Patronaat en regering doen hun uiterste best om het te ontkennen. Zowel het VBO op Terzake, als Voka in de 7de dag, beweren dat de “vermeende” koopkrachtvermindering enkel op “een gevoel” is gebaseerd. Minister Ceyssens (Open VLD) stelde in de 7de dag dat sommige prijzen weliswaar stijgen, maar dat dit gecompenseerd wordt doordat andere prijzen tegelijk afnemen.
Het was niet haar moment. Nauwelijks één dag eerder had de CREG aangekondigd dat een gemiddeld gezin in 2008 zo’n 300 euro meer zal spenderen aan de nochtans “geliberaliseerde” gas en dito elektriciteit. Toch sommeerde Ceyssens ACV-topman Cortebeeck om zich op haar kabinet, buiten het bereik van de camera’s, te verantwoorden voor diens “steun” aan de stakingsacties bij Ford en onderaannemers. We trokken naar Ford om er de betrokkenen zelf aan het woord te laten. We spraken met ABVV-delegee Gaby Colenbunders.
Gaby Colenbunders (ABVV-Ford Genk): “De directie beseft nu dat ze niet meer kan doen wat ze wil”
We ontmoeten Gaby aan de inkom van het bedrijf, nog geen uur nadat een protocol van akkoord werd opgesteld. Wij zijn er met de bedoeling te leren van de ervaring van de collega’s bij Ford. Hun problemen zijn ons immers vrij bekend. Ook wij voelen de stijging van de prijzen van huisvesting, energie en voedsel. Dat de prijs van de laatste Blackberry tegelijk afneemt, daaraan hebben diegenen die zich in onze inkomenscategorie bevinden geen boodschap. Of de koopkracht nu afneemt of niet, die vraag stellen we ons al lang niet meer. Bij ons gaat het erom wat we eraan kunnen doen. We komen dus om te leren van het voorbeeld van de collega’s bij Ford. We zijn geen beroepsjournalisten. We zijn arbeiders die net zoals die bij Ford, op zoek zijn naar oplossingen voor de koopkracht, maar ook voor alle andere vergelijkbare problemen zoals het systematich werken met tijdelijke en interim-contracten, het uitbesteden aan onderaannemers, het opdrijven van het arbeidsritme.
We zijn niet de enige journalisten op het appel. De beroeps van de VRT zijn er ook. Met de camera in aanslag. Zij komen niet om te leren, maar om te rapporteren. Zij zullen die enkele arbeiders eruit vissen die voor de camera willen verklaren dat het nu eens gedaan moet zijn met staken. Daarna zullen ze de directie en de nationale vakbondsleiders en wie weet, één of andere socioloog aan het woord laten. Op ons en Gaby kijken ze neer, wij staan symbool voor een harde kern die niet aan het woord mag komen. Wij zijn die kleine, radicale, onbeduidende “minderheid” die er toch maar in slaagt stokken in de wielen te steken.
“Het begon 4 jaar geleden, toen werden 3000 jobs weggesaneerd en daarmee ook de harde kern van de vakbond. We hadden nochtans een CAO afgesloten voor 4 modellen in 3 shiften en met 8000 mensen, maar dat heeft de sanering niet kunnen tegen houden. Daarna moesten we een nieuwe syndicale delegatie opbouwen”, begint Gaby zijn verhaal. “We hebben toen veel ingeleverd, veel zaterdagen, totale, maximale flexibiliteit, een grote groep tijdelijken met bijpassende onzekerheid en interimarbeid.”
“In juni was de vraag groot. De band werd met 1 seconde versneld. Er werden extra mensen ingeschakeld, maar geen extra jobs. Toen al werd een eerste stakingsaanzegging ingediend. In december eiste de directie nog eens 8% commitment, een verdere besparing met 8%, waardoor 210 tijdelijken eruit moesten. De directie beweerde dat dit in de eerste 4 maanden, van januari tot april, gecompenseerd zou worden doordat het aantal verloven dan traditioneel lager ligt. Het deed het ongenoegen overkoken bij de onderaannemers, eerst bij Syncreon, gevolgd door de rest. Vooral bij de tijdelijken in Ford zelf groeide het gevoel ‘waarom ook wij niet’? Er is wel een CAO, maar ook zoiets als stakingsrecht. De eerste staking had een domino effect, shift na shift volgde, enkelen niet, maar dat is omdat de werkdruk niet overal even groot is. De eisen waren: de werkdruk moet omlaag, een symbolische opslag van 1€ en vaste contracten voor de tijdelijken.”
Waren de vaste werknemers ervan overtuigd mee te staken voor de tijdelijken?
“Er waren 15 jaar lang geen collectieve aanwervingen. De leeftijd van de werknemers hier varieert tussen 35 en 50 j. Er is werkzekerheid tot 2012. Bijna alle vaste werknemers zullen dan boven de 40 zijn. We weten dat zo’n bedrijf op 5 jaar tijd kan sluiten. Constante verjonging is bijgevolg nodig om de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. De meeste vaste werknemers hadden dit begrepen.”
Wat verwacht je van de stemming?
“Het protocol van akkoord dat we zopas hebben afgesloten om 12u30 zal wellicht goedgekeurd worden. Voor 2008 werd een, weliswaar resultaatsgebonden, premie toegekend van 1000 € bruto waarvan een voorschot van 400 € op 1 april wordt uitbetaald en het saldo van 434 € netto in de loop van december 2008. 200 tijdelijken krijgen op 1 januari 2009 een contract van onbepaalde duur en de tijdelijke contracten die aflopen in 2008 worden verlengd. In Trim en Chassis komen 20 mensen erbij, waarvan 8 jobs, en wordt de lijnsnelheid met 1% verminderd. Dat geeft een vermindering van de gemiddelde werkbelasting met 3%, dat is niet niks. Ik vind het vooral belangrijk dat de directie nu beseft dat ze niet meer kan doen wat ze wil. Het feit dat men gemiddeld 7 maanden moet wachten op de levering van een wagen versterkt uiteraard onze positie.”
Welk effect heeft de bewering dat de staking het bedrijf in gevaar brengt ?
“De huidige vakbondsstrategie om overheidssteun en premies na te streven, kan dat de automobiel hier houden? Ik weet het niet. Als je de helft van de lonen inlevert kan je dan de concurrentie aan met Roemenië? Ik heb er geen zin in om 20 jaar in te leveren en dan vast te stellen dat je je gouden handdruk zelf hebt betaald. Opel is er het beste voorbeeld van. Bij Renault hadden ze een akkoord waarvan de patroons dromen, maar het heeft hen niet gered. Wij zijn hier jarenlang braaf geweest, maar dat heeft de sanering in 2003 niet tegen gehouden. In de automobiel bedragen de loonkosten slechts 11 tot 13% van de productiekost. Er kan echter wel nog gesnoeid worden in hoge lonen, ik kan ze jullie tonen, Ford is recordhouder inzake lonen van managers.”
Welke campagne plannen jullie voor de sociale verkiezingen?
“Voor de sociale verkiezingen stellen wij geen programma op. We gaan ervan uit dat mensen ons beoordelen op het werk van de voorbije 4 jaar. De verkiezingscampagne begint voor ons al de dag na de verkiezingen. Wij moeten vakbondsmilitanten weigeren. Je kan er hooguit 60 op lijsten zetten en we hebben een militantenkern die dubbel zo groot is. Bij de jongeren zijn er heel wat die zijn aangetrokken door de wat revolutionaire kant van het ABVV-syndicalisme. “
Inmiddels werd het ontwerpakkoord goedgekeurd. Bij de stemming kreeg het voorstel de steun van 70% van de arbeiders.