Your cart is currently empty!
Category: Non/social profit
-
Naar een nieuwe grote zorgbetoging van ‘De Zorg in Actie’

Betoging van ‘De Zorg in Actie’ op 13 september 2020. Foto: Jean-Marie Op 8 maart organiseerde de Wereldvrouwenmars in Brussel drie bijeenkomsten. De actie aan het Centraal Station werd in handen genomen door de socialistische feministische Campagne ROSA. Onder de sprekers Marie namens ‘De Zorg in Actie’. We publiceren hieronder enkele uittreksels uit haar toespraak.
“Gezondheid is nog steeds een verwaarloosde zaak, net genoeg om aan de vrouwen over te laten. Het afgelopen jaar heeft het kapitalisme haar lelijke gezicht nog sterker laten zien, zelfs aan degenen die moeite hadden om het te zien.
“Vrouwen zijn zwaar getroffen en ondervinden de gevolgen van het rampzalige beleid het afgelopen jaar. In de zorg, die al tientallen jaren onder vuur ligt, bestaat bijna 80% van het personeel uit vrouwen. Ze zijn goed voor 50% van de dokters, maar meer dan 90% van de zorgassistenten die samen met het onderhoudspersoneel en de onthaalmedewerkers de laagste lonen kennen. Bovendien werkt 47% in de zorg deeltijds, dubbel zoveel als in andere sectoren.
“De arbeidsomstandigheden zijn slecht, we worden onder druk gezet, we zijn uitgeput. Toch worden we als kost voorgesteld, terwijl de aandeelhouders van Big Pharma rijkelijk worden bedeeld.
“We eisen meer investeringen in de activiteiten die onze levens redden en we eisen het einde van het dodelijke op winst gebaseerde economische stelsel. We willen een drastische verhoging van het aantal collega’s, een herziening van de lonen in de volledige sector en deelname aan de beslissingen die ons zowel als personeelslid en als gebruiker aanbelangen. We eisen het einde van de prestatiegeneeskunde en de vermarkting van de zorg. We eisen gratis en toegankelijke zorg voor iedereen, met inbegrip van gynaecologische en verloskundige zorg.
“Vandaag steunen we de staking, zeer binnenkort zullen we met het zorgpersoneel en gebruikers oproepen tot een nieuwe grote betoging. De strijd gaat door, samen zullen we krijgen wat ons toekomt!”
Woensdag 14 april: Voorstelling collectief De Zorg in Actie
Dit strijdbaar collectief van werknemers uit de zorg (van dokters en verpleegkundigen tot en met kuisvrouwen) heeft sinds het begin van de pandemie de druk op de ketel gehouden met enkele geslaagde acties en een constante campagne op sociale media. Het heeft een cruciale rol gespeeld in het onder druk zetten van de regering voor een verhoging van de middelen en voor het intrekken van de aanvallen op het zorgpersoneel.
We zitten nu langer dan een jaar in een enorme zorgcrisis. Door desinvesteringen en besparingen in het verleden in de gezondheidszorg eist die crisis een grotere tol, zowel van patiënten als personeel. Het personeel in woonzorgcentra, ziekenhuizen en andere zorginstellingen verzet zich al jaren tegen deze besparingslogica.
In dit verzet groeide op organische wijze het actienetwerk La Santé en Lutte/De Zorg in Actie. Wij zijn verpleegkundigen, verloskundigen, brancardiers, zorgassistenten, artsen, wasserette-, catering- en huishoudpersoneel, technici, secretaresses, laboranten, ambulancechauffeurs, patiënten, sociaal werkers enz. We zijn burgers die een gezondheidszorg gebaseerd op mensen, als dienst aan de bevolking willen in plaats van gericht op (industriële) rentabiliteit.
De beweging functioneert met een algemene vergadering die op een democratische en collectieve manier gerund wordt. Eén lid, één stem. Deze structuur staat open voor alle individuen en organisaties die actief willen mobiliseren. La Santé en lutte/De Zorg in Actie nam deel aan de nu al iconische actie aan het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel toen het personeel de rug toekeerde naar voormalig premier Sophie Wilmès. Een sterk beeld dat geen verdere uitleg behoefde en door iedereen in de zorg begrepen werd.
Dankzij de maatschappelijke druk, de organisatie van het personeel en de centrale rol die de zorg in deze gezondheidscrisis speelt, zijn er vandaag reeds honderden miljoenen “extra” beloofd voor de zorg. Deze toegevingen betekenen echter slechts het gedeeltelijk inhalen van de grote achterstand door jarenlange stiefmoederlijke behandeling van de sector door de verschillende overheden. De impact van de besparingen en de winstlogica zijn hierdoor niet verdampt! We zullen ons verder moeten organiseren tegen het virus van de neoliberale logica. Vandaag is het mogelijk en nodig om meer af te dwingen als we ons organiseren en de strijd aangaan.
In mei organiseert La Santé en Lutte/De Zorg in Actie een nationale betoging in Brussel: de tweede editie van ‘De Grote Zorgbetoging’. De eerste editie op 13 september 2020 bracht duizenden manifestanten van de zorg en sympathisanten op de been.
Wil je meer weten over La Santé en Lutte/De Zorg in Actie? Hoe ontstond het actienetwerk? Wat zijn de eisen? Wat kan jouw bijdrage tot de beweging zijn? Hoe kunnen we van de betoging een succes maken? Schrijf je dan zeker in voor de onlinemeeting op woensdag 14 april!
[button link=”https://www.facebook.com/events/3800216926759594″ type=”big” color=”red”] => Facebook evenement[/button]
-
Investeer in mentale gezondheidszorg

In 2019 werd de Vlaamse regering gevormd en kort nadien besliste Minister van Welzijn & Gezondheid Wouter Beke om op tal van hulpverleningsdiensten te besparen. Het ging onder andere om de Centra Geestelijke Gezondheidszorg, de Vertrouwenscentra Kindermishandeling, de Zelfmoordlijn en de Centra Algemeen Welzijnswerk.
Artikel door een sociaal werker
Deze diensten begeleiden en behandelen mensen die lijden onder mentale gezondheidsproblemen: van psychische problemen tot intrafamiliaal geweld. Deze besparingen werden gevolgd door acties van het zorgpersoneel. Met duizenden werd er geprotesteerd bij het kabinet van Beke in december 2019. En enkele dagen voor de eerste lockdown kwamen 10000 zorgverleners hiervoor op straat in Brussel.
Ze eisten het terugdraaien van de besparingen en extra investeringen om tegemoet te komen aan de gigantische noden in de samenleving. Reeds voor de COVID-pandemie leden veel mensen onder mentale gezondheidsproblemen. Zo wordt in Vlaanderen één op vier doorheen het leven geconfronteerd met ernstige psychische problemen. Per jaar gaat het om 700000 mensen die psychische problemen ervaren.
Sinds de pandemie en de verdere verdieping van de economische crisis is er een enorme toename. Zo ervaarden 65% van de jongeren tussen 16 en 25 jaar mentale problemen. Er is een toename van zelfdodingen, waarvan de exacte cijfers nog ontbreken. Alain Remue van de Cel Vermiste Personen van de Federale Politie meldt een verdubbeling van het aantal verdwijningen die bijna uitsluitend om (pogingen tot) zelfdoding gaan. Hij geeft aan dat de oorzaak hoofdzakelijk ligt in het niet kunnen betalen van schulden en/of het ervaren van emotionele eenzaamheid in isolatie. 1 op 5 vrouwen rapporteert bovendien slachtoffer te zijn van geweld binnen de relatie tijdens de lockdown. Huiselijk geweld (met kindermisbruik inbegrepen) werd sinds de eerste lockdown 70% meer gemeld dan voorheen.
Covid-19 heeft gezorgd voor een verdieping van de mentale gezondheidscrisis. De actiegroep ‘Zorg in actie’ kreeg gelijk: tekorten in de hulpverlening werden nog meer duidelijk. De besparingen werden onder druk van acties en solidariteit deels teruggeschroefd. Zo investeerde Minister Beke recent terug in de diensten waar hij eind 2019 bespaarde. Strijd loont!
De extra middelen betekenen niet overal een netto groei vergeleken met twee jaar geleden. Bovendien blijven de wachtlijsten bestaan en groeien ze door de toename van problemen. Deze zullen door de diepte van de economische crisis nog verder toenemen. Investeren in de toekomst vraagt fundamentele investeringen: er is nood aan publieke basisdiensten zodat mensen op alle welzijns- en gezondheidsdomeinen een goed leven kunnen leiden. Door ons verder te organiseren en acties op te bouwen kunnen we nieuwe overwinningen boeken!
-
De Brusselse non-profit in actie

Het personeel van de Brusselse non-profit en de vakbonden vragen van de Brusselse Gewestregering 100 miljoen euro extra per jaar, waarvan 60 miljoen euro voor de verhoging van de barema’s met 6% (nadat deze in lange tijd niet meer verhoogd werden), 6 extra verlofdagen met compenserende aanwervingen, meer personeel en een eindeloopbaanregeling.
door Boris (Brussel)
De non-profit in de regio omvat rusthuizen (80% van de rusthuizen), hulp voor mensen met een beperking, centra voor geestelijke gezondheidszorg, thuishulp … Dit betekent dat een groot deel van dit personeel al vanaf het begin van de gezondheidscrisis in de frontlinie staat. Het aanvankelijke gebrek aan beschermingsmiddelen ging gepaard met een onhoudbaar werktempo door een gebrek aan personeel en een tekort aan middelen. Gezien de bijzonder lage lonen en slechte arbeidsvoorwaarden is er in Brussel een ernstig tekort aan personeel. Een consistente opwaardering van deze beroepen is noodzakelijk om daar verandering in te brengen.
De Brusselse regering heeft slechts een verhoging van de middelen met 7,5 miljoen euro voorzien in 2021, waarbij dit bedrag zou oplopen tot 30 miljoen in 2024. De regering probeert de onderhandelingen over een akkoord in dat keurslijf te steken. Dit is onaanvaardbaar voor het personeel. Op 15 januari en 12 februari waren er werkonderbrekingen en stakingen. Een volgende actiedag is gepland op 16 maart.
Met het draagvlak onder de bevolking en de dynamiek van de acties van het zorgpersoneel, waarin het collectief ‘De zorg in actie’ een centrale rol speelt, zijn er al extra middelen afgedwongen voor de zorg op federaal, Vlaams en Waals niveau. De middelen zijn echter nog steeds onvoldoende in verhouding tot de behoeften. Wat er extra komt, volstaat niet als compensatie voor de besparingen uit het verleden. Voor het personeel in de zorg en de sociale sector in Brussel en de federatie Wallonië-Brussel zijn er amper extra middelen voorzien. De vakbonden spreken over borrelnootjes.
De laatste ‘Sociale thermometer’ van ziekenfonds Solidaris geeft aan dat acht op de tien mensen uit de gezondheidscrisis afleidt dat de overheid een deel van haar verantwoordelijkheid voor de bescherming van de bevolking heeft laten varen. Dit is in de eerste plaats te wijten aan het gebrek aan financiële middelen voor de gezondheidszorg en de lonen van het zorgpersoneel. 86% is voorstander van een drastische uitbreiding van de publieke middelen voor de zorgsector.
De opbouw van een krachtsverhouding om extra middelen af te dwingen voor het personeel van de non-profit in Brussel en in de federatie Wallonië-Brussel met de voorziene actiedagen kan gekoppeld worden aan de oproep van ‘De zorg in actie’ voor een nieuwe nationale manifestatie in Brussel op 15 mei. Met die manifestatie worden meer middelen geëist voor alle onderdelen van de zorgsector en wordt gestreden om de zorg aan de kapitalistische winstlogica te onttrekken.
-
Met sociaal werkers in verzet op 8 maart

Vlak voor de eerste lockdown betoogde de Vlaamse zorgsector nog tegen de besparingen van Beke. Als sociaal werkers worden we dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van de crisis en in het bijzonder de gevolgen van de ongelijke positie van de vrouw in onze samenleving.
Door sociaal werkers
De coronacrisis heeft bestaande ongelijkheid en discriminatie versterkt, ook seksisme. Vrouwen hebben gemiddeld dubbel zoveel inkomensverlies geleden als mannen. Het onbetaalde thuiswerk wordt opnieuw meer door vrouwen uitgevoerd. Bovendien woedt er een onzichtbare pandemie: die van het huislijk geweld. Vrouwen worden voor een onmogelijke keuze gesteld. Bij een gewelddadige partner blijven of het risico lopen om in de armoede te belanden.
- 1 op 5 vrouwen rapporteerde zich als slachtoffer van geweld in de relatie gedurende de eerste lockdown
- Huiselijk geweld (met inbegrip van kindermishandeling) werd 70% meer gerapporteerd sinds de eerste lockdown
De coronacrisis maakt duidelijk wie de samenleving doet draaien: schoonmakers, huisvuilophalers, zorgverleners, kinderverzorgers … Allemaal sectoren van essentiële beroepen waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en waar precaire contracten en lage lonen de norm zijn. Ook in het sociaal werk hebben we lonen die onder het gemiddelde liggen.
De coronacrisis versterkt de systeemtekorten die er zijn, als sociaal werkers botsen we op muren:
- Ondergefinancieerde diensten zoals werkloosheidskas, ocmw’s …
- Mensen krijgen geen directe toegang tot hulp: wachtlijsten, overbevraagde loketten, etc.
Het kapitalistisch systeem waarin we leven psychologiseert deze structurele, maatschappelijke problemen tot een individuele niveau. Als je het niet aankan, heb je een mentaal probleem, ‘het is jouw fout’ … Vrouwen moeten zich versterken, zich emanciperen en hun lot in eigen handen nemen.
Met Campagne ROSA stellen we duidelijk: het systeem is schuldig aan deze tekorten en de diepte van deze crisis! Om verandering op individueel niveau te verkrijgen, is er een gemeenschappelijke en collectieve strijd nodig! Vrouwen, jongeren, werkenden moeten zich organiseren om collectief op te komen voor hun belangen.
We eisen dat de aanwezige rijkdom wordt ingezet om te voorkomen dat de klok wordt teruggedraaid voor de nieuwe generaties vrouwen. We willen een samenleving waar de noden van ons allen centraal staan, die van vrouwen én mannen die afhangen van een job, niet die van de kleine, kapitalistische elite.
Het minimumloon optrekken naar minstens 14 euro per uur is een eerste noodzakelijke stap om iedereen een degelijk leven en vrije keuzes te garanderen. Gebruik de rijkdom die momenteel naar winst gaat om te investeren in extra hulp en preventieve, publieke basisdiensten!
-
Strijden voor meer middelen voor zorg en welzijn

Protest van zorgpersoneel in Brussel op 19 november tegen de delegatie van verpleegkundige taken. (foto: Boris) “Een derde golf zou beschamend zijn,” zei Yves Van Laethem, de interfederale woordvoerder voor de strijd tegen het coronavirus. Maar laten we duidelijk zijn: de tweede golf is al even beschamend. Toen de experts spraken over de komende tweede golf, de risico’s van overhaaste versoepeling, de ramp toen iedereen terug naar school moest … werden ze door voormalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block afgedaan als ‘drama queens’. Niet dat de huidige regering meer naar hen luistert.
Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Marc Wathelet, doctor in de wetenschappen en specialist in het menselijk coronavirus, behoorde tot degenen die de autoriteiten in februari al wezen op de ernst van de situatie. Hij legt uit: “Na slechts twee maanden is het aangegeven besmettingsniveau op scholen alarmerend. En het moet ons nog meer waarschuwen, omdat we weten dat het grotendeels wordt onderschat vanwege het gebrek aan serieuze screening van kinderen, in overeenstemming met de absurde aanbevelingen van Sciensano. Natuurlijk zijn die aanbevelingen handig voor degenen die het probleem willen verdoezelen en doen alsof de besmettingen alleen thuis gebeuren en niet op school.” Hij voegde eraan toe: “De trieste realiteit is dat de belangrijkste motivatie om scholen open te houden is om ouders te laten werken – je moet blind zijn om dat niet te zien.” Een andere belangrijke bron van besmettingen is de werkplek. Onderzoek toonde aan dat de helft van de bedrijven de opgelegde gezondheidsmaatregelen niet nakomt. (RTL.be, 9 november).
“Steeds hetzelfde doen maar een ander resultaat verwachten, is de definitie van waanzin”, is een uitspraak die vaak aan Einstein wordt toegeschreven. Toch gingen de scholen op 16 november gewoon terug open. Marc Wathelet omschreef dit als “een beslissing die niet alleen weerzinwekkend is, maar ook misdadig”. De enige waanzin waarvan sprake, is deze van de alles dominerende winstlogica. Steeds weer gaat de winsthonger voor op onze levensstandaard en zelfs op onze gezondheid.
Genoeg is genoeg!
Er worden noodgedwongen extra middelen voor zorg uitgetrokken door de overheden. Na jaren van chronische onderfinanciering weigeren ze echter tegelijk om eerdere criminele besparingsmaatregelen terug te draaien. Om tegemoet te komen aan de behoefte aan kwaliteitszorg in optimale veiligheid zijn er slechts beloften gedaan en de onvoldoende maatregelen die er kwamen, werden afgedwongen onder druk van mobilisatie van het zorgpersoneel. We moeten die mobilisatie doorzetten!
Er is nood aan een drastisch publiek investeringsplan in de zorg en de sociale sector om de gevolgen van de pandemie op te vangen, met inbegrip van de psychologische gevolgen. Er is een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen nodig om voor onze kinderen te kunnen zorgen als ze thuis zijn. Er moet een noodplan komen om de onderwijsinfrastructuur te renoveren en uit te breiden. Zelfstandigen moeten ondersteund worden. Hoeveel zelfmoorden zullen nog volgen van mensen die geen uitweg meer zien, zoals Alysson, een jonge kapster uit Luik die zich het leven benam omdat ze haar rekeningen niet kon betalen?
De meerderheid van de bevolking wil een meer verenigde wereld. Uit een Ipsos-enquête in opdracht van het 11.11.11 bleek dat 61% van de ondervraagden (gelijkaardige gegevens in Vlaanderen, Wallonië en Brussel) voorstander is van een versterking van de sociale zekerheid om het hoofd te bieden aan deze crisis. Maar liefst 80% is voorstander van de registratie van het coronavaccin in het publieke domein (dus zonder patent), zodat het voor iedereen beschikbaar is.
Laten we dit streven naar een solidaire wereld mobiliseren in de concrete strijd voor een ander systeem, voor een democratische socialistische samenleving!
-
De Zorg in Actie: protest in Wetstraat komende vrijdag

Oproep van De Zorg in Actie – Facebook evenement
De regering gooit ons premies en mini-maatregelen naar het hoofd, maar de wet op het delegeren van de zorg blijft van kracht! De oude droom van Maggie De Block wordt gerealiseerd door Franck Vandenbroucke. Onze beroepen verkwanselen betekent onze patiënten in gevaar brengen!
Bovendien hebben de premies geen betrekking op de hele sector. Ze gelden niet voor rusthuizen, psychiatrische instellingen, thuiszorg, medische instellingen, werknemers die gedwongen worden om als zelfstandige te werken, enz., ook al zijn ze hard getroffen door de eerste en tweede golf.
De mini- maatregelen dekken de fundamentele problemen toe die door deze sociale en gezondheidscrisis slechts in een hard licht worden gesteld. De kern van het probleem is dat meer dan 30 jaar geleden werd besloten dat de gezondheidssector een markt moest worden die binnen een logica van rendement moest passen. Bijgevolg waren de toename van de werklast per werknemer, de verslechtering van zowel de arbeidsomstandigheden als de kwaliteit van de zorg onvermijdelijk. We laten ons niet door hen voor de gek houden! We willen een duidelijke verandering in het zorgbeleid. Wij weigeren te werken om cijfers te doen kloppen, we weigeren onze patiënten als nummers te zien! We willen een doelmatig preventiebeleid en tijd om voor de bevolking te zorgen.
We willen meer zorg-, logistiek, administratief en hotelpersoneel om de werk aan het bed van de patiënten te ontlasten en de werkomstandigheden van alle beroepen in de gezondheidszorg te verbeteren. De delegatie van de verpleegkundige zorg is een oplossing die de regering neemt om geen echte maatregelen te nemen en het personeelsbestand effectief te versterken. We willen dit niet! We willen zorgpersoneel aantrekken en behouden en daarvoor moeten de diensten versterkt en de salarissen verhoogd worden in plaats van het beroep in de solden te zetten. We hebben een verandering in de logica nodig! Deze verandering wordt evenwel niet voorgesteld door de regering en de minister van Volksgezondheid, enkel pleisters op een houten been om ons de pil te laten slikken en het kader van de commercialisering te behouden. Dit is onaanvaardbaar als we de ravage zien waartoe het heeft geleid! Er moet dringend gereageerd worden, niet over twee maanden, niet wanneer de lockdown over is, maar nu meteen!
Want het huidige beheer van de gezondheidscrisis verhoogt het aantal sterfgevallen, verergert de sociale crisis en bevoordeelt altijd dezelfde sociale klasse. De essentiële werknemers – de verzorgers, de zelfstandigen, de precaire werknemers – zijn degenen die de crisis zullen betalen! En dit is onaanvaardbaar. Laten we ons verzamelen aan de Wetstraat, waar de beslissingen worden genomen, om nee te zeggen aan hun beleid! De sociale strijd kan niet in lockdown worden gezet!
Afspraak op 11 december om 17 uur aan het metrostation Kunst-Wet in Brussel!
- Voor de onmiddellijke intrekking van de wet op de delegatie van de zorg
- Meer personeel in de zorgsector
- Een reële loonsverhoging
- Een structurele herfinanciering van de gezondheidszorg
- Een echt preventiebeleid
- Solidaire gezondheidsmaatregelen.
Zonder dit alles is er geen respectvol, waardig en doeltreffend volksgezondheidsbeleid mogelijk! Gezondheid is een gemeenschappelijk goed en een fundamenteel recht!
Pas op: laten we het dragen van maskers en de fysieke afstand respecteren
-
Zorgsector: Regering slaat en zalft tegelijk

Spandoekactie vorige week. Foto: Zorg in Actie. Frank Vandenbroucke (SP.a, federaal Minister van Volksgezondheid) en Ben Weyts (N-VA, Vlaams Minister van Onderwijs) mogen dan weinig gemeen hebben, ze passen wel dezelfde methode toe: slaan én zalven. Ben Weyts wil dat de vakbonden een gemakkelijker ontslag van leerkrachten pikken in ruil voor een snellere benoeming (die onmiddellijk een pak minder waard is in termen van jobzekerheid). Frank Vandenbroucke wil dat het zorgpersoneel de nieuwe wet i.v.m. delegatie van verpleegkundige taken slikt in ruil voor een extra premie (die slechts eenmalig is). Beiden tonen zo dat ze geen verandering zullen brengen in de rampzalige situatie waarin de werkenden zich bevinden in die twee cruciale diensten.
door Anja Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Wat eist het zorgpersoneel? De betoging van 13 september georganiseerd door het collectief Santé en Lutte/Zorg in actie, dat ondanks het hoge niveau van besmettingen en beperkende maatregelen duizenden zorgwerkers mobiliseerde, eiste een publieke herfinanciering van de sector voor meer personeel, betere lonen en een kwaliteitsvolle dienst die voor iedereen toegankelijk is. Ze moesten een poging om hun betoging te verbieden keren door via een open brief ondertekend door ruim duizend zorgwerkers beroep te doen op de publieke opinie en kregen tijdens de betoging te maken met politierepressie.
Nu stapelt Frank Vandenbroucke een belediging bovenop de eerder toegebrachte wonden: het zorgpersoneel krijgt dan wel een eenmalige premie, maar de fundamentele verandering die nodig is om te voorkomen dat we in een volgende golf opnieuw bovenmenselijke inspanningen van hen moeten vragen, en hen opnieuw voor de onmenselijke keuze moeten plaatsen van wie al dan niet verzorgd kan worden, zal duidelijk niet van deze regering komen. Het personeel moet zich tevreden stellen met zoethouders die niet worden gevraagd, terwijl hun eisen niet worden ingewilligd.
De wet rond de delegatie van verpleegkundige taken is niet alleen een belediging voor de verpleegkundigen, het is een cadeau aan het patronaat in de sector om het personeel nog meer uit te persen dan voordien al het geval was en tegelijk de kwaliteit van de zorg af te bouwen. De Facebookpagina de Weerbare Verpleeg- en Zorgkundigen noemt de wet dan ook terecht een pestwet. Het pamflet van Santé en Lutte van 12 november stelt vast: “in onze rangen groeit een legitieme opstand”.
Een tweede golf van strijd organiseren!
Bij het ter perse gaan van deze krant vinden de eerste acties al plaats, en dat is meer dan nodig! De pandemie heeft voor brede lagen van de bevolking duidelijk gemaakt wat het personeel al langer wist: dat de winstlogica en, daarmee verbonden, de besparingslogica niet kan werken in de zorg. Al jaren regent het getuigenissen van zorgwerkers dat de kwaliteit van de zorg onder vuur ligt door een te lage personeelsbezetting. Al lang voor de pandemie lag het risico op mentale uitputting en burn-out zeer hoog voor het zorgpersoneel. Niet moeilijk als men weet dat een verpleegkundige in België gemiddeld 10 zieken verzorgt, terwijl dat in landen als Noorwegen slechts 5 patiënten is. Het is niet met één extra personeelslid per dienst, het enige dat op vlak van extra personeel nu al is toegezegd, dat de situatie houdbaar zal worden.
De regering heeft het duidelijk niet zo begrepen. Er is extra geld naar de zorg gegaan, maar niet voor een herfinanciering en om een einde te maken aan de commerciële principes die in de laatste decennia de sector hebben gedomineerd, in de private zowel als in de publieke sector. De extra middelen zijn er gekomen om wat gaten te stoppen en – vooral! – om “de legitieme opstand” onder het personeel te stoppen.
Als we een gezondheidszorg willen die kan functioneren zonder ongeschoolde en onbetaalde vrijwilligers, zonder dat covid-positief getest personeel toch moet werken en de zware mentale last dragen van het risico zeer kwetsbare patiënten te besmetten, zonder dat verpleegkundige taken moeten worden uitgevoerd door personeel dat daarvoor niet de nodige beroepskennis heeft, zal een tweede vlaag van verzet absoluut noodzakelijk zijn.
Op 11 december houdt Santé en Lutte een bijeenkomst aan de Wetstraat, waartoe we onze lezers warm oproepen. Een nieuwe Grote Betoging en het uitwerken van een syndicaal actieplan in de sector moeten volgende stappen zijn om de pestwet in te trekken en op de echte eisen van het personeel in te gaan.
-
Vivaldi-beloften voor de zorg: too little, too late!

Zorgbetoging in Brussel op 13 september. Foto: Liesbeth Zoals reeds in maart voorspeld, zitten we nu in de tweede coronagolf. Wie gehoopt had dat de 9 overheden (!) in ons land het deze keer niet zover zouden laten komen, wordt geconfronteerd met een déjà vu gevoel. De spreekwoordelijke ezel heeft hier ongelijk.
door een verpleger en syndicaal afgevaardigde in een ziekenhuis
Het bedrag dat Vivaldi extra investeert in de zorgsector lijkt fenomenaal: 1,2 miljard euro! 1 miljard voor het sociaal voorakkoord afgesloten in juli en een bijkomende 200 miljoen voor de geestelijke gezondheidszorg. In de federale zorgsector zijn ongeveer 130.000 werknemers actief: dit relativeert meteen het enorme bedrag.
Maar nuchter bekeken, gaat het eigenlijk over een noodzakelijke correctie die pro-actief véél eerder had moeten gebeuren: de zorgcrisis (zonder corona) is al veel jaren op voorhand voorspeld. Maar in de nasleep van de financiële crisis van 2008 moesten vooral de banken gered worden. De gezondheidszorg werd het kind van die rekening en betaalde het gelag met grove besparingen.
Inhoudelijk gezien is het voorakkoord van 1 miljard eigenlijk een aanvulling op het sociaal akkoord van oktober 2017 waarvan een groot deel NIET uitgevoerd werd. De zorgcrisis, extra versterkt door de coronapandemie, wacht echter niet op de tergende traagheid van de overheden, politici en het sociaal overleg. Deze traagheid kost letterlijk mensenlevens.
Eerste golf, tweede golf …?
Wat de zorgsector betreft, zijn er enkele fundamentele verschillen tussen de eerste en de tweede golf. In de eerste golf werden we vooral geconfronteerd met het verrassingseffect met alle gevolgen van dien waaronder het totaal gebrek aan beschermingsmiddelen en procedures.
Voor de tweede golf hadden de instellingen tijd genoeg om hun infrastructuur klaar te stomen en voorraden aan te vullen maar nu draait alles rond twee andere belangrijke elementen. Het eerste is het feit dat het zorgpersoneel nu vooral de mentale en fysieke weerbots van de eerste golf ondergaat na enkele maanden op adrenaline te hebben gedraaid. We gaan dus de tweede golf nóg meer uitgeput in als de eerste. De stijgende cijfers van uitval van collega’s bevestigen dit ook. Een tweede verschil: het personeel moet nu een grotere spreidstand aannemen aangezien men er ook de reguliere zorg moet bijnemen (voor zolang dat mogelijk is) die in de eerste golf werd uitgesteld.
De kans op het ineenstorten van de zorgsector is nu veel reëler dan tijdens de eerste golf. En ondertussen wordt er al een volgende golf voorspeld …
Te weinig? Te laat?
De vakbondstop geeft zelf toe dat dit bedrag niet volstaat om te antwoorden op alle toekomstige uitdagingen in de zorgsector. Anderzijds is een dergelijk bedrag niet meteen iets dat men laat liggen. In dit spanningsveld zitten de vakbonden vandaag gewrongen. We kunnen ons echter de vraag stellen in hoeverre de huidige situatie niet het gevolg is van de terughoudendheid van de vakbondsapparaten in het verleden om doortastende en efficiënte acties te organiseren.
Ondertussen is het sinds 2005 geleden dat een witte woede in een nationale stakingsbeweging eindigde: dat is 15 jaar geleden!
Nochtans toont het succes van de mobilisaties van het actienetwerk ‘De Zorg in Actie – La Santé en Lutte’ het potentieel voor strijd. Het is één van de manieren om het immobilisme van het gemeenschappelijk vakbondsfront te overkomen.
Enkel actie loont!
Er is niemand die vandaag nog durft te beweren dat de acties van het Brussels zorgpersoneel niets opgeleverd hebben. Denken we maar aan het federaal noodzorgfonds voor meer personeel (402 miljoen euro) dat in het federaal parlement gestemd werd in de nasleep van de stakingsacties in de Brusselse ziekenhuizen in 2019. Denken we aan het inslikken van de twee pest-KB’s van Wilmès voor het zorgpersoneel na de iconische actie in het Sint-Pietersziekenhuis waar het zorgpersoneel ostentatief de rug toekeerde naar de premier. Denken we aan – ondanks zeer moeilijke omstandigheden – de mobilisatie van tot 7000 manifestanten op de grote zorgbetoging op 13 september.
Ondanks hogere groeinorm geen breuk met Maggie’s blauwe erfenis
De groeinorm is het per wet vastgelegd percentage dat het gezondheidsbudget jaarlijks mag aangroeien en dit omwille van de demografische evolutie (vergrijzing) en technologische ontwikkelingen. In het verleden lag deze norm op 4,5%. Onder de regering-Di Rupo werd dit teruggebracht naar 3%, de regering-Michel beknibbelde er verder op tot 1,5% waar in de praktijk nog onder gegaan werd door bijkomende besparingen. Vivaldi gaat voor een groeinorm van 2,5% vanaf 2022. Gezien de voorgeschiedenis niet meteen een radicale trendbreuk met het verleden. En we willen er op wijzen dat PS en N-VA in de afgesprongen onderhandelingen ook akkoord waren met een groeinorm van 2,5%.
In de tekst van het regeerakkoord is het ook duidelijk dat men niet breekt met de blauwe hervormingsplannen van Maggie De Block. We citeren: “De reeds ingezette hervormingen van het ziekenhuislandschap en de ziekenhuisfinanciering worden verdergezet.” We hebben het hier o.a. over de beruchte ziekenhuisnetwerken en DRG-financiering waarvan de eerste fase in de Belgische ziekenhuizen al uitgerold is onder de noemer ‘laagvariabele zorg’. DRG-financiering betekent dat de overheid een vaste financiële enveloppe voorziet per diagnostische groep, forfaitaire financiering met andere woorden. Voorbeeld: je wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een breuk. Het ziekenhuis zal hiervoor een vaste vergoeding krijgen onafhankelijk van hoeveel keer ze je bijvoorbeeld langs de medische beeldvorming laten passeren (dat heet dan ‘overconsumptie’). De Duitse vakbond ver.di voert al jaren campagne tegen de DRG-financiering (daar ingevoerd begin jaren 2000) omdat dit een besparingsmaatregel is met daarenboven ongewenste neveneffecten, maar het zou ons te ver leiden om hier verder op in te gaan.
Betekent Vivaldi een radicale koerswijzing inzake gezondheidszorg? De bijkomende investeringen en hervormingen gebeuren om het schip drijvende te houden en niet te laten zinken. Echter een nieuwe haven opzoeken zit er niet in …
-
‘De zorg in actie’ reageert op Vivaldi: een valse partituur
De onderstaande tekst is een analyse van het regeerakkoord door het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’. We publiceren een vertaling van deze analyse als aanvulling op onze eerste reactie: “Vivaldi: sociale ommekeer ruim onvoldoende en zonder garantie. Strijd blijft nodig.” Het is nuttig dat strijdbare militanten een grondige analyse maken van wat het regeerakkoord voor hun sector betekent. Dit is des te meer het geval voor de zorgsector, gezien de prominente aandacht voor extra middelen in deze sector.

Betoging van ‘De Zorg in Actie’ op 13 september. Foto: Jean-Marie De nieuwe regering van Open VLD-MR-PS-Sp.a-CD&V-Ecolo-Groen, kortom “Vivaldi”, is geboren.
De regering maakt meteen haar bedoelingen duidelijk in de formatienota ofte het regeerakkoord. We hebben het bekeken om te kijken of er aangename verassingen voor onze sector in te vinden zijn.
Verhoging van de groeinorm in de zorg
De groeinorm voor de gezondheidszorg wordt opgetrokken van 1,5% naar 2,5% vanaf 2022. Deze groeinorm heeft betrekking op het budget voor de gezondheidszorg. De zorgnoden worden groter omwille van demografische ontwikkelingen (vergrijzing, geboortecijfers …). Daarnaast is deze groeinorm belangrijk om te reageren op de nieuwe gezondheidsuitdagingen van onze samenleving.
Goed nieuws dus? In een context van beperkte middelen kan het niet slecht zijn indien het budget voor zorg toeneemt. Maar zal het volstaan? Dat valt nog te bezien…
Dit is wat de krant Le Soir in april van dit jaar schreef over de evolutie van de zorgbegroting: “In 2012 gaf de federale overheid 21,5 miljard euro uit aan gezondheidszorg (Riziv-uitgaven aan ziekenhuizen, dokters, andere zorgverleners, geneesmiddelen …). In 2014 was dit 22,4 miljard euro, of een reële stijging van de uitgaven met 2,01% per jaar. In 2015 steeg het tot 23,1 miljard om uiteindelijk 26,5 miljard euro te bereiken in 2019. Dat komt neer op een stijging van 4,16 miljard op vijf jaar, een gemiddelde jaarlijkse stijging van 3,72%.”
“Waarom dan al die klachten over de middelen voor gezondheidszorg? Als de indexering van ongeveer 2% niet wordt meegerekend, volstaat het saldo al enkele jaren niet meer om te voldoen aan de natuurlijke groei van de behoeften. De besparingsoperaties hebben bovendien heel wat schade aangericht: 547 miljoen onder Demotte in 2005, 425 miljoen onder Onkelinx in 2012 en dan nog eens 900 miljoen euro onder Maggie De Block in de begroting van 2017.”
Hetzelfde artikel stelt dat er volgens de econoom Philippe Defeyt een minimale stijging van 1% van de groeinorm nodig is om de extra uitgaven als gevolg van de sociaal-demografische veranderingen te dekken. Als we daar de indexering van 2% bijtellen, komen we op een theoretische groeinorm van 3% die nodig is om de behoeften aan gezondheidszorg te blijven dekken. Dan hebben we het nog niet over de financiering van nieuw gezondheidsbeleid zoals preventie, vermindering van de ongelijkheden in de zorg, vermindering van de facturen voor patiënten, ontwikkeling van nieuwe expertise, herziening van het personeelskader. Er is dus geen sprake van extra middelen voor zorg.
Andere studies suggereren dat er een minimale groeinorm van 2% nodig is om de normale gezondheidsuitgaven te blijven dekken.
Indien de groeinorm buiten de indexering wordt gelaten, dan zou het gezondheidsbudget vanaf 2022 met 4,5% stijgen. Dat valt nog te bezien, we zullen het aandachtig moeten volgen. Bovendien moeten we analyseren waarvoor deze middelen zullen gebruikt worden en of deze middelen ten koste van andere onderdelen van de sociale zekerheid zullen gaan.
Tot slot moet opgemerkt worden dat een groeinorm van 2,5% nog steeds een besparingsoperatie is. Onder de regering-Verhofstadt werd de groeinorm op 4,5% vastgelegd. Dat cijfer is steeds verder naar beneden herzien. Een vertraging in de besparingen wordt door de nieuwe regering voorgesteld als een ‘historische’ verhoging.
Medische overconsumptie
Een ander element van besparing is de strijd tegen medische ‘overconsumptie’. Het andere werk dat Maggie De Block begon, met name de jacht op de voorschriften, zal worden voortgezet door Frank Vandenbroucke. In het hoofdstuk van de formatienota over zorg neemt de kwestie van ‘overconsumptie’ van zorg, geneesmiddelen en onderzoeken een belangrijke plaats in.
Het idee is om artsen die te gemakkelijk voorschrijven en patiënten die te veel consumeren verantwoordelijk te maken. Dit concept van individuele schuld gaat voorbij aan een systemische analyse van de manier waarop we zorg verlenen: er is veel gelobby door farmaceutische bedrijven die de medische wereld aanzetten om veel voor te schrijven; de inkorting van het verblijf in het ziekenhuis maakt het klinisch herstel moeilijker; ziekenhuisfinanciering is afhankelijk van het aantal medische handelingen waardoor de dokters en de directies meer onderzoeken voorschrijven; nadruk op curatieve in plaats van preventieve zorg; het niet in aanmerking nemen van de psychosociale aspecten van patiënten wat maakt dat bij het zoeken naar oplossingen stelselmatig op medicatie wordt teruggevallen; …. Het concept van individuele verantwoordelijkheid gaat voorbij aan een systemische analyse van de wijze waarop de zorg vandaag georganiseerd is.
Het is niet het individu dat overconsumeert, maar het systeem dat overconsumptie in de hand werkt omdat het systeem er rechtstreeks belang bij heeft: de verkoop van geneesmiddelen en de winst van de farmaceutische bedrijven in het bijzonder.
De overheid kiest er dus voor om de symptomen aan te pakken in plaats van de oorzaak van de consumptieziekte. Zal onze nieuwe minister van Volksgezondheid, net als Maggie De Block, de toegang tot de geneeskunde blijven beperken om te vermijden dat er “voorschrijvers” worden opgeleid? Het lijkt er alleszins niet op dat de medische woestijn snel zal verdwijnen.
Alsof men deze strijd tegen overconsumptie wil legitimeren door individuen verantwoordelijk te maken en ze zich schuldig te laten voelen, voegt de regering er aan toe dat “onderconsumptie van zorg ook een prioriteit moet zijn”. Zonder bijzonderheden, doelstellingen of actievoorstellen hebben we het over al diegenen die geen toegang hebben tot de gezondheidszorg, al diegenen die hun consultaties of medicijnen moeten uitstellen omdat ze het zich niet kunnen veroorloven, en al diegenen die niet goed worden behandeld. Ze verdienen meer aandacht dan dat.
Door de focus te leggen op het verlagen van de kosten van de zorg in plaats van het vergroten van de toegankelijkheid, kunnen we zien waar de nieuwe regering haar prioriteiten legt.
Aan dit voorstel ligt het liberale karakter van deze regering ten grondslag: de zorg als een consumptiegoed beschouwen en daarmee de financiering op basis van prestaties rechtvaardigen, is in strijd met de zorgfilosofie.
1,2 miljard
Het grote nieuws van de regering over de zorg is dat er 1,2 miljard euro voor de sector wordt uitgetrokken. Los van de groeinorm is dit een belofte van extra middelen.
Is het een cadeau aan de sector? Laten we eens kijken wat die 1,2 miljard vertegenwoordigt.
Om te beginnen zit in deze 1,2 miljard het zorgfonds van 400 miljoen euro. Dit fonds was het resultaat van strijd door het zorgpersoneel en is dus geen geschenk van de nieuwe regering. Na de stakingen en mobilisaties van 2019 dwong onze krachtsverhouding extra middelen af voor het aanwerven van zorgpersoneel.
Om het concreet te maken: 400 miljoen vertegenwoordigt op de schaal van de ziekenhuizen van Sint-Luc in Brussel (5000 personeelsleden) ongeveer 25 extra collega’s. Dat zal zeker een verademing zijn voor sommige afdelingen, maar we staan nog ver van een personeelskader dan nodig is om de veiligheid van de patiënten te garanderen. Ter herinnering: het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) adviseert dat er overdag één verpleegkundige per vijf patiënten is en ’s nachts één verpleegkundige per acht patiënten. Vandaag is de verhouding in België gemiddeld 9,4 overdag en 18,1 ’s nachts. De KCE stelt dat de “implementatie van een veilige patiënt/verpleegkundige ratio een substantiële investering vereist”, met name 5000 tot 6000 extra voltijdse equivalenten. Met de huidige bezetting kan de veiligheid van de patiënt niet gegarandeerd worden.
Het zorgfonds voorziet extra middelen voor verpleegkundigen, maar er zijn geen extra middelen voor het personeel dat actief is rond logistiek, administratie en onthaal. Zij vormen nochtans een belangrijk onderdeel in de functionering van de gezondheidszorg. Deze jobs, die vaak onzeker zijn, hebben een directe invloed op de kwaliteit van de zorg.
Ten tweede is er binnen deze 1,2 miljard de financiering van de hervorming van de IFIC-barema’s: 600 miljoen euro. Dit komt neer op een algemene loonsverhoging van 5% voor de federale gezondheidszorg, een sector die al jaren geen loonsverhoging meer kende. Deze hervorming, die al enkele jaren aan de gang is, zat vóór de gezondheidscrisis in een impasse. Er was een pandemie en duidelijke ontevredenheid in de sector nodig om de onderhandelingen weer op gang te brengen.
De onderhandelingen zijn nu afgerond met goede en slechte resultaten. Deze hervorming zal de loonontwikkeling in de sector namelijk volledig hervormen. Sommige werkenden zullen winnen, anderen zullen verliezen.
Ten derde zal er 200 miljoen euro gaan naar de herfinanciering van de geestelijke gezondheidszorg.
Kortom, waar de nieuwe regering spreekt over extra middelen, gaat het om een verderzetting van wat door strijd en onderhandelingen over betere arbeidsvoorwaarden werd bekomen. Het is in feite de krachtsverhouding van het zorgpersoneel doorheen mobilisaties en stakingen die de regering nu dwingt om enkele toegevingen te doen.
Tenslotte moeten we er nog op wijzen dat de bijdrage van de zorgverzekering aan de algemene besparingen tussen 2015 en 2018 goed was voor 2,1 miljard (Le Soir, september 2018).
Commercialisering van de zorg
In de formatienota staan er andere punten die betrekking hebben op gezondheidszorg, met name de invoering van concurrentie tussen instellingen via een kwaliteitsbeoordeling van de zorg. Er komt een soort rangschikking van ziekenhuizen, wat wordt voorgesteld als “transparantie rond de kwaliteit van de zorg”. Het is eigenlijk een prestatiegerichte evaluatie. Deze rangschikking zal het personeel onder druk zetten om zonder extra budget onrealistische doelstellingen te bereiken en zo beter te scoren dan de ‘tegenstanders’, de andere zorginstellingen. We kennen dit al op het werkterrein: marktaandeel (van zieken!) winnen om meer zorg te verstrekken, meer te factureren en meer geld te krijgen. De nieuwe regering is de spreekbuis van het management en maakt er een wetgevingsproject van.
De concurrentie tussen ziekenhuizen/netwerken is effectief, de financieringsmethoden worden niet veranderd. Dit betekent dat we de financiering (DIRHM) moeten blijven verantwoorden en bedelen voor middelen, met de administratieve last die een dergelijke operatie met zich meebrengt. Ons systeem staat eigenlijk op zijn kop: we worden gefinancierd op basis van het werk dat we gedaan hebben of kunnen rechtvaardigen, en niet op basis van het werk dat we zouden moeten doen.
Het is een negatieve spiraal die leidt tot overfacturatie, tot bedrog bij het coderen, tot de ontwikkeling van een concurrerende zorgmarkt. Onze levens zijn niet te koop! Onze gezondheid ook niet!
De formatienota gaat ook in op de ongelijke toegang tot de zorg, zonder dat er een oplossing of een budget wordt voorgesteld. In een marktcontext is het zeker dat zorginstellingen de voorkeur zullen blijven geven aan patiënten met een grote portemonnee boven precaire patiënten. De strijd tegen de ongelijkheid in de toegang tot de zorg betekent de strijd tegen de commercialisering van het systeem en het voorstellen van een gelijk, openbaar en gratis alternatief. Dit is niet het Vivaldi-project.
Er wordt niets gezegd over de schuldenlast van de zorgstructuren, die met de Covid-crisis aanzienlijk is toegenomen. Dit brengt ons ertoe te geloven dat ze hun toevlucht zullen moeten nemen tot besparingen om hun financieel evenwicht te herwinnen. De druk op de werkenden zal waarschijnlijk toenemen en de kwaliteit van de apparatuur zal afnemen. Ook de uitbesteding (vermarkting) van diensten (wassen, schoonmaak) is een voortdurende bedreiging. Het bereiken van een degelijke kwaliteit van zorg belooft moeilijk te worden.
Tot slot lijkt de pensioenleeftijd niet in vraag gesteld te worden. We zullen dus tot 67 jaar op post moeten blijven… wat duidelijk een aberratie is. Bovendien wordt er niets gezegd over zware beroepen…
Tot slot
Onder het mom van sociale maatregelen lijkt de nieuwe regering niet af te wijken van het traject van de vorige regering. Zij gaat door met het besparingsbeleid en de liberale hervorming van de gezondheidszorg. De Vivaldi-regering stelt een lijst van hervormingen en andere aandachtspunten voor zonder de financiële middelen aan te bieden om deze uit te voeren. Goede bedoelingen zullen snel veranderen in wishful thinking, terwijl tegelijk de liberale mars wordt voortgezet.
Laten we in dit verband herinneren aan de intenties van de Zweedse regering (N-VA, MR, CD&V, Open VLD) toen ze begon: “Toen de Zweedse regering in 2014 aantreedt, wilde ze geruststellen rond de gezondheidszorg. Het regeerakkoord verklaarde dat het de toegankelijkheid wilde verbeteren, de ongelijkheden op gezondheidsgebied wilde verminderen en de veiligheid en transparantie van de tarieven wilde vergroten. De hervormingen moesten het beleid van de vorige regering verderzetten en zouden uitgevoerd worden in een geest van overleg. Veel intentieverklaringen en niets heel concreets… behalve de halvering van de groeinorm voor de gezondheidszorg.” (Le Soir, september 2018).
Dit klinkt als de intentieverklaringen van de nieuwe regering. We hebben gezien wat Maggie De Block daarna heeft gedaan… We zijn erg bezorgd dat de sector in een dergelijke context geen significante verbetering zal voelen omdat besparingen de norm lijken te blijven en daarmee de tendens naar de commercialisering van de zorg.
In werkelijkheid zijn de enige verbeteringen afgedwongen door een krachtsverhouding met de autoriteiten. De sector, het personeel en de bevolking hebben de noodzaak gesteld van meer middelen voor zorg. Helaas blijft de vooruitgang marginaal.
Al jaren zijn wij allen, brancarddragers, onderhoudspersoneel, technici, verpleegkundigen, zorgassistenten, artsen, patiënten, families van patiënten en alle betrokkenen, getuige van de politieke keuzes die leiden tot de langzame doodsstrijd van de sociale zekerheid en de achteruitgang van de kwaliteit van de gezondheidszorg in België.
Het neoliberale beleid is verantwoordelijk voor dit lijden dat we allemaal rechtstreeks meemaken.
Wij zijn van mening dat het van essentieel belang is om te blijven strijden tegen een dergelijk systeem, waarvan de nieuwe regering de belichaming is. We moeten opkomen voor massaal meer middelen voor zorg en een paradigmaverschuiving in de sector.
We willen niet voor de portemonnee zorgen, we willen voor de mensen zorgen!
We willen aanzienlijke verbeteringen in de werkomstandigheden en in onze loonvoorwaarden. We willen meer personeel, meer loon en meer menselijkheid!
We moeten het beheer van ons gezondheidszorgsysteem heroverwegen om te behouden wat ons gemeenschappelijk goed is!
Wij nodigen u uit om onze eisen hier te raadplegen: https://lasanteenlutte.org/nl/onze-eisen/
Onze volgende afspraak is de Nationale Algemene Vergadering van 15 oktober om 19u in Tri Postal (Brussel Zuid), Fonsnylaan 48 St Gillis.
We laten het laatste woord aan de nieuwe regering, die zegt “de instroom van zorgpersoneel te versterken en de uitstroom te beperken.” In de context die we hebben beschreven, lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat deze wens uitkomt. We zullen aandachtig blijven rond hervormingen in de sector en zullen de druk op de Vivaldi-regering niet laten verslappen.
Laten we de strijd voeren!
-
Interview. Zorg in Actie: “Het succes van de betoging op 13 september is slechts het begin…”

Het is niet overdreven te zeggen dat de weg naar de grote zorgactie van 13 september als een achtbaan was. Ondanks alle problemen vormde de actie uiteindelijk het einde van de quarantaine voor de sociale strijd. Dit gebeurde niet onopgemerkt. We spraken hierover met Karim Brikci, afgevaardigde voor ACOD in het Brugmann ziekenhuis in Brussel en actief betrokken bij het actienetwerk ‘De Zorg in Actie’ (La Santé en Lutte).
Interview uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’ die vrijdag van de drukker komt
“Oorspronkelijk was het een risicovolle gok om midden de pandemie al een betoging te plannen. Een eerder geplande betoging eind maart werd om begrijpelijke redenen afgelast. We kozen ervoor om de tijd te nemen en ernstig te mobiliseren in aanloop naar het einde van de lockdown. Dat was niet evident: het was voor iedereen onduidelijk wanneer de beperkingen zouden verdwijnen.
“De hele zomer werd de mobilisatie, die al aanzienlijk was toen het evenement werd gelanceerd, verder verbreed. Het front werd uitgebreid met een hele reeks vakbonden, structuren en diverse verenigingen. Er werd uiteindelijk opgeroepen door een brede lijst van organisaties en actoren in de gezondheidszorg. Belangrijk ook was de brede steun op de werkvloer.
“Het resultaat was enorm: we waren met 7.000 aanwezigen. Nochtans waren er veel collega’s aan het werk, dat is specifiek voor onze sector. We kregen ook veel steunbetuigingen van ouderen of zieken die het, terecht niet zagen zitten om deel te nemen aan een betoging, maar wel hun solidariteit wilden tonen. Er was ook de context van het nieuwe schooljaar en de pandemie die zeker niet verdwenen is. Desondanks werd het een enorm succes.”
Achter elke betoger stonden veel mensen die solidair waren maar niet konden deelnemen. Daar kunnen we de overheden niet bij rekenen?
“Het applaus en de steunverklaringen aan de ‘helden’ waren voor de politieke verantwoordelijken niet meer dan mooie woorden. Wij waren niet verrast, maar het verduidelijkte veel voor een groot aantal mensen. Zo was er een poging van de stad Brussel om de actie te verhinderen. Blijkbaar is alles uit lockdown, behalve het recht op vrije meningsuiting en sociaal protest. De overheden verschuilen zich achter gezondheidsmaatregelen, maar verplichten ons wel om te werken. We mogen met 10.000 naar Walibi of een voetbalstadion. Dat is goed, ik hou van voetbal. Maar betogen zou niet mogen?
“Het was pas onder druk van een open brief die aanvankelijk door 600 collega’s uit de zorgsector was ondertekend – en uiteindelijk door meer dan 1000 – dat er toelating kwam. Er was toelating voor een actie met bubbels van 400 mensen die statisch moesten blijven. Dat is een complete absurditeit vanuit gezondheidsoogpunt. Een betoging over de brede boulevards waar iedereen de nodige afstand kan houden, met verplichting van mondmaskers, was veel beter met het oog op de gezondheidsmaatregelen.”
Er was op het einde van de actie repressie door de politie. Wat denk je daarvan?
“We moeten niet rond de pot draaien: wij hebben de overeenkomst gerespecteerd en de politie niet. De politie viel het protest rond 15u30 aan en keerde zich gewelddadig tegen honderden vreedzame betogers. Dat is volstrekt onaanvaardbaar. Na het applaus volgden slagen van de matrak.
“Erger nog: zes mensen kwamen hierdoor in het ziekenhuis terecht. Een gekende politiecommissaris gaf groen licht voor geweld. Er zijn 35 mensen opgepakt, waaronder drie gerechtelijke arrestaties. We zullen de solidariteit voor deze collega’s organiseren. Het politiegeweld was totaal ongepast.”
Het succes van de actie vraagt om meer. Wat zijn de plannen?
“Met ‘De Zorg in actie’ werken we sinds het begin met algemene vergaderingen. Dat is een democratische werking met diepgaande discussies over onze eisen en het soort actie dat we willen. We proberen zoveel mogelijk collega’s en sympathisanten te betrekken, de vergaderingen staan immers open voor al wie voor de zorg wil strijden. Tussen twee algemene vergaderingen in is er coördinatie om de besluiten van de algemene vergaderingen in de praktijk te brengen. Er is een volgende algemene vergadering op 15 oktober, waarvoor iedereen is uitgenodigd.
“Voor ‘De Zorg in Actie’ is het duidelijk dat de strijd nog maar begonnen is. Eén van de ordewoorden die vanaf het begin naar voren werd gebracht, is het idee van een nationale stakingsdag in de hele sector. We roepen de vakbondsstructuren op om rond de tafel te zitten om te komen tot een echt actieplan dat de woede van de hele sector mobiliseert. Aan de basis is de wil er alvast!”
Er is al een miljard euro extra aangekondigd. Is dat dan niet voldoende?
“De 400 miljoen extra voor het zorgfonds is zeker een overwinning voor de mobilisatie die al sinds het voorjaar van 2019 bezig is. Voor de grote ziekenhuisstructuren vertegenwoordigt dit echter slechts een paar voltijdse equivalenten. Het zal niet volstaan om de werklast op het terrein te verlichten en ervoor te zorgen dat het personeel in goede omstandigheden kan werken, dat wil zeggen met voldoende tijd om voor de patiënten te zorgen. Daarvoor zal er veel meer personeel nodig zijn.
“Ook de bijkomende 600 miljoen euro is het resultaat van mobilisatie en protest, onder meer toen het personeel van het Sint-Pietersziekenhuis premier Wilmès de rug toekeerde bij een bezoek in mei. De regering was bang dat de woede in de sector zou exploderen. Er is 600 miljoen euro beloofd, maar we weten niet wanneer dit er komt en hebben geen details. We kunnen uiteraard het vel van de beer nog niet verkopen voor hij geschoten is.
“Het gaat bovendien om een overeenkomst die een loonsverhoging moet organiseren in het kader van de functieclassificatie IFIC, die voor bepaalde functies in de private sector van toepassing is. Welke functies zullen opgewaardeerd worden en welke niet? Dat weten we niet. Onder de nieuwe functieclassificatie dreigen sommige personeelsleden, zoals in het onderhoud, loon te verliezen terwijl sommige managers er aanzienlijk op vooruit gaan.
“Een miljard euro lijkt alleszins veel, maar het volstaat niet eens om de besparingen onder Michel en Wilmès te compenseren. Als het doel is voldoende middelen voor zorg, meer personeel aan de ziekenhuisbedden en vermijden dat het personeel uitgeput geraakt, dan zullen er een paar miljard nodig zijn. We zullen dat geld moeten halen waar het zit.”