Category: Op de werkvloer

  • Interview met een PWA’er: “We willen een echt contract en een echt salaris”

    Sinds verschillende jaren zien we een toename van flexibel werk: contracten van bepaalde duur, deeltijds werk, interimwerk, dienstencheques, PWA, etc. We hadden een gesprek met Michel, aangeworven in het kader van een PWA-job in een grote stad in dit land. Hij vertelde ons over zijn arbeidsvoorwaarden en ambities.

    Interview met een PWA-tewerkgestelde

    Interview afgenomen door Guy Van Sinoy

    Michel: Ik werk als bewakingsagent in een grote stad, in het kader van een PWA. In groepen van 2 doen we rondes in een wijk die we toebedeeld kregen: contact met de bewoners en de handelaars, preventie van alles dat de rust in de wijk kan verstoren (veiligheid, netheid).

    Hoe en hoeveel word je betaald?

    Michel: Dit werk, gemiddeld 53 uur per week, stelt me in staat om wat meer geld over te hebben dan enkel met mijn werkloosheidsuitkering – om mijn huur, gas- en elektriciteitsrekening te betalen. We ontvangen een PWA-cheque ter waarde van 3,72 euro (150 BEF) per gepresteerd uur. In geval van ziekte vallen de cheques weg en val ik terug op mijn werkloosheidsuitkering of bijstand.

    Hoe is het werk georganiseerd?

    Michel: Een keer per maand komen we samen om het werk te verdelen. We krijgen dan ook te horen hoeveel uren we die maand gaan presteren. Dat varieert van maand tot maand, in functie van de vraag. Soms werken we tot 10 uur ’s avonds, het weekend incluis. Er is geen vergoeding voor weekendwerk. Indien, per ongeluk, de persoon die in onze groep zit niet kan komen, wordt de groep niet betaald. Ofwel verwittigt de baas ons op tijd: in dat geval moeten we niet komen werken en worden we niet uitbetaald. Ofwel verwittigt niemand ons: in dat geval, eens aangekomen in het lokaal PWA-bureau, bellen we na een tijdje de baas om te vragen wat er gaande is. Als de collega niet kan komen, moeten we naar huis gaan en worden we voor één, hoogstens 2 uur uitbetaald.

    Krijgen jullie werkkledij?

    Michel: We krijgen een pull, een broek, een vest en een pet. Ons schoeisel moeten we kopen (maximum 50 euro) en nadien wordt ons dat terugbetaald. De kosten voor het schoonmaken van onze werkkledij, daarentegen, zijn voor ons.

    Hoe is de sfeer op het werk?

    Michel: Er zijn mannen en vrouwen, weinig jongeren. Er is nogal wat spanning en jaloezie onder de collega’s. Iedereen hoopt aangeworven te worden aan een echt contract door de stad. Tot nu toe is er weinig solidariteit. Iedereen hoopt er zich alleen door te slaan.

  • 1 april: 20.000 betogers uit de non-profit

    Vorige week betoogden een 20.000-tal werknemers uit de non-profit sector voor betere arbeids- en loonsvoorwaarden in de sector. De afgelopen maanden waren er reeds verschillende acties in de sector. De werknemers nemen het niet dat er geen middelen worden vrijgemaakt om de non-profitsector degelijk te kunnen organiseren.

    Eind vorig jaar moesten werknemers uit de non-profitsector actie voeren om gewoon hun loon uitbetaald te krijgen. Toen had de Vlaamse regering immers niet de nodige middelen om in de gewone werking van de sector te voorzien. Nadien volgende ook acties in andere onderdelen van de non-profit, zo waren er in maart op iedere dinsdag acties. Dit leidde uiteindelijk tot een gezamenlijke betoging van heel de sector op 1 april.

    De eisenbundel waarvoor de arbeiders in actie komen is tot stand gekomen door de werknemers zelf: 20.000 van hen werkten mee aan het opmaken van een eisenpakket. 70.000 exemplaren van het ‘manifest voor de non-profit’ werden verspreid in honderden instellingen, diensten en initiatieven.

    De betoging van 1 april kwam op voor een degelijk inkomen, meer personeel, arbeidsduurvermindering en een verbetering van de opleiding. Die elementen willen de vakbonden opgenomen zien in de komende CAO’s. De huidige CAO loopt eind 2004 af en de vakbonden willen dat een nieuw akkoord vanaf 1 januari 2005 in werking kan treden. De regering houdt evenwel de boot af en wil eventuele onderhandelingen wellicht uitstellen tot na de verkiezingen.

    Na de paasvakantie worden nieuwe acties gevoerd, zo zal er op maandagochtenden actie gevoerd worden aan een reeks secretariaten van de traditionele partijen.

  • IKEA: nu ook contracten in minuten!

    "WIJ BIEDEN klanten een breed assortiment woonartikelen, voor prijzen die zo laag zijn dat zoveel mogelijk mensen ze zich kunnen veroorloven”, aldus de Zweedse meubelgigant IKEA. Een aantal maanden geleden werd deze overbekende multinational toegejuicht door regering en media: de opening van 3 nieuwe vestigingen zou voor heel wat werkgelegenheid kunnen zorgen. IKEA werd aangewezen als “goed voorbeeld” voor de Belgische economie. Een bedrijf dat records boekt wat betreft miljardenwinsten, en dat tegelijk “sociale principes” hoog in het vaandel draagt… Valt dit wel te verzoenen? We spraken met een arbeider van IKEA.

    Interview door Laurent Grandgaignage

    Hoe is de situatie op je werkvloer?

    Als arbeider bij IKEA werk ik al 2 jaar met een deeltijds bediendencontract. Op die 2 jaar tijd zag je dat de directie naar een minimumbezetting ging streven: niet-lucratieve jobs – zoals bijvoorbeeld de infobalie verdwenen. Terwijl IKEA België in 2003 een succeswinst van 580 miljoen oude Belgische frank boekte (14,5 miljoen euro), wordt het personeelsbestand geleidelijk aan afgebouwd. In recente verslagen van onderhandelingen tussen vakbond en directie staat duidelijk wat het management van plan is: het verhogen van de werkdruk door onze contracten nog flexibeler te maken.

    Wat betekenen die flexibiliseringen concreet?

    Om er enkele op te noemen: IKEA wil de arbeidstijd minuut per minuut laten uitbetalen, met als gevolg een strengere controle op de kwartiertjes pauze (die niet meer zullen worden uitbetaald). Voor de deeltijdse contracten wil men “minimumprestaties” invoeren. Dit wil zeggen dat de arbeidstijd bepaald wordt afhankelijk van dal- of piekperiodes. Tijdens minder drukke periodes kan iemand ingezet worden voor 4 uur per dag, of minder. Daarbij komt ook nog dat er weken zijn met “nul uren prestaties”: als IKEA je niet nodig heeft, word je niet uitbetaald, en kan je dus thuisblijven. De bazen slaan dan nog eens de nagel op de kop door werkuren op jaarbasis te tellen.

    Wat voor gevolgen heeft die laatste maatregel?

    In drukke periodes (najaar, feestdagen en schoolvakanties) zal je onvermijdelijk overuren moeten kloppen. In het oude systeem werden overuren extra betaald, wat niet meer dan normaal is. In de toekomst zullen overuren bij de weken van de daluren worden geteld. Overuren worden dan uitbetaald als gewone uren. Onrechtstreeks rekenen ze er ook op dat we onze vakantiedagen nemen in dalperiodes, liever niet tijdens de drukke zomermaanden.

    Kan je jezelf inpassen in dit nieuwe systeem?

    Het is te nemen of te laten: als ik niet instap in het nieuwe systeem, wordt mijn contract niet verlengd. Sommige jobstudenten werken om te studeren. Die flexibele uurroosters maken het er niet gemakkelijker op. Laat staan wanneer je een gezin moet onderhouden.

    Wat kan je als arbeider hiertegen doen?

    Niet alleen het vaste personeel, maar ook de deeltijdwerkers en jobstudenten zijn het slachtoffer. De meeste arbeiders zijn niet op de hoogte van deze aanval: de directie doet alsof er niets gaande is. Politieke discussie op de werkvloer is een eerste stap. Vanaf het moment dat arbeiders bewust zijn van hun belangen moet je hen overtuigen dat organisatie op de werkvloer, binnen de vakbond, noodzakelijk is. Alleen als arbeiders samen de krachten bundelen, kunnen we weerstand bieden tegen de directie.

  • Massale aanwezigheid weerspiegelt groeiend ongenoegen

    Vakbondsbetoging in Oostende

    Ondanks het beperkte eisenplatform mobiliseerden de vakbonden op 20 maart zo’n 20.000 betogers. Vooral de christelijke vakbond ACV en de christelijke zuil mobiliseerden sterk. Organisaties van gepensioneerden, mensen die werken in ziekenhuizen, bejaardentehuizen, centra voor gehandicapten, … waren present om hun bezorgdheid te uiten. De betogers vonden eenstemmig dat de regering te weinig aandacht had voor sociale noden en voor werk.

    Els Deschoemacker

    Maar wat een verschil tussen de bezorgdheid van de betogers en de ordewoorden van de leiding van de vakbonden! De leiding van de Vlaamse socialistische vakbond wilde met de betoging openlijk de politiek van de SP.a in de regering ondersteunen, als die van “het minste kwaad”. De kritiek op de regering klonk iets scherper bij de christelijke vakbond en het Waalse FGTB.

    Het is de band tussen de leiding van de vakbonden en hun “aanverwante” politieke partijen die hen parten speelt. Hun eisen beperken zich tot de uitkeringen en de vervangende inkomens, waar 6% achterstand werd vastgesteld in relatie tot de stijging van de lonen. De eis voor de welvaartsvastheid van de uitkeringen is natuurlijk een gerechtvaardigde eis, maar is niet genoeg. Het is een doekje voor het bloeden voor de vele mensen die hun job verliezen. Cijfers in De Morgen van 19 maart duiden op een stijging van de werkloosheid met 7,7% tussen 2002 en 2003. 16,8% of niet minder dan 1.140.463 mensen zijn afhankelijk van die uitkeringen. Dat is meer dan 1 op 4 van de mensen op arbeidsleeftijd! Zij hebben meer nodig dan een uitkering: het perspectief op een volwaardige job.

    Door zich te beperken tot eisen in verband met de uitkeringen en zich niet resoluut uit te spreken tegen het politieke project van de paarse regering of haar even “realistische” oppositie, verzwak je de arbeidersbeweging. Je vertraagt de opbouw van een krachtsverhouding, ook op politiek vlak. Waar moeten de arbeiders en hun gezinnen met hun woede naartoe? Die vindt geen uitdrukking, noch op politiek, noch op syndicaal vlak. Een reëele krachtmeting voor een echt socialistische politiek (één in het belang van de werkende klasse) wordt door de vakbondsleiding vermeden. We mogen ons niet tevreden stellen met een paar kruimels, die de indruk moeten wekken hoe sociaal deze regering wel is. De regering zal alles doen om de Europa-normen te behalen en de achterstand die ze heeft opgelopen in vergelijking met andere Europese landen in te halen. Het kleinste kind weet dat de druk om de arbeidskosten voor het patronaat te verlagen zeer groot is. Een beproefd recept, maar één waarbij het de werknemers zijn die opdraaien voor de kosten.

    Vlak voor de verkiezingen is de bijzondere ministerraad vooral bedoeld om het beeld te brengen van een krachtdadige en eensgezinde regering. De verkiezingen moeten immers gewonnen worden. Terwijl in Gembloux de liberale ministers de show mochten stelen, is het in Oostende de beurt aan de sociaal-democratie. Enkele kruimels zullen worden voorgesteld als het mekka van sociaal voelendheid, maar het blijven kruimels die de aandacht moeten afleiden van het neoliberale beleid.

  • Overwinning voor de syndicale linkerzijde

    ACOD-onderwijs Antwerpen:

    Niet minder dan 800 militanten van het ACOD-onderwijs in Antwerpen kwamen vorige donderdag opdagen voor een belangrijke stemming. Reden daartoe was de vierjaarlijkse verkiezing van een nieuw Gewestelijk Uitvoerend Bestuur (UGB). Het vorige bestuur stond bekend als relatief links en strijdbaar. Dit was zeer tegen de zin van de rechtse vakbondsbureaucratie, onder leiding van de nieuwe secretaris Nadine Maréchal, die de voorbije maanden probeerde op allerlei slinkse manieren komaf te maken met “Frank Maerten (de ex-secretaris) en zijn klein-links gevolg (sic)”.

    Een militant van ACOD-onderwijs uit Antwerpen

    De rechterzijde stelde financiële verificateurs aan om de financiën van de voorbije jaren ondersteboven te gooien. Het onderzoek ging, rarara, niet verder dan 4 jaar terug – net de jaren dat Frank Maerten secretaris was. Aangezien het bestuur voornamelijk bestond uit leerkrachten van het stedelijk onderwijs, probeerde de bureaucratie aan te tonen dat de belangen van het gemeenschapsonderwijs niet werden verdedigd. De leugens werden op het congres doorprikt door leerkrachten die zelf in het gemeenschapsonderwijs zaten en kwamen getuigen tegen deze laffe afrekening.

    Het is de nieuwe secretaris en haar nepcomité, gesteund door de SP.a, die hun ware gelaat hebben laten zien. De eerste werkdag dat Nadine Maréchal aantrad, ontsloeg ze meteen 2 vrijgestelden die bekend stonden als… links. Naakte ontslagen in de vakbond zelf?! Naast een grote petitie, bestaat er enorme woede bij de basismilitanten van het ACOD-onderwijs, die merken hoe de rechterzijde – gesteund door de sociaal-democratie – komaf probeert te maken met de strijdbare vakbond. De scheurlijst met de rechtse kandidaten (of carrièristen) werd onthaald op luid boegeroep en na de stemming bleek dat er een meerderheid werd gehaald voor een nieuw links bestuur. Wordt zeker vervolgd …

  • Mia Devits is weg. Opgeruimd staat netjes!

    "Ik zal het ABVV niet laten gebruiken of misbruiken om politieke doeleinden te realiseren (…)”, schreeuwde Mia De Vits van alle daken toen ze in juni 2002 voorzitster werd van het ABVV. Minder dan 2 jaar later, in volle campagne voor de sociale verkiezingen, laat ze het ABVV in de steek om carrière te kunnen maken in het Europese parlement… En dat op de SP.a-lijst van haar vriend Frank Vandenbroucke, die onlangs een nieuwe aanval lanceerde op de werklozen.

    Guy Van Sinoy

    Het haastige vertrek van De Vits is een gelegenheid om terug te komen op haar syndicale carrière. 30 jaar geleden kwam ze als universitair binnen op het studiebureau van het ABVV. Ze heeft heel haar carrière in het apparaat meegedraaid, is nooit vakbondsdelegee geweest of kandidaat voor de sociale verkiezingen. Ze heeft nooit een staking of een piket georganiseerd.

    3 jaar geleden, toen Michel Nollet nog voorzitter was van het ABVV, maakte hij bekend dat De Vits hem zou “opvolgen”. Zoals in alle dynastieën, zeker? De kwestie was zelfs nog niet ter sprake gebracht op de instanties van het ABVV. Aangezien ze de enige kandidaat was, werd ze ambtshalve voorzitter, zonder enige stemming. Meteen al kondigde ze haar streven aan om te vechten “tegen extreem-links en extreem-rechts”. Enkele weken later ging ze scherp in het offensief tegen ABVV-Brussel om zo Albert Faust en Anne-Marie Appelmans te liquideren (beiden waren gekant tegen de Vits omdat ze weigerden de CAO’s te regionaliseren). Om nog maar eens een bocht naar rechts te nemen, en haar militanten de nieuwe anti-sociale maatregelen door de strot te rammen, moest het vakbondsapparaat zich ontdoen van haar eigen linkervleugel.

    Mia De Vits probeerde haar vertrek goed te praten door beroep te doen op de zogezegde “vijandigheid van de Waalse Intergewestelijke tegen de modernisering” en het “macho-gedrag van het ABVV”. In het algemeen worden de vakbondsapparaten, van zowel ABVV als ACV, minder democratisch en laten ze weinig plaats over voor vrouwen. De strijd voor syndicale democratie is er ook een om vrouwen beter te vertegenwoordigen, op alle niveaus.

    Maar men kan niet in naam van het “feminisme” de posities van Mia De Vits of Margaret Thatcher goedkeuren. De pseudo-“modernisering” verbergt de wens van bepaalde ABVV-verantwoordelijken om de vakbond om te vormen tot een dienstverlenende organisatie met plaatselijke kantoren, om zo te kunnen concurreren met die van het ACV-netwerk. Zo’n bocht duidt op het feit dat men een einde wil stellen aan het strijdsyndicalisme en probeert de macht van de Vakcentrales (BBTK, CMB, ACOD, Algemene Centrale) te beperken ten voordele van de Gewestelijke afdelingen van het ABVV (die meer op dienstverlening zijn gericht).

    Dit is slechts een van de redenen waarom De Vits haar steun van de Vakcentrales heeft verloren. De verantwoordelijken van het ABVV houden de schijn hoog, juist tot aan de sociale verkiezingen. Maar daarna zal het gevecht tussen de Vakcentrales en de Gewesten weer hernomen worden.

    LSP-MAS en haar vakbondsmilitanten verdedigen de eenheid van het ABVV, het democratisch strijdsyndicalisme, een vakbond die de arbeiders informeert, mobiliseert en klaarmaakt voor de strijd, waar elke verantwoordelijke verkozen wordt en afzetbaar is, en waarvan het loon niet groter is dan dat van de gemiddelde arbeider. Sluit aan om met ons die strijd te voeren.

  • Ongevallen op het werk zijn geen toeval

    Interview met Silvio Marra, voormalig veiligheidsdelegee bij Forges de Clabecq

    Interview door Guy Van Sinoy

    In Luik vindt momenteel een proces plaats over het zware ongeluk in de staalfabriek van Arcelor (vroeger Cockerill-Sambre). Het ongeluk eiste 3 doden en 26 gewonden. Een zestal werknemers (kaders, meestergasten, bedienden en arbeiders) zitten op de beklaagdenbank. Maar niet de bedrijfsleiders! We hadden een gesprek met Silvio Marra, gewezen hoofddelegee voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk.

    Silvio, hoe zie jij als militant de veiligheidsproblemen op het werk, en voornamelijk in de metaal-bewerking?

    "Een dodelijk ongeval in een bedrijf dat honderden arbeiders tewerkstelt, heeft een zeker ongenoegen en een zekere mobilisatie tot gevolg. Het is belangrijk om deze sociale mobilisatie te gebruiken om opnieuw te ijveren voor het voorkomen van arbeidsongevallen. Het is noodzakelijk om deze gevoelens, die het gevolg zijn van zo’n ongelukken, aan te wenden om de preventie op te drijven.

    "Natuurlijk zal de baas de boot afhouden. Telkens wanneer hij kan, zal hij niet aarzelen om de noodzakelijke investeringen voor de preventie uit te stellen. Kortom: ongevallen vermijden, wil zeggen de baas dwingen om geld te investeren dat nodig is om de machines het veiligst mogelijk te maken. Vervolgens moet er allereerst gevormd kaderpersoneel aanwezig zijn dat les heeft gevolgd. Ten tweede: meestergasten die een theoretische en praktische vorming hebben genoten op het vlak van preventie en die in staat zijn om een analyse te maken van de ongelukken. Ten derde: de arbeiders moeten mee betrokken worden. En wie moet dat allemaal leiden? In principe is het de syndicale delegatie voor de preventie en hygiëne: het personeel moet mee kunnen deelnemen door het bijvoorbeeld te organiseren in bijeenkomsten, indien nodig, en door een permanente dialoog aan te gaan ter preventie van ongelukken.

    "In Clabecq zijn we erin geslaagd om het aantal ongelukken te verminderen: de graad en frequentie van de ongelukken is met een vijfde gedaald. Maar na elk ongeluk hebben we een kleine bijeenkomst gehouden, net als debatten met deelname van de arbeiders om alle oorzaken van het ongeluk te kunnen vaststellen, in samenspraak met de meestergasten en kaders. Hierdoor wilden we een krachtsverhouding uitbouwen die sterk genoeg was om de machines, de vorming, de deelname en het gedrag van het personeel te verbeteren."

    Hoe kan de strijd losgeketend worden tegen ongevallen in een bedrijf waar het personeel ontmoedigd wordt om zich te organiseren?

    "Als er geen militanten zijn die van een andere wereld dromen en die naar een andere maatschappij streven, is de kans groot dat er slechts sporadisch campagnes gebeuren. Dit leidt tot een vastgeroeste routine, waardoor de situatie niet verbetert.""

    Bij Arcelor is de kalender voor de sluiting van de warme fase niet enkel opgesteld, maar ook aanvaard door de vakbondsleidingen. Leidt dat tot een sociaal gunstig klimaat dat de veiligheid van de arbeiders garandeert?

    "In het geval van een herstructurering begint het fatalisme zich te nestelen, zowel op politiek als op veiligheidsvlak. Alles hangt eens te meer af van het politiek bewustzijn van de vakbondsmilitanten. Zij zijn de eerste linie van de werknemers. Zelfs als het slecht gaat, ondanks financiële en economische moeilijkheden en ondanks de aankondiging van een nakende sluiting, moet er continu aandacht gegeven worden aan de preventie van ongevallen. Net zoals dat moet gebeuren als alles goed gaat in het bedrijf. Het is niet goed om als volgt te redeneren: "Gezien de boel toch gaat sluiten, kunnen we niets meer beginnen…" – want dat leidt tot catastrofes. Dat is pas de meest gevaarlijke situatie in een bedrijf! Indien we de armen laten zakken, zal het aantal ongevallen toenemen."

    In het Justitiepaleis van Luik zitten de "kleintjes" op de beklaagdenbank. Naar ons weten is dit de eerste keer dat men werknemers vervolgt vanwege een arbeidsongeval. Is de voornaamste verantwoordelijke niet de bedrijfsleiding?

    "Het beheer van het bedrijf, in al haar aspecten, valt onder de bedrijfsleiding. Deze laatste is verantwoordelijk wat betreft het financieel, technisch, commercieel en veiligheidsbeheer. De baas is wettelijk gezien DE verantwoordelijke van het bedrijf. Als er op de beklaagdenbank arbeiders, meestergasten en kleine kaders zitten zonder dat de directie zich zorgen moet maken, is dat de uitdrukking van een politieke onwil om niet tot de kern van het probleem door te stoten. Om de waarheid niet te willen kennen. Want alles wat zich afspeelt in een bedrijf valt onder de verantwoordelijkheid van de algemene leiding. Een reden te meer is dat een arbeidsongeval niet voorkomt zonder waarschuwing. Er zijn steeds voorafgaande tekens: de verklikkerlichtjes en de knipperlichten die oplichten. Als in het bedrijf mensen gesensibiliseerd rond de veiligheid aanwezig zijn, onderscheppen zij deze signalen. De algemene directie moet die signalen ook opsporen en heeft de plicht te handelen VOOR het ongeval plaatsgrijpt."

  • Sociaal-democratische politiek bedreigt eenheid ABVV

    DE ENKELE MAANDEN die ons scheiden van de verkiezingen zijn wellicht slechts een voorsmaakje van wat er na de verkiezingen zal gebeuren, en nu al reageert het vakbondsapparaat verdeeld. Het resultaat van de regionale verkiezingen zal een effect hebben op de strijdbaarheid van de vakbonden. In Vlaanderen zitten de 4 belangrijkste partijen nek aan nek in de peilingen (VLD, CD&V-NVA, SP.a-Spirit, Vlaams Blok), met het nieuwe kartel CD&V-NVA – met een nationalistische en soms zelfs separatistische ondertoon – op kop.

    Vincent Devaux

    In Wallonië ligt de PS op kop, gevolgd door de liberale MR. CDH (christen-democraten) en Ecolo (groenen) verliezen nog enkele pluimen. Er kan nog veel gebeuren voor de verkiezingen, zoals de recente actualiteit aangaf. De "vergeetachtigheid" van Daniel Ducarme en Richard Fourneaux (MR) over hun belastingen is koren op de molen voor extreem-rechts, zonder dan nog te rekenen met de chaos bij de VLD en de giftige aanvallen tussen CDH en MR. In Wallonië houdt de PS voorlopig stand. In elk geval zullen de economische crisis en de maatregelen van de regering een druk aan de basis van de vakbonden ontwikkelen.

    Communautaire spanningen

    De spanningen worden nu al duidelijk tussen de Nederlandstalige en Franstalige vleugel van de socialistische vakbond. Syndicale verantwoordelijken van het Franstalige FGTB beklagen zich, onder druk van de basis, over de ruimte die Mia De Vits hen laat om zich te distanciëren van de maatregelen van SP.a-PS in de regering. Het gerucht dat De Vits zou plaatsnemen op een Europese SP.a-lijst is een uitdrukking van de toenemende spanningen binnen de vakbond.

    Een mogelijk vertrek van De Vits kan misschien tijdelijk de spanningen temperen, maar uiteindelijk zijn die afhankelijk van de verdere ontwikkeling van de sociale en economische situatie. De tegenstellingen tussen de basis en de vakbondstop zullen naar voor komen op het moment dat de regering maatregelen neemt om haar schade tegenover de buurlanden – waar er reeds massale besparinsprogramma’s werden doorgeduwd – in te halen.

    In tegenstelling tot het verleden bevinden we ons niet meer in de situatie van een almachtige christen-democratie, waarbij die steunde op haar christelijke vakbondsvleu-gel om haar politiek door te voeren.

    ACV: handen vrij

    Het ABVV is in haar bureaucratische leiding verbonden met de SP.a van Stevaert, vertegenwoordiger van het "Blairisme", en wil geen stokken in de wielen steken van de sociaal-democratische vrienden in de regering. We moeten dus niet van het ABVV verwachten dat het de strijd zal beginnen. Het ACV/CSC, daarentegen, heeft de handen meer vrij om zich te verzetten tegen de aanvallen van de regering, die in alle hevigheid zullen losbarsten in het najaar.

    De maatregelen van Vandenbroucke tegen de werklozen werden langs de kant van het Franstalige FGTB onderworpen aan een lange reeks kritieken, vooral met de bedoeling om druk te zetten op de PS. Op verschillende plaatsen in Wallonië en Brussel hebben er al acties van het FGTB plaatsgevonden tegen de maatregelen van Vandenbroucke. Een dergelijke reactie was er nog niet langs Nederlandstalige kant.

    Tegelijkertijd zien we vandaag een grotere strijdbaarheid bij de christelijke vakbond. In de non-profit waren er de verschillende acties en betogingen van de LBC. Het mislukken van de onderhandelingen tussen de vakbonden, CGSP (ACOD) en CSC (ACV), en Christian Dupont (PS), de Franstalige minister van Openbaar Ambt, over de lonen van de leerkrachten tot in 2010 zou ook kunnen leiden tot stakingen in het onderwijs in maart.

    Delen van het Franstalige FGTB hebben duidelijk blijk gegeven dat ze genoeg hebben van de slaafse volgzaamheid van de vakbondstop tegenover de sociaal-democratie. Het is niet uitgesloten dat er zich een ongelijke sociale strijd ontwikkelt langs Franstalige en Nederlandstalige kant.

    De sociale omstandigheden in Wallonië, waar de werkloosheid vandaag al veel hoger ligt, en de meer verankerde tradities van syndicale strijd kunnen tot meer vrijgevochten bewegingen – bewegingen die de vakbondsbureaucratie ontsnappen – leiden dan in Vlaanderen. Doorheen die strijd, ook al is dit perspectief niet met 100% zekerheid te voorspellen, is het niet uitgesloten dat we gaan naar een splitsing van het socialistische vakbondsapparaat.

  • Non-profit zet druk op de ketel

    In maart voert de LBC wekelijkse acties

    OP 16 FEBRUARI betoogden zo’n 10.000 loontrekkenden uit de non-profit. Daarmee wil de sector druk zetten op de regering, om te onderhandelen over haar eisenbundel van december 2003 (zie ook "Sociale sector in actie"). Die wil eerst "onderzoeken welk vervolg er best komt op het meerjarenplan voor de non-profitsector dat in 2000 onderhandeld werd…". Kortom, ze wil de sector in allerlei werkgroepen aan de praat houden tot na de verkiezingen van 13 juni.

    Eric Byl

    Om dat te vermijden willen de bonden de druk op de ketel houden. De betoging van 16 februari bestond voor drie vierde uit LBC en CNE, het overige vierde wellicht nog eens voor drie vierde uit BBTK en Setca en een vierde daarvan uit ACLVB. Inzake strijdbaarheid moesten de groenen niet onder doen voor rood. Integendeel, de meeste LSP-militanten in de BBTK/Setca vertelden ons dat er niet of nauwelijks was gemobiliseerd door hun vakbond, terwijl de LSP-militanten in LBC en CNE al weken in de weer zijn. Vooral bij de LBC-militanten werd het LSP-pamflet goed onthaald.

    Het geduld van de sector raakt op. Een BBTK-militant vertelt ons dat de lonen in de non-profit gemiddeld 17% lager liggen dan in andere sectoren. Dat werd bevestigd door een studie van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA). Daaruit blijkt dat – zelfs indien andere factoren voor loonverschillen als geslacht, opleidingsniveau en anciënniteit worden weggefilterd – verplegers, opvoeders en verzorgers nog steeds 9% minder verdienen dan vergelijkbare beroepscategorieën in andere sectoren. De sector eist onder meer de vervanging van de eindejaarspremie door een volwaardige dertiende maand en een verhoging van de vergoeding voor onregelmatige prestaties.

    In de sociale akkoorden van 2000 zaten onder meer brugpensioen op 57 jaar en een eindeloopbaanregeling, die vanaf 45-jarige leeftijd toestaat meer verlof te nemen. De Vlaamse regering heeft dat nooit volledig uitgevoerd, officieel omdat de financiële middelen ontbraken. Het LBC-NVK eist dat de Vlaamse regering dat rechtzet en het akkoord van 2000 volledig naleeft. Voorts eist het LBC 25.000 extra arbeidsplaatsen, dat komt overeen met een verhoging van het personeelskader met 5%, en de invoering van de 36-uren werkweek met behoud van loon.

    Om die eisen kracht bij te zetten en de vertragingsmaneuvers van de regering te omzeilen, meldt een LBC-militante ons dat het ACV in maart wekelijks een "dinsdag-actie" organiseert aan één van de bevoegde kabinetten. Op donderdag 1 april volgt dan een nationale betoging van het ACV. De maand maart zal alvast een maand van sociale actie worden met 3 manifestaties tegen de werkloosheidsmaatregelen van Vandenbroucke, wekelijkse manifestaties van de non-profit en een betoging op 20 maart tegen de bezetting van Irak. Geen wonder dat de spanning in de regering oploopt, zo dicht bij de verkiezingen.

  • Voorakkoord bij de NMBS: 3.000 jobs moeten verdwijnen

    Na acht maanden van moeizame onderhandelingen is er dan uiteindelijk toch een voorakkoord inzake het ondernemingsplan voor de NMBS.

    Een correspondent

    Tegen eind 2005 blijven er 38.000 posten in het personeelskader over. Er werd een regeling uitgewerkt voor vrijwillig vertrek op 55 jaar met 25 jaar dienst aan 75% van het brutoloon voor de laagste rangen en op 57 jaar met 25 jaar dienst aan 65 % voor de andere rangen. Op het eerste zicht ziet het er ‘zacht’ uit. Vinck krijgt een personeelsvermindering, meer flexibiliteit en reconversie. De vakbonden hebben het oorspronkelijk cijfer van 10.000 kunnen terugbrengen tot 3000. Maar laat ons eens van dichterbij gaan kijken. Eerst en vooral gaat dit akkoord maar tot 2005, dan wordt een nieuw plan opgesteld. Vinck heeft al laten weten dat er nog meer banen zullen sneuvelen. Van 41.000 naar 38.000 is een doodeenvoudig rekensommetje. Vreemd genoeg wordt er ook niet gesproken over de nog bijkomende aanwervingen (ongeveer een duizendtal) voor een aantal functies. En in de periode tussen de aankondiging van 10.000 banen minder en het voorakkoord nu, zijn al mensen op pensioen gegaan, ook op brugpensioen, want de regeling die er is voor de laagste rangen, is in feite al een paar maanden van kracht. Als je dit alles bij elkaar telt, ( van +- 42.000 in juni 2003 + 1000 aanwervingen naar 38.000) dan ben je niet veraf van de 4500-5000 die eerst vooropgesteld werden. Door de manier waarop de zaken nu voorgesteld worden, komen zowel de vakbonden als Vinck er goed vanaf. Het lijkt alsof Vinck bereidt is toegevingen te doen en alsof de vakbonden het maximum uit de brand gesleept hebben. Het ‘zachte akkoord’ vandaag zal in 2005 gebruikt worden om de broeksriem verder aan te halen.

    Over de flexibiliteit ( bv. machinisten zullen meerdere taken moeten uitvoeren,…) veranderingen in het arbeidsregime (collectief verlof in werkplaatsen, periodes invoeren waarin je geen verlof kan krijgen, andere werkuren,…) en de reconversie van een geschatte 2000 spoorarbeiders ( herscholing voor een andere functie of in een andere streek gaan werken) is er nog geen akkoord. Dit werd wijselijk doorgeschoven naar de paritaire comités. Volgens de onderhandelaars omdat het over zeer technische aspecten gaat. Volgens ons omdat dit de achterblijvers aanbelangd en die zouden wel eens tot actie kunnen overgaan als er aan hun arbeidsverworvenheden geraakt wordt. En met de verkiezingen voor de deur kunnen ze dit uiteraard missen als kiespijn. Het was trouwens op voorhand afgesproken dat ze begin maart een voorakkoord moesten hebben om tegen eind maart – lang genoeg voor de verkiezingen – een definitief akkoord te hebben.

    Voor de verdere uitwerking van die maatregelen zal het dan ook wachten zijn tot na de verkiezingen.

    Om eind maart tot een totaalakkoord te komen, moet nog een knoop doorgehakt worden: de opsplitsing van de NMBS in een infrastructuurbeheerder en een een spooroperator. Waarschijnlijk zullen beide toch ondergebracht worden in een holding. Cruciaal daarin zijn voldoende garanties voor het behoud van de eenheid van statuut en de eenheid van sociale dialoog.

    Deze beide akkoorden worden op 11 maart voorgelegd aan de achterban van de vakbonden. Bij het ACOD wordt het plan door de gewestelijke secretarissen lauw en kritisch onthaald, maar niet volledig afgeschoten. Bovy van ACV-transcom heeft het er iets moeilijker mee om een plan te verdedigen dat tot banenverlies leidt.

    Zelfs als de achterban het akkoord goedkeurt, kan de stemming snel omslaan als er meer duidelijkheid komt over de uitwerking in de paritaire comités van de voorgestelde maatregelen. Het is niet uitgesloten dat dit een zachte ‘move’ naar een hete herfst wordt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop