Blog

  • Vlaams Belang wil antifascisten op “terreurlijst” plaatsen, maar zou beter in eigen boezem kijken

    Als Ortwin Depoortere van het Vlaams Belang een voorstel indient om de Belgische terreurlijst aan te vullen, vinden we dat interessant. Depoortere werd in de eerste helft van de jaren 1990 actief bij de extreemrechtse studentenclub NSV in Gent. NSV stond bekend als een groep straatvechters die in interne publicaties het openlijk en bijzonder ranzige racisme niet schuwde. Meetings van andersdenkenden werden fysiek aangevallen, antifascistische militanten werden geviseerd en geïntimideerd. Recent dook niet toevallig een foto op van Depoortere die in het VB-café ‘De Roeland’ de Hitlergroet bracht. Hierna werd hij actief bij Voorpost, waarvan hij een tijdlang lokaal voorzitter in Gent was. Voorpost is de organisatie die eind juni in Zutendaal een asielcentrum met geweld binnendrong om de aanwezigen te intimideren. In 2019 werd een brandstichting in een toekomstig asielcentrum in Bilzen eveneens toegeschreven aan Voorpost-militanten. (zie: https://www.blokbuster.be/?p=14051) Kortom, Depoortere kent iets van terreur.

    Zijn voorstel van resolutie van 25 november is echter geen werkstuk van zelfreflectie. Zo zijn die Vlaams Blokkers niet. Depoortere stelt samen met andere VB-verkozenen voor om drie groepen toe te voegen aan de terreurlijst: “Antifa / Antifascistisch Front (AFF)”, “Black Lives Matter” en “Extinction Rebellion”. Opkomen voor het klimaat en tegen racistisch politiegeweld gaat te ver voor extreemrechts. Het stukje over antifascisten is een vluchtig bijeengepende aaneenschakeling van nonsens. Volgens het Vlaams Belang is het “Antifascistisch Front een door en door fascistische organisatie die zweert bij intimidatie en fysiek geweld tegen andersdenkenden.” Dat Depoortere daar zelf weinig geloof aan hecht, blijkt uit het feit dat de resolutie geen aanvraag tot lidmaatschap van ‘antifa’ bevat. Na een dergelijke straffe bewering zou je denken dat er aanwijzingen of bewijzen komen. Niets daarvan!

    Volgens het VB is ‘antifa’ een “politieke organisatie” die “ontstond in de VS” en het “geweld niet schuwt.” Antifascisme is een overtuiging, geen organisatie. Er zijn honderden antifascistische organisaties. Deze ontstonden niet in de VS, maar in Europa toen de voorgangers van het Vlaams Belang in Italië en Duitsland terreur zaaiden. Veel politieke gevangenen tijdens de Tweede Wereldoorlog waren antifascisten. ‘Antifa’ stond onder de Duitse bezetting immers op een “terreurlijst”. Depoortere die in zijn jeugd niet aarzelde om de Hitlergroet te brengen, moet daar toch van op de hoogte zijn?

    Foto: Apache. Uiterst rechts: Ortwin Depoortere brengt in de jaren 1990 in café De Roeland een Hitlergroet

    Een verwijzing naar een Duitse online oproep tot geweld gebruiken om het antifascisme zwart te maken, is wel heel goedkoop voor een parlementslid van een partij waarvan kopstukken de manifesten van terroristen als Breivik of de schutter van Christchurch in hun mailbox kregen. Misschien is dit een goed moment om volgende cijfers te vermelden: het aantal ernstige gewelddaden (met gewonden of doden) door extreemrechts nam in Frankrijk toe van 30 tussen 2015 en 2018 tot 35 tussen 2019 en 2022 en 22 in het jaar 2023 alleen. Ook de Belgische Staatsveiligheid waarschuwt voor een toename van extreemrechts geweld. Eerder dit jaar was er in België een veroordeling wegens politiek geïnspireerd geweld. De dader was niet toevallig een rechtse extremist (zie: https://affverzet.wordpress.com/2024/10/07/veroordeeld-voor-geweld-op-pvdaer).

    De enige Belgische voorbeelden die het VB aanhaalt, zijn een vermeende infiltratie door (Franse, maar dat zeggen ze er niet bij) ‘antifamanifestanten’ in een betoging tegen de coronamaatregelen in januari 2022 waarbij geweld werd gebruikt tegen agenten en vandalisme aan het VB-hoofdkwartier in Brussel na afloop van een antifascistisch protest tegen een haatmeeting van Jordan Bardella in november 2024. Het eerste incident wordt betwist, de betogingen tegen de coronamaatregelen werden vooral geïnfiltreerd door extreemrechtse relschoppers. Het tweede incident wordt voorgesteld als een ‘poging tot brandstichting’ door de organisatoren van het protest tegen de meeting van Bardella. Er wordt verwezen naar de Coördinatie van Antifascisten in België (CAB), waar wij deel van uitmaken, naast het Front Antifasciste de Liège (FAL) en netwerk Adès. Nochtans is het klaar en duidelijk dat de gebeurtenissen waar het VB over schrijft plaatsvonden op een ogenblik dat de actie aan de Bardella-meeting reeds was afgelopen. Hoewel we er niet aan deelnamen, is de belangrijkste reden waarom deze autonome directe actie naar de gebouwen van het VB trok, het feit dat zowel Bardella als het VB voor hetzelfde neofascistische project staan. De woede werd gericht op hun gebouw, maar wordt uiteraard gevoed door het sociale, racistische, seksistische en transfobe project van extreemrechts.

    Het VB wil de CAB en medestanders ervan aanvallen omdat het ook zag dat het protest tegen de Bardella-meeting een groot succes was. Een strijdbaar en groeiend antifascisme stoppen, dat is wat het VB wil bereiken.

    Het Vlaams Belang wil ook Black Lives Matter op de terreurlijst inschrijven. Dat het hier evenmin om een organisatie gaat, maar om een beweging die is ontstaan tegen politiegeweld, ontgaat extreemrechts. De omschrijving van BLM zou niet misstaan op een satirische website: “Black Lives Matter (BLM) is een marxistische, communistische en antisemitische beweging die beweert op te komen tegen politiegeweld tegen zwarten.” Uiteraard wordt ook in dit geval geen enkele van de sterke beweringen hard gemaakt.

    Woede na de zoveelste moord op een zwarte man door witte politie-agenten in de VS leidde in 2020 tot massaal protest. Over de moord op George Floyd heeft extreemrechts niets te zeggen, terwijl dit toch als ‘extreem geweld’ kan omschreven worden. Racistisch politiegeweld is geen louter Amerikaanse aangelegenheid. Er zijn geen exacte cijfers, iets waarvoor de UN Human Rights Treaties Bodies België op de vingers tikte (zie https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g21/111/85/pdf/g2111185.pdf). Een onderzoek dat alle doden door politie-interventies in kaart brengt (zie https://mensenrechten.be/nieuwsberichten/politiegeweld-in-belgi-straffeloos-en-onzichtbaar) maakt het racistisch karakter van dit geweld meteen duidelijk: 90% van de doden waren niet-wit. Er zijn ook andere enquêtes, bijvoorbeeld rond etnisch profileren. Zo was er begin 2020 een onderzoek onder Antwerpse jongeren waaruit bleek dat 7% van de witte jongeren ooit aan een identiteitscontrole was onderworpen, tegenover 14% van de jongeren met een migratie-achtergrond.

    De vele voorbeelden van racistisch politiegeweld worden als individuele gevallen bekeken, terwijl hun aantal wijst op een patroon. Je moet geen marxist of communist zijn om dat onaanvaardbaar te vinden. Als het VB in het offensief gaat tegen Black Lives Matter kiest het kant voor politiegeweld, in het bijzonder racistisch politiegeweld. Het neemt de verdediging op van de moordenaars van George Floyd, alsof het nog aan argumenten ontbrak om het VB racistisch te noemen.

    Extinction Rebellion wordt tenslotte aangevallen wegens acties aan kunstwerken (waar doorgaans een glazen plaat voor hangt). Dat wordt gelijkgesteld met het opblazen van de Boeddhabeelden van Bamiyan door de Taliban of de vernielingen van kunstwerken door ISIS. De van de pot gerukte vergelijking wordt enkel gemaakt omdat het VB een probleem heeft met klimaatactivisten. Terwijl overstromingen, hittegolven en orkanen elkaar afwisselen, schrijft het VB nog steeds over menselijke activiteiten “die het klimaat  zouden ontregelen.” Zouden?! Dergelijke klimaatontkenners zijn een gevaar voor het menselijk leven op de planeet. 

    Met dit soort resoluties wil het Vlaams Belang de ruimte beperken voor activisten tegen extreemrechts, racisme en klimaatverandering. Het wil dergelijke activisten ‘verdacht’ maken door hen te associëren met wilde en verzonnen verhalen over geweld. Ondertussen blijft extreemrechts blind voor de terroristen van eigen kweek. Als het VB iets wil doen aan de dreiging en toepassing van geweld, kan het beter beginnen met een grote kuis in eigen rangen. Ortwin Depoortere heeft ongetwijfeld nog genoeg connecties bij Voorpost om te starten met de verantwoordelijken van de aanval op het asielcentrum in Zutendaal in juni.

  • Onze toekomst niet overlaten aan rechtse populisten, vervuilende kapitalisten en andere leden van die ‘broligarchie’

    Het nieuwe ‘normaal’ tekent zich af in de VS. Trump werd verkozen als ‘tegenstem’, maar staat voor een nog brutalere versie van hetzelfde beleid. Zijn nauwe samenwerking met miljardair Elon Musk leidde al tot een nieuw woord: ‘broligarchie’. Zijn verkiezingsoverwinning duwde de beurzen omhoog. Sociale bescherming en klimaatmaatregelen worden overboord gegooid. Het plan van Musk om de hakbijl in de openbare diensten te zetten, omschreef hij als een “revolutie”. 

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    Brutale nieuwe normaal in België heeft een naam: Arizona

    De arrogante rechtse propaganda draait ook in België op volle toeren. De zondebokpolitiek waarbij migranten, zieken en werklozen als het probleem voorgesteld worden, vindt ingang. Het aanpakken van de meest kwetsbaren wordt als ‘realistischer’ gezien dan de middelen zoeken bij de kleine groep superrijken. 

    De verkiezingsoverwinningen van de MR en de N-VA geven de bazen nog meer vleugels. Ze wachten niet op de vorming van een Arizona-regering om in het offensief te gaan. De repressie tegen de meest kwetsbaren wordt al opgevoerd, de mogelijkheden van collectieve strijd tegen het asociale beleid worden nu al ondermijnd. 

    De supernota van De Wever is meer dan een brutale aanval op de lonen en arbeidsomstandigheden, het is een oorlogsverklaring aan de arbeidersbeweging. Daarop reageren met een vage kerstactie, zoals nu gepland wordt op 13 december, beantwoordt niet aan de ernst van de situatie. Zullen we het recht om ons te organiseren en in verzet te gaan echt gewillig opgeven in de hoop op die manier ‘erger’ te voorkomen? Elke zwakte langs onze kant, zal de patronale agressie enkel nog meer voeden. 

    Hoe het vragen van een symbolische bijdrage van de superrijken Arizona ‘evenwichtiger’, laat staan ‘socialer’ en ‘eerlijker’ zou maken, is ons compleet vreemd. Op welke planeet leeft Conner Rousseau? Illusies dat de scherpste kantjes via onderhandelingen kunnen afgevijld worden, helpen ons niet. De hoop om de bazen via overleg tot redelijkheid te brengen, is een illusie. Het nieuwe normaal maait het gras van onder de voeten van het overlegsyndicalisme weg. Op het politieke terrein is het niet anders. De deelname van de PVDA aan een door de PS gedomineerd stadsbestuur in Bergen werd door Belfius aangegrepen om geen kredieten meer te geven. 

    Het is dringend nodig om de woede van onderuit in strijd te organiseren. Onze potentiële kracht betekent pas iets als we deze organiseren en het gevecht voor vooruitgang aangaan.  

    Potentieel van strijd is er

    Het is mogelijk om strijd te organiseren en zelfs om er toegevingen mee te bekomen. De Gentse beweging tegen een coalitie met N-VA toonde dit. Na een week van opmerkelijke acties moest Vooruit zijn staart intrekken. Er komt geen coalitie met N-VA, maar uiteraard betekent dit niet dat alles nu koek en ei is. Met de groenen erbij komt er niet noodzakelijk een progressief bestuur, toch niet als we daarmee een beleid bedoelen dat vertrekt van de sociale noden op vlak van huisvesting, openbare diensten, openbaar vervoer, armoedebestrijding, degelijke voorwaarden voor het gemeentepersoneel  … Op basis van de acties zal de waakzaamheid hiervoor groter zijn en zal er sneller tot nieuwe acties overgegaan worden. Strijd versterkt ons sociaal kamp, zoveel is duidelijk. 

    Dat bleek ook uit de schitterende betoging van 7 november. Zorgpersoneel, sociaal werkers, personeel uit het onderwijs en andere sectoren kwamen samen in een betoging die drie keer zo groot was als vooropgesteld. Na jaren van tekorten en gebrek aan respect, hebben de nieuwe en toekomstige regeringen enkel nog meer ellende aan te bieden. Je zou voor minder woedend zijn! De betoging gaf energie en smaakte naar meer. Wanneer komt er een vervolg met een opbouwend actieplan? 

    Ook de betoging tegen de sluiting van Audi op 16 september was groter dan verwacht en toonde een glimp van het potentieel van strijd. En dan zijn er uiteraard ook nog de historische protestacties tegen de genocide in Gaza, met in oktober 70.000 betogers in Brussel.

    Socialistische maatschappij is nodig

    De jaren van tekorten wegen steeds zwaarder door. In de industrie bedreigt de recessie voorheen stabiele en goedbetaalde jobs en ook in andere sectoren zijn er afdankingen. Een rechtse regering onder De Wever en Bouchez wil een versnelling hoger schakelen in het aanvallen van alle sociale verworvenheden en wil strijd daartegen onmogelijk maken. En dan zijn er nog de existentiële kwesties zoals genocide en oorlogen, maar ook klimaatverandering. Ondertussen bespaart de Waalse regering 18,6 miljoen euro op de middelen voor biodiversiteit.

    De uitdagingen zijn van die orde dat velen stilaan wanhopig zijn en niet zien hoe fundamentele verandering nog mogelijk is. Strijd doorbreekt het doemdenken en versterkt de solidariteit. Een opbouwend actieplan waarbij elke actie opbouwt naar een volgende en grotere, is nodig. Dat is hoe de arbeidersbeweging ruim 10 jaar geleden de rechtse regering van Charles Michel en De Wever deed wankelen. 

    Tegenover alles wat fout loopt vandaag, is er nood aan ambitieuze verandering. Dat is in de eerste plaats een kwestie van programma en strijd ervoor. Waar is het mobiliserende en enthousiasmerende project voor een ander type samenleving, een socialistische maatschappij, waarin de werkende klasse haar eigen lot in handen neemt? Waarom laten we de opgeblazen rechtse populisten, vervuilende kapitalisten en andere leden van die ‘broligarchie’ beslissen over onze toekomst? 

    Musk spreekt over revolutie terwijl hij contrarevolutie bedoelt. Trump en co stellen zich voor als ‘anti-establishment’ terwijl ze de hielen van de miljardairs likken. Ze komen ermee weg omdat links en de arbeidersbeweging hen die ruimte laten. Een filosofiestudent schreef in een column in De Standaard (19 november): “Ook in België is de notie van een revolutie, van antikapitalistisch verzet, veeleer naar de achtergrond geschoven. Het lijkt alsof de gehele linkerzijde de bekende vraag van Rosa Luxemburg, namelijk: ‘hervorming of revolutie?’, eenduidig beantwoord heeft. Revolutie bleek te ambitieus.” Wij voelen ons niet aangesproken, maar de vaststelling klopt: het debat over een radicaal andere samenleving is nodig.

    In het protest vandaag groeit het besef dat alle problemen met elkaar verbonden zijn en dat het om heel het systeem gaat. De basis voor dit alles is het kapitalisme, een systeem waarin de productiemiddelen in private handen zijn en dus gericht worden op de winstbelangen van kapitalisten. Wij komen op voor een breuk met het kapitalisme en voor een socialistische samenleving waarin de noden van de meerderheid van de bevolking, waaronder die van een leefbare planeet, centraal staan als onderdeel van een rationele democratische planning.

  • Syrië overspoeld met feestelijkheden, maar wat komt hierna?

    De wrede Assad-dictatuur in Syrië, die al meer dan een halve eeuw aan de macht is, is gevallen. Duizenden politieke gevangenen hebben zich kunnen herenigen met hun familie, velen na jaren waarin ze dood gewaand werden. Miljoenen anderen die in eigen land ontheemd waren, verheugen zich nu op de hereniging met hun familie. De angst die zijn greep op de mensen verliest, is zichtbaar op straat in heel Syrië en in de diaspora.

    Naarmate de euforie wegebt, zullen velen zich zorgen maken over wat de toekomst brengt, voorzichtig hopend dat de tragedie van de verpletterde Syrische revolutie nu voorbij is. Hoewel veel nog onduidelijk is, laat de geschiedenis zien dat hiervoor een beslissende wederopbouw van echte en gepolitiseerde arbeidersorganisaties nodig is als een massale kracht, versterkt met de lessen van 2011 en in staat om een echt alternatief te bieden voor de Hayat Tahrir al-Sham (HTS), alle reactionaire krachten en de imperialistische machten. Om een werkelijk vrije, democratische en rechtvaardige samenleving op te bouwen, is de eenheid van de werkende en arme massa’s van Syrië nodig om te strijden tegen alle vormen van sektarisme en onderdrukking. Dat is nodig om de revolutie tot het niveau te brengen waarop ook de economische dictatuur van het kapitalisme en zijn verschillende imperialistische vertegenwoordigers wordt omvergeworpen.

    Het gehate regime van dictator Bashar al-Assad stortte spectaculair in toen de strijdkrachten van de coalitie onder leiding van de HTS door de steden Aleppo, Hama en Homs trokken voordat ze Damascus binnenvielen, in een bliksemoffensief dat amper elf dagen duurde. Onderweg leken de militaire troepen van het regime simpelweg in het niets te verdwijnen. In Damascus scandeerden menigten “Assad is weg, Homs is vrij”. Maar naast opluchting en jubelstemming zijn er ook angsten en zorgen onder delen van de Syrische bevolking over wat er nu gaat komen. De autonome gebieden van Syrisch Koerdistan worden nu al geteisterd door aanvallen gesteund door Turkije, en de houding van de nieuwe machthebbers tegenover Koerdische en vrouwenrechten zal een indicatie zijn van wat er in het verschiet ligt.

    Op veel plaatsen lijken de gewapende oppositietroepen te zijn opgewacht door juichende aanhangers en ondervonden ze weinig tot geen civiele of militaire tegenstand. Toen ze Damascus binnenkwamen, bevrijdden ze de gevangenen in de beruchte militaire gevangenis Sednaya, het toneel van gruwelijke martelingen van aanhangers van de oppositie door de misdadigers van Assad. De Iraanse ambassade, die gezien wordt als een belangrijke steunpilaar van het regime, werd geplunderd, terwijl HTS-strijders het presidentiële paleis binnendrongen en zichzelf fotografeerden zittend achter het bureau van Assad.

    Sommige van de miljoenen Syriërs die gedwongen waren naar het buitenland te vluchten om aan het wrede regime te ontsnappen, keren naar verluidt al terug. Tegelijkertijd maken rechtse en extreemrechtse krachten op cynische wijze gebruik van het moment om hun racistische agenda te bevorderen. Duitsland, Oostenrijk, Griekenland en Cyprus hebben asielaanvragen uit Syrië al opgeschort en er wordt gedreigd om vluchtelingen die al in Duitsland zijn uit te zetten. Syriërs en alle vluchtelingen moeten het vrijwillige recht krijgen om terug te keren of te blijven in hun nieuwe verblijfplaats met volledige rechten en zonder discriminatie.

    De Syrische ambassades in Istanboel, Athene en zelfs Moskou hebben de vlag van de oppositie uitgehangen. Buurlanden versterken hun grenzen. Het Libanese leger heeft militaire eenheden gestuurd om de noordelijke en oostelijke grenzen te ‘beschermen’, terwijl de Israëlische ‘Defence Forces’ troepen en tanks voorbij de bezette ‘bufferzone’ van de Golanhoogten hebben gestuurd, waarmee Israël voor het eerst sinds 1973 formeel Syrisch grondgebied betreedt. Volgens de Israëlische krant ‘Maariv’ heeft de IDF geschoten op het dorp Barika in de bufferzone om militanten weg te houden van de grens.

    Assad verliet Damascus met een Russisch vliegtuig dat later op zeer lage hoogte werd gezien voordat het van de radar verdween, blijkbaar een manoeuvre om de ontsnapping te verhullen. Bronnen van het Russische regime bevestigen dat Assad en zijn familie in Moskou zijn en politiek asiel hebben gekregen.

    De macht is volgens de verklaring van al-Julani, de commandant van de HTS, tijdelijk overgedragen aan de zittende premier al-Jalali die toezicht zal houden op alle staatsinstellingen tot de officiële overdracht. In de eerste uitzendingen op de Syrische TV kondigde de oppositie vrolijk aan dat “we de weddenschap hebben gewonnen en het criminele regime van Assad ten val hebben gebracht”. Maar ondanks alle retoriek over het bevrijden van het land van de heerschappij van Assad, lijkt het erop dat HTS nu al bereid is om samen te werken met een door Assad benoemde premier om te zorgen voor een ‘ordelijke’ overgang van de top. Dit zou een waarschuwing moeten zijn dat HTS liever niet toestaat dat het Syrische volk zijn eigen toekomst vormgeeft.

    Al-Julani doet duidelijk zijn best om zich te profileren als een burgerlijke, voor het Westen aanvaardbare staatsman – met andere woorden, hij geeft aan dat hij een paar betrouwbare handen kan bieden voor het vestigen van een nieuwe orde binnen het kader van inter-imperialistische spanningen. Zijn retoriek van tolerantie voor alle etnische en religieuze groepen en “geen wraak” zou een welkome adempauze betekenen als dit in de praktijk wordt gebracht. Maar sommige tegenstrijdigheden die inherent zijn aan het manoeuvreren tussen imperialistische en regionale machten zijn al zichtbaar in de Turkse aanvallen op de autonome gebieden van Syrisch Koerdistan. En de staat van dienst van de HTS in de provincie Idlib wijst op het risico van een onderdrukkend, rechts en fundamentalistisch regime, tenzij de werkenden en armen zich organiseren om ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt.

    Wie was Assad?

    De Ba’athpartij (de Arabische ‘Socialistische’ Ba’athpartij) kwam aan de macht als gevolg van de 8 maartrevolutie in 1963, die meer weg had van een militaire staatsgreep hoewel ze door het volk werd gesteund. Dit was een periode waarin de massa’s in veel landen in de wereld, waarvan de economieën waren geplunderd door decennia van imperialistische overheersing, naar revolutie streefden. Bij gebrek aan echt linkse massale revolutionaire krachten, grepen delen van het leger, steunend op de Sovjet-Unie, de macht. Het éénpartij- en politieregime dat daaruit ontstond, gebruikte de autoritaire methoden van de Sovjetbureaucratie om de controle te behouden, maar kreeg een zeker gezag door de nationalisatie van de economie en de verbetering van de levensstandaard.

    De vader van Bashar al-Assad, Hafez al-Assad, die actief had deelgenomen aan de staatsgreep van 1963, was in 1966 een belangrijke voortrekker van een nieuwe staatsgreep binnen de heersende elite, en vervolgens van een derde in 1970 waardoor hij president werd. Hij leunde nog steeds op de Sovjet-Unie, maar was ‘pragmatischer’ in zijn relatie tot privébezit, ondermijnde de voordelen van staatsplanning en introduceerde sektarische verdeling langs religieuze lijnen in de staatsstructuur. Na zijn dood in 2000 werd hij opgevolgd door zijn zoon Bashar.

    Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 stelde Hafez Syrië open voor het mondiale kapitalisme, een proces dat onder Bashar werd opgevoerd. Privatisering van staatseigendommen, besparingen, massale werkloosheid en verschrikkelijke ongelijkheid, gecombineerd met een snelle accumulatie van rijkdom in de handen van de heersende familie en een kleine kring van aan het regime gelieerde elites, voedden het ongenoegen van de massa’s dat bijdroeg aan de opstand in Syrië in 2011, onderdeel van de golf van revolutionaire opstanden die zich verspreidde over Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

    Hoewel Bashar niet dezelfde mate van persoonlijk gezag genoot als zijn vader, behield hij in 2011 de loyaliteit van de belangrijkste instellingen van het regime, die een belangrijke rol speelden bij het hardhandig neerslaan van de opstand. Deze onderdrukking had steeds een sektarische component, met de inzet van door Alawieten gedomineerde troepen tegen overwegend soennitische oppositiegebieden.

    Het ontbrak de revolutie van 2011 niet aan heldhaftige inzet of massale steun, hoewel die steun door de langdurige uitbuiting van sektarische verdeeldheid door het regime via angst en patronagenetwerken niet uniform was in de verschillende gemeenschappen. Maar een succesvolle afloop zou de omverwerping van het Assad-regime hebben vereist, de ontmanteling van al zijn repressieve instellingen, de verdrijving van alle imperialistische strijdkrachten uit Syrië en de vervanging van kapitalistische uitbuiting door socialistische planning, geleid door democratisch gekozen structuren die de arbeidersklasse en armen van alle etnische groepen, geslachten en geloofsovertuigingen verenigen.

    Maar geen enkele politieke kracht, zelfs niet op kleine schaal, formuleerde een dergelijk programma. De vakbonden speelden op hun beurt geen rol van betekenis in de oppositie, omdat ze ofwel waren verpletterd, ofwel al tientallen jaren waren opgenomen in het staatsapparaat. De Syrische Algemene Federatie van Vakbonden, het belangrijkste ‘vakbondsorgaan’ van het land, functioneerde als een arm van het regime, waardoor het potentieel van de arbeidersbeweging om een onafhankelijke rol te spelen in de opstand werd gesmoord.

    In plaats daarvan bleef de macht in handen van de corrupte elite rond Assad. Het land zonk weg in een burgeroorlog, met de interventie van verschillende imperialistische (Turkse, Amerikaanse, Russische, Iraanse en andere) en religieuze krachten die toekeken terwijl het regime bruut geweld gebruikte tegen de massa’s, inclusief het gebruik van chemische wapens. De oorlog eiste meer dan een half miljoen doden en leidde tot de grootste vluchtelingencrisis in de geschiedenis: meer dan 13 miljoen Syriërs – ruim de helft van de vooroorlogse bevolking – zijn gedwongen ontheemd, intern of in het buitenland.

    Aanvankelijk werd het ‘Vrije Syrische Leger’ (FSA) gevormd door een deel van overgelopen legerofficieren die sympathiseerden met de oppositie. Vanaf het begin ontbrak het aan een eenduidige commandostructuur en leek het meer op een losse verzameling van verschillende gewapende groepen dan op een gecentraliseerd leger. Het riep op tot de omverwerping van Assad en de overgang naar een democratisch pluralistisch regime. Het gebruikte guerrillatactieken om het regime te ondermijnen en vertrouwde op de hulp van westerse en regionale mogendheden om zijn campagnes uit te voeren. Het westen had echter zijn eigen belangen.

    De interventie van Iran om het regime te versterken, samen met de financiële en militaire steun van soennitische regimes zoals Saoedi-Arabië en Qatar, en ook Turkije, aan islamistische gewapende groepen, vergrootte de sektarische verdeeldheid in het land terwijl het Vrije Syrische Leger zijn positie zag verzwakken. De burgeroorlog ontaardde meer en meer in een multilateraal conflict tussen verschillende milities die de belangen van concurrerende imperialistische machten ondersteunden en/of onder controle stonden van religieuze fundamentalisten.

    De militaire interventie van Rusland die in september 2015 begon, was ogenschijnlijk bedoeld om Islamitische Staat (Daesh) te helpen bestrijden, maar was in de eerste plaats gericht tegen de strijdkrachten van het Vrije Syrische Leger die door het Amerikaanse imperialisme werden gesteund, en speelde de fundamentele rol van het ondersteunen van het regime van Assad. Zonder Russische en Iraanse steun zou het Ba’athistische regime al lang geleden zijn ingestort.

    Volgens een analyse in de publicatie “Syria Direct” bevindt de economie zich sinds 2011 in een vrije val. Het Syrische pond heeft 99,64% van zijn waarde ten opzichte van de dollar verloren en de ineenstorting is de afgelopen jaren geëscaleerd. Het kost nu meer om een bankbiljet te drukken dan dat het biljet het eigenlijk waard is. Tot 90% van de bevolking leeft in armoede en is doorgaans afhankelijk van geld dat wordt overgemaakt door familieleden die in het buitenland werken om te overleven. Het onmenselijke beleid van westerse regeringen met betrekking tot vluchtelingen uit Syrië heeft niets gedaan om de bevolking te helpen, terwijl het effect van westerse sancties Assad alleen maar heeft geholpen om een hecht netwerk van corrupte trawanten op te bouwen rond zijn binnenste cirkel.

    Wat verklaart de snelle overwinning van HTS?

    De snelle overwinning van HTS kan niet worden verklaard door louter binnenlandse factoren. Terwijl de ogen van de wereld gericht waren op Gaza en Oekraïne, bleef het effect van deze conflicten op de dramatische verzwakking van de positie van Assad bijna onopgemerkt.

    Hezbollah speelde een belangrijke rol in de steun aan het Assad-regime. Het deed dit deels uit eigenbelang, maar ook namens het Iraanse regime, in het conflict met de troepen van Daesh. Nu Hezbollah ernstige militaire klappen heeft gekregen van de IDF, waardoor het leiderschap is onthoofd en veel van zijn uitrusting is verloren, was het niet in staat om Assad te steunen zoals in het verleden.

    Tegelijkertijd trok het Kremlin zijn troepen terug uit Syrië en verplaatste ze naar Oost-Oekraïne en Koersk omdat het daar problemen ondervond. Assad moest het dus stellen zonder de steun van twee belangrijke componenten van zijn militaire macht, zonder welke hij enkele jaren geleden al zou zijn afgezet. De herhaalde luchtaanvallen van Israël op Iraanse installaties in Syrië droegen verder bij aan de vermindering van het vermogen van Iran om de troepen van Assad te ondersteunen.

    Het lijkt erop dat de VS niet werden verrast door dit snelle succes. Het Turkse regime greep de kans die werd geboden door de zwakte van Hezbollah en Rusland aan om de HTS onder druk te zetten om verder op te rukken. Gedeeltelijk deed het dit om het Syrische regime te verzwakken en onder druk te zetten na het vastlopen van hun normalisatiebesprekingen, om de gedwongen repatriëring van miljoenen Syrische vluchtelingen naar Syrië uit te voeren, en waarschijnlijk het belangrijkste, om verdere actie te kunnen ondernemen tegen de autonome regio’s van Syrisch Koerdistan in het noorden.

    Op het moment van schrijven worden vanuit Manbij hevige gevechten gemeld tussen het door Turkije gesteunde SNA (Syrisch Nationaal Leger, dat zelf bestaat uit verschillende fracties waarvan sommigen zeer dicht bij het Turkse regime staan en ook elders, waaronder in Azerbeidzjan, Libië en Niger, voor Turkse militaire belangen hebben gevochten) en lokale Koerdische milities. Volgens het onafhankelijke communicatienetwerk “Bianet” wordt de SNA gesteund door “uitgebreide grondbeschietingen door de Turkse strijdkrachten”. De hernieuwde en hartverscheurende kwetsbaarheid van de Koerden, angstvallig gevolgd door miljoenen die vrezen dat Kobane het volgende doelwit zal zijn, onderstreept eens te meer de vergiftigde kelk van het vertrouwen op gemanoeuvreer tussen concurrerende imperialistische machten.

    Het regime van Assad bleek ook niet meer dan een lege huls te zijn. Er zijn veel berichten over zijn leger dat gewoon de wapens neerlegde toen HTS oprukte, en toen het in Damascus aankwam probeerde de legerleiding niet eens om weerstand te bieden. Het Syrische leger liet de uitrusting gewoon achter – HTS-strijders namen foto’s zittend in de cockpits van achtergelaten gevechtsvliegtuigen. Elders zijn soldaten te zien die in burgerkleding over de weg lopen terwijl hun legeruniformen gewoon op hopen op de grond liggen.

    Assad vond zo weinig steun onder de bevolking, zowel bondgenoten als tegenstanders, dat hij in de laatste dagen geïsoleerd kwam te staan. Hij vroeg de Russen om hulp, maar die zeiden dat ze daar geen middelen voor hadden. Ondanks publieke beloften van steun aan het bewind van Assad door het Iraanse regime, was dat tegen vrijdag 6 december begonnen met het evacueren van zijn militaire troepen van de grond, inclusief hooggeplaatste commandanten van de Quds Force. Ze lieten Assad effectief aan zijn lot over. Blijkbaar benaderde hij Trump indirect voor hulp, maar Trump keerde hem de rug toe. Hij bood aan om te onderhandelen met de HTS, maar zij zagen geen noodzaak. Zelfs in de Alawitische stad Qardaha, de thuisstad van de familie al-Assad, haalden menigten standbeelden van zijn vader neer.

    Wat is Hayat Tahrir al-Sham?

    Hayat Tahrir al-Sham (Organisatie voor de bevrijding van de Levant) is meer een paraplu van gewapende milities. De leider Abu Mohammed al-Julani was een aanhanger van Daesh in de periode na 2011, belast met het opzetten van Jabhat al-Nusra om te vechten voor de oprichting van een islamitische staat in Syrië. Volgens Al-Jazeera splitste al-Julani zich toen af van Daesh, zwoer trouw aan Al Qaida om vervolgens in 2017 Al Qaida af te wijzen en HTS op te richten. Dit ging gepaard met een verandering van doelen, van vechten om een kalifaat te vestigen naar het “bevrijden” van Syrië van de heerschappij van Assad en het opzetten van een nationale islamitische republiek.

    HTS werd een serieuze kracht, een van de sterkste milities die in Syrië vechten, na de herovering van Aleppo in 2016 door de troepen van Assad met de steun van de Russische luchtmacht. Veel oppositiestrijders die Aleppo ontvluchtten, kwamen terecht in Idlib, dat in 2017 effectief onder controle stond van HTS met naar verluidt 30.000 strijders. Deze controle zorgde voor een economische basis voor HTS, aangezien veel olie van het land door deze regio naar de belangrijkste haven van Latakia stroomt. Een van de belangrijkste grensovergangen met Turkije stond onder controle van HTS.

    De HTS leidde de regering (de zogenaamde “Syrische Heilsregering”) en zorgde voor diensten als scholen en gezondheidszorg, maar ook voor de distributie van hulp terwijl het Assad-regime zijn afschuwelijke bombardementen voortzette. Honderdduizenden Syriërs waren naar de regio gevlucht in een wanhopige poging om Turkije te bereiken, maar vonden de grens gesloten. Ze leven in vluchtelingenkampen, meestal zonder elektriciteit, in wanhopige omstandigheden. Een inwoner merkt ironisch op: “Mensen zijn hier gelijk – iedereen deelt armoede, gebrek aan voedsel en gebrek aan werk.”

    De HTS heeft de regio bestuurd als een autoritaire islamitische staat. Journalisten van de oppositie worden gearresteerd en de praktijk van “vermiste personen” is wijdverspreid. Van vrouwen wordt verwacht dat ze de hijab dragen, ze worden niet toegelaten tot belangrijke vakken aan de universiteit en op scholen zijn ze gescheiden op basis van gender. Maar de herinnering aan de opstand van 2011 blijft sterk en leidt tot verzet. Zoals een vrouw uitlegde “de Syrische revolutie doorbrak taboes”. Nog in september organiseerden vrouwen in Idlib demonstraties tegen het veiligheidsbeleid en de repressie door de HTS en eisten ze de verwijdering van haar leider al-Julani.

    Imperialistische gieren cirkelen boven Syrië

    Ondanks het feit dat ze overrompeld waren door de snelle opmars van de HTS, een organisatie die de VS, het VK, de EU, Rusland, Turkije en anderen als een ‘terroristische organisatie’ voorstelden, heroverwogen ze heel snel hun benadering rond Syrië. Ze deden dit niet om de massa’s te helpen hun situatie te verbeteren, maar om te pakken wat ze kunnen. Hypocriete regeringen zoals die van Groot-Brittannië haasten zich om het label “terrorist” te laten vallen.

    Iran heeft een belangrijke strategische partner verloren. Veel van de hulp aan Hezbollah verliep via Syrië, een sleutelelement van ‘de as van verzet’ waarvan Iran hoopte dat die zich zou verzetten tegen het westerse imperialisme in de regio. Rusland heeft een belangrijke bondgenoot in het Midden-Oosten verloren, een regering die het de afgelopen jaren in wezen tegen de val had beschermd. Tardis, in het noorden van Syrië, is Ruslands belangrijkste overzeese marinebasis, die niet alleen wordt gebruikt om Assads luchtaanvallen op de oppositie te ondersteunen, maar ook om de invloed van de NAVO in het Middellandse Zeegebied uit te dagen. Ook de luchtmachtbasis in Hmeymin was van cruciaal belang als transportknooppunt ter ondersteuning van de operaties van Russische (inclusief Wagner) troepen in de Sahel en elders in Afrika. Al dagenlang trekt Rusland nu schepen en vliegtuigen terug en zelfs als het Kremlin erin slaagt om tot een akkoord te komen met de nieuwe regering, heeft het een enorme klap gekregen voor zijn prestige.

    Terwijl de ogen van de wereld gericht waren op de inname van Damascus, berekende de VS hoe ze konden profiteren van wat Biden een “risicomoment” en een “historische kans” noemde. Ze gebruikten het weekend om een vloot bommenwerpers te sturen om 75 Daesh-doelen aan te vallen. Maar terwijl Trump al snel in hoofdletters tweette dat “Dit niet onze strijd is. Laat het uitspelen. Raak er niet bij betrokken”, is het duidelijk dat de VS haar strategie drastisch moet heroverwegen. Volgens de Atlantic Council “is de Amerikaanse benadering van Syrië van de afgelopen tien jaar – Assad en zijn Iraanse beschermheren tolereren, hyperfocussen op Islamitische Staat, humanitaire hulp bieden maar politieke en militaire hulp aan de oppositie stopzetten, onbeperkte steun geven aan de YPG/PKK – ingestort. Washington en Jeruzalem zullen met een coherente en constructieve aanpak moeten komen voor de nieuwe leiding in Damascus.”

    Israël, dat de verantwoordelijkheid opeiste voor het helpen bij de val van Assad door de capaciteit van Hezbollah te vernietigen, heeft natuurlijk al van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn aanwezigheid in Syrië uit te breiden. Netanyahu heeft de IDF opdracht gegeven om verder op te rukken naar de bezette Golanhoogten en de Israëlische media hebben melding gemaakt van het bombarderen van wapendepots in Noord-Syrië en zelfs Damascus, wat volgens de Israëlische minister van Defensie Katz zal worden opgevoerd om “zware strategische wapens in heel Syrië te vernietigen”.

    Dat het Israëlische regime zou proberen voordeel te halen uit de huidige situatie in Syrië komt niet als een verrassing. Maar om te beweren, zoals sommigen ter linkerzijde doen, dat de val van Assad, door het verzwakken van de zogenaamde ‘as van verzet’, een klap is voor de bevrijdingsstrijd van de Palestijnen, gaat volledig voorbij aan het feit dat de dictatuur van Assad nooit iets heeft gegeven om de Palestijnen. Net als vele andere staten in de regio heeft het Syrische regime de Palestijnse zaak cynisch gebruikt om de eigen despotische heerschappij te versterken. Terwijl het regime zich voordeed als een anti-imperialistische verdediger van Palestijnse rechten, onderdrukte het Palestijnse politieke organisaties, belegerde en bombardeerde het het vluchtelingenkamp Yarmouk tijdens de oorlog en werd machteloos toegekeken naar de voortdurende genocide in Gaza. De decennialange de facto wapenstilstand met Israël om de rust op de bezette Golanhoogte te bewaren, leverde zelfs ooit de lof op van Netanyahu zelf. In 2018 zei die: “We hebben al 40 jaar geen probleem meer met het Assad-regime”.

    Turkije heeft zijn hand versterkt, zelfs tegen de belangen van de VS en zijn NAVO-partners in. Het is duidelijk dat ondanks het feit dat het de HTS als een terroristische organisatie bestempelt, het de organisatie aan wapens hielp en naar verluidt de opmars van de HTS aanmoedigde. Het maakt nu van de gelegenheid gebruik om zijn aanwezigheid in het noorden uit te breiden.

    Dit is inderdaad een waarschuwing. HTS en de nu geallieerde milities hebben Assad dan wel verslagen en Damascus ingenomen, maar ze hebben niet de onvoorwaardelijke controle over heel Syrië. Op dit moment lijkt het erop dat de HTS niet actief op zoek is naar een aanval op de Volksverdedigingseenheden (YPG) en Vrouwenbeschermingseenheden (YPJ) die voornamelijk uit Koerdische militanten bestaan. Het probeert ‘respectabiliteit’ uit te stralen naar internationale, waaronder westerse, regeringen.

    Het Syrische Nationale Leger staat echter dichter bij de agenda van Turkije, wat zou kunnen leiden tot een ‘werkverdeling’ tussen de twee gewapende groepen, of mogelijk conflicten tussen hen over hun respectieve strategieën. Met het Turkse volledige verzet tegen Koerdische autonomie is er een reëel gevaar, wat HTS vandaag ook zegt over dat dit een overwinning is “voor alle Syriërs”, van een nieuwe oorlogsfase met Turkije in het noordoosten om de YPG/YPJ te confronteren, die door de VS worden gesteund als hun belangrijkste troef in de strijd tegen Daesh.

    In deze gevaarlijke situatie zijn de enige betrouwbare bondgenoten voor het Koerdische volk om hun moeizaam verworven autonomie, democratische, feministische en seculiere rechten te verdedigen, de werkende en arme massa’s in heel Syrië en de regio. Een oproep tot een echte, socialistische revolutie om zich te verzetten tegen alle elites die met een pistool regeren, als imperialistische marionetten of bezetters, inclusief de agressie van de racistische, genocidale Israëlische staat, heeft de potentie om opstanden van de werkende klasse te ontketenen.

    Is er een weg vooruit?

    Na de feestelijkheden over de omverwerping van de dictator zal de realiteit van het nieuwe regime zich beginnen af te tekenen. Elke poging om een autoritaire islamitische staat te vestigen, zoals de HTS heeft gedaan in Idlib, met grote beperkingen van de rechten van vrouwen en genderminderheden, zal waarschijnlijk op weerstand stuiten van een volk dat nu hoopvol uitkijkt naar een nieuwe toekomst na 54 jaar Assads dictatuur.

    Intussen kan de ondergang van Assad de belangen en het prestige van het Iraanse regime een flinke klap toebrengen, terwijl het zijn imperialistische tegenstanders tot op zekere hoogte een hart onder de riem steekt. De opleving van protesten door leraren, studenten en gepensioneerden in Iran afgelopen weekend kan een teken zijn van een verschuiving in deze richting.

    Bovendien kan de omverwerping van de wrede dictatuur, die voor velen tien dagen geleden nog ondenkbaar leek, de revolutionaire aspiraties van de werkende en onderdrukte massa’s tegen hun eigen autoritaire heersers in andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika nieuw leven inblazen en de geest van verzet tegen kolonialisme en imperialisme, die tot uiting komt in de sterke Palestijnse solidariteitsbeweging in de regio, verder versterken.

    Zoals Oraib al Rantani, directeur van het in Amman gevestigde Al-Quds Centre for Political Studies, opmerkt in een artikel op Bloomberg: “De tweede Arabische Lente komt eraan, geen twijfel mogelijk, alle drijfveren zijn er nog steeds: armoede, corruptie, werkloosheid, politieke blokkade en tirannie”.

    Tegelijkertijd kan het gemilitariseerde karakter van de omverwerping van Assad – door een gewapende groep zonder democratische controle aan de basis, in plaats van door de massale en actieve strijd van de arbeidersklasse en de onderdrukten – ook bijdragen aan een klimaat van angst en intimidatie, en betekent dit dat elke beweging van onderaf snel te maken kan krijgen met de militaire macht van deze groep. De HTS, zelf een coalitie van verschillende krachten, wordt geconfronteerd met toekomstige conflicten als verschillende belangen opduiken, andere reactionaire gewapende groeperingen strijden om controle en invloed, en als het nieuwe regime andere krachten zoals de Koerden probeert te verslaan. Deze toch al onstabiele mix wordt nog verergerd door de hebzuchtige inmenging van de imperialistische krachten die allemaal hun eigen belangen hebben, zonder rekening te houden met de gewone Syriërs.

    Er is een nieuwe aanpak nodig om een echt democratische samenleving op te bouwen, een aanpak die gebaseerd is op de organisatie van de arbeidersklasse, de enige kracht die in staat is om de bevolking over nationale en etnische lijnen heen te verenigen, die in staat is om autoritarisme, onderdrukking, aanvallen op nationale rechten en de rechten van vrouwen en LGBTQ+ mensen te bestrijden. Zo’n strijdmacht zou ook de afschuwelijke economische situatie in Syrië aanpakken door de natuurlijke hulpbronnen van het land in publiek bezit te nemen. Dit vereist dat alle imperialistische machten uit het land worden verdreven en dat ze zich verzetten tegen hun controle en belangen, zoals de controle van de VS over grote delen van de olievelden. Met de rijkdommen van het land onder democratische publieke eigendom en controle zou het mogelijk zijn om een democratisch gecontroleerde planeconomie op te zetten en te streven naar een democratische socialistische federatie van het Midden-Oosten. Dit lijkt misschien nog ver weg, maar dat gold nog maar een weken geleden ook voor de val van Assad. Een eerste stap zou kunnen bestaan uit het voortzetten van de massale uitbarstingen op de straten en pleinen en deze om te zetten in voortdurende manifestaties voor de wederopbouw van een Syrië dat vrij is van alle onderdrukking.

  • Duizend dagen na de Russische invasie in Oekraïne. Kan de oorlog stoppen?

    Door Walter Chambers (geschreven op 5 december)

    Het leed dat werd veroorzaakt door de Russische invasie in Oekraïne in februari 2022 en het daaropvolgende conflict is uit het wereldwijde nieuws verdrongen door de gruwelijke genocide in Gaza, maar het is niet minder gruwelijk. Het aantal doden en gewonden, zowel militairen als burgers, overtreft nu ruimschoots de interetnische en burgeroorlogen die de voormalige Sovjet-Unie en het voormalige Joegoslavië teisterden na het herstel van het kapitalisme in de jaren negentig.

    Er zijn nog steeds meer dan 10 miljoen Oekraïense oorlogsvluchtelingen in Europa of ontheemden in eigen land. 900.000 Russen zijn hun land ontvlucht, als tegenstanders van de oorlog of uit angst om ingelijfd te worden in het leger. Na het aanvankelijke warme welkom worden velen nu geconfronteerd met onzeker werk, torenhoge huisvestingskosten en inflatie bovenop hun zorgen over vrienden en familieleden die thuis achterbleven.

    Hele steden zijn met de grond gelijk gemaakt door de onophoudelijke bombardementen en artilleriebeschietingen. De afgelopen weken zijn er massale bombardementen met drones en raketten geweest in een poging van de Russische strijdkrachten om de Oekraïense steden van stroom en verwarming te beroven nu de lange, koude winter begint.

    Een grotere last wordt gedragen door vrouwen, die extra werk hebben omdat de mannen zijn opgeroepen, en die, nog beangstigender, worden geconfronteerd met een enorme toename van gendergerelateerd geweld nu mannen met oorlogstrauma’s naar huis terugkeren. Er zijn al meer dan 100 Russische vrouwen vermoord door terugkerende soldaten. De Oekraïense regering schat dat bijna de helft van de Oekraïense bevolking na de oorlog een vorm van psychische nood zal ervaren en heeft onvoldoende middelen om de crisis aan te pakken.

    Internationale gevolgen

    En natuurlijk heeft de oorlog wereldwijd de spanningen en polarisatie dramatisch doen toenemen, met een enorme stijging van de militaire uitgaven in alle grote landen. De oorlog in Oekraïne en de genocidale aanvallen op Gaza hebben de krantenkoppen gehaald, maar ze hebben de kans op conflicten elders doen escaleren, waaronder in Soedan, Myanmar, de staatsgrepen in de Sahel, oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan en meest recent de nieuwe uitbraak van oorlog in Aleppo. De inzet van Noord-Koreaanse troepen door Rusland verhoogde de spanningen op het Koreaanse schiereiland, een andere factor die de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk Yeol ertoe aanzette zijn mislukte staatsgreep te plegen.

    Het besluit van aftredend VS-president Joe Biden om het gebruik van westerse raketten in Rusland zelf toe te staan, verhoogt het gevaar van een verdere escalatie van de gevechten. Het gebruik van deze raketten in Brjansk en Koersk werd snel gevolgd door het gebruik door het Kremlin van een ballistische raket voor middellange afstand, zij het zonder kernkop, om Dnepro in Centraal-Oekraïne aan te vallen.

    Huidige situatie aan het front

    Hoewel de Russische troepen de afgelopen weken enkele overwinningen hebben geboekt in Oost-Oekraïne, omschrijft het Institute for the Study of War deze als “onbevestigd” of “marginaal” en meldt het dat het offensief dat het sinds maart 2024 voert met als doel Pokrovsk in te nemen “in geen van beide richtingen operationeel significante vooruitgang heeft geboekt”. Pokrovsk is een stad met een vooroorlogse bevolking van 60.000 inwoners, een belangrijk strategisch obstakel voor de verovering van de grotere steden Slovyansk en Kramatorsk en dus de hele Donetsk regio.

    Ondanks de beweringen van sommige linkse partijen die de propaganda van het Russische regime herhalen en zeggen dat “de Oekraïners veel van hun overwinningen van 2022 zijn kwijtgeraakt”, is de realiteit dat het Oekraïense grondgebied dat sindsdien door Russische troepen is bezet, gebaseerd op informatie van het ‘Institute for the Study of War’, nog steeds ongeveer 87.000 vierkante kilometer bedraagt of 18% van het Oekraïense grondgebied. De recente kleine overwinningen van Rusland zijn overdreven door Zelensky om de druk op Westerse leiders op te voeren om meer wapens te leveren en worden tenietgedaan door de bijna duizend vierkante kilometer die door Oekraïense troepen is bezet in de regio Koersk in Rusland.

    Door Rusland bezet gebied (van links naar rechts) 1: eind maart 2022. 2: eind 2023. 3: eind oktober 2024.

    Dit bevestigt de inschatting die deze auteur voor het eerst maakte in mei 2022 dat de oorlog “een oorlog van brute uitputting” aan het worden was. Steeds grotere aantallen wapens worden door beide partijen ingezet, met als enige resultaat de dood van tienduizenden soldaten zoals in de ‘vleesmolen’ van Bachmoet en bij de volledige verwoesting van steden. Daarbij boekte geen van beide partijen echte winst.

    Geen van de wapens die door het westen zijn geleverd, waardoor de vuurkracht van het Oekraïense leger telkens is toegenomen, te beginnen met de HIMARS, Abram tanks en vervolgens F16 gevechtsvliegtuigen, zijn “gamechangers” geweest. De meeste defensie-experts zijn het er nu over eens dat, hoewel het gebruik van westerse raketten in Rusland zelf een gevaarlijke reactie van het Kremlin riskeert, ze waarschijnlijk geen groot effect zullen hebben. Deze oorlog wordt gedomineerd door het gebruik van drones, waarvan het merendeel aan Oekraïense zijde in eigen land is geproduceerd.

    Is dit een keerpunt in de oorlog?

    Christopher Lockwood, Europees redacteur van The Economist schreef onlangs dat de oorlog in 2025 zou kunnen eindigen, omdat beide partijen bijna uitgeput zijn en de geldschieters van beide partijen het liefst zouden zien dat de gevechten stoppen. Is dit realistisch?

    Nu de oorlog zich in een patstelling bevindt, waarbij geen van beide partijen noemenswaardige winst boekt ondanks de enorme menselijke en economische kosten, is het vrijwel uitgesloten dat een van beide partijen een regelrechte overwinning behaalt. Het gevaar van escalatie in een open oorlog tussen Rusland en de NAVO die het vooruitzicht van een nucleair conflict met zich meebrengt, kan niet volledig worden uitgesloten, maar dit zou vrijwel zeker leiden tot massale oppositie wereldwijd en tot verdeeldheid binnen het Russische regime, terwijl de eenheid in het Westen wordt ondermijnd door de verkiezingsoverwinning van NAVO-sceptische en rechts-populistische krachten in verschillende landen.

    Of de oorlog zich voortsleept, mogelijk in een lagere intensiteit naarmate de partijen hun reserves uitputten, of dat er wordt onderhandeld over een regeling om de oorlog te “bevriezen” zodat de partijen hun krachten kunnen heropbouwen om in de toekomst opnieuw de oorlog op te drijven, hangt af van de balans van de sociale krachten, inclusief de klassenkrachten, aan alle kanten van het conflict.

    In de commentaren over de mogelijkheid van onderhandelingen is de retoriek opgeschoven van “niet mogelijk” naar “wat als” en nu steeds meer “wanneer worden die opgestart?”.

    Rusland botst op zijn grenzen

    Een nuchtere beoordeling van de werkelijke situatie is noodzakelijk. Sommigen ter linkerzijde beweren dat de oorlogseconomie van Rusland, zijn bevolking die drie keer zo groot is als die van Oekraïne, en zijn schijnbare recente vooruitgang aan het front het mogelijk maken dat het nieuwe kapitalistische, imperialistische Rusland het opneemt tegen de gecombineerde macht van het Westerse imperialisme. Dit ontkent niet alleen het zelfbeschikkingsrecht van Oekraïne, maar het is ook wishful thinking.

    De inzet door het Kremlin van troepen uit Noord-Korea en strijders uit Nepal, India, Sri Lanka en Jemen is een teken van wanhoop. De Russische verliezen aan het front zijn erg hoog en vorige week werd de generaal die de leiding had over de “zuidelijke groep” in de regio Donetsk uit zijn functie ontheven omdat hij de overwinningen rond Chasiv Yar had overdreven. Militaire bloggers zeggen dat de namen van dorpen die hij beweerde te hebben ingenomen simpelweg “synoniemen voor leugens en ongerechtvaardigde verliezen” waren.

    Opnieuw verschijnen er berichten over troepen die bevelen weigeren of deserteren – in één geval werd eerder een heel regiment van 1000 soldaten, inclusief hoge officieren, als vermist opgegeven. Pogingen om nieuwe soldaten te werven concurreren met een ernstig tekort aan arbeidskrachten, ook voor de productie van wapens. Het Kremlin vreest nieuwe protesten en ernstige problemen als het een verdere verplichte mobilisatie doorvoert. Tijdens de aankondiging van president Poetin dat hij een ballistische raket zou gebruiken om Oekraïne aan te vallen, vertienvoudigde de prijs van vliegtickets vanuit het land, wat de potentiële problemen illustreert!

    Internationale sancties hebben niet gewerkt. De poging om de olie- en gasinkomsten van Rusland te beperken heeft het tegenovergestelde effect gehad. De inkomsten liggen op koers om in 2024 28% hoger te zijn dan in 2023, en 25% hoger dan in 2021. Ze zouden dit jaar 128 miljard dollar bereiken. De steun van het Westerse imperialisme aan Israël heeft hier een grote rol in gespeeld. Saoedi-Arabië wil de olieprijs verlagen om zijn marktaandeel te vergroten (aangezien Iran en Rusland hogere productiekosten hebben), maar de instabiliteit in het Midden-Oosten heeft zijn succes beperkt. Elke aanval op de Iraanse olievelden zou de prijs drastisch doen stijgen, waardoor de inkomsten van Rusland zouden toenemen. Tegelijkertijd importeert Rusland de hightech chips die het nodig heeft van Amerikaanse fabrikanten via derden.

    Ruslands stagnerende economie

    Rusland is nu een oorlogseconomie, maar geen sterke economie. Volgend jaar zal het defensiebudget met 25% stijgen tot 142 miljard dollar. Veiligheidsgerelateerde uitgaven zullen meer dan 40% van de federale begroting opslokken. Er zijn enorme bedragen nodig om de troepen in Oekraïne zelf te financieren en regionale regeringen moeten enorme bonussen betalen om nieuwe rekruten te vinden. Moskovieten die zich aanmelden wordt gedurende het eerste jaar een inkomen van 5,2 miljoen roebel (52.000 dollar) beloofd.

    Maar de echte aderlating is het ondersteunen en verhogen van de wapenproductie. De vervanging van minister van Defensie Sergej Sjoigu in mei, samen met de arrestatie van minstens twaalf generaals door de econoom Andrej Belousov, was een poging om de corruptie terug te dringen en de defensiesector efficiënter te maken.

    Nu spreken economen echter van een vertraging van de Russische economie. Er zijn enorme tekorten, niet in de laatste plaats een tekort aan arbeiders als gevolg van de rekrutering en mobilisatie van het leger, de vlucht van tegenstanders van de oorlog naar het buitenland en de verminderde migratie uit Centraal-Azië. Het tekort aan arbeidskrachten ligt ergens tussen de 2 en 5 miljoen, naast ernstige tekorten aan productieapparatuur, onderdelen en grondstoffen. Door geld in de defensie-industrie te pompen, wakkert de regering de inflatie aan zonder dat daar een productiestijging tegenover staat.

    Na een daling van het BBP in 2022 herstelde Rusland zich in 2023 met een groei van 3,6%. Dit jaar vertraagt de groei echter en het IMF voorspelt dat de groei in 2025 1,3% zal zijn. Volgens de Russische centrale bank kan de groei volgend jaar zelfs dalen tot 0,25%. De geldhoeveelheid (M2) is sinds 2022 met 66% gestegen, wat de inflatie heeft aangewakkerd. De Centrale Bank erkent dat de inflatie inmiddels 10% op jaarbasis bedraagt, veel hoger dan haar doelstelling van 4%. In oktober verhoogde ze haar belangrijkste rentetarief tot 21%.

    Dit heeft geleid tot een nieuwe golf van ontevredenheid binnen de elite. Het Kremlin gebruikte moord en gevangenisstraf om af te rekenen met de hardliners na de Wagner-revolte. Ontslagen en strafrechtelijke aanklachten werden ingezet tegen de militaire hiërarchie. Nu wordt het geconfronteerd met openlijk verzet van belangrijke oligarchen, zelfs van Sergej Tsjmezov, het machtige hoofd van het staatsbedrijf voor wapens en technologie “Rostec”. In een kritiek op de Centrale Bank waarschuwde hij dat “de nieuwe renteverhoging het faillissement van de meeste bedrijven zal veroorzaken.” Zelfs het oliepijpleidingenmonopolie “Transneft”, dat in handen is van de staat, heeft gezegd dat het grote investeringsprojecten zal stopzetten nadat de vennootschapsbelasting verdubbeld is tot 40%.

    Nu betalen sommige bedrijven hun lonen niet op tijd – alleen al in de afgelopen week hebben arbeiders in de woningbouw in Brjansk, mijnwerkers in Koezbas, arbeiders in een handelsbedrijf in Rostov, bouwvakkers in Oeljanovsk en zelfs voetballers in Moskou gerechtelijke stappen ondernomen wegens het niet-betalen van hun loon. Uit officiële statistieken blijkt dat het aantal arbeidsconflicten in de eerste negen maanden van dit jaar met 44% is toegenomen. Ontevredenheid komt ook tot uiting in aanhoudende protesten van familieleden van gemobiliseerden, bewoners die hun huis in Koersk zijn kwijtgeraakt en anderen in het verre oosten die klagen over nieuwe aanvallen op democratische rechten. Deze protesten zijn nog op een zeer laag niveau, maar ze wijzen op een nieuwe dynamiek die zich kan ontwikkelen naarmate de economie stagneert.

    Omslag in stemming in Oekraïne

    De toon van de verklaringen van de Oekraïense leiding is duidelijk veranderd, vooral na de overwinning van Trump. In 2022 ondertekende Zelensky een decreet dat het voeren van onderhandelingen met Rusland verbood zolang Poetin president was. Op 16 november van dit jaar zei hij tegen de Oekraïense publieke omroep ‘Suspilne’: “We moeten er alles aan doen om deze oorlog volgend jaar langs diplomatieke weg te beëindigen”. Hoewel hij gelooft dat Poetin zelf geen vrede wil, moet hij uit zijn internationale isolement geraken. Serieuze onderhandelingen, zei hij, vereisen de deelname van de Amerikaanse president, waarmee hij Donald Trump bedoelde.

    Dit weerspiegelt de veranderingen die plaatsvinden in Oekraïne zelf, evenals de erkenning van een verandering in de positie van de VS na de verkiezing van Trump.

    De Russische invasie heeft in 2022 vreselijke schade toegebracht aan de Oekraïense economie – het BBP daalde met 29%, maar kent nu een bescheiden groei die gebaseerd is op de wederopbouw van de verwoesting die werd veroorzaakt door het onophoudelijke spervuur van Russische raketten, op transport en natuurlijk op wapenproductie.

    Zelensky heeft het over de eenheid van de hele natie. De realiteit is dat de rode loper is uitgerold voor het bedrijfsleven, voornamelijk uit het Westen, om de wederopbouw van Oekraïne te gebruiken als een gouden kans om winst te maken. Hij wordt daarin gesteund door westerse ‘donoren’ die deregulering, privatisering en stijgende energietarieven eisen, terwijl de regering doorgaat met het ondermijnen van vakbondsrechten. Het is de arbeidersklasse die lijdt onder de lonen die worden opgevreten door de inflatie.

    Aan de staalfabriek van ArcelorMittal in Kryvyi Rih hangt een groot spandoek met de tekst “samen naar de overwinning”. Dat is een typisch voorbeeld van de hypocrisie van het grootkapitaal. Veel van de arbeiders zijn gedood en degenen die nog werken hebben al twee jaar geen loonsverhoging gehad terwijl de inflatie 35% bedraagt. Andere delen van het Mittal-imperium kochten ondertussen Russische kolen en olie, waarmee ze miljarden bijdroegen aan de oorlogsinspanningen van Rusland.

    De aanvankelijke feestvreugde na de Oekraïense inval in de Russische Koersk-regio is snel weggeëbd omdat de gevechten moeizaam verlopen zijn en veel mensenlevens hebben gekost. De stemming en het moreel van de Oekraïners is nog steeds erg tegenstrijdig. Voor het eerst sinds 2022 geven peilingen aan dat het aantal mensen dat bereid is om de oorlog te tolereren zolang dat nodig is, is gedaald tot 38%. Het leger heeft ook steeds meer moeite om troepen te mobiliseren. Tegelijkertijd is het aantal mensen dat vindt dat “Oekraïne zo snel mogelijk moet proberen te onderhandelen over een beëindiging van de oorlog” gegroeid en vormt nu een meerderheid.

    Deze statistieken onderschatten de woede die naar boven komt wanneer de oorlog op de meest brute manier wordt gevoerd. Na een raketaanval op Lviv in september, waarbij een hele familie onder het puin werd achtergelaten, verweten de inwoners Zelensky dat hij meer geïnteresseerd was in het politieke spelletjes dan in het beschermen van de mensen. Familieleden van degenen die vanaf het begin aan het front waren, protesteren nog steeds tegen de omstandigheden.

    De aanval op Lviv viel samen met een grootschalige reorganisatie van de regering door Zelensky. Nadat hij eerder in het jaar de relatief populaire Valerii Zaluzhnyi als opperbevelhebber had ontslagen, ontsloeg Zelensky begin september nog eens zeven ministers, waaronder minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba, die hij ervan beschuldigde niet energiek genoeg wapens te eisen. De veranderingen zorgden enkel voor een stoelendans, waardoor de kring rond Zelensky zelf kleiner werd.

    De steun voor Zelensky is, ondanks de wijdverspreide kritiek, nog steeds relatief hoog, maar is gedaald van meer dan 90% in 2022 naar 59%. Aangezien zowel de parlementsverkiezingen van 2023 als de presidentsverkiezingen van dit jaar zijn uitgesteld, groeit de druk om volgend jaar verkiezingen te houden. Zelensky zou wel eens serieuze concurrentie kunnen ondervinden van kandidaten zoals Valerii Zaluzhnyi, die zich profileert als een sterke militaire leider.

    Westerse steun neemt af

    Wereldwijd blijft de steun voor Oekraïne groot, zij het tegenstrijdig. Volgens een peiling van The Economist en Globespan in 29 landen wilde 54% een Oekraïense overwinning tegenover 20% die Rusland steunde. Velen geloven echter dat Oekraïne niet kan winnen en dat het tijd is om te gaan onderhandelen. Ongetwijfeld heeft de steun van het Amerikaanse imperialisme aan Netanyahu en de gelijktijdige steun aan Oekraïne de verwarring vergroot en veel mensen gedwongen om de dominante verhalen in twijfel te trekken en kritischer te onderzoeken welke krachten en agenda er achter de ‘Oekraïense kant’ schuilgaan.

    Waar in 2022 solidariteit met de Oekraïners nog gezien werd als een prioriteit, hebben andere kwesties nu voorrang. In het ene land na het andere winnen rechtspopulisten en NAVO-sceptici verkiezingen en andere regeringen verminderen hun steun. Het meest recente voorbeeld is Roemenië – dat een 613 kilometer lange grens met Oekraïne deelt – waar de Russisch-gezinde nationalistische partijen een aanzienlijke vooruitgang kenden in de parlementsverkiezingen en de anti-NAVO extreemrechtse populist Călin Georgescu als winnaar uit de bus kwam in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. In tegenstelling tot wat sommige commentatoren suggereren, heeft dit fenomeen meer te maken met de economische realiteit van de oorlog die thuis aankomt, en met de ontevredenheid over het establishment, dan met de groei van ‘pro-Russische sentimenten’ in Europa.

    De VS hebben 108 miljard euro toegezegd aan Oekraïne in 2022, niets in 2023 en 57 miljard in 2024, waarvan slechts 30 miljard, inclusief een schuldafschrijving van 5 miljard, daadwerkelijk naar Oekraïne gaat. De steun aan Oekraïne is in toenemende mate bedoeld om de begrotingsuitgaven te ondersteunen. Nu Duitsland zijn budget voor militaire hulp voor volgend jaar met de helft vermindert en er moeilijke verkiezingen aankomen waarin de extreemrechtse AfD (Alternative für Deutschland) het goed kan doen, heeft het Kiel Institute for the World Economy waarschijnlijk gelijk als het zegt dat “de hulp vanaf 2025 aanzienlijk zou kunnen dalen”.

    Deze combinatie van een patstelling aan het front, afnemende middelen aan beide kanten en oorlogsmoeheid betekent dat onderhandelingen over een of andere vorm van vredesakkoord, hoe moeilijk ook, het meest waarschijnlijke vooruitzicht is in de komende maanden.

    Het is veelzeggend dat voor het eerst de meerderheid van zowel de Oekraïners (52%) als de Russen (79%) voorstander is van onderhandelingen om tot een vredesakkoord te komen.

    Zijn onderhandelingen mogelijk?

    De verkeerd genaamde Carnegie Endowment for International Peace stelt: “Ondanks verheven steunbetuigingen zijn de belangrijkste geldschieters van Oekraïne steeds meer gericht op het leggen van de basis voor onderhandelingen tussen Kiev en Moskou.” Tony Brenton, voormalig Brits ambassadeur in Moskou, zei onlangs dat functionarissen in het Kremlin wisten dat ze in Oekraïne in de knoei zaten en dat ze graag een proces van gesprekken wilden aanmoedigen.

    De komende weken en misschien wel maanden zullen waarschijnlijk erg moeilijk worden, omdat beide partijen de gevechten zullen opvoeren om hun positie te versterken voor die mogelijke onderhandelingen worden opgestart. Er zijn wel 25 verschillende vredesplannen voorgesteld.

    Waaruit het plan van Trump precies zal bestaan is nog steeds niet duidelijk, behalve dat hij denkt dat hij Rusland met geweld kan bedreigen en zijn steun aan Oekraïne kan intrekken totdat ze onderhandelen. Het platform ‘vrienden van de vrede’ van China en Brazilië, gesteund door verschillende landen uit het ‘globale zuiden’, roept op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, de-escalatie en onderhandelingen.

    In het openbaar verwijst Zelensky naar het ‘Tienpuntenplan’ van Oekraïne, dat is gebaseerd op de volledige terugtrekking van alle Russische troepen uit alle gebieden, inclusief de Krim, en een Veiligheidsverdrag. In de afgelopen week heeft hij echter op de Oekraïense radio gezegd: “Van onze kant moeten we er alles aan doen om ervoor te zorgen dat deze oorlog volgend jaar eindigt. We moeten er langs diplomatieke weg een einde aan maken…We moeten begrijpen wat de Russen willen.” Hij ging verder in een interview met Sky News toen hij zei: “Als we de warme fase van de oorlog willen stoppen, moeten we het grondgebied van Oekraïne dat we onder onze controle hebben, onder de paraplu van de NAVO brengen.” Hij heeft verder gezegd dat Oekraïne niet de kracht heeft om de bezette gebieden met geweld terug te nemen, ze zouden moeten worden teruggegeven “door middel van diplomatie”.

    In het openbaar blijft Rusland aandringen op erkenning van alle vier de regio’s die het gedeeltelijk heeft bezet en dat Oekraïne nooit lid mag worden van de NAVO. Privé zeggen insiders echter dat Rusland kan onderhandelen over regionale grenzen en dat het een of andere veiligheidsregeling voor Oekraïne zou accepteren zolang het neutraal blijft. Nu meldt de Russische pers dat de PR-goeroes van het Kremlin het verhaal voorbereiden dat het een overwinning heeft behaald.

    De overeenkomst tussen het Kremlin en Noord-Korea heeft een deuk geslagen in de relatie tussen Rusland en China, hoewel deze relatie strategisch erg belangrijk blijft voor beide partijen. Maar het feit dat het Chinese regime publiekelijk heeft gezwegen over de nieuwe alliantie van Noord-Korea met Rusland en zijn militaire betrokkenheid in Oekraïne, duidt op onrust in Peking. China probeert nu grenzen te stellen aan zijn “no limits agreement” nu het steeds wantrouwiger wordt over de betrouwbaarheid van Rusland als sterke militaire partner.

    Terwijl in verschillende landen nieuwe NAVO-sceptische krachten steun verwerven, verliest Rusland zelf bondgenoten in zijn “invloedssfeer”. Afgezien van de grote klap voor de Russische belangen in Syrië, heeft het steun verloren in Armenië na de oorlog met Azerbeidzjan en wordt het geconfronteerd met ernstige anti-Russische protesten in Georgië. In de pro-Russische enclave Abchazië in Georgië heeft een massaprotest het aftreden van de regering afgedwongen als gevolg van haar promotie van het Russische bedrijfsleven. De Wit-Russische president Loekasjenko ging deze maand zo ver om te zeggen dat er oorlog zou uitbreken als Rusland probeert Wit-Rusland te annexeren.

    In Kazachstan, waar het regime slechts een maand voor de Russische invasie in Oekraïne een beroep deed op Russische troepen om een massale opstand neer te slaan, snauwde president Tokajev Poetin af door Kazachs te spreken op een officiële receptie voor laatstgenoemde. Rusland heeft het Saoedische regime voor het hoofd gestoten door Houthi-soldaten uit Jemen te rekruteren. Als Saoedi-Arabië de olieproductie verhoogt, zoals het vorig jaar dreigde, zou dat rampzalig zijn voor de Russische economie.

    Waar zouden onderhandelingen toe leiden?

    De VS zeggen niet langer dat er geen overeenkomst kan zijn zonder Oekraïne. De druk zal de komende maanden aanhouden om onderhandelingen af te dwingen. Het meest waarschijnlijke resultaat zal het bevriezen van het conflict langs de huidige frontlinies zijn, een overeenkomst dat Oekraïne in ieder geval voor vele jaren geen lid wordt van de NAVO, een veiligheidspact tussen Oekraïne en een groep bondgenoten, en mogelijk een gedemilitariseerde zone langs het huidige front.

    Het voorstel van Trump om de gepensioneerde generaal Keith Kellogg te benoemen tot speciale gezant voor Oekraïne en Rusland maakt deze aanpak waarschijnlijker. Hij heeft betoogd dat Oekraïne aan de onderhandelingstafel kan worden gedwongen door te dreigen alle wapenleveranties stop te zetten, en dat Rusland kan worden aangemoedigd door de sancties te verminderen.

    In Oekraïne zal er natuurlijk woede heersen over het gevoel in de steek gelaten te zijn, over het feit dat Rusland delen van het land blijft bezetten, en degenen die nog steeds in de bezette gebieden wonen, zullen onder autoritair militair bewind moeten leven. Tegelijkertijd zullen velen opgelucht zijn dat er na drie jaar brute oorlog een soort vrede komt, met de hoop dat de wederopbouw kan plaatsvinden.

    Maar we moeten ons geen illusies maken. Net zoals het Minsk-akkoord en het overleg van de ‘Normandië-groep’ na 2014 alleen maar een veel intensiever gewapend conflict naar de toekomst verschoven, zal elk akkoord op dit moment de oorlog slechts tijdelijk bevriezen. Hierna staat het klaar om weer uit te barsten, misschien op een nog brutalere manier naarmate de conflicten tussen de imperialistische machten van de wereld zich de komende jaren verdiepen. Tegelijkertijd zullen westerse organisaties die bereid waren om Oekraïne te “steunen” om het Russische imperialisme te weerstaan, niet zo happig zijn om te helpen met de wederopbouw van Oekraïne, tenzij het gaat om het maken van enorme winsten.

    Een periode zonder direct militair conflict geeft de werkende klasse de kans om lessen te trekken en een alternatief op te bouwen. Een alternatief voor de werkende klasse dat begrijpt dat noch de nationale elite, noch de imperialistische machten in staat zijn om het recht op zelfbeschikking te verdedigen.

    Tegelijkertijd wordt ook van de Russische werkende klasse verwacht dat ze opdraait voor de gevolgen van de oorlog. Er zijn al aanwijzingen voor een scherpe omslag in de stemming. Terwijl een Levada-enquête in februari nog aangaf dat een meerderheid de oorlog steunde, gaf een andere enquête in september aan dat 49% van de Russen de onmiddellijke terugtrekking van troepen en onderhandelingen steunt. In de nasleep van de oorlog, wanneer de soldaten terugkeren en merken dat hun job weg is, de inflatie hoogtij viert en de regering worstelt om de crises te boven te komen die veroorzaakt zijn door de oorlogseconomie, zal er vraag zijn naar antwoorden. Dit zal een gelegenheid zijn om een echt verzet van de werkende klasse op te bouwen en om samen met de werkenden in Oekraïne en internationaal een sterke kracht op te bouwen die in staat is om het recht op zelfbeschikking te verdedigen en zich te verzetten tegen het kapitalisme en imperialisme, de krachten die de wereld in een oorlog blijven meesleuren.

    https://nl.socialisme.be/98385/longread-twee-jaar-moordend-imperialistische-strijd-over-oekraine
    https://nl.socialisme.be/96495/is-er-een-uitweg-uit-de-oorlog-tussen-rusland-en-oekraine
    https://nl.socialisme.be/90517/oorlog-in-oekraine-een-nieuwe-uitputtingsfase
  • Komt er met Trump een fascist aan de macht?

    Donald Trump wint de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Is dit het Weimar-moment van de Verenigde Staten? Komt er met Trump als 47e president een fascist aan de macht?  

    door Stef (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist

    https://nl.socialisme.be/100255/lesser-evilism-crasht-in-de-vs-trump-president-van-een-rot-systeem

    Fasco-bingo

    Ogenschijnlijk kunnen Trump, zijn MAGA-‘beweging’ en ‘Project 2025’ heel wat van de vakjes aanvinken. Ze hebben een dedain voor alles wat progressief is, ze zijn ultranationalistisch, ze staan voor aanvallen op vrouwen, migranten en de rechten van LGBTQ+ personen, prediken wraak tegen hun politieke tegenstanders en schuwen het complotdenken niet. Trump geniet de steun van een breed segment van de Amerikaanse kapitalistische klasse. Trumps vorige administratie deed zijn best om opkomende vakbonden te fnuiken. Tegelijk beweren ze dat ze de gloriedagen, de jobs en de welvaart zullen terugbrengen.

    Extreemrechts bejubelt Trump en haalt zelfvertrouwen uit zijn overwinning. Maar zijn alle aanhangers van de vastgoedmagnaat gewonnen voor een vierde rijk in Amerika? Het zou weinig behulpzaam zijn om dat te denken of te concluderen dat Trump deze verkiezingen won dankzij zijn opportunistische conservatieve standpunten. Dat is koren op de molen van de rechtse Democraten die hun verlies aan ‘woke’ willen wijten. De Amerikaanse kiezer wilde een alternatief voor de afbrokkelende levensstandaard. In heel wat staten waar Trump het haalde, werd overigens ook voor het recht op abortus en een hoger minimumloon gestemd bij referenda.

    Racistische deportatieplannen 

    In de afgelopen jaren schakelden Trump en de zijnen nog een paar versnellingen hoger in hun racisme. Alle “illegalen” moeten het land worden uitgezet. ‘Amerika’ moet wit ‘blijven’. Naar schatting zijn er 11 miljoen mensen zonder geldige verblijfspapieren in de VS, waarvan er zo’n 7 miljoen werken. Uitzonderingen voor minderjarigen wil Trump intrekken. Er wordt gedacht aan ‘denaturalisatie’, waarbij staatsburgers hun nationaliteit zouden verliezen. Een ban op migratie uit moslimlanden komt terug.

    Plannen om miljoenen mensen te deporteren, gaan onvermijdelijk gepaard met het (opnieuw) scheiden van kinderen van hun ouders, het vernielen van gemeenschappen en een gigantische klap voor verschillende sectoren van de economie. De enige manier om zo’n deportatie te organiseren is de facto met concentratiekampen. Maar is de schaal of de methode bepalend om het fascistisch te noemen? In de EU worden elk kwartaal zo’n 100.000 asielzoekers uitgewezen en ook hier zijn er gesloten centra en grenzen met prikkeldraad… Racisme zit ingebakken in het kapitalisme. 

    Autoritair maar geen straatvechter

    Trump is een rechts-populistische autoritaire figuur. De rechterzijde houdt zich onder zijn leiding bezig met het verbannen van boeken, sanctioneren van leerkrachten, inperken van vrouwenrechten, verbieden van gender-affirming care en het onderdrukken van vakbonden. Aanvallen op de media en politieke tegenstanders zijn legio, al blijven ze veelal bij retoriek. 

    Toch distantieert Trump zich enigszins van de gortigste manifestaties van extreemrechts. Hij laat ze hun beloop, maar hij omringt zich niet met privémilities en zet deze niet actief in als zijn stoottroepen. De enige uitzondering daarop was de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Hoewel Trump zonder twijfel verantwoordelijkheid draagt voor die aanval, was dat allesbehalve een goed gecoördineerde poging tot staatgreep. 

    Bovenaan de agenda van de tweede termijn van Trump staat een hertekening van de staatsbureaucratie. Ambtenaren wil hij vervangen met loyalisten. In zijn vorige ambtstermijn vaardigde hij al een decreet uit om 50.000 ambtenaren te ontslaan. Ook in het Pentagon is Trump vrij om topmilitairen te vervangen met generaals die hem naar de mond praten. De conservatieve ‘revolutie’ van Trump gebeurt overwegend via de kantoren van de staatsinstellingen. 

    Een regering van de rijken

    Het klassieke fascisme mobiliseerde brede lagen van de bevolking met een antikapitalistische retoriek om vervolgens een ijzeren dictatuur in het belang van de kapitalisten te vestigen. Als beweging van vooral de gegoede middenklasse werd het fascisme van Mussolini en Hitler gezien als de perfecte redder van het kapitalisme. Ze beschermden het systeem met harde hand door de organisaties van de werkende klasse volledig te breken en elke vorm van verzet hardhandig de kop in te drukken. Ook in de VS waren delen van het grootkapitaal voorstander van een fascistische machtsovername om de uitrol van de New Deal te stoppen. Na de ervaringen met het fascisme in de jaren 1930 en 1940 zullen de kapitalisten wel twee keer nadenken vooraleer ze die weg opnieuw opgaan.

    Van verdoken steun voor het kapitaal is er bij Trump geen sprake. De beurzen juichen om Trumps overwinning. De Republikeinen zijn openlijk neoliberaal. Trump en MAGA lopen in de pas van de partij wanneer ze de Affordable Care Act proberen terug te draaien of wanneer ze in de staten de verhoging van het minimumloon blokkeren. Trump wil nieuwe belastingverlagingen voor de rijken. Hij wil kleptocraat Elon Musk 500 miljard laten besparen op overheidsdiensten en subsidies. De Amerikaanse kapitalisten hebben de touwtjes duidelijk goed in handen. Ook aanvallen op transpersonen zijn slechts nieuw in de zin dat gender twintig jaar geleden niet op de radar van de Republikeinen stond. Op staatsniveau zijn ze zelfs nog tegen het homohuwelijk. Een cultureel en institutioneel machtig MAGA maakt het wel onvermijdelijk dat de aanvallen intenser worden. Dat zagen we al in verschillende staten en met het terugdraaien van Roe v. Wade. 

    Er zijn fascistoïde elementen in de plannen van Trump en MAGA. Maar die plannen passen op veel vlakken perfect in de Amerikaanse status quo. Waar Trump breekt met de tradities van zijn partij is dat vooral in hoe de VS haar imperialistische politiek voert. Expansiedrift was steeds inherent aan de traditionele Amerikaanse buitenlandse politiek. Trump predikt daarentegen vooral economische overmacht. Wanneer hij gevraagd wordt of hij Taiwan zou verdedigen tegen China is hij bijvoorbeeld veel minder duidelijk in zijn antwoord dan zijn voorganger. 

    Trump: ‘as American as apple pie’, net zoals verzet dat is

    Trump als fascist voorstellen en pakweg Andrew Jackson of George Bush niet, komt in feite neer op het witwassen van de Amerikaanse politieke geschiedenis. Alsof het Amerikaanse kapitalisme niet steevast beroep deed op extreemrechtse regimes en de eigen bevolking segregatie oplegde. Dit neemt niet weg dat een tweede termijn van Trump een reële bedreiging is voor de democratische rechten van de werkende klasse. De aanvallen op de ambtenarij en het kritisch middenveld en bewegingen van onderuit monddood maken, zijn verregaand. 

    Het organiseren van de achterban om die op straat in te zetten om bijvoorbeeld de deportatieplannen te realiseren, zou in dit stadium ongetwijfeld een grote tegenreactie opwekken. Laat staan indien dit soort privémilities zou ingezet worden tegen betogers, vakbondsmensen, Pride manifestaties … Van gevestigde Democraten moet Trump niet bang zijn, voor massale uitbarstingen van woede en bewegingen van onderuit wel. Black Lives Matter kende een hoogtepunt op een ogenblik dat Trump president was.

    Trump en zijn aanvallen stoppen, is mogelijk indien de werkende klasse zich organiseert in vakbonden en actiecomités. De werkende klasse in de VS heeft een rijke geschiedenis van verzet en protest. Daaruit moet echter ook politieke oppositie groeien. Trump won de verkiezingen door de enorme economische onzekerheid en woede bij brede lagen van de bevolking. Hij heeft daar geen antwoorden op. Het Trumpisme echt stoppen, gebeurt niet met een stem voor een ‘lesser evil’ over vier jaar. Het zal moeten gebeuren door te bouwen aan een socialistisch alternatief.

  • Zuid-Korea: noodtoestand brokkelt binnen enkele uren af onder dreiging van algemene staking

    Artikel door Serge Jordan (geschreven op 4 december)

    De afgelopen uren waren er dramatische gebeurtenissen in Zuid-Korea. Het land is in een grote politieke crisis gestort. De rechtse president Yoon Suk Yeol kondigde dinsdag de noodtoestand uit, beschuldigde oppositiepartijen van pro-Noord-Koreaanse sympathieën en beloofde “staatsvijandige elementen” te elimineren. Deze wanhopige autoritaire gok mislukte op spectaculaire wijze, omdat de opkomende oppositie en een oproep tot een algemene staking voor onbepaalde tijd door de grootste vakbond van het land hem dwongen het bevel van de ene op de andere dag in te trekken.

    Yoon, die in 2022 is aangetreden, wordt geconfronteerd met grote obstakels bij het doorvoeren van zijn conservatieve agenda. Het door de oppositie gecontroleerde parlement, in combinatie met groeiende maatschappelijke onvrede, heeft zijn ambities gedwarsboomd. Zijn People Power Party voert een hevige strijd met de liberale oppositiepartij Democratic Party over de begrotingswet voor volgend jaar, terwijl de populariteit van de regerende partij volgens de meest recente Gallup-peiling is gedaald tot amper 19%.

    De publieke ontevredenheid over de haperende economie, stijgende voedselprijzen en aanvallen op democratische rechten neemt toe. Bovendien staken duizenden artsen al maanden tegen de plannen van de regering om meer artsen toe te laten tot de medische faculteit. Ondertussen werd Yoon geconfronteerd met een reeks schandalen en wees hij op arrogante wijze eisen van de hand voor onafhankelijk onderzoek naar beschuldigingen van corruptie waarbij zijn eigen vrouw betrokken was. Dit heeft de golf van publieke verontwaardiging nog aangewakkerd, waardoor eerder dit jaar een petitie voor zijn afzetting zo populair werd dat de website van het parlement waarop de petitie stond tijdelijk crashte.

    In deze context probeerde Yoon de noodtoestand uit te roepen – een regelrechte machtsgreep om dissidenten het zwijgen op te leggen en de oppositie de kop in te drukken. Alle politieke activiteiten werden verboden, protesten verboden en de media aan censuur onderworpen. Krijgswetcommandant Park An-su gaf de volgende verklaring uit:

    “Alle politieke activiteiten zijn verboden in Zuid-Korea na de afkondiging van de noodtoestand op dinsdag en alle media zullen worden onderworpen aan overheidstoezicht. Alle politieke activiteiten, met inbegrip van die van de nationale vergadering, lokale raden, politieke partijen en politieke verenigingen, evenals bijeenkomsten en demonstraties, zijn strikt verboden. Alle media en publicaties worden onderworpen aan de controle van het krijgsrechtcommando.”

    Om het asociale karakter van deze maatregel nog verder bloot te leggen, verordende het leger dat de stakende artsen binnen 48 uur weer aan het werk moesten. In een groteske Orwelliaanse draai rechtvaardigde Yoon deze autoritaire repressie als een maatregel om “de constitutionele democratische orde te beschermen” en “de continuïteit van een liberaal Zuid-Korea te garanderen”. Zijn retoriek onderstreepte alleen maar de schaamteloze hypocrisie van een president die vastbesloten is om de democratische principes die hij beweert hoog te houden, de kop in te drukken.

    Omdat het Witte Huis niet zeker wist in welke richting de wind zou waaien, koos het voor strategische dubbelzinnigheid en verklaarde het alleen dat het de situatie in Zuid-Korea “nauwlettend in de gaten hield”. Als belangrijke bondgenoot van de VS en spil in de strijd tegen de Chinese en Noord-Koreaanse invloed, is de stabiliteit van Zuid-Korea van het grootste belang voor Washington. Meer dan 28.000 Amerikaanse troepen zijn er permanent gestationeerd, wat de strategische waarde van het land benadrukt. Maar de ontwijkende reactie van de Amerikaanse regering op de dictatoriale machtsgreep van Yoon, die komt na een periode van nauwe geopolitieke afstemming met Yoon en van een veronderstelde “gedeelde visie van op waarden gebaseerde diplomatie”, legt eens te meer de holle façade bloot van de pretenties van het Amerikaanse imperialisme om de kant van democratie, mensenrechten en de ‘rechtsstaat’ te vertegenwoordigen in zijn mondiale machtsstrijd tegen China.

    Spectaculaire mislukking van de noodtoestand

    De poging van president Yoon Suk Yeol om de staat van beleg af te kondigen is met een adembenemende snelheid mislukt, waardoor de broosheid van zijn bewind aan het licht is gekomen. Deze zet bleek een catastrofale misrekening, omdat hij steunde op een basis die veel te hol was om stand te houden.

    Dictatoriale acties raken een gevoelige snaar in het collectieve geheugen van Zuid-Korea. Het land ging 18 jaar gebukt onder de militaire dictatuur van Park Chung-hee.

    Na de moord op Park in 1979 kwam er een nieuwe militaire dictatuur onder leiding van Chun Doo-hwan – een man over wie de huidige president Yoon complimenten maakte door drie jaar geleden te beweren dat de generaal “het goed had gedaan in de politiek”, afgezien van zijn staatsgreep en het neerslaan van protesten. De meest beruchte gebeurtenis tijdens het bewind van Chun was de opstand in Gwangju in mei 1980, waarbij militairen pro-democratische protesten brutaal onderdrukten en honderden, zo niet duizenden burgers afslachtten. In 1987 mobiliseerde de Junibeweging voor Democratie miljoenen mensen in het hele land en maakte uiteindelijk een einde aan het militaire bewind. Voor veel Zuid-Koreanen, vooral de oudere generaties, blijven de herinneringen aan het autoritaire bewind en de zwaar bevochten strijd voor democratische rechten levendig. De alomtegenwoordige angst dat autoritaire maatregelen een terugkeer naar die donkere dagen kunnen betekenen, zorgt ervoor dat elke maatregel om de vrijheden in te perken – zoals de staat van beleg van Yoon – de alarmbellen doet rinkelen.

    De reactie was onmiddellijk en overweldigend. Binnen enkele uren na Yoons aankondiging kwamen 190 van de 300 parlementsleden in een spoedzitting bijeen om een motie aan te nemen die de opheffing van de noodtoestand eiste. De stemming was unaniem, zelfs met 18 leden van Yoons eigen People Power Party. Buiten het parlement verzamelden zich duizenden mensen die leuzen scandeerden als “Hef de noodtoestand op, bescherm de democratie” en “Klaag president Yoon aan”, terwijl politie- en legereenheden de ingangen van het gebouw blokkeerden. Han Dong-hoon, de leider van de regeringspartij zelf, zwoer publiekelijk dat hij zich zou verzetten tegen de afkondiging van de noodtoestand en verklaarde dat hij “achter het volk zou staan”.

    Het omslagpunt kwam toen het Koreaanse Verbond van Vakverenigingen (KCTU), dat 1,2 miljoen werkenden vertegenwoordigt, een algemene staking voor onbepaalde tijd aankondigde totdat de noodtoestand werd afgeschaft en het regime van Yoon Suk Yeol zou aftreden. Het schrikbeeld van een verlamde economie, massaprotesten en oppositie binnen zijn eigen partij dwong Yoon tot capitulatie. Woensdagochtend vroeg kondigde hij aan dat de noodtoestand werd opgeheven en gaf hij de troepen die bij de Nationale Assemblee waren gestationeerd het bevel terug te keren naar hun kazernes. De aankondiging werd buiten het parlement met gejuich ontvangen.

    Het bewind van Yoon loopt nu op zijn einde. In een hoofdartikel in de Joongang Ilbo, een conservatieve krant, stond woensdag: “De voorheen ondenkbare discussie over de afzetting van de president is nu onvermijdelijk geworden”. De oppositie heeft de president opgeroepen om op te stappen en aangeklaagd te worden wegens verraad, en heeft afzettingsprocedures in gang gezet voor het geval hij niet vrijwillig aftreedt. Binnen zijn eigen partij zijn de barsten groter geworden; de partijleider heeft zijn excuses aangeboden aan het publiek, opgeroepen om de minister van Defensie te ontslaan en aangedrongen op het aftreden van het hele kabinet. Er zijn berichten opgedoken dat Yoon’s topassistenten – waaronder zijn stafchef en nationale veiligheidsadviseur – massaal hebben aangeboden ontslag te nemen, wat de desintegratie van zijn politieke basis onderstreept.

    Terwijl dit artikel geschreven wordt, is het Zuid-Koreaanse volk in groteren getale de straat opgegaan en weigert te stoppen totdat Yoon Suk Yeol weg is. Volgens de verslaggever van The Guardian in Seoul, “is een versnelde afzetting het ordewoord op de lippen van de mensen”. Ondertussen heeft de KCTU gezworen door te gaan met de algemene staking totdat de president volledig aftreedt. Yoon’s noodlottige afkondiging van de noodtoestand heeft niet alleen het waarschijnlijke einde van zijn presidentschap bespoedigd; het lijkt er ook op dat het de collectieve kracht van de Zuid-Koreaanse arbeidersklasse nieuw leven heeft ingeblazen. Het momentum dat door deze strijd is gegenereerd, biedt een zeldzame kans die moet worden aangegrepen om een bredere massabeweging op te bouwen – niet alleen voor het einde van Yoons bewind, maar om de diepgewortelde grieven en eisen van Zuid-Koreaanse arbeiders en jongeren aan te pakken, waaronder hogere lonen, een ommekeer in het anti-arbeidsbeleid en doortastende actie om de epidemie van discriminatie en geweld op grond van gender aan te pakken die onder Yoons bewind is blijven woekeren.

    Hoewel Yoon’s poging tot hardhandig optreden is verijdeld, dient het als een waarschuwing dat zolang het kapitalisme voortduurt, democratische rechten nooit gegarandeerd zijn – laat staan echte democratie, waar de door de samenleving gecreëerde rijkdom niet langer wordt gemonopoliseerd door de elite van de grote bedrijven en hun systeem wordt beschermd door politieke geldschieters die de staatsmacht in handen hebben.

  • Sri Lanka krijgt een “socialistische” regering

    Artikel door Chandimal Wijerathna (Sri Lanka)

    Op 14 november waren er parlementsverkiezingen in Sri Lanka. De National People’s Power (NPP/JVP), geleid door Anura Kumara Dissanayake, die de presidentsverkiezingen van afgelopen september won met 42,31 procent of 5.634.975 stemmen, won de parlementsverkiezingen zoals voorspeld door verkiezingswaarnemers. De partij behaalde 6.863.186 stemmen of 61,56 procent van de geldige stemmen en won 159 van de 225 zetels in het parlement. Twee factoren droegen bij aan de stijging van de score van de NPP. Een daarvan was dat de National People’s Power erin slaagde om 1.228.211 stemmen meer te krijgen dan bij de presidentsverkiezingen. De andere factor was de daling van de opkomst van 79,46 naar 68,93%.

    Dit waren de meest apathische parlementsverkiezingen ooit in Sri Lanka. Behalve de National People’s Power onder leiding van de president, hield geen enkele andere partij die meedeed aan de verkiezingen open bijeenkomsten. De leider van de belangrijkste oppositiepartij, de Samagi Jana Balawegaya (SJB), woonde nauwelijks bijeenkomsten bij buiten het kiesdistrict waarin hij zelf opkwam. In deze situatie was de NPP niet in een electorale wedstrijd, maar in een niet-wedstrijd verwikkeld.

    Onder het systeem van evenredige vertegenwoordiging dat momenteel van kracht is in Sri Lanka haalde de NPP op deze manier meer dan twee derden van het aantal zetels. Moest er met een stelsel van kiesdistricten zoals in India gewerkt zijn, had de NPP nog steeds 152 van de 160 zetels behaald. Bij de presidentsverkiezingen won de NPP in 15 van de 22 districten. In de parlementsverkiezingen twee maanden later waren dat er al 21 van de 22 districten. Ook in de noordelijke en oostelijke provincies, waar de Tamils en moslims een meerderheid vormen, won de NPP in vier op de vijf districten.

    Deze overwinning was niet de overwinning die de leiders van de Nationale Volksmacht hadden verwacht. Dit wordt bevestigd door de verklaring die president Anura Kumara Dissanayake voor de media aflegde nadat hij zijn stem had uitgebracht. Deze luidt als volgt: “Een sterk parlement is genoeg voor ons. Een meerderheid van twee derden is gevaarlijk, andere politieke bewegingen misbruikten dit om de democratische rechten van het volk te schenden.”

    Nadat de uitslag van de algemene verkiezingen bekend was gemaakt, verklaarde Tilvin Silva, de secretaris-generaal van de Janatha Vimukthi Peramuna (JVP), de belangrijkste partij van de National People’s Power: “Zelfs wij hebben niet om een tweederdemeerderheid gevraagd.”

    De verkiezingsuitslag verbrijzelde de dominantie van alle traditionele burgerlijke partijen in de Singalese en in de Tamil samenleving. Sinds 1948, toen Sri Lanka nominaal onafhankelijk werd, was de politieke dominantie in handen van een paar families. Het volk verwierp dit in deze verkiezingen.

    Een van de factoren die bijdroegen aan de ineenstorting van het vertrouwen van het publiek in de partijen die de politieke macht in handen hadden, was het feit dat deze partijen werden beïnvloed door klasse- en geopolitieke spanningen en de geschillen die daarbinnen ontstonden. Daarnaast kwamen er beschuldigingen van omkoping, corruptie, verspilling en rechtsmisbruik tegen de heersende klasse. Deze ineenstorting was zo ernstig dat ze ook werden verslagen in het kiesdistrict “Centraal Colombo”, dat sinds 1965 het bolwerk was van de familie Premadasa (de familie van oppositieleider Sajith Premadasa).

    Het ineenstorten van het vertrouwen van het publiek in de Tamil nationalistisch-kapitalistische partijen die het noorden en oosten domineerden, kan te wijten zijn aan de elitaire mentaliteit van de parlementsleden die deze partijen vertegenwoordigen, het mislukken van de politieke onderhandelingen met de partijen in het zuiden, de teleurstelling in hen door de verschillende activiteiten van deze leiders en de impact van de machtswisseling in het zuiden tijdens de presidentsverkiezingen. Daarnaast heeft de aankondiging van president Anura Kumara Dissanayake dat hij politieke gevangenen zou vrijlaten, openbare gronden die eigendom waren van het leger zou teruggeven, afgesloten wegen zou heropenen en provincieraden zou reactiveren, misschien de hoop van de bevolking in die gebieden gewekt.

    Deze verkiezingsuitslag bracht voor het eerst de National People’s Power naar voren als een nationaal gebaseerde partij. Sinds het begin van het partijstelsel in Sri Lanka zijn er politieke partijen op etnische of regionale basis. De National People’s Power heeft daar met deze verkiezingen verandering in gebracht. Veel mensen op het eiland vestigen hun hoop op deze overwinning van de Nationale Volksmacht. Dat vooral de Tamils hoopvol zijn, blijkt wel uit de felicitaties van het Canadese Tamil Congres aan de regering. Tegelijkertijd wijzen ze ook op een aantal taken die de regering moet uitvoeren. Namelijk:

    • Maak een einde aan het uitvoerende presidentiële systeem, geef prioriteit aan democratie en formuleer een grondwet die de rechten van iedereen beschermt, ook die van de Tamil-bevolking.
    • Politieke gevangenen vrijlaten
    • De wet ter voorkoming van terrorisme intrekken
    • Land dat door het leger in het noorden en oosten werd gebruikt, teruggeven aan de oorspronkelijke eigenaars
    • Het culturele en religieuze erfgoed van de Tamilbevolking in het noorden beschermen
    • Volledige uitvoering van het 13e amendement op de grondwet en organisatie van verkiezingen voor de provincieraden.
    • De militaire aanwezigheid in het noorden en oosten afstemmen op de rest van het land.

    Als de regering bereid is om aan deze eisen te voldoen, is het mogelijk om te geloven dat het een tijdelijke oplossing zal bieden voor de nationale kwestie in Sri Lanka, zelfs binnen de grenzen van het kapitalistische systeem. Aangezien dit een van de factoren is die bijdraagt aan sociale vooruitgang, zouden alle marxisten de regering daarbij onvoorwaardelijk steunen.

    Ook de mensen in het zuiden zijn hoopvol gestemd. Zo verwachten leerkrachten dat ze hun 27 jaar aanslepende loondiscussie met deze regering kunnen beslechten. Het feit dat Mahinda Jayasinghe, de algemeen secretaris van de Ceylon Teachers’ Services Union, de lerarenvakbond van de Janatha Vimukthi Peramuna (JVP) die tijdens de vorige regeringen de vakbondsstrijd hiervoor leidde en leraren inspireerde om dit te doen, in deze regering de functie van onderminister van Arbeid bekleedt, haar nationale organisator Sundaralingam Pradeep de functie van onderminister van Infrastructuur van Landgoederen bekleedt en een aantal van haar districtsleiders lid zijn van de regeringspartij, heeft die hoop ook doen toenemen. Er wordt ook gehoopt dat de regering iets zal doen aan het terugdringen van de inflatie en de werkloosheid, het uitbreiden van het openbaar onderwijs, het verlagen van de prijzen van elektriciteit, water en gas en van essentiële goederen, het verhogen van de salarissen en het stoppen van corruptie, verspilling en omkoping.

    De mate waarin deze verwachtingen kunnen worden vervuld door de NPP onder leiding van de JVP, die zichzelf voorstelt als een “socialistische” en zelfs een “marxistische” partij, was een vraag die werd opgeworpen in de beleidsverklaring die de president presenteerde tijdens de eerste vergadering van de opening van het parlement. Hij zei daar: “We gaan nergens heen als we de overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds verbreken” – “Het heeft geen zin om te debatteren over de vraag of de voorstellen om de buitenlandse schuld te herstructureren goed of slecht zijn, voor- of nadelen hebben. Dat is de realiteit die voor ons ligt.” Het was duidelijk dat de huidige zogenaamde “socialistische” regering geen alternatief economisch beleid heeft voor dat van de verslagen president Ranil Wickremesinghe.

    Met de verklaring van president Anura Kumara Dissanayake worden marxisten herinnerd aan de uitspraken van V.I. Lenin over het parlementaire systeem toen hij het boek Staat en Revolutie schreef. Enkele daarvan zijn:

    “Een keer in de zoveel jaren beslissen welk lid van de heersende klasse het volk in het parlement onder de duim zal houden en onderdrukken — daarin bestaat het wezen van het burgerlijke parlementarisme, niet alleen in de parlementair-constitutionele monarchieën, maar ook in de meest democratische republieken.”

    “De eigenlijke staatszaken worden achter de coulissen afgedaan door departementen, kanselarijen en staven. In de parlementen wordt slechts gekletst, speciaal met het doel het ‘eenvoudige volk’ te bedriegen.”

  • Vormingsdag in Antwerpen. Marxisme, onderdrukking en strijd

    In de namiddag van zaterdag 14 december organiseren de Actief Linkse Studenten & Campagne Rosa een vormingsdag rond het thema onderdrukking, de strijd ertegen en de marxistische benadering errond. Iedereen is welkom en er is geen voorkennis vereist.

    We verzamelen in buurthuis Cortina, in de Kerkstraat te Antwerpen, om 13u. Er zijn drie sessies met telkens de mogelijkheid voor discussie of vragen. We sluiten de dag af om 18u en wie wil is welkom voor een lekkere (vegetarische) spaghetti achteraf!

    De eerste inleiding gaat over de vraag wat onderdrukking betekent voor marxisten en waar deze vandaan komt. Wat zijn de historische wortels van onderdrukking en hoe manifesteert zich dit doorheen de geschiedenis? Op welke manier is onderdrukking verbonden met de arbeidersbeweging en welke lessen kunnen we daar uit trekken? Tegenstanders beschuldigen marxisten reductionistisch of deterministisch te zijn en op die manier bewegingen die het gevolg zijn van onderdrukking te verzwakken, maar klopt dit wel? Hoe verhouden revolutionair marxisten zich tegen intersectionalisme en identity politics?

    In een tweede luik gaan we dieper in op 14 lezingen die begin de jaren 1920 werden gegeven door Aleksandra Kollontaj op de Sverdlov Universiteit van het prille Sovjet Rusland. De lezingen gaan over de positie van de vrouw in de ontwikkeling van de samenleving. Voor haar lezingen baseert Kollontaj, een pionier in het socialistisch feminisme, zich op het historisch materialisme. Deze methode werd door Marx & Engels ontwikkeld om de geschiedenis te bestuderen. Daarnaast staan we ook even stil bij het politieke beleid op vlak van gendergelijkheid van de Bolsjewieken in de beginjaren en bespreken we de rol van de Zhenothel (vrouwenafdeling van de bolsjewieken).

    Tot slot gaan we in op de strijd tegen onderdrukking vandaag. Binnen het kapitalisme wordt strijd tegen onderdrukking enorm uitgehold en gecommercialiseerd. Het regenboogkapitalisme werpt zich op als een valse vertegenwoordiger van de LGTBQIA+ gemeenschap. Wij kijken naar de wortels van de Pride en kijken hoe we deze strijdbaar en revolutionair kunnen maken. We bekijken ook welk programma marxisten vandaag moeten verdedigen in de strijd tegen de onderdrukking van de queergemeenschap.

    AFSPRAAK 14 december om 13u Buurthuis Cortina Kerkstraat 68, Antwerpen

    Inschrijven via https://forms.gle/ovdtNfBwogBbrSSE8

  • VS. De logica van het “minste kwaad” is gecrasht

    Uit angst voor de overwinning van Donald Trump riepen de Europese groene partijen, waaronder Groen en Ecolo, de radicale activiste Jill Stein op om haar kandidatuur in te trekken en zich achter Kamala Harris te scharen. Het was een uiting van een echte bezorgdheid van miljoenen mensen over de hele wereld voor de autoritaire, racistische en antifeministische agenda van Trump. Maar laten we eerlijk zijn: vertrouwen op de Democraten om het Trumpisme te verslaan, is als het afzagen van de tak waarop je zit. 

    door Nicolas Croes

    Aan deze kant van de Atlantische Oceaan is de situatie regelmatig extreem karikaturaal voorgesteld: een oude racistische witte man tegenover een jongere zwarte vrouw. De framing verklaart niet waarom vrouwen en mensen van kleur samen goed zijn voor 59% van de Trump-kiezers. Het lijkt erg vreemd, maar het electoraat van Trump is vrouwelijker en meer divers geworden.

    https://nl.socialisme.be/100255/lesser-evilism-crasht-in-de-vs-trump-president-van-een-rot-systeem

    Erfenis van vier jaar Democratisch presidentschap

    Daniel Zamora, professor sociologie aan de ULB, wees er de dag na de verkiezingen op dat “meer dan een derde van de kiezers aangaf dat de economie hun grootste prioriteit was, terwijl slechts 11% immigratie aangaf. En van degenen die zich zorgen maken over de toestand van de economie, verkiest 80% Donald Trump boven Kamala Harris. Tot slot denkt slechts 20% van de Amerikanen dat ze beter af zijn dan in 2020.” (1)

    Hij vervolgt: “De focus op het ‘fascistische gevaar’ en een mogelijk ‘einde van de democratie’ (…) heeft ons helaas doen vergeten dat Biden vier jaar geleden won door zijn boodschap op de economie te richten.” Wat bleef er vier jaar later over van de mooie woorden? Joe Biden had gewaarschuwd voor het risico dat 20 miljoen mensen zouden worden uitgesloten van de publieke ziektekostenverzekering in het geval van een overwinning van Trump. Onder Biden waren het er 25 miljoen. Huisuitzettingen hebben nu het niveau van voor de pandemie overtroffen en er waren nog nooit zoveel daklozen. 

    De meeste commentatoren in de gevestigde media in Europa hebben de mond vol van de “goede macro-economische cijfers” van Biden en betreuren het feit dat het “gevoel van de bevolking” anders is. Misschien moeten ze zelf eens een paar nachten op straat slapen vooraleer ze neerbuigend spreken over ‘economische gevoelens’?

    Geen loonsverhoging terwijl miljardairs gepamperd worden

    Het centrale idee van Kamala Harris en de Democraten was om zich te richten op Republikeinse kiezers die niets van Trump moeten weten. De Democratische Partij was nooit een linkse partij, maar dit was de meest rechtse campagne in lange tijd. De oorlogszuchtige opstelling op het buitenlandse toneel ging gepaard met een onthutsende leegte op het sociale front. 

    Kamala Harris verscheen herhaaldelijk aan de zijde van de Republikeinse Liz Cheney. Deze Democratische rekruut ligt aan de basis van de nationalistische groep ‘Keep America Safe’, die zich onder meer richt tegen de advocaten van gedetineerden in het kamp van Guantanamo. Ze was tegen Trump om de politieke erfenis van haar vader te verdedigen. Haar vader is Dick Cheney, CEO van oliemultinational Halliburthon en vicepresident in de regering van George W. Bush toen die Irak binnenviel. De onwrikbare steun van Kamala Harris voor het Israëlische regime leidde uiteraard tot grote woede onder Amerikanen van Arabische afkomst en moslims. 

    Het antwoord van de Democraten op het ‘Elon Musk-effect’ was door op de proppen te komen met een eigen prominente miljardair. Mark Cuban verklaarde: “Ik ben sociaal liberaal, maar fiscaal conservatief (…). En ik denk dat vicepresident Harris perfect past bij onze missie.”

    Het verhogen van het federale minimumloon is al jaren een belangrijk campagnekwestie in de Verenigde Staten. Nu bedraagt dat amper 7,25 dollar per uur. Na een aantal succesvolle lokale campagnes voor hogere minimumlonen beloofde Biden in 2020 om het federale minimum op te trekken tot 15 dollar per uur en om de mogelijkheden van werkenden om zich te organiseren en collectief te onderhandelen te versterken. Daar kwam niets van in huis. Nu bewees Harris pas op het einde van de campagne lippendienst aan dit symbolische bedrag, dat ver achterhaald is door de inflatie. In haar 35 publieke optredens werd een hoger minimumloon slechts twee keer vermeld, telkens zonder precieze indicatie. 

    Trump won met iets minder stemmen dan in 2020. Harris kon echter slechts 68 miljoen kiezers mobiliseren, terwijl Biden er in 2020 nog 81 miljoen had. Deze verkiezingen zijn vooral een historische nederlaag voor de Democraten.

    Streven naar verandering en een wanhoopskreet

    Dit neemt natuurlijk niet weg dat de overwinning van Trump de haat verankert en de vervreemding van grote delen in de samenleving zal versterken. De frustratie neemt toe door het ontbreken van een vooruitzicht op betere leefomstandigheden of collectieve strijd ervoor. Geconfronteerd met een kwellend gevoel van machteloosheid, is het gemakkelijker om naar beneden te schoppen, naar de meer kwetsbaren, dan terug te vechten tegen de wereld van de machtigen. Dit verklaart waarom er zoveel mensen met een migratie-achtergrond alsnog voor Trump stemmen. 

    Het stimuleren van collectieve strijd om overwinningen te behalen, is op dit moment een cruciale kwestie. ‘Don’t mourn, but organise’, zei de revolutionaire vakbondsleider Joe Hill (1879-1915) destijds al. Er is geen andere remedie dan de opbouw van een politiek alternatief dat gebaseerd is op collectieve actie, stevig verankerd in een klassenbenadering en dat alle onderdrukte mensen even fel verdedigt als de Democraten en Republikeinen, elk op hun eigen manier, de heersende kapitalistische klasse verdedigen.

    Zoals Daniel Zamora opmerkt: “Het trumpisme lijkt geen anomalie te zijn, maar het meest zichtbare symptoom van een liberalisme in verval en, in zijn Europese versie, van een linkerzijde die nog steeds niet in staat is om de loop van de geschiedenis om te keren.” Het omkeren van de loop van de geschiedenis is waar links naar moet streven, een revolutionaire verandering van de hele samenleving. Zonder dit zal de toekomst nog ergere dingen in petto hebben dan Trump. Vergeet niet dat we destijds dachten dat het niet erger kon zijn dan Bush…

    1) “La victoire de Trump, par-delà les fantasmes”, Daniel Zamora, revuepolitique.be, gepubliceerd op 7 november 2024.

  • Mentale gezondheid en genocide: Palestijnse patiënten in gevaar

    De solidariteitsactie met het zorgpersoneel in Gaza en Libanon die op 22 november in het Sint-Pietersziekenhuis werd georganiseerd, gaf ons de gelegenheid om Ondine Dellicour te horen, die voor de Brusselse dienst voor geestelijke gezondheidszorg Ulysse werkt. Deze dienst is gespecialiseerd in psychologische steun aan vluchtelingen, vooral aan mensen die in precaire omstandigheden leven en lijden. Hieronder de toespraak van Ondine. 

    https://nl.socialisme.be/100372/brussel-solidariteit-met-zorgpersoneel-in-gaza-en-libanon

    “De meerderheid van onze patiënten is bezig met het aanvragen van internationale bescherming of werd bescherming geweigerd en zit dus ‘zonder papieren’. Onder onze patiënten zijn er altijd al Palestijnen geweest, meestal jonge mannen die op de vlucht zijn voor vervolging zoals gevangenschap, marteling, militaire misdaden, etnische segregatie en systematische economische, sociale en politieke onderdrukking. Dit zijn allemaal vormen van geweld die blijvende gevolgen kunnen hebben, zowel lichamelijk als psychologisch.” 

    “Eind 2023 en begin 2024 steeg het aantal verzoeken om psychologische hulp van mensen van Palestijnse afkomst sterk. Ook zagen we hun gezondheidstoestand dramatisch verslechteren, een situatie die we nog niet eerder hadden meegemaakt en die ons ertoe aanzette om als zorginstelling standpunt te nemen.”

    “Ten eerste publiceerden we in november 2023 een open brief om de autoriteiten te wijzen op onze bezorgdheid over de flagrante verslechtering van de psychologische toestand van Palestijnse patiënten. We zeiden toen dat de angst en wanhoop die de situatie van extreem geweld in Gaza met zich meebracht, in combinatie met het gebrek aan opvang en bescherming in België, ernstige schadelijke gevolgen hadden voor de mentale gezondheid van de betrokken patiënten.” 

    “Op dat moment wezen we er al op dat er dringend oplossingen moesten komen op het vlak van huisvesting, psychosociale begeleiding en verblijfsrecht voor deze mensen, een conditio sine qua non om onze zorgtaken te kunnen uitvoeren.” 

    “Enkele maanden later, toen we geconfronteerd werden met het uitblijven van een reactie van de bevoegde autoriteiten, besloten we een rechtszaak aan te spannen tegen de Belgische overheid wegens de lange duur van de behandeling van aanvragen voor internationale bescherming voor Palestijnse onderdanen. Het juridische argument dat de kern van deze vordering vormde, was dat de noodtoestand een versnelde behandeling van deze aanvragen rechtvaardigde. De situatie in Gaza is bekend in de hele wereld, dus waarom wachten?” 

    “De behoefte aan bescherming is duidelijk! We moeten snel handelen zodat Palestijnen die nog niet erkend zijn als vluchteling geen maanden of zelfs jaren moeten wachten, zoals helaas het geval is voor iedereen die deze bescherming aanvraagt. Samen met de enkele aanvragers hebben we zowel het extreme en wijdverspreide geweld in Gaza aangehaald als de situatie van extreme nood waarin de hier aanwezige Palestijnen zich bevinden, die daar allemaal familie hebben, en die zonder erkenning van hun vluchtelingenstatus nog meer geweld te verduren krijgen. Hoewel de gerechtelijke autoriteiten de urgentie van deze situatie inzien, betekent dit niet dat ze de noodzaak van een versnelde procedure erkennen.” 

    “We waren teleurgesteld, geschokt zelfs, door de uitkomst van deze rechtszaak, maar we zijn overtuigd van het belang van collectieve actie! Ook al hebben we niet gewonnen, deze actie was niet zonder effect. Voor een dienst als de onze heeft het feit dat we konden deelnemen aan dit soort acties ons in staat gesteld om onze verbijstering van ons af te schudden en onze krachten te bundelen met anderen! Het stelde ons ook in staat om druk uit te oefenen op de regering en de relevante autoriteiten en hen eraan te herinneren dat we hier zijn, dat we met velen zijn en dat we niet opgeven! Eindelijk zien we nu na maanden van stilstand in de behandeling van Palestijnse zaken, dat er veel beslissingen zijn om vluchtelingenstatus toe te kennen. Deze collectieve actie kan hierbij een rol hebben gespeeld, als onderdeel van een reeks solidariteitsinitiatieven.” 

    “Solidariteit met het zorgpersoneel in Gaza en Libanon hangt ook af van de kwaliteit van het onthaal en de zorg die we hun landgenoten hier bieden, en van de druk die we samen kunnen uitoefenen op onze overheden om ervoor te zorgen dat we de middelen hebben om dat te doen!”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop