Category: Op de werkvloer

  • Hoe strijden tegen multinationals in het tijdperk van globalisering?

    Noch lastenverlaging, noch politieke lobby, noch de wet-Decroly heeft Ford tot welke toegeving ook aangespoord. Politici, academici en vakbondsbureaucraten zullen daaruit besluiten dat ze machteloos staan tegenover de willekeur van de multinationals. Op die manier ontlopen ze hun verantwoordelijkheid en hoeven ze zelf niets ernstigs te ondernemen. LSP zal de laatste zijn om de macht van die multinationals te ontkennen. Geen enkele macht is echter ongenaakbaar, zeker niet als de arbeidersklasse verenigd is.

    Eric Byl

    Dat laatste werd op kleine schaal geïllustreerd bij Ford. Hoewel de Ford-arbeiders behalve wat morele steun en een betoging annex concert in Genk er vooral alleen voor stonden, slaagden ze erin om de Ford-directie tot toegevingen te dwingen. Beeld je maar eens in wat mogelijk was geweest indien de vakbondsapparaten ook werkelijk gemobiliseerd hadden in andere bedrijven en solidariteitsstakingen hadden georganiseerd. Een regionale staking in Limburg of een solidariteitsstaking in het Gentse Volvo (deel van de Ford-groep) en andere assemblagebedrijven hadden een krachtsverhouding kunnen opbouwen. Niet alleen tegen Ford, maar ook en vooral tegenover de regering. Op die manier had die gedwongen kunnen worden om kordater op te treden tegen de Ford-directie, met de mogelijke dreiging beslag te leggen op de Ford-tegoeden en het bedrijf in eigen beheer herop te starten.

    Een dergelijke houding zou de Belgische regering noch door de buitenlandse overheden, noch door het patronaat in binnen- en buitenland in dank worden afgenomen. Het zou echter op een enorme solidariteit vanwege de arbeiders op internationale schaal kunnen rekenen. Laat ons niet vergeten dat iedere job die verdwijnt de gemeenschap zowat 25.000 euro kost aan sociale zekerheidsbijdragen, belastingen en werkloosheidsuitkeringen. De afdanking van 3.000 Ford-arbeiders kost met inbegrip van direct banenverlies bij de onderaannemers het eerste jaar na de afdankingen zowat 100 miljoen euro aan de gemeenschap. Een studie van de Nationale Bank vestigt er bovendien de aandacht op dat 75% van de verloren banen nooit wordt gecompenseerd.

    Kortom: binnen het kapitalisme kunnen de arbeiders niet anders dan te vechten voor iedere job. Productiviteitsverhoging betekent binnen dit systeem niet minder werk en meer vrije tijd voor iedereen, maar integendeel: meer werkloosheid, meer armoede en meer sociale drama’s. Daaraan zal geen enkele wet iets kunnen veranderen.

    In een socialistisch systeem zou productiviteitsstijging de werkdruk voor iedereen verlichten. Overproductie zou er weggewerkt worden door geleidelijke diversificatie en omschakeling naar maatschappelijk nuttige productie. Multinationals kunnen wel degelijk bestreden worden, ook in het tijdperk van globalisering. Waar vroeger een compromis nog min of meer mogelijk was op basis van de economische groei-fase, is de mogelijkheid van een derde weg – tussen kapitalisme en socialisme – vandaag zo goed als uitgesloten. Gedeeltelijke, kortstondige overwinningen op de multinationals zijn mogelijk mits het opbouwen van een krachtsverhouding. Een langdurige fase van systematische toegevingen door de multinationals is echter uitgesloten binnen het kapitalisme. Dat vergt een fundamentele breuk ermee en de opbouw van een socialistische maatschappij.

  • Na een sluiting, welke reconversie?

    Interview door Guy Van Sinoy

    Getuigenis van André Fontaine, 25 jaar arbeider bij Renault-Vilvoorde afgedankt bij de sluiting in ’97

    Om de sluiting aanvaardbaar te maken heeft Renault een toneel opgevoerd. Eerst door in het bedrijf een showroom met zetels, telefoon en stapels dagbladen in te richten voor werkzoekende arbeiders. Vervolgens door talloze pannelen met jobaanbiedingen te plaatsen, waarvan vele al vervallen.

    Bovendien verbond Renault zich ertoe om op de bedrijfsterreinen de komende 3 jaar 400 arbeiders over te nemen (aanvankelijk had men 1500 gezegd): 200 het eerste jaar, dan 100 en nog eens 100. Die arbeiders verrichten kleine werken in de plaatslagerij, montage van uitlaten en van banden. Ze moesten loonsvermindering en meer flexibiliteit aanvaarden en verloren hun premies.

    Tenslotte beloofde men de werkzoekenden met opleidingen bij te staan. Probeer het je eens in te beelden: arbeiders die jaren bij Renault werkten, moesten een nieuw vak leren. In welke branche? Aan welk loon? In welke voorwaarden? De meesten waren daar niet toe bereid. De selectie gebeurde nogal willekeurig op basis van het dossier op de personeelsdienst. Het is niet omdat men jaren lasser is geweest, dat men niets anders kan. Sommigen werden om psychische of fysische redenen geweigerd. Anderen werden zonder de minste vorming georiënteerd naar slecht betaalde jobs (afwasser in de horeca) om er vanaf te zijn en aan te tonen dat men “snel” ander werk kon vinden.

    Voor Renault werkte ik als fotograveur. Ik heb dus een opleiding als infograficus (lay out op PC) aangevraagd en werd geselecteerd. Gedurende 4 maanden kregen we een opleiding in de privé. Langs Franstalige kant waren we met een dertigtal. Uiteindelijk heeft men ons gezegd dat het teveel kostte en dat we de opleiding maar bij de FOREm (de Waalse tegenhanger van de VDAB) moesten vervolledigen. De meesten hebben opgegeven. Ik heb als enige de vorming gedurende 2 jaar voortgezet.

    Op de FOREm-opleiding was ik de enige werkzoekende. Alle anderen waren infografici, gestuurd door hun werkgever om hun vorming goedkoop te perfectioneren. Eigenlijk was de opleiding op hun maat gesneden. Ik vond dat shockerend. Natuurlijk hebben ze recht op bijkomende vorming, maar hun werkgever heeft voldoende middelen voor een private opleiding. De FOREm moet zich richten op werkzoekenden.

    Normaal moest op de vorming een stage van 3 maanden in een bedrijf volgen. De FOREm liet me echter weten dat ik te oud was (meer dan 50), dat de markt verzadigd was en dat het geen zin had mijn vorming verder te zetten. Ik ga ervan uit dat ze van bij het begin mijn geboortedatum hadden gelezen in mijn dossier! Men heeft mij jaren aan het lijntje gehouden voor niets.

  • Ford Genk: Acties personeel dwingen directie tot toegevingen

    De Ford-arbeiders en de syndicale delegaties hebben een eerste overwinning behaald. 2 maanden eerder dan gepland, heeft de directie op papier toegezegd om de nieuwe generatie Mondeo’s in Genk te produceren. Bovendien valt op 15 november aanstaande nog een andere belangrijke beslissing: dan bepaalt de Ford-directie of Genk voortaan ook de Galaxy en het nieuwe cross-overmodel mag produceren.

    Eric Byl

    Als dat laatste doorgaat, is er minstens tot 2012 werk voor 5 à 6.000 mensen, zoniet voor hooguit 3.000 tot 3.500. Uiteraard is deze overwinning slechts heel voorwaardelijk. Uit ervaring weten we dat de beloftes van de Ford-directie, zelfs als ze op papier staan, geen sluitende garanties zijn. Bovendien bestaat er niet de minste duidelijkheid over het lot van de 3.000 zogenaamde overtollige arbeiders en zijn er bij de toeleveranciers nu al 730 banen gesneuveld.

    Niettemin betekent het al heel wat om een multinational als Ford tot zo’n toegeving te dwingen. Zonder 3 weken lang Ford in een wurggreep te nemen door de Transit en belangrijke onderdelen niet te laten vertrekken, zou de directie nooit tot zo’n toegeving zijn overgegaan. De directie zal het misschien niet graag toegeven, net zomin als de politici, maar het stilvallen van de Transit-productie in het Britse Southampton en het feit dat ook in Turkije de productie van de Transit in het gedrang kwam, hebben de doorslag gegeven.

    Daarmee wordt meteen geantwoord op de “goede raad” van de politici. Die gooiden de armen in de lucht, verklaarden zich zo goed als machteloos en raadden de arbeiders aan om vooral de overblijvende 6.000 jobs niet in gevaar te brengen door te radicale acties. Zij wisten nochtans net als iedereen op het bedrijf dat de contracten met de onderaannemers slechts liepen tot 2006 en dat het zonder strijd na 2006 met Ford Genk wellicht helemaal afgelopen zou zijn.

    Twee maten, twee gewichten

    Wie zijn rekeningen niet betaalt, krijgt doorgaans een deurwaarder op bezoek. Betaal je je wagen of je huis niet af, dan wordt er beslag op gelegd. Ben je werkloos, dan behoor je na enige tijd tot het “sociaal profitariaat”. En dat moet uiteraard worden gestraft! Heb je geen papieren? Dan ben je illegaal en kan je opgesloten worden en uitgewezen. Wanneer je echter als patroon de CAO en andere afspraken niet naleeft en duizenden gezinnen van hun inkomen berooft, dan worden je goederen niet in beslag genomen, wordt je niet beboet, opgesloten of uitgewezen, maar biedt de regering je een lastenverlaging aan.

    Het antwoord van de regering-Verhofstadt op de woordbreuk van Ford: “we moeten ploegenarbeid aantrekkelijker maken”. Kortom, met gemeenschapsgeld wil Verhofstadt bedrijven als Ford betalen om onze gezondheid te ondermijnen. Hij doet dat, naar verluidt, in ons belang. Wedden dat we weldra beschuldigd zullen worden van medische overconsumptie?

    Volgens Verhofstadt en co heeft Ford trouwens een reden om haar eerdere beloftes niet na te leven: de loonkosten zijn “te hoog”, en dus moeten er loonlastenverlagingen worden doorgevoerd. Zou Verhofstadt eens willen overwegen dat mensen hun huur niet graag betalen, dat die huur dikwijls te hoog is en huurverlagingen goed van pas zouden komen?

    Van een oppositie die een beetje oppositie is, zou je verwachten dat ze Verhofstadt eens flink aanpakt over de dubbele standaard die hij hanteert. Niets daarvan. Hoewel de loonlast in een bedrijf als Ford slechts 7% bedraagt van het totale kostenplaatje, luidt het bij de oppositie in koor: meer lastenverlaging. Die plaat is ondertussen al grijs gedraaid, maar ondanks alle lastenverlagingen blijft de werkloosheid toenemen en de uitkering afnemen.

    Politieke spelletjes en lobbying

    Zoals bij iedere grote sanering werden ook bij Ford politieke spelletjes gespeeld. Het heeft nog nooit een fabriek gered, maar net zoals bij Renault en Sabena had het vakbondsapparaat ook nu van politieke lobbying de hoeksteen van haar strategie gemaakt. Een heuse task force van de regering werd aangesteld. De syndicale delegaties werden van ministerie naar ministerie gesleept en hadden zelfs een ontmoeting met de Vlaamse minister-president, Somers dus.

    De steun van de politici bleef echter bij een paar mooie kiekjes, om de kiezer te tonen hoe solidair onze politici wel waren. Voorts “kregen” de arbeiders een gratis concert georganiseerd door VLD-kandidaat Herman Schueremans en SP.a kandidaat Chokri Mahassine. En gesponsord door “bevriende multinationals” als Coca Cola, Maes Pils en Pizza Hut.

    Wie dat concert mocht meemaken zal zich wellicht afgevraagd hebben wat die pensenkermis met de strijd van Ford te maken had, tenzij een publiciteitscampagne voor de regeringspartijen. Geen wonder dat er heel wat arbeiders gromden: “wij hebben geen muziek nodig, maar werk”.

    Eerder die dag (18 oktober) was op de betoging, tussen de talloze delegaties uit bedrijven als Opel en VW, een gezamenlijke delegatie van alle “democratische partijen” opgevallen. Met zoveel politieke steun zou je toch verwachten dat er meer mogelijk is dan de handen in de lucht te gooien en zich machteloos te verklaren.

    Die zogenaamde “machteloosheid” is eigenlijk niets meer dan een rookgordijn om medeplichtigheid in dit soort sociale drama’s te verbergen. We weten uiteraard niet wat er deze keer van aan was, maar net als bij Renault en Sabena was er ook nu weer minstens een vermoeden dat de regering al maanden was ingelicht – maar wijselijk zweeg. De baas van de staatsveiligheid verklaarde onomwonden dat ze al van juni op de hoogte waren dat er bij Ford iets stond te gebeuren.

    Van industriële maatschappij naar kenniseconomie?

    De Ford-directie had haar saneringsplannen nog maar net bekend gemaakt, of de propagandamachine om die aanvaardbaar te maken schoot al in werking. Wereldvreemde “specialisten” als de professoren Blanpain en De Grauwe, of gouverneur Hilde Houben-Bertrand, berekenden ons voor dat het industriële tijdperk voor België is afgesloten en dat we ons voortaan maar beter op de diensten en de kennisjobs kunnen richten.

    Yves Desmet – hoofdredacteur van De Morgen, maar vooral iemand die zich doorgaans met de stroom laat meevoeren – vat de argumenten nog eens samen: 40 jaar geleden was Vlaanderen agrarisch, dan begon een industriële cyclus die nu op zijn einde loopt. In het tijdperk van de globalisering is een verschuiving van dit soort industriële activiteit naar lageloonlanden steeds onvermijdelijker. Je kunt die evolutie wat afremmen, maar de trend is onafwendbaar. Conclusie: strijd voor het behoud van die jobs is zinloos. We kunnen beter investeren in “toekomstgerichte sectoren”, waarin “we de rest van de wereld nog wel aankunnen”.

    Desmet noch Blanpain, De Grauwe,… lijken zich eraan te storen dat in de zogenaamde “toekomstgerichte” kenniseconomie vorig jaar maar liefst 15.000 jobs verloren ging. Die “trend” zette zich ook in 2003 door met een geschat verlies van 22.000 jobs. Dat is ook logisch. Welk bedrijf wil haar research op middellange termijn immers volledig loskoppelen van haar productie? Als we de productie niet hier kunnen houden, dan zullen onderzoek en diensten onvermijdelijk volgen.

    Desmet en co moeten trouwens niet teveel illusies koesteren: de 21e eeuw is niet meer het koloniale tijdperk van weleer, de zogenaamde lage loonlanden beschikken over steeds meer goedkope geschoolde arbeidskrachten. Binnenkort zijn Desmet, Blanpain en co misschien ook wel overtollig, voor zover dat ooit anders is geweest.

    Desindustrialisatie en delokalisatie

    Wat Blanpain, De Grauwe en Desmet uitbraken, is fors overdreven. Maar hun stellingen zijn uiteraard wel gebaseerd op een evolutie uit het verleden. Delokalisatie van hele sectoren, vooral de arbeidsintensieve, naar lage loonlanden is een kenmerk geweest gedurende tientallen jaren. De textielindustrie heeft daar wellicht het zwaarst onder geleden. De groei van de wereldmarkt en de wereldwijde arbeidsdeling hebben vooral in de zware industrie een grote tol geëist. Zal dat ook in de komende jaren de belangrijkste trend zijn?

    Wetenschap en techniek zijn vandaag tot op zo een niveau ontwikkeld dat in hele sectoren de kapitaalvereisten – om telkens weer nieuwe en betere machines en productiemethodes te ontwikkelen – zodanig groot zijn dat de loonkosten eigenlijk slechts een klein onderdeel vormen van de totale kost. De nabijheid van een afzetmarkt, een goeie infrastructuur en politieke stabilititeit nemen toe in belang.

    Globalisering is niet enkel, zelfs niet vooral, een economisch verschijnsel. Het is in de eerste plaats een politiek regime – van ongebreidelde flexibiliteit, liberalisering van voormalige diensten, ondermijning van arbeidscontracten, etc. – dat de sterke imperialistische machten aan de rest van de wereld opdringen. Het komt erop neer dat alle sociale beperkingen op de vrije markt moeten worden opgeheven. En dat in “het algemeen belang”. Verhofstadt verwoordde deze illusie met zijn stelling dat er niet minder, maar meer vrije markt nodig was om de armoede op de wereld te bestrijden.

    In een periode van economische recessie zullen de handelsbelemmeringen en maatregelen om de eigen burgerij uit de wind te zetten meer en meer toenemen. Meteen zal het belang groeien om in iedere cruciale regio ter wereld, en daarbij behoort ook Europa – potentieel nog steeds de grootste markt ter wereld, een industriële aanwezigheid te hebben.

    Na de wet-Renault, de wet-Ford?

    Er zijn allerlei argumenten om geen krachtsverhouding op te bouwen. De sluiting van Renault baarde de gelijknamige wet die de patroons voortaan “verplicht” vooraf aan te kondigen wanneer ze ons op straat willen gooien. Intussen heeft oud-Ecolo parlementslid Vincent Decroly in maart van dit jaar, in samenwerking met de Werkgroep Economische Democratie van Attac, een strenger wetsvoorstel ingediend.

    LSP zou zo’n wet uiteraard niet afwijzen, maar tegelijk willen we waarschuwen voor illusies. Niet alleen omdat wetten op allerlei mogelijke manieren omzeild kunnen worden, maar bovendien omdat ze onvermijdelijk een krachtsverhouding op een gegeven moment weerspiegelen. Doorgaans worden dat soort wetten, zodra de krachtsverhoudingen gekeerd zijn, uitgehold. Van Decroly en Attac zou je verwachten dat ze zich daarvan bewust zijn.

  • Europees parlement stemt liberalisering statuut dokwerkers weg

    In het Europees parlement stemden 219 tegen 209 parlementsleden voor het verwerpen van de liberalisering van het statuut van de dokwerkers. Het voorstel was erop gericht dat bedrijven eigen havenarbeiders kunnen inzetten in plaats van erkende dokwerkers. Nu moeten dokwerkers erkend zijn, waardoor er ook controle is op hun statuut, loon, de veiligheid in de havens, …

    De liberalisering van het statuut van de dokwerkers was een enorme bedreiging, zowel voor de dokwerkers zelf als voor de veiligheid in de havens die sterker gegarandeerd is als er gewerkt wordt met arbeiders die weten hoe er moet gewerkt worden. Uiteraard is dit niet naar de zin van het havenpatronaat dat liever goedkopere arbeidskrachten zou inzetten.

    Het wegstemmen van de liberalisering is niet het resultaat van een sociaal bewustzijn bij de euro-parlementairen. Het is een gevolg van de druk die er kwam door de enorme acties van de dokwerkers de afgelopen maanden. Eind september legden ze de havens in een aantal landen, waaronder ook de havens van Antwerpen en Zeebrugge plat.

    De stemming is dan ook een overwinning voor de dokwerkers, maar ongetwijfeld zullen er nieuwe pogingen komen om hun statuut aan te vallen. We moeten ons daartegen blijven bezetten. Met de stemming in het Europees parlement is aangetoond dat strijd loont. Dat voorbeeld moet ook door andere bedreigde sectoren aangegrepen worden om strijd te voeren tegen voorstellen van liberaliseringen en privatiseringen.

  • Actieplan voor jobs is nodig!

    Voor de verkiezingen beloofde Verhofstadt in zijn onnavolgbare, “optimistische” stijl dat hij deze regeerperiode 200.000 jobs zou creëren. Het zeer povere resultaat van de werkgelegenheidsconferentie – 60.000 jobs enkel en alleen door een algemene loonlastenverlaging en dienstencheques – toont aan dat het spelletje blufpoker van Verhofstadt uit is. Hij heeft geen enkele troef meer in handen.

    Stef Saliën

    Bij de Ford-vestiging van Genk gaan 3000 jobs voor de bijl. De sluiting van de Ford Transit-afdeling in Genk veroorzaakt ook een serieuze “afslanking” bij de onderaannemers. Bij 6 toeleveringsbedrijven van Ford Genk en bij transport- en schoonmaakbedrijven worden nog eens 1.100 jobs geschrapt. Bovendien is de toekomst van de Ford-vestiging op het ogenblik allerminst verzekerd. Er is voorlopig enkel een toezegging van de directie voor de assemblage van het nieuwe Mondeo-model, een model dat ondertussen reeds 15 jaar oud is. Over de installatie van een nieuw productieplatform, noodzakelijk voor de productie van andere modellen, wordt op 15 november beslist. In 1992 waren er bij Ford Genk nog 13.864 werknemers! Het ACV becijferde dat het afgelopen jaar maar liefst 5.000 jobs in Limburg zijn verdwenen.

    Bij de NMBS moeten volgens spoorbaas Vinck 4540 jobs verdwijnen tegen eind 2005: 1098 bij het personeel dat instaat voor het onderhoud van de spoorweginfrastructuur, 1088 bij de technische ploegen die instaan voor het onderhoud van het rollend materieel, 1055 bij het loket- en stationspersoneel en 284 bij de afdelingen huisvesting en schoonmaak.

    Bij De Post wil Thys het met 8000 personeelsleden minder doen. Door de invoering van het geo-route sorteringssysteem wordt 80% van het personeel in de nachtploegen overbodig. Door de afschaffing van de tweede uitreikingsronde wordt ook het aantal mensen in de uitreiking sterk gereduceerd. Belgacom gaat in februari 2004 naar de beurs. Privatisering zal ook daar leiden tot massaal banenverlies.

    De loonlastenverlaging van de regering is geen oplossing voor de creatie van banen. Het zijn de gevolgen van de wereldwijde economische crisis en de overproductiecapaciteit die de kapitalistische klasse dwingen om haar productieapparaat af te bouwen en fabrieken te sluiten. De Europese regeringen en ook de vakbondstop bieden hiertegen geen enkel weerwerk.

    We hebben een vakbondsleiding nodig die bij ontslagen niet een doekje voor het bloeden probeert uit de wacht te slepen bij overleg, maar de strijd organiseert voor elke job. Eén die op zo’n moment de solidariteit opbouwt binnen de sector, de regio en desnoods nationaal. Die het stakingswapen gebruikt niet om stoom af te laten, maar om te bouwen aan een krachtsverhouding om te winnen. Kortom: die een mobiliserend actieplan uitwerkt.

    Een radicale arbeidsduurvermindering tot 32 uur met behoud van het volledige loon en met bijkomende aanwervingen is nodig. Net als een stopzetten van de afbraak van de openbare diensten. Grote bedrijven die met ontslagen of sluiting dreigen, moeten worden ge(her)nationaliseerd. De Britse overheid staat onder druk om de uitbating van de spoorwegen terug te hernationaliseren, nadat de privatisering van de jaren ’90 catastrofale gevolgen had op het vlak van de dienstverlening en de veiligheid van personeel en gebruikers. Bouw met de LSP mee aan een stevige linkerzijde binnen de vakbonden, om ook in België onze rechten en onze jobs te verdedigen!

  • NMBS: Vinck sabelt in tewerkstelling

    De onderhandelingen zijn volop aan de gang tussen Vinck en de vakbonden. Move 2007 is zogezegd van tafel geveegd en er wordt nu enkel gesproken over een sociaal plan voor 2004-2005. Ook al is Vinck akkoord om 2007 als eindatum te laten vallen, in wezen verandert er niets aan het herstructureringsplan. De kleine rel over het exacte aantal ontslagen was hiervan een eerste aanwijzing.

    Een correspondent

    Vinck hield het op 4544 banen minder tegen 2005, de vakbonden hadden 5828 begrepen. Sinds mei dit jaar (toen voor het eerst het cijfer van 10.000 naar voor werd gebracht) zijn al 615 spoormannen vervroegd op pensioen gegaan. Voor het einde van dit jaar zullen er ongetwijfeld nog bijkomen. Als je dit bij de 4544 telt, kom je boven de 5000 uit tegen 2005 (of 10.000 tegen 2007).

    De personeelsinkrimping zal vooral te voelen zijn bij het onderhoud en in de stations. Daar verdwijnen ruim 3000 van de 4500 banen. Dit zal ongetwijfeld tot nog meer vertragingen leiden. Op 24 oktober werden we geconfronteerd met de eerste vrieskou. Gevolg: een bovenleidingsbreuk in Antwerpen, die heel het treinverkeer in de war stuurde, en op andere plaatsen een wisselstoring, een storing in de seininrichting en nog een bovenleidingsbreuk. Dit zal in de toekomst eerder regel dan uitzondering zijn, als herstellingen alleen nog zullen gebeuren als dingen al kapot zijn. Nu al is er geen tijd meer om alle herstellingen en nazichten aan de treinen te doen. Bijna dagelijks zijn er vertragingen wegens technische problemen. Is het wachten op een treinramp? Terwijl de prijzen van de treintickets met 3,6% zullen stijgen in 2004 gaat de dienstverlening er zienderogen op achteruit.

    Voor het personeel is er geen enkele zekerheid over het behoud van hun job. Er zijn gesprekken met Mobistar om B-Telecom, een van de weinig winstgevende activiteiten van de NMBS, over te nemen. De schoonmaak van treinen en gebouwen zou uitbesteed worden. Wordt B-cargo een privé-onderneming, met alle gevolgen vandien voor het personeel, of niet?

    Zelfs met behoud van een zelfde statuut voor alle spoorwegbedienden, zal het personeel moeten inleveren. De Europese Unie wil met de liberalisering van het spoorverkeer namelijk langere werkuren en kortere intervals tussen 2 shifts invoeren. Dit zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de veiligheid.

    Voor vele Vlaamse politici is regionalisering de oplossing voor de NMBS. De deelstaten mogen sinds kort geld voorschieten om sommige werken eerder te laten uitvoeren. Voor Vlaanderen werd direct duidelijk waar de prioriteiten van deze regering liggen. Er wordt 375,8 miljoen euro geïnvesteerd in de Liefkenshoektunnel (spoorverbinding naar de haven van Antwerpen) en 40,9 miljoen euro in het vormingsstation in Zeebrugge. Investeringen die enkel bedrijven ten goede komen, terwijl de reizigers in de kou blijven staan.

    Privatisering en regionalisering zijn geen oplossing: noch voor het personeel, noch voor de reizigers. Het personeel en de reizigers moeten inspraak hebben en kunnen meebeslissen over ons openbaar vervoer. We moeten samen vechten voor het behoud van onze openbare diensten: in dienst van de bevolking, niet van de bedrijven.

  • Meer middelen voor onderwijs!

    Voor het recht op gratis en degelijk onderwijs!

    Voor het eerst sinds ’99 wordt vandaag opnieuw actie gevoerd voor meer middelen voor het hoger onderwijs. De gevolgen van het hogescholendecreet van ’94 worden nu in elke hogeschool pijnlijk voelbaar. De maatregelen van de vorige minister, SP.a’er Van den Bossche, hebben op elk niveau in het onderwijs tot drastische besparingen geleid.

    Gebrek aan middelen

    Sinds ’95 krijgen de hogescholengroepen een enveloppe met middelen die ze zelf moeten beheren. In de plaats van een directie die zich hoofdzakelijk kan bezighouden met de organisatie van een instelling en de onderwijskwaliteit staat er vandaag een manager aan het hoofd van de instellingen om de budgetten te beheren. Dat deze enveloppe niet toereikend is om te voldoen aan de behoeften is vrij duidelijk: lesgevend personeel wordt afgedankt, gebouwen krijgen geen onderhoud meer, kuis- en technisch personeel wordt afgedankt, investeringen zijn niet meer mogelijk, kapotte computers worden niet meer hersteld, sociale voorzieningen worden afgebouwd, …

    Officiële cijfers bewijzen dat het aandeel van de hogescholen tussen 1996 en 2002 in het Vlaamse BBP (Bruto Binnenlands Product) gedaald is met 14,2 %. De belangrijkste oorzaak is genoegzaam bekend: de overheid neemt de indexering van de enveloppe niet helemaal voor haar rekening! Daardoor erodeerde de hogeschoolenveloppe sedert de implementatie van het Hogeschooldecreet met méér dan € 70 miljoen (meer dan 2,8 miljard frank). (uit persbericht van VLHORA, 19 september 2003).

    Weg met de enveloppefinanciering

    De enveloppefinanciering was een noodzakelijke hervorming om de besparingen zonder ééngemaakt protest te kunnen doorvoeren. Want uiteindelijk worden de hoge scholen nu zelf voor de keuze gesteld waarop ze besparen, niet meer de overheid. Door het bevriezen van de enveloppe en de niet volledige indexering van de enveloppe dalen de middelen voor het onderwijs. Ondertussen is het aantal hogeschoolstudenten sinds ’95 met 10% gestegen, maar niet de middelen.

    We kunnen vandaag strijd voeren voor extra budgetten, een hogere enveloppe, maar die kwestie zal zich ieder jaar opnieuw stellen. Om fundamenteel te breken met de besparingslogica moet de enveloppefinanciering teruggeschroefd worden.

    Een democratisch onderwijs?

    In de jaren ’60 werden de poorten van het hoger onderwijs open gezet voor grotere groepen jongeren, ook uit de arbeidersklasse. De kapitalistische economie had op dat moment nood aan meer geschoolde arbeidskrachten. Maar vandaag zijn er voor de economie téveel hoogegeschoolden, die daarom nooit aan de slag geraken in hun sector. Daarom wil men nu een eerste selectie doorvoeren via de kostprijs; die de laatste jaren sterk steeg. Soms spreektmen in die zin van de amerikanisering van ons onderwijssysteem. In de VS studeert een student af met een gemiddelde schuld van 17.000$. Wij verzetten ons tegen deze tendens.

    De evolutie van studiekosten

    In vergelijking met het studiejaar 1986-87 zijn de studiekosten, naargelang het studietype en het al dan niet kotstudent zijn, gestegen met 60% tot 90%. Na uitzuivering van de inflatie is de studiekost in het hoger onderwijs met 35% à 62% gestegen.

    Onderwijstype 1986-87 1996-97 Bruto-stijging Stijging na inflatie
    Hogeschool Niet-kotstudenten 41.900 79.743 90,3% 62,8%
    Kotstudenten 85.887 141.325 64,5% 37,0%
    Universitair onderwijs Niet-kotstudenten 41.706 67.790 62,5% 35%
    Kotstudenten 79.950 135.337 69,3% 41,8%

    Bron: Studiekosten in het hoger onderwijs (HIVA/RUG)

    Bologna en de commercialisering van het onderwijs

    De Bologna-verklaring is een zeer dubbelzinnig op te vatten en onnauwkeurig verdrag dat in 1999 werd gesloten door de ministers van onderwijs van alle deelstaten van de Europese Unie. Het wil ervoor zorgen dat de universiteiten en hoge scholen in de verschillende landen meer op elkaar afgestemd worden. Verder moet het onderwijssysteem worden aangepast met het oog op de Europese vrije markt.

    De achterliggende gedachte is de creatie van een Europese "onderwijsmarkt" die een concurrent kan vormen voor de Amerikaanse, en die interessant genoeg is voor de grote multinationals om te investeren. De onafhankelijkheid van onderwijs en onderzoek in de universiteiten en hogescholen is hierbij van geen belang. Vertegenwoordigers van de multinationale ondernemingen zullen in de nieuw op te richten accreditatieorganen, die beslissen over de subsidies die aan de verschillende opleidingen worden gegeven, eerder hun eigen belangen dienen dan die van de studenten en personeel. Ook de kwaliteit van de opleidingen wordt hierbij van secundair belang.

    De school is geen fabriek

    Deze en vorige regeringen hebben alles in het werk gezet om de hervormingen t.v.v. de grote bedrijven en multinationals door te voeren. Vandaag staat het recht op degelijk en gratis onderwijs opnieuw op de helling. De Actief Linkse Studenten zullen blijven strijden voor een onderwijs ten dienste van de ontplooiing van het individu en het vormen van kritische en onafhankelijke geesten.

    De Actief Linkse Studenten/Etudiants de Gauche Actifs zijn aanwezig in alle belangrijke studentensteden van België. Naast de vele discussies en debatten die we organiseren zijn we gekend om onze actieve betrokkenheid bij verschillende bewegingen. Onze rol in de antiglobaliseringcampagne (met Internationaal Verzet) in de anti-oorlosgbeweging (Dag X) en de antiracismebeweging (met Blokbuster) zijn breed gekend. Om deze strijd te kunnen aangaan hebben we een politieke formatie nodig die duidelijk onze eisen verdedigt. Daarom werken we samen met deLinkse Socialistische Partij – LSP aan de uitbouw van zo’n partij.

    De Actief Linkse Studenten (ALS) eisen:

    • Weg met de enveloppefinanciering!
    • Drastische verhoging van de onderwijsbudgetten!
    • Gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen!
    • Geen privatisering van de sociale voorzieningen!
    • Meer middelen voor de sociale sector aan de hogescholen!
    • Reële inspraak van studenten en personeel in het beheer van de school!
  • ALS in actie!

    Met Actief Linkse Studenten verzetten we ons aan alle universiteiten tegen de privatiseringen en besparingen in het hoger onderwijs. Aan de Universiteit Gent wordt het nieuwe studentenrestaurant op de campus Ardoyen geprivatiseerd. Hiermee wordt een eerste stap naar de algemene privatisering van alle studentenrestaurants in Gent gezet. Het ACOD besloot hierop om alle studentenrestaurants voor een een dag dicht te houden. ALS steunt de protestacties en was aan de stakingspiketten aanwezig om steun te betuigen aan het personeel, en om de gevolgen van de privatiseringen aan de studenten uit te leggen.

    Tim Joosen

    Aan de Vrije Universiteit Brussel gingen de maaltijdprijzen in de studentenrestaurants dit jaar fors omhoog: 85% extra voor de beursstudenten, de anderen betalen 39% meer. Bovendien overweegt men de sluiting van het studentenrestaurant op de campus Jette (Medische Faculteit), wat het einde zou kunnen betekenen voor deze faculteit, aangezien het restaurant de enige trekpleister is voor nieuwe studenten. De campus ligt namelijk redelijk ver verwijderd van commerciële -of uitgaanscentra, en is weinig aantrekkelijk voor nieuwe studenten. ALS neemt het voortouw in een campagne tegen de sluiting en prijsverhoging, en ijvert voor degelijke en betaalbare maaltijden op de beide campussen. Verder neemt ALS deel aan de verkiezingen voor de Sociale Raad (de raad waarin o.a. de politiek van het restaurant wordt beslist).

    Ook in Leuven rommelt het. De Katholieke Universiteit Leuven weigert de verliezen van de halfgeprivatiseerde Alma-studentenrestaurants. De directie van Alma besliste daarop om het personeel voor een walgelijke keuze te stellen: ofwel aanvaarden ze een 45-urige werkweek, en nemen ze verlof tijdens de kalme periodes in het restaurant, ofwel worden de restaurants gesloten. De vakbonden aanvaardden het eerste voorstel. De directie is erin geslaagd om personeel en studenten tegen elkaar uit te spelen, om zo gezamenlijke acties te voorkomen.

    ALS ijvert aan alle universiteiten voor degelijk en betaalbaar onderwijs. Het voorzien van maaltijden, koten, medische voorzieningen,… is voor ons een essentieel onderdeel van een democratisch hoger onderwijs. Besparingen en privatiseringen zijn zowel negatief voor het personeel (slechtere werkomstandigheden, lagere lonen) als voor de studenten (hogere prijzen, slechtere kwaliteit,…). Wij roepen personeelsleden en studenten dan ook op om gezamenlijk te strijden voor hun gemeenschappelijke belangen.

  • 19 november: betoging hogescholen

    Strijd nodig voor degelijk onderwijs

    Al onze verworvenheden op het vlak van onderwijs – zoals sociale restaurants, goedkope koten, studentendemocratie (er is zelfs een tijd geweest dat de studenten mee bepaalden wat er in hun cursussen stond!) – zijn afkomstig uit de periode van eind jaren ‘60.

    Simon Van Haeren

    Toen, in mei ’68, de studenten van de faculteit Nanterre in Parijs de universiteit volledig platlegden omdat ze niet wensten opgeleid te worden tot “kaders van het kapitalisme” reageerde de rector met politiegeweld. Het hek was van de dam. De klassenstrijd laaide op in heel de maatschappij. Het resultaat was een fenomenale nationale staking waaraan 10 miljoen arbeiders deelnamen. De weg was vrij voor een socialistische revolutie, maar de stalinisten en sociaal-democraten pleegden een schandalig verraad zodat de burgerij het initiatief weer in handen kon nemen.

    Als er één les is uit deze periode die we nooit mogen vergeten, is het wel dat we – om ons recht op onderwijs te vrijwaren voor iedereen – alleen op onze eigen krachten mogen rekenen.

    Op sommige plaatsen bleven linkse studenten tot diep in de jaren ’70 hun rechten succesvol verdedigen. Maar sinds het verlies in ’68, sinds het laten voorbijgaan van de kans om het kapitalisme definitief af te schaffen, is de politiek naar rechts opgeschoven en begon het tij te keren in het voordeel van de burgerij. Ter illustratie: de SP.a, die lange tijd werd gezien als een strijdbare partij, ontdeed zich na de Val van de Muur (‘89/’92) in snel tempo van haar arbeidersbasis. Vandaag vecht ze zij aan zij met de VLD… voor de belangen van de werkgevers! Hoe staan we er dan nu voor?

    De doelstelling om de publieke sector zo volledig mogelijk te privatiseren werd door de Europese Unie al jaren geleden omschreven in de zogenaamde GATS-akkoorden (General Agreement on Trade in Services). Dat de regering effectief bezig is met het uitvoeren van haar voornemens wordt bewezen door de privatisering van de NMBS, De Post, Belgacom,…

    Evengoed is onderwijs voor de EU een handelswaar. Financiering door de overheid moet daarom voortaan beperkt blijven want dat is, aldus de EU,… “concurrentievervalsing”! Het beruchte Bologna-akkoord voegt daaraan toe dat, om deze onderneming te laten slagen, “onderwijs meer marktgericht moet worden”. Dank u voor die inlichting. Toch zal Marleen Vanderpoorten nog wel hier en daar komen zeggen dat het allemaal niet waar is, dat we “ons niet ongerust hoeven te maken”.

    Nederland was één van de eerste landen om zijn plannen te openbaren. Er werd een wetswijziging doorgevoerd om inschrijvingsgelden tot 7000 euro mogelijk te maken. In België bestaat er een voorstel om de inschrijvingsgelden aan de hogescholen te verdubbelen: die maatregel werd tot nu toe opgehouden omdat het wettelijk nog verboden is!

    Ondertussen kampt het onderwijs in het algemeen voortdurend met tekorten. In de hogescholen is al meer dan de helft van de leraren oververmoeid door een chronisch gebrek aan werkingsmiddelen en zullen ze daarom op 19 november actievoeren in Brussel. De RUG, VUB, ULB en KUL hebben hun resto’s geprivatiseerd en/of de maaltijdprijzen verhoogd. De huurprijs voor koten aan de VUB is opgeslagen, de sportinfrastructuur verkocht,…

    Om opnieuw weerstand te kunnen bieden aan de aanvallen van de regering is een krachtsverhouding nodig tussen studenten en autoriteiten. Sluit aan bij Internationaal Verzet, bij Actief Linkse Studenten of Etudiants de Gauche Actifs!


    Betoging tegen onderwijsbesparingen: woensdag 19 november om 14u aan Brussel-Noord

  • De routine van de leiding bereidt de nederlaag voor

    Van 6 tot 19 mei 2004 vinden in de privé-bedrijven sociale verkiezingen plaats. De manier waarop de vakbondsleidingen deze verkiezingen voorbereiden, legt hun beperkingen en hun ingeroest conservatisme bloot.

    Guy Van Sinoy

    Het ACV stelt zich er tot nog toe mee tevreden enkele technische gegevens over de verkiezingen (kalender, basisregels, etc.) op haar internetsite te publiceren. Het ABVV van zijn kant heeft al een campagne gelanceerd rond het thema : "jullie zijn onze kracht". Vrezen ze met zo’n slogan niet dat de arbeiders hen op hun woord zullen nemen en zullen eisen dat het vakbondsapparaat in dienst van de basis wordt gesteld?

    In de documenten (brochures, folders) van het ABVV wordt vooral nadruk gelegd op de noodzaak om kandidaten te vinden. Er wordt in uitgelegd dat kandidaat zijn "beschermd zijn" betekent. Een zeer relatieve bescherming! Het aantal delegees dat onrechtmatig ontslagen wordt, is niet meer te tellen. Bovendien gebeuren die ontslagen soms met de medeplichtigheid van het vakbondsapparaat zelf, vooral als de delegee in zijn centrale een politieke oppositie voert.

    In zijn geheel genomen is het vooral opmerkelijk om vast te stellen dat de vakbondsleidingen niets nieuws voorstellen op vlak van de sociale verkiezingen of de bevoegdheden van de delegaties. De wet op de ondernemingsraad (OR) en de comités voor preventie en bescherming op de werkplaats (CPBW) dateren van het midden van de 20e eeuw. In principe was het voorzien dat er geen sociale verkiezingen worden georganiseerd in bedrijven met minder dan 100 of 50 arbeiders, maar ook dat deze maatregel voorlopig was. Dat voorlopige is definitief geworden en de vakbondsleidingen vechten niet langer voor de uitbreiding van het recht op sociale verkiezingen.

    Integendeel! De kapitalistische crisis, de uitbreiding van het deeltijds werk, de massale aanwending van interimwerk en tijdelijke contracten, net zoals de vermenigvuldiging van de nepstatuten hebben grotendeels bijgedragen tot het breken van de samenhang binnen de rangen van de arbeiders. Honderdduizenden arbeiders (deeltijdsen, tijdelijken, interimmers, nepstatuten) zijn vandaag niet in de mogelijkheid zich kandidaat te stellen. Bovendien brengt de voortgaande privatisering van de openbare bedrijven (Belgacom, Iris-ziekenhuizen in Brussel, de Post, NMBS) het statuut van de arbeiders in gevaar. Veel van hen zijn contractuelen, zoals in de privésector. Maar de vakbonden eisen zelfs niet eens dat sociale verkiezingen worden georganiseerd in die geprivatiseerde openbare bedrijven!

    Het massaal gebruik van onderaanneming noodzaakt een aanpassing van de rechten van de syndicale delegaties, de OR en de CPBW. Op dezelfde manier als de westerse grootmachten op militair vlak het interventierecht hebben uitgevonden, moeten de syndicale delegaties (OR en CPBW inbegrepen) het "syndicaal interventierecht" opeisen op vlak van de arbeidscondities en de lonen in de onderaannemingen. In de industriezones waar zich veel KMO’s bevinden, moeten delegaties, OR’s en CPBW’s geïnstalleerd worden voor de hele industriezone, niet alleen om de eisen voor alle arbeiders een te maken, maar ook om acties te organiseren op een grotere basis.

    Dat alles is mogelijk indien de streefdoelen duidelijk gedefinieerd zijn en indien men de arbeiders mobiliseert om de inwilliging van die eis te verkrijgen. Maar de leidingen van de vakbonden zijn vastgeroest in de syndicale routine, met hun grenzen tussen centrales, de dagdagelijkse sleur, etc. Hun ambitie is beperkt tot het verkrijgen van zoveel mogelijk mandaten in plaats van de arbeiders te verenigen in de strijd. De arbeiders verdienen beter. De organisatie van syndicaal links is meer dan ooit noodzakelijk.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop