steun te verlenen. Hierdoor gaan we van een stelsel van solidariteit terug naar een situatie van familiale afhankelijkheid en alles wat daarbij komt.

    Het lijkt absurd om de werklozen te viseren terwijl het tekort aan jobs net het probleem is. Maar als we weten dat deze maatregelen de heersende kapitalistische klasse goed uitkomen, weten we vanwaar de wind komt waaien. Het doel van deze jacht op de werklozen is niet zozeer ingegeven door de wil om op de overheidsuitgaven te besparen, maar wel om onze arbeidsvoorwaarden en lonen te ondermijnen waarbij tegelijk een specifieke laag van de bevolking wordt gestigmatiseerd om de aandacht van de echte problemen af te leiden. Ter illustratie: in 2012 waren de werkloosheidsuitkeringen goed voor 3% van de federale begroting, tegenover 20% die werd besteed aan de terugbetaling van publieke schulden aan speculanten (bron: CADTM).

    32-urenweek om het beschikbare werk te verdelen

    We moeten een geloofwaardig alternatief naar voor schuiven dat vertrekt van de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging. Op de massale werkloosheid moeten we antwoorden met een verdeling van de beschikbare arbeid en dit zonder loonverlies en met een verlaging van de werkdruk. We werken nu gemiddeld 31 uur per week en dit is dan nog zonder rekening te houden met niet benutte productiecapaciteit of verspilling die eigen is aan dit systeem. Onder het huidige systeem gaat dit evenwel gepaard met massale werkloosheid en een onhoudbare werkdruk. De technologische ontwikkelingen moeten gericht worden op de belangen van de werkenden. Dit zou toelaten om de arbeidstijd te verminderen en om het werk te ontdoen van een groot aantal repetitieve handelingen.

    Deze eis stelt de klasse van de werkenden, die hun arbeidskracht verkopen in ruil voor een loon, regelrecht tegenover de kapitalistische klasse, diegenen die de productiemiddelen bezitten. Om de werkenden daadwerkelijk te bevrijden van de vervreemding van hun arbeid, om toe te laten dat er voldoende tijd is voor ontspanning, sociaal leven en het beheer van de samenleving, moet de eis van een arbeidsduurvermindering met loonbehoud en bijkomende aanwervingen verbonden worden met het perspectief van een antikapitalistische breuk en een verandering van de samenleving in socialistische zin.

    Daarmee bedoelen we dat de sleutelsectoren van de economie en de grote bedrijven onder de democratische controle en beheer van de werkenden en de bevolking in het algemeen geplaatst worden. Hierdoor zal werk niet langer synoniem staan voor een schakel in de monsterlijke keten van sociaal en ecologisch vernietigende productie, maar zou het net een belangrijke bijdrage vormen aan de ontwikkeling van onszelf en de gemeenschap. Het zou op termijn de weg openen voor een samenleving zonder loonarbeid.

  • Brusselse LBC-afdeling zegt duidelijk ‘njet’ aan akkoord en pleit voor tweede actieplan

    acvIn het ACV gaan stemmen op voor een tweede actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront. Aan de basis is er heel wat ongenoegen over de wijze waarop de leiding het ontwerp-akkoord met de regering en de werkgevers verdedigde. Dat blijkt onder meer uit een evaluatie van de Brusselse afdeling van de LBC, de bediendencentrale in het ACV, die circuleert op sociale media. Daarin wordt het akkoord verworpen en is er een concreet voorstel voor een tweede actieplan. Hieronder kan je deze evaluatie lezen.

    [divider]

    Ontwerpakkoord: Evaluatie LBC-NVK afdeling Brussel
    (Tussenkomst op LBC-raad 08/02/2015)

    We hebben de volgende evaluatie gemaakt van het ontwerpakkoord.

    • “een einde aan de loonstop” is wel heel erg optimistisch. Voor 2015 blijft de loonstop gewoon behouden. De marge voor loonsonderhandelingen van 0,8% zal zelfs in de sterke sectoren nog steeds een reële loondaling van -1,2% betekenen in 2016. In de zwakkere sectoren kan die loondaling oplopen tot -2%. Bovendien staan de meeste aanbevelingen i.v.m. de manier van invulling van de loonmarge ons niet aan: langer werken, tweede pijler, maaltijdcheques, bonusplannen.
      Het standpunt van de werkgevers dat de indexsprong een reeds genomen regeringsbeslissing is, is een flauw excuus. De loonstop was ook een regeringsbeslissing. En zelfs met een indexsprong zou de indexsprong nog steeds kunnen gecompenseerd worden door een loonsverhoging van méér dan 2%.
      De vrije universiteiten merken op dat voor het personeel van de KU Leuven en de VUB, de lonen de barema’s volgen van de overheidsinstellingen, en dat er voor hen dus in elk geval geen sprake is van loonsverhoging, enkel van een indexsprong.

    Kortom: dit punt is voor ons onverteerbaar.

    • We merken op dat deze enveloppe eigenlijk al verworven was en dus niet moet voorgesteld worden als een overwinning. We hadden het liever gehad dat de onderhandeling over de besteding van de welvaartsenveloppe apart zou gebeurd zijn, precies om te vermijden dat het als “chantagemiddel” wordt ingezet. Bovendien kunnen we eigenlijk niet spreken “welvaartsvastheid” als er ondertussen ook een indexsprong gebeurt. De optrekking van een aantal uitkeringen (in feite enkel de laagste en de hoogste, iedereen daartussen valt uit de boot!) met 2% terwijl er ondertussen een indexsprong van -2% gebeurt, dat is eerder een “gedeeltelijke uitzondering op de indexsprong” dan een echte invulling van het principe ‘welvaartsvastheid’.
      We merken verder op dat er over de inkomensgarantie-uitkering (IGU) voor deeltijds werkenden niets gezegd wordt, en dat m.a.w. het inkomensverlies tot 23% voor deze categorie behouden blijft.
      We merken tenslotte op dat het “optrekken” (eigenlijk dus gewoon indexeren) van de minimumuitkeringen weinig zin heeft als er ondertussen uitkeringen geschrapt worden en dat dus het de facto minimumbedrag niet met 2% naar omhoog gaat, maar tot nul daalt. We denken bijvoorbeeld aan de inschakelingsuitkeringen voor schoolverlaters zonder diploma. In Brussel zijn er momenteel 6000 jongeren in die situatie, die hun uitkering dreigen te verliezen. Volgens de huidige stand van zaken zou de uitkering toch behouden kunnen blijven als ze een opleiding volgen, wat op zich redelijk lijkt, maar blijkt dat er enorme wachtlijsten zijn en dat men slechts hooguit 1000 opleidingen kan aanbieden, m.a.w. 5000 van de 6000 werkloze jongeren zullen nog steeds uit de boot vallen!
      De vrije universiteiten signaleren bovendien dat de verlaging van de leeftijdslimiet van 30 naar 25 jaar voor inschakelingsuitkeringen bijzonder problematisch is; er zijn heel wat slachtoffers onder de studenten.
    • SWT, landingsbanden. In grote lijnen is dit enkel wat “uitstel van executie” maar wordt er geen enkele fundamentele toegeving gedaan op het principe van langer werken.
    • Beschikbaarheid tot 65, rechtvaardige fiscaliteit. Er ligt nog niets concreet op tafel. Eerst zien en dan geloven. Er zijn heel veel interpretaties mogelijk van het concept ‘tax shift’.

    Om een evaluatie te maken van het ontwerpakkoord moeten we het gerealiseerde vergelijken met wat we vroegen tijdens de acties van het najaar. De belangrijkste redenen waarom we betoogd en gestaakt hebben waren volgens ons de volgende vier punten:

    1. Behoud van de index
    2. Langer werken terwijl werklozen gestraft worden?
    3. Rechtvaardige fiscaliteit (tax shift / vermogensbelasting)
    4. Degelijke publieke diensten: tegen de besparingen in openbaar vervoer, onderwijs, gezondheidszorg enz. waarbij we meer moeten betalen voor minder dienstverlening

    Het akkoord geeft op geen enkel van die vier punten een verbetering. Bovendien zou het aanvaarden van dit akkoord (onder het motto “liever enkele borrelnootjes dan helemaal niets”) onze mobilisatiekracht en het gemeenschappelijk vakbondsfront verzwakken. Het is zo al moeilijk genoeg om mensen warm te maken voor het voeren van actie, als je dat moet doen op basis van een dubbelzinnig en gemengd signaal – “we hebben wel ons akkoord gegeven maar we gaan eigenlijk niet akkoord” – dan wordt het niet gemakkelijker. Bovendien gaan we dan energie moeten steken in het sectoroverleg, en onze actiemogelijkheden zullen dan beperkt zijn aangezien we dan wellicht “het sectoroverleg alle kansen moeten geven”.

    Wat ons betreft is de evaluatie dus zowel inhoudelijk als strategisch duidelijk.

    De afdeling Brussel zegt klaar en duidelijk “NJET!” en pleit voor een “deel twee” van het actieplan, in gemeenschappelijk vakbondsfront, opnieuw geleidelijk opbouwend in een vooraf aangekondigde crescendo:

    • eerst een militantenconcentratie,
    • vervolgens een informatie- en sensibilisatiecampagne, dit keer niet enkel een opsomming van wat de regeringen op ons bord hebben gelegd, maar met de nadruk op onze alternatieven, om in te gaan tegen de “er is geen alternatief”-retoriek van De Wever:niet alleen (onze versie van) de tax shift, maar ook bijvoorbeeld het voorstel van Femma om een 30-urenweek in te voeren kunnen daarbij aan bod komen
    • een grote nationale betoging (al dan niet in het weekend) met meerdere vertrekpunten want het station van Brussel-Noord kon het op 6 november al niet aan
    • opnieuw provinciale stakingsdagen naar aanloop van uiteindelijk een nationale algemene 48u-staking.

    We beseffen dat zeker niet iedereen staat te popelen om opnieuw te staken, en hopelijk hoeft het ook niet zover te komen en volstaat de druk (van de acties in de aanloop en de aankondiging op zich) om de regeringsplannen van tafel te vegen, maar we denken dat het potentieel er zeker is. Het is onze taak om ‘actiebereidheid’ te creëren. De betoging van 6 november was de grootste betoging in tientallen jaren, de stakingen waren zeer geslaagd (vele mensen, zowel jongeren als ouderen, hebben voor het eerst in hun leven gestaakt!), we hebben aangetoond dat we de publieke opinie aan onze kant kunnen krijgen als we de zaken helder genoeg uitleggen. Bovendien beweegt er in Europa één en ander: de verkiezingsoverwinning van Syriza in Griekenland en het succes van Podemos in Spanje tonen aan dat de Europese besparingslogica niet langer geslikt wordt en dat er alternatieven mogelijk zijn.

    Wij willen een strijdbare vakbond zijn die actief het verzet organiseert tegen onrechtvaardige en asociale maatregelen, geen ‘vakbond’ die rechtse maatregelen ‘verkocht’ krijgt en een zachte landing kan maken, ook al is het een landing in een moeras van verarming. De teneur en de titel van het ACV-pamflet over het ontwerpakkoord staat ons dan ook helemaal niet aan: de keuze is niet “akkoord gaan” of “rechtse regering laten doen”, de keuze moet zijn “niet akkoord gaan én de rechtse regering niet laten doen!”. We vinden het onaanvaardbaar dat de ACV-leiding op een dergelijke tendentieuze manier het ontwerpakkoord “voorlegt”. Dit is niet “voorleggen”, dit is “opdringen”.

    Tot slot nog dit. Met alle Vlaamse en Federale regeringsmaatregelen die al doorgevoerd zijn of nog op tafel liggen, kan een modaal gezin met twee studerende kinderen en een huis dat moet afbetaald worden door minder inkomen en meer uitgaven in reële termen gemakkelijk 500 euro per maand verliezen. Het grootste deel daarvan zal echter pas vanaf 2016, 2017 echt voelbaar worden. Maar stel je dat eens voor: 25 briefjes van 20 euro, elke maand, uit de gezinsportemonnee, enkel en alleen om de bedrijfswinsten en de zakken van de rijken te spijzen. Die 25 briefjes van 20 euro zouden met dit akkoord in het beste geval gereduceerd worden tot 24 briefjes van 20 euro. Nemen we daar genoegen mee? Gaan we daarvoor het gemeenschappelijk vakbondsfront in gevaar brengen en onze mobilisatiekracht hypothekeren? Wij hopen van niet!

  • Tweede ronde van verzet nodig. Strijden om te winnen!

    Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Foto: MediActivista
    Foto: MediActivista

    De nationale betoging van 6 november en de stakingsdagen van december 2014 waren historisch. De algemene staking van 15 december was de grootste stakingsdag sinds decennia, misschien zelfs de grootste uit de Belgische geschiedenis. Honderdduizenden werkenden staakten mee, velen voor de eerste keer. Tienduizenden hielpen mee met het organiseren van acties en stakingspiketten. Overal was een grote actiebereidheid merkbaar. De centrale vraag die velen zich echter stelden is: wat nu? Is een tweede actieplan nodig, en zo ja, hoe moet zo’n plan er dan uitzien?

    De regering-Michel I morrelt langs alle kanten, systematisch komen nieuwe akkefietjes en conflicten tussen excellenties van de verschillende partijen in de media. Het massale karakter van de acties weerklinkt tot in de Wetstraat. Vooral CD&V zit in een oncomfortabele positie tussen haar engagementen in de regering enerzijds en het steeds luidere protest langs haar ACW-zijde anderzijds. N-VA deed zich voor de verkiezingen liberaler voor dan Open Vld waarop die laatste de partij van De Wever er nu toe dwingt om de liberale besparingskelk tot op de bodem te ledigen. Nog nooit werd zo systematisch en zo openlijk de mogelijke val van een Belgische regering breed bediscussieerd.

    De vakbondsleiders legden de bal in het kamp van de regering. De maneuvreerruimte is echter klein. Bovendien was het verzet in het najaar niet beperkt tot de vraag om de besparingen “eerlijker” te verdelen. We weten allemaal dat de grote bedrijven telkens nieuwe achterpoortjes vinden om aan hun inspanningen voor de gemeenschap te ontlopen terwijl pakweg BTW-verhogingen voor ons wel concreet zijn. De fiscale geschenken aan de grote bedrijven blijven eveneens overeind, wat de inkomsten van de overheid en de sociale zekerheid verder onder druk zet. Er werd evenmin actie gevoerd voor een onderhandelde looninlevering met een beperkte loonstijging die niet volstaat om de indexsprong te compenseren.

    Rond fundamentele twistpunten als de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd, de afbraak van de openbare diensten, en het ontbreken van een échte vermogensbelasting kan niet gediscussieerd worden. Het stemmen van de programmawet en de begroting vlak voor de kerstvakantie heeft dat punt nog eens verduidelijkt. “Alea iacta est”, stelde Julius Caesar toen hij de Rubicon overstak en zo elke mogelijkheid voor een compromis in zijn conflict met de Romeinse Senaat onmogelijk maakte. Dat is ook de kernstelling van de regering Michel I, toegeven op de meest fundamentele eisen van de beweging van november en december is onmogelijk. Verder dreigen er bij de begrotingscontrole in maart al nieuwe pijnlijke maatregelen te komen. Waar is de ruimte voor sociaal overleg dat iets oplevert?

    Bij het sociaal overleg wil Marc Leemans (ACV) naar eigen zeggen de regering “als het moet wat opjagen.” En als dat niet volstaat volgen nieuwe acties. Indien dit betekent dat de acties afgeblazen worden, zonder dat de actievoerders bij de beslissing hierover betrokken werden, zal het bijzonder moeilijk worden om ze terug op gang te trekken. Dan riskeert de rechtse regering haar slag thuis te halen en zal het niet bij de huidige besparingen stoppen. Ook als te lang gewacht wordt met de aankondiging van een tweede actieplan dreigt het momentum verloren te gaan. Denken de vakbondsleiders dat er een aan- en uitknop of een pauzeknop op ons ongenoegen zit? Het is aan de militanten en leden die van de algemene staking zo’n succes gemaakt hebben om te beslissen of het resultaat volstaat of een nieuw actieplan nodig is.

    Wij denken dat wat vandaag op tafel ligt ruim onvoldoende is en een tweede actieplan nodig is. We strijden niet voor een beperkte afzwakking van de aanval op onze levensstandaard, maar voor een breuk met het asociale beleid van deze regering. De inzet van zo’n actieplan? Het besparingsbeleid wegstaken is onlosmakelijk verbonden met het wegstaken van deze regering.

    In de vorige editie van De Linkse Socialist gaven we reeds ons voorstel voor zo’n tweede actieplan dat groter en harder moet zijn. Met een nieuwe militantenconcentratie, een nationale betoging, regionale actiedagen en tenslotte een 48-urenstaking kunnen we de regering wegstaken. Het enthousiasme dat bij velen leeft, kunnen we gebruiken om naar buiten te treden en nog breder te mobiliseren: markten bezoeken, vakbondsstands organiseren aan supermarkten, … zodat we de beweging verder opbouwen. We kunnen hiermee ook diegenen bereiken die nog niet overtuigd zijn of die nog twijfelen over zelf meedoen aan acties. Om deze mensen te overtuigen, is het belangrijk dat we het actieplan en de eisen van de beweging democratisch opstellen. Open militantenvergaderingen in alle regio’s en sectoren moeten beslissen over hoe en waar er actie wordt gevoerd, en wat de minimumeisen zijn.

    Terwijl wij een besparingslawine over ons krijgen, zijn er steeds nieuwe fiscale achterpoortjes voor de superrijken. Dat de 85 rijksten ter wereld evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking geeft aan hoe groot de ongelijkheid is. We leven in een maatschappij waar meer rijkdommen zijn dan ooit tevoren, maar waar die rijkdom ook nog nooit zo ongelijk verdeeld was. Besparen op de meerderheid van de bevolking is een politieke keuze, geen wetmatigheid. Om dit te keren, zal in de eerste plaats een nieuw actieplan nodig zijn met de ambitie om de regering en het besparingsbeleid weg te krijgen.

  • De Lijn fors duurder. Vlaamse regering organiseert fileprobleem

    1,4 tot 3 euro voor een ticket bij De Lijn. Verdere afbouw openbaar vervoer zal fileproblemen vergroten

    delijnDe Lijn trekt de tarieven fors op. De stijging van de ticketprijzen ligt dit jaar wel heel ver boven de inflatie. Een rit aan het goedkoopste tarief, met een lijnkaart, zal vanaf 1 februari 1,4 in plaats van 1 euro kosten. Een SMS-ticket gaat van 1,55 naar 1,95 euro en een los ticket gaat van 1,3 (in voorverkoop) en 2 euro (op de bus of tram zelf) naar 3 euro. Tegelijk verdwijnt het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers. Wil de Vlaamse regering het openbaar vervoer verder afbouwen?

    De afgelopen jaren is er al fors bespaard bij De Lijn. De dienstverlening werd afgebouwd en als het van de Vlaamse regering afhangt, zal dit nog versterkt worden. Zo werd gesproken over het beperken van het aanbod op zondag, enkel in de steden zou er dan de hele dag en avond openbaar vervoer zijn. Elders alleen in de namiddag. De afbouw van de dienstverlening de afgelopen jaren zorgde voor een afname van het aantal reizigers. In 2013 waren er 540 miljoen reizigers, dat is vier miljoen minder dan een jaar ervoor en elf miljoen minder dan drie jaar ervoor. Met andere woorden, de afname van het aantal reizigers is aan het versnellen.

    Na de afbouw op de dienstverlening volgt nu een forse prijsverhoging. De ‘kostendekkingsgraad’ moet omhoog volgens de regering. Daarmee wordt gewezen op de inkomsten die van de reizigers komen en dus los staan van de overheidsbijdrage. Momenteel worden ongeveer 15% van de kosten van de werking van De Lijn betaald door tickets en abonnementen van reizigers. Dat we ook de overige 85% betalen via onze belastingen wordt niet in de argumentatie van de regering opgenomen.

    De overheidsdotatie voor De Lijn bedraagt ongeveer 0,9 miljard euro per jaar. Dat is veel, maar de subsidies voor bedrijfswagens kosten de overheid 4,1 miljard euro per jaar. Dat is een pak meer, er wordt niet aan geraakt en het zorgt voor een verergering van het fileprobleem. Ongeveer de helft van de auto’s in de files zijn bedrijfswagens. Ook de files zijn dus een politieke keuze van deze regeringen. Toen in december even werd geopperd om de fiscale gunstregimes voor bedrijfswagens aan te passen, stond Bart De Wever meteen met een antwoord klaar. “Regeling bedrijfswagens aanpassen staat niet in regeerakkoord”, liet hij noteren (DS 2 december 2014). En ja, besparen op het openbaar vervoer staat wel in de regeerakkoorden.

    Tussen 1995 en 2005 werd in De Lijn geïnvesteerd en leidde dit tot een toename van het aantal reizigers, een verdubbeling op 10 jaar. Dit ging gepaard met een afname van de groei van het autoverkeer. Sinds een jaar of vijf is deze tendens gekeerd. Het aantal reizigers neemt opnieuw af en er wordt niet langer geïnvesteerd in De Lijn. Het resultaat is ernaar, de files worden langer en het mobiliteitsprobleem bijgevolg groter. Volgens Touring was 2014 het ergste filejaar ooit. Als het van de Vlaamse regering afhangt, worden 2015 en de daaropvolgende jaren nog erger.

    De besparingslogica bij De Lijn zorgt voor een negatieve spiraal. De directie bij De Lijn stelt dat de tariefverhogingen nodig zijn om de geplande besparing door te voeren zonder aan het personeel te raken. De logische afname van het aantal reizigers zal echter onvermijdelijk gevolgd worden door nieuwe besparingen op de kap van het personeel. Deze neerwaartse spiraal van afbouw van het openbaar vervoer moet gestopt worden. Zowel inzake mobiliteit als inzake milieu en gezondheid (jaarlijks sterven 350.000 Europeanen vroegtijdig door de uitstoot van fijn stof en stikstof!) is er net nood aan een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer.

    Dat kan het beste door te breken met het besparingsbeleid en massaal te investeren in gratis en degelijk openbaar vervoer met een drastische uitbreiding van het aanbod. Dit zou het autoverkeer doen afnemen met bijhorende voordelen op vlak van fileleed, gezondheid en milieu. Door het openbaar vervoer ‘gratis’ te maken (en dus met de gemeenschap de kost ervan te dragen) wordt het bovendien toegankelijker en wordt het een bijzonder aantrekkelijk alternatief op de eigen wagen. Is dit onbetaalbaar? Indien we de politieke keuze maken om 4,1 miljard aan bedrijfswagens te geven tegenover slechts 0,9 miljard aan De Lijn is het inderdaad onbetaalbaar. Maar waarom zouden we die keuze blijven maken?

    De wijze waarop mobiliteit en transport worden georganiseerd, is een kwestie van een politieke keuze. Laten we de wegen verder vol slibben met vervuilende wagens en camions waarbij de gemeenschap met de kosten op vlak van infrastructuur, gezondheid,… wordt opgezadeld? Of investeren we in de uitbouw van het openbaar vervoer – zowel goederentransport als personenvervoer, zowel treinen als bussen – door het aanbod uit te breiden en het voor iedereen toegankelijk te maken?

  • Handen af van onze openbare diensten! Campagne van ACOD LRB in Brussel

    lrbbxlDe ACOD LRB (Lokale en regionale besturen) startte een campagne tegen het besparingsbeleid. De campagne wil in de delegaties van ACOD LRB in Brussel discussies voeren, onder meer op basis van een brochure. De brochure wordt verspreid en gaat gepaard met een discussie over de inhoud ervan. Op deze manier wil de vakbond het zelfvertrouwen van het personeel versterken om de strijd voor de openbare diensten te voeren. De gevestigde partijen en hun media stellen steeds dat er geen alternatief is. We moeten onze eigen campagnes en discussies opzetten om onze alternatieven te ontwikkelen en te verdedigen.

    De brochure wijst op de gevolgen van het beleid voor het personeel in de gemeenten en steden en voor de gebruikers van deze diensten. Een verslechtering van de gemeentediensten, jobverlies, … De brochure concludeert: “De geschiedenis leert ons dat alle sociale overwinningen na arbeidersstrijd zijn verworven; we kregen ze niet cadeau van het patronaat of de regeringen. Laten we efficiënte krachtsverhoudingen opbouwen en alle werkers, met en zonder job, werklieden en gebruikers van de openbare diensten verenigen in de strijd tegen bezuinigingen in onze gemeenten en voor kwaliteitsvolle openbare diensten!”

    Het bevestigt de noodzaak van een vervolg op 15 december en het actieplan en dit niet alleen op de kabinetten bij de ministers, maar op straat, op de werkvloer en in direct contact met de gebruikers. Deze campagne binnen de openbare diensten in Brussel kan immers samengaan met de opbouw van een algemene beweging in de samenleving. Door met elke sector onze eisen verder uit te werken binnen het kader van een gezamenlijke strijd tegen alle gevolgen van het besparingsbeleid, kunnen we ons alternatief verder verfijnen.

    De crisis van het kapitalisme laat geen ruimte voor een verbetering van onze levens- en arbeidsvoorwaarden. De beperkte aanpassingen die we op basis van onderhandelingen kunnen bekomen, dreigen doorgeschoven te worden naar andere werkenden of naar andere maatregelen die ons opnieuw raken. Het establishment is immers vastberaden in de poging om ons voor de crisis te laten opdraaien.

    ACOD LRB hield in Brussel na de betoging van afgelopen woensdag een algemene vergadering. Daar werd een motie gestemd om binnen ACOD aan te dringen op stakingsacties in de publieke sector. Daarmee wil de vakbondsafdeling vermijden dat enkel op onderhandelingen wordt ingezet. De vakbondsafdeling stelt ook dat het actieplan dat met de staking van 15 december eindigde een vervolg nodig heeft. Deze motie geeft aan dat de strijd wellicht opnieuw zal opgestart worden in de komende periode.

    Dat kan het beste door niet per sector te strijden. De kracht van het actieplan eind 2014 was net dat we allemaal samen in actie gingen en dat over sectoren en vakbonden heen. De campagne van ACOD LRB in Brussel en de motie van afgelopen woensdag vormen een goede gelegenheid om de discussie over een nieuw actieplan te voeren. Een tweede actieplan dat groter en harder is, kan de rechtse regering stoppen.

    PDF van de brochure

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop