Category: Op de werkvloer

  • Interview. Na zeven jaar een juridische overwinning op Deliveroo

    Interview met vakbondssecretaris Martin Willems

    Eind december oordeelde het Arbeidshof van Brussel dat Deliveroo-bezorgers werknemers moeten zijn. De strijd begon in 2017 toen het “Collectif des coursier.e.s” de eerste acties ondernam tegen het opstartende bedrijf voor maaltijdbezorging aan huis. Zeven jaar later opent het arrest van het Arbeidshof nieuwe mogelijkheden in de strijd tegen de Uberisering van de tewerkstelling. We spraken hierover met Martin Willems, vakbondssecretaris van het ACV en initiatiefnemer van de campagne ‘United Freelancers’.

    door Julien (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

    Kan u ‘United Freelancers’ en uzelf even voorstellen?

    “Ik ben al 25 jaar syndicaal actief en 15-16 jaar vrijgestelde voor de vakbond. De tijd vliegt. Ik heb als vrijgestelde op zowat elk gebied gewerkt. Toen koeriers in 2017 de CNE benaderden met de vraag of de vakbond hen kon steunen, heb ik dat mee opgenomen. Ik heb er ook bij het ACV op aangedrongen om in 2019 United Freelancers (UF) op te richten. Het doel van UF is om vakbondswerk uit te breiden naar alle werknemers die diensten verlenen zonder arbeidscontract. Let wel, UF is er niet alleen voor platformwerkers. Platformwerkers zouden overigens werknemers moeten zijn, omdat ze objectief gezien in een ondergeschikte positie verkeren. Op dit moment zorgen we voor deze werkenden. In de toekomst, wanneer ze de juiste status hebben, zullen ze ondersteund worden door de klassieke vakbondsstructuren.”

    “United Freelancers is er voor iedereen die werkt als freelancer, op platformen, als freelance journalist of consultant, pakjes aflevert voor het postkantoor of een platform, in de bouw, maar ook in de gezondheidszorg, waar steeds meer verpleegkundigen freelancer zijn. Dit zijn vaak werkenden van buitenlandse afkomst. United Freelancers bevindt zich dus in het grijze gebied van informeel werk onder substatuut, een sector die enorm in ontwikkeling is. In België hebben we een relatief robuuste sociale wetgeving, ook al zouden we willen dat die nog beter was. De laatste 10-20 jaar hebben werkgevers systemen ontwikkeld om deze te omzeilen. Uber heeft het idee om dienstverleners onder een zogenaamd zelfstandigenstatuut te laten werken niet uitgevonden. Het bestaat overal.”

    De uitspraak van het Arbeidshof is een overwinning. Hoe klein ook, dergelijke overwinningen komen niet vaak voor. Had u dit verwacht?

    “Ik werk al 7 jaar met platformwerkers en met koeriers in het bijzonder, omdat zij het talrijkst en het meest zichtbaar zijn. Zij waren ook de eersten die zich in een collectief organiseerden en aansluiting zochten bij de vakbonden.”

    “Had ik dit verwacht? Kijk, in België lopen we ver achter op andere Europese landen, waar er al heel wat uitspraken zijn gedaan tegen platformen. Let wel, die uitspraken komen niet van de regeringen. Kijk bijvoorbeeld naar Frankrijk, waar de regering Macron helemaal pro-platform is, maar de rechtbanken Deliveroo regelmatig veroordelen, vrij zwaar zelfs en strafrechtelijk.”

    “In België heeft de arbeidsauditor in 2018-2019 een onderzoek laten uitvoeren, in 2020 zijn ze een rechtszaak gestart, in 2021 was er een eerste vonnis dat ons half gelijk gaf maar uiteindelijk ongelijk en nu is er het arrest in hoger beroep. Had ik dit verwacht? Er zijn zoveel wendingen geweest, zowel positief als negatief, dat ik een afwachtende houding innam. Ik ben er blij mee, ook al is het zeker niet het einde van de zaak.”

    “Er is al een wet die de platformen niet respecteren, dus ik weet heel goed dat ze er alles aan zullen doen om deze uitspraak te omzeilen. Dit is een strijd op hoog niveau geworden. De inzet is veel hoger dan je zou denken. De financiële belangen erachter zijn enorm. Neem bijvoorbeeld Uber in Californië. De staat Californië heeft in 2019-2020 een wet aangenomen om Uber te dwingen zijn dienstverleners te betalen. Uber financierde een campagne om een referendum te organiseren, wat mogelijk is in Californië, om een wet te promoten die hen vrijstelt van deze Californische overheidswet, Proposition 22. Hiervoor gaven ze 220 miljoen euro uit en wonnen. Niets is onmogelijk en hun middelen zijn onbeperkt. Ik weet dat dit niet het einde van het verhaal is. Er is meer nodig dan één arrest om de platformen te laten buigen.”

    Wat is uw reactie op de uitspraak en wat betekent het arrest voor de bezorgers van Deliveroo?

    “In de rechtszaak heeft het auditoraat 115 koeriers gehoord. Dan zijn er nog 28 koeriers die vrijwillig tussenbeide zijn gekomen met hun vakbondsorganisatie. Het arrest zegt twee heel belangrijke zaken. Ten eerste dat het regime van de deeleconomie niet van toepassing is.”

    “De overgrote meerderheid van de platformen voor maaltijdbezorging, zoals Uber-eat en Deliveroo, maken gebruik van dienstverleners die noch in loondienst noch als zelfstandige werken. De bezorgers opereren onder de regeling van de deeleconomie. Dat is heel specifiek voor België en 90% van de bezorgers werkt onder dit systeem. Wie voor een platform werkt en minder dan 7.170 euro per jaar verdient, kan volledig informeel werken zonder werknemer of zelfstandige te zijn, en dus zonder sociale zekerheid.”

    “Dit soort werk is een enorm probleem omdat de werkenden geen sociale rechten hebben. Het arrest stelt nu dat dit systeem niet kan gebruikt worden voor de koeriers van Deliveroo en bevestigt daarmee een uitspraak uit 2021. Dit geldt voor alle bezorgers van Deliveroo. En het heeft mogelijk betrekking op Uber Eats, aangezien de redenen die de rechter gebruikt volledig overdraagbaar zijn op Uber Eats. De uitspraak gaat verder en zegt dat de dienstverleners werknemers moeten zijn omdat het platform duidelijk gezag uitoefent over hen. Dit is anders dan wat er in het vonnis van 2021 werd gezegd. Dit is waar het beroep de uitspraak hervormt.”

    “Op wie is het arrest van toepassing? Dat is een beetje lastig. Het gaat al om de 115 plus 28 bezorgers die betrokken zijn bij de rechtszaak. Voor hun prestaties in het verleden zullen alleen de 28 die vrijwillig tussenbeide kwamen in de rechtszaak een regularisatie kunnen vragen van het barema en andere voordelen die van toepassing zijn op het paritair comité 140.03 voor het vervoer van goederen.”

    “Deze uitspraak is erg belangrijk voor de toekomst van alle bezorgers van Deliveroo. Het platform zal ongetwijfeld het tegenovergestelde beweren. Dat de uitspraak niet standaard geldt voor alle andere bezorgers. Het gerecht is een actiemiddel, zeker niet het enige en al evenmin het ultieme. Het is in feite traag, zeker in België, en de platformen zullen altijd een stap voor zijn.”

    “Deze uitspraak geeft een heel duidelijk signaal, maar het is nu aan de politici om het op te pakken, aan de overheid om klaar en duidelijk te zeggen dat maaltijdbezorgingen voortaan door werknemers worden uitgevoerd, punt uit. We gaan niet nog 20 jaar procederen. De overheid moet dat tegen Uber Eats zeggen, want het is precies dezelfde situatie. Anders zouden we Uber Eats een voordeel geven, wat zou neerkomen op oneerlijke concurrentie die iedereen naar beneden trekt.”

    De bezorgers zijn over het algemeen erg jong, erg onzeker en veel van hen hebben geen papieren. Hoe zijn ze betrokken geraakt bij de strijd?

    “Dat was heel moeilijk. In 2020 hebben we breed gecommuniceerd en gezegd dat wij de zaak zouden oppakken, dat de bezorgers niets moesten doen behalve hun gegevens delen en vooral dat ze niets te verliezen en alles te winnen hadden, zonder dat we iets konden beloven. De meesten van hen zijn geen bezorgers meer, want gelukkig voor hen is het geen job die je 5 jaar doet. Ze wachten gewoon om iets anders te vinden.”

    “We zijn sterk aanwezig op het terrein. Met het Maison des Livreurs, dat we hebben opgericht met verschillende organisaties waaronder het Collectif des Coursier.es, hebben we drie kantooruren per week. We gaan de straat op, bijvoorbeeld naast Burger King, waar we sinds een paar maanden elke donderdagavond een stand opzetten. We zien veel wanhopige situaties, veel mensen van buitenlandse afkomst die de taal niet goed spreken. Ze zijn totaal hulpeloos en echt vogels voor de kat. Binnenkort doen we voor het eerst hetzelfde in Antwerpen en we willen ook graag in Gent beginnen.”

    Kan dit leiden tot de oprichting van een vakbondsafvaardiging?

    “We vechten echt voor dezelfde rechten als andere werknemers. Geen enkele bezorger zal zeggen ‘Ik wil een werknemer zijn’. Maar als je ze vraagt of ze €15 per uur willen verdienen in plaats van €5 per bezorging, zullen ze ‘ja, natuurlijk’ zeggen. Dat is waar het werknemersstatuut om draait: loon, voordelen, betaalde vakantiedagen, bescherming bij arbeidsongevallen, collectieve onderhandelingen.”

    “We zijn nog niet zo ver dat we een vakbondsafvaardiging kunnen organiseren. Er is een derde platform in België: Take Away. Zij hebben altijd met bezorgers gewerkt op basis van arbeidscontracten. Lange tijd waren deze contracten onzeker en was er veel tijdelijk werk, ook al ging het om arbeidscontracten. Tegenwoordig zijn deze contracten steeds meer voor de lange termijn. In dit bedrijf zijn we bezig met het opzetten van een delegatie en een vakbondsteam.”

    Welke argumenten werden gebruikt om vast te stellen dat de bezorgers van Deliveroo werknemers zijn?

    “In België zijn de belangrijkste criteria, die we algemene criteria noemen, die maken dat je ofwel zelfstandige ofwel werknemer bent, ten eerste het contract dat je tekent, met andere woorden de omschrijving van de arbeidsrelatie. Vervolgens, en nog belangrijker, is er de organisatie van de werkuren en tenslotte de organisatie van het werk en het toezicht.”

    “Uber en Deliveroo laten bezorgers contracten tekenen die ze niet eens lezen, waarin staat dat ze zelfstandige zijn. Maar we moeten afwachten of de realiteit het contract volgt.”

    “Wat betreft de andere drie criteria vond de rechtbank dat het vrij duidelijk was. Hiërarchische controle is duidelijk: Deliveroo past GPS-toezicht toe. Er is ook het feit dat je constant om documenten wordt gevraagd. Als je een freelancer vraagt om je dak te repareren, ga je niet controleren of die zijn bestelwagen verzekerd heeft. Dit toont aan dat de relatie tussen Deliveroo en zijn bezorgers niet dezelfde is als tussen een particulier en een onafhankelijke dienstverlener.”

    “Een andere belangrijke factor: is de bezorger voor de klant een freelancer of een Deliveroo-agent? Uiteraard is hij een Deliveroo-agent. Je zal altijd zeggen: ‘Ah, daar is de bezorger van Deliveroo of Uber-Eats met mijn soep of pizza!’ Niemand denkt: ‘Nou, daar is Serge met wie ik een contract tekende om me mijn maaltijd te bezorgen’. Uiteraard niet, het is immers Deliveroo dat de koerier kiest. Jij bestelt via het platform en dat bepaalt wie levert.”

    “Over de organisatie van de werktijden zeggen de platformen altijd dat de bezorger werkt wanneer die dat wil. De bezorger logt in wanneer die zin heeft. Dat klopt. Maar het is zoals bij elke werkende: wie een voltijds contract tekent kiest daarvoor. Wie interim-jobs doet, kiest de dagen hiervoor. Eens je werkt (dat is niet eens het moment waarop je inlogt, maar het ogenblik waarop het platform een bestelling doorstuurt, wat een half uur of een uur kan duren), wie bepaalt dan wanneer je werkt? Dat is het platform. Zodra je een bestelling hebt die je moet bezorgen, kan je niets anders meer doen. Als de bestelling te laat wordt bezorgd, volgt een sanctie. Het Arbeidshof oordeelde dat de bezorger hierin geen enkele vrijheid heeft.”

    Wat betekent het arrest concreet voor de koeriers?

    “De betalingen met terugwerkende krachten gaan enkel de 28 aan. Het is belangrijk, maar het is niet wat ons het meest interesseert. Wat voor ons van belang is, is de toekomst van de 3.000 Deliveroo- en 3.000 Uber-koeriers. De herberekening voor de 28 zal het onderwerp zijn van grote discussies, bijvoorbeeld over werktijden. Op steeds meer plaatsen moeten de platforms betalen op basis van werktijd. Ze kunnen niet langer per rit betalen. Zelfs in Londen worden Uber-koeriers per uur betaald. In New York worden zowel Uber-chauffeurs als bezorgers per uur betaald. En toch staan deze steden niet bekend als communistisch. België loop eigenlijk ver achter. Dit werpt de vraag op wat arbeidstijd is.”

    “Op deze plaatsen zeggen de platformen: ‘OK, we moeten per uur betalen, maar dan pas vanaf het moment dat de bezorger de bestelling ophaalt tot die bij de klant is’. Er wordt dus niet betaald voor wachttijd. Wij zeggen dat deze tijd ook betaald moet worden. De bezorger is daar, wacht en is beschikbaar. Er zal dus nog discussie zijn over de definitie van arbeidstijd.”

    “Wat direct zal veranderen is dat platforms niet langer gebruik kunnen maken van de regeling van de deeleconomie. Ik heb contact opgenomen met het Ministerie van Financiën, dat verantwoordelijk is voor het al dan niet accepteren van het gebruik van deze regeling. In eerste instantie zei het ministerie dat maaltijdbezorging niet onder de wet op de deeleconomie viel. De platformen hebben heel lang gelobbyd en toen ging het ministerie van Financiën akkoord.”

    “Nu deze uitspraak er is, kan de minister van Financiën het niet langer accepteren. De platformen zetten tot 90% van hun werkenden in dit systeem in. We weten heel goed dat deze werknemers geen zelfstandigen worden. Je wordt geen zelfstandige in België om een paar honderd euro te verdienen. Het is een statuut waarvoor je sociale bijdragen moet betalen en dat een serieuze administratieve last met zich meebrengt. Je bent zelfstandige als je 2.500 euro verdient, minimaal 3.000 euro. Wat gebeurt er met al deze bezorgers? Dat is nu al een open vraag.”

    “Het is een zeer kwetsbare groep is. Het is duidelijk dat we niet kunnen toestaan dat de platformen deze onzekere werknemers gebruiken en ze nog onzekerder maken. We moeten ons richten op wat erachter zit: outsourcing.”

    “In deze strijd gaat het eigenlijk om de Uberisering, mensen aan het werk zetten zonder hen te erkennen als werknemer. Het is het oude stelsel van schijnzelfstandigheid dat we al 20 jaar zien opkomen in verschillende sectoren. Hier wordt het statuut van schijnzelfstandige op industriële schaal toegepast door multinationals.”

    “Als we deze vormen van werk toelaten, moeten we onszelf niet voor de gek houden. Dan kan al het werk onder het platformsysteem vallen. Als we alle sociale en arbeidswetgeving volledig kunnen omzeilen en mensen aan het werk kunnen zetten zonder het minste sociale voordeel, dan zullen alle werkgevers deze manier van werken veralgemenen.”

    “Als je wil maak ik van Audi Brussels een platform. Wat doet Uber uiteindelijk? Als een klant iets nodig heeft, neemt het contact op met een werknemer en vraagt: ‘wil je dat voor die klant doen?’ Als morgen een klant een Audi bestelt, stuur ik een bericht naar vijf arbeiders en zeg: ‘morgen afspraak aan de productielijn om de Audi van meneer hoe-heet-ie-ook-alweer in mekaar te zetten’ en ik noem het een platform waarbij ik hen betaal in het stelsel van de deeleconomie.”

    “De belangrijkste strijd is tegen de wens van de bazen om zich volledig te onttrekken aan het arbeidsrecht en al zijn verplichtingen. Als Uber en Deliveroo dit mogen doen, kan het morgen overal. Het kan 5, 10 of 20 jaar duren, maar het zal gebeuren. Het kost hen de helft van de prijs. Als er geen arbeidsovereenkomst meer is, dan ook geen loonschalen, collectieve arbeidsovereenkomsten, sociaal overleg en al dat soort zaken.”

    “Dit betekent ook het einde van het recht op collectieve onderhandelingen. United Freelancers probeert dit op twee manieren tegen te gaan. De eerste is om te proberen de meest uitgebuite vormen van werk terug te brengen binnen het kader van de arbeidsovereenkomst. Maar tegelijkertijd ook vakbondswerk ontwikkelen voor afwijkende vormen van werk. Met andere woorden, vakbondswerk buiten de gebaande paden.”

    .

  • Dienstencheques: private bedrijven willen meer winst!

    De dienstenchequesector, die in 2001 officieel werd ingevoerd om zwartwerk tegen te gaan en werklozen aan het werk te helpen, staat er slecht voor. Is de sector winstgevend voor de privébedrijven die de markt beheren? Ja, en bovendien wordt twee derde van de kosten betaald door de gemeenschap. In het Waals gewest gaat het om een publieke steun van 550 miljoen euro per jaar. Waarom sluit Trixxo, een van de grootste werkgevers in deze sector (13.0000 werknemers over het hele land), dan enkele van zijn strijkcentrales in Wallonië? 

    door Maxime (Luik)

    Het Waalse gewest wilde de verhoging van de klantenbijdrage, het bedrag dat het dienstenchequebedrijf aan klanten vraagt voor de administratie en opleiding van het personeel, beperken. Hiermee werd aan de winsten geraakt. De privésector wil wel publieke financiering, zeker indien het om een kant-en-klaar contract gaat zonder al te veel risico’s. Maar de vraag om niet te veel winst te maken op de kap van de gemeenschap doet de sector steigeren. De winsthonger van deze bedrijven stuurt het personeel, waaronder veel vrouwen, terug naar een nog grotere onzekerheid als voorheen. 

    Officieel zijn de dienstencheques bedoeld om zwartwerk tegen te gaan. In de praktijk worden ze vaak gebruikt als cadeau aan de werkgevers die de dienstencheques gebruiken. Tegelijkertijd vormen ze een belangrijk onderdeel van de opmars van steeds flexibelere jobs met meer onzekere arbeidsvoorwaarden. 

    Hoe werkt een dienstencheque? De gebruiker betaalt 9 euro, een prijs die niet meer veranderd is sinds de regionalisering in 2014. De gemeenschap betaalt de rest. In 2022 legde het gewest zo 17,59 euro per cheque bij. Daarvan gaat gemiddeld slechts 60% naar de werknemer, de rest naar het privébedrijf. Het is dus de gemeenschap die de (beperkte maar noodzakelijke) loonsverhogingen van het personeel in de voorbije periode aanvult.

    Er is dus een stelsel waarin de werkgelegenheid vooral door de gemeenschap wordt betaald, maar waar de volledige beslissingsmacht bij privébedrijven ligt. Zij krijgen de voordelen, wij betalen. En bovenal: het personeel in de sector draait op voor de onzekerheid.  

    Een huishoudhulp verdient gemiddeld 1.150 euro bruto per maand. Dat is onder de armoedegrens van 1.248 euro. Ondertussen verdwijnt een groot deel van de publieke middelen in de zakken van het bedrijf. Eens te meer speelt de overheid het spel van de kapitalisten. Hoeft het verwondering te wekken dat die laatsten gewoon met het geld gaan lopen? 

    Zelfs dat vinden de bazen dan nog niet genoeg. Langs Vlaamse kant zegden de werkgeversfederaties Federgon en DCO Vlaanderen eenzijdig twee cao’s op om de huishoudhulpen een eindejaarspremie en een toeslag bij economische werkloosheid te ontzeggen. 

    Waarom redden we deze sector niet uit de greep van het private bedrijfsleven en creëren we een openbare dienst met goede lonen en arbeidsvoorwaarden, waardoor deze taken gesocialiseerd worden? Immers, zonder de private sector komt 40% van het geld dat we investeerden terug in gemeenschapshanden. Dat is genoeg om de lonen van de vooral vrouwelijke werknemers op te trekken en ervoor te zorgen dat ze uit de onzekerheid geraken.

    • Er werken 150.000 mensen in de sector
    • Het startloon bedraagt 13,36 euro bruto per uur 
    • 90% van de huishoudhulpen werkt deeltijds met een gemiddelde arbeidsduur van 24 uur per week
    • 80% van de huishoudhulpen werkt in een winstgevend dienstenchequebedrijf
  • Minder ambtenaren en meer consultants: duurder en minder transparant

    Wat iedereen in de publieke sector weet en waar de vakbonden al jarenlang voor waarschuwen, is nu ook bevestigd door het Rekenhof. Het verminderen van het aantal ambtenaren leidt niet tot lagere kosten. Steevast zijn overheden immers genoodzaakt om meer beroep te doen op externe diensten en consultants om de gaten te vullen die vallen door het lagere aantal ambtenaren.

    Die externe diensten en consultants zijn niet goedkoper, zo stelde nu ook het Rekenhof vast. Daar komt nog een belangrijk argument bovenop, waar het Rekenhof zich uiteraard niet over uitspreekt. Namelijk de transparantie en democratische controle. Waar ambtenaren verantwoording moeten afleggen voor wat ze doen, is dat voor externe consultants veel minder het geval.

    De cijfers van het Rekenhof zijn opmerkelijk. Het schrappen van 1400 ambtenarenjobs door de Vlaamse overheid leverde geen financiële winst op, maar koste de overheid net meer. Door de besparingen op eigen personeel, wordt er meer beroep gedaan op externe consultants. De regering-Jambon bespaarde 75 miljoen euro per jaar door het met 1400 ambtenaren minder te doen. Tegelijk steeg de kost van de uitbestede diensten en de inzet van externe consultants van 449 miljoen naar 612 miljoen euro. Dat is een stijging met 163 miljoen euro, of ruim twee keer zoveel als de besparing op het eigen personeel.

    Het Rekenhof stelt bovendien vast dat de diensten van de Vlaamse overheid hard lijden onder het personeelstekort. “Er is sprake van een toename van de werkdruk, werkstress en burn-out.” De Vlaamse overheid geeft dus het slechte voorbeeld als werkgever. Dit zet de dienstverlening onder druk, met gevolgen voor zowel het personeel als de gebruikers.

    Waarom voert de Vlaamse regering dan al jarenlang een beleid van besparingen op het personeel? Dat is deels een ideologische kwestie. Externe diensten en consultants zijn private spelers en die genieten voor liberalen van allerhande slag de voorkeur op ambtenaren. We horen al jarenlang het riedeltje dat ambtenaren log, weinig dynamisch en duur zijn. Nu blijkt dat die ‘goedkope’ en ‘flexibele’ private werkenden echter dubbel zo duur zijn… Het vrijemarktfundamentalisme van de gevestigde partijen is echter niet onder de indruk van de feiten. Vlaams minister Rutten reageerde niet op het rapport van het Rekenhof.

    De afbouw van het aantal ambtenaren is daarnaast bewust beleid in de richting van een zo slank mogelijke overheid die zo weinig mogelijk diensten aanbiedt. Het is echter een fabel dat er nog veel ‘vet op de soep’ zit dat gemakkelijk kan weg bespaard worden. De aanhoudende besparingen die enkel nodig zijn omdat alle overheden cadeaus geven aan de grote bedrijven of de middelen daar niet willen zoeken, zetten alle overheidsdiensten op hun tandvlees. Alles is al kapot bespaard, elke nieuwe besparing levert hierdoor in de praktijk niets meer op.

    Hetzelfde beleid zien we ook federaal, zowel bij de ambtenaren als bijvoorbeeld het spoor of de infrastructuur. Het is voor de groenen en de sociaaldemocraten gemakkelijk om terechte kritieken op de Vlaamse regering te geven, maar die zouden een pak sterker overkomen als ze federaal niet hetzelfde beleid zouden voeren. 

    Voor de vakbonden bevestigen de vaststellingen van het Rekenhof wat zij al jarenlang zeggen. Het is één punt om gelijk te hebben, het is een ander om gelijk te krijgen. Een stoutmoedige campagne voor meer publieke middelen voor de ambtenaren en de openbare diensten, met een actieplan en een betrokkenheid van de gebruikers van de openbare diensten, zou daarin een essentiële plaats innemen.

  • Directie is het spoor bijster, acties onvermijdelijk

    De eerder aangekondigde spoorstaking van 29 januari tot 1 februari werd op het laatste moment afgeblazen door ACOD Spoor. Sociaal overleg wordt echter niet evident: de woede onder het personeel is groot. De directie aanleiding voor het afgelaste protest was de halvering van de opstarttijd voor treinbegeleiders. Dat was slechts de druppel die de emmer deed overlopen.

    Geactualiseerde versie van een artikel uit maandblad De Linkse Socialist

    In de stakingsoproep stelde ACOD Spoor dat deze halvering van de opstarttijd deel uitmaakt van een lange reeks maatregelen om de productiviteit van het spoorpersoneel te verhogen. De directie ziet de opstarttijd als niet-productieve ‘dode tijd’. Deze maatregel zal gevolgen hebben voor de stiptheid van de treinen, die al jarenlang ondermaats is en van kwaad naar erger gaat. De wachttijden vormen immers ook een buffer om opeenvolgende vertragingen te beperken. Als een personeelslid (inclusief de treinbegeleiders en machinisten) slechts tien minuten heeft tussen twee ritten met hetzelfde materieel, betekent een vertraging van 15 minuten dat de volgende rit afhankelijk van de samenstelling meteen met 10 of zelfs 15 minuten vertraging vertrekt.

    Een ander punt dat door ACOD Spoor werd benadrukt, is het gebrek aan personeel. Meer specifiek, een gebrek aan statutair personeel. In 2005 telden de spoorwegen (Infrabel, NMBS en HR Rail) samen 39.420 VTE’s (voltijdse equivalenten). Op 1 oktober 2023 telden de drie bedrijven samen 27.421 VTE’s. De NMBS meldt nochtans een historisch aantal aanwervingen in 2023. Het probleem is het enorme verloop. In 2023 waren er 1.661 aanwervingen en vertrokken er 1.643 personeelsleden. Het resultaat is een netto toename van… 18 VTE’s.

    Hoe komt dat? De arbeidsvoorwaarden zijn niet bepaald aantrekkelijk. De verhoogde productiviteit legt druk op het personeel en het personeelstekort bemoeilijkt het opnemen van verlof. Bovendien is er een flagrant gebrek aan respect.

    Er worden nieuwe gadgets ingevoerd in het kader van modernisering. Maar vaak gaat het om materiaal van slechte kwaliteit en ontbreekt het aan opleiding om met de nieuwe toestellen te werken. Voor dergelijke opleidingen zou er werktijd moeten vrijgemaakt worden, tijd die de directie als “onproductief” beschouwt. De toegenomen centralisatie van het bedrijf (als reactie op de vermindering van het aantal personeelsleden) haalt de besluitvorming verder weg van het personeel, waardoor deze onbegrijpelijk wordt. De verhouding tussen het personeel en de gebruikers wordt slechter naarmate de kwaliteit van de dienstverlening afneemt met vertraagde en afgeschafte treinen in combinatie met stijgende ticketprijzen terwijl de koopkracht van gezinnen afneemt.

    De job aantrekkelijker maken voor nieuwe personeelsleden, zodat ze langer blijven, is duidelijk geen prioriteit voor de directie. Er wordt immers steeds meer gebruik gemaakt van contractuele tewerkstelling. Op 1 november 2023 waren er 3.647 contractuelen tegenover 2.934 in 2020, een stijging van 24%.

    De dienstverlening terug op het goede spoor krijgen

    Al deze maatregelen brengen het spoor in een spiraal van personeelstekort, slechtere arbeidsvoorwaarden en aftakelende kwaliteit van de dienstverlening. Dit kunnen we samenvatten in drie woorden: gebrek aan middelen.

    We moeten dus strijden voor meer middelen, om voldoende personeel aan te werven, om het statuut voor nieuwkomers te waarborgen, om uit het just-in-time model te stappen (wat neerkomt op besparingen op alles wat niet direct productief is), om een einde te maken aan de ontmanteling van het stationspersoneel (gisteren de afschaffing van loketten, morgen de assistent-stationschefs), kortom, zodat het spoorpersoneel eindelijk degelijke dienstverlening kan aanbieden onder de beste omstandigheden.  Beslissingen zoals het terugschroeven van de openingsuren in 87 van de 91 stations met nog bemande loketten, gaan regelrecht in tegen de belangen van zowel reizigers als personeel. Het ondergraaft de dienstverlening en de veiligheid in de stations.

    In november en december waren er 48-urenstakingen. Een 72-urenstaking eind januari, begin februari werd op het laatste moment afgeblazen. Dat is een ambitieuze stakingsagenda.

    Terwijl het aantal stakingsdagen aanzienlijk is, blijven de eisen vaag. Eén van de eisen is “de normalisering van de sociale dialoog.” Wat betekent dat? De directie beweert dat de sociale dialoog goed liep totdat de vakbonden ‘de reizigers gijzelden’ met hun stakingsacties. Het stoppen van de zoveelste verhoging van de productiviteit ten nadele van het spoorwegpersoneel wordt wel vernoemd, maar er wordt niet uitgelegd wat dit concreet kan inhouden. Het behoud van de opstarttijd van de treinbegeleiders wordt geëist, maar het blijft een zuivere defensieve eis die maar betrekking heeft tot één categorie van het personeel. Anderen voelen zich niet noodzakelijk betrokken en nemen weinig deel aan de staking.

    Er is nood aan algemene vergaderingen op alle werkplekken waarop alle beroepscategorieën samenkomen en hun problemen bespreken. Op die basis kunnen de vakbonden duidelijke eisen formuleren, gekoppeld aan de verdeling van pamfletten onder het personeel door de afgevaardigden. Dit zou de betrokkenheid van collega’s bij de beweging vergroten en de weg openen naar ambitieuzere actieplannen op langere termijn.

    Dit zou ook het opstellen van zowel collectieve eisen voor al het personeel als specifieke eisen voor elke beroepscategorie mogelijk maken.

    Door alle collega’s te betrekken, zou de beweging aan kracht winnen. In combinatie met bijvoorbeeld een roterende stakingsoproep waarbij regio’s afwisselend actie voeren, kan de inspanning over meer schouders verdeeld worden waardoor we langer actie kunnen voeren. Als we dan ook proberen om de reizigers te betrekken, kunnen we overwinningen boeken.

  • De vraag van 1,8 miljard euro winst die factcheckers ontwijken

    Over de Colruyt en de PVDA. En over het factchecken van factcheckers

    Tijdens een interventie op de Zevende Dag in het kader van de nieuwjaarsreceptie van de PVDA sprak Raoul Hedebouw zich uit tegen de grote multinationals in ons land die zeer weinig belasting betalen op hun megawinsten. Hij gebruikte daarbij het voorbeeld van Colruyt, dat volgens Hedebouw slechts 0,27% belastingen betaalde op een winst van 1,8 miljard.

    Door Tim (Gent)

    Meteen schoten de blafhonden van het kapitaal in actie. Er werd een hele resem “factchecks” uitgevoerd om aan te tonen dat wat de PVDA zegt eigenlijk niet klopt. Volgens de factcheckers moet er immers niet gekeken worden naar deze 1,8 miljard winst en de kleine belasting er op, maar moet er gekeken worden naar de “geconsolideerde jaarrekening” van de Colruyt groep, waar er op een winst van 250,9 miljoen euro netjes 62,2 miljoen euro belastingen werd betaald. Ongeveer 25% dus. Zowel de factcheck van de VRT als die van Knack gaven daarom de uitspraak van Hedebouw het titulatuur “onwaar” aan.

    Nu is er wel iets vreemds aan de hand als één onderdeel van een groep 1,8 miljard winst blijkt te maken, en de gecombineerde winst van alle onderdelen samen plots slechts 250,9 miljoen bedraagt. Ook de factcheckers geven toe dat er daar wel iets aan de hand is. Wat er precies is, leren we niet. Enkel Knack geeft een link naar een artikel in De Tijd uit 2013 waarin sprake is van een belastingontwijkingsconstructie die Colruyt toen heeft opgezet in Luxemburg.

    Dat artikel is bijzonder interessant. De Tijd spreekt onomwonden van een constructie om belastingen te ontwijken. Het artikel toont duidelijk aan dat het Luxemburgse holdingbedrijf van Colruyt geen reële economische activiteiten heeft. De journalist in kwestie belt naar het telefoonnummer, en komt blijkbaar bij de slagerij van een lokale Colruytsupermarkt uit. Daar heeft men geen flauw idee van de financiële hocus pocus van de groep.

    Wat doet dit bedrijf? Vooral andere onderdelen van de Colruytgroep “groeperen”. Finco bvb, de “interne bank” van Colruyt. Of Colim, hun vastgoedbedrijf. Ook de “interne verzekeraar” van Colruyt Locré zit daar, evenals hun “aandeel” in de aankoopcentrale van de groep. De winsten van al die bedrijven gaan dus naar Luxemburg. Slim bekeken: afhankelijk van wat de “huurkost” is die de Belgische supermarkten betalen aan Colim kan je de winsten in België zo natuurlijk stevig drukken. Of kan je extra laten betalen voor financiële diensten, voor verzekeringen of voor de aankoop van koopwaar. Afhankelijk van wat de kosten zijn die Colruyt dus aanrekent voor haar interne diensten, kan je dus “beslissen” of de grote winsten in België of in Luxemburg gemaakt worden.

    En dat maakt een verschil. Want in Luxemburg sloot Colruyt een geheime belastingdeal met de autoriteiten daar. Om bijzonder weinig belastingen te betalen op de winsten, die daarna belastingvrij terug naar België kunnen vloeien. Hoeveel belastingen hiermee uitspaart is onduidelijk, de deal is namelijk geheim.

    In 2013 maakte De Tijd wel een overzicht van de fiscale constructies die Colruyt dat jaar opgezet had in Luxemburg. Dat jaar werd er 730 miljoen euro overgedragen naar Luxemburg, waarna dezelfde 730 miljoen euro er belastingvrij terugkeerde naar België als een soort hybride dividend-lening. Dezelfde constructie die Colruyt blijkbaar dit jaar ook heeft opgezet, nu voor 1,8 miljard euro. Reken zelf maar het verschil uit tussen de paar tienden van procent belastingen die Colruyt in Luxemburg maximaal zal betalen en de 25% van de formele vennootschapsbelasting in ons land. Honderden miljoenen belastingen worden zo ontweken.

    De “experten” die in de factchecks aan het woord werden gelaten moeten schoorvoetend toegeven dat ook zij vermoeden dat de belastingen die Colruyt op haar schimmige constructies in Luxemburg betaald heeft niet hoog zijn. Anders zet je geen ingewikkelde financiële vennootschap in Luxemburg op natuurlijk. Het doet vermoeden dat de aanslagvoet van 0,27% die de PVDA aangeeft juister is dan de 25% die Colruyt beweert te betalen.

    Dat het cijfer van de PVDA niet 100% zal kloppen, kan gerust zijn. Dat kan ook niet anders: de partij is immers aangewezen op de publiek beschikbare informatie. De geheime deals in Luxemburg worden angstvallig verborgen gehouden voor de Belgische fiscus, laat staan dat de PVDA ze zou mogen zien. Als Colruyt dan toch transparant wil zijn: open dan de boeken!

    Dit hele verhaal toont aan dat een miljonairstaks zoals de PVDA ze voorstelt zeker nuttig is. Tegelijkertijd toont het verhaal ook aan hoe ingewikkeld zo’n taks zal zijn, en hoeveel weerstand er tegen zal zijn. Als de hele media en talloze “experts” nu al in overdrive gaan over de winsten van één bedrijf, wat zal dat dan zijn als de PVDA ooit aan de macht komt en zo’n taks wil invoeren op álle bedrijven en grote vermogens.

    Om een miljonairstaks mogelijk te maken, zijn er dus een pak voorwaarden te vervullen. Ik geef er maar een paar, maar mensen die er meer van weten kunnen dit zeker aanvullen:

    – Een vermogenskadaster, en ook een volledig en internationaal kadaster waarin alle financiële constructies, belastingdeals etc. in detail worden toegelicht. Vandaag kan de Belgische fiscus – indien ze zou willen – heel veel van die informatie vergaren. Sta hen toe om dat op grote schaal te doen voor de grote vermogens en grote bedrijven in ons land.

    – Een duidelijk stappenplan hoe zo’n miljonairstaks zal moeten worden ingevoerd, met duidelijke sancties voor bedrijven en individuen die ze willen ontwijken door delocalisaties en verschuiven van middelen. Straffen voor banken die hen daarbij helpen. Desnoods moet de overheid de onmiddellijke nationalisatie zonder compensaties in het vooruitzicht stellen voor malafide bedrijven die zich willen onttrekken van een correcte heffing van belastingen.

    – De vennootschapsbelasting terug naar minstens de 33,99% die er was vóór 2019. Bedrijven die in België actief willen zijn, moeten ook kunnen bewijzen dat ze minstens die 33,99% hebben betaald op hun activiteiten in ons land, en moeten dus volledige transparantie geven over hun boekhouding en de ingewikkelde financiële constructies in het buitenland. 

    – Tenslotte: en het belangrijkste: mobiliseer de arbeidersklasse om dit mee mogelijk te maken. Roep mensen die werken in banken en grote bedrijven op om mee controle te houden op wat hun bazen uitspoken, laat hen actief meewerken om elke vorm van tegenwerking die de kapitalisten zullen ontwikkelen te neutraliseren. Geef de vakbonden in die bedrijven een totaal zicht op de activiteiten die er ontplooid worden, en wissel die informatie uit tussen vakbonden van verschillende centrales en bedrijven. Geef de ambtenaren bij financiën carte blanche om zelf een plan uit te werken om fiscale fraude en belastingontduiking aan te pakken. Zij zullen zeker gemotiveerd zijn om eindelijk eens achter de grote fortuinen te kunnen aangaan, in plaats van enkel op de kleine visjes te moeten jagen. Wissel die info ook publiek uit met vakbonden en NGO’s internationaal, zodat bedrijven wereldwijd op de zwarte lijst kunnen worden gezet als ze toch oneerlijke praktijken ontwikkelen.

    Dit om maar te zeggen: mijn factcheck oordeelt dat de factchecks van de VRT en Knack “Grotendels onwaar” zijn.

  • Drukste tramlijn van Vlaanderen geknipt door gebrek aan investeringen

    Vanaf zaterdag is tram 1 in Gent geknipt. Dit is de drukste tramlijn van Vlaanderen met 35.000 reizigers per dag. Na jaren van gebrek aan investeringen in infrastructuur, wordt deze lijn vier jaar stil gelegd voor werken. In 2026 dreigt in Antwerpen hetzelfde te gebeuren met de drukke verbinding tussen de Meir en Linkeroever. Tegelijk werden 3200 bushaltes geschrapt. Wat de opeenvolgende Vlaamse regeringen afbreken, breken ze harder af!

    Een reactie van een Gentse syndicalist op het stilleggen van lijn 1.

    Het voor vier jaar knippen van deze tramlijn was niet “noodzakelijk,” maar is het trieste resultaat van jarenlange besparingen op het openbaar vervoer in Gent. Zo goed als het hele traject van tram 1 is een ramp: gaten in het wegdek onder het spoor zo groot dat je je hand er kan onder steken, overal stukken waar de tram het risico loopt te ontsporen door de barslechte staat van de sporen. Bij ons in de wijk is de snelheid van de tram daarom al jaren beperkt tot 10km/u, anders riskeert hij ongevallen. Trouwens: dat stuk staat nog niet op de planning voor renovatie, dus ook na de vier geplande jaren van werken zal de miserie nog niet voorbij zijn. Het stuk spoor in de Brugstraat en tussen het station en Flanders Expo was in zo’n dramatische staat dat het al op voorhand moest worden vernieuwd, en het stuk tussen de Korenmarkt en het station moet nu voor vier jaar op de schop. Indien men de voorbije decennia degelijk had geïnvesteerd in de spoor -en wegeninfrastructuur op dit traject, zou het niet zo ver zijn gekomen.

    Het is compleet absurd dat deze onderbreking nu gebeurt terwijl er langs de Coupure nog steeds wordt gewerkt aan de sporen op de alternatieve route van de voormalige tram 4. Deze route was de logische en ideale uitwijkroute bij werken op het huidige traject. Alleen opnieuw: ook hier heeft men vele jaren te lang gewacht alvorens te investeren, waardoor er nu op de twee belangrijkste tramlijnen van de stad tegelijk wordt gewerkt, en er dus geen alternatieven meer zijn. Of ja: de pendelbus, die in de spits door de drukste straten van de stad zal moeten rijden als ‘alternatief’. Die pendelbus is zo onbetrouwbaar dat zelfs de apps van De Lijn en ‘Hoppin’ je aanraden een andere, langere route te nemen.

    Het feit dat het stadsbestuur in Gent hier “niets aan kan doen” is een complete fabel. De voorzitter van de Vervoerregio Gent is Filip Watteeuw (Groen), de schepen van mobiliteit. Blijkbaar vindt hij het makkelijker mensen met een oude auto in de vervoersarmoede te duwen dan te investeren in het openbaar vervoer, want hij heeft in naam van het stadsbestuur de plannen in de Vervoerregio goedgekeurd. Beetje hypocriet dat het stadsbestuur achteraf een motie in de gemeenteraad mee goedkeurde tégen die plannen als je eerst je akkoord gaf…

    Dit ontslaat echter de Vlaamse regering niet van haar verpletterende verantwoordelijkheid. Zij heeft de hoofdbrok van de bevoegdheden rond het openbaar vervoer, en voert al decennialang een moordend besparingsbeleid. Hetzelfde besparingsbeleid dat ook het onderwijs, de zorgsector, de waterwegen, de cultuursector, sociale woningbouw en alle andere sectoren waarvoor ze bevoegd is treft. Het resultaat is een Vlaanderen waarin de scholen en universiteiten op instorten staan, enorme besparingen gebeuren en personeelstekorten realiteit zijn. Een Vlaanderen waarin overstromingen gebeuren door een nefaste ruimtelijke ordening en door een gebrek aan degelijk onderhoud en planning van sluizen en waterwegen. Een Vlaanderen waarin gigantische wachtlijsten bestaan in alle aspecten van de zorg of voor sociale woningen, waar de verschrikkelijke condities in de kinderopvang letterlijk zorgden voor doden. En waar nu honderdduizenden mensen er kopzorgen bij krijgen omdat ze niet meer weten hoe ze met het openbaar vervoer op het werk of elders moeten raken. Een extreem agressief antisociaal beleid dat ten eersten de zwaksten in onze maatschappij raakt, maar dat eigenlijk elke werkende mens raakt.

    Een laatste punt: deze besparingen op het openbaar vervoer zijn geen toevalligheid of “foutje”. Het is de bewuste bedoeling van minister Peeters om een openbaar vervoernet te creëren dat zó slecht functioneert dat zelfs de privé het misschien beter zou kunnen doen, of dat ze ons dat toch kan doen geloven. Peeters ontkent dat ook niet. Als je haar ernaar vraagt, zal ze met plezier de lofzang van de privé zingen. Dit is een aanslag tegen de openbare functie van De Lijn, het is een doelbewuste poging om gemeenschapsmiddelen af te leiden naar de privé, daarbij de hele bevolking slachtofferend in haar vervoersnoden. Zeker op momenten dat er zoveel klimaatnoden zijn is dit een puur crimineel beleid.

    Actie voor meer en beter openbaar vervoer afgelopen zaterdag. Foto uit Brugge.
  • Werken tot 67 jaar? Onmogelijk! Loubna, 55 jaar, arbeidster in een wasserij

    We brengen elke maand een getuigenis van iemand voor wie werken tot 67 jaar onmogelijk is. Volgende keer spreken we met Gino, een mecanicien in een garage. Deze maand geven we het woord aan Loubna, een 55-jarige arbeidster in een wasserij.

    door Guy Van Sinoy uit De Linkse Socialist

    “Ik ben geboren in een klein dorpje in Marokko. Een arm dorp. Toen ik drie was, ging mijn vader werken bij de metro in Brussel. Twee jaar later kwamen mijn moeder en ik aan in Anderlecht. Mijn eerste woordjes Frans leerde ik op de kleuterschool. Mijn twee broers werden later geboren. Ik was niet zo goed op school. Na de lagere school volgde ik snit en naad in het beroepsonderwijs. Mijn moeder zei altijd tegen me: ‘Dan leer je tenminste je eigen jurken te maken.’”

    “Na het middelbaar werkte ik als fabrieksarbeidster bij Léonidas in Anderlecht. Toen trouwde ik, kreeg twee kinderen en stopte met werken. Mijn man, een taxichauffeur met oncomfortabele werktijden, kon nauwelijks voor de kinderen zorgen. Gelukkig hielp mijn moeder me.”

    “Daarna was het niet gemakkelijk om werk te vinden. We hadden een buurvrouw die een echte socialiste was. Ze werkte voor de linnendienst in Anderlecht waar ze vakbondsafgevaardigde was. Ze raadde me aan om te solliciteren en ik werd aangenomen als arbeidster. De linnendienst reinigt het linnen voor de grote ziekenhuizen (Brugmann, St-Pierre, Schaarbeek) en het linnen voor de OCMW-tehuizen. Ze maakt ook de werkkledij schoon van al het personeel van de Stad Brussel en het OCMW van Brussel-Stad.”

    “Het is een onhygiënische job. Om de 3 minuten krijgen we een zak vuil wasgoed. We moeten ze optillen en ze wegen vaak meer dan 50 kg. We zouden met z’n drieën moeten zijn, maar vaak zijn we met z’n tweeën. De ziekenhuiswas is vaak erg vies, met vlekken van bloed, braaksel, etter, urine en soms uitwerpselen. De tassen zitten vol met spullen: kunstgebitten, stukjes long en spuiten. De infectierisico’s zijn hoog en vaccinaties zijn verplicht. Daarnaast zijn er voornamelijk chemische risico’s en gevaren door het gebruik van krachtige schoonmaakmiddelen en vlekkenverwijderaars die soms kankerverwekkend zijn. Daarnaast verhogen de hoge temperaturen en vochtigheid het risico op inademing. In deze omstandigheden werken tot 67? Neen, bedankt!”

  • Forges de Clabecq. Na 27 jaar wachten op achterstallig loon opnieuw uitstel van proces

    Op 13 november 2023 moest het proces in hoger beroep over de verkoop van een stuk grond in Vilvoorde voorkomen. De grond behoorde toe aan het vroegere staalbedrijf Forges de Clabecq. De voormalige arbeiders, bedienden en kaderleden van de fabriek eisen achterstallige lonen. Ze wachten daar al 27 jaar op. Door een gerechtelijke actie van de Belgische staat, die de opbrengst van de verkoop zelf in handen wil krijgen, is het proces uitgesteld tot 2025. 

    door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist

    Terugblik en achtergrond (1)

    In oktober 1992 wilde Pierre Dessy, de baas van de Forges, een herstructureringsplan in drie delen opleggen: een sociaal deel (jobverlies en loonsverlagingen), een financieel deel (heronderhandelen van nieuwe leningen met de banken) en een technisch deel. 

    De vakbondsdelegatie was van mening dat het technische deel de sluiting van de vloeibare fase (hoogoven, convertor) betekende, wat Pierre Dessy betwistte. Op 28 oktober kon een werkgeversreferendum, georganiseerd zonder de instemming van de vakbondsafvaardiging, niet doorgaan omdat duizend arbeiders de stembussen vernielden en de stembiljetten verbrandden. De volgende dag dreigde de baas met ontslagbrieven en een loonsverlaging van 10%.

    De delegatie kreeg groen licht van het ministerie van Werk om de leeftijd voor vervroegde uittreding uit te breiden tot 52 jaar, om naakte ontslagen te voorkomen. Op 4 november organiseerde ze een referendum over twee punten: loonsverlagingen en de sluiting van de vloeibare fase. 75% van de werknemers nam deel aan de stemming en 89,51% verwierp de twee punten. 

    De directie weigerde de uitslag van de stemming te erkennen en besloot de lonen met 10% te verlagen. Er begon een staking. Op 10 november 1992 stuurde Dessy een videocassette naar alle arbeiders thuis om zijn standpunt te herbevestigen.

    Opgelegd compromis

    De volgende dag kondigde Guy Spitaels (PS), voorzitter van het Waals Gewest, aan dat hij de Waalse regering voorstelde een lening van 500 miljoen BF toe te kennen, met de instemming van de voorloper van de EU. Op 13 november stemde 53,5% van de werknemers tegen de hervatting van het werk, ondanks de druk van de directie.

    De directie en de vakbondsafgevaardigden kwamen tot een compromis: de 10% loonsvermindering was “een lening” die ten laatste in juli 1995 zou worden terugbetaald. Eind 1996 werd Forges failliet verklaard. Vandaag wachten de voormalige werknemers van Forges nog steeds op de terugbetaling van deze lening.

    De loonsverlaging met 10% was een afwijking van het loonsysteem. Het is alsof je 40 uur per week werkt, elke werkdag van 8u tot 16u en de baas beslist om op vrijdag op de middag te stoppen met betalen, zelfs al werk je ook dan tot 16u. Mensen laten werken zonder ze te betalen, heet slavernij. 

    Waarom komt de staat tussen?

    De verkoop van de site in Vilvoorde door de curator van het faillissement van de Forges zal ongeveer  20 miljoen euro opbrengen. Dat klinkt als een fortuin! Het zou volstaan om de schuld aan de werknemers van Forges de Clabecq na meer dan 25 jaar terug te betalen. (2)

    Voor de overheid is een dergelijk bedrag klein bier op de begroting. 20 miljoen komt bijvoorbeeld overeen met de aankoopprijs van één F16-gevechtsvliegtuig, terwijl België er 54 heeft. Deze worden vervangen door F35’s die meer dan 100 miljoen euro per toestel kosten!

    Het is dus een politieke kwestie om te vermijden dat de voormalige werknemers van Forges de Clabecq hun geld terugkrijgen. De vastberadenheid is opmerkelijk. De staat wil diegenen straffen die het aandurfden om zich te verzetten tegen een herstructurering die het overtollig geachte personeel zonder meer op de schroothoop gooide.  

    1. Bron: ‘Les Forges de Clabecq – Chronique d’une survie fragile (1992-1996)’, Michel Capron, CRISP/CH 1529-1530
    2. Inclusief de schuld verschuldigd aan de nakomelingen van voormalige werknemers, van wie velen zijn overleden aan kanker veroorzaakt door asbest.
  • Besparingen tegenhouden met strijd voor hogere lonen en betere openbare diensten

    Tijdens de pandemie hielden de sociale en gezondheidssector ons overeind. De energiecrisis toonde de waanzin van speculatie op basisvoorzieningen; het populariseerde de oproep voor energie in publieke handen. Telkens moest de overheid tussenkomen waar de privé faalde door de winstbelangen van het grootkapitaal. Toch wil de Europese Commissie terug naar vroeger en zet ze besparingen op de agenda.

    Na loon- en jobverlies tijdens de pandemie verloren we verder met graaiflatie en woekerprijzen voor energie. In 2022 liepen volgens Eurostat 95,3 miljoen mensen in de EU (of 21,6% van de bevolking) risico op armoede of sociale uitsluiting. De nominale loonsverhogingen van de laatste jaren bleven ver achter op de prijsstijgingen en de fiscale hulp aan gezinnen tijdens en na de pandemie loopt bijna overal ten einde. 

    In plaats van een loon-prijsspiraal zagen we over de hele wereld een winst-prijsspiraal. Over 2021 en 2022 haalden de Belgische bedrijven winstmarges van 45%! In de eerste helft van 2023 keerden Europese bedrijven al meer dan €170 miljard uit aan dividenden. Terwijl de recordwinsten, die slechts met minimale overwinstbelastingen werden beperkt, ons naar galopperende inflatie duwden, werd er teruggegrepen naar klassieke monetaire recepten: het optrekken van intrestvoeten op leningen. Dit om zogezegd de vraag naar goederen en diensten in te dammen. Voor de werkende klasse betekent dit een tweede keer voor de crisis betalen want deze politiek werkt enkel onrechtstreeks: de vraag daalt pas in een economische recessie met bijhorende faillissementen en stijgende werkloosheid.

    Terug naar ‘business as usual’?

    Intussen leiden de hoge intrestvoeten in combinatie met de zeer hoge publieke en private schuldgraad al tot betalingsproblemen die wel eens besmettelijk kunnen worden. Om ‘financiële stabiliteit te bewaren’ moet de vinger terug op de knip volgens de Europese Commissie. Voor haar betekent een budget in evenwicht immers hetzelfde als besparen op openbare diensten en sociale zekerheid, tot 45 miljard alle Europese overheden samen. Oorlogs- en wapenuitgaven door de lidstaten – goed voor in totaal €320 miljard in 2022 en nog verder aan het groeien – worden alvast niet in vraag gesteld. Die prioriteiten verduidelijken meteen wiens belangen ze dient, maar kunnen we eigenlijk iets anders verwachten van deze vertegenwoordigers van het grootkapitaal?

    Die recessie tekent zich nu af aan de horizon. De orders in de industrie lopen al terug. Een nieuwe besparingsgolf is werkenden een derde keer doen betalen en zal de economische crisis enkel verdiepen. Terwijl er met €750 miljard aan Europees geld gestrooid wordt om nieuwe winsten te garanderen in de zogenaamde strategische sectoren, zullen de overheden van de lidstaten zich verstoppen achter de Maastrichtnormen, om de winsten (grotendeels) onaangeroerd te laten en de kosten af te wentelen op onze openbare diensten en sociale zekerheid. De hoofdrol van de EU is ook gewoon het faciliteren van kapitaalcirculatie, over de landsgrenzen van de lidstaten heen, om efficiënter onze arbeid uit te buiten voor hogere winsten. 

    Nood aan strijdsyndicalisme van onderuit

    De Eurobarometer van begin december toonde wederom dat de strijd tegen armoede en kwalitatieve gezondheidszorg bovenaan staat in de bezorgdheden van werkenden over heel Europa. Om de winstvoeten hoog te houden en de investeringen in de strategische sectoren te vrijwaren, zullen de patroons en hun vertegenwoordigers echter resoluut de factuur naar de werkende klasse doorschuiven. Tegelijk verhoogt de repressie tegen vakbondsmilitanten over heel Europa. Het overlegsyndicalisme heeft de achteruitgang van onze werk- en leef-omstandigheden slechts minimaal kunnen afremmen over de laatste decennia.

    Een Europese betoging kan een belangrijke eerste stap zijn in de opbouw van het verzet en voor het ontwikkelen van strijdsyndicalisme van onderuit! Een stap naar een echte Europawijde campagne van de arbeidersbeweging, met een coördinatie van Europese stakingsdagen bijvoorbeeld, voor herinvesteringen in openbare diensten maar ook voor koopkracht. Het politiseren van de discussies op de werkplek via informatiecampagnes en personeelsvergaderingen zou daartoe een belangrijke aanloop betekenen. We moeten daarbij de discussie aangaan over welk politiek programma de arbeidersbeweging nodig heeft om de besparingen echt te stoppen. Hoe bouwen we aan internationale solidariteit in strijd?

    • Inenting tegen inflatie en onderlinge concurrentie tussen werkenden in Europa: (herstel van) loonindexering in heel Europa!
    • Voor herfinanciering van openbare diensten: haal het geld uit de rijke zakken. We gebruiken de winsten voor sociaal rechtvaardige ecologische transitie en een massieve herinvestering van de openbare diensten
    • Stop de terugbetaling van de publieke schulden. Voor progressieve winst- en vermogensbelastingen tot en met de nationalisatie van de financiële sector om kapitaalvlucht te stoppen.
    • Er zijn geen monetaire en fiscale oplossingen voor de crisis van het kapitalisme: nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder controle van de arbeidersbeweging.

    Over deze methodes en eisen willen International Socialist Alternative (ISA) en de Linkse Socialistische Partij (ISA in België) de discussie aangaan op de werkplekken en met alle strijdbare syndicalisten. We zijn actief in strijdbewegingen in 15 Europese landen en op alle continenten. We koppelen deze strijd aan die voor socialistische maatschappijverandering en bouwen aan revolutionaire partijen van werkenden en jongeren om voor die ideeën op te komen in de arbeidersbeweging. Contacteer ons, vraag meer info en sluit je aan!

    De strijd voor de meerwaarde op onze arbeid niet voeren, laat overal ruimte aan extreemrechtse krachten om migranten en vluchtelingen aan te wijzen als degenen die de koopkracht en levensstandaard van de werkenden ondermijnen. Met hun campagnes tegen “woke”, de feministische strijd, en “genderideologie” viseren ze de strijd tegen elke vorm van onderdrukking. Meer geweld tegen vrouwen, mensen van kleur en LGBTQIA+ is het resultaat. De arbeidersbeweging moet een onverzettelijke strijd voeren voor de eenheid van de hele werkende klasse. Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons!

    Niemand is vrij, vooraleer iedereen vrij is! Woorden kunnen het lijden en de onmenselijkheid waarvan we getuige zijn in Gaza niet vatten. De druk op onze regeringen tegen hun betrokkenheid en steun aan deze criminele Israëlische regering moet verder opgevoerd worden. Oorlog is nog nooit gevoerd in het belang van de werkenden. De arbeidersbeweging heeft er zelf alle belang bij de grote solidariteit om te zetten in een beweging van stakingen, bezettingen en boycot acties, … om de Israëlische oorlogsmachine en de nieuwe wapenwedloop tot halt te brengen.

  • Europese vakbondsbetoging: het verzet van onderuit organiseren!

    Op 12 december organiseert het Europees Vakverbond (EVV) een betoging in Brussel tegen een Europese top die de besparingspolitiek weer centraal wil stellen. Voor de vertegenwoordigers van de Europese Unie is het zonneklaar. Na het systeem – het kapitalisme – met massale staatstussenkomst te hebben gered tijdens de pandemie, moet nu weer “de broekriem” worden aangehaald. De eurozone balanceert op de rand van een recessie en de begrotingstekorten moeten weer naar beneden worden gehaald. 

    door Peter Delsing

    De Europese ministers van Financiën gaan het geld weer niet zoeken bij de grote bedrijven en de rijkste 1%. Nee, de EU, het IMF en consorten willen dat de regeringen een nieuwe aanval inzetten op de levensstandaard en verworvenheden van de werkenden, gepensioneerden en mensen die afhankelijk zijn van een uitkering. Recente verkiezingsoverwinningen van rechts-populistische partijen in Nederland en Argentinië schudden het establishment dooreen. De afkeer van de politici die staan voor neoliberaal verval en koopkrachtverlies is massief. Het is dringend tijd dat de arbeidersbeweging en de jongeren een antwoord bieden op de crisis van het systeem, zodat de rechtse nepalternatieven naar de achtergrond worden geduwd.

    Naar een recessie in de eurozone?

    Drie jaar na de crisis van de pandemie staat het Europese kapitalisme weer voor een nieuwe recessie. Van juli tot september ging de economie met 0,1% achteruit in de eurozone. Voor het laatste kwartaal van 2023 is een nieuwe inkrimping – en daarmee een technische recessie – mogelijk. Het nieuwsagentschap Reuters citeert de analist Mike Bell van de bank JP Morgan: “De blijvende zwakte van de economische peilingen bij bedrijven in de eurozone suggereert dat er zich een perspectief van recessie aan de horizon aftekent. De industrie blijft in problemen verwikkeld, terwijl de dienstensector verder inkrimpt.” 

    De krapte op de arbeidsmarkt dekte een aantal onderliggende problemen toe, maar daar beginnen nu de eerste barsten in te komen. Reuters: “Bedrijven sneden voor het eerst in het personeel sinds januari 2021, toen het continent de Covid 19-restricties te verduren had. De peiling bij bedrijven over werkgelegenheid viel van 50.0 terug naar 49.4.” 

    Een recente peiling door Voka bij 650 Vlaamse bedrijven in de industrie bevestigt dit negatieve beeld. Bij 6 op de 10 is het orderboekje minder gevuld dan normaal. Een kwart van deze bedrijven doet nu al een beroep op tijdelijke werkloosheid en nog een kwart overweegt het. 1 op de 7 industriële bedrijven overweegt de komende maanden een herstructurering en 1 op de 3 verlaagt geplande investeringen. 

    De patroonsorganisaties Voka en Agoria – deze laatste uit de technologiesector – koppelen er meteen hun eisenpakket aan. Voka wil lagere patronale bijdragen voor de sociale zekerheid en lagere tarieven voor energie-intensieve bedrijven. Agoria wil de indexering van de lonen beperken, flexijobs in de industrie en meer overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling.

    Welke eisen voor de vakbonden? 

    De Europese vakbonden hebben groot gelijk om op straat te komen tegen een nieuwe besparingsgolf en voor meer en dringende publieke investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, klimaatmaatregelen, etc. Nieuwe besparingen zullen een ontwikkelende recessie nog versterken. In die context is het mogelijk dat de Europese machthebbers er niet in slagen om volledig naar de oude budgettaire normen terug te keren. 

    De diepte van de besparingen zal ook afhangen van onze kracht als arbeidersbeweging en de strijdbaarheid van onze klasse. Als het kapitalisme steeds sneller in crisis komt en die crisis een bijna permanent gegeven wordt – ook sociaal en politiek – dan moeten ons protest en de actiemethodes aangepast zijn aan de ernst van de situatie. Enkel een dag betogen in Brussel zal de patroons en de regeringsleiders niet fundamenteel verzwakken in hun geplande offensief op onze jobs, diensten en uitkeringen. 

    Een internationale betoging in Brussel is een stap vooruit en toont de gedeelde belangen van de werkende klasse in Europa. Het kapitaal en hun EU-vertegenwoordigers organiseren zich over de grenzen heen en onze klasse moet dat ook doen. In het verzet tegen nieuwe besparingen moeten we niet enkel betogen, maar ook denken aan internationale stakingsdagen om de strijd te versterken. 

    De burgerlijke media berichten bijna niet over vakbondsstrijd in andere Europese landen. Een gezamenlijke Europese stakingsdag tegen besparingen en voor onze koopkracht zou een krachtig signaal zijn, zeker als zo’n staking democratisch op de werkvloer wordt georganiseerd. Personeelsvergaderingen kunnen die staking voorbereiden en de eisen vanuit onze klasse verfijnen. 

    De vakbondsleidingen zullen geen perspectief aan het verzet van onderuit kunnen bieden als er niet wordt gebroken met het kapitalistische kader. Strijdbare syndicalisten zullen zich in strijdbare partijen en een revolutionaire partij als LSP moeten organiseren om de strijd zo effectief mogelijk te voeren. Onze potentiële kracht om de economie stil te leggen moet samenvloeien met het streven naar volledig democratische vakbonden, zelforganisatie in de bedrijven en wijken en de wil en bereidheid om een radicaal andere, socialistische maatschappij op te bouwen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop