Category: Latijns-Amerika

  • Brazilië: Tussen barbarij en wanhoop, verzoening en coup-dreiging

    Dossier door onze kameraden van het PRMI (Project voor een Revolutionaire Marxistische Internationale) in Brazilië

    2024 was een angstig en ontmoedigend jaar voor linkse en progressieve mensen in Brazilië. Te midden van zoveel crises, zoals de milieucrisis en de dringende behoefte aan sociale verandering, waren de conservatieven en rechts de grote winnaars bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er was ook de verkiezingsoverwinning van Trump in de VS, een waarschuwing voor de terugkeer van extreemrechts – dezelfde strekking die een staatsgreep wil plegen in Brazilië. Ondanks dit alles blijft de hoop op verandering levend en moeten links en de werkende klasse deze gebeurtenissen blijven analyseren, uiteraard met als doel om deze analyse om te zetten in actie om de samenleving radicaal te veranderen.

    De laatste 15 jaar in Brazilië zijn intens geweest, met grote strijd van de arbeidersklasse, veel wendingen, acties en reacties. Na zoveel strijd is het ontmoedigend om de verkiezingsoverwinning van rechts in de gemeenteraden te zien en conservatieve projecten te zien oprukken, zoals privatiseringen, inclusief van scholen, zoals in São Paulo, de “verkrachtingswet” die abortus onder alle omstandigheden verbiedt, fiscale aanpassingen met bezuinigingen op rechten en druk van de grote burgerij daarvoor, naast vele andere. Maar waarom bevinden we ons in deze situatie? Brazilië wordt geregeerd door Lula en toch lijkt er niets te gebeuren. Er is een concrete analyse nodig die een aantal simplistische uitspraken vermijdt die zo vaak worden gedaan, vooral op sociale media – bijvoorbeeld over “arme rechtse mensen”, “ongeschoolde mensen”, “Brazilianen zijn echt conservatief”, “we hebben verloren omdat links te veel geeft om identiteitspolitiek”, enz.

    Lula-regering: “brede alliantie” waarin alleen de machtigen winnen

    Na de nachtmerriejaren van de coupregering van Michel Temer (2016-2019) en de extreemrechtse en genocidale aanvallen van Bolsonaro op werkende mensen, was er hoop dat de terugkeer van Lula een grote verandering zou betekenen, vooral voor de lagen van bevolking die het meest te lijden hadden tijdens die periode. Maar hoewel de nederlaag van extreemrechts bij de verkiezingen veelbetekenend was, maakt Lula de beloften van verbetering van zijn campagne niet waar.

    Het belangrijkste wapenfeit van de regering-Lula, halverwege haar mandaat, is de installatie van het nieuwe fiscale kader, of het nieuwe uitgavenplafond, d.w.z. een hard fiscaal aanpassingsbeleid dat de begrotingsuitgaven voor sociale rechten, zoals onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, huisvesting, enz. drastisch vermindert. Een dergelijke maatregel is historisch bekritiseerd door links en de georganiseerde arbeidersbeweging. Aan de andere kant heeft de hele burgerij, van buitenlandse miljardairs tot de gemiddelde zakenman op het platteland, van de financiële sectoren van de Faria Lima Avenue tot de mainstream media, het geëist als iets wat essentieel is voor de economie. Minister van Financiën Fernando Haddad stelt het trots voor als zijn belangrijkste verwezenlijking.

    Niets onderscheidt de regering van de PT (Arbeiderspartij) in economische termen van andere neoliberale regeringen: het haalt geld weg bij onderwijs en gezondheidszorg, schrapt de huidige minimale investeringseisen, knoeit met de BPC (de schamele hulp voor kwetsbare ouderen) wat betekent dat het minimumloon niet echt zal stijgen, en bespaart op andere sociale uitgaven. Ondanks het wijzigen van het militaire pensioen en het verhogen van de inkomensdrempel voor het betalen van inkomstenbelasting naar 5000 reais, heeft het beleid nog steeds een onmiskenbare essentie: geld weghalen bij openbare diensten en de rechten van de armste bevolking zodat er geld overblijft voor de financiële markt. Toch is “de markt” nog steeds ontevreden en oefent druk uit op de regering om af te zien van bescheiden maatregelen die de bevolking ten goede zouden kunnen komen en om de besparingen verder door te voeren.

    De weinige progressieve projecten en acties van de regering, vooral aan het begin van 2023, worden nu geblokkeerd door het parlement, zoals het belasten van grote vermogens. Ondertussen worden pro-marktconsensus en extreemrechtse projecten in hoog tempo goedgekeurd. Met deze resultaten blijft de vraag: wat is het nut van de vele overeenkomsten en allianties van de PT-regering met traditioneel rechts?

    Het verhaal van de PT wordt in veel media en door veel progressieve stemmen herhaald: we moeten brede allianties sluiten om Bolsonaro te verslaan. Dat leidt tot samenwerking met delen van rechts en zelfs extreemrechts (União Brasil, Republikeinen, PSD, enz.).

    De waarheid is dat deze groepen de afgelopen twee jaar sterker zijn geworden. Alleen al aan parlementaire amendementen werd bijna 63 miljard reais uitgegeven, een regeling waarbij federaal geld wordt doorgesluisd naar leden van het Congres en de Senaat om te worden ‘verdeeld’ in hun kiesdistricten die bol staat van corruptie. Het meeste geld ging naar de afgevaardigden en senatoren van de rechtse partijen die deel uitmaken van de ‘brede alliantie’. Deze amendementen worden door deze parlementariërs naar believen gebruikt om hun lokale kiesdistricten te versterken. In wezen privatiseren ze overheidsbeleid, omdat het geld technisch gezien niet van de overheid komt, maar van individuele politici met ‘goede bedoelingen’. Dit kan variëren van populistische maatregelen zoals het kopen van ambulances voor kleine steden en het aanvullen van budgetten voor openbare diensten, of voor persoonlijke gunsten en in sommige gevallen om milities te versterken en wapens te kopen om inheemse mensen en landarbeiders te executeren.

    Ondanks dit alles heeft de economie goede tekenen laten zien: er is economische groei, rond 4% in 2024, een van de hoogste percentages ter wereld, de inflatie is onder controle (hoewel deze aan het eind van het jaar versnelde en het streefcijfer van 4,7% overschreed) en de werkloosheid is op het laagste niveau in de geschiedenis, 6,1% in het kwartaal tot november.

    De regering vraagt zich af waarom de mensen dit niet zien. Voor de massa’s die dagelijks gebukt gaan onder informeel en slecht betaald werk, duur, overvol en tijdrovend vervoer, een verwoeste geestelijke gezondheid, toenemend sociaal geweld, vooral van de politie, machisme, racisme, homofobie en andere dagelijkse ellende, lijken de mooie cijfers van economische analisten niemand te bewegen. En wat we in feite hebben gezien is dat deze cijfers weinig of geen invloed lijken te hebben op het leven van werkende mensen. Bovendien zullen Lula en Haddad deze groeicijfers niet lang kunnen volhouden met het huidige beleid en de wereldwijde structurele crisis.

    Het strategische plan van de PT

    Het plan van de PT voor Brazilië en de resultaten ervan zijn duidelijk. Het valt niet te ontkennen dat het garanderen van rechten en het creëren van overheidsbeleid juist tijdens deze regeringen eindelijk mogelijk zijn gemaakt: een reële verhoging van het minimumloon, Minha Casa Minha Vida (Mijn Huis, Mijn Leven), Bolsa Família (Kinderbijslag), quota’s voor zwarte en inheemse mensen op universiteiten, implementatie van het Nationale Sociale Bijstandsbeleid, enzovoort, allemaal het resultaat van historische strijd door de arbeidersklasse en sociale bewegingen. De uitvoering van dit beleid ging echter altijd gepaard met voorwaarden, openlijk besproken door de leiders van de PT, van een grote nationale overeenkomst tussen alle klassen en politieke groeperingen – alleen de “rechtse oppositie” en nu het “fascisme” zouden buitengesloten worden.

    Deel van het verhaal van de PT is de ontkenning van tegengestelde klassenbelangen, de klassenstrijd en de omvang van de crisis van het systeem, inclusief de economische crisis. Dit alles ontkennen doet het echter niet verdwijnen. De volksopstanden, de staatsgreep van 2016, de groei van extreemrechts, de groei van onderdrukking en geweld in de hele Braziliaanse samenleving: dit alles is het “normale” van de huidige periode en niet de uitzondering, zoals de PT ons wil doen geloven.

    Wat is de balans van Lula’s eerste termijn, die begon in 2003, tot nu? In het verhaal van Lula is er aanhoudende vooruitgang geboekt, alleen verlamd door de staatsgreep en de regering Bolsonaro. Maar in de afgelopen twintig jaar was de balans van de PT-regeringen met een brede alliantie er een van verdieping van het beleid van fiscale aanpassingen en besparingen op openbare diensten, voortzetting van de privatisering van staatseigendommen, voornamelijk door middel van publiek-private partnerschappen (PPP’s) en het overlaten van openbare diensten aan particulieren of organisaties, verlies van lonen en rechten voor ambtenaren, verdere deregulering van werk, waaronder de openstelling van outsourcing in openbare diensten.

    De regering Dilma zag toe op een sterke terugval in de landbouwhervorming, vooral in de onteigeningen van land, de versterking van de agro-business, grote landgoederen en GGO’s en de financialisering van het platteland, de vernietiging van het Amazonegebied en de Cerrado, met inbegrip van de grote hydro-elektrische dammen, desindustrialisering en de versterking van het belang van landbouwgrondstoffen en mijnbouw.

    Er is een toenemende militarisering, een toename van racistisch geweld, vooral door de politie in de favela’s met maatregelen zoals de antidrugswet die door de PT-regeringen is ingevoerd (de militaire politie van de staat Bahia, die door de PT wordt geregeerd, is de dodelijkste van het land) en op het platteland tegen de inheemse bevolking, enzovoort, enzovoort.

    Met andere woorden, in een poging van de PT om “betrouwbaarder en verantwoordelijker” te lijken voor de burgerij, versterkt ze het systeem van de heersende klasse door neoliberaal beleid te bevorderen. In goede tijden, zoals tijdens de grondstoffenhausse in de jaren 2000, was er ruimte voor een aantal sociale beleidsmaatregelen die de klassenverzoening bevorderden, maar dit veranderde na de economische crises vanaf 2014. Dit maakte de weg vrij voor de staatsgreep van 2016 en voor Temer en vervolgens Bolsonaro om verder te gaan met een veel agressievere en barbaarsere agenda, gericht op het afnemen van de weinige rechten die het volk had gewonnen.

    Maar de grootste factor in het creëren van ruimte voor rechts is de garantie aan de “regeringsaanhangers” onder de burgerij en rechts dat er geen grote mobilisaties van de arbeidersklasse zullen zijn. En als er wel mobilisaties zijn, wordt ervoor gezorgd dat die geen eisen hebben die het verzoeningsplan verstoren.

    De PT en Lula zijn rechtstreeks voortgekomen uit de klassenstrijd, uit de strijd van de werkende klasse, voornamelijk in de jaren ’70 en ’80. Met de succesvolle strijd van de hele werkende klasse tegen de dictatuur werd deze strekking meer dan 40 jaar lang de belangrijkste leider van de klasse. De CUT, die samen met de PT werd opgericht, is nog steeds de belangrijkste federatie die veel vakbonden in Brazilië leidt. Ook de vakbondsfederatie CTB en de UNE (Nationale Studentenvakbond) voor studenten worden voornamelijk geleid door de PT en hun nauwe bondgenoten. Op het platteland weerspiegelt de MST (Landloze Arbeiders Beweging), hoewel niet organisch verbonden met de PT, ook hetzelfde verzoeningsbeleid.

    Het Lula-isme schildert de massaprotesten van 2013/2014 af als een rechts complot. Het doel daarvan is om onafhankelijke mobilisatie van onderuit te ontmoedigen. Toen de massa’s in 2017 begonnen deel te nemen aan een beslissende strijd om Temer omver te werpen, boycotte de CUT opzettelijk de tweede algemene staking (na de succesvolle algemene staking in april en Occupy Brasilia in mei, waardoor de pensioenhervorming op dat moment geen doorgang kon vinden) met de belofte dat Lula in 2018 zou winnen.

    De “Fora Bolsonaro” strijd werd altijd gekanaliseerd naar de institutionele sfeer, weg van de straatprotesten. Toen aanhangers van Bolsonaro op 8 januari, na de verkiezingsoverwinning van Lula, wegblokkades begonnen op te werpen in het hele land en staatsinstellingen binnenvielen, was de oriëntatie van Lula om compleet passief te blijven omdat de nieuwe regering alles zou oplossen. Binnen de vakbonden en sociale bewegingen is de strategie vergelijkbaar, met lokale bureaucratieën die opruiende toespraken houden tegen het Bolsonarisme, maar het moeilijk maken om zich aan de basis te organiseren en om de historische strijdmiddelen van de arbeidersklasse zoals stakingen te gebruiken, omdat het project van het Lula-isme het centrum van de macht is.

    Nu zijn er twee jaar geweest zonder grote strijd, onder een regering van Lula maar met een versterking van extreemrechts, met de werkende klasse die door de meeste leiders van vakbonden en bewegingen ontmoedigd wordt om tot actie over te gaan. Het beteugelen van onafhankelijke strijd en mobilisaties zorgt er langs de andere kant ook voor dat deze leiders hun basis niet kunnen mobiliseren als ze dat willen, bijvoorbeeld in verkiezingscampagnes.

    Na jaren van demobilisatie en beperkte acties, herkent de arbeidersklasse deze oproepen tot actie niet als de hunne, ze identificeren zich er niet mee en doen niet mee. In december riepen de leiders van het Lula-kamp op tot protesten voor de arrestatie van Bolsonaro, waarop delen van de beweging ook eisen opnamen zoals het einde van de zesdaagse werkweek en een begroting die de sociale rechten en openbare diensten verdedigt. Die elementen waren opgenomen in de oproep voor de mobilisaties, maar werden niet prominent naar voren gebracht. Het ging om mobilisaties met de handrem op.

    Geconfronteerd met de meervoudige structurele crises die het kapitalisme nu doormaakt, met een toenemend wantrouwen in instellingen, politici en het systeem, zijn mensen extreem ontevreden en op zoek naar alternatieven of iets dat wijst op een uitweg. Maar de voortzetting van het beleid van brede fronten met de vertegenwoordigers van het systeem, samen met een abstracte verdediging van de instellingen van de burgerlijke democratie, terwijl de strijd wordt opgeschort, zijn zo frustrerend en demobiliserend dat het niet verwonderlijk is dat de vermoeide en gedemotiveerde klasse niet langer op de PT stemt.

    De gemeenteraadsverkiezingen hebben dit aangetoond: de PT won slechts één burgemeesterschap in de hoofdstad van een deelstaat, dat was in Fortaleza en met een miniem verschil. In de rest van het land werd institutioneel links verslagen, ook in São Paulo, waar de PSOL-kandidatuur van Guilherme Boulos dezelfde methodes bleef herhalen die al bekritiseerd werden. De enige plaats waar het “progressieve” kamp (om de breedst mogelijke definitie van het woord te gebruiken) comfortabel won, was in Recife, waar João Campos van de PSB (Braziliaanse Socialistische Partij) in de eerste ronde won. De ruimte die overbleef door het ontbreken van een links alternatief opende ruimte voor nieuwe extreemrechtse fanatici zoals Pablo Marçal die, hoewel hij niet won, een grote impact had.

    Na de resultaten haastten commentatoren zich om te verklaren dat deze verkiezingen een overwinning van het centrum vormden. In werkelijkheid wonnen of behielden veel van deze vermeende centrumfiguren hun mandaat met extreemrechts beleid, zoals Ricardo Nunes in São Paulo, Eduardo Pimentel in Curitiba en Bruno Reis in Salvador, evenals de vier kandidaten van de PL (Liberale Partij, de partij van Bolsonaro) die de hoofdsteden van deelstaten veroverden.

    Wordt Bolsonaro gearresteerd?

    Nu de rapporten van het onderzoek van de federale politie naar buiten beginnen te komen, wordt het hele complot van Bolsonaro en een deel van de strijdkrachten in de couppoging eind 2022 en begin 2023 duidelijker. Iedereen wist al dat dit de strategie van Bolsonaro was als hij de verkiezingen zou verliezen, maar nu is duidelijk hoe ze de actie tot in detail gepland hadden. Het werkte niet omdat ze niet genoeg steun hadden onder de burgerij, het imperialisme en zelfs bij de strijdkrachten.

    Het toont dat de propaganda over de kracht van democratie slechts een illusie is. In werkelijkheid bepaalt de krachtsverhouding tussen de klassen, ook binnen de burgerij, wat er zal gebeuren. Toen de burgerij in 2015 de economische crisis voelde verscherpen en reageerde op de grote strijd van 2013/2014, bundelde ze haar krachten om een coup tegen Dilma te organiseren en Bolsonaro te steunen in de verkiezingen van 2018 en uiteindelijk de pensioenhervorming door te voeren in 2019. Toen Bolsonaro niet betrouwbaar leek, trok een deel van de heersende klasse de steun terug om zich in 2022 terug bij de brede alliantie van Lula aan te sluiten.

    Met de couppoging is het makkelijk voor de burgerij om een paar honderd aanhangers van Bolsonaro op te pakken, voornamelijk armen en mensen uit de middenklasse. Bolsonaro en een deel van de militairen worden in staat van beschuldiging gesteld. Ondanks de arrestatie van voormalig minister van Defensie Braga Netto in december, zorgen de mazen in het rechtssysteem ervoor dat de grote vissen ermee weg komen. De rechter van het Hooggerechtshof Alexandre de Moraes en de hele rechterlijke macht zijn slechts hulpmiddelen in deze strategie van de grote burgerij op zoek naar het beste landschap om hun winsten te maximaliseren.

    Zal Bolsonaro in deze context gearresteerd worden? Wat de rechterlijke macht van de rijken betreft, kan dat nog lang duren. Na zijn aanklacht en mogelijke veroordeling kunnen er jaren voorbijgaan. Er zal hoger beroep komen, waarbij hij zonder proces nog steeds niet gearresteerd kan worden. Na een definitieve uitspraak (binnen hoeveel?), kan hij een straf uitzitten die nog ongedaan gemaakt kan worden met huisarrest of iets dergelijks. Natuurlijk gelden al deze regels alleen voor de rijken, want arme mensen, en vooral zwarte mensen, worden zonder bewijs of proces opgesloten. Zou er een preventieve arrestatie van Bolsonaro kunnen plaatsvinden? Na alle taferelen die we hebben gezien, lijkt het onwaarschijnlijk dat dit in de komende maanden zal gebeuren, zelfs na de arrestatie van Braga Netto.

    Maar als de burgerij plotseling denkt dat zijn arrestatie haar belangen zal dienen, zouden de dingen wel eens kunnen veranderen, zoals dat ook met Lula zelf gebeurde. Het lijkt er echt op dat de burgerij nog steeds op hem kan rekenen als een kaart in de mouw, die gebruikt kan worden in een mogelijke nieuwe grote politieke crisis in het land en zelfs een mogelijke preventieve arrestatie kan politiek gebruikt worden.

    Justitie, maar vooral het Hooggerechtshof, is nooit onpartijdig geweest en is ondergedompeld in de politiek. Figuren als Moraes handelen, tenminste op dit moment, meer in overeenstemming met de uitvoerende macht met betrekking tot de kwesties van burgerlijke democratie en om de gemeenschappelijke vijand van het Bolsonarisme in te dammen. Dit creëert het beeld dat het Hooggerechtshof aan de “goede kant van de geschiedenis” staat, maar dit is slechts een illusie. We mogen niet vergeten dat Moraes werd benoemd door de coupplotter Temer.

    De realiteit is dat de rechterlijke macht, net als de andere staatsinstellingen, de functie heeft om de klassenheerschappij in onze samenleving te garanderen en niet om recht te doen, laat staan sociale rechtvaardigheid, noch om de democratie te verdedigen. Alleen de onderdrukte klassen kunnen dat doen in hun collectieve strijd, zoals altijd het geval is geweest in de geschiedenis van de menselijke samenleving.

    2026

    Zoals al eerder gezegd, is er geprobeerd om bij de gemeenteraadsverkiezingen vooruit te lopen op de scenario’s van de verkiezingen van 2026. Na de uitslag kijken velen al vooruit naar de volgende periode. Zowel de dreiging van arrestaties van Bolsonaro-aanhangers en het leger, de onverkiesbaarheid van Bolsonaro en anderen, als de problemen van de PT zorgen voor onzekerheid over hoe het scenario er tegen die tijd uit zal zien.

    Zelfs met alle pogingen om de “markt” en de heersende klasse tevreden te stellen, bevindt de PT zich verre van in een comfortabele positie. Alles draait nog steeds om de figuur van Lula. Een Quest-peiling in december toonde aan dat, als de tweede ronde nu zou worden gehouden, Lula in alle scenario’s zou winnen, ook tegen de op dat moment verkiesbare Bolsonaro. Maar dit is slechts een momentopname en er kan nog veel gebeuren tussen nu en dan. Er zijn twijfels of Lula zich kandidaat kan stellen voor de verkiezingen, omdat gezondheidsproblemen en zijn leeftijd hem parten spelen. In dit scenario zou de PT voor het historische probleem komen te staan dat er geen sterke kandidaat is om mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Haddad is nog steeds de meest waarschijnlijke kandidaat en in de Quest polls komt hij nog steeds als beste uit de bus, maar met een lagere ranking (vergeet niet dat dit ook zo was in 2018 toen hij verloor). Ondertussen onthult de markt zijn morbide verlangens. Op het ogenblik dat Lula een hoofdoperatie ondergaat, schieten de aandelenmarkten de hoogte in.

    Wat de burgerij echt wil, is dat een van hen weer de leiding krijgt. Ze willen een vertegenwoordiger die meer betrouwbaar is voor hen en die hun agenda kan garanderen. Figuren als Tarcísio de Freitas, gouverneur van São Paulo, en Ronaldo Caiado, gouverneur van Goiás, zijn mogelijke alternatieven. Beiden zijn aanhangers van Bolsonaro maar worden gezien als “serieuzer” of “technischer”, met andere woorden, betrouwbaardere handen om de agenda van de burgerij uit te voeren. Iedereen die het nieuws over politiegeweld of de privatiseringsagenda in São Paulo volgt, kan zich voorstellen wie zou profiteren en wie zou verliezen van een Tarcísio-presidentschap.

    Anderen, zoals de gouverneur van Minas Gerais Romeu Zema of zelfs de zonen van Bolsonaro, zouden zich kandidaat kunnen stellen. Maar het gevaar bestaat ook dat er nieuwe figuren opstaan nu het Bolsonarisme het moeilijk heeft, zoals Pablo Marçal, die snel een nationaal figuur is geworden en een nieuw extreemrechts vertegenwoordigt dat niet verbonden is met de aarzelingen van het Bolsonarisme en om zijn basis strijdt.

    Massale strijd van de werkende klasse is de enige manier om ons van de afgrond af te leiden

    Ondanks alle repressie, de ideologische propaganda, de afleidingsmanoeuvres van de burgerij en het dagelijkse werk van de Lula-gezinde bureaucratieën om de terugslag van de arbeidersklasse te blokkeren, herrijst de strijd altijd, zelfs uit de as. De tegenstellingen van het systeem, uitbuiting, onderdrukking en het dagelijks leven van de bevolking bereiden de weg voor de grote opstanden van onderdrukte massa’s. Veel van het debat beperkt zich tot een analyse van de lokale verkiezingen van 2024 en van de polarisatie rond mogelijke presidentskandidaten. De enige garantie op een overwinning van links is echter als we nu de strijd aangaan en na overwinningen op straat bouwen aan een macht waarmee we het project van de klassenverzoening overboord gooien.

    In de afgelopen maanden heeft de agenda voor het beëindigen van de 6-daagse werkweek en het verkorten van de werktijd een brede maatschappelijke weerklank gekregen dankzij een militante inspanning van de Vida Alem do Trabalho-beweging (Leven na het Werk-beweging) en haar oprichter, de jonge LGBTQI+ militant en zwarte arbeider Rick Azevedo. Deze eis werd in het parlement verdedigd door PSOL-afgevaardigde Erika. Het is ongelooflijk hoe zoiets simpel de burgerij deed sidderen van angst, de regering het zwijgen oplegde en extreemrechts met zijn hypocrisie tegen de muur zette. Het liet zien dat een agenda om het leven van miljoenen mensen te verbeteren massale strijd kan aanwakkeren. De burgerij en de aanhangers van Bolsonaro beseffen dit heel goed.

    Er was wereldwijd vrouwenstrijd tegen machogeweld en voor het recht op abortus. Dit feministische bewustzijn groeit structureel en aan de basis van de arbeidersklasse, vooral onder jongeren die de toekomst zijn. Pogingen van extreemrechts om rechten aan te tasten, zoals het “verkrachtingswetsvoorstel” , dat elk recht op abortus in Brazilië wegneemt, kunnen massale acties van jonge vrouwen teweegbrengen. Protest zorgde er eerder al voor dat aanvallen op de abortusrechten werden ingetrokken.

    Naast deze dreigementen, georkestreerd door extreemrechts en de fundamentalisten in het parlement, hebben gemeentelijke besturen en staatsregeringen de gewoonte om reeds gelegaliseerde abortusvoorzieningen te ontmantelen, wat laat zien dat het schrappen van gezondheidszorg ook een rechts beleid van privatisering en controle over ons lichaam dient. Er is een groeiende ontevredenheid over gendergerelateerd geweld. De rechten van transpersonen zijn geschonden door de aanval op hun identiteitskaarten. Het aantal gevallen van seksistisch en LGBTQIA+-foob geweld blijft hoog, ook tijdens de regering van Lula nam het aantal vrouwenmoorden toe.

    Tegelijkertijd groeit het antiracistische bewustzijn, waardoor een deel van de burgerij gedwongen wordt concessies te doen en deze strijd te propaganderen – ze geven een vinger om hun arm niet te verliezen. De grote burgerij begrijpt dat deze strijd explosief kan zijn, nog meer als een opstand tegen het geweld van de militaire politie, die steeds vaker op sociale media aan de kaak wordt gesteld met video’s en allerlei bewijzen. De burgerij en extreemrechts weten dit, zelfs nog meer na de Black Lives Matter opstand in 2020, die lessen en vooruitgang in bewustzijn heeft achtergelaten die zich opstapelen in de historische ervaring van onze klasse.

    De werkenden in de openbare diensten hebben ook hard gevochten, aangezien een groot deel van het fiscale aanpassingsbeleid gericht is op het afnemen van hun rechten en op privatiseringen. De staking van de federale universiteiten en instituten in de eerste helft van vorig jaar, de staking van de werknemers van het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid en verschillende bewegingen, stakingen en werkonderbrekingen, vooral in het gemeentelijk en staatsonderwijs, wijzen de weg.

    We leven ook in jaren waarin klimaatrampen en de milieucrisis verergeren en de mensheid in een afgrond dreigt te storten waar geen weg terug is. Vorig jaar begon met de rampen in de staat Rio Grande do Sul. Dit legde het feit bloot dat het kapitalisme geen controle heeft over of plannen heeft voor de gevolgen van klimaatverandering. Het jaar ging verder met nieuwe gebeurtenissen in elke hoek van het land van continentale proporties. In al deze gevallen kregen de armste delen van de werkende klasse de hoogste rekening gepresenteerd. Deze gevolgen hadden een grotere impact op regio’s met grotere economische ongelijkheid, zoals het noorden en noordoosten van het land.

    Op deze momenten van absolute onrust en sociale rampspoed is de solidariteit het grootst onder de werkende klasse, die alle beschikbare middelen inzet om branden te blussen, de distributie van voedsel en voorraden te mobiliseren, donaties en steun te organiseren voor de slachtoffers die hun huis verloren, en alle andere mogelijke manieren. Ondertussen waren we getuige van gemeenteraadsverkiezingen die niet in staat zijn om oplossingen aan te dragen tegen dit systeem dat altijd de volgende grote crisis veroorzaakt, zelfs niet toen er midden in de verkiezingsperiode een van de grootste stroomstoringen plaatsvond in de rijkste hoofdstad van Latijns-Amerika, São Paulo.

    De uitweg uit de algemene en wereldwijde crisis van het systeem, van de mensheid en van de planeet Aarde kan alleen komen van de mobilisatie en collectieve strijd van de onderdrukte massa’s. Zolang het kapitalisme zijn opmars voortzet, is de weg naar de afgrond zeker. Geen enkele linkse regering of Lula, met alle respect voor zijn grote historische betekenis, kan deze opmars veranderen, want zij stellen voor om dit systeem in stand te houden. De mensheid kan deze weg omkeren, op voorwaarde dat ze collectief, door middel van strijd, een project opbouwt voor een antikapitalistische samenleving, voor co-existentie met de natuur en natuurlijke hulpbronnen, voor sociale rechtvaardigheid en harmonie, voor vrijheid, gelijkheid en broederschap, kortom een socialistisch project voor de toekomst.

  • Desi Bouterse is dood

    Desi Bouterse is dood, de man die in 1980 de macht greep via een staatsgreep in Suriname en verantwoordelijk is voor de Decembermoorden is overleden. De lafaard was gevlucht toen hij na jaren schuldig werd bevonden. Om aan een gevangenis te ontsnappen vluchtte Desi Bouterse en vond onderdak bij één van zijn vele NDP aanhangers. Daar leefde de mislukte ”Leider van de Revolutie” nog 11 maanden, totdat hij op 25 december 2024 stierf, 79 jaar. Bouterse was een klassiek voorbeeld van een politieke demagoog. Dat hij nog een politieke betekenis kon hebben, is te danken aan het corrupte politieke stelsel en de enorme ongelijkheid in de Republiek Suriname.

    Artikel door Jorein Versteege (Socialistisch Alternatief, Nederland)

    De staatsgreep van 1980

    Desiré Delano Bouterse was slechts 35 jaar toen hij als sergeant van het Surinaamse Leger, aan de top kwam te staan van de Nationale Militaire Raad van de Republiek Suriname. Hij beloofde een andere politiek te voeren. Suriname was sinds 1975 onafhankelijk van Nederland, maar het lukte de onafhankelijkheidsleiders niet om een stabiele regering samen te stellen. Etnisch sektarisme en zelfverrijking (corruptie) zorgden voor een enorme desillusie in de Nationale Partij van Suriname, geleid door Henck Arron. Binnen het leger was er diepe ontevredenheid omtrent de manier waarop een kleine elite zichzelf verrijkte. Een groep van 16 sergeanten onder leiding van Bouterse besloot op 25 februari 1980 om de macht over te nemen. Hij had steun van een groot deel van de bevolking die de corrupte politici van Arron meer dan zat waren.

    Met populistische en anti-imperialistische retoriek won Desi Bouterse veel steun. Internationaal kwam Suriname opeens in het oosterse kamp terecht, het kamp van de Sovjet-Unie en Cuba. De stalinisten van de Revolutionaire Volkspartij steunden de militaire staatsgreep, omdat ze foutief dachten dat Bouterse een marxistisch-leninistische (stalinistisch) staat zou oprichten naar Cubaans model. Maar bij Bouterse ging het meer om persoonlijke macht, dan om een bepaalde ideologie na te streven. Daarnaast had Bouterse al een loyale stalinistische marionet, de Progressieve Arbeiders en Landbouwers Unie. Deze stalinistische partij was 100% loyaal aan de lijn van de Nationale Militaire Raad en dus makkelijker te gebruiken dan de Revolutionaire Volkspartij.

    Militaire Dictatuur en Decembermoorden

    Als snel werd duidelijk dat Desiré Delano Bouterse geen heerschappij van het volk nastreefde. Net als elke militaire dictator draaide alles om hemzelf. Bouterse begon met het censureren van kranten en alle politieke partijen te verbieden die zich tegen zijn ”revolutie” keerde. Zijn grootste wreedheid waren de Decembermoorden. Die vonden plaats op 7, 8 en 9 december 1982. In drie dagen werden vijftien critici van de Nationale Militaire Raad vermoord. Hun namen waren: John Baboeram, Bram Behr, Cyrill Daal, Kenneth Gonçalves, Eddy Hoost, André Kamperveen, Gerard Leckie, Sugrim Oemrawsingh, Lesley Rahman, Surendre Rambocus, Harold Riedewald, Jiwansingh Sheombar, Jozef Slagveer, Robby Sohansingh en de Nederlander Frank Wijngaarde.

    Het zou 38 jaar duren voordat Desi Bouterse schuldig werd bevonden aan de Decembermoorden. Hoewel hij ontkende verantwoordelijk te zijn, is het onwaarschijnlijk dat hij er niets mee te maken had. Alle politieke en militaire besluiten werden genomen door zijn Nationale Militaire Raad in december 1982. Niemand kon een massamoord plannen zonder de instemming van de militaire junta. Bouterse heeft als President van de Republiek Suriname geprobeerd om het onderzoek na de Decembermoorden te stoppen. Dit mislukte! Hij werd in 2021 schuldig bevonden en moest 20 jaar de cel in voor het doden van 15 onschuldige Surinamers.

    Moiwana massamoord en oprichting NDP

    Tijdens de militaire dictatuur was er verzet. Het Jungle Commando van Ronnie Brunswijk vocht tegen het Nationale Leger van Desi Bouterse. In 1986 gaf Bouterse de opdracht om het dorp van Brunswijk uit te moorden. Het dorp Moiwana werd uitgemoord, 39 dorpelingen kregen de kogel van de Surinaamse soldaten. Deze massamoord was gericht tegen het Maroon volk waar Ronnie Brunswijk toe behoorde. Desi Bouterse vond dat de Maroons niet te vertrouwen waren omdat velen vochten in het Jungle Commando.

    In 1987 werd de Nationale Democratische Partij (NDP) opgericht. Dit was het civiele gezicht van het Bouterse regime en is dat nog steeds anno 2024. De NDP is een vage populistische partij, die vooral diende als voertuig voor Bouterse. Die koos ervoor om de militaire dictatuur opzij te zetten voor een burgerlijke democratie. Toen bleek hoe weinig steun hij en zijn NDP daadwerkelijk hadden. Bij de eerste vrije verkiezingen in juli 1987 won het Front voor Democratie en Vooruitgang (de anti-Bouterse coalitie) 85,5% van de stemmen in de Nationale Assemblee.

    Drugshandel en veroordeling

    In de jaren 90 had Desi Bouterse geen politieke macht meer. Toch zou hij nog een belangrijke rol spelen omdat hij een persoonlijkheidscultus rond hem heen bouwde. Deze cultus werd versterkt door de Nationale Democratische Partij. Bouterse werd op handen gedragen als ”nationale held” omdat hij zogenaamd tegen het westerse imperialisme had gevochten met zijn staatsgreep. Met anti-Nederlandse uitspraken zocht Bouterse steeds de publiciteit, vooral omdat de Surinaamse regering dan weer in verlegenheid werd gebracht. Suriname vertrouwde nog steeds op economische steun vanuit Nederland.

    Suriname is een belangrijke speler in de drugshandel. Door de hoge armoede is drugsvervoer lucratief voor veel Surinaamse jongeren. Desi Bouterse en ook Ronnie Brunswijk waren betrokken bij de drugshandel om zichzelf te verrijken en politieke steun te winnen. Bouterse en Brunswijk werden hiervoor veroordeeld in Nederland, maar kwamen nooit in de cel omdat Nederland geen uitleveringsverdrag heeft met Suriname. Bouterse beweerde steeds onschuldig te zijn. Toch is het aan te nemen dat hij zeker betrokken was bij de drugshandel, zijn familie zat diep in de criminaliteit. Kleinzoon Walter Bouterse pleegde in 2021 zelfmoord om niet veroordeeld te worden voor illegaal wapenbezit.

    Nepotisme en terugkeer als president

    Dat de Nationale Democratische Partij een politiek voertuig voor het nepotisme van Bouterse is, blijkt wel uit het feit dat de hele familie iets met de NDP heeft. Kleinzoon Walter Bouterse was jaren actief om jongeren te indoctrineren in de persoonlijkheidscultus van opa Desi. Zoon Dino Bouterse werkte ook voor de NDP, maar kwam in de handen van de Amerikaanse justitie voor drugshandel. Sinds 2016 zit Dino in een Amerikaanse cel en moet daar tot 2030 zitten. Het feit dat vader, zoon en kleinzoon veroordeeld zijn voor drugsvervoer zegt genoeg over de criminele activiteiten van de Bouterse familie. De aanhangers van de NDP zien dat anders. Die zien overal een complot om hun leider te demoniseren. Hierin verschillen de NDP-aanhangers niet van MAGA, de sekte van Donald Trump.

    In 2010 werd Desi Bouterse president van het land. Dit was vooral te danken aan een grote coalitie tussen de Nationale Democratische Partij en partijen zoals de Progressieve Arbeiders- en Landbouwers Unie, Nieuw Suriname en de Partij voor Nationale Eenheid en Solidariteit. Deze alliantie noemde zich de Megacombinatie. Ook de enorme desillusie in de gevestigde politiek gaf Bouterse het presidentschap. De kapitalistische partijen hadden niets gedaan om het welzijn van Surinaamse werkenden te verbeteren. Daarnaast sloeg het populisme van de Nationale Democratische Partij aan bij de generatie die geboren is na 1990. Er zijn bijna 200.000 Surinamers die de militaire dictatuur nooit meegemaakt hebben en alleen de huidige ellende kennen.

    Machtsmisbruik en mislukking als president

    De overwinning van Desi Bouterse in 2010 was ook te danken aan Ronnie Brunswijk. Dankzij zijn politieke steun kreeg de Megacombinatie een 2/3 meerderheid in de Nationale Assemblee, om Bouterse president te maken. Het presidentschap van de ex-dictator was een enorme shock voor velen die de Decembermoorden hadden meegemaakt. Tijdens zijn bewind werd de staatsgreep van 1980 verheerlijkt en het onderzoek naar de Decembermoorden vertraagd en bemoeilijkt. Veel nabestaanden vreesden dat Desi Bouterse nooit veroordeeld zou worden.

    Om steun te blijven behouden kregen veel NDP-aanhangers royale banen binnen de overheid die niet nodig waren. Er kwamen enorm veel ambtenaren bij onder Bouterse, die allemaal betaald moesten worden. We zien hierin overeenkomsten met andere populisten die hun eigen aanhang elitaire baantjes in het staatsapparaat gaven. Hugo Chavez in Venezuela deed dat ook. Net als Desi Bouterse probeerde Chavez met links populisme steun te winnen onder werkenden. Echter waar Bouterse vooral in zichzelf geloofde was Chavez meer idealistisch. Bouterse en de NDP hebben daarnaast nooit gesproken over het socialisme, laat staan dat ze het kapitalisme verwerpen.

    3 miljard schuld door Desi Bouterse

    Nadat zijn nep populisten de verkiezingen van 2020 verloren hadden, moest de oppositie de problemen oplossen die de NDP en hun grote leider veroorzaakt hadden. Het werd bekend dat het land van net 500.000 mensen bijna drie miljard Amerikaanse dollars extra aan schuld had opgebouwd tussen 2010 en 2020. Een schuld van bijna 5000 dollars per Surinamer. Suriname was niet groot gemaakt door Bouterse, het was bankroet gemaakt. Vier jaar na het einde van de regering Bouterse lijdt het land nog steeds. 30% van alle Surinamers leeft in relatieve armoede, bij de inheemse bevolking is dat bijna 50%. Door de stijgende inflatie kunnen velen zich geen basis levensmiddelen niet meer permitteren.

    De kapitalistische politici (waaronder de NDP, VHP en anderen) kunnen de problemen niet oplossen. Daarom pleiten wij ook voor verzet tegen alle bestaande politieke partijen in de Republiek Suriname! Verzet tegen de regeringspartij VHP, maar ook tegen de bende van Bouterse (NDP). Verzet tegen hypocrieten zoals Ronnie Brunswijk, die doodleuk met Desi Bouterse ging samenwerken puur uit politiek opportunisme, terwijl die 39 leden van zijn dorp had uitgemoord. Surinaamse werkenden zullen zelf een politiek alternatief moeten opbouwen. Een socialistisch alternatief dat zich verzet tegen het kapitalisme en pleit voor een socialistisch Suriname, als onderdeel van een vrijwillige socialistische federatie van Zuid-Amerika.

    Vlucht, onderduik en dood van Desi Bouters

    In 2021 werd Desi Bouterse veroordeeld voor de Decembermoorden. Het oordeel was 20 jaar celstraf voor de man die verantwoordelijk was voor de moord op 15 Surinamers in december 1982. Natuurlijk accepteerde Desi Bouterse dit oordeel niet en ging in hoger beroep. Dit duurde bijna twee jaar totdat hij geen kant meer op kon en zich in januari 2024 moest melden bij de gevangenis. Hier toonde Bouterse opnieuw zijn lafheid. Hij kwam niet opdagen en dook onder bij één van zijn NDP aanhangers. Waar de ex-president, ex-dictator en drugscrimineel leefde was onduidelijk. De Surinaamse politie was niet in staat om hem te vinden. Gezien de corruptie en steun die de NDP nog heeft onder politieagenten, is het best mogelijk dat men geen moeite wou doen om deze massamoordenaar op te sporen.

    Op 25 december 2024 werd bekend dat Desi Bouterse overleden was, hij werd 79 jaar oud. Voor ons was Bouterse een voorbeeld van een man die vooral aan zichzelf dacht. Een corrupte politicus in dienst van zichzelf en dat is de rode draad geweest in het leven van Desi Bouterse. Natuurlijk zal zijn NDP sekte dat anders zien. Er zijn genoeg Surinamers die geloven in de mythe van Bouterse als ”Groot Leider”. Dat is niet zomaar uit de lucht komen vallen. De persoonlijkheidscultus van Desi Bouterse is voor hem opgezet door zijn aanhangers. Als de Surinaamse politiek ook geen lef toont om het land te confronteren met zijn misdaden, zal de cultus een aantrekkingskracht blijven uitoefenen op de werkende klasse, die lijden onder het kapitalisme in de Republiek Suriname.

  • Venezuela: noch de bureaucratie noch de burgerij biedt een alternatief

    Op 28 juli werden in Venezuela verkiezingen gehouden, waarbij Nicolás Maduro opnieuw als winnaar uit de bus kwam. In een context van economische crisis, niet alleen veroorzaakt door de maatregelen opgelegd door het Amerikaanse imperialisme, maar ook door de lage olieverkoop en de voortdurende sabotage van de economie door de Venezolaanse burgerij, werden de verkiezingen niet alleen in twijfel getrokken door de rechtervleugel in Venezuela en door het imperialisme, maar ook door de linkse regeringen van Mexico en Colombia.

    Door Mauro Espinola (Alternativa Socialista, Mexico)

    In iets meer dan een decennium is Venezuela veranderd van een referentiepunt voor de linkerzijde tot een doorn in het oog van de duizenden Venezolaanse migranten die elders een alternatief zoeken voor de ellende en honger. Volgens de VN leefden er in juni 2024 7,77 miljoen Venezolanen buiten hun land van herkomst. Daarvan leven er 6,5 miljoen in andere Latijns-Amerikaanse en Caribische landen, zoals Colombia, Peru, Ecuador, Brazilië en Chili. Dit verklaart deels de toenemende druk van de regeringen van deze landen op de regering van Nicolás Maduro om een uitweg uit de migratiecrisis te vinden.

    Daarnaast blijft de Venezolaanse economie lijden onder een recessie die veroorzaakt wordt door een combinatie van factoren. Enerzijds hebben economische sancties van de Verenigde Staten geleid tot een daling van de olie-export naar de VS. Om een idee te geven: tussen 1999 en 2014 ontving Venezuela 960 miljard dollar aan olie-inkomsten. Dit betekent zo’n 56,5 miljard dollar per jaar. De prijs ging van 16 dollar per vat in 1999 naar 88 dollar per vat in 2008, waarna de prijs daalde als gevolg van de economische crisis maar een prijs van 100 dollar per vat bereikte in 2012. In 2023 waren de inkomsten uit olie in Venezuela gedaald tot 6,23 miljard dollar. Dat is slechts 11% van de jaarlijkse olie-inkomsten tussen 1999 en 2014!

    De opheffing van de sancties in oktober 2023 zorgden voor een stijging van de olie-export naar de VS met 49% tussen januari en april dit jaar. De sancties werden opgeheven nadat de oppositie en de regering in 2023 afspraken maakten rond verkiezingen op 28 juli dit jaar. In april werden de sancties terug ingevoerd door Biden onder het voorwendsel dat er geen garanties waren voor “eerlijke verkiezingen”. Het VS-imperialisme gebruikt de aankoop van olie openlijk als manier om de Venezolaanse oppositie te steunen en de regering-Maduro te verzwakken. Het is dan ook geen toeval dat het betwiste gebied Essequibo in Guyana een forse stijging van de productie en export van olie kende. Het ging van 1300 vaten per dag in 2019 naar 640.000 in januari van dit jaar. In februari exporteerde Guyana 621.000 vaten olie en overtrof daarmee de 604.000 vaten die Venezuela exporteerde.

    Zoals gezegd zijn de economische sancties echter niet de enige factor in de situatie. Terwijl 80% van de olie in Venezuela via het overheidsbedrijf PDVSA in handen is van de regering-Maduro, blijft de binnenlandse handel gecontroleerd worden door de Venezolaanse burgerij. Dit verklaart waarom er al jaren grote tekorten worden georganiseerd om de sociale basis van de regering te ondermijnen. Het verklaart de inflatie van meer dan 100% de afgelopen tien jaar, wat nog versterkt werd door de dalende olieverkoop. De Wereldbank stelde dat de inflatie in 2013 al opliep tot 40%. In 2016 was er een inflatie van 62%. De inflatie als gevolg van een tekort aan goederen was dus al een probleem toen de economie nog sterk groeide op basis van de olieverkoop. De controle van de burgerij op het commerciële aanbod speelt hierin een belangrijke rol.

    In een situatie van economische crisis, die erger wordt door de economische sancties en de dalende olie-inkomsten, groeit de ontevredenheid onder brede lagen van de bevolking. Er is honger en wanhoop. De media probeerden dit steeds voor te stellen als een groeiende afkeer van de regering-Maduro. De twijfels over de overwinning van Maduro met 51% lijken redelijk, maar de bewering van oppositiekandidaat Edmundo González dat hij 70% haalde, lijkt nog onwaarschijnlijker. Hij kan geen bewijzen voorleggen om die stelling te staven.

    Maduro en zijn entourage van een bureaucratie vormen geen alternatief voor de werkende klasse van Venezuela. Edmundo González en Maria Corina Machado zijn als vertegenwoordigers van de nationale en internationale burgerij evenmin een alternatief. Ze zijn integendeel verantwoordelijk voor de vreselijke omstandigheden waarin miljoenen Venezolanen verkeren, zowel in Venezuela zelf als diegenen die door honger en ellende het land verlaten op zoek naar betere kansen. De werkende klasse kan enkel op hun eigen kracht vertrouwen. Het opbouwen van democratische en socialistische organisaties is het enige alternatief om te komen tot een samenleving geleid door de werkende klasse zelf.

  • Bolivia. Massa’s verwerpen poging tot staatsgreep

    Verdiep de organisatie en mobilisatie van het werkende volk

    Reactie door het Latijns-Amerikaanse bureau van ISA

    Op 26 juni mobiliseerden delen van het Boliviaanse leger, onder leiding van generaal-commandant van de strijdkrachten Juan José Zuñiga, in een nieuwe poging tot staatsgreep. De Central Obrera de Bolivia (COB), de belangrijkste vakbondsfederatie van het land, riep op tot een staking voor onbepaalde tijd tegen de couppoging, terwijl de voormalige president Evo Morales en de huidige president Lucho Arce ook opriepen tot mobilisaties.

    De militaire mobilisatie vond plaats kort nadat generaal Zúñiga had verklaard dat het onaanvaardbaar zou zijn als Evo Morales terugkeert als president van het land. Dit gebeurde in een context van politieke verdeeldheid tussen Evo Morales en de huidige president Lucho Arce (die was verkozen als kandidaat van Morales’ politieke partij, MAS). Delen van de rechtervleugel, zoals die onder leiding van Jeannie Añez, die zich het presidentschap toe-eigende na de militaire coup in 2019, verwierpen de couppoging snel en riepen op om Lucho Arce af te zetten tijdens de verkiezingen van volgend jaar. Maar Zúñiga’s aankondiging dat gevangenen die vastzaten voor de coup van 2019 zouden worden vrijgelaten, zoals Añez of Luis Fernando Camacho, toenmalig gouverneur van Santa Cruz waar de coup van 2019 begon, geven aan dat andere delen van rechts het licht op groen hadden gezet voor de poging om de regering van Arce omver te werpen.

    De oproep van de COB tot een algemene staking, andere oproepen tot mobilisatie en de positie van Zuñiga ten opzichte van het Boliviaanse leger lijken deze nieuwe couppoging, althans tijdelijk, te hebben verijdeld. De poging laat echter zien dat de militairen erop vertrouwden dat ze gesteund zouden worden door andere delen, die hen uiteindelijk in de steek lieten. Met andere woorden, de rechtervleugel en de oligarchie hebben deze poging laten schieten, maar het zal niet de laatste zijn.

    In tegenstelling tot het triomfalisme van sommigen die de nederlaag van de staatsgreep toejuichen met de bedoeling om de mobilisatie en organisatie van de Boliviaanse arbeiders en boeren te vertragen, roepen wij op tot de verdieping van de organisatie en mobilisatie van de werkende klasse en de onderdrukten. Alleen door het versterken van de boeren- en arbeidersvakbonden, het opzetten van comités op scholen en werkplekken en het opstellen van een programma dat de eisen van de arbeiders en onderdrukten verwoordt, en het vechten voor die eisen, zal het mogelijk zijn om het initiatief te ontnemen aan de rechtervleugel en het leger.

  • Nederlaag voor rechts. Sheinbaum verkozen als Mexicaanse president

    De verpletterende overwinning van Claudia Sheinbaum met 59% van de stemmen, tegenover 29% voor Xóchitl Gálvez, bevestigt het verlangen naar verandering dat sinds 2018 bij de verkiezingen wordt geuit. De nederlaag van rechts is ongetwijfeld een nieuwe stap vooruit voor de werkenden en onderdrukten in hun strijd tegen armoede en honger. De dag na de verkiezingen daalde de Mexicaanse aandelenmarkt met bijna 6 punten, de grootste daling sinds het uitbreken van Covid19. Dit toont dat de markten en investeerders zich niet neerleggen bij de wensen van de meerderheid van de bevolking.

    Analyse door Alternativa Socialista (onze zusterorganisatie in Mexico). Dank aan Laura voor de vertaling uit het Spaans.

    President Andrés Manuel López Obrador (AMLO)

    De verkiezingen van 2018 markeerden een keerpunt in de klassenstrijd in Mexico. In tegenstelling tot 2006 en 2012, toen verkiezingsfraude onder leiding van de burgerij een overwinning van AMLO verhinderde, werden de heersende klasse en haar partijen dit keer gedwongen om de electorale opkomst van Morena en haar kandidaat te accepteren. Het was dat of een sociale uitbarsting tegemoet te zien in het geval van verder bedrog.

    Het meest opmerkelijke resultaat van die verkiezingen was dat de uitgebuite en onderdrukte massa’s lieten zien dat de burgerij op de knieën kan worden gedwongen, ondanks haar monopolie op de staat, het leger en haar miljoenen dollars om de massa’s te ‘informeren’, lees: te manipuleren. Zelfs ondanks de heilige alliantie met de geestelijkheid en haar pro-rechtse woordvoerders, leed rechts een nederlaag.

    Het is in deze context van vertrouwen in hun eigen kracht, maar ook geïnspireerd door de herinnering aan de systematische aanvallen op leef- en werkomstandigheden door de vorige regeringen onder de partijen PRI en PAN, dat de arbeidersklasse en arme boeren massaal naar de stemhokjes ging op 2 juni, om opnieuw de weg te blokkeren voor de rechtse partijen. Ze kozen voor Claudia Sheinbaum van de linkse partij Morena, tegen Xóchitl Gálvez van de erg brede coalitie van PAN, PRI en PRD.

    Hoewel het waar is dat de hervormingen die AMLO voorstond beperkt waren, hebben ze de onderdrukte massa’s bewust gemaakt van de enorme sociale achterstand die ze van de rechtse partijen hebben geërfd en hebben ze hen een krachtige stimulans gegeven om hun stem te gebruiken als een mechanisme om de sociale verworvenheden die tot nu toe zijn bereikt te verdedigen.

    Kijk bijvoorbeeld naar het verschil in reële loonstijgingen (meer dan 100% in de afgelopen zes jaar, in tegenstelling tot de belachelijke en vernederende loonstijgingen van de PRI- en PAN-regeringen van slechts een paar procentpunten). Om nog maar te zwijgen van de reeks sociale programma’s zoals Jóvenes Construyendo Futuro, studiebeurzen voor openbare universiteitsstudenten of het algemene pensioen voor ouderen, die echte verlichting hebben gebracht voor miljoenen werkenden en boeren in het hele land.

    Door het gevoerde verzoeningsbeleid hebben deze hervormingen echter niet geleid tot sociale vooruitgang op veel vlakken, zoals de huidige hervorming van de arbeidstijden, de kwestie van het verbreken van de betrekkingen met Israël, de uitroeiing van geweld tegen vrouwen of de belastinghervorming, die nog steeds virtueel is, zo niet onbestaand. Maar ondanks de beperkingen van deze benadering, voelt het resultaat van Morena en Claudia Sheinbaum voor miljoenen werkenden, huisvrouwen, arme boeren, studenten en anderen als een overwinning. Sheinbaum haalde federaal meer dan 9 miljoen stemmen. Dit is een historisch resultaat voor de eerste vrouwelijke president van Mexico sinds de onafhankelijkheid van het land ruim 200 jaar geleden.

    Nederlaag voor rechts, maar het kan terugkeren

    De nieuwe nederlaag van rechts is ongetwijfeld een bevestiging van de hoop op verandering die miljoenen werkenden en onderdrukten in het land drijft. De werkende klasse maakt duidelijk dat ze niet bereid is om een terugkeer naar het verleden van het beleid van de PRI en de PAN te accepteren en heeft opnieuw haar kracht laten voelen. Daarbij werd een ander belangrijk resultaat behaald: de PAN is als nooit tevoren in het nauw gedreven, de verraders die zich onder de vlag van de PRD schuilhielden zijn op sterven na dood en de PRI, die decennialang de machtigste partij van de Mexicaanse burgerij was, staat op de rand van de afgrond. Rechts was verdeeld en in crisis. Na de verkiezingen kan deze crisis zich verdiepen en is een grondige wijziging van het partijlandschap mogelijk.

    Het is niet alleen een nederlaag van de rechtse partijen, die sinds 2018 een crisis doormaken. Het is ook een morele en politieke nederlaag van een laag intellectuelen en opiniemakers die rechtse ideeën verdedigden. De verkiezingen zijn opgeblazen in het gezicht van deze propagandisten, die al lang geen voeling meer hebben met de realiteit van de meerderheid van de bevolking, wat vandaag nog duidelijker blijkt uit hun absolute ongeloof over de resultaten.

    Maar het gaat er niet alleen om wat rechts tot zijn beschikking heeft om uiteindelijk op te staan en een macht te vormen die Morena kan uitdagen voor het presidentschap; wat Claudia wel of niet doet als staatshoofd telt ook mee in de vergelijking. Om rechts te stoppen, volstaat het niet om dezelfde weg als AMLO te blijven opgaan. Het is noodzakelijk om verder te gaan. Een beleid van klassenverzoening en toegevingen aan de burgerij is niet alleen nadelig voor de belangen van de werkenden en hun gezinnen, het ondermijnt ook de steun voor Morena en biedt kansen aan rechts om op sociaal ongenoegen in te spelen. Dit is precies wat er gebeurde in Argentinië toen de regering van de aarzelende Alberto Fernández toegaf aan het Internationaal Monetair Fonds, wat leidde tot de opkomst van de ultrarechtse Milei, die uiteindelijk de regering van dat land overnam.

    Het gevaar van extreemrechts is reëel. De rechterzijde probeerde zichzelf tot het einde als overwinnaars voor te stellen. Xochitl kondigde aan de resultaten aan te vechten, ook al erkende hij die in de nacht van 2 juni. Ondanks de duidelijke nederlaag, wil rechts naar rechtbanken trekken. Dit volgt op oproepen van de ‘Roze Vloed’, geleid door rechtse partijen, om te protesteren tegen hervormingen van Obrador. Het zijn uitdrukkingen van het feit dat rechts en de burgerij, zelfs na een gedeeltelijke nederlaag, zullen vechten om elke vooruitgang van de werkende klasse te voorkomen of te bestrijden.

    Een herstel van rechts tot een positie om de regering te betwisten, zal niet automatisch gebeuren of vrij zijn van tegenstrijdigheden. Hoe rot rechts ook is, zo lang het kapitalisme bestaat zal het zeker weer aan de macht komen. Als de levensvatbaarheid van rechts berust op de steun van de grote monopolies in de industrie, het bankwezen, de media enzovoort, dan is de weg vooruit de onteigening van deze monopolies onder de democratische controle van de arbeidersklasse.

    Er is geen andere oplossing! Een toegeving aan de bazen kan alleen gedaan worden op voorwaarde dat er iets afgenomen wordt, direct of indirect, van de gezinnen van de arbeidersklasse. Dit is altijd waar, maar het is nog meer het geval wanneer de economie in crisis raakt, een situatie waarin er geen andere manier is om te proberen het kapitalisme te redden dan het verpletteren van elke mogelijke sociale winst.

    De enige manier om de sociale hervormingen die AMLO voorstaat te verdedigen, en er zelfs nog verder mee te gaan, is om datgene wat ze in gevaar brengt bij de wortel uit te roeien, dat wil zeggen het monopolie van zakenlieden en bankiers over de belangrijkste hefbomen van de economie en de media te stoppen. Dit is de enige garantie die de werkende klasse en de arme boerenbevolking hebben om te voorkomen, om alleen over het recente verleden te spreken, dat economische crises zoals de “decemberfouten” van 1994 (Salinas en Zedillo) en de crisis van 2008 met Calderón, zich niet uiteindelijk vertalen in massawerkloosheid, achteruitgang van de lonen en dus meer ellende en uitbuiting voor ons sociale kamp.

    Morena heroveren voor de werkenden

    Vooruitgang in de richting van het onomkeerbaar veiligstellen van de sociale verworvenheden die bereikt zijn dankzij de impuls van onze klasse, vereist ook een grotere en betere organisatie van de arbeiders, de uitgebuitenen en de onderdrukten. We hebben een politiek programma nodig dat sociale hervormingen verenigbaar maakt met de historische taak van de werkende klasse, namelijk de vernietiging van het monopolie van het kapitaal over de belangrijkste productiemiddelen, en bovenal hebben we een organisatieniveau nodig dat de uitvoering van de wil van de arbeiders in onze organisaties, vakbonden en partijen, en dus ook in Morena, garandeert.

    In de afgelopen jaren hebben we de tegenstrijdigheden belicht die zich binnen Morena hebben ontwikkeld met de verkiezingstriomf van 2018. De sluiting van de basiscomités, het “open deur”-beleid van Delgado, het opleggen van kandidaturen en door rechts geïnitieerde overeenkomsten zijn houdingen geweest die de basis wegjagen. Het activisme is al te veel beperkt tot een louter electorale operatie tijdens de campagneperiode. We beschreven Morena als een onherstelbare partij vanwege de dynamiek die haar tot een virtueel electoraal leven had beperkt, de afwezigheid van programmatische discussie en de kunstmatige steun voor een politiek van “eenheid”. Het resultaat vandaag is in veel opzichten buitengewoon. Het suggereert dat dat er mogelijkheden zijn om de situatie in deze organisatie te veranderen. Er is een nieuwe golf van strijdbaarheid, die ook in Morena een impact zal hebben.

    De triomf van Claudia, en nog meer van figuren als Clara Brugada, is ook een katalysator die nieuwe en oude lagen van strijdbare militanten zal inspireren om te vechten tegen rechts en het opportunisme van haar leiding. En in dit geval moeten wij socialisten erbij zijn, samen met die duizenden activisten die hopen hun partij terug te krijgen uit de klauwen van Mario Delgado en consorten. Tegelijkertijd moeten we klaar staan om confrontaties te steunen en te organiseren om te breken met het verzoenende beleid van de opportunistische leiding. Zelfs een breuk tussen links of rechts is niet uitgesloten; het interne verkiezingsproces dat in september vorig jaar begon en de daaropvolgende campagne hebben confrontaties binnen Morena slechts tijdelijk uitgesteld. Maar nu, na de verkiezingen, zullen deze confrontaties weer op de voorgrond van de partij treden. Wat er ook gebeurt, zeker is dat het belang dat Morena de komende maanden en jaren zal blijven hebben in de klassenstrijd niet kan worden genegeerd of geminimaliseerd. De tactiek van socialisten moet zich daarom concentreren op het analyseren van de huidige correlatie van de krachten van de partij met de grootste sympathisanten van de arbeidersklasse en ingrijpen in dit proces dat, hoewel het vol tegenstrijdigheden zit, ons in staat kan stellen een politieke kracht op te bouwen rond een socialistisch programma.

    Morena moet ophouden een partij te zijn die alleen tijdens verkiezingsperiodes leeft en betrokken raken bij de strijd. We hebben een partij nodig die oproept tot actie ter ondersteuning van bijvoorbeeld stakende arbeiders, boeren en inheemse gemeenschappen die het land en het platteland verdedigen, studenten die strijden voor de verdediging van het openbaar onderwijs, vrouwelijke werkenden, jonge meisjes, middelbare scholieren en universiteitsstudentes die het recht op leven opeisen tegen feminicide, voor abortus, enz.

    Om de strijd te verdiepen moet Morena dus breken met de oriëntatie die zich tot het parlement beperkt en elke sociale vooruitgang afhankelijk stelt van de werking van de parlementairen. Dit maakte de invoering van de 40-urige werkweek of de legalisering van abortus in bepaalde staten van de republiek al moeilijker. Het parlementaire front moet de massamobilisatie op straat ondersteunen en aanvullen, maar kan het nooit vervangen. De parlementaire druk zal nog sterker zijn in de volgende periode, met de relatieve meerderheid die de werkenden hebben behaald. Er bestaat een reëel gevaar dat de Morena-leiders zullen beweren dat het niet nodig is om te mobiliseren omdat ze al een meerderheid hebben. Dit zou niet alleen een heropleving van de parlementaire en demobiliserende tendensen kunnen betekenen, maar ook de consolidatie van Morena als een verkiezingsmachine die losstaat van de arbeidersbeweging en haar eisen.

    Het resultaat van een benadering die uitsluitend gebaseerd was op het parlementaire front kan worden afgemeten aan het enorme gemak waarmee de rechtse partijen, in samenwerking met de rechterlijke macht, enkele hervormingen ongedaan maakten die in de kamers waren aangenomen door de parlementaire meerderheid van de Morena en haar bondgenoten, waaronder de energiehervorming. Er is echter een sterke weerstand binnen Morena tegen een andere weg dan die van een louter parlementaire benadering om toegevingen aan de parasitaire kapitalistische klasse te voorkomen. Er zijn de zogenaamde “chapulines”, rechtse elementen die van PRI of PAN overstapten naar Morena toen hun eigen partijen instortten. Velen van hen bekleden nu, na de verkiezingen, gekozen functies (burgemeesters, gouverneurs, senatoren, afgevaardigden) en anderen zullen zeker als ambtenaren worden opgenomen in de regering van Claudia en in andere staten waar links in de regering zit.

    De ervaring van mensen als Lilly Tellez, Germán Martínez en Alejandro Rojo Díaz Duran laat zien dat het enige wat je van “chapulines” kunt verwachten verraad is. Erger is dat deze laag van rechtse politici binnen Morena sterker is geworden dan in het verleden onder López Obrador. Tijdens de précampagne werd de komst van overlopers goedgepraat met het argument dat het niet uitmaakt van waar je komt, wat telt is waar je naartoe gaat. Maar waar gaan deze opportunisten heen? Zullen ze dezelfde richting uitgaan als onze sociale klasse, de arbeidersklasse? Zijn ze naar Morena gekomen om de erfenis van AMLO’s hervormingen te verdedigen? Zullen ze Claudia verder naar links helpen? Nee, het antwoord is nee, duizend keer nee!

    Het doel van al deze profiteurs is om te parasiteren op kosten van de gemeenschap, en dus zullen ze vroeg of laat verraad plegen en AMLO en Claudia de rug toekeren. Een ander doel van de in Morena geïnfiltreerde rechtervleugel zal zijn om als wegversperring te fungeren om elke bliksemflits in Claudia’s beleid tegen te houden die de fundamentele belangen van de burgerij en het imperialisme in gevaar brengt. Kortom, de chapulines zijn een front binnen Morena tegen het momentum en de druk van de miljoenen vrouwen en mannen uit de werkende klasse die AMLO steunen en die Claudia Sheinbaum naar het presidentschap hebben gebracht. Om meer gewicht in de schaal te leggen, zullen de chapulines zich organiseren en hergroeperen. Get is niet uitgesloten dat ze dat zullen doen rond figuren als Mario Delgado, Marcelo Ebrard en Ricardo Morneral, om zo de weg vrij te maken voor de overname van Morena.

    Daarom moeten activisten en sympathisanten van Morena en de arbeidersbeweging een grotere rol spelen door basis- en actiecomités te organiseren in elke wijk, gemeente, dorp, fabriek en school, waar het partijbeleid moet worden uitgevoerd. Om een einde te maken aan het beleid van open deuren voor “chapulines”, moeten we Morena democratiseren, in dienst stellen van de werkenden met als doel een klassenpolitiek te bevorderen voor Morena en haar regeringen, strijden voor legitieme interne democratie binnen de partij en, naast andere taken, de partij zuiveren van rechtse elementen en “chapulines”. Ze zijn ook een obstakel om aansluiting te vinden bij de nieuwe lagen van de arbeidersklasse, vrouwen en jongeren met het potentieel voor revolutionaire strijd, die deze elementen categorisch afwijzen en consistentie eisen van een partij die beweert links te zijn.

    Als de basis geen belangrijke rol speelt binnen Morena, lopen de rechtse elementen die in de partij infiltreren het risico een obstakel te worden voor het bevorderen van de zaak van de armsten en meest uitgebuitenen, en zullen ze zelfs aanvallen lanceren op werkende gezinnen vanuit de eigen gelederen van Morena.

    Alleen door de strijd op straat zullen we vooruitgang boeken!

    We moeten de deur sluiten voor elke mogelijke heroprichting van de rechtse partijen, of dat nu met andere partijen is of vanuit dezelfde oude formaties. We moeten ook de deur sluiten voor het gevaar dat rechts infiltreert in Morena, de teugels van de partij overneemt en reactionair beleid bevordert via de regeringen. Daarom moeten we ons niet alleen als klasse organiseren om de richting van Morena en het “Obradorisme” te beïnvloeden, maar ook de straat mobiliseren als een buitengewoon krachtig instrument om onze kracht te tonen en de bazen, hun partijen, de “chapulines” en de carrièremakers op afstand te houden en Morena te zuiveren van rechtse elementen.

    We zullen echter ook niet terugkrabbelen om de door Claudia voorgestelde programma’s en hervormingen uit te voeren. De val van de beurs de dag na de verkiezingen is een duidelijke boodschap van de Mexicaanse en internationale burgerij! Ons antwoord hierop, het antwoord van de werkenden en de onderdrukten, moet zijn: alleen de strijd op straat zal ons in staat stellen om vooruit te komen! Dit betekent dat we moeten breken met de illusie dat een meerderheid in het parlement alle problemen zal oplossen. Dat is niet het geval: de burgerij heeft de media, de economische middelen, woordvoerders en vertegenwoordigers op alle niveaus om de politieke strijd te voeren tegen alle pogingen tot verandering die haar klassenbelangen in twijfel trekken.

    Daarom moeten we onze strijd koppelen aan die van alle andere lagen die onderdrukt en uitgebuit worden door het kapitalisme, waar ze zich ook bevinden. Om deze link volledig coherent te maken, moeten we vechten voor een programma dat, terwijl het sociale hervormingen verdedigt, de arbeidersklasse oproept om zich te organiseren en te mobiliseren om te breken met het kapitalisme. Er kan geen totale en definitieve overwinning zijn op rechts en de bazen zonder de georganiseerde mobilisatie van de werkende klasse en de arme boeren, op basis van een socialistisch programma.

    Sluit aan bij Alternativa Socialista en vecht met ons voor de revolutionaire organisatie van de werkende klasse en andere lagen die onderdrukt worden door het kapitalisme!

  • Braziliaanse marxiste over de strijd tegen extreemrechts en voor een socialistisch alternatief

    De afgelopen week hielden we vijf publieke bijeenkomsten met Maria Clara, een Braziliaanse activiste van LSR (Vrijheid, Socialisme, Revolutie) en Feministas Antiracistas Socialistas. Vanavond is er nog een laatste bijeenkomst in Luik. Ze gaf een beeld van wat extreemrechts in Brazilië betekent en hoe het verzet daartegen gevoerd kan worden. Hieronder een samenvatting van wat Maria Clara vertelde.

    Extreemrechts aan de macht: niet in het belang van de werkende klasse

    De afgelopen jaren waren er grote veranderingen in het politieke landschap van Brazilië. Er waren de crisis en afzetting van president Dilma van de PT (Arbeiderspartij), haar opvolging door Michel Temer, de gevangenisstraf van Luka, de verkiezing van Bolsonaro, de vrijlating van Lula en zijn terugkeer als president. Het wijst op een instabiele politieke context.

    De extreemrechtse regering van Bolsonaro van 2019 tot 2023 vernietigde veel sociale maatregelen. De krachten rond Bolsonaro werden daarbij gesteund door een deel van de burgerij. Met slogans rond familie, het vaderland en verzet tegen corruptie speelt hij in op het wantrouwen tegenover de gevestigde instellingen en daarnaast maakte hij gebruik van conservatieve religieuze overtuigingen. Zijn toespraken waren van een niveau dat niet moet onderdoen voor dat van Trump. Hij richtte zich vooral tegen de weinige sociale maatregelen die er zijn om vrouwen, zwarten, LGBTQIA+ personen en inheemse mensen te steunen. De focus lag sterk op het aanklagen van de PT, Lula en de volledige linkerzijde als corrupte dieven.

    Aan de macht kwam er geen confrontatie met de gevestigde orde, maar bundelde Bolsonaro de krachten met traditioneel rechts voor een neoliberale agenda met afbouw van de openbare diensten. Om steun uit het centrum te krijgen, gingen er meer middelen naar het parlement. Topmilitairen kregen meer loon en privileges, waardoor de militaire steun voor de regering toenam. Voor de werkende klasse daarentegen was er geen enkele verbetering.

    Integendeel, er waren stijgende prijzen en honger, werkloosheid, corruptie in het onderwijs, sabotage van vaccinatie tegen Covid, nieuwe gevallen van racisme en politiegeweld, privatiseringen, besparingen op sociale uitgaven en vernietiging van het milieu door ontbossing, het vrijkomen van pesticiden en mijnbouw en aanvallen op inheemse volkeren. Daarnaast zien we voortdurende aanvallen op vakbonds- en democratische rechten en de dreiging van een staatsgreep, waardoor een autoritaire, seksistische, racistische en LGBTQIA-fobe agenda wordt gevoed.

    De regering van Bolsonaro bracht het slechtste van de huidige samenleving samen. Autoritairen en reactionairen die democratische rechten verachten, samen met de corrupte centrumpartijen, die onze rechten aanvallen, privatiseren en profiteren van het grootkapitaal. Het betekende meer doden onder vrouwen, zwarten, inheemse mensen, LGBTQIA+ personen en de werkende klasse.

    Hoe strijden tegen Bolsonaro?

    In de verkiezingscampagne van 2018 was er al groot protest, onder meer door de feministische beweging Ele Não. Dit spontane protest bracht massa’s op straat in betogingen, maar ook in de wijken en op de werkplaatsen. Er waren spontane groepen die pamfletten verdeelden en debatten organiseerden in de hoop de verkiezing van Bolsonaro te stoppen.

    Nadat hij was verkozen, verdedigden we op alle fronten de noodzaak om de strijd te verenigen om de regering Bolsonaro en zijn vicepresident, die uit het leger kwam, ten val te brengen. De slogan ‘Fora Bolsonaro’ genereerde talloze campagnes in het hele land, maar ze kwamen niet verder in hun programma om een echte alternatieve vorm van macht uit te drukken. Ondanks de vele kernen die spontaan ontstonden in buurten, scholen en op het werk, vakbondscampagnes, studentenstakingen en vele acties voor ‘Fora Bolsonaro’, besloten de meeste sociale bewegingen die vooral beïnvloed werden door Lula’s PT om te wachten op de verkiezingen van 2022. Een fout die de strijd een zeer hoge prijs heeft gekost en meer levens heeft gekost.

    Er was een wil voor deze strijd, en officieel was dit de president met het hoogste aantal ingediende verzoeken tot impeachment in de geschiedenis van Brazilië. Door de verkiezingsuitslag centraal te stellen om verandering te bekomen en niet de honderden strijdbewegingen die in die jaren werden gevoerd, kwamen we niet tot een nieuwe regering die linkse oplossingen centraal stelde.

    Hoe Lula won van Bolsonaro

    De kandidatuur van Lula werd breed gedragen. Dat front omvatte ook delen van de burgerij en de traditionele rechterzijde. Het idee werd gevestigd dat dit de enige manier was om extreemrechts te stoppen.

    Lula komt uit de sociale bewegingen en zijn eerste regering kwam tot stand op een ogenblik dat er een golf van nieuwe progressieve regeringen ontwikkelde in Latijns-Amerika. Die vertrokken van een idee van klassenverzoening, wat mogelijk werd door de economische groei die er toen was. Dit scenario is nu niet te herhalen in deze fase van wereldwijde crisis van het kapitalisme. Dat maakt het nog moeilijker om een regering te vormen die opkomt voor de belangen van de armen en de werkende klasse.

    Wij wilden uiteraard ook het einde van de regering-Bolsonaro. We stemden op Lula en wisten dat zijn verkiezing als enige mogelijke antwoord werd ervaren. Het was alsof we even verlost waren van de verschrikkelijke en verwoestende Bolsonaro.

    Een van deze alternatieven in Brazilië is de linkse partij PSOL. Die ontstond in het verzet tegen de pensioenhervorming van Lula in 2005. Vandaag is PSOL verzwakt en weet het niet hoe de strijd op te voeren. De PSOL-voorzitter stelde op het laatste congres dat de regering van Lula hard moet werken om zo te voorkomen dat extreemrechts weer aan de macht komt. Dat standpunt wordt door de meerderheid van de PSOL verdedigd.

    Na een jaar Lula aan de macht is er enige verbetering in de economie. Maar de populariteit van de president is gedaald. De kleine maatregelen worden niet aangevoeld als grote veranderingen. Langs de andere kant blijft de angst voor een terugkeer van extreemrechts heel groot. De regering werpt zich op als verdediger van de belangen van de burgerij. De agro-business doet goede zaken en als gevolg daarvan is er een toename van de ontbossing.

    Bij extreemrechts is Bolsonaro niet langer de centrale figuur, hij zocht zijn toevlucht tot de Hongaarse ambassade. Extreemrechtse ideeën staan echter nog steeds erg sterk en er is een grote polarisatie. Op 8 januari 2023 was er een couppoging. In februari dit jaar was er een betoging met Bolsonaro en met 180.000 deelnemers in São Paulo.

    Socialistisch feminisme en de strijd tegen systemisch racisme

    Feministisch en antiracistisch bewustzijn is sterk aanwezig in de strijd en heeft een grote invloed op het politieke toneel. Na vier jaar extreemrechtse regering is de situatie voor ons slechter geworden. Na een jaar onder Lula zijn de maatregelen beperkt en ontoereikend.

    In 2023 was er in zeven grote staten een stijging met 49% van het aantal femicides en moorden op trans personen. In deze staten valt er elke drie uur een slachtoffer. In 2021 was één op de drie slachtoffers een zwarte vrouw. In 2023 was er één geregistreerde verkrachting per 8 minuten. Sommige van deze slachtoffers zoeken toegang tot legale abortus, maar dat wordt slechts in drie situaties toegelaten: slachtoffers van geweld, gevaar voor het leven van de zwangere vrouw en misvorming van de foetus. Zelfs indien het onder die voorwaarden wettelijk kan, zijn er sowieso weinig diensten en zijn deze amper toegankelijk.

    We maken steunen de nationale campagne ‘Kinderen zijn geen moeders’, die opkomt voor het recht op abortus en ingaat tegen de voortdurende dreiging van wetsvoorstellen die burgerrechten willen geven aan een embryo. De criminalisering van abortus heeft verwoestende gevolgen. In 2021 en 2022 leidde dit tot de dood van 483 zwangere vrouwen, levens die gered hadden kunnen worden. De opkomst van extreemrechts leidde tot een toename van de vervolging van en rapportage over clandestiene abortussen. Hierdoor is de criminalisering en opsluiting van deze vrouwen toegenomen. Het zijn altijd arme vrouwen, waarvan de meerderheid zwart of inheems is, die het grootste slachtoffer zijn van deze logica. Er wordt gewerkt aan een campagne onder de naam ‘Geen gevangenissen en geen doden meer’.

    Inheemse levens lopen nog steeds groot gevaar. In 2022 vielen er 343 doden onder de Yanomami. In 2023 waren er meer dan 300 doden, van wie meer dan de helft jonger was dan 4 jaar. Dit aantal is immens als we kijken naar de totale inheemse bevolking van het land. Het betekent dat er strijd nodig is voor het recht op land en de zelfbeschikking van volkeren. Er is onder meer een strijd tegen de aanleg van een nieuwe spoorlijn die het inheemse gebied doormidden zou snijden en die de belangen van de agro-business dient.  

    De dreiging van de regering om gevangenissen te privatiseren zal racisme verder versterken. Brazilië kent de op twee na grootste gevangenisbevolking ter wereld, na de VS en China. 66% van deze bevolking is zwart. Binnen de feministische en antiracistische bewegingen pleiten we voor een sterke campagne tegen de privatisering van de gevangenissen, tegen de massale opsluiting van zwarte mensen en tegen de zogenaamde ‘war on drugs’.

    De situatie van trans personen blijft zorgwekkend. Brazilië is het land dat de meeste transpersonen ter wereld vermoordt. De levensverwachting van een trans persoon in Brazilië is 35 jaar. Toegang tot gezondheidszorg, degelijk werk, huisvesting en minimale leefomstandigheden zijn erg moeilijk en er zijn heel veel vooroordelen.

    Er is straatprotest. In maart was er de eerste optocht van trans mannen in São Paulo met 10.000 deelnemers. De LGBTQIA+ prides in Brazilië zijn doorgaans erg groot, maar er is strijd om deze te politiseren. Er is voor het vierde jaar op rij een trans pride en er zijn ook marsen voor de rechten van lesbiennes en biseksuele vrouwen. Bolsonaro keurde een transfobe maatregel goed voor identiteitsdocumenten in het land. Het leek erop dat Lula die maatregel ging intrekken, maar hij deed dit uiteindelijk niet om de conservatieven in het parlement niet voor het hoofd te stoten.

    Feminisme in Latijns-Amerika

    Sinds de feministische lente in 2015 hebben de wereld en het feminisme transformaties ondergaan. Veel meer dan het aan de kaak stellen van loonongelijkheid, is het zich gaan richten op de hele seksistische structuur die wordt opgelegd aan het dagelijks leven als vrouw, lgbtqia+ persoon en mensen van kleur.  

    We klaagden het structurele karakter van onderdrukking binnen het kapitalisme aan, een karakter dat een effect heeft op alle gebieden van ons bestaan. Het dagelijkse leven is niet evident voor wie vrouw is, arm, zwart, inheems, queer en al wie buiten de hokjes van de normen valt. De feministische golf van ‘Ni Una Menos’ blijft sterk, onder meer omdat het aantal femicides hoog blijft. We zorgen ervoor dat de slachtoffers niet vergeten worden.

    Binnen deze beweging maakte het optreden van Chileense feministen indruk op sociale netwerken en werd het in de jaren daarna ook in andere landen opgevoerd. Het lied “Jij bent de verkrachter” associeerde de verkrachter met een machocultuur die door de staat in stand wordt gehouden als de hoofdrolspeler van gendergeweld en onderdrukking. In Argentinië vochten de massa’s om abortus te legaliseren en wonnen ze het recht op abortus. Ze verspreidden het symbool van de groene sjaaltjes door heel Latijns-Amerika en de wereld. En ze lieten ook zien dat we kunnen winnen als we ons niet beperken tot het onderhandelen over kruimels die regeringen en bazen bereid zijn om van de tafel te laten vallen.

    De uitweg

    Het gevoel is dat er dringend behoefte is aan verandering in het leven van vrouwen, zwarte, inheemse en LGBTQIA+ mensen.

    Regeringen hebben gefaald, zelfs de nieuwe linkse formaties laten zien dat ze niet breken met het kapitalisme.

    Nochtans is het duidelijk dat feministische strijd een bedreiging kan vormen voor het systeem en voor de gevestigde orde. Dat verklaart de conservatieve reacties hiertegen. Er zijn de slechter wordende levensomstandigheden voor de werkende klasse, wat leidt tot meer sociale polarisatie. De antwoorden van het kapitalisme bestaan uit meer geweld, discriminatie en oorlogen.

    Het is tegen deze achtergrond dat extreemrechts wereldwijd kan groeien en zelfs de minimale vooruitgang in de strijd tegen genderongelijkheid en racisme, en tegen onderdrukking in het algemeen, betwist.

    Pogingen tot verzoening met de gevestigde orde zullen daar geen antwoord op bieden. In de praktijk zullen zij onze rechten blijven beknotten en ruimte laten voor de versterking van extreemrechts, dat opnieuw aan de macht dreigt te komen, zoals we Trump in de VS zien doen.

    Op straat komen en onze strijd organiseren voor socialistische maatschappijverandering blijft de enige uitweg. Dat is waar we in Brazilië en wereldwijd voor opkomen.

  • Argentinië: rechtse president wil hard besparen, maar stuit op verzet

    De reactionaire krachten voelden zich gesterkt toen Javier Milei in november de Argentijnse presidentsverkiezingen won. De voormalige TV-persoonlijkheid, die zichzelf omschreef als ‘anarcho-kapitalist’, beloofde om de staatssector met de spreekwoordelijke kettingzaag aan te pakken met een reeks schokkende privatiseringen en besparingen. Drie maanden later heeft de totale aanval van Milei op de massa’s al golven van protesten en een algemene staking ontketend. Dat is slechts een voorproefje van de grote confrontaties die eraan komen.

    Door Darragh O’Dwyer

    De opkomst van Milei

    Hoe kon zo’n figuur met de meeste stemmen ooit in de Argentijnse geschiedenis president worden? Milei is een product van de economische, sociale en politieke crises van het kapitalisme. Net als veel van de extreemrechtse monsters die het systeem de afgelopen periode heeft gebaard, vertrouwde hij op anti-elite retoriek, waarbij hij tekeer ging tegen ‘la casta’ die het politieke establishment vormen. Hij recupereerde zelfs cynisch de slogan “que se vayan todos!” (stuur ze allemaal naar huis). Dat was de slogan van de Argentinazo, een massale opstand van arbeiders, jongeren en onderdrukten die het Zuid-Amerikaanse land in 2001 op zijn grondvesten deed schudden.

    https://nl.socialisme.be/96966/extreemrechts-scoort-in-argentijnse-voorverkiezingen-verzet-organiseren

    Failliet van het Peronisme

    Milei’s belangrijkste doelwitten waren de krachten van het Peronisme. De centrumlinkse reformistische regering van Alberto Fernandez, die in 2019 werd gekozen, stelde zich tevreden met het beheren van een aftakelend Argentijns kapitalisme en zag toe op toenemende ellende voor de massa’s. Tegen het einde van zijn ambtstermijn was het armoedepercentage omhooggeschoten tot 40%; de inflatie bedroeg maar liefst 160% en de buitenlandse schuld was opgelopen tot 400 miljard dollar (110 miljard dollar alleen al aan het IMF). Net als elders creëerde het falen van het reformisme extra ruimte voor extreemrechts.

    Milei’s Peronistische tegenstander, Sergio Massa, was minister van economie van 2022 tot 2023. Hij werd terecht gezien als mee verantwoordelijk voor de sociale problemen. Een groot deel van de bijna 11,5 miljoen mensen die op Massa stemden, hielden hun neus dicht en kozen voor het minste kwaad. Hoewel Milei’s meest geharde sociale basis bestaat uit de meest reactionaire delen van de middenklasse, oogstte hij ook aanzienlijke steun onder een laag van arbeiders en jongeren die een klap wilden uitdelen aan het status quo. Helaas kon ‘El Loco’ in het vacuüm stappen door het ontbreken van een massaal links alternatief dat hun woede kon bundelen in een georganiseerde strijd tegen het kapitalisme.

    Sociaal offensief

    Toch betekent Milei’s overwinning geen totale nederlaag voor de arbeidersklasse en de onderdrukten. Milei’s reactionaire sociale offensief en de intensivering van de staatsrepressie kunnen eerder gezien worden als een reactie op de fenomenale bewegingen die de fundamenten van het Argentijnse kapitalisme de afgelopen twee decennia deden wankelen. Argentinië is de bakermat van de heroïsche ni una menos strijd tegen seksistisch geweld, het eerste land in Latijns-Amerika waar het homohuwelijk werd erkend en het thuisland van de militante marea verde (groene vloed) die met hand en tand vocht om in 2020 eindelijk abortusrechten te krijgen. En dan hebben we het nog niet gehad over de radicale piqueterobeweging van werklozen en de militante tradities binnen de arbeidersbeweging. 

    https://nl.socialisme.be/85751/es-ley-abortus-gelegaliseerd-in-argentinie-dankzij-strijd
    https://nl.socialisme.be/72378/argentinie-massabeweging-schort-pensioenhervorming-op-ondanks-brutale-repressie

    Milei wil niet alleen de woede afleiden van de echte oorzaken van sociale ellende. Door te mikken op abortusrechten, te besparen op de steun voor overlevenden van gendergeweld en met transfobe tirades tegen de ‘genderideologie’, wil hij de meest radicale delen van de Argentijnse samenleving disciplineren en demoraliseren. Dit zou op zijn beurt de politieke voorwaarden scheppen om zijn economische programma uit te voeren.

    Tegenstellingen in de heersende klasse

    Desondanks staat Milei voor meerdere uitdagingen als het gaat om het consolideren van een stabiele heerschappij. Zijn partij, Libertad Avanza, die in 2021 werd opgericht, heeft slechts 38 zetels in het Congres, waardoor hij genoodzaakt is allianties te zoeken met traditioneel rechts. Presidentskandidate Patricia Bullrich, die Milei steunde nadat ze van hem verloor in de eerste ronde, werd beloond met de post van minister van Veiligheid en leidt gretig het harde optreden tegen democratische rechten. Luis ‘Toto’ Caputo, minister van Financiën onder de verafschuwde rechtse regering van Marcio Macri, is nu minister van Economie. Dat Milei zijn kabinet vulde met een groot deel van de traditionele ‘casta’ ontmaskerde elke schijn van zijn ‘anti-establishment’ imago.

    Sommige delen van de burgerij voelden zich ongemakkelijk door de potentiële instabiliteit die Milei’s radicale economische beleid kan veroorzaken. Om de meer gematigde Caputo voor zich te winnen, schortte hij plannen om de economie te dollariseren op, waardoor hij de steun van zijn hardline adviseurs verloor. Ook Milei’s beslissing om zich terug te trekken uit de BRICS en een strategische afstemming met Washington na te streven, is een probleem voor kapitalisten uit de landbouwsector die hun handel met Brazilië en China hebben verdiept. Aan de andere kant juichte het IMF de maatregelen van Milei toe als “moedig” en “veel ambitieuzer” dan die van zijn voorgangers.

    Milei valt aan … de massa reageert

    Bij zijn eedaflegging op 10 december stelde Milei dat “er geen alternatief is voor besparingen.” Op 20 december maakte hij dat dreigement waar en ging hij verder met zijn ‘megadecreet’ van wijzigingen in meer dan 300 wetten, waarbij hij aanvallen op het stakingsrecht uitvoerde, een arbeidshervorming doorvoerde en gecontroleerde huurprijzen verbood. Hij bracht ook zijn ‘omnibus’ wet naar het parlement, een pakket bestaande uit meer dan 600 nieuwe stukken wetgeving die deel uitmaken van Milei’s schokkende besparingsplan.

    Op dezelfde dag dat Milei het decreet aankondigde, reageerde de massa onmiddellijk met een cacerolazo: het gebonk van potten en pannen galmde door de arbeiderswijken in Buenos Aires en steden in het hele land. Terwijl de economie in een neerwaartse spiraal terechtkwam, verloor Milei steun met 1% per dag. De vraag aan de vakbondsfederatie CGT om een nationale staking uit te roepen, begon te circuleren en aan kracht te winnen. Uiteindelijk dwong druk van onderaf de vakbondsleiders om op 24 januari een eendaagse algemene staking uit te roepen. In het hele land namen 1,5 miljoen mensen deel aan de staking, waarbij arbeiders zich aansloten bij piqueteros, feministische groeperingen en buurtbijeenkomsten.

    Eerste tegenslag voor Milei, maar de strijd gaat door

    Samen met de aanhoudende protesten dwong de algemene staking af dat de omnibuswet werd ingetrokken. Dit is een belangrijke eerste overwinning op de regering, maar een die moet worden geconsolideerd als onderdeel van een algemeen strijdplan om Milei te verslaan. Zo’n beweging moet democratisch gecontroleerd worden door de arbeiders en niet van bovenaf geleid worden door de Peronistische partijen en de vakbondsbureaucratie. Op deze manier kunnen veel aanhangers van Milei uit de arbeidersklasse worden losgemaakt van zijn invloed en kan hun oprechte woede worden gekanaliseerd in een strijd die het echt opneemt tegen de kapitalistische elite.

    De trotskistische linkerzijde, die in Argentinië sterk staat en georganiseerd is in het Links Arbeidersfront – Eenheid (FIT-U), moet actief leiderschap tonen. Het is niet genoeg om afgevaardigden te hebben of deel te nemen aan de strijd. De crisis van het Peronisme en de verscherping van de klassenstrijd opent een kans om een politiek instrument op te bouwen dat verder gaat dan louter electorale eenheid en dat dient om een politiek alternatief voor de crisis te bieden met een socialistisch programma. Deze strijd moet niet alleen linkse activisten omvatten, maar ook de duizenden mensen die actief zijn in de strijd, maar geen deel uitmaken van de georganiseerde linkerzijde.

    De komende weken zullen er hier enorme kansen voor zijn. Na de verwerping van de omnibuswet is de aanval op abortusrechten geëscaleerd. Internationale Vrouwendag zal een cruciale dag van strijd zijn tegen het offensief van Milei. De feministische bijeenkomsten die worden gehouden om 8 maart voor te bereiden zijn erg groot, en sommige vakbonden nemen er aan deel. Het is noodzakelijk dat de vakbonden een algemene staking uitroepen op 8 maart om continuïteit te geven aan de strijd tegen de besparingen van de regering. ISA Argentinië is actief in deze beweging en pleit ervoor dat de internationale vrouwendag dit jaar haar socialistische tradities van uit de werkende klasse omarmt als onderdeel van de strijd tegen Milei en het kapitalistisch systeem dat hem voortbracht.

  • Guatemala. Verzet nodig tegen poging tot rechtse staatsgreep!

    Geschreven door Alternativa Socialista, ISA in Mexico

    Op 8 december 2023 vroegen de openbare aanklagers Rafael Curruchiche en Leonor Morales om de nietigverklaring van de verkiezingen van afgelopen augustus, waarin Bernardo Arévalo een verpletterende overwinning behaalde die werd bekrachtigd door het Hoogste Verkiezingstribunaal. De procureur-generaal vroeg ook om de immuniteit van Arévalo op te heffen om een onderzoek naar hem in te stellen wegens vermeende corruptie. Het gerechtelijke manoeuvre is van dien aard dat zelfs de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zich uitsprak tegen wat het een staatsgreep door het Openbaar Ministerie noemde.

    Bernardo Arévalo, de zoon van voormalig president Juan José Arévalo, won 58% van de stemmen in de tweede ronde op 20 augustus. Hij voerde campagne als kandidaat tegen corruptie en als iemand die het opneemt tegen het establishment. Zijn campagne werd een politieke uiting van de enorme woede van de arbeiders, armen en onderdrukten. Naast het feit dat Guatemala al tientallen jaren gebukt gaat onder neoliberaal beleid, hebben de pandemie en de klimaatrampen de ellende van de Guatemalteekse bevolking nog vergroot. 60% van de bevolking leeft in armoede, een cijfer dat oploopt tot 80% onder de inheemse bevolking.

    Na Arévalo’s verrassende overwinning in de eerste ronde in juni waren delen van de rechterzijde bang dat dit hun macht, winsten en prestige zouden bedreigen. Ze betwisten de resultaten voor de rechtbank. Het Grondwettelijk Hof beval het Verkiezingstribunaal om de officiële bekendmaking van de resultaten uit te stellen. Semilla, de partij van Arévalo, werd geschorst.

    Manoeuvre van rechts om democratische rechten aan te vallen

    De antidemocratische manoeuvres van de Guatemalteekse oligarchie lokten begin oktober massaprotest uit. Wekenlang werd het land verlamd met mobilisaties en blokkades om de afzetting te eisen van procureur-generaal Consuelo Porras, de architect van de staatsgreep.

    Nu is er een nieuwe poging tot staatsgreep nadat het Openbaar Ministerie een inval deed in de kantoren van Semilla en bij het Verkiezingstribunaal, zogezegd om de verkiezingen te onderzoeken. Het Openbaar Ministerie vroeg niet alleen om de immuniteit van Arévalo op te heffen, maar ook van afgevaardigden die dicht bij de verkozen president staan. Dit is een poging om zowel Arévalo en zijn aanhangers als het Verkiezingstribunaal te intimideren.

    De uitkomst van de poging tot gerechtelijke staatsgreep door het kantoor van de procureur-generaal van Guatemala is nog onduidelijk. Het Verkiezingstribunaal zelf heeft verklaard dat de verkiezingen niet worden overgedaan en dat de resultaten van de verkiezingen van afgelopen augustus onveranderlijk, geldig en officieel zijn.

    Rol van het Amerikaanse imperialisme

    Dit wordt gesteund door de Amerikaanse regering, die de druk voor een vreedzame machtsoverdracht heeft opgevoerd door de visa van 100 leden van het Guatemalteekse parlement in te trekken. Het doet dit niet uit altruïstische motieven. Al het gepraat over het bevorderen van mensenrechten past in de retoriek die het Amerikaanse imperialisme hanteert in zijn inter-imperialistische rivaliteit met China als een strijd tussen democratie en autoritarisme.

    De geschiedenis van de politieke en militaire interventie van het Amerikaanse imperialisme in Guatemala is welbekend. Het imperialisme heeft er actief steun verleend aan staatsgrepen tegen democratisch gekozen regeringen die het als een gevaar voor zijn geopolitieke belangen beschouwde. In 1954 steunden de VS de militaire staatsgreep tegen Jacobo Arbenz en in de jaren 1980 steunde en financierde de regering-Reagan de genocidale anti-oproercampagnes van Ríos Montt, die 200.000 mensen het leven kostten, voor het merendeel inheemse Maya’s. De regering-Reagan financierde de militaire staatsgreep in Guatemala.

    Op dit moment is het belangrijkste doel van de regering Biden echter om een vorm van stabiliteit te handhaven in Guatemala, dat een van de belangrijkste bronnen is van migranten die de grens met de VS bereiken. Vergeet niet dat Kamala Harris tijdens een bezoek in 2021 brutaal tegen de Guatemalteken zei dat ze niet naar de VS moesten komen. Honderdduizenden hebben de afgelopen jaren de reis gemaakt op de vlucht voor de sociale ellende en het geweld, zelf een product van de acties en het beleid van het Amerikaanse imperialisme en zijn lokale lakeien in de Guatemalteekse heersende klasse.

    Alleen massale strijd kan rechts verslaan

    De Amerikaanse diplomaat Brian Nichols bracht in oktober een bezoek aan Guatemala om Arévalo, bedrijfsleiders en andere oppositiegroeperingen te ontmoeten in een poging om de nieuwe regering te versterken als betrouwbare bondgenoot. Maar zelfs een vreedzame machtsoverdracht kan geen stabiliteit van betekenis bieden in het licht van de overlappende crises waar het Guatemalteekse kapitalisme mee te maken heeft. Helaas zijn het milde sociaaldemocratische beleid en de verzoenende strategie van de partij Semilla niet voldoende voor het soort revolutionaire verandering dat nodig is om een weg vooruit te wijzen.

    Arbeiders en onderdrukten moeten geen vertrouwen hebben in kapitalistische instellingen, noch in de holle en cynische retoriek van de Amerikaanse regering die groen licht geeft voor het bloedbad van de Israëlische staat in Gaza. De massa’s moeten vertrouwen op hun eigen kracht en strijdmethoden om de verdediging van democratische rechten te garanderen. Zelfs onder het presidentschap van Arévalo moeten arbeiders, de armen en de inheemse bevolking gemobiliseerd blijven en voorbereid zijn op nieuwe aanvallen van de heersende klasse. Een duidelijk programma voor de socialistische omvorming van de samenleving in Guatemala en de regio zal cruciaal zijn om rechts en hun systeem voor eens en voor altijd te verslaan.

  • Argentinië: extreemrechtse kandidaat Milei verliest in eerste ronde

    Het zag er even naar uit dat de extreemrechtse kandidaat Milei de eerste ronde van de Argentijnse presidentsverkiezingen zou winnen. Hij won in de voorverkiezingen, maar kwam nu niet verder dan dat resultaat. Hij strandde met zijn partij La Libertad Avanza op 30,02%. De minister van Financiën en kandidaat van de Peronistische Unión por la Patria haalde 36,63%, beduidend meer dan de 27,27% die hij in de voorverkiezingen haalde.

    Door Marcos Ariel, Alternativa Socialista (ISA in Argentina)

    Het oppositiefront van de voormalige rechtse president Macri, Juntos por el Cambio (Samen voor Verandering), verloor overweldigend. Deze partij haalde 23,83%, tegenover 28,27% in de voorverkiezingen. Het is de grote verliezer van de eerste ronde en haar kandidaat, Patricia Bullrich, werd uit de tweede ronde gehouden.

    Het Frente de Izquierda (Links Front) eindigde op de vijfde plaats met 2,69%, waarmee het de stemmen behield die het in de voorverkiezingen behaalde. Dit was genoeg om één parlementslid in de stad Buenos Aires en één nationaal parlementslid toe te voegen.

    De rechtse Peronist Juan Schiaretti eindigde op de vierde plaats met 7,6%.

    Extreemrechts toont zijn lelijke gezicht

    De verkiezingen werden gehouden te midden van een steeds diepere economische crisis die arbeiders en de armen straft, met een inflatie van ongeveer 140% per jaar, armoede van 40% en een recorddevaluatie van de nationale munt, waarbij de waarde van de dollar in één jaar steeg van 300 pesos naar 1000 pesos.

    Het is precies vanwege deze ernstige situatie, die de verantwoordelijkheid is van de huidige regering en de vorige regering van Juntos por el Cambio (Samen voor Verandering), dat in de voorverkiezingen van augustus de ultrarechtse Javier Milei won met zijn retoriek tegen de ‘politieke kaste’ en zijn voorstel om de crisis te beëindigen met de dollarisering van de economie.

    Euforisch over hun triomf, ontketenden de kandidaten van Libertad Avanza publiekelijk hun voorstellen van directe aanvallen op de arbeidersklasse en democratische rechten. Zo verzette Milei zich tegen arbeidsrechten, verklaarde dat “sociale rechtvaardigheid diefstal is” en dat bijvoorbeeld ontslagvergoedingen, ziekteverlof, enz. moesten worden afgeschaft en pensioenen moesten worden geprivatiseerd.

    In zijn ijver om te privatiseren viel hij CONICET (Nationale Raad voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek) aan, een staatsinstelling met groot wetenschappelijk prestige, en viel hij ook de vrije openbare universiteit aan met de slogan “betaal voor de universiteit, luie donder.”

    Aan hun anti-legale abortusstandpunt voegden ze ook de ontkenning van de genderkloof op het werk toe. Ze stelden voor dat mannen “afstand kunnen doen van het vaderschap” en kunnen weigeren hun kinderen te onderhouden en ze vielen de LGBTIQ+ gemeenschap aan door te zeggen dat homo zijn hetzelfde is als ziek zijn of een handicap hebben.

    In een land waar de genocide van de militaire dictatuur niet is vergeten, ontkenden ze de genocide door te zeggen dat er een oorlog was met slechts “enkele excessen” door de militairen. Ze raakten zelfs zeer gevoelige vezels in het Argentijnse volk, door de soevereiniteit over de eilandengroep Malvinas te ontkennen.

    Milei’s viering van de brute devaluatie die plaatsvond in de week voor de verkiezingen en zijn uitspraken ten gunste van de stijging van de dollarkoers omdat “hoe meer de dollar stijgt, hoe beter het is om te dollariseren” viel erg slecht bij de bevolking omdat we weten dat wanneer de dollar stijgt, de prijs van voedsel ook stijgt.

    Massa profiteert van afwijzing van Milei

    Massa’s electorale comeback kan worden verklaard door het feit dat hij inspeelde op de afwijzing van Milei’s waanzin. De angst dat “alles zou kunnen ontploffen” moedigde een deel van de bevolking die niet stemde in de voorverkiezingen aan om dat deze keer wel te doen, zodat de opkomst steeg van 69,62% naar 77,67%. Aan de andere kant voegde hij de gematigde stemmen toe van Rodriguez Larreta die de voorverkiezingen in Juntos por el Cambio verloor van Patricia Bullrich die een vergelijkbaar profiel heeft als Milei.

    Massa nam ook enkele economische maatregelen die, hoewel gedeeltelijk en beperkt, het lijden van de arbeidersklasse enigszins verzachtten, zoals de terugbetaling van 21% btw, de afschaffing van de inkomstenbelasting voor werknemers, de toekenning van een subsidie aan informele werknemers en krediet tegen lage rente.

    Op politiek vlak promootte Massa enerzijds een angstcampagne door te beweren dat een eventuele overwinning van Milei automatisch het verlies van alle rechten zou betekenen. Aan de andere kant probeerde hij zich volledig te distantiëren van de Peronistische president Alberto Fernández, door hem verantwoordelijk te stellen voor alle “fouten” en ook van vice-president Cristina Kirchner, die gedurende de hele campagne zweeg.

    Met het oog op de tweede ronde, die op 19 november wordt gehouden, zullen zowel Massa als Milei op zoek gaan naar de stemmen van Juntos por el Cambio, die door hun verkiezingsnederlaag in een onomkeerbare crisis zijn beland. Hun stemmen zullen deels naar Massa gaan en deels naar Milei, die stemmen zal krijgen van de meest rechtse vleugel die, net als Macri, zijn sympathie voor zijn libertaire ideeën niet onder stoelen of banken steekt.

    Ongetwijfeld verdiept dit verkiezingsproces de politieke crisis van het systeem. Aan de ene kant zal het uiteenvallen van Juntos een poot verwijderen uit het tweepartijen/coalitiesysteem, waarmee de burgerij regeerde na de diepe crisis van de Argentinazo in 2021.

    Maar het zal ook het einde betekenen van de Peronistische coalitie. Massa zelf heeft al aangekondigd dat als hij het presidentschap wint, hij een regering van “nationale eenheid” zal vormen met daarin “het beste van elke politieke partij”, dat wil zeggen, de overblijfselen van de rechtervleugel die vandaag Juntos por el Cambio vormen.

    Het is duidelijk dat een presidentschap van Milei een aanval op de arbeidersklasse zou betekenen, maar als extreemrechts een opgang kent en mogelijkheden heeft om te regeren, is dat de verantwoordelijkheid van het Peronisme dat alle verwachtingen heeft teleurgesteld, maar ook van de vakbondsbureaucratie die al die jaren medeplichtig was aan de besparingen van de regering.

    Maar de electorale reactie tegen Milei is een uitdrukking dat de strijd tegen tegen extreemrechts kan opgevoerd worden, zelfs als degene die daar electoraal voordeel uit haalt een van de directe verantwoordelijken is voor het besparingsbeleid.

    De reactionaire standpunten van Milei mogen ons niet doen vergeten dat Massa de minister van besparingen is. Als hij uiteindelijk wint, zal hij de president van de verdieping van de besparingen zijn. Omdat het niet mogelijk is te regeren ten gunste van het grootkapitaal en tegelijkertijd ten gunste van de arbeiders, is het niet mogelijk te regeren voor het IMF en voor het volk. Of men regeert voor het een of voor het ander. In zijn voorstel om de rechtervleugel toe te voegen aan zijn regering van nationale eenheid heeft hij de aard van zijn mogelijke regering al duidelijk gemaakt.

    Arbeidersklasse moet zich voorbereiden op strijd

    Daarom zullen de arbeiders en het volk, los van wie de tweede ronde wint, moeten strijden om onze rechten te verdedigen en ervoor te zorgen dat de crisis wordt betaald door degenen die haar hebben veroorzaakt, de kapitalisten.

    In die zin is het belangrijk dat het Frente de Izquierda haar stemmen uit de voorverkiezingen heeft behouden en een parlementslid in de stad Buenos Aires en een nationaal parlementslid heeft kunnen toevoegen aan de vier die ze al had. Dit laat zien dat, ondanks een electorale verschuiving naar rechts, het linkse front een potentieel heeft, hoewel het helaas beperkt blijft tot het electorale veld.

    Om de strijd te organiseren die de arbeidersklasse vroeg of laat zal voeren, hebben we een linkerzijde nodig dat niet alleen electoraal verenigd is, maar ook fundamenteel in de dagelijkse strijd van de arbeidersklasse.

    Op deze weg moeten we een socialistisch alternatief opbouwen in Argentinië, omdat de volgende president het kapitalistische model zal verdiepen waardoor de weinigen profiteren, de superrijken die elke dag rijker worden terwijl de arbeiders armer worden.

  • Nationale actiedag tegen anti-zwart racisme in Brazilië: stop racistisch politiegeweld!

    Verkorte versie van een artikel door YASMIM ALVES – activiste bij LSR/ISa En lid van AFOXÉ ALAFIN OYÓ, gepubliceerd op 21 augustus 2023, op de website van LSR, LSR (Liberdade Socialismo e Revolução), de Braziliaanse afdeling van ISA – International Socialist Alternative.

    Op maandag 7 augustus 2023 werd Thiago Menezes Flausino doodgeschoten door de militaire politie van Rio de Janeiro. Thiago, een zwarte jongen met een naam, een familie en vrienden, werd op amper 13 jaar slachtoffer van de racistische kapitalistische staat. Volgens het Fórum Brasileiro de Segurança behoorden 78,9% van de Brazilianen die gedood werden tijdens een politie-interventie in 2020, tot de zwarte bevolking. Als we kijken naar het algemene gegeven van geweld, zien we dat er elke 23 minuten een zwarte persoon overlijdt in Brazilië. Elk jaar sterven er 23.100 zwarte jongeren, dat zijn ongeveer 63 jongeren per dag. We kunnen deze cijfers niet als een ‘natuurlijk’ gegeven zien.

    NOOD AAN ORGANISEREN – 24 Augustus: nationale dag van strijd

    Een foto waarop Thiago’s vriendjes huilen tijdens zijn begrafenis ging viraal op sociale media en drukte het leed uit dat velen onder ons ervaren. Maar dit bleek niet voldoende om heel de bevolking aan te zetten om op straat te komen. Zijn familie en gemeenschap protesteren echter en tonen dat racistisch geweld niet onbestraft kan blijven!

    Op donderdag 10 augustus vond een Nationale Bijeenkomst van bewegingen tegen anti-zwart racisme en hun bondgenoten plaats over het thema van politiegeweld en racisme. Ook wij namen als LSR samen met honderden anderen deel aan de bijeenkomst. Op basis van tussenkomsten, uitwisseling en discussie kwam men tot het gemeenschappelijk inzicht dat we niet gewoon kunnen rekenen op regeringen en instellingen. Het werd ook duidelijk dat het onze taak is om deze grote nationale betoging te organiseren, om het bewustzijn te doen toenemen en alle organisaties en de werkende klasse massaal mee op straat te nemen voor een stop aan racistisch politiegeweld! Als datum is 24 augustus gekozen, de dag van het overlijden van de Braziliaanse abolitionist en advocaat Luiz Gama, die niet alleen zijn eigen bevrijding – een ongekende prestatie – maar ook die van honderden tot slaaf gemaakten won.

    DE OORSPRONG VAN DE MILITAIRE POLITIE

    De militaire politie kent haar oorsprong in de periode van Portugese kolonisering. Met het toenemen van de bevolking door de ontvoering en mensenhandel van volkeren uit Afrika had de adel een ‘veiligheidsmacht’ nodig om zichzelf te beschermen en om de duizenden tot slaafgemaakten die werkten en de rijkdom van het hof genereerden, te controleren en onderdrukken. Eén jaar na de aankomst van het Portugese hof werd een garde opgericht onder de naam Divisão Militar da Guarda Real de Polícia do Rio de Janeiro. Vervolgens werden er politiekorpsen opgericht in Minas Gerais (1811), Pará (1820), Bahia, Pernambuco (1825) en andere staten.

    Tussen 1889 en 1937 kreeg de politie ook de opdracht, via wetgeving en regeringen, om iedereen die aan capoeira (Afro-Braziliaanse strijd en manifestatie, gezien als misdaad binnen de strafwet) doet, op te pakken. Dit was niet de enige wet die ervoor diende om zwarte mensen en mensen van de werkende klasse te controleren, te arresteren en/of te vermoorden. Sindsdien is er, na een verderzetting tijdens de Militaire Dictatuur waarin de politie en het leger dienden om de oppositie tegen het regime te martelen, vermoorden en de kop in te drukken, weinig substantieel veranderd.

    Veel uit het verleden blijft bestaan. De politie werkt in de republiek ten gunste van de belangen van de burgerij, zoals ze in de kolonie de belangen van de adel diende.

    Het doelwit heeft een klasse en kleur en de staat zal altijd nieuwe mechanismen van controle en repressie creëren. Denk maar aan het gebruik van artificiële intelligentie om aan gezichtsherkenning te doen van veronderstelde criminelen. Studies tonen nu al de racistische en klassenvooroordelen aan die spelen binnen dit type van metingen. San-Francisco, New York, Portland, Minneapolis, Cambridge, Oakland en New Orleans hebben wetten die gezichtsherkenning verbieden. In Europa, Duitsland, België en Slovakije zijn er eveneens initiatieven gelanceerd om het te verbieden. Het is duidelijk dat Black Lives Matter en de radicalisering van strijdbewegingen hiervoor van groot belang waren en we moeten hetzelfde doen in Brazilië. Het is belangrijk dat we de aard van politiegeweld begrijpen en wanneer we haar wortels kennen, haar tegengaan niet alleen met een juist eisenprogramma, maar ook met de meest effectieve strijdtactieken.

    EXTREEMRECHTS EN OPENBARE VEILIGHEID

    Hoewel Bolsonaro in de verkiezingen werd verslagen, kan het “bolsonarisme” geen afgesloten hoofdstuk genoemd worden. Extreem rechts is aanwezig in alle ruimtes van onze samenleving: in de veiligheidsdiensten, uitvoerende macht, legislatieve macht, juridische macht, in de media en in sociale instituties die het dichtst aansluiten bij het dagelijks leven van onze klasse.

    In mei dit jaar publiceerde Intercept Brasil onder de titel “Fardados e consagrados” (“In uniform en ingewijd”) een tekst die uitlegt hoe de Universele Kerk de politiemacht in Brazilië indoctrineert1. Volgens Intercept biedt het project “Universal nas Forças Policiais” (“Universeel in de politiemacht”) “spirituele assistentie” aan politieagenten aan, die deze volgen inclusief tijdens de werkuren, in uniform en met voertuigen.

    Gegeven de impact van deze ideologische propaganda in de instellingen en wetende dat perifere regio’s en wijken het hoofddoelwit van politiegeweld zijn, verdedigen wij de verbinding tussen antiracismebewegingen, buurtorganisaties en families in deze gebieden die het slachtoffer zijn van politiegeweld. In Pernambuco zullen we bijvoorbeeld de nationale actie van 24 augustus in de Ibura-wijk in Recife doen, een buitenwijk waar Mário Andrade, een zwarte jongen van amper 14 jaar, vermoord werd door een politieagent. Deze acties doorheen de wijken zullen verdergezet worden op 24 september, 24 oktober en 20 november, de dag die de Black Consciousness Month aanduidt.

    Een ander relevant gegeven is dat ongeveer 30% van de Braziliaanse politieagenten actief zijn op radicale extreem rechtse websites. Dit doet denken aan de poging tot staatsgreep van 8 januari 2023 waarbij honderden mensen tot aan de gebouwen van de drie machten in Brasília kwamen om te plunderen en om militaire interventie te vragen. Het gaat hier niet om een loutere ontevredenheid met de verkiezingsresultaten, maar om een georganiseerde actie door delen van de samenleving die gelinkt zijn aan extreem rechtse discours en praktijken. Erger nog, het was een poging tot staatsgreep waarbij de politie en de organisaties voor openbare veiligheid helemaal niet tussenkwamen om deze te beletten, maar er integendeel actief aan deelnamen. Dit kan niet onderschat worden en ook niet louter op institutionele wijze beantwoord worden.

    Het punitivismo (strafgedreven beleid) is een centraal element in het beleid dat extreem rechts en traditioneel rechts verdedigen. Anders gezegd: het idee dat straffen dé oplossing is voor problemen van openbare veiligheid. Dit drukt zich ook uit in een slogan die maar al te vaak gehoord en herhaald wordt, zelfs binnen de werkende klasse: “Een goeie misdadiger is een dode misdadiger!”. We zien dat dit niet alleen geen oplossing biedt voor het probleem van openbare veiligheid, maar dat het aan de staat haar rol ontneemt en de verantwoordelijkheid voor geweld bij het zwarte, arme individu legt. De werkenden zelf, ook degenen die politieagenten zijn, worden ertoe gebracht deze burgerlijke ideologie te integreren door een gelijke te behandelen als een vijand die moet worden uitgeroeid.

    DEMILITARISERING VAN DE POLITIE, DEMOCRATISCHE CONTROLE OVER OPENBARE VEILIGHEID

    Geconfronteerd met dit scenario hebben wij de taak een consequent programma voor openbare veiligheid te bediscussiëren dat rekening houdt met de militarisering van verschillende staatsagenten. Momenteel is de militaire politie verbonden met het leger, werkt ze als reservetroepenmacht van het leger en ze heeft een gemilitariseerd, oorlogszuchtig karakter. Als antwoord strijden wij voor de demilitarisering van de Militaire Politie.

    Daarenboven is het noodzakelijk om een volkscontrole over de begroting en de prioriteiten van openbare veiligheid en haar machten/krachten te hebben. Wat is de hoofdzakelijke vraag voor veiligheid die we nationaal en lokaal hebben, in onze steden en wijken? Welke rol voor de politie, bijvoorbeeld tegen femicide, transfemicide, seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en tieners?

    Het oprichten van burgercomités voor openbare veiligheid onder arbeiderscontrole, is fundamenteel. De forums van openbare veiligheid opgericht door het middenveld en sociale bewegingen, zijn een goed voorbeeld van hoe belangrijk deze participatie is voor het verzamelen van gegevens, het doen van aanklachten en aanbevelingen rond prioriteiten.

    Wij verdedigen ook het recht op syndicale organisatie en staking in alle categorieën, inclusief de veiligheidsdiensten. Om lid te kunnen zijn van een vakbond en om de voorrechten te genieten die met dit lidmaatschap samengaan, mag geen enkele politieagent deelnemen die gewelddadige, racistische, lgbt-fobe en andere daden pleegt of banden heeft met groepen die dergelijk geweld organiseren. Dit is een manier om te voorkomen dat de vakbond zich omvormt in nog maar een plek voor racistische en gewelddadige ideologische propaganda en praktijken.

    Wij verdedigen dat de leiding van de veiligheidsmacht niet langer aangeduid wordt door de overheden, maar wel door het personeel van de veiligheidsdiensten zelf en door de bevolking via verkiezingen, met de mogelijkheid tot intrekking en rotatie. In de VS worden de commandanten van enkele staten en gemeentes bijvoorbeeld op deze manier verkozen en dit samen met de algemene of staatsverkiezingen.

    We moeten ook strijden voor een programma van vorming voor de veiligheidsmacht, die antiracistisch, antiseksistisch, pro-werkende klasse en voor de verdediging van mensenrechten moet zijn. Alleen zo, met de veiligheid gebaseerd op de belangen van onze klasse, zullen we racistisch politiegeweld doen afnemen.

    Dit zijn fundamentele stappen, maar tegelijkertijd ook overgangsstappen omdat we menen dat de vorm die het garanderen van veiligheid aanneemt in een socialistische samenleving anders zal zijn dan in een kapitalistische.

    KLASSENVERZOENING EN REFORMISME VAN DE REGERINGEN TONEN DE CENTRALE ROL EN NOODZAAK VAN STRIJD

    Na de moord op Thiago Flausino, zei president Lula:

    “Het is de zwarte arme bevolking, het volk uit de periferie dat met respect moet worden behandeld opdat er nooit gebeurt wat gebeurde met de jongen van 16 jaar2 die werd vermoord door een onvoorbereide of onverantwoordelijke politieagent. We kunnen de politie niet de schuld geven, maar we moeten zeggen dat een burger die een jongen neerschiet die al gevallen is, onverantwoordelijk is en psychologisch niet voorbereid was om politieagent te worden.”

    Zijn discours werd eerder positief ontvangen, maar onder zwarte mensen en in organisaties van de werkende klasse moet er ruimte zijn om deze boodschap te problematiseren! We hebben immers al decennia gegevens geproduceerd en antiracistische strijd georganiseerd om aan te tonen dat het geen kwestie is van “psychologische onvoorbereidheid” van de kant van de politie of iets individueels, maar een structureel probleem dat aan de grondslag ligt van het kapitalistische systeem en ook aan de oorsprong van de militaire politie.

    De politie probeert om de belangen van onze klasse en de belangen van de burgerij te conciliëren, dit toont op zich al dat ze voor ons schadelijk is. Geleidelijke hervormingen binnen het racistische kapitalistische systeem zijn eveneens onvoldoende om het systeem te veranderen.

    In augustus 2006 keurde Lula de zogenaamde “Drugwet” goed. Deze wet definieert de handelingen die geconsidereerd worden als drugshandel. In de praktijk betekende deze wet een toename van arrestaties en opsluitingen omdat de wet (binnen het raamwerk van verbod en punitivismo) geen parameters aangeeft om een onderscheid te maken tussen gebruikers en smokkelaars/handelaars. We kennen de klasse en de huidskleur van de mensen die hierdoor opgepakt en in de gevangenis gestoken worden!

    In 2016 keurde president Dilma Rousseff (PT) de antiterreurwet goed. Deze wet wordt gemakkelijk gebruikt om sociale bewegingen en de strijd van onze werkende klasse te criminaliseren. Jair Bolsonaro (PL) probeerde de wet te updaten en “gewelddadige acties met politieke of ideologische doeleinden” toe te voegen aan de categorie van terrorisme. Tegelijkertijd stelde hij voor om de straffen voor politieagenten die tijdens operaties misdaden begingen, te verzachten; en speciale, geprivilegieerde plekken te garanderen weg van andere gevangenen voor politieagenten die in hechtenis zitten.

    Als we weerstand willen bieden tegen racistisch politiegeweld of extreemrechts, moeten we reageren tegen de aanvallen van de PT-regeringen op de arbeidersklasse. In gevallen zoals het recente bloedbad in Guarujá, São Paulo, moeten onze belangrijkste eisen de bestraffing van de moordenaars en gerechtigheid voor degenen die werden vermoord en hun families zijn. En moeten we ingaan zowel tegen de regering van Tarcísio (Republicanos) als ook concrete en structurele maatregelen eisen in het licht van het politiegeweld van de Lula-regering zelf. We kunnen deze kritiek rond het tekort aan maatregelen en investeringen niet alleen door extreemrechts of traditioneel rechts laten uiten. Voor hen gaat het er immers uiteindelijk helemaal niet om een einde te maken aan het kapitalisme en het racisme.

    Tijdens de eerste nationale bijeenkomst voor een nationale actiedag tegen racistisch politiegeweld werden voorstellen gedaan zoals: de installatie van camera’s in politie-uniformen, de compensatie van slachtoffers van door de staat vermoorde gezinnen, de demilitarisering van de politie… Misschien zullen regeringen onder onze druk zelfs enkele van deze maatregelen nemen, maar dit kan niet het einde van onze strijd betekenen. We hebben meer nodig en een structurele verandering moet op de agenda staan, omdat we in dit systeem, ongeacht hoeveel fundamentele beleidsmaatregelen we winnen, vermoord, uitgebuit en onderdrukt zullen blijven worden. Niet alleen wij, zwarte vrouwen en mannen, maar ook de indigene bevolkingsgroepen, ook slachtoffers van staatsgeweld, en de hele werkende klasse.

    INTERNATIONALE SOLIDARITEIT EN SOCIALISTISCHE STRIJD

    Tijdens de eerste nationale bijeenkomst van bewegingen tegen anti-zwart racisme in Brazilië sprak leerkracht en activiste Hélio Santos over het fundamentele belang van de internationalisering van de strijd tegen politiegeweld, en antiracistische en antikapitalistische strijd op straat.

    Ook Kshama Sawant, gemeenteraadslid in Seattle en lid van onze organisatie Socialist Alternative in de VS, sprak over het belang van echte multiraciale solidariteit van de werkende klasse tegen onrecht tijdens een protest in solidariteit met George Floyd op 30 mei 2020: “In Minneapolis zagen we deze week een krachtige solidariteit van werkenden met de protestbeweging. Buschauffeur Adam Burch, die ook lid is van de vakbond ATU 1005 en van Socialist Alternative, weigerde publiek dat zijn werk zou gebruikt worden om demonstranten die gerechtigheid eisen voor George Floyd naar de gevangenis te voeren. Andere buschauffeurs en vakbondsleden sloten zich bij hem aan. ATU International heeft vervolgens een statement van solidariteit met Justice for George Floyd uitgegeven, net zoals de Minneapolis Nurses and Teachers unions.”

    Kshama verdedigde eveneens een besparing van 50% op het politiebudget, zodat dit geld gebruikt kon worden om sociale diensten, zoals huisvesting, te financieren. Deze maatregel werd niet simpelweg goedgekeurd omdat ze werd voorgesteld door een parlementariër, maar net omdat er een context was van sterke mobilisatie en strijd.

    In Nigeria werden protesten georganiseerd toen een jongere vermoord werd tijdens een operatie van de Special Anti-Robbery Squad, SARS in Ughelli. Indertijd stelden onze kameraden van de Nigeriaanse sectie van ISA: “De regering heeft de ene na de andere belofte gedaan. […] Deze regering is niet betrouwbaar. Er werden twee demonstranten vermoord één dag nadat de hoofdcommissaris van de politie de “ontbinding” van SARS had aangekondigd. Amnesty International rapporteerde dat 10 activisten vermoord werden sinds de start van de protesten. Een regering die echt vastbesloten is om een einde te maken aan brutaal politiegeweld zou geen politieagenten en militairen die een AK-47 hanteren, sturen naar de protestplaatsen en zou niet schieten op betogers.”

    In Frankrijk werd de 17 jarige Nahel slachtoffer van racistisch politiegeweld in een buitenwijk van Parijs. Vijftien dagen voor Nahel, werd ook de 19 jarige Alhoussein op weg naar zijn werk vermoord door de politie in Angoulême. [Deze situatie mondde uit in talloze acties en protest, tegen racistische politiegeweld en de uitzichtloze situatie waarin zoveel jongeren in de buitenwijken zich bevinden. De protesten vonden plaats in een context van strijd, waarbij reeds maanden betogingen en stakingen georganiseerd werden tegen de beruchte pensioenhervorming van president Macron. ISA nam deel aan verschillende van deze betogingen en pleitte ook voor het samenkomen van de beweging tegen racistisch politiegeweld en de syndicale beweging tegen de pensioenhervorming (die reeds maanden betogingen en stakingen voortbrengt), aangezien de verantwoordelijken voor beiden hetzelfde gezicht hebben, en aangezien het hetzelfde systeem is dat discriminatie, onderdrukking, geweld, uitbuiting en aanvallen op het welzijn van de werkende klasse met zich meebrengt.]

    In Oostenrijk en andere landen organiseerde ISA belangrijke solidariteitsacties met de beweging in Iran voor Jina (Mahsa) Amini. Amini werd op 22-jarige leeftijd aangevallen, gearresteerd en vermoord door de “moraalpolitie” omdat ze zogezegd haar hoofddoek niet op een correcte wijze droeg. Dit bracht duizenden mensen op straat in Iran, die slogans gebruikten zoals “Dood aan de onderdrukker”, “Vrouw, leven en vrijheid”. Een beweging die ook solidariteit won bij leerkrachten. Op 8 oktober 2022 organiseerden we een actie met maar liefst 5000 deelnemers.

    Al deze ervaringen en nog veel meer werden ook uitvoerig bediscuteerd tijdens de Wereld-kaderschool van ISA die in juli honderden activisten offline en online verzamelde, met als doel een gids tot actie te zijn voor de komende periode van strijd.

    Wat hebben deze realiteiten met elkaar gemeen? Het racistische en patriarchale kapitalistische systeem!

    Dit zijn concrete voorbeelden van hoe onze organisatie en de internationalisering van onze dagen van strijd van fundamenteel belang zijn, vooral wanneer de laatste consequenties worden doorgevoerd waarbij de verschillende organisaties van de arbeidersklasse betrokken zijn. Onze klasse moet bewust zijn en georganiseerd zijn om op alle plaatsen een samenlevingsproject te brengen waar haat, geweld, uitbuiting en onderdrukking geen deel van uitmaken. We moeten onze strijd verderzetten en ervaringen, lessen delen en samen acties organiseren met nog meer organisaties die het kapitalisme mee willen omverwerpen.

    Voer met ons strijd:

    • Voor de deelname van alle sociale bewegingen, syndicale organisaties en linkse partijen aan actie op de Nationale Dag van Strijd van de beweging tegen anti-zwart racisme voor het einde van racistisch politiegeweld;
    • Voor de demilitarisering van de militaire politie en de openbare veiligheidsdiensten;
    • Voor een stop aan het privatiseringsbeleid van de openbare veiligheid, waarbij privébedrijven onder arbeiderscontrole worden genationaliseerd en geïncorporeerd binnen de openbare diensten,
    • Voor het recht om je syndicaal te organiseren en te staken voor alle categorieën;
    • Voor een vormingsprogramma voor de veiligheidsdiensten dat antiracistisch, antiseksistisch, pro-werkende klasse en voor het verdedigen van mensenrechten is;
    • Voor politiewerk onder controle van democratisch gekozen burgerraden. Deze raden moeten echte bevoegdheden hebben, inclusief het herzien van de begrotingsprioriteiten. Dit alles moet openlijk en publiekelijk gebeuren;
    • Voor het verbieden van het gebruik van traangas, rubberen kogels, wurggrepen en militaire uitrusting door de politie. Voor het ontwapen van politieagenten in patrouilles;
    • Voor het ontslag en onmiddellijke vervolging van alle politieagenten die gewelddadige of racistische aanvallen hebben gepleegd;
    • Voor het einde van de “oorlog tegen drugs”. Gebruikers hebben toegang nodig tot vrijheid en openbare gezondheidszorg, tot banen, onderwijs en huisvesting – en niet tot de gevangenis;
    • Voor het intrekken van de antiterreurwet;
    • Voor de regulering van de media en een einde aan de verspreiding van inhoud die anti-werkende klasse en racistisch geweld versterkt;
    • Voor een echte seculiere staat;
    • Voor het einde van raciale onderdrukking en kapitalistische uitbuiting. Voor een socialistische samenleving vrij van racisme.

    Link naar het volledige artikel (Portugees)

    1 [Deze Kerk is in Brazilië gekend voor het steunen van de extreem rechtse Bolsonaro als kandidaat voor de presidentiële verkiezingen in 2018. Naast corruptieschandalen is ze gekend voor het hanteren van een zeer conservatieve en reactionaire ideologie, tegen LGBTQIA+ personen, tegen feminisme en een vaak verholen anti-armen en racistisch discours.]
    2 [Lula vergiste zich in de leeftijd van Thiago. Thiago was 13, niet 16 jaar toen hij vermoord werd door de politie.]

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop