Category: Op de werkvloer

  • Vakbonden betogen tegen regeringsbeleid

    Op 20 maart wordt in Oostende betoogd aan de nieuwe "superministerraad" die ditmaal plaatsvindt in de thuisstad van Johan Vande Lanotte. Het ABVV en ACV kondigden in een persbericht aan waarom ze willen betogen. De centrale eisen zijn:

    • voor de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen
    • voor het behoud van de sociale zekerheid
    • voor werk
    • voor de stopzetting van de fiscale discriminatie van de nieuwe bruggepensioneerden

    Welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen

    De vakbonden protesteren tegen het feit dat de sociale uitkeringen in de realiteit zijn afgenomen. Ze halen cijfers aan over de kloof tussen de sociale uitkeringen en de lonen waarbij 20 jaar geleden de werkloosheidsuitkering 42% van het gemiddeld loon bedroeg tegenover 28% vandaag. Het gemiddeld pensioen bedroeg 20 jaar geleden 34% van het gemiddeld loon tegenover 32% vandaag. De invaliditeitsuitkering bedroeg 44% van het laatste loon, nu nog slechts 33%.

    Behoud van de sociale zekerheid

    De vakbonden spreken zich uit tegen de ondermijning van de sociale zekerheid door de afbouw van de patronale bijdragen aan die sociale zekerheid. Die patronale bijdragen vormen in feite een onderdeel van ons loon, de verlagingen van de patronale bijdragen zijn dus een verkapte loonsverlaging. De vakbonden verklaren voorstander te zijn van "een algemene sociale bijdrage waarbij alle bevolkingsgroepen bijdrage aan de solidariteit, dus ook de inkomens uit kapitaal."

    Werk

    ABVV en ACV willen een antwoord op de herstructureringen en massa-ontslagen van de afgelopen periode die versterkt worden door de personeelsinkrimpingen bij de Post, de NMBS, Belgacom en in de openbare besturen.

    De vakbonden brengen echter geen alternatief naar voor. Ze beperken zich tot het meedelen dat ze voor een "voluntaristisch industrieel beleid" zijn, wat daarmee ook moge bedoeld worden.

    Komaf maken met de fiscale discriminatie

    Met dit punt willen de vakbonden protesteren tegen de discriminatie van bruggepensioneerden die vanaf 1 januari 2004 in het stelsel van brugpensioen stappen.

    Zo’n bruggepensioneerde moet namelijk in een aantal gevallen (indien zijn/haar partner een beroepsinkomen heeft) een extra belastingssupplement betalen dat kan oplopen tot 1.000 euro per jaar.

    Mobilisaties

    De betoging van 20 maart zal erg belangrijk zijn. De vakbonden moeten gaan voor een maximale mobilisatie. De betoging zal er tevens komen na eerdere mobilisaties tegen het asociale regeringsbeleid. Vanaf dinsdag 2 maart voert het LBC in de non-profit een reeks "dinsdagacties" waarbij iedere dinsdag een actie wordt ondernomen tot aan een nationale betoging op 1 april.

    Op 1 maart is er in Luik een lokale betoging tegen de maatregelen van Vandenbroucke tegen de werklozen, op donderdag 4 maart is er daartegen een regionale betoging in Namen.

  • Malaise Bolognaise

    Interview van Laura met Kristof Bruyland (leerkracht moraal van het middelbaar onderwijs)

    Wat is het "Bologna akkoord"?

    Dit akkoord zorgt voor de éénmaking van het Europees hoger onderwijs. Alle scholen in Europa volgen hierdoor hetzelfde systeem (Bachelor en Master), net zoals het Amerikaanse. Het past het Europese onderwijs aan aan de GATS (General Agreement on Trades and Services). Door dit contract komt er dus ruimte vrij voor privatiseringen en de vercommercialisering van ons onderwijs.

    In de jaren ’60 wilde men het onderwijs democratiseren. Dit betekent dat men voor iedereen een degelijke opleiding wilde, een algemene vorming. In 1970 was er dan de economische crisis, en weinig geld, ook voor het onderwijs.

    De ERT (de "Tafelronde" van industriëlen) vond toen dat het onderwijs moest worden afgesteld op de industrie, dus dat niet iedereen een algemene opleiding nodig had. M.a.w.: je moet niet kritisch zijn, je hebt geen vorming nodig, je moet enkel kunnen meedraaien in de industrie. Deze mensen beïnvloeden nog steeds onze politiek.

    De Europese Commissie (de uitvoerende macht van de Europese Unie) heeft, op vlak van onderwijs, hetzelfde programma als de ERT. Het Bologna akkoord gaat enkel over het hoger onderwijs, maar het heeft ook zijn gevolgen in de middelbare scholen.

    Wat gebeurt er precies in de middelbare scholen?

    Scholen worden gesponsord door bedrijven, met als gevolg dat er reclame in scholen komt… De Vlaamse minister Marleen Vanderpoorten vindt dat jongeren in middelbare scholen stages en projecten moeten doen in de bedrijfswereld. Ook de leerkrachten zouden dit moeten doen. Dit alles om ons te leren functioneren in een bedrijf.

    Minister Vandenbosse gaf ons de "wurgwet": scholen krijgen minder van de overheid, en moeten steeds meer beroep doen op bedrijven.

    Voorbeelden?

    Wat je nu al merkt, is de reclame op vele scholen. Maar ook bijvoorbeeld dat de eigen keukens in scholen worden afgeschaft. Ze worden vervangen door grootkeukens, die meestal duurder, ongezonder en minder lekker zijn.

    De kuisploegen op scholen zullen vervangen door kuisbedrijven. De kuisvrouw met een vast statuut wordt vervangen door een interim (slecht betaald, en als je ziek bent krijg je geen loon). Ook krijgen de Coca-cola automaten een monopolie in de scholen. Hoewel cola niet goed is voor de gezondheid, kan je op school vaak enkel cola kopen om te drinken. In plaats van gezonde goede voeding voor de studenten, worden de scholen dus verplicht om zich te binden aan de bedrijven.

    In Amerika zijn er nu al scholen waar bepaalde educatieve lessen worden gegeven door bedrijven (stel je voor dat McDonalds komt lesgeven over voeding…). Hier hoort ook veel reclame bij; de bedrijven bepalen dus wat er gestudeerd wordt.

    Zijn er veel reacties of protesten tegen deze veranderingen?

    Neen. Er wordt wel veel geklaagd, over het eten… De leerkrachten drukwerk bij ons op school steken zeer veel tijd in het drukken van reclame voor bedrijven, en hebben hierdoor minder tijd om nieuwe technieken aan te leren. Ook de vakbonden doen niets.

    Zou je als leerling iets kunnen doen?

    Organen zoals de leerlingenraad, geven vaak het gevoel aan leerlingen dat ze iets kunnen meebeslissen. Ze zijn amper in staat om kleine dingen te veranderen. Want de grote beslissingen worden steeds ergens anders genomen.

    En als leerkracht?

    Weinig. Vanderpoorten wil nu alle beslissingen in de handen van de directeur leggen. Die kan dan eventueel hulp vragen van leerlingen of leerkrachten. Vaak hebben leerkrachten ook schrik van hun directeur, omdat hij hun moet evalueren. De directeur kan leerkrachten ontslaan, dus zij zullen niet snel ingaan tegen zijn standpunten.

    Wat kan er dan wel gedaan worden?

    Massale acties en stakingen van jongeren en leerkrachten, geleid door een organisatie van buiten de school, vooraleer ons onderwijs helemaal een fabriek wordt (met de leerlingen als product) en vooraleer de jongeren zo gefrustreerd worden dat ze hun leerkrachten neerschieten.

  • Wie verdedigt er consequent de eisen van de werknemers van de NON-PROFIT in de politiek?

    …GEEN KAT!

    Het begint een traditie te worden…

    Om de 4 jaar komen we als werknemers van de Non-Profit (noodgedwongen) op straat om onze eisen kracht bij te zetten. De eisen komen misschien nog al fors over bij het bredere publiek maar eigenlijk komt het er op neer dat we de andere sectoren willen bijbenen en een oplossing willen bieden voor de laakbare werkomstandigheden die o. a. leiden tot een chronisch tekort aan personeel en andere wantoestanden in de sector.

    En we komen van ver…

    Om een voorbeeldje te geven: in de ziekenhuizen gingen in 1989 de extra prestaties voor zon- en feestdagen, nacht en onderbroken diensten van 20 naar 30 %….hier is de term slavenarbeid op zijn plaats… Gelukkig behoren zulke verhalen tot een duister verleden. Maar ondanks de forse overwinningen die geboekt werden door de verschillende mobilisaties van het personeel door de jaren heen blijft de Non-Profit met een serieuze achterstand zitten ten opzichte van andere sectoren. In vergelijking met die andere sectoren verdienen we tot 17% minder… een mens zou zich al voor minder een tweederangs-werknemer voelen…

    Maar een vraag die we ons terecht kunnen stellen is: welke politieke partij of individuele politici komen consequent op voor onze eisen? Mocht je deze vraag in het parlement stellen… dan zou het zeer stil worden, buiten enkele mediageile politici die maar om het even wat zouden beweren… Wat de regering betreft, is de situatie glashelder… zij schuiven de bittere pil door tot na de verkiezingen. Zoals het LBC correct stelt:" In De Standaard van zaterdag 4 januari schrijven de ministers VANDENBROUCKE en VANDE LANOTTE dat ze willen ‘… onderzoeken welk vervolg er best komt op het meerjarenplan voor de Non-Profitsector dat in 2000 onderhandeld werd … Tegen einde juni (!) kan al dit materiaal klaar liggen’ .In duidelijke taal : ‘We gaan de vakbonden in enkele werkgroepen ‘bezighouden’ tot eind juni … dan zijn de verkiezingen voorbij en wij politici met onze voeten van het gladde ijs … we kunnen het missen als de pest dat in de aanloop van de verkiezingen de Non-Profit ons voor de voeten loopt. Bovendien, we zijn niet van plan met iets over de brug te komen en dat kunnen we beter pas zeggen na de verkiezingen!’.

    Enkel strijd loont!

    Een ander slecht teken aan de wand was de beslissing van de Vlaamse Gemeenschap om de subsidies in de gehandicaptensector voor december 2003 maar voor de helft uit te keren waardoor het loon in die maand slechts voor 60% uitbetaald zou worden. De rest van het loon zou pas later, in januari, gestort worden, net als de eindejaarspremie. We voerden tweemaal actie in Brussel. Na de eerste actie wilden de ministers zelfs niet aan de onderhandelingstafel komen. Toen we een week later weer in actie kwamen, gaf de regering toe. En laat nu maar iemand beweren dat op straat komen toch niets uit doet…Een duidelijker bewijs dat strijdbaarheid loont in onze sector, is haast ondenkbaar!

    Wat kunnen we verwachten van onze politici?

    In onze buurlanden hebben de regeringen één voor één het slagersmes in de welvaartstaat gezet om zogezegd het hoofd te bieden aan de crisis. Deze brutale aanvallen lokten op hun beurt heel wat protest uit. In België weten alle traditionele partijen (coalitie én oppositie) wat hen te wachten staat na de verkiezingen. Ondertussen gaat men verder met het uitdelen van cadeaus aan de rijken; loonlastenverlaging voor de bedrijven, fiscale amnestie (in België word je inderdaad beloond om jarenlang met je kapitaal onder te duiken…) Deze vrijgevigheid naar de rijken toe zal na de verkiezingen betaald worden door … je raadt het al: de werknemers, via besparingen in de sociale zekerheid, de pensioenen… Als aperitiefje wil men alvast de jacht openen op de werklozen onder het mom van de strijd tegen de ‘sociale fraudeurs’. Wie voor grote bedragen fraudeerde door jarenlang zijn zwart geld in het buitenland te stationeren wordt als het ware geroemd als redders van de economie… want dit is immers geld dat vrijkomt voor investeringen… Twee maten en twee gewichten, noemt men dat. Een ander voorbeeldje is het plafonneren van de elektriciteitskosten voor grootverbruikers en KMO’s terwijl de factuur voor gezinnen zal stijgen. En zo kunnen we wel eventjes doorgaan.

    Alle traditionele politieke partijen gedragen zich als omgekeerde Robin Hoods (stelen van de armen om aan de rijken te geven) Zij gaan allemaal mee in het neoliberale verhaal van het ontmantelen van de sociale zekerheid, besparingen in het onderijs, privatiseringen…

    Een nieuwe arbeiderspartij…

    Wat de werknemers nodig hebben is een nieuwe brede arbeiderspartij die consequent hun belangen verdedigt. Een partij waarvan de mandatarissen hun positie gebruiken om de sociale strijd vooruit te helpen in plaats van hun eigen carrière na te jagen en zich te gedragen als de ideale schatbewaarders van de rijken. Een partij die niet aan praatbarakkenpolitiek doet maar op het terrein zelf, de school, de wijk, de werkvloer actief het verzet tegen de sociale afbraakmachine organiseert en ondersteunt… Echter zo een partij bestaat nog niet.

    De LSP komt op met de verkiezingen.

    De leden van de Linkse Socialistische Partij willen echter niet bij de pakken blijven zitten totdat zo een partij ontstaat. Leden van de LSP zijn o.a. als delegee, vakbondsmilitant, scholier of student actief in de beweging van de Non-Profit maar ook op vele andere terreinen; de anti-oorlogsbeweging, de strijd tegen racisme en fascisme, het verzet tegen de privatiseringen en bedrijfssluitingen…Echter deze bewegingen kennen geen ééngemaakte politieke vertaling. Daarom heeft de LSP beslist om in afwachting van een brede arbeiderspartij haar eigen organisatie verder uit te bouwen en op te komen met de verkiezingen om zo een andere stem te laten horen: een strijdbaar socialistisch alternatief. De LSP/ MAS (Mouvement pour une Alternative Socialiste: de LSP in het franstalige landsgedeelte) zal voor de Europese verkiezingen een lijst neerleggen zowel in Vlaanderen, Brussel als in Wallonië. Voor de Vlaamse verkiezingen komen we op in Oost-Vlaanderen. Voor de Europese verkiezingen hebben we echter voor beide landsgedeelten 5000 handtekeningen nodig om te kunnen opkomen. Help ons deze mee op te halen!

  • 40 kilometer per dag achter de vuilkar!

    Privatisering openbare diensten

    SINDS ENKELE jaren is de huisvuilophaling in veel gemeenten overgedragen aan privé-firma’s. Die hebben niet het leveren van een dienst aan de bevolking op het oog, maar het maken van zoveel mogelijk winst. Veel wijkbewoners hebben dat ondertussen in hun portefeuille kunnen voelen: vuilniszakken die duur moeten worden betaald, een stijging van de jaarlijkse belasting,… Een vuilniszak van 1 euro weegt natuurlijk meer op het budget van een gepensioneerde of werkloze dan op dat van een notaris. En de arbeiders die het huisvuil ophalen? We interviewden Jean daarover, die werkt voor een bedrijf dat vuilnis ophaalt.

    Interview door Guy Van Sinoy

    Je werkt bij Biffa, is dat een privé-firma of een intercommunale?

    Het is 100% privé. Biffa heeft contracten gesloten met lokale overheden om vuilnis op te halen. Waar ik was tewerkgesteld, moesten we de PMD-zakken ophalen (de blauwe zakken), waarvan de inhoud recycleerbaar is (metalen blikjes, plastieken flessen, tetrapak,…). Normaal gezien zijn de zakken niet te zwaar, behalve wanneer de mensen het niet correct spelen en de flessen vullen met andere zaken. Aangezien de zakken redelijk licht zijn, lopen we met 1 persoon achter de camion.

    Niet alle gezinnen sorteren echter. Er zijn dan ook steeds minder blauwe zakken. En ze zijn redelijk licht, maar je hebt toch een goede conditie nodig: we stappen immers niet achter de camion, we lopen erachter. De hele dag lang. Ik zeg wel degelijk "lopen", want als we zouden stappen zouden we niet voor 10u ‘s avonds thuis zijn!

    Volgens berekeningen die werden gedaan, legt een vuilnisophaler van PMD-zakken dagelijks een 40-tal kilometer af op een werkdag. Wanneer de afstand tussen de huizen te groot is, stap ik mee in in de cabine. De vrachtwagen legt elke dag iets van een 100 kilometer af, daarbij inbegrepen de weg die moet afgelegd worden naar het depot van Châtelet.

    Werken er ook interim-arbeiders bij Biffa?

    Ja. In principe om de gaten op te vullen (de vervanging van zieken, degenen die op vakantie zijn). Maar sommige interimmers zijn er elke dag.

    En het salaris?

    De firma knoeit met de barema’s. We worden geklasseerd in de categorie "wegtransport", waar de lonen lager liggen dan bij "huisvuilophaling". Op het vlak van het loon, word ik beschouwd als transportbegeleider in de plaats van huisvuilophaler. We worden dus minder betaald dan de arbeiders die huisvuil ophalen. In Belgische franken had ik ongeveer 330 fr. per uur, plus nog een premie van 35 fr. per uur, aangezien we geen toilet en kantine hebben. Het supplement voor overuren wordt pas betaald na 10 uren van werk en niet na 8 uur, aangezien in het "wegtransport" er vanuit gegaan wordt dat er "wachttijden" zijn.

    Als er geen eetzalen of sanitaire voorzieningen zijn, hoe eten jullie dan? Hoe kunnen jullie je handen wassen?

    We eten in de vrachtwagen en we hebben een jerrycan met water om onze handen te wassen. We werken natuurlijk met handschoenen, omwille van hygiënische redenen en om snijwonden te voorkomen. Normaal gezien moeten we ook een medisch onderzoek ondergaan. Ik ben meerdere malen opgeroepen voor het onderzoek, maar daarvoor moest ik buiten mijn werktijden naar Charleroi rijden. Aangezien ik binnen enkele weken met dit werk stop, zal ik geen medisch onderzoek hebben gehad. Ik heb enkel mijn getuigschrift van inenting tegen tetanus opgestuurd.

    Is er een aanwezigheid van de vakbond op het werk?

    Ik heb er over horen praten, maar ik heb nooit de delegee gezien. Ik moet wel zeggen dat het bedrijf zeer groot is en dat het verschillende activiteiten heeft i.v.m. het ophalen en verwerken van afval. In het depot van Châtelet, bijvoorbeeld, bevindt zich een sorteercentrum: magneten pikken er de metalen objecten uit. Al de rest wordt met de hand gesorteerd door slecht betaalde arbeiders, die heel de dag met hun neus in de stank zitten. Ik verkies liever achter de vrachtwagen aan te lopen, daar zit je tenminste in de open lucht.

    Doorheen weer en wind?

    Ja. Het ergste is niet de koude, maar de regen. Er is geen tijdelijke werkloosheid voorzien, zoals in de bouwsector. Zelfs wanneer het regent, moeten de zakken worden opgehaald. Soms stoppen we enkele minuten wanneer het begint te stortregenen. Maar als het blijft gieten, moeten we terug achter de vrachtwagen aanlopen. We zijn dan heel de dag doorweekt. We hebben wel bescherming tegen de regen, maar die neemt het water snel op.

    Werken met een regenjack is onhoudbaar. Je zweet immers zoveel dat de binnenkant van je vest ook nat wordt. We ontvangen wel fluo-vesten, zoals anderen die langs de autowegen werken. Maar enkel de arbeiders die rechtstreeks door Biffa worden aangeworven, krijgen veiligheidsschoenen. Niet de interimmers!

  • Elite-universiteiten naar Amerikaans model

    Binnenkort ook in Europa:

    IN DUITSLAND stelt bondskanselier Schröder de oprichting voor van elite-universiteiten naar Amerikaans model (denk aan Harvard, Stanford, enz). De algemeen-secretaris van de SPD, de sociaal-democratie, moedigt dit plan aan door te stellen dat er meer Nobelprijzen moeten worden gewonnen. De Duitse Minister van Hoger Onderwijs wil tegen deze zomer een "internationaal puntensysteem" voor de universiteiten uitwerken. Zo wil hij de competitiviteit van de Duitse universiteiten meten, in vergelijking met die van "concurrerende" Europese universiteiten.

    Boris Mallarme

    De bazen juichen dit toe. Zij zien graag een aanpassing van het hoger onderwijs aan de marktvraag, om op die manier te kunnen concurreren met Amerikaanse instellingen. De Europese Ronde Tafel van Industriëlen beweert sinds 1989 dat het onderwijs in Europa arbeidskrachten aflevert die veel te kritisch zijn en niet flexibel genoeg. Teveel middelen in het onderwijs worden gebruikt voor "nutteloze studies". Ze vinden ook dat te weinig jongeren hogere studies volgen gericht op de behoeften van de werkgevers.

    In de Verenigde Staten zijn het de universiteiten die bepalen welke studenten al dan niet toegelaten worden. De inschrijvingsgelden lopen soms op tot bedragen van verschillende tienduizenden euro’s. Bovendien is de selectie waanzinnig streng: enkel de meest slimme studenten en rijkeluiskinderen hebben toegang tot de elite-universiteiten.

    De idee van elitescholen treft niet enkel Duitsland. Het Bolognadecreet, ondertekend in 1999 door 29 Europese Ministers van Onderwijs, heeft de bedoeling de Europese universiteiten voor te bereiden op de concurrentie met die van de Verenigde Staten. De Europese "harmonisatie" van de onderwijsstructuren mikt op de onderlinge concurrentie van de instellingen, en niet op een betere mobiliteit voor het merendeel van de studenten.

    Degelijke opleidingen die niet winstgevend zijn voor de bedrijven zullen stelselmatig voor de bijl gaan. De laatste stap in deze ontwikkeling zal de creatie van "excellentiepolen" zijn, met buitensporig hoge inschrijvingsgelden. In Engeland wordt er de komende dagen gestemd over een wetsvoorstel dat de universiteiten toelaat om de inschrijvingsgelden te verhogen vanaf 2006. De onderwijskosten zouden hierdoor kunnen oplopen tot 4500 euro per jaar (het maximum ligt momenteel begrensd op 1656 euro). Veel studenten zullen bij het beëindigen van hun studies schulden van duizenden euro’s moeten aflossen. De schuld kan enkel worden kwijtgescholden als ze na 25 jaar nog niet volledig is terugbetaald!

    Dit brengt de voorstellen van een aantal economen van de UCL (Universiteit van Louvain-La-Neuve) in herinnering. Zij willen de inschrijvingsgelden optrekken naar 4000 tot 6000 euro, terug te betalen na de studies!

    Alleen welgestelde studenten die de volle pot voor dure reis-, kot- en inschrijvingsgelden kunnen neertellen… zullen in het buitenland kunnen studeren. Bologna voorziet een verhoogde mobiliteit voor diegenen die in aanmerking komen voor het toekomstig elite-onderwijs in het buitenland, maar niet voor iedereen. Naast die zogenaamde "excellentiepolen" zal er nog wel hoger onderwijs "van tweede rang" bestaan. Dit zal beter toegankelijk zijn, maar de kwaliteit ervan zal meer en meer verminderen. En bijgevolg dus ook de waarde van het diploma. Een groot deel van de minder gegoede studenten zal uit de boot vallen.

    Het onderwijs in België loopt de Europese, neoliberale trend achterna.

    Op 3 januari 2004 heeft de regering van de Franstalige gemeenschap het voorlopig ontwerp van het Bolognadecreet van Minister van Hoger Onderwijs Dupuis goedgekeurd. In Vlaanderen was dat al op 5 juli 2002 gebeurd. Dit decreet verandert het 4 jaar durende kandidatuur-licentiaat systeem in een 3-jaar durende "Bachelor" en een aanvullend jaar om "Master" te worden, of 2 extra jaren voor de "gespecialiseerde Master". De hogescholen worden geïntegreerd in dit systeem.

    Om de gespecialiseerde Master te behalen, wat ongetwijfeld meer waard zal zijn op de arbeidsmarkt dan de "gewone", is men gedwongen om de kosten van een 5 jaar durende studie te dragen. De andere hoofdbrok van het decreet heeft betrekking op de vorming van "academische instellingen": de Franstalige universiteiten van Brussel, Luik en Louvain-La-Neuve wil men op termijn samenvoegen. De universiteiten hebben dan de mogelijkheid om bepaalde studierichtingen, onderzoekskringen, activiteiten,… over te dragen aan hun "gemeenschappelijke academie". Dit laat de instelling toe studierichtingen "economisch efficiënter" te maken en arbeidskosten in te dijken (minder administratief personeel, verdwijnen van studierichtingen, verlies van andere arbeidsplaatsen, enz.)

    Het hoger onderwijs is bezig zich te centraliseren in bepaalde studierichtingen met als doel samenhangende polen op te richten, gereserveerd voor diegenen die het zich kunnen permitteren.

    De golf van aanvallen op de verworvenheden op het vlak van onderwijs, gericht op het uitsluiten van een grote groep jongeren, bewijst opnieuw het anti-sociale karakter van dit kapitalistische Europa. Onderwijs is één van de thema’s in de verkiezingscampagne van de LSP. De LSP vecht tegen het idee van elitair onderwijs en verdedigt gratis en degelijk onderwijs voor iedereen, op alle niveau’s. ALS/EGA (Actief Linkse Studenten) is solidair met de verkiezingscampagne van de LSP, de enige geloofwaardige linkse oppositie die de rechten van de studenten verdedigt.

  • Failliet van Sobelair: arbeiders aan hun lot overgelaten

    Failliet van Sobelair

    Het faillissement van Sabena veroorzaakte een schok in arbeidersmiddens: veel arbeiders zagen het terecht als een gevolg van de privatisering en de jacht op winsten. Een groter deel van de bevolking werd erdoor geraakt en zag het als de teloorgang van een nationaal symbool. De arbeiders van Sabena, en vooral het kabinepersoneel, hebben blijk gegeven van een vastberaden strijdbaarheid, maar de vakbondsleidingen hebben hiermee niets aangevangen. Ze hadden niet de intentie om een grootschalige strijd te voeren om de tewerkstelling van het personeel van Sabena en de onderaannemers veilig te stellen.

    Guy Van Sinoy

    Vandaag staan de arbeiders van Sobelair alleen. Sobelair had niet het prestige van Sabena en een groot deel van de bevolking hecht niet zo’n groot belang aan dit faillissement. Een deel van het Sobelair-personeel bestond uit oud-Sabeniens, die een loonsverlaging van 25% moesten aanvaarden om bij Sobelair aan de slag te kunnen gaan. Zij hebben uit de ervaring van Sabena de les getrokken dat de vakbondsleidingen niet in staat zijn om hen te ondersteunen; dat hun steun slechts bestaat uit een symbolische betoging in plaats van het lanceren van een gevecht voor het behoud van elke job, met een mobilisatie van andere sectoren.

    Het doet pijn om de verwarring bij de ontslagen Sobelair-arbeiders te zien. Terwijl ze enerzijds de maneuvers van hun patroon, de sjoemelaar Bruno Vastapane, aan de kaak stellen, klampen ze zich anderzijds wanhopig vast aan de mooie woorden van de curatoren. Dat de arbeiders de dag na het faillissement applaudisseerden voor de curatoren toont de mate van verwarring aan. We zijn geen predikers van geweld. Maar het volstaat zich te herinneren hoe de arbeiders van Clabecq – woedend door de pesterijen van de deurwaarders – de curatoren behandelden, om de kloof te zien tussen de arbeiders van Clabecq en Sobelair.

    In Clabecq heeft het incident met de curatoren niets opgeleverd. Integendeel zelfs, gezien de media op het incident zijn gesprongen om de Clabecq-arbeiders te criminaliseren. Vooral dan hun syndicale afgevaardigden, die de strijd op alle fronten voerden: tegen de patroons, de Waalse regering en de vakbondsbureaucratie. De arbeiders van Clabecq hadden echter begrepen d at de curatoren er niet zijn om de tewerkstelling en het lot van de arbeiders te verdedigen, maar om het bedrijf in de solden te zetten en de schuldeisers te betalen.

    In het patronale kamp verenigen de gieren zich rond Sobelair om het bedrijf uiteen te rijten en zich de lekkere brokken spotgoedkoop toe te eigenen. In het syndicale kamp laten de vakbondsleiders zich niet zien. Overal ter wereld ondergaan de arbeiders in de burgerlijke luchtvaart een brutale verslechtering van hun arbeidsomstandigheden en verloning. Zo moet het kabinepersoneel van Ryanair ook kuisen tijdens de tussenlandingen. In zijn boek “Stupid White Men” stelt Michael Moore aan de kaak dat piloten van American Eagle, een filiaal van American Airlines, niet meer verdienen dan 16.800 dollar per jaar (of 1.120 euro per maand!).

    De burgerij, de regeringen en het IMF roepen steeds opnieuw respect in voor de logica van de economische rentabiliteit, de winsten van de bedrijven dus. Maar de arbeiders hebben een andere economische logica: hun gezin moet kunnen leven! In die strijd is er geen ruimte voor een positie tussen beide kampen: of men aanvaardt de vernietigende kapitalistische logica, of men voert met alle arbeiders een verbeten verzet tegen de uitbuiting.

    Om dit verzet efficiënt te voeren, moeten 2 voorwaarden vervuld worden: de vakbondsbeweging aan de basis versterken en er een genadeloze strijd voeren tegen die syndicale leiders die de kapitalistische logica aanvaarden.

  • Bologna: Achter het masker: de privatiseringen

    De afgelopen maanden zijn er meerdere betogingen geweest tegen het decreet-Dupuis, genoemd naar de Franstalige PS-Minister van Onderwijs. Op 12 november verzamelden 12.000 stakers – onderwijzend personeel en studenten- van de Vlaamse hogescholen in Brussel. Donderdag 11 december kwamen 15.000 studenten van het Franstalige hoger onderwijs op straat.

    Nicolas Croes

    Niet lang daarvoor betoogden duizenden te Luik en Bergen om hun woede te uiten, sommigen onder andere voor de burelen van de PS. Het decreet-Dupuis betekent de uitvoering van de internationale Bologna-akkoorden in België.

    De belangrijkste ordewoorden van de hogeschoolstudenten brachten het aanzienlijke niveauverschil tussen hogescholen en universiteiten naar voren, wat dreigt toe te nemen in de toekomst. Het decreet trekt de studietijd van universiteiten op naar 5 jaar, terwijl er niets voorzien wordt voor de hogescholen (zij behouden hun cycli van 3 of 4 jaar). Deze studenten vrezen dat hun diploma’s op de arbeidsmarkt in waarde zullen verminderen, en maken van de verhoging van de studietijd de voornaamste slogan. Terwijl ze zich wel uitspreken tegen het decreet-Dupuis, stellen ze geenszins de Bologna-akkoorden in vraag. Nochtans…

    Zo is een van de grootste mikpunten van Bologna de mobiliteit. Men wil studenten aanmoedigen om te studeren in het buitenland, wat gevaloriseerd wordt door een puntensysteem toegevoegd aan het diploma (ECTS). Maar er is evenwel geen subsidiëring voorzien voor de reiskosten! Het is dus enkel in het voordeel van de beter begoede studenten… Daarbij, naast het creëren van een onderwijs op verschillende snelheden, voorziet de "harmonisering" voornamelijk bedrijfsgericht onderwijs – naargelang de marktvraag, dus. Een onderwijs waarin het patronaat veel te zeggen heeft.

    De Europese regelgeving voorziet dat sectoren niet geprivatiseerd kunnen worden, als ze niet aan 2 criteria voldoen. Ten eerste moeten ze het bewijs leveren dat deze sector kan functioneren zonder staatsinmenging. Vervolgens moeten ze verzekeren dat deze sector exporteerbare goederen produceert. Het elitaire hoger privé-onderwijs in Engeland bewijst dat deze scholen zonder overheidssubsidiëring kunnen overleven, aangezien de studenten toch uit een begoed milieu komen. Het hoger onderwijs daarentegen produceert geen exporteerbare diploma’s, zolang Bologna niet van kracht is. Bologna betekent verhoging van de inschrijvingsgelden, afname van de kwaliteit van het onderwijs, verdwijnen van bepaalde "niet-rendabele" sectoren, verlaging van de waarde van "minder rendabele" sectoren,…

    Deze lange lijst doet ons denken aan de situatie in andere geprivatiseerde sectoren. Het is daarom dat we allemaal samen moeten vechten. Studenten, arbeiders: hetgeen we samen ondergaan, kunnen we samen overwinnen!

  • Amerikaanse toestanden in het onderwijs

    Nu ook in België:

    Wie het boek van Michael Moore "Stupid White Men" leest, vindt in hoofdstuk 5 "Achterlijk Land" een niet zo fraai overzicht van wantoestanden in het Amerikaanse onderwijs.

    Kristof Bruylandt

    Onveilige infrastructuur, overbevolking, platte commerciële uitholling van de lesinhoud onder invloed van sponsoring, indoctrinatie, onderbetaald personeel en gedemotiveerde leerlingen. Wie denkt dat dit nu eenmaal het gekke Amerika is, komt bedrogen uit. Ook bij ons komen er meer en meer wantoestanden.

    Tal van Belgische scholen voldoen niet aan de veiligheidsvoorschriften, maar worden bij gebrek aan alternatief toch niet gesloten. Ook het poetsen gebeurt in sommige scholen al door de leraars zelf. Leerkrachten zijn niet vies van dit soort werk, maar het behoort niet tot hun opdracht en ze gunnen het kuispersoneel ook hun job.

    Ondertussen plannen verschillende scholengroepen na de privatisering van de resto’s nu ook de uitbesteding van de schoonmaak aan firma’s die werken met interim-arbeidsters die "nooit ziek worden". De vakbond heeft daar goede argumenten tegen, maar geen strategie om het tegen te houden. In veel scholen zullen ze het zelfs mee goedkeuren "omdat er nu eenmaal geen geld genoeg is om een eigen kuisploeg te blijven betalen uit de te kleine enveloppe".

    Onder het mom van de lokale autonomie wordt het onderwijs meedogenloos geprivatiseerd. Syndicalisten die, verwijzend naar de CAO’s, zich verzetten tegen extra taakbelasting (bijv. strafstudie op zaterdag) krijgen steevast te horen dat ze daardoor de concurrentiepositie van de instelling verzwakken. Stageairs waarover de patroon niet tevreden is, schaden de reputatie van de school en worden soms van school gestuurd.

    Praktijkleerkrachten worden door de directie onder druk gezet om te produceren voor klanten (bijv. drukwerk), in de plaats van de leerlingen nieuwe technieken aan te leren. En ondanks het feit dat onderwijs tot 18 jaar grondwettelijk gratis is, krijgen ouders elk jaar opnieuw steeds duurdere schoolrekeningen. In sommige scholen moeten de leerlingen zelfs betalen voor het internet.

    Vlaams Minister Marleen Vanderpoorten wil nu van elke jongere ook een kapitalist maken door ondernemen in de eindtermen op te nemen. In de jaren ’60 heette dit nog indoctrinatie. Zelfs leraars zullen tijdens de vakantie moeten stage lopen in bedrijven. Ondertussen hebben studies van het HIVA en de Antwerpse Universiteit aangetoond dat een leraar gemiddeld 47 uur per week werkt en de vakanties hard nodig heeft om zich te ontspannen. Dat de lonen 11% lager liggen dan in de privé blijkt geen enkele rechtvaardiging te hebben. Zal de vakbondstop van de verkiezingen gebruik maken om een herfinanciering van het onderwijs af te dwingen, of laten zij hun paarse vrienden het patronaat verder opvrijen, ten koste van het onderwijs?

  • Scholen voor probleemjongeren in Wallonië

    Hazette, minister voor het Secundair Onderwijs (MR) van de Communauté française (CF), heeft in november 2002 de oprichting van een centrum in Brussel voorgesteld voor scholieren die uitgesloten waren uit hun school of die schuldig zijn aan bijzonder zware criminele daden. Deze school voor ‘caïds’ zou een bijkomende structuur betekenen, bovenop de bestaande structuren voor scholieren die uitgesloten worden uit het schoolsysteem.

    Céline Moulin

    Een debat vond plaats in de regering van de CF omdat de PS en ECOLO zich verzetten tegen de logica van ghettoïsering van probleemjongeren en de oprichting van mobiele teams die in de scholen actief zouden zijn. Ze wilden ook de bestaande middelen uitbreiden: de sociale diensten (SAS) voor crisisjongeren. De regering van de CF heeft uiteindelijk besloten om 4 SAS-niveaus te creëren. In feite komt het erop neer om 4 scholen voor probleemjongeren te organiseren in plaats van één.

    Hazette geeft zelf toe dat het risico bestaat dat scholen nu meer geneigd zullen zijn om moeilijke scholieren uit te sluiten. Anderzijds, zegt hij, zal het feit dat er slechts 4 maal 25 plaatsen beschikbaar zijn die tendens afremmen. Hij wil wel het aantal beschikbare plaatsen opvoeren.

    Het moet ook opgemerkt worden dat Hazette voorstander is van dienstencheques in het onderwijs. Hij stelt voor de gesubsidieerde scholen hier gebruik van te laten maken voor bepaalde administratieve verrichtingen… Kortom, de politieke wereld wil meer en meer uitsluitingen organiseren voor jongeren in een economisch slechtere situatie, en ze krijgen er klusjesjobs bovenop.

  • Liberalisering elektriciteit: wie niet kan betalen wordt afgesloten

    Een eerste gevolg van de liberalisering van de elektriciteit wordt nu al duidelijk: de energiemaatschappijen kondigden aan dat wanbetalers voortaan niet meer zullen bediend worden.

    Wie af en toe een betalingsachterstand oploopt, komt op een zwarte lijst terecht en zal enkel nog een ‘minimumvoorziening’ krijgen van 6 ampère. Dat zou net voldoende zijn om het licht te laten branden en de TV te laten spelen. Electrabel zou bezig zijn met het treffen van maatregelen om wanbetalers effectief af te sluiten en op een overlevingsrantsoen te plaatsen.

    Bij de liberalisering werd aanvankelijk aangekondigd dat dit "beter" zou zijn voor de consumenten: door de concurrentie zouden de prijzen dalen. Vandaag zien we dat dit niet het geval is. Ook op de elektriciteit moet winst gemaakt worden en dus is het interessanter om van consumenten die niet in staat zijn om stipt de rekening te betalen af te raken. Intussen zijn de prijzen niet gedaald.

    Dit is waar een liberalisering om draait: niet om de dienstverlening of het voorzien in een openbare dienst voor de bevolking. Neen, dat is onbelangrijk. Het gaat om het verdelen van elektriciteit aan diegenen die ervoor kunnen betalen!

    Electrabel maakte de afgelopen jaren grote winsten. In 2000 maakte het bedrijf 27 miljard frank winst. Bovendien zijn de prijzen hoog, en betaalt men meer naarmate men minder consumeert! Sibelgaz rekende 4,16 bfr./kWu aan voor een vermogen van minstens 36 kVA (grote gebruikers); 6,07 bfr. voor een vermogen van minstens 6kVA (veel gezinnen vallen in dit forfaitair tarief); 9,18 bfr. voor een vermogen van hoogstens 6 kVA en een verbruik van minder dan 2.500 kWu (de kleine gebruikers). De kleintjes betalen dus voor de groten. Pas echter op! Het betreft enkel de tarieven voor lage spanning voor particulieren. Met andere woorden, Electrabel realiseert dagelijks een winst van zo’n 2 miljoen euro, maar de hoge tarieven die worden opgelegd aan de kleine gebruikers (die geen keuze hebben) dienen om goedkopere tarieven aan te bieden aan de bedrijven.

    Toen enkele jaren geleden de discussie werd gevoerd over de liberalisering, werd dit verdedigd door de regeringspartijen. Ook Steve Stevaert verklaarde zich toen grote voorstander van de liberalisering. Nu de concrete uitwerking ervan duidelijk wordt, zwijgt Steve in alle talen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop