Category: Non/social profit

  • “We gaan van een zorgcrisis naar een implosie of zelfs een zorginfarct”

    De zorgcrisis wordt nog dieper. Het antwoord van het beleid is niet om de nodige middelen uit te trekken om de sector aantrekkelijker maken zodat het personeel niet gaat lopen. Neen, er is een groeiende tendens naar verdere industrialisering van de zorg. Dat gaat ten koste van zowel het personeel als de patiënten. We spraken hierover met Bart Van der Biest, BBTK-afgevaardigde in een ziekenhuis en bestuurslid van de beroepsorganisatie Belgische Federatie HBO Verpleegkundigen (BFHBOV) Hij spreekt in eigen naam.

    Vandaag is de kwestie van arbeidsduurvermindering essentieel. Een 30-urenweek betekent niet alleen dat de werkomstandigheden menselijker worden, maar vergt ook een volledige reorganisatie van de sector.

    Wat is het grootste pijnpunt in de zorg vandaag?

    “Het chronisch tekort aan personeel! Vanuit het beleid worden hier allerlei verklaringen voor gegeven. Zo is het volgens zorgambassadeur Candice De Windt problematisch dat 30% van de studenten verpleegkunde verder studeren. Dat is bizar: ook in andere richtingen studeren jongeren verder. De reden waarom mensen afhaken, zit bij het geheel van werkvoorwaarden.”

    “Maar liefst 40% van de verpleegkundigen oefent hun beroep niet uit. Dit is nochtans geen opleiding die je start zonder een concreet doel. In theorie is er geen tekort aan collega’s met een verpleegkundig diploma op zak, maar de werkomstandigheden leiden tot een exodus. Het tekort aan personeel beperkt zich echter niet tot de zorgfuncties. We zien dat ook bij ondersteunende functies zoals de schoonmaak of administratie. De lonen in de sector zijn laag. Als je dan elders meer kan verdienen mét betere uren, is de keuze snel gemaakt.”

    Bart Van der Biest

    “Het probleem van het personeelstekort is nu groter geworden. Velen hebben het lang volgehouden, maar na Covid volgde een massale exodus. Ook in het ziekenhuis waar ik werk, merk ik dat. Sommigen trokken bijvoorbeeld naar het onderwijs, waar er ook veel problemen zijn door het tekort aan middelen. Maar daar moet je tenminste niet werken in weekends en op feestdagen. De uitstroom betekent dat er veel ervaring vertrekt. Dit vertaalt zich in een daling van de kwaliteit van de zorg.”

    “De problemen vandaag zijn niet nieuw, maar ze zijn uitvergroot door de Covid-crisis. Decennia van onderinvesteringen maakten dat er een zorgcrisis ontwikkelde. Nu gaan we naar een implosie van de zorg. Zorgnet Icuro waarschuwt voor een ‘zorginfarct’ door de combinatie van meer zorgvraag door de vergrijzing en het tekort aan personeel. Dat maakt dat acht op de tien ziekenhuizen activiteiten afbouwen. We stevenen op een ijsberg af, maar het orkest van de Titanic speelt rustig door.”

    Er waren toch extra middelen voor de zorg aangekondigd?

    “Minister Vandenbroucke (Vooruit) pakt graag uit met het Zorgpersoneelfonds dat 5000 voltijdse equivalenten extra opleverde. Tegelijk zegt dat niets over de veel grotere uitstroom. Vóór Covid duurde een gemiddelde loopbaan in de zorg zeven jaar, nu zal dat nog een pak korter zijn. Het is een sector die weinig zorgzaam omgaat met het eigen personeel. Als erg vrouwelijke sector komen daar nog specifieke problemen bij, waardoor je eigenlijk kan zeggen dat het een van de meest asociale sectoren is.”

    “Het klopt dat er in 2020 extra budget uitgetrokken is voor het sociaal akkoord voor de federale sectoren van de zorg. Er werd 1 miljard euro vrijgemaakt. Daarvan is er 400 miljoen afgedwongen voor het Zorgpersoneelfonds dat in 2019 als amendement van de PVDA op de federale begroting in het parlement gestemd werd onder druk van stakingen in de Brusselse openbare en private ziekenhuizen. Het overgrote deel van de resterende 600 miljoen euro is gebruikt voor IFIC, een nieuw systeem van functieclassificatie met bijhorend loonstelsel. De bedoeling was om een billijk loonstelsel voor de volledige sector op te maken … maar in de praktijk werd het iets anders. Er werd o.a. gekeken naar de ‘gemiddelde marktwaarde’ van de functies die men één voor één gewogen heeft volgens de taken die men uitvoert, de verantwoordelijkheden die men draagt …  De exacte percentages voor de verschillende parameters voor de weging zijn nooit vrijgegeven omdat dit teveel discussie zou opleveren. Bovendien wordt de basislogica van het IFIC-model niet toegepast op de grootste groep werknemers, met name de verpleegkundigen. Voor hen blijft het diploma bepalend met een onderscheid tussen bachelors en HBO5.” 

    “Op initiatief van Vandenbroucke wordt op vraag van Europa de zorgladder in het verpleegkundig zorgdomein herbekeken met een te vrezen degradatie van de toekomstige HBO5 die voortaan de titel ‘basisverpleegkundige’ zou dragen. Laat je echter niet vangen aan die nieuwe titel. De verschillende vertalingen in het Frans in het wetsontwerp geven de echte inhoud prijs van de ‘basisverpleegkundige’: eerst was het ‘aide-infirmier’, dan ‘assistent en soins infirmiers’ … Men koos voor ‘basisverpleegkundige’ in Vlaanderen om het gemakkelijker te verkopen en te doen slikken omwille van een eerdere slechte ervaring. Een poging van Maggie De Block in 2016 om hetzelfde door te voeren onder de werknaam ‘healthcare assistent’ werd meteen in de kiem gesmoord door het gemeenschappelijk vakbondsfront.”

    “De eerste theoretische loonmodellen (op basis van de gemiddelde marktwaarde van de functies) van IFIC betekenden tussen de 900 miljoen en 1 miljard euro extra loonvolume per jaar voor het paritair comité 330. “Realiteitszin” deed de werkgevers en vakbondstop dit bedrag herleiden tot een model van ongeveer 600 miljoen euro extra loonvolume (1 derde minder dus) om in verschillende fases (4 of 5) door te voeren in een niet nader bepaald uitgerekt tijdsbestek. De covid-shock zorgde ervoor dat het voor sommige deelsectoren in 1 keer werd ingevoerd, voor andere die reeds een eerste fase achter de rug hadden, werd het in 2 tijden ingevoerd.”

    “Volgens een berekening van Olivier Pintelon (ABVV) uit 2018-19 zou een collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur in de zorgsector 1,7 miljard euro kosten. Alle (extra) budgetten voor de sociale akkoorden in de verschillende deelsectoren van de zorg samen bedragen meer dan 1,7 miljard euro, maar er is niets van de fundamentele problemen opgelost. Er wordt gebricoleerd in de marge, terwijl er niets aan de hyperflexibiliteit en stijgende werkdruk wordt gedaan. Dat is waarom collega’s de sector blijven verlaten.”

    Van waar komt die hyperflexibiliteit?

    “Om het personeelstekort op te vangen worden activiteiten afgebouwd en wordt personeel elders ingezet. Dit vertrekt niet van de zorgnoden. Voor patiënten is het belangrijk dat er verpleegkundigen zijn die hun specialiteit kennen. Daar wilde Maggie De Block destijds al een einde aan maken met haar pleidooi voor algemene verpleegkundigen die overal inzetbaar zijn. Zo werkt het neoliberale bestuur: verpleegkundigen zijn pionnen die verzet kunnen worden. Nochtans kan je een verpleegkundige die jarenlang op de psychiatrie werkt niet zomaar van de ene op de andere dag naar bijvoorbeeld de chirurgie overplaatsen. Dat ondergraaft de kwaliteit in de zorg.”

    “Een andere manier om de flexibiliteit op te voeren, is de doorgedreven administratieve last met allerhande informaticaprogramma’s waarbij een verpleegkundige zich voor elke handeling moet verantwoorden. Verpleegkundigen zijn soms meer bezig met zich te verantwoorden dan met de zorg. Er is een opbouw van een hiërarchie met kleine en grote bazen, die allemaal loeren naar wie aan het bed van de patiënt staat. Van achter hun computer kunnen ze alles controleren en wordt het autoritair regime opgedreven. Ondertussen scoort België slecht qua personeelsbezetting. Internationaal wordt 1 verpleegkundige per 8 patiënten gezien als de limiet voor veilige zorg. In België is er 1 verpleegkundige voor 9,4 patiënten en we komen zelfs van 1 per 11!”

    “Minister Vandenbroucke gaat verder met de neoliberale plannen die Maggie De Block destijds uitwerkte voor de ziekenhuizen. Ondertussen zijn de ziekenhuisnetwerken een feit. In die netwerken van minstens 2 ziekenhuizen moet er uitgemaakt worden welke (specialistische) zorg door wie wordt aangeboden. De sluiting van materniteiten is het eerste voelbare gevolg. In totaal zijn er 25 ziekenhuisnetwerken. Voor bepaalde zorg zullen patiënten hierdoor veel verder moeten reizen. Met de ziekenhuisnetwerken kan er ook bespaard worden op ondersteunende diensten via de oprichting van gezamenlijke externe logistieke platformen die onder een ander paritair comité vallen met slechtere arbeidsvoorwaarden.”

    “De tekorten worden aangegrepen voor een verdere industrialisering van de zorg. Dit gaat gepaard met een verdere hiërarchisering waar in de toekomst de bachelor in de verpleegkunde als ploegbaas een team van goedkopere zorgfuncties zal moeten aansturen. Dit is een hele stap terug in de tijd. Vroeger was er ook sprake van taakverpleging maar dit moest plaats maken voor een holistische benadering van de patiënt en geïntegreerde zorg. Dit zal in de toekomst nog meer naar het rijk van de theorie verwezen worden. De degradatie van de HBO5-verpleegkundigen kadert daarin.”

    “Ondertussen experimenteert Vandenbroucke ook al met de denkpiste die Conner Rousseau lanceerde voor een verdere staatshervorming. Onder meer in de geestelijke gezondheidszorg wordt gewerkt met federale middelen, maar vullen de regio’s in wat er met die middelen gebeurt. Dit is een piste die na 2024 op grotere schaal kan uitgerold worden.”

    “Kortom, er zijn op alle vlakken hervormingen in de sector en doorgaans in slechte zin.”

    Wat moet er dan wel gebeuren?

    “Fundamentele problemen vragen fundamentele oplossingen. Er moet een collectieve arbeidsduurvermindering komen. Zelfs in de brainstormsessies die Vandenbroucke organiseert met onder meer de vakbonden en beroepsorganisaties wordt erkend dat de 38-urenweek in de zorg niet meer van deze tijd is. Het is hoog tijd dat de 30-urenweek afgedwongen wordt! Dat zou de job meteen aantrekkelijker maken.”

    “Er zijn dringend meer middelen nodig. In de federale begroting van 2024 moet er geld voor de sector voorzien worden. Wachten tot na de vorming van een nieuwe federale regering is geen optie, al helemaal niet indien de regeringsvorming opnieuw maanden- of jarenlang aansleept. Tijdverlies voor extra budget kan de zorgsector zich niet permitteren!”

    “De betoging van 13 juni is belangrijk. Eerder werd al op 31 januari betoogd. Toen was de opkomst dubbel zo hoog als voordien verwacht door de vakbondsleiding. Het toonde hoe diep de woede zit. Die betoging werd bovendien goed voorbereid met materiaal dat ruim op voorhand beschikbaar was. Met vingerknipacties om de paar maanden zullen we er echter niet komen. Er is een escalerend actieplan nodig dat gekoppeld wordt aan duidelijke eisen zoals arbeidsduurvermindering en meer middelen. Dit actieplan moet op 13 juni aangekondigd worden, geen maanden nadien.”

    “In 2019 waren er acties en stakingen in alle Brusselse ziekenhuizen, zowel private als publieke. De directe aanleiding toen was een technische discussie rond het sociaal akkoord. In Brussel werd dit echter opengetrokken en werd de ontmenselijking van de zorg aangeklaagd. Die bredere insteek versterkt de mobilisatie en de steun van de publieke opinie.”

    “Vandaag is de kwestie van arbeidsduurvermindering essentieel. Een 30-urenweek betekent niet alleen dat de werkomstandigheden menselijker worden, maar vergt ook een volledige reorganisatie van de sector. Het is positief dat de eis van arbeidsduurvermindering opgenomen is door het gemeenschappelijk vakbondsfront. Dit is geen eis om enkel uitgespeeld te worden bij de sociale verkiezingen, er is nood aan een beweging om het effectief af te dwingen.”

  • Dag van de verpleging. Wereldwijde zorg- en sociale reproductiecrisis van het kapitalisme

    12 mei is de Internationale Dag van de Verpleging. Naar aanleiding hiervan willen we de aandacht vestigen op de sociale reproductiecrisis die de zorgcrisis versterkt. Wat zijn de oorzaken hiervan en hoe de strijd ertegen voeren?

    Artikel door Anne Engelhardt (ROSA International Socialist Feminists Duitsland)

    De sociale reproductiecrisis is in veel opzichten zichtbaar, maar niet op een manier als de klimaatcrisis, de inflatie enzovoort, omdat ze veel bedekte aspecten heeft. Degenen binnen de wereldwijde arbeidersklasse die (onbetaalde) reproductieve taken uitoefenen hebben vaak geen tijd om hun geschiedenis en ervaringen op te schrijven.

    Sociaal Reproductie Feminisme is een analyse die voortbouwt op Marx’ methode van interne relaties. Dit betekent dat we het kapitalisme begrijpen als het sociale geheel waarin we leven en verschillende sociale processen zoals racisme, strijd, patriarchaat als samenstellende delen. Noch het kapitalisme, noch de andere aspecten ervan bestaan zonder het andere of zijn verklaarbaar zonder het andere.

    Het tegenovergestelde van zo’n theorie zou een vorm van atomisme zijn, die we zien bij veel pro-kapitalistische commentatoren, en die ook overheersend is binnen de sociaaldemocratische en stalinistische methoden. Voor hen is het kapitalisme een onderdeel en geen sociaal geheel, en bestaan andere aspecten zoals racisme, klasse, gender als verdere atomen in losse relaties tot elkaar. Naar mijn mening loopt intersectionaliteit ook het gevaar van een atomische methode. Het overlapt atomen van processen van onderdrukking, maar ziet niet hoe die het kapitalisme mee vormen en hoe het kapitalisme hen mee vormt.  In die zin mist intersectionaliteit een denken in processen, contexten en verschillende ruimten en een denken in onderlinge relatie en wederkerigheid met een kapitalistische geschiedenis en totaliteit, die als geheel bestreden moeten worden.

    Sociaal Reproductie Feminisme begint bewust bij Marx en zijn analyse van de klassenstrijd. Het verklaart de randvoorwaarden van die strijd als gevolg van de economische processen en verliest het leven van arbeiders en hun dappere verzet nooit uit het oog. Feministen als Maria Mies, Lise Vogel, Silvia Federici of Tithi Bhattacharya hebben dit marxisme waarin de klassenstrijd centraal staat verder ontwikkeld of verbreed door er meer nuances en aspecten in op te nemen, zoals natuur, thuiswerk, het baren van kinderen, pendelen, seksualiteit, geweld, seksisme enz. Marx zelf schreef in het eerste deel van het Kapitaal in het 8e hoofdstuk over de wreedheid van de uitbuiting van arbeidskrachten met 20-uursdiensten in de bakkerijen, de dalende kwaliteit van brood en voedselschandalen [inspecteurs vonden zand en stenen in broden], vanwege die omstandigheden. De afschuwelijke misvormde gezichten en lichamen van arbeiders in de luciferfabrieken die hun lunchpauze midden in het giftige fosfor doorbrachten enz. We hebben op het de ROSA-conferentie van maart dit jaar de stakingen van werkenden uit de lucifersector in de 19de eeuw herdacht, stakingen waarin vrouwen en meisjes een hoofdrol speelden. Marx vergat vrouwen en kinderen niet in zijn analyse van het kapitalisme, maar kaderde dit in de rol van de arbeidersklasse onder het kapitalisme. Zijn werk mist grotendeels de arbeid buiten de fabrieken of buiten het creëren van variabel kapitaal. Sociaal Reproductie Feminisme is het niet oneens met Marx, maar stelt dat hij scherper en duidelijker had kunnen zijn als hij zich had verdiept in hoe de arbeidskracht zelf tot stand komt.

    Wat bedoelen we als we het hebben over “sociale reproductie”? Het gaat om de reproductie van arbeidskracht op drie manieren: 1. Het baren van potentiële arbeiders 2. Opvoeden, schoonmaken, onderwijzen, genezen, voeden, zorgen, rusten, slapen, genezen als een proces dat arbeiders die elke dienst naar de fabriek moeten terugkeren ook voor zichzelf moeten doen. 3. De reproductie van de kapitalistische maatschappij.

    Sociale Reproductie Feminisme heeft naar mijn mening de zwakte om vooral te kijken naar vrouwelijke arbeidsters en huishoudens, zorg, onderwijs enz. Ook zijn er stromingen die proberen huishoudelijke arbeid direct in de waardetheorie te integreren, wat om verschillende redenen problematisch is en leidt tot ideeën als de “huishoudstakingen” of “voorwaardelijk basisinkomen” modellen, die de strijd voor de samenleving als geheel uit het oog verliezen en de strijd individualiseren.

    De sociale reproductie zoals die door sommige marxistische feministen wordt getheoretiseerd, is echter een noodzakelijk proces dat op natuurlijke wijze doordringt in de hele arbeidersklasse.

    Metabole kloof en de tol van het kapitalisme op ons lichaam en wezen

    We beginnen met Marx en zijn manier van kijken naar natuurvernietiging en kapitalisme. Marx ontwikkelde het idee van een metabolisme tussen kapitaal en natuur. De maatschappij in het algemeen, maar het kapitalisme in het bijzonder, is afhankelijk van de ‘gratis giften’ van de natuur zoals lucht, wind, water, zon, bodem, grondstoffen. Marx constateerde dat de kapitalistische centra, de geïndustrialiseerde steden, het land uitbuitten, zoals het kapitalisme de natuur uitbuit. Door de veranderingen in de manier waarop de arbeidersklasse in de steden moest leven en eten en door het harde werken hadden ze een nieuwe manier van eten nodig (meer koolhydraten en proteïnerijk voedsel), maar waren ze zelf afgesneden van het werk voor hun levensonderhoud. De boerderijen moesten meer tarwe, rogge en dergelijke produceren. De grond werd steeds minder vruchtbaar, door overexploitatie. Marx beschreef deze voortdurende ecologische crisis in het kapitalisme als een metabole breuk: het metabolisme tussen platteland en stad breekt en creëert crises die bijvoorbeeld leidden tot een oorlog over de vogelmest uit Peru, een nieuwe golf van Afrikaans kolonialisme in het midden van de 19e eeuw, hongersnood enzovoort. En het leidde tot een vernietiging van bossen om toegang te krijgen tot meer land en de vruchtbare gronden ervan te exploiteren.

    Als we terugkeren naar de arbeidersklasse en het Sociale Reproductie Feminisme moeten we het werkende lichaam centraal stellen in onze analyse. Marx zegt dat het variabele kapitaal dat arbeiders produceren – en dat produceren ze met hun lichaam – dat dit kapitaal de bron van winst is. We zijn een lichaam en we hebben een lichaam. We kunnen er niets buiten doen. Ook fysiek is ons lichaam de natuur. Op een bepaalde leeftijd kunnen we meer werken dan we nodig hebben voor onszelf of onze verwanten. Maar ons lichaam verandert veel. Als baby’s, kinderen en ouderen hebben we fysieke grenzen van wat we kunnen doen en kunnen we zelfs meer arbeid van anderen vragen of nodig hebben, dan we zelf kunnen geven. Onze lichamen zijn ook processen en veranderen in de loop der jaren. Dit lijkt volkomen vanzelfsprekend, maar de burgerij en haar ideologie en atomistische manier om arbeiders te zien als een bron van arbeid en niet als een veranderend mens, doet ons de verschillende natuurlijke kenmerken van ons leven vergeten.

    Marx schreef er opmerkelijk materiaal over en dit is mijn favoriete citaat: “Het kapitaal vraagt niet naar de levensduur van de arbeidskracht. Het kapitaal is uitsluitend en alleen geïnteresseerd in het maximum aan arbeidskracht dat in één arbeidsdag vlottend kan worden gemaakt. Dit doel bereikt het kapitaal door verkorting van de duur van de arbeidskracht, zoals een inhalige boer de opbrengst van de grond verhoogt door het plegen van roofbouw op de vruchtbaarheid van de grond.” (Het Kapitaal Deel 1, hoofdstuk 8). Kapitalisten beroven de arbeiders van hun energie en in sommige werkprocessen ook letterlijk van hun vruchtbaarheid zelf. Er zijn talloze voorbeelden van hoe giftige materialen die schoonmakers moeten gebruiken, het werk met zilver, leer, olie enz. kunnen leiden tot onvruchtbaarheid, bovenop de nachtdiensten, te weinig slaap, voedsel enz.

    Als we kijken naar de arbeiders en hun lichaam in het sociale geheel van het kapitalisme – daar wordt het gemaakt en herschapen door het metabolisme tussen productie en reproductie. Zonder productie van variabel kapitaal ontvangen arbeiders niet het loon dat ze nodig hebben om zich te reproduceren. En ook dit sociale reproductiemetabolisme bevindt zich in een crisis. Dit kunnen we de sociale reproductiecrisis noemen.

    Het verkeert in een crisis omdat de arbeidsomstandigheden onder het neoliberalisme zijn “geflexibiliseerd”, de lonen zijn verlaagd, de gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden op het werk jarenlang zijn ontmanteld. De pauzes zijn ingekort. Lean production heeft zich verankerd in alle werkgebieden. Het metabolisme van de sociale reproductie staat dus voortdurend aan de rand van een metabole breuk, net als de natuur en het klimaat zelf.

    De vermarkting van de zorg en het leven onder het neoliberalisme

    In veel landen heeft elke patiënt en zijn diagnose in het ziekenhuis een bepaalde prijs. Dat is de DRG, Diagnosis Related Group. Dit kan het bed omvatten, de schoonmaak- en verwarmingskosten voor de kamer, het eten, het toiletwater enz. Het type berekening om winst uit zorg te persen, is gebaseerd op een globaal sommodel en het is in feite hetzelfde model dat wordt gebruikt als bij lean-productie voor auto’s, elektronica enz. Maar fabrieken en ziekenhuizen verschillen in hun aard van productie-industrieën. Wanneer de patiënt om verschillende redenen meer tijd nodig heeft om te genezen dan de berekening van het productiebeheer toelaat, maakt het ziekenhuis verlies. De privatisering van ziekenhuizen is echter alleen rendabel als die ‘lean-production’ logica werkt in alle delen van de zorgprocessen. In sommige ziekenhuizen in Duitsland vochten verpleegkundigen voor meer handschoenen, maskers enz. omdat de “berekeningen” daaromtrent veel te laag waren om een gezond werkproces te waarborgen.

    De meeste patiënten zijn ook werkenden. Een reden voor een toenemend aantal patiënten de afgelopen periode waren niet alleen de Covid-19 pandemie en de vergrijzing van de bevolking, maar ook de toename van arbeidsongevallen, psychische aandoeningen en burn-outs. In Frankrijk is borstkanker geaccepteerd als een mogelijke beroepsziekte. Het risico om borstkanker te krijgen is 30% hoger voor werknemers in nachtdiensten. Sectoren als zorg, schoonmaak, horeca en detailhandel kennen veel nachtwerk en stellen veel vrouwen en queer personen tewerk.

    Aan de ene kant is het gevaar om in het ziekenhuis te belanden door een super-uitbuitend kapitalistisch werksysteem toegenomen. Aan de andere kant zijn ziekenhuizen al jaren voorbereid om een nieuw terrein voor winstbejag te worden. Dit is alleen mogelijk door ze te veranderen in een industrie zoals de autosector en andere. Maar omdat we te maken hebben met de materialiteit van onze wereld, de fysieke grenzen van de natuur – kan de industrialisatie van de zorg alleen maar fout gaan en een ernstige crisis en verzetsbewegingen daartegen veroorzaken. We zien nu al een klassenzorgsysteem waarin arme mensen minder toegang hebben tot zorg en gemiddeld eerder sterven aan geneesbare ziekten dan rijke mensen. Bovendien zijn de ziekten die gepaard gaan met overexploitatie op de arbeidsmarkt niet erg kostenefficiënt. Ze hebben meer artsen, meer zorg, meer medicijnen en meer tijd nodig om te genezen. Ziektes van arbeiders zijn daarom niet rendabel genoeg.

    Kapitalistische zorgcrisis

    In veel landen lijden kinderen aan post-Covid symptomen. Meestal worden kinderen uit gezinnen van hogere klassen behandeld. Maar in armere gezinnen, waar de ouders veel vaker aan de pandemie zijn blootgesteld, omdat zij in “kritische infrastructuren” werkten, zou het werkelijke aantal post-Covid gevallen nog veel hoger kunnen zijn. De behandeling is echter niet gemakkelijk toegankelijk. We weten dat de oorzaak van Covid-19 zelf ligt in de overexploitatie van de natuur en het overschrijden van verschillende fysieke grenzen, de vernietiging van natuurlijke habitats van dieren, de klimaatverandering enz.

    Daarbij komt nog de neoliberale manier waarop steden en wonen zijn veranderd. Huisvesting is de afgelopen jaren een van de handelsgoederen geworden, waardoor het voor veel werknemers onmogelijk is geworden om dicht bij de stadscentra of bij hun werk te wonen. Veel werknemers moeten pendelen en hebben dan geen tijd voor rust. De winkelcentra waar armere werknemers goedkopere aanbiedingen kunnen vinden, liggen vaak ver buiten de gebieden waar zij wonen en het kost meer tijd om ze te bereiken.

    In sommige regio’s dwingt de klimaatcrisis de meestal vrouwelijke werknemers zelfs om kilometers te reizen, alleen maar om water, voedsel of brandstof te halen, waardoor hun tijd voor reproductieve werkzaamheden ook dramatisch toeneemt.

    De zorgcrisis treft ook alles wat gericht is op ouderenzorg. Wanneer werknemers genoeg zijn uitgebuit – in sommige landen hebben werknemers gevochten voor pensioenrechten – d.w.z. de betaling die we nodig hebben om amper te overleven. Ouderenzorg is in veel landen afhankelijk van het inkomen van werknemers en hun gezinnen. De Covid-19-crisis heeft de dramatische en gruwelijke omstandigheden blootgelegd waaronder arme werknemers en zelfs geschoolde werknemers op het einde leven. Slechte ouderenzorg treft vrouwen vaak meer, omdat hun pensioenen veel lager zijn. Met de lage pensioenen kunnen zij niet voorzien in betere zorg.

    In het Franse pensioenprotest staan vrouwen vooraan. Vanwege hun lagere lonen en door het feit dat ze meer deeltijds werken, dreigen ze bij de pensioenhervorming langer te moeten werken dan hun mannelijke collega’s en dit voor een lager pensioen. In Duitsland bedraagt de pensioenkloof tussen mannelijke en vrouwelijke gepensioneerden 46%. In Frankrijk is het nu al 33%.

    In een dergelijk systeem worden vrouwelijke en vooral allochtone werknemers nog meer uitgebuit door te werken voor het onderhoud van het gezin en voor het loon. Bovendien doen vrouwelijke werknemers de mentale last van het plannen, beheren, plannen van alle andere behoeften en plannen, waarbij ze hun eigen behoeften en plannen vaak verliezen. Het is dan ook geen verrassing dat meer dan 70% van de mensen met de diagnose burn-out vrouwen zijn.

    Uitbuiting van vrouwelijke werknemers in de zorgketen

    In vergelijking met de naoorlogse periode werd onder het neoliberalisme de private zorg die vaak door vrouwelijke werknemers wordt gedaan een obstakel voor de uitbuiting, in het bijzonder in de landen van het globale Noorden. In de imperialistische centra van de wereldwijde waardeketens zijn er meer technische en hoogopgeleide werkenden nodig om de goederen- en kapitaalstromen van de waarde-ontginning uit andere delen van de wereld te beheren en te verteren.

    Het is een mythe dat vrouwen pas in de jaren zeventig de arbeidswereld zijn binnengekomen. Zoals in vele delen van de wereld zijn vrouwen nooit verdwenen uit de beroepsbevolking. Ze werkten vooral in de landbouw, de verkoop, het naaiwerk enz. en werden uitgebuit in werkplaatsen, ziekenhuizen, schoonmaakbedrijven enz. In de imperialistische centra zien we echter een streven om vrouwelijke werkenden te ‘bevrijden’ van huishoudelijk en onbetaald zorgwerk en te vervangen door andere werkenden, vooral migranten uit armere delen van de wereld. Werkneemsters nemen andere arme werkneemsters in dienst om hun huis schoon te maken, voor hun ouderen en kinderen te zorgen. Ondertussen werken ze zelf vaak in de zorgsector. Tegelijkertijd laten de arbeidsmigranten die dit soort laagbetaald werk doen, hun zorgwerk bij vertrek na aan nog armere arbeidsmigranten of onbetaalde familieleden, zoals jongere broers en zussen of oudere kinderen. Vaak zijn deze arbeidsmigranten vrouwen en queer mensen uit voormalige koloniale staten. De verwevenheid van verschillende zorgactiviteiten staat bekend als de ‘wereldwijde zorgketen’. Het maakt duidelijk dat sociaal reproductief werk niet kan worden uitgebannen of weggedrukt. Het is veeleer een intrinsiek onderdeel van het functioneren van het kapitalisme.

    Pogingen om het zorgwerk voor een deel van de samenleving te verminderen, zullen er onmiddellijk toe leiden dat anderen meer zorgwerk moeten doen onder slechtere omstandigheden. Het is een evenwicht dat niet kan worden opgelost. Niet door automatisering, niet door machines, want het is een materialiteit, het is een basisbehoefte om verzorgd te worden, om met andere mensen te praten, om geliefd te worden, om genezen te worden, om aangesproken te worden, om te luisteren, om samen te eten en om uit het isolement te breken.

    De atomistische methode die ik in het begin beschreef, is niet zomaar een analytische methode. Het is een echte abstractie, een gewelddadige realiteit die het kapitalisme ons oplegt. Processen van kapitaalaccumulatie hebben een samenleving nodig om een systeem in stand te houden dat overtollige arbeid exploiteert van mensen die van nature sociaal zijn, mensen die de extra hoeveelheid energie gebruiken die ze normaal gesproken nodig zouden hebben om voor elkaar en zichzelf te zorgen. In het kapitalisme wordt de band tussen zorg en arbeid verbroken. Wat we produceren wordt geprivatiseerd in particuliere handen. Het is energie en tijd die ons en onze gemeenschappen wordt ontnomen. Door ons op te splitsen in individuen en ons los te maken van een ander, worden we vervreemd van werk, maar ook van onze eigen sociale reproductie. In het kapitalisme werken we nauwelijks uit vrije keuze, maar omdat het moet. Het patriarchaat is een extra middel om de arbeidsverdeling in stand te houden en ons te dwingen onbetaald zorgwerk te verrichten voor meestal mannelijke werknemers die te veel productief werk doen en nauwelijks energie overhouden om zichzelf of anderen te reproduceren. Het atomisme is een gewelddadige realiteit van pogingen om van arbeiders robots te maken – wat echter van nature onmogelijk is.

    De crisis van de sociale reproductie treft alle werkenden

    Sociale reproductie gebeurt niet alleen in het huishouden en wordt niet alleen door vrouwen verricht. Het werd niet benadrukt, maar de recente Britse spoorwegstaking ging veel meer over sociale reproductiearbeid dan werd aangenomen. Organisaties van mensen met een beperking spraken zich uit voor de staking, omdat het ook ging om het behoud van personeel op de treinen, in de stations, aan de loketten. Voor mensen met speciale behoeften is het absoluut noodzakelijk dat er personeel in de treinen en op de perrons is om ondersteuning te bieden – ongeacht of ze blind zijn, tijdelijk gewond, niet kunnen lopen, of wat dan ook. Zonder hulp om de juiste trein in de juiste richting te nemen, zonder ondersteuning bij het openen en sluiten van toiletdeuren in de trein of begeleiding op het perron of in de trein, wordt mobiliteit voor veel mensen ontoegankelijk. Voor dit extra zorgwerk willen de treinmaatschappijen echter niet betalen. Door te besparen op het personeel op de treinen en in de stations, vernietigen ze wat we het sociaal weefsel van de samenleving kunnen noemen en de toegang tot mobiliteit.

    In de VS probeerde het spoorpersoneel te staken, maar de zogenaamd ‘vakbondsvriendelijke’ regering-Biden verbood dit op schandalige wijze. Het conflict draaide niet om geld, maar om het recht op ziekteverlof. Het is ongelofelijk dat spoorwegarbeiders zoals machinisten, ingenieurs enz. loon- en pensioenpunten verliezen als ze naar de dokter te gaan. Er zijn meldingen van machinisten die tijdens hun dienst overlijden aan een hartaanval.

    De discussie over een kortere werkweek, eindeloopbaanregelingen en dergelijke zijn geen uiting van enige vorm van luiheid (als die term al geen uitvinding is van de kapitalistische klasse om de arbeiders te onderwerpen), maar een uiting van hoe het neoliberalisme taken intensiever maakt en de productiviteit opvoert op de kap van het lichaam en de geest van werkenden.

    De sociale reproductiecrisis is een symptoom van een grenzeloos winstbejag onder het kapitalistisch systeem in crisis dat elke grens en fysieke natuurlijke structuur vernietigt.

    Hoe terugvechten?

    De economische crisis van 2007/2008 heeft de tegenstellingen in de wereldwijde sociale reproductie vergroot. Ziekenhuizen en andere infrastructuren zijn geprivatiseerd, gesloten of sterk ingekrompen om geld te “sparen” voor het redden van banken en het financiële systeem. De vermarkting van de gezondheidszorg heeft geleid tot een dramatische afname van personeel, omdat zorg alleen winstgevend is als het gebeurt door een klein aantal personeelsleden.

    Enkele voorbeelden uit Duitsland: vrouwelijke en allochtone werknemers werden binnen het conservatieve vakbondsapparaat lange tijd beschouwd als ‘niet organiseerbaar’. De crisis heeft dat beeld drastisch veranderd. In Berlijn organiseerde de IG BAU – de vakbond van bouwvakkers – in 2009 de “opstand van de onzichtbaren”: een staking van overwegend vrouwelijke schoonmaaksters die vaak ongezien waren, omdat ze ‘s nachts of ‘s ochtends vroeg schoonmaken. In datzelfde jaar vond de eerste staking van personeel uit de kleuterscholen plaats, een erg militante staking die in 2015 een vervolg kreeg met een vier weken durende nationale staking van personeel uit de kleuterscholen en van sociaal werkers. In 2011 werd in het Berlijnse Charité de eerste ziekenhuisstaking van vier dagen uitgeroepen, waarbij veel geleerd kon worden over het verschil tussen staken in een autofabriek en in een ziekenhuis, wat betreft het soort meedogenloze en hypocriete druk dat door het kapitalistische establishment kan worden uitgeoefend. Plotseling gingen de traditionele media en politici over tot een vloedgolf van schijnheilige bezorgdheid om het leven van patiënten. Als er gestaakt wordt, zijn ze bezorgd. Tijdens de dagelijkse zorgcrisis wordt er niet naar hen omgekeken. De stakers eisen vaak niet eens veel meer loon, maar vooral meer collega’s en een vermindering van de werkdruk. Personeel uit het kleuteronderwijs eiste dat ze niet meer dan 15 kleuters moeten opvangen. Er waren situaties dat kleuterleidsters alleen stonden voor 30 kinderen, wat onhoudbaar is en tot burn-outs leidt.

    In België en Oostenrijk steunden Campagne ROSA en ISA actiegroepen als ‘La Santé en Lutte’ (De zorg in actie’) en ‘Sozial aber nicht blöd’, in België gesteund door delen van de vakbond, in Oostenrijk meer als een netwerk van collega’s. In veel ziekenhuizen in de VS, en nu ook in Duitsland, concentreren de meer linkse vakbonden zich op sterkere organisatie en betrokkenheid. Zo wordt vaak gestart met een petitie onder de collega’s om een netwerk te vormen met de voortrekkers die als afgevaardigden optreden en in hun teams verslag uitbrengen over elke onderhandeling. In de strijd tegen racisme en discriminatie in de wereldwijde zorgketen, werken Ruth Coppinger en ROSA in Ierland samen met groepen verpleegkundigen met een migratie-achtergrond. Dit gebeurt zowel in de vakbond als binnen een eigen organisatie van verpleegkundigen. Ze strijden  voor gelijkheid en erkenning van hun opleiding, omdat volledig gekwalificeerde verpleegkundigen door het gebrek aan erkenning van die opleiding minder betaald krijgen dan hun reeds onderbetaalde collega’s, en minder rechten hebben op het gebied van visa voor henzelf en hun gezinsleden, naast andere kwesties.

    In maart 2023 was er een staking van tien dagen in ziekenhuizen in Zuid-Afrika en een artsenstaking in Zimbabwe. In China waren er ziekenhuisstakingen rond het gebrek aan personeel en beschermingsmiddelen voor studenten. In 2022 was er een terugkeer van de zogenaamde witte golf van ziekenhuis- en zorgstakingen in Spanje, die in december 2022 leidde tot de bezetting van het ministerie van Volksgezondheid in Madrid. In Rusland was er in verschillende steden een staking van artsen tegen besparen en lage lonen.

    Momenteel zijn er lokale ziekenhuisstakingen in Duitsland. Een arts schreef op Twitter: “Een staking is de grootste liefdesverklaring aan ons gezondheidssysteem en de enige manier waarop het beter kan worden.”

    Socialisten stellen de zorg, niet de winst, centraal

    ROSA International Socialist Feminists steunt overal ter wereld de strijd van zorgpersoneel voor betere arbeidsvoorwaarden, meer personeel, onmiddellijke loonsverhogingen boven de inflatie … We roepen op tot de onmiddellijke stopzetting van de privatisering in de zorgsector. Zorg moet volledig in publieke handen worden genomen. Multinationals als Fresenius, Helios, Orpea enzovoort moeten verdwijnen. We willen volledig publieke kwalitatieve gratis zorg.  Dit moet worden betaald door gebruik te maken van de rijkdom die in private handen is en die moet worden overgenomen in het belang van de zorg voor de mensheid…. Voor publieke, seculiere en progressieve gezondheidszorg en sociale zorg moet deze volledig uit handen van religieuze instellingen worden genomen. Naast openbare diensten zoals universele gratis kinderopvang, lokaal en kwalitatief onderwijs, ouderenzorg enzovoort, zijn ongehinderde en vrije toegang tot abortus, anticonceptie en trans zorg op verzoek, zonder schaamte, wettelijke belemmeringen of poortwachters, essentiële rechten. Dit geldt ook voor zowel degenen die zorg verlenen als degenen die belast zijn met onbetaalde zorg. Zorgverleners, met name verpleegkundigen, zijn vaak het slachtoffer van aanranding, seksuele intimidatie en racisme op het werk. Verder zijn vrouwenhaat, raciale ongelijkheden in de zorg, brutale behandeling van trans personen en een onderlinge samenhang enkele van de problemen waarmee patiënten worden geconfronteerd. De strijd voor goede zorg moet dus van nature een anti-seksistische, anti-transfobe en anti-racistische strijd zijn.

    De zorg moet in democratische handen komen, bijvoorbeeld met gekozen comités van vertegenwoordigers van zorgpersoneel, patiënten/gebruikers en de bredere vakbeweging.  Het kapitalisme en zijn winstbejag zijn een gevaar voor de menselijke gezondheid en de planeet. Dit winstbejag staat vandaag centraal en staat lijnrecht tegenover de zorg. Winst en zorg zullen altijd botsen. Dat is de kern van de hardnekkige zorgcrisis vandaag.

    De strijd van zorgpersoneel, protest voor meer rechten en toegang tot zorg, sociale ondersteuning en diensten is onderdeel van deze botsing tussen winst en zorg. Het is een strijd die onlosmakelijk verbonden is met de behoeften en belangen van de hele werkende klasse. De zorgstrijd moet samengaan met andere strijd van werkenden en onderdrukten voor een socialistisch antwoord op de heerschappij van de winst, dat is een strijd om de rijkdom en middelen uit private handen te nemen. De belangrijkste hefbomen van de economen moeten in publieke handen komen. Dat vergt een actieve, bewuste, georganiseerde beweging van de werkende klasse en armen die ingaat tegen de private eigendom van rijkdom en de staat die deze verdedigt. Het vergt een democratische planning van de economie die zorg voor mensen en de planeet centraal plaatst. Dit is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor socialistische verandering.

  • We meten de temperatuur bij sociaal werkers in Frankrijk: il fait chaud!

    Verslag door een sociaal werker

    Afgelopen weekend brachten we een bezoek aan de 10e bijeenkomst van het Franse Travail Social en Lutte in Rijsel. Het gaat om een verzameling van actiegroepen van sociaal werkers in Frankrijk die zich sinds vijf jaar verenigen om de strijd in het sociaal werk samen te voeren. Ze worden ondersteund door enkele vakbonden.

    Het gaat om groepen zoals ‘Le Social Déchaîné’ in Lille, ‘Commission de Mobilisation du Travail Social Ile-de-France’ in Parijs, ‘Travailleurs Sociaux Champagne-Ardenne’ in de Franse Ardennen en de Champagne-streek, ‘Le Social Castagne’ in de Ardèche, ‘Le Social Brûle’ in Marseille, ‘Collectif Travail Social du Gard’ in de regio van Nîmes en Avignon … Er zijn personeelsleden uit de sector en studenten sociaal werk bij betrokken.

    Eengemaakte strijd van sociaal werkers en andere sectoren

    Er werden gezamenlijke eisen ontwikkeld zoals meer middelen voor sociaal werk, hogere lonen voor sociaal werkers, het verlagen van de werkdruk door arbeidsduurvermindering, meer investeringen in de opleiding sociaal werk, het stoppen van de aanval op de werkloosheidsuitkeringen, stop de vermarkting van het sociaal werk, voor uitgebouwde publieke diensten …

    De sociaal werkers en studenten schrijven zich zoveel mogelijk in de algemene beweging in die momenteel plaatsvindt. Ze roepen alle sociaal werkers op om te staken en te betogen voor pensioen op 60 jaar en voor de val van de regering om alle besparingen terug te schroeven. Heel wat sociale rechten en voorzieningen worden immers aangepakt.

    De bijeenkomst werd twee maal onderbroken voor acties. Want de beweging tegen de regering neemt enorme proporties aan. Zaterdagvoormiddag namen we allen deel aan een actie van, voor en door de sans-papiers tegen de nieuwe maatregelen van Macron die een verblijf, toegang tot werk, gezondheidszorg en sociale voorzieningen nog moeilijker maakt.

    In de avond namen we deel aan de dagelijkse betoging in Lille (steeds om 18u) tegen de pensioenhervorming en andere besparingen, tegen de regering en politiegeweld. Deze betoging vindt sinds donderdag elke avond plaats, net zoals in andere steden. Er waren enkel in Lille ongeveer 750 deelnemers. De betoging groeide vooral stap voor stap aan.

    Het systeem en haar onderdrukking worden niet meer aanvaard

    De context waarin de bijeenkomst plaats vond, is indrukwekkend. Sinds Macron het artikel 49.3 van de Grondwet heeft ingeroepen heeft de beweging een heel ander karakter gekregen. De steun in de samenleving werd in één klap veel groter, in het bijzonder de actieve steun van jongeren. Op de betoging waren er vooral veel jongeren aanwezig, naast de georganiseerde arbeidersklasse via de vakbonden en groepen zoals Travail Social en Lutte.

    De slogans op de betoging gingen over de eis van het pensioen op 60 jaar, de regering wegstaken en het politie- en seksueel geweld. Er werd ook duidelijk gescandeerd voor een alternatief op het kapitalisme. Het gaat dus over veel meer dan de pensioenhervorming. Het politiegeweld staat symbool voor de onderdrukking van het regime die ook via artikel 49.3 gebeurt. De steun op straat is erg groot, de slogans tegen Macron worden in de metro’s en op café massaal gescandeerd.

    Internationale solidariteit

    Activisten van Sociaal Werkers in Actie en Travail Social en Lutte Belgique namen deel aan de bijeenkomst. LSP/PSL (International Socialist Alternative) ondersteunt deze groepen. Internationale samenwerking werd er besproken gezien de gezamenlijke belangen. We zitten allen in hetzelfde schuitje, deze strijd internationaal aanpakken is noodzakelijk om te winnen. Er werd beslist om acties over de grenzen heen mee te ondersteunen.

    Op dit ogenblik is het mogelijk om elke dag de betogingen en stakingen mee te ondersteunen. De beweging is enorm en er is de overtuiging dat er gewonnen kan worden. Elke hulp en steun is welkom!

    De sociaal werkers nemen maximaal deel aan deze beweging. Op 23 mei zullen zij in Frankrijk een specifieke staking van het sociaal werk houden. Op 25 april staken de OCMW’s in Brussel en Wallonië. Wederzijdse ondersteuning tussen de groepen in beide landen staat gepland. Samen sterk, tous ensemble!

  • Non-profit in actie. Vechten voor jezelf betekent vechten voor iedereen

    Of het nu gaat om de gezondheidszorg of de sociale bijstand, het gaat telkens om sectoren die een belangrijke verworvenheid van de arbeidersbeweging zijn. Het gaat om het recht op bestaanszekerheid en dit voornamelijk via de sociale zekerheid. Deze sectoren staan echter onder grote druk. Het zorgpersoneel luidt al langer de noodklok. De recente mobilisaties van het Brusselse OCMW-personeel waren een uitdrukking van de algemene malaise in de sector van het sociaal werk.

    door Simon, een sociaal werker uit Luik

    Het gebrek aan middelen voor de zorg en de sociale sector is niet nieuw. Sinds de jaren 1990 werd daar regelmatig tegen geprotesteerd. De federale regering trok in 2020 4 miljard euro uit voor de ziekenhuizen, wat niet volstond als correctie op de eerdere besparingen. Het komt nog niet in de buurt van wat nodig is. De vakbond ACOD in de Brusselse IRIS-ziekenhuizen merkte in een oproep voor de zorgbetoging van 31 januari op: “Onderinvesteringen, algemene uitputting, gebrek aan personeel en repressief beheer bepalen het dagelijkse leven van het personeel in onze zorginstellingen. Zo kan het niet verder! Terwijl de Covid-crisis het belang van kwaliteitsvolle zorg voor iedereen duidelijk maakte, stellen we nu vast dat alle mooie woorden onmiddellijk terug verloren gingen. Als vakbondsorganisatie in de openbare sector zijn we ook bijzonder bezorgd over de manier waarop de netwerken worden georganiseerd, waarbij we vrezen voor een privatisering van onze openbare instellingen, zoals de Waalse openbare ziekenhuizen al aan de particuliere sector zijn opgeofferd.”

    Hetzelfde geldt voor de ad-hocsteun die de sociale sector ontvangt als gevolg van de opeenvolgende crises (Covid, oorlog in Oekraïne, energie). Er is geen enkel zicht op de langere termijn. Het is moeilijk functioneren binnen precaire structuren waarvan men niet eens weet of er volgend jaar nog middelen voor zullen zijn. Maatschappelijk werkers moeten zich bezighouden met de meest dringende behoeften en kunnen niet voldoen aan de steeds hogere eisen van een bevolking die steeds armer wordt.

    De toegankelijkheid en de kwaliteit van de geleverde diensten en zorg zijn afgenomen. Uitgeput door het werkritme en de constante druk verlaten collega’s de sector of krijgen ze een burn-out. Het is niet verwonderlijk dat er steeds minder studenten verpleegkunde studeren. Aan het De Vinci College in Brussel waren er dit jaar 10% minder inschrijvingen.

    Arbeidsomstandigheden verdedigen betekent kwaliteit verdedigen

    Naast de vele moeilijkheden waarop alle onderdelen van de sector botsen, is er een probleem van verlies van betekenis. Hoe kun je je werk doen terwijl je beseft dat je eigenlijk bijdraagt aan een slechte behandeling van mensen die zorg nodig hebben? In zorginstellingen wordt rentabiliteit steeds meer het hoofddoel. Het verblijf in ziekenhuizen wordt om economische redenen verkort. Organisaties moeten in het keurslijf van projectoproepen passen en hebben daarvoor nood aan volgzaam personeel. In deze context is het niet ongewoon dat mensen liever de handdoek in de ring gooien dan deel te nemen aan een systeem dat haaks staat op hun beroepswaarden.

    Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat de marktlogica nefast is voor de zorgsector. Lange tijd bestond het beleid van de opeenvolgende regeringen erin om onderdelen die winstgevend zijn uit te besteden aan de private sector en om drastisch te snijden in wat overbleef. De sociale sector wordt enkel getolereerd voor zover het eerder een dienst van sociale controle wordt.

    De betoging van 31 januari moet een eerste stap zijn in onze tegenaanval. We hebben nood aan drastisch meer publieke middelen voor de sector. Daarvoor zal een eenmalige betoging niet volstaan. We kunnen de betoging evalueren in personeelsvergaderingen en daar ook toekomstige acties met de collega’s bespreken. Op 1 februari zal de ACOD haar eisen voorleggen aan de politieke verantwoordelijken van het IRIS-netwerk. Dit gaat gepaard met een stakingsaanzegging om elk initiatief van mobilisatie te ondersteunen. Als er niet geluisterd wordt naar het personeel, stelt ACOD voor om vanaf 15 mei over te gaan tot een staking van onbepaalde duur die dagelijks verlengd wordt. Dat is een voorbeeld dat navolging verdient.

    • Minder werkdruk, meer collega’s! Collectieve arbeidstijdverkorting (30 uur) zonder loonverlies en met compenserende aanwerving!
    • Massale publieke herfinanciering van de non-profit sector in overeenstemming met de behoeften!
    • Algemene herwaardering van alle lonen!
    • Oprichting van een nationale gezondheidsdienst om de toegang en de kwaliteit van de zorg voor de gehele bevolking te waarborgen en de commercialisering van de gezondheidszorg te voorkomen.
  • Maak van 30-urenweek het nieuwe voltijds in de zorg

    De zorg zit op een scharniermoment: van zorgcrisis naar implosie van de zorg als er geen doortastende maatregelen genomen worden.

    door Bart Van der Biest, vakbondsafgevaardigde BBTK BHV & bestuurslid BFHBOV

    Een korte schets van de situatie rond de jaarwisseling

    Op maandag 2 januari waren er in ons land 2632 ziekenhuisbedden gesloten wegens personeelsgebrek: dat is 5% van de in totaal 51.444 bedden volgens de cijfers van de FOD Volksgezondheid. Je moet geen helderziende zijn om te voorspellen dat dit cijfer in de toekomst nog zal stijgen. Er hebben nog nooit zoveel rusthuizen (25) op de zwarte lijst van de Vlaamse overheid gestaan: het grootste probleem is … personeelsgebrek. In de Brusselse rusthuizen staan 3700 erkende bedden leeg. De commerciële sector is in Brussel goed voor 62 procent van die erkende bedden. Zorgnet-Icuro: “Het personeelstekort in zorg en welzijn wordt steeds acuter. In 10 jaar tijd is het aantal openstaande vacatures voor verpleegkundigen en zorgkundigen verdrievoudigd. Er zijn momenteel zo’n 15.000 functies die niet ingevuld geraken.”

    De massale uitstroom door de pensioneringsgolf van de babyboomers is aangebroken. Ondanks het feit dat dit reeds meer dan 10 jaar geleden voorspeld werd, gedroeg het beleid zich als het orkest op de Titanic. Daar bovenop betekende de covidcrisis voor heel wat collega’s de spreekwoordelijke druppel om de sector te verlaten. Deze overstap gaat zeer vlot op het moment dat men in alle sectoren om arbeidskrachten schreeuwt.

    Bevraging “F*CK DE WERDRUK”

    Voor de zomervakantie gingen militanten van BBTK rond op de werkvloer met de “F*ck de werkdruk”-bevraging die door 5000 collega’s ingevuld werd. Deze bevraging bevestigt onze vermoedens.

    De werkdruk ligt het hoogst in de ziekenhuizen, de thuiszorg en de ouderenzorg. Meteen valt het zeer grote aandeel van deeltijdse arbeid op: 47,02% werkt deeltijds, 52,55% voltijds. De werkdruk in de ziekenhuizen, ouderenzorg en gezinszorg wordt vooral opgevangen door deeltijdse contracten die de meerderheid van de respondenten in deze subsectoren vertegenwoordigen. Collectieve arbeidsduurvermindering heeft in deze situatie ook onmiddellijk effect op de lage lonen door al dan niet vrijwillige deeltijdse arbeid. De werkgevers dragen hier een zware verantwoordelijkheid omdat sommige functies in hun ogen niet meer opbrengen dan een deeltijds contract. In sommige ziekenhuizen konden zorgkundigen in het verleden niet meer dan een contract van 75 procent krijgen. Echter wegens de schaarste aan verpleegkundigen verdwijnt deze trend stilletjes aan. Alles in het teken van de moordende efficiëntie! Volgens een eerdere bevraging van ACV in de sector zijn duizenden collega’s in de zorg vragende partij voor meer uren maar krijgen die niet. We kunnen gerust stellen dat de werkgevers de tekorten in de hand werken.

    Verder zijn er duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen in de overwegend vrouwelijke zorgsector. Een hoger percentage vrouwen (36,4%) dan mannen meldt aan hoge werkeisen te moeten voldoen. Zowel fysiek, mentaal als qua intensiteit. Een hoger percentage vrouwen (47,5%) dan mannen meldt een tamelijk slechte of zeer slechte gezondheidstoestand te hebben. Niet onbelangrijk in het perspectief van collectieve arbeidsduurvermindering is het feit dat 60% van de respondenten hun arbeidstijd zou verminderen als ze hun loon kunnen behouden.

    Arbeidsdeal is géén collectieve arbeidsduurvermindering!

    Uit een recent onderzoek van de UGent overweegt bijna een kwart van de Vlamingen die nu deeltijds werken, om weer voltijds aan de slag te gaan in een vierdaagse werkweek. Dit is in het kader van de arbeidsdeal iets hélemaal anders dan collectieve arbeidsduurvermindering. Het gaat immers om evenveel werk verzetten met behoud van het aantal uur per week maar dan op vier in plaats van op vijf dagen. Met andere woorden: de werkdruk verhoogt. 37% van de Vlamingen die nu voltijds werken, acht het waarschijnlijk aan de slag te gaan in de vierdaagse werkweek. Geëxtrapoleerd naar de 1,8 miljoen voltijdse loontrekkenden in Vlaanderen, gaat het om een kleine 700.000 mensen die potentieel een aanvraag indienen.

    30 urenweek: niet betaalbaar?

    De kostprijs voor de invoering van een 30 urenweek in de zorgsector (pc 330) werd reeds berekend op basis van de cijfers van 2018-2019: 1,7 miljard euro (berekening Olivier Pintelon van het ABVV). Als we de som van de budgetten van de sociale akkoorden in de nasleep van de covidcrisis nemen (federaal, Vlaams, Waals, Brussels) dan is dat méér … en het effect van die akkoorden op de zorgcrisis is te vergelijken met een emmer water gieten in de Noordzee.

    De 30-urenweek kan ook in andere sectoren een oplossing bieden voor de werkdruk en/of de lage lonen. Bijvoorbeeld in publieke diensten zoals het onderwijs. Daar vlucht veel personeel voor de overvolle klassen: extra middelen en een arbeidsduurvermindering kunnen het werk werkbaar maken! Laten we er samen voor strijden, over sectoren heen én ook na vandaag!

  • Genoeg is genoeg! Er is geld voor meer middelen!

    Pamflet van Sociaal Werkers in Actie dat vandaag verspreid wordt

    Terwijl mensen moeten wachten, verzuipen we als sociaal werkers in het werk

    De prijzen van energie en producten swingen de pan uit. De inflatie zorgt ervoor dat het leven onbetaalbaar wordt, voor mensen in armoede, maar ook steeds meer voor mensen die voorheen wel voldoende hadden. Waar in 2010 115000 Belgen elke maand hulp bij de Voedselbanken zochten, is dit in de eerste helft van dit jaar gestegen tot 204.000! Als sociaal werkers zien we de ellende van dichtbij en is het dweilen met de kraan open.

    De wachtlijsten in de psychologische en psychiatrische zorg, voor sociale huisvesting, voor hulp bij een beperking,… zorgen ervoor dat het welzijnswerk al lang overstroomt. Meer dan 182000 mensen staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Wat doet Minister Diependaele in Vlaanderen? 575 miljoen euro subsidies geven aan bouwpromotoren om in hun projecten ook een ‘betaalbaar’ deel te voorzien. Hij wil winsten van bedrijven vergroten, in plaats van die winsten net aan te slaan voor een publieke, sociale huisvesting. Dit is onaanvaardbaar!

    Nog nooit zo’n grote winsten voor grote bedrijven: geld genoeg, toch?!

    Dat onze levensstandaard er zo erg op achteruit gaat, staat in schril contrast met de enorme winsten van bedrijven. De 5.000 grootste industriële en commerciële bedrijven in België hebben vorig jaar 36 miljard euro winst geboekt. Dat is een verdubbeling ten aanzien van 2020. De meeste mensen hangen af van een job om een goed bestaan te leiden en kunnen niet in de winsten delen, waardoor meer en meer mensen de facturen niet meer kunnen betalen.

    En dan moeten wij horen dat er geen geld is? Genoeg is genoeg! Het kapitalisme en haar vrije markt werken niet: de winsten nemen toe en de levensstandaard daalt. Dit systeem kan het welzijn van mensen niet garanderen. We staan dag in dag uit brandjes te blussen met de beperkte middelen.

    Weg met die wachtlijsten en tekorten!  Meer middelen voor een uitgebouwd, publiek sociaal werk!

    De schrijnende tekorten en dikwijls lange wachtlijsten voor hulp en bijstand groeien verder door de energiefacturen. De kosten zorgen immers voor een afname van personeel, zelfs tot faillisementen, als ook tot de toename van mensen in nood. Er dreigen ook nieuwe besparingen en het terugschroeven van subsidies te komen doordat de regeringen schulden maken om de winsten van bedrijven te redden. We moeten dit stoppen! Het alternatief is voor handen: gebruik de gigantische rijkdom die nu in winsten opgaat voor een uitgebouwd, publiek sociaal werk.

    Met diezelfde middelen kunnen de lonen fors omhoog en kan de stap naar een 30-uren werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen gezet worden. Dit is nodig om dit essentieel beroep te kunnen blijven uitoefenen en als sociaal werker ook zelf de facturen te kunnen betalen. De stakingen en betoging van de sociaal werkers van de Brusselse OCMW eind 2022 tonen dat sociaal werkers zich kunnen organiseren om de strijd voor deze eisen door te zetten!

    Nu verder!

    De betoging van 31 januari kan het beginpunt zijn van een nieuwe beweging. Laten we zoals eerder acties opbouw tot resultaten die het verschil maken:

    • Stop de commercialisering en vermarkting van het sociaal werk!
    • Meer middelen voor sociaal werk: investeer in publieke diensten die iedereen garantie bieden voor een degelijk leven!
    • Blokkeer de energieprijzen en duurzame energie voor iedereen: nationalisatie van de volledige energiesector!
    • Breek de loonnormwet: een fundamentele loonsverhoging voor iedereen!
    • Een 30-uren werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.
    • Sociaal werk kan niet langer ingezet worden als repressie: voor publieke basisdiensten die preventief werken curatief sociaal werk overbodig maken!

    Laten we als verpleegkundigen, zorgverstrekkers en sociaal werkers samen strijden via een gezamenlijk opbouwend actieplan voor deze vooruitgang! De Zorg in Actie, Sociaal Werkers in Actie en vakbonden samen! De afgelopen twintig jaar deden we het in de sector al met succes, denk maar aan de Witte Woede en het afdwingen van extra middelen en een dertiende maand. Doordat we ons samen organiseren, kunnen we bouwen aan een kracht die wel degelijk verandering brengt.

    Zorg en sociaal werk samen!

    Laten we als verpleegkundigen, zorgverstrekkers en sociaal werkers samen strijden via een gezamenlijk opbouwend actieplan voor deze vooruitgang! De afgelopen twintig jaar deden we het in de sector al met succes, denk maar aan de Witte Woede en het afdwingen van extra middelen en een dertiende maand. Doordat we ons samen organiseren, kunnen we bouwen aan een kracht die wel degelijk verandering brengt.

  • Getuigenis uit de zorg. “We zijn uitgeput en dat brengt u in gevaar”

    Toen drie jaar geleden de pandemie toesloeg, werd elke avond geapplaudisseerd voor het personeel van de zorg en andere sectoren in de frontlijn. We herinneren ons allemaal de beelden van hulpverleners zonder beschermingsmateriaal, ziekenhuizen zonder beademingsapparatuur, zorg zonder personeel. We herinneren ons de vele beloften van politici om deze sectoren te steunen door er in te investeren.

    door een vakbondsafgevaardigde in een Brussels ziekenhuisartikel uit maandblad De Linkse Socialist

    Februari-editie van De Linkse Socialist

    Vandaag kunnen we enkel vaststellen dat de realiteit op de werkvloer erger is dan voor en tijdens de pandemie. Het besparingsbeleid in de zorg wordt gewoon voortgezet. Dit gaat ten koste van het personeel en de patiënten. De verantwoordelijken die ons besturen, hebben niets geleerd van de pandemie. Ze duwen de zorg bewust in de richting van instorting. De onmenselijke behandeling van het zorgpersoneel is ons dagelijks en ondraaglijk lot.

    We hebben meer personeel nodig!

    Dit is geen nieuwe eis in de zorg. Het was al dringend vóór de pandemie en het is dat enkel nog meer geworden. Veel van onze collega’s zijn de afgelopen maanden door uitputting uitgevallen. Dit versterkt de dynamiek onder hulpverleners om de sector te verlaten. De werkomstandigheden zijn gewoon niet meer draaglijk. De personeelsnormen, het aantal verzorgenden per patiënt, zijn totaal verouderd. Verschillende studies toonden aan dat er meer sterfte is in ziekenhuizen waar er meer patiënten per verpleegkundige zijn. We moeten de strijd voor meer personeel met al onze krachten voeren! Met pleisters op de wonde komen we er niet. Er zijn drastisch meer collega’s nodig om goede zorg te verlenen!

    We eisen meer loon!

    De aankondiging van de regering in de zomer van 2020 heeft zijn effect gehad. Veel mensen denken dat het zorgpersoneel loonsverhoging kreeg. De werkelijkheid is veel genuanceerder. De regering voorkwam een explosie van woede in de sector door middelen uit te trekken voor loonsverhogingen in het kader van het IFIC, een stelsel van nieuwe loonschalen in de zorg. Sommige categorieën kregen effectief loonsverhogingen, maar veel collega’s kregen geen cent extra. Dat is vooral het geval voor de laagstbetaalden in de zorginstellingen. Terwijl de spanningen opliepen en er een offensieve benadering nodig was, blusten sommige vakbondsleiders liever het lont nog voor de strijd was begonnen. Het moet gedaan zijn met manoeuvres die verdeeldheid zaaien. We willen meer loon voor alle collega’s zonder onderscheid!

    Menselijke zorg is nodig!

    Niemand in de zorgsector zal me tegenspreken als ik zeg dat de overheid en haar managers in de zorginstellingen los staan van de werkelijkheid in de sector. De winstlogica bepaalt al hun voorstellen en beheersmaatregelen. Dit ondergraaft de menselijkheid van de sector.

    Elke dag komen we collega’s tegen die zich vragen stellen over de zin van hun werk, die het gehad hebben met de doelen die hen opgelegd worden door Excel-tabellen, die hun tijd niet meer willen besteden aan het coderen waarbij de cijfers ten koste gaan van de zorg. Dit alles wordt gecombineerd met een beleid van toenemende autoritaire controle en stelselmatige ontkenning van de meest elementaire rechten. Elke collega wordt maximaal uitgeperst. Dit is onhoudbaar! We hebben genoeg van dit soort management. Het zorgpersoneel moet zeggenschap hebben over de beslissingen in hun zorginstellingen!

    We hebben dus heel veel redenen om te protesteren op 31 januari. Dan is er een betoging van de zorg en de sociale sector. Dit mag geen eenmalige gebeurtenis zijn. De situatie is te ernstig om geen mobilisatie op gang te trekken die aangepast is aan de uitdagingen. We moeten onderling discussiëren, ons organiseren en ons voorbereiden op een strijd van zorgpersoneel, sociaal werkers en al wie gebruik maakt van deze diensten.

    • Meer publieke middelen voor de zorg!
    • Stop de tekorten en de commercialisering, meer middelen voor een publiek sociaal werk!
    • Haalbaar werk: 30-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen!
    • Betaalbaar leven: fundamentele loonsverhoging voor iedereen!
    • Voor een nationale gezondheidsdienst onder controle van het personeel en de gemeenschap!
  • Sint-Pietersziekenhuis in Brussel: personeel voert actie tegen privatisering bewaking

    Foto: ACOD LRB Brussel

    De directie van het UMC Sint-Pieter, één van de grote openbare ziekenhuizen in Brussel, wil de bewaking privatiseren. Het UMC Sint-Pieter is geen ziekenhuis als de andere: het is zowel een universitair ziekenhuis (meer dan 500 bedden, 2800 personeelsleden waaronder vele specialisten) als een stadsziekenhuis, dat wil zeggen een instelling waar ambulances dag en nacht mensen aanvoeren die dringend verzorging nodig hebben: Covid, hartincidenten, slachtoffers van gevechten of ongevallen, mensen onder invloed van alcohol of verdovende middelen …

    door Guy Van Sinoy

    Op de spoeddienst heeft de bewaking vaak veel werk om geagiteerde patiënten te kalmeren en om ervoor te zorgen dat de eerste zorgen in een serene omgeving kunnen toegediend worden. Daarnaast is er uiteraard de bewaking van de dagelijkse activiteiten van het ziekenhuis die niet verbonden zijn met de spoed. Dit alles is het hele jaar door, elke dag gedurende 24 uur nodig.

    Zonder het minste overleg

    Op 19 april besliste de raad van bestuur van het UMC Sint-Pieter, voorgezeten door Brussels parlementslid Mohamed Ouriaghli (PS), zonder de minste vorm van overleg om de bewaking te privatiseren. Hierdoor dreigen 30 overheidsjobs te verdwijnen. De vakbonden in de sector (ACOD-LRB, ACV en VSOA), gesteund door ACOD-Politie, reageerden tegen deze beslissing. Op 23 mei probeerden ze de kwestie op de agenda van de gemeenteraad van Brussel te krijgen, maar dit werd geweigerd. Op 30 mei trok een delegatie van ACOD-LRB naar het huis van de voorzitter van de raad van bestuur in de hoop hem te kunnen spreken. Tevergeefs.

    Er volgde een petitie tegen de privatisering van de bewaking. Deze werd door 634 personeelsleden ondertekend en werd begin juni aan de directie overhandigd. Ook daar werd niet op gereageerd. ACOD-LRB besliste daarop een referendum over de privatisering van de bewaking te houden onder het volledige ziekenhuispersoneel. Een opiniestuk ter ondersteuning van dit initiatief werd ondertekend door een honderdtal academici en prominenten uit de filmwereld (de gebroeders Dardenne, Ken Loach) en verscheen in de media.

    Referendum

    Op initiatief van ACOD-LRB was er van 14 tot 16 juni een referendum over de privatisering van de bewaking. Het voltallige personeel werd uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Om betwistingen over de resultaten te voorkomen, werd het toezicht op het referendum en het tellen van de stemmen toevertrouwd aan een team van academici van de ULB.

    De medische directie van het ziekenhuis reageerde uiterst negatief op dit referendum en stuurde een open brief aan alle personeelsleden. Op provocerende wijze werd daarin gesteld dat de vakbonden geen monopolie hebben op de verdediging van de openbare diensten, dat er geen publiek debat moet gevoerd worden over de privatisering en dat dit “geen televisieshow is.” De directie beroept zich op het bestaan van misbruiken en problemen in de dienst, zonder daar enig concreet bewijs voor aan te dragen. De open brief deed inderdaad niet denken aan een ‘televisieshow’, maar eerder aan een dictatuur.

    Van de 767 uitgebrachte stemmen in het referendum waren er 661 tegen de privatisering, 32 voor, 69 onthoudingen en 5 ongeldige stemmen. “Veel mensen vertelden ons dat ze niet durfden deel te nemen aan het referendum uit angst voor represailles. Dit is een zeer bevredigend resultaat, gezien de intimidatietactiek van de directie,” aldus Marc Lancharro, verpleger en afgevaardigde van ACOD-LRB in het Sint-Pietersziekenhuis.

    Een tweede vraag in het referendum had betrekking op het belang om het personeel te raadplegen bij grote beslissingen over het ziekenhuis. Daar stemden 649 personeelsleden voor, 36 tegen, 69 onthoudingen en 13 mensen vulden geen antwoord in.

    Natuurlijk is dit referendum slechts een stap en is de strijd tegen de privatisering nog niet gewonnen. Maar het is een belangrijke stap die toeliet om in heel het ziekenhuis campagne te voeren en de eenheid van het personeel op te bouwen. Mathieu Verhaegen, voorzitter van ACOD-LRB Brussel, merkte nog op: “We mogen niet vergeten dat het Sint-Pietersziekenhuis al enkele eeuwen gevestigd is in één van de armste wijken van Brussel [de Marollenwijk]. Het begin van de privatisering van bepaalde diensten druist in tegen de sociale rol die het ziekenhuis te vervullen heeft.”

  • 30 urenweek moet het nieuwe voltijds in de zorg worden

    Tegen de hyperflexibiliteit & toenemende werkdruk met als gevolg burnoutepidemie en uitstroom:

    30-urenweek met behoud van loon en compenserende aanwervingen

    Laat ons gaan voor een wervend, mobiliserend verhaal in plaats van het traditionele gebricoleer in de marge van de afgelopen periode! Na het verdwijnen van het applaus voor de zorg én het pompen van honderden miljoenen in de sector via de diverse sociale akkoorden blijft de lang voorspelde ZORGCRISIS zich verdiepen. Die honderden miljoenen zijn echter niet meer of minder dan een inhaaloperatie of doekje voor het bloeden voor een sector die al heel lang op water en brood wordt gezet door besparingen en gebrek aan investeringen.

    Structurele problemen vragen om … structurele oplossingen!

    Om het vol te houden én tegelijkertijd kwalitatieve zorg te kunnen garanderen schieten we met mindfulness, een dansje, een liedje of een andere vorm van ‘HR-hokus pokus’ niet echt op. Laat staan dat er een halt toegeroepen wordt aan de problematische draaideur-instroom: een (verhoogde?) instroom in de sector terwijl de uitstroom structureel groter blijft. In absolute cijfers groeit de tewerkstelling in de sector … maar de behoeften groeien veel sneller! Denken we maar aan de consequenties van de vergrijzing van de bevolking. Ondertussen zijn er 3000 ziekenhuisbedden (tijdelijk?) gesloten wegens personeelsgebrek.

    De werkgevers en de overheden werken de tekorten in de hand … door neoliberaal management.

    Ondanks de groeiende personeelstekorten krijgen duizenden (verplicht)deeltijdse collega’s geen extra uren in hun vast contract. De hyperflexibiliteit in onze uitgesproken vrouwensector en de toenemende werkdruk, gecombineerd met het toepassen van een koud managementmodel, zorgen voor een chronische exodus uit de sector. Dit resulteert in een gemiddelde loopbaan van … 7 jaar!

    Deeltijdse arbeid is eerder de regel dan de uitzondering in de sector. Op de keper beschouwd is er geen tekort aan ‘koppen’. Buiten de verplicht-deeltijdse arbeid (bijvoorbeeld zorgkundigen die maximaal een ¾ contract kunnen krijgen in ziekenhuizen) volgen steeds meer collega’s de trends uit Nederland: ofwel wordt men ZZP’er (Zelfstandige Zonder Personeel) ofwel vermindert men het aantal uren bij de vaste werkgever om de rest bij te passen via de vele vormen van interim – waar men de tijd en plaats ZELF kiest. De houding van Zorgnet-Icuro om de ZZP’ers uit te maken voor ‘parasieten’ is je reinste hypocrisie. Over de overbetaalde externe consultants in de sector zwijgt men als vermoord …

    Olivier Pintelon, auteur van het boek ‘De strijd om tijd’: “Een volcontinu arbeider werkzaam bij één van de grote chemische bedrijven in de Antwerpse haven kent een voltijdse arbeidsduur van 33,6 uur, wat min of meer overeenkomt met de vierdagenweek. De lonen in de sector liggen bovendien hoger dan in de zorg. Het is hen van harte gegund, maar de vergelijking werpt ander licht op het tekort aan zorgpersoneel, niet?”

    Het spreekt voor zich dat een dergelijk nieuw vlagggenschip voor de witte woede enkel kan afgedwongen worden – weliswaar gefaseerd – door een efficiënt actieplan … niet te verwarren met een paar vingerknip-betogingen  in Brussel. Echter, daar kan het schoentje knellen bij sommige vakbondsapparaten die net zoals vele zorgorganisaties verbonden zijn aan een zuil … We willen er even aan herinneren dat de laatste langdurige stakingsbeweging in de privéziekenhuizen in alle 3 delen van het land (Vlaanderen, Brussel en Wallonië) geleden is van … 2005!

    Om heel wat praktische redenen is de invoering van een  30 urenweek slechts in fases mogelijk maar dat wil ook niet zeggen dat we er even lang moeten overdoen zoals bij IF-IC … Er kan bijvoorbeeld gestart worden bij de zij-instromers, of eventueel een vierde ADV-dag op 60 jaar (na 45-50-55) dat in de praktijk een 30 urenweek zou betekenen voor de zestigjarige collega’s. En zo kan men het verder uitrollen totdat iedereen onder de 30 urenweek valt.

    Voor meer info en argumenten voor de 30 urenweek:  facebook.com/DeWeerbareVerpleegEnZorgkundige (de spreekbuis van kritische & strijdbare afgevaardigden over de vakbondsgrenzen heen)

     

    Sociaal Werkers in Actie: Genoeg is genoeg! Alle wachtlijsten weg!

    Sociaal Werkers in Actie ontstond in 2022 omdat er een noodzaak is aan een actiegroep van sociaal werkers die consequent in actie komt of andere acties ondersteunt tegen besparingen en commercialisering, en voor een uitgebouwd, publiek sociaal werk voor iedereen!

    De tekorten in het sociaal werk zijn immers gigantisch. Tijdens de COVID-pandemie  vroegen nog meer mensen dan voorheen hulp, omdat de economische crisis nog dieper werd. Behalve enkele kleine investeringen zwoegen heel veel diensten binnen het sociaal werk onder een enorme druk.

    Op zoek naar een sociale woning omdat de huurmarkt te duur is? Heb je een kind met een beperking en wens je ondersteuning? Is het mentaal even op en heb je psychologische hulp nodig? Je botst steeds op wachtlijsten! De lijst van wachtlijsten zelf is ook onnoemelijk lang …

    Als Sociaal Werkers in Actie vinden we deze tekorten onaanvaardbaar. De wachtlijsten maken duidelijk hoe groot de tekorten zijn, ook al is het nog een onderschatting van de noden die er in de samenleving zijn.

    We vragen aan de regeringen en besturen om alle wachtlijsten weg te werken! Onmiddellijk! Want investeren is mogelijk. De grootste bedrijven maakten de afgelopen jaren recordwinsten. Zelfs met een beperkte rijkentaks zouden de wachtlijsten onmiddellijk kunnen weggewerkt worden. Dit zal niet van zelf gebeuren.

    Daarom organiseren we op 16 juni om 19u30 een online meeting rond deze vragen: Hoe kunnen we dit resultaat bekomen? Kunnen we bestaande acties aan elkaar koppelen? Wie werkt mee aan een grote campagne om de wachtlijsten weg te werken?

    We verwelkomen de volgende sprekers:

    * Klaas Poppe (SAM Steunpunt Mens en Samenleving) over de wachtlijsten voor de sociale woningen

    * Mauro Kerckhof (Psycholoog) over de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (o.a. voor gendergerelateerde vragen)

    * Simon Hupkens (Sociaal Werker OCMW Luik) over Travail Social en Lutte en acties in Franstalig België

     

    Uiteraard zal het niet volstaan om enkel een deel van de privéwinsten te gebruiken voor grote investeringen. De vermarkting in onze sector zorgt reeds voor een neerwaartse spiraal: zowel op vlak van werkomstandigheden, als op vlak van kwaliteitsvolle hulpverlening. Nu wil men de tekorten nog oplossen door meer te commercialiseren of samen te werken met bedrijven. Denk maar aan de LU-campagne van de CAW’s of het aanstellen van Wouter Torfs als voorzitter van de raad van bestuur van de CAW Groep. De man die tegen de rijkentaks is, maar zelf een vermogen van meer dan 75 miljoen euro heeft.

    We strijden daarom voor publieke basisdiensten die garantie op zorg en ondersteuning geven, met doel om deze veel preventiever te maken. Zodat steeds meer mensen geen hulp meer nodig hebben. Om deze resultaten te bekomen, hebben we jullie nodig! Sluit aan bij Sociaal Werkers in Actie!

     

    Dit pamflet kwam tot stand door samenwerking van:

    •  CampagneROSA.be     
    • facebook.com/DeWeerbareVerpleegEnZorgkundige     
    • facebook.com/SociaalWerkersinActie
  • Kinderverzorgsters in actie. Noodkreet voor meer middelen!

    Lees hier het pamflet dat we verdeelden

     

    De Belgische kinderopvang staat al langer onder zware druk. Het is schandalig dat de regering en het kabinet van Wouter Beke blijft falen om de nodige middelen te voorzien voor de opvang en de pedagogische omkadering van de jongsten in onze samenleving. Het personeel dat die opvang en pedagogische taken op zich neemt blijft ondergewaardeerd en onderbemand. Vorige week, op 25 Maart voerden er al 500 kinderverzorgster actie onder de stadshal in Gent. Vandaag trotseerden honderden kinderverzorgers van over heel het land het winterweer om hun stem te laten horen.

    Verslag en foto’s door Rebekka

    Het is duidelijk: hun energiepijl staat in het rood. Kinderverzorgsters zijn overwerkt. Dat is niet abnormaal: de norm voor hen ligt op 9 kinderen per verzorgster, terwijl in Nederland en Engeland slechts 3 kinderen per verzorgster de norm is. De hoge werkdruk leidt tot veel burn-ourts waardoor er meer druk komt op de schouders die overblijven. Voor verlof is er vaak weinig ruimte. Er is te weinig tijd en ruimte om stagiairs de grondige vorming te geven die ze nodig hebben en ook het personeel zelf heeft geen mogelijkheid om zich permanent te vormen. De laissez-faire mentaliteit van Beke leidt tot gevaarlijke situaties in de crèches: dit is geen banaal beroep dat iedereen vanzelf kan uitoefenen, en we moeten stoppen om het zo te behandelen: er is een serieuze omkadering nodig!

    Het structureel personeelstekort wordt in de hand gewerkt door lage lonen en flexibele uren. Het is het is dan ook niet verwonderlijk dat de job nu een knelpuntberoep is geworden. Er is te weinig maatschappelijke en politieke waardering voor onze kinderverzorgsters, en dat leidt tot onderinvestering. Een beroep dat zo mooi is, wordt volledig uitgehold. Het is schandalig dat er nog zoveel medewer(st)ers minder dan het minimumloon van €15/u verdienen of met onzekere contracten moeten werken. De onderwaardering treft niet enkel de kinderverzorgsters zelf, maar ook de gebruikers van de kinderopvang: de ouders en vooral de kinderen.

    De sfeer op de acties was duidelijk: ‘wij staan hier niet voor ons, wij staan hier voor onze kinderen, de eerste 1000 dagen van een jong kind zijn leven zijn cruciaal in de verdere vorming van dat kind en door de structurele tekorten kunnen de verzorgsters de kinderen niet geven wat ze verdienen en nodig hebben. Het wordt hoog tijd dat hier verandering in komt. Minister Beke, het moet een Beke meer!’

    Campagne Rosa en de Linkse Socialistische Partij steunen de strijd van de kinderverzorgsters. We denken dat het belangrijk is dat ze op straat blijven komen tot de regering en het kabinet van Wouter Beke hen serieus neemt en de opwaardering geeft die ze verdienen!

    De eisen die we voorstellen:

    • Structurele veranderingen in de kinderopvang, vertrekkende vanuit de noden van het kind en de ouder. 9 kinderen per begeleider is te veel, we eisen maximum 5 kinderen per begeleider met daar bovenop genoeg middelen voor de verantwoordelijke en personeel voor schoonmaak, keuken en pedagogische begeleiding
    • Meer publieke middelen voor kinderopvang, werk een publiek opvangplan uit dat vertrekt vanuit de noden van het kind en voldoende pedagogische omkadering voor het personeel
    • Investering in goede basisopleiding en ruimte voor sterke begeleiding voor iedereen die in een kinderdagverblijf begint te werken
    • Waardering voor de functie van de kinderbegeleider, niet enkel in woorden maar ook in loon-en arbeidsvoorwaarden
    • Minimumloon van €15/ u of 2465€/maand voor iedereen werkzaam in de kinderopvang
    • Een volwaardig werknemersstatuut voor iedereen in de kinderopvang, ook de onthaalouders moeten van dezelfde voorwaarden kunnen genieten als andere collega’s in de kinderopvang.

    Foto’s:
    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/nWc7GGHiGD6KTZAN9]

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop