Category: Op de werkvloer

  • Repressief beleid tegen zieke ambtenaren. Zijn ambtenaren meer afwezig wegens ziekte?

    Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte (PS) en zijn collega van Ambtenarenzaken Christian Dupont (PS) zijn sinds het voorjaar alles in het werk aan het stellen om de controles op wat zij het “ziekteverzuim bij de federale ambtenaren” noemen te verstrengen.

    Peter Vanderputte, vakbondsmilitant openbare diensten Oostende

    Minister Dupont werd eerder dit jaar in het federaal parlement aan de tand gevoeld over het hoog “ziekteverzuim” van de federale ambtenaren. Als reactie hierop werd op een ministerraad en begrotingscontrole beslist om dit aan te pakken.

    De regering zal méér dan honderd artsen in dienst nemen om haar zieke ambtenaren te controleren en tegelijk stemde de regering in met het interne beleid dat haar topambtenaren voorstaan: de statistische opvolging van het ziekteverzuim die hun een grote verantwoordelijkheid en autonomie geeft en die ook toelaat interne oorzaken van ziekteverzuim te detecteren. Vrij vertaald: meer controles en repressieve aanpak van zieke ambtenaren.

    Bepaald cijfermateriaal stelt dat 60.534 ambtenaren van de verschillende diensten (zoals Justitie, Binnenlandse Zaken of Financiën) in 2005 samen 1,6 miljoen ziektedagen op namen. Dat zijn 26,5 dagen per ambtenaar tegenover 12 dagen ziekte-afwezigheid in de privé. (1)

    Dit cijfermateriaal over ambtenaren moet echter genuanceerd worden. Bepaalde statistieken van de ambtenaren zien zwangerschapsverlof als (een) ziekte. Een analyse van cijfers door de federale overheidsdienst Economie stelde zonder schroom: ”Dat in de privé-sector in 2005 het ziekteverzuim weer gestegen was. Het absenteïsme ligt hoger bij vrouwen en arbeiders dan bij mannen en bedienden. Dat het cijfer bij vrouwen hoger ligt, wordt toegeschreven aan afwezigheden ten gevolge van zwangerschappen.

    Ambtenaren zijn niet méér ziek dan werknemers uit de privé-sector. Er is niet meer ziekteverzuim in grote overheidsdiensten dan in kleine. Dat blijkt uit een studie door de medische controledienst Gecoli, onderdeel van de sociale dienstengroep Encare.

    Gecoli is marktleider in België en staat in voor de “opvolging” van 700.000 werknemers in geval van ziekte of arbeidsongeval. Vorig jaar verrichtte het team van geneesheer-directeur Hoogmartens 140.000 ziektecontroles. Uit een steekproef bij 53 (grote) overheidsdiensten besloot Hoogmartens dat het gemiddelde ziekte bij ambtenaren tussen 3,86 en 6,46 procent ligt, naargelang de grootte van de organisatie. Dat is vergelijkbaar met het gemiddelde van 4,77 procent ziekte bij werknemers in de privé-sector. “Het cliché dat ambtenaren meer ziek zijn, klopt niet. In sommige grote overheidsdiensten, met meer dan 1.000 personeelsleden, valt het absenteïsme zelfs terug tot 2,45 procent.”

    Volgens Gecoli volstaat een repressieve aanpak, met systematische controles op alle personeelsleden, niet om het ziekteverzuim te verkleinen. “Het is onbetaalbaar en zinloos om alle ambtenaren of werknemers te controleren, bij elke dag ziekte”, aldus Hoogmartens. “Wel is het nodig om de oorzaken van weerkerende of langdurige afwezigheid te detecteren en – vooral – om ze aan te pakken. Door een betere ergonomie van het werkmateriaal, bijvoorbeeld. Of in het geval van pesterijen door de aanstelling van een vertrouwenspersoon.”

    Het detecteren van de oorzaken is één van de taken van de arbeidsgeneesheer. Enkele van de andere taken van de arbeidsgeneesheer kan je terugvinden in bijgevoegd kader hieronder.

    De socialistische overheidsbond ACOD heeft jaren via gerechtelijke weg de federale overheid proberen te dwingen de arbeidsgeneeskunde diensten voor haar werknemers te organiseren. In praktijk heeft de overheid dat mooi haar laars aan geveegd op enkele uitzonderingen na. Ze weigert eigenlijk eerst de oorzaken aan te pakken en het welzijn op het werk te verhogen. Het is voor haar geen probleem om de nieuwe repressieve controlesysteem op enkele maanden door te voeren.

    Op 1 oktober 2006 gaat – met of zonder nieuwe reglementaire basis – een het controlesysteem van start. Wanneer een nieuw systemen bij de overheid ingevoerd worden, is er vooraf overleg met de vakbonden. Die onderhandelingen werden aangevat. Nu wordt duidelijk dat men de vakbonden niet ernstig nam: de brochure over de invoering en toepassing die gebruikt moet worden door de personeelsverantwoordelijken was al klaar vooraleer de onderhandelingen moesten starten. De brochure bevatten cartoons die beledigend zijn tegenover de zieke ambtenaren.(2)

    Voor arbeidsgeneesheren is er geen “budget”. Wel voor een informaticasysteem om de gegevens over ziekte van de ambtenaren te vergelijkingen met andere sectoren. Zo wil de overheid “een beter inzicht krijgen over het ziekteverzuimpercentage, de frequentie van het ziekteverzuim, de duur van het ziekteverzuim en het absoluut aantal ziektedagen”. Vertaald in werkmensentaal: ze gaan de ambtenaren die ziek zijn onder druk zetten om vervroegd aan het werk te gaan De ontwerpers van het systeem lieten weten dat “de gegevens ook een beeld zullen geven van bepaalde problemen die zich op een werkplaats kunnen voordoen” (veel rugklachten, meer of minder depressies (sic), te hoge werkdruk of andere klachten). Dat het bij een beeld zal blijven is bijna zeker.

    De overheid wil ook “een performant controlesysteem inzake afwezigheid wegens ziekte “. De bedoeling om met 120 à 140 controlegeneesheren de korte afwezigheden terug te dringen. Deze artsen gaan per prestatie vergoed worden. Als je dit leest kan men zich niet van de mening ontdoen dat het een winstgevend zaakje wordt voor de controleartsen om zoveel mogelijk controles uit te voeren.

    Op een website van de overheid kon men onlangs terugvinden dat “de overgrote meerderheid van de ambtenaren die een ziekteattest indienen echt ziek zijn; de controle op een efficiënte maar tevens de meest respectvolle manier dient te gebeuren en kwetsende controles dienen te worden vermeden.” Laat de overheid hier weten dat ze toch niet zeker is van hoe die artsen tewerk zullen gaan? Onduidelijk is ook op welke manier deze artsen hun werk zal geëvalueerd worden? Kwatongen beweren dat de overeenkomsten tussen deze artsen en de overheid zal afhangen van hoeveel mensen er terug aan het werk gezet worden.

    Naar aanleiding van de begrotingscontrole van 2006 is er beslist om in eerste instantie 30% van ambtenaren die één dag ziek zijn te controleren en 20% van ziekte van meer dan één dag. Om ziektecontroles uit te voeren gaat men de hele medische geschiedenis van de ambtenaar in kaart brengen. De overheid noemt dat “een systeem van risicoanalyse invoeren” of de “storingsfactor meten dat de afwezigheid van de ambtenaar heeft op de werkvloer”, het “bepalen van de drempelwaarde”. Op basis hiervan worden de controles uitgevoerd, op de dag van de controle wordt de werkgever op de hoogte gebracht. De zieke ambtenaar kan van de eerste dag tot de laatste dag van zijn ziekteperiode gecontroleerd worden. Elke dag van de week en op gelijk welk moment. Het is duidelijk dat het nieuwe systeem als doel heeft om een repressief beleid te voeren.

    Het is noodzakelijk dat de vakorganisaties en de syndicale afgevaardigden op de werkvloer een actieplan opzetten om :

    1. de werknemers op de hoogte te brengen van het nieuw systeem en haar bedoeling,
    2. de intrekking ervan te eisen ,
    3. een effectieve uitbouw van de arbeidsgeneeskundige diensten ( niet geprivatiseerd ) met als doel de arbeidsomstandigheden te onderzoeken en de werkposten en werkmethodes aan te passen aan de werknemer,
    4. collega’s die reeds langdurig ziek zijn dienen door de vakorganisaties op de hoogte gebracht te worden van het actieplan.

    Voetnoten

    1. bron : SD-Worx, expert in personeelsbeleid
    2. http://www.belgium.be/eportal/ShowDoc/personnel/imported_content/pdf/PO_brochure_afwezigheden_NL.pdf?contentHome=entapp.BEA_personalization.eGovWebCacheDocumentManager.nl

    Preventieadviseur en arbeidsgeneesheer

    Als werknemer kan je steeds bij je preventieadviseur-arbeidsgeneesheer terecht als je met vragen zit over ergonomie, werkomstandigheden, of als je iemand (anders dan de vertrouwenspersoon) in vertrouwen wil nemen over pesten op het werk. De arbeidsgeneesheer heeft een preventieve functie. Zijn belangrijkste taken zijn: het houden van consultaties, het uitvoeren van bezoeken aan de werkplaats en het deelnemen aan comités. Deze taken hebben tot doel de arbeidsomstandigheden van de werknemers zoveel mogelijk te bevorderen, de tewerkstelling positief te beïnvloeden en de werknemers in de mate van het mogelijke te beschermen tegen de risico’s verbonden aan het werk zelf. Tijdens de verschillende soorten consultaties (periodieke, aanwervings-, werkhervattings-, en spontane consultaties,…) beoordeelt de arbeidsgeneesheer telkens of de persoon al dan niet geschikt is voor een bepaalde baan. In de periodieke consultaties wordt er tevens specifiek gescreend naar bepaalde risico’s waaraan de werknemer in kwestie is blootgesteld (bijvoorbeeld een gehoortest bij mensen die worden blootgesteld aan lawaai, een oogtest bij beeldschermwerk,…). Bij een werkhervattingsonderzoek kunnen, indien nodig, werkaanpassingen besproken worden. Tijdens een consultatie in verband met zwangerschap kan dan weer bekeken worden hoe de zwangere kan beschermd worden . Arbeidsgeneesheren hebben ook de taak om geregeld het bedrijf of de werkposten te bezoeken. Op die manier krijgen ze een beter zicht op de omstandigheden waarin de mensen werken en de vereisten van een bepaalde job. Dit om te kunnen oordelen welke werkpost- of werkmethodeaanpassingen er eventueel mogelijk zijn om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Tenslotte worden er ook nog preventieve campagnes gevoerd zoals: griepvaccinatie campagnes, rookstop campagne,…

  • MIVB. Chauffeurs staken na nieuwe gevallen van agressie

    We hebben op deze site reeds eerder gewezen op de toename van agressie tegen de chauffeurs van de Brusselse openbare vervoersmaatschappij MIVB. Deze morgen werd naar aanleiding van nieuwe gevallen van agressie afgelopen weekend een staking gestart door de tramchauffeurs in de stelplaatsen van onder meer Vorst, Molenbeek, Elsene en Schaarbeek. De chauffeurs zijn het beu en legden spontaan het werk neer. We spraken met een ACOD-delegee in Elsene.

    Interview door Cédric Gérôme

    Waarom zijn de chauffeurs het beu en werd het werk neergelegd?

    Er waren de afgelopen periode heel wat gevallen van fysieke agressie tegen chauffeurs van de MIVB. We stelden vast dat er een toename is van het geweld. Er waren reeds enkele vergaderingen met de directie, maar op de werkvloer is er geen enkele verbetering.

    Er is duidelijk een structureel tekort aan effectieven voor de veiligheid en de chauffeurs moeten daar de prijs voor betalen. Als een chauffeur wordt aangevallen, doet hij een radio-oproep. De veiligheidsdienst komt vaak te laat (soms slechts een half uur na de feiten) of komt zelfs helemaal niet.

    Naast het tekort aan personeel, is er ook een tekort aan coördinatie waardoor de dienst niet efficiënt is en niet snel op situaties kan inspelen.

    Vroeger had de veiligheidsdienst meer middelen en meer personeel dan vandaag. Sinds enige tijd moet de dienst het met minder doen. Hierdoor zijn er tekorten: met één of twee teams moeten ze heel Brussel coveren. Op dit ogenblik contacteren chauffeurs sneller andere collega’s dan de veiligheidsdienst.

    De besparingsmaatregelen leiden tot een toename van de onveiligheid en een grotere werkdruk, zowel voor de chauffeurs als voor de veiligheidsdienst. We hebben dus nood aan meer personeel.

    Wat is de houding van de vakbonden tegenover de recente incidenten en wat is hun betrokkenheid bij de staking vandaag?

    Dat is een moeilijk probleem. De vakbondsleiding laat ons aan ons lot over en weigert om haar verantwoordelijkheid op te nemen. Tot nu toe werd de spontane staking vandaag nog niet erkend en is ze dus niet gedekt. Dat zorgt ervoor dat heel wat chauffeurs bang zijn om te staken.

    Dat verklaart ook waarom er geen stakingspiket is, geen ordewoorden en waarom heel wat lijnen normaal rijden. Er is geen enkel antwoord van de vakbondsvrijgestelden. Die doen niets op dit ogenblik. Ik ben net nog naar mijn vakbondsvrijgestelde gegaan en die antwoordde dat er enkel stakingsgeld zal betaald worden als er een massale beweging zou uitbreken.

    Welke oplossingen zie jij voor de problemen?

    Onze belangrijkste eis moet ingewilligd worden. Die eis komt impliciet of expliciet naar voor bij alle chauffeurs van zowel de bussen als de trams: er is nood aan meer middelen en meer effectieven.

    Vroeger waren er systematisch minstens twee personeelsleden per voertuig. Vandaag worden de chauffeurs met werk overladen en moeten ze naast hun job van chauffeur ook nog eens politie-agent spelen en de passagiers controleren. Dat kan niet blijven duren.

  • Beweging in het onderwijs. Balans en perspectieven

    Vorig academiejaar waaide een enorme strijdbeweging doorheen het Vlaamse hoger onderwijs, gericht tegen de nieuwe financieringsplannen van onderwijsminister Vandenbroucke.

    De minister wilde een nieuw financieringsmodel introduceren, waarbij hogescholen en universiteiten voortaan met elkaar in concurrentie zouden moeten gaan om nog een deel van de overheidssubsidies te verkrijgen. Bovendien verloren heel wat instellingen in één klap een groot deel van hun toelage, waardoor ze zouden gedwongen worden fors te besparen.

    Uit protest liepen duizenden studenten en personeelsleden uit het hoger onderwijs mee in betogingen in Brussel, Antwerpen en Gent. Onder druk van de beweging werd Vandenbroucke gedwongen om een aantal drastische toegevingen te doen: hij veranderde zijn model, zodat geen enkele universiteit of hogeschool in eerste instantie geld zou verliezen. Wel maakte hij gebruik van de examen –en vakantieperiode om de kern van zijn financieringsmodel, het concurrentiemechanisme via de outputfinanciering, deze zomer te laten stemmen in de Vlaamse regering en het parlement. Door deze outputfinanciering zullen universiteiten en hogescholen aangespoord worden zich vooral op de topstudenten te richten, willen ze nog een goed deel van de subsidiepot binnenrijven. Op die manier introduceert Vandenbroucke een concurrentiemechanisme in het onderwijs.

    Tegelijkertijd was er het protest van de leerkrachten in het secundair onderwijs tegen Vandenbroucke’s ideetje om de zogenaamde “schoolopdracht” in te voeren. Een leerkracht zou hiermee verplicht worden een veel hoger aantal uren in het schoolgebouw door te brengen, zelfs wanneer hij/zij geen lessen te geven heeft, om bvb. administratieve taken uit te voeren. Voorheen werden deze taken gedaan door speciaal personeel, maar na de besparingen van de laatste jaren (oa. de 1200 jobs die Vandenbroucke vorig jaar in het onderwijs deed sneuvelen) wordt dit werk steeds meer op de schouders van de leerkrachten geheven. Door deze strijdbewegingen is het blazoen van de minster natuurlijk zwaar besmeurd.

    Tijdens de onderhandelingen over de nieuwe CAO’s in het leerplichtonderwijs (CAO 8 – lager en secundair) en hoger onderwijs (CAO 2), wilde hij dan ook ten aller tijde vermijden nogmaals in een slecht daglicht te worden geplaatst. Vandenbroucke kon gelukkig rekenen op zijn trouwe vrienden in de media, die het zo voorstelden alsof de minister plotseling met massaal veel geld over de brug kwam voor het Vlaamse onderwijs. De realiteit is echter anders.

    Ten eerste zijn de kruimels die Vandenbroucke vandaag “cadeau” doet aan het onderwijs niets vergeleken met de enorme besparingen die het onderwijs de voorbije jaren heeft moeten slikken. Op die manier komt er nog steeds geen einde aan de continue daling van het budget voor onderwijs sinds begin jaren ’80: het aandeel van de onderwijsuitgaven in ’s lands BNP daalde in die periode met meer dan 30% van 7% in 1980 naar minder dan 5% nu, en dat terwijl vooral in het hoger onderwijs het aantal studenten fors toenam.

    We zien dan ook de concrete gevolgen hiervan in de twee nieuwe CAO’s voor het Vlaamse onderwijs: buiten het eindelijk toekennen van de vakantiepremie (de “dertiende maand” die het onderwijs als enige sector in Vlaanderen nog altijd niet kende) wil Vandenbroucke niet verder gaan dan 1% koopkrachtstijging! Mede door het “gefoefel met de index” door de Vlaamse regering, betekent dit dat het onderwijspersoneel de komende jaren heel wat koopkracht zal verliezen! Bovendien geldt deze koopkrachtstijging enkel voor een deel van het personeel (bijvoorbeeld het wetenschappelijk en onderwijzend personeel aan de universiteiten krijgt niets), en eist Vandenbroucke dat de CAO’s minstens 4 jaar zullen gelden, wat opnieuw een unicum is. Verder staat in de “overeenkomst” geen enkele oplossing voor de fundamentele problemen die vandaag in het onderwijs bestaan (zoals de hoge werkdruk, verslechterende werkomstandigheden) , behalve dan het “oprichten van nieuwe werkgroepen”.

    Bij het personeel bestaat dan ook een ongelooflijk ongenoegen over deze CAO. Tegelijkertijd is de vakbondsleiding niet bereid om de strijd aan te binden voor meer middelen, en maakt zij haar leden wijs dat er niets meer te rapen valt. Men hoeft enkel maar te kijken naar de reusachtige overschotten die de Vlaamse regering heeft op haar begroting, of naar de megawinsten van de Belgische banken, om te zien hoe relatief deze stelling wel is. De vakbondsleiding weigert echter pertinent een strategie uit te werken om terug te keren naar een bedrag van 7% van het BNP voor het onderwijs. Bij veel studenten en personeelsleden heerst een zeker gevoel dat, ondanks alle overwinningen die we vorig jaar hebben behaald op Vandenbroucke, er weinig verandering te brengen is in de huidige situatie.

    De Actief Linkse Studenten hebben vorig jaar een cruciale rol gespeeld in het op gang trekken van de beweging tegen Vandenbroucke. Samen met het ACOD aan de VUB, en de LSP-militanten binnen de onderwijsvakbonden hebben we ervoor gezorgd dat, op een moment dat het VVS en de vakbondsleiding de strijd niet wilden opnemen, er toch een fantastische strijdbeweging op gang is gekomen. De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat we onze krachten verder moeten opbouwen.

    Het komende jaar zullen we ons voorbereiden op de eerst volgende gelegenheid om de strijd voor meer middelen terug op het voorplan te plaatsen. We roepen dan ook iedereen op die vandaag de strijd tegen de besparingen in het onderwijs wil verderzetten, met ons de discussie hierover aan te gaan, en aan te sluiten bij ALS!

  • Tweede reeks CAO's in de non-profit. Haalt de witte woede haar slag thuis?

    Na veel gemekker van sommige werkgeversfederaties is er toch een tweede reeks CAO’s uiteindelijk ondertekend in de federale Non-profit (o.a. de ziekenhuissector) op donderdag 21 september. Deze vloeien voort uit het federale akkoord met de regering van maart 2005 die volgde op 1,5 jaar lang Witte Woede die eindigde in een staking van 2 weken.

    Bart Van der Biest

    Traditiegetrouw was er de tegenwerking van steeds dezelfde werkgeversfederaties: Becoprivé (met o.a. het Brusselse Edith Cavell ziekenhuis) en AFIS (de Franstalige ziekenhuizen van de ‘socialistische’ zuil) Deze CAO’s lagen allemaal ter ondertekening klaar in juni 2006 maar de voorgenoemde werkgeversfederaties hadden een probleem met de CAO over het toekennen van voordelen van het bediendestatuut aan de arbeiders en de CAO over het statuut van de syndicale afvaardiging bij ondernemingen van minder dan 50 werknemers.

    De onderhandelaars van BBTK hadden het mandaat gekregen van het nationaal beroepscomité BBTK Gezondheidszorg om enkel te tekenen indien het volledige pakket van CAO’s aanvaard werd door ALLE betrokken partijen. Als vakbond konden we niet meegaan in de salamitechniek van de patroons die er enkel zou toe leiden dat bepaalde CAO’s gewoonweg niet ondertekend worden door enkele werkgeversfederaties. Dit is uiteraard van belang voor de werknemers die in de ondernemingen van de ‘weigeraars’ werken (waar logischerwijze de CAO’s niet van toepassing zouden zijn) maar ook voor de werknemers wiens instelling niet bij een werkgeversfederatie aangesloten is. Indien alle federaties een CAO ondertekenen, dan zijn die van toepassing op ALLE werknemers, ongeacht de instelling.

    BBTK stond aanvankelijk alleen met deze opstelling maar wist de overige vakbonden te overtuigen zodanig dat het voltallige vakbondsfront aan hetzelfde zeel trok. BBTK is de enige echte federale vakbond waar dat Vlamingen, Brusselaars en Walen samen zitten in één vakbond. Dit is niet het geval bij de christelijke bonden die per taalgroep afzonderlijk gestructureerd zijn én afzonderlijk ageren. Door het feit dat het steeds Franstalige werkgeversfederaties zijn die stokken in de wielen steken, is er een zekere neiging van het LBC (christelijke bediendebond in Vlaanderen) om de federale solidariteit tussen de werknemers te ‘vergeten’ en zo de ‘Vlaamse kaart’ te kiezen. De Vlaamse werkgevers doen bijlange niet zo moeilijk aangezien deze ziekenhuizen door de band financieel veel gezonder zijn dan de Franstalige.

    Hét heikele punt van het federaal akkoord is de problematiek van de arbeidstijd. Aangezien de LBC het onrealistisch acht dat er op nationaal vlak iets levensvatbaars uit de bus zal komen, is men hierover reeds beginnen onderhandelen op ondernemingsvlak.

    Lijst van de ondertekende CAO’s:

    1. toekenning attractiviteitspremie
    2. toekenning bepaalde voordelen van het bediendestatuut aan de arbeiders
    3. toekenning functiecomplement voor sommige werknemers, dienshoofden in functie
    4. toekenning van bediendestatuut aan het verzorgend personeel
    5. statuut syndicale afvaardiging (minder dan 50 werknemers)
    6. toeslagen voor onregelmatige prestaties (voor elke deelsector een aparte CAO: diensten voor bloed, wijkgezondheidscentra, ziekenhuizen en ROB/RVT-revalidatiecentra, thuisverpleging)

    Donkere wolken boven de tewerkstelling in de Non-Profit in 2007

    In 2007 zal er in het fonds van de Sociale Maribel een structureel tekort zijn van 2,3%. De Sociale Maribel is een systeem van verlaging van de patronale bijdragen in de Non-Profit waarmee dan meer tewerkstelling geschapen wordt.

    (http://meta.fgov.be/pc/pce/pces/nlces08.htm)

    Door een andere verwerking van de gegevens betreffende het aantal ‘koppen’ in de sector is er een verschil van 5000 koppen (minder) in 2005 in vergelijking met 2004… Terwijl het aantal personeelsleden in de sector dus verder daalt, blijft het arbeidsvolume echter stijgen… An accident waiting to happen!

    Er zijn slechts 2 oplossingen voor het tekort. Ofwel komt de regering met extra geld over de brug maar met de huidige begrotingsperikelen lijkt dit niet zo vanzelfsprekend. Een eenvoudige indexering van het bedrag zou het probleem al oplossen. Een andere oplossing is besparen in het fonds. Het tekort van 2,3 % komt ongeveer overeen met het bedrag van het loon van 100 fulltime equivalenten. Het zou echter pervers zijn om 100 mensen op straat te zetten in een sector dat al met een chronisch personeelstekort te kampen heeft. Deze afdankingen zouden dan nog eens een vicieuze cirkel in gang trekken: hoe minder koppen, hoe minder geld in het fonds…

    Het lijkt erop dat de Non-Profit nog eens zijn vlaggen zal mogen bovenhalen als de regering hier geen valabele oplossing aanbiedt. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

  • 775.000 euro voor Tony Mary. Ex-VRT baas tevreden met helft van voorziene opzeggingsvergoeding…

    Na alle vijandigheden van de laatste maanden hebben Tony Mary en Geert Bourgeois het dan toch op een akkoordje kunnen gooien om te voorkomen dat er jarenlang zou geprocedeerd worden. Tony Mary is vertrokken en krijgt van de ontevreden regering slechts de helft van de voorziene opzeggingsvergoeding. Dat is nog steeds 775.000 euro. Een doorsnee arbeider zal voor zo’n bedrag gemakkelijk 20 tot 30 jaar moeten werken, maar voor Tony is het een mooi meegenomen extraatje.

    Jeroen

    Ik wil me niet uitspreken over het beleid van Tony Mary. Dat is een onderwerp dat ik onvoldoende heb gevolgd. Het leek mij wel absurd om programma’s die op onze kosten worden opgenomen eerst op betalende netten uit te zenden. Het klopt wel dat onze openbare omroep weinig middelen heeft in vergelijking met buitenlandse zenders. Bovendien is de toename van de middelen – een aanpassing aan het duurder wordende leven – onvoldoende gevolgd. Het resultaat is er naar en mee onder druk van de commerciële markt, is er vandaag absoluut geen aanbod van programma’s dat aangepast is voor iedereen.

    Daar kunnen we natuurlijk over discussiëren en de meningen over de aangeboden programma’s zullen wel uiteenlopend zijn.

    Maar de manier waarop nu ook bij de openbare omroep een topmanager een schandalig hoge beloning krijgt, daar heb ik wel een probleem mee. Waren de prestaties van Tony Mary dan zoveel zwaarder dan iemand die pakweg 30 jaar aan de band staat?

    Van dergelijke bedragen die nu aan Mary worden gegeven bij wijze van houden handdruk, zou wellicht toch een leuke en interessante productie kunnen gemaakt worden. Er kunnen heel wat suggesties gedaan worden over de mogelijkheden met 775.000 euro. Het punt zal wel duidelijk zijn: een dergelijk hoge opzeggingsvergoeding is decadent.

    Welke minister heeft een dergelijk contract gesloten met Mary waarin werd voorzien in een opzeggingsvergoeding van 1,5 miljoen euro? En durft die minister daar nu de verantwoordelijkheid voor nemen door het aan een breder publiek uit te leggen waarom hij dat heeft gedaan? Misschien moet de betreffende minister (Van Mechelen) het maar eens gaan uitleggen aan de arbeiders die dreigen ontslagen te worden bij Agfa Gevaert.

    Laat ons hopen dat een volgende contract met een topmanager onmiddellijk duidelijk en openbaar maakt over welke bedragen er wordt gesproken. Het is en blijft immers ons belastingsgeld waarmee ze morsen. Ik hoop tenslotte voor Tony Mary dat hij niet te lang van een werkloosheidsuitkering moet leven. Hij zal het wellicht niet weten of beseffen, maar die uitkeringen zijn niet zo riant als de lonen van een topmanager…

  • Een daling van het postvolume? Excuus voor besparingsoperaties bij De Post houdt geen steek

    De directie van De Post wil de postmannen en postvrouwen steeds nieuwe besparingsoperaties opleggen onder het mom dat het postvolume zou dalen. Die argumentatie werd gebruikt voor Georoute 1 en 2. Nochtans houdt het geen steek, er is helemaal geen daling van het postvolume. Alleen is de samenstelling ervan veranderd. We publiceren een pamflet ‘Model 9’, een pamflet dat door en voor postmannen en postvrouwen wordt geproduceerd en verdeeld. De naam ‘Model 9’ verwijst naar de nota "model 9" die het postpersoneel krijgt indien het een negatieve opmerking krijgt van hogerhand…

    Pamflet Model 9, door en voor postmannen en postvrouwen. Bezoek ook onze Post-pagina

    Regionaal

    Beauraing. Op maandag 17 juli is een postbode, Yves Smal, overleden waarschijnlijk onder de zware werkdruk na een dienst van 10,5 uur! Dit volgens een persbericht van Jean-Marie Flamey, secretaris intersectorieel CGSP van Namen. De werkdruk: hij moest dagelijks met een voertuig van de post tot 7u30 de krantbedeling uitvoeren, daarna zijn ronde organiseren tot 9u30 om daarna om 13u te eindigen (in theorie). In werkelijkheid was hij nog bezig om 14u25 toen hij officieel stierf door een “onbekende” ziekte. (Le Soir Namur-Luxembourg 28/07/06)

    Nog een voorbeeld van goed management bij De Post. In Leuven met 87 uitreikingsronden wordt Georoute 2 ingepland op 18/9, 3 weken voor de verkiezingen! Een vermindering van 7 uitreikingsronden naar 80! (HLN 07/09/6)

    In Brugge hebben de postbodes in de week van 4 september het werk onderbroken wegens de werkdruk. Het verkiezingsdrukwerk zal worden gedragen door interimmers… (LSP militant)

    Sinds de vorige Model 9 zijn er opnieuw verschillende veranderingen doorgevoerd. Georoute 2 zou er al moeten zijn in al de uitreikingskantoren, soms met nieuwe gezichten bij het management door Refocus! Is het daardoor beter geworden voor personeel en klanten? Zie voor jezelf. Ter herinnering: de invoering van de Georoutes 1&2 was zogezegd nodig doordat het postvolume afnam. Zoals vermeld in Model 9 in mei, is volgens “De Tijd” van 18/01/06 de laatste 2 jaar het postvolume niet gedaald. Dit in tegenspraak met de ZZA (Zendingen Zonder Adres) van de Post die besteld werden voor de aanvang van Georoute 2 bij de uitreikingskantoren. Is dit correct van het management? J. Thys?

    Recent nog in “De Gazet van Antwerpen” van 24/08/06 zelfde vaststelling. Ik citeer: “het bedrijf realiseerde een omzetgroei met 5% tot 1miljard 122miljoen €. Winst groeide met 3% tot 83 miljoen € tijdens de eerste helft van het jaar!” Wat kregen wij in de plaats: meer bussen te bedelen, vooral ZZA, en daardoor meer kilo’s te dragen op langere postronden. Met ons en de klanten is er weer geen rekening gehouden. Op korte tijd door Georoutes 1&2, vooral in de grote agglomeraties, kregen de klanten tweemaal een andere postbode aan huis. Weg de goede sociale contacten die ze na jaren met hun vroegere postbode hadden opgebouwd. Postbode tevreden? Klant tevreden? Bekijk eens het onderzoek van Test-Aankoop van juni 2006.

    Er zijn zeker minder brieven, maar er is ander postvolume. Vandaag zijn er meer geplastificeerde zendingen, dat betekent meer volume en meer gewicht. Toch kan er voor de Postdirectie best wat bij, het bedrijf geeft nog eens 50% korting op het verkiezingsdrukwerk voor 8 oktober! … en Georoute 3 staat al rond de hoek te gluren. Is dat wat we willen? Zeker niet! Alleen een ééngemaakte strijd van alle postmannen gesteund door de vakbonden kan dit voorkomen. De vakbondsleiding moet hun verantwoordelijkheid opnemen.

    Door het generatiepact en ook door de laatste CAO bij de Post is het, ondanks de talloze werkloze jongeren, moeilijker voor oudere werknemers om eruit te stappen. Tijdens de stakingen en betogingen hiertegen in oktober vorig jaar, konden de arbeiders en hun gezinnen op geen enkele politieke steun rekenen. Ook niet van SP.A/PS en CD&V/CDH die, zoals alle andere partijen, een neoliberale politiek op de kap van de arbeiders verdedigen. Er is een politieke partij nodig die de arbeiders echt steunt bij hun terechte eisen. Op zaterdag 28 oktober eerstkomend is er een CONFERENTIE voor Een Andere Politiek aan de ULB Brussel. Daar zal men in samenwerking met de LSP (www.socialisme.be) proberen een echt breder links front te vormen tegen de afbraak van onze sociale verworvenheden en ontmanteling van de Openbare Diensten waaronder onze Post! Iedereen Welkom!

  • MIVB. Wij zijn geen boksbal!

    Op 28 augustus werd een chauffeur van Delta het slachtoffer van agressie. Deze situatie van geweld komt meermaals terug (er zijn per jaar meer dan 100 verbale of fysieke daden van agressie tegen personeel van de MIVB). In de loop van juli 2006 waren er 14 gevallen van geweld tegen het personeel.

    Vertaling van het pamflet “La Planchette”, uitgegeven door arbeiders van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB

    Interview met een delegee van de MIVB

    Naar aanleiding van de staking op 29 augustus, spraken we met een delegee van de MIVB in Delta.Lees hier dit interview

    De agressie op 28 augustus vormde de druppel die de emmer deed overlopen. De dag nadien, op 29 augustus, werd het werk niet aangevat. Een vertegenwoordiger van de directie luisterde naar de eisen van de werknemers en er werd een afspraak gemaakt met de algemene directie. Op 30 augustus was er een bijeenkomst van de permanente delegees, de delegees van de bussen en een vertegenwoordiging van de chauffeurs (een primeur!) om te vergaderen met de directie. Het personeel heeft de moeilijkheden duidelijk gemaakt en de eisen werden aanhoord. De directie bevestigde dat het maatregelen zou nemen op volgende punten:

    1. Het beheer van klachten: er komt een herziening van de brieven die naar de klanten worden gestuurd, er komt een herziening van de oproepingsprocedure en een verbetering van het proces van feedback. Aanvullend zal erop toegezien worden dat felicitaties aan het personeel tegen wie een klacht liep, zorgvuldig genoteerd en gedocumenteerd worden.
    2. Begeleiders: de begeleiding zal opgevoerd worden op lijnen en haltes die “gevoelig” zijn
    3. Opvolging van het personeelslid na een incident of agressie: de procedure moet nog steeds verbeterd worden.
    4. Vorming “Hoe omgaan met stress en conflicten”. Dergelijke vormingen worden reeds gegeven sinds 2000. In het kader van aanhoudende vorming, zullen er om de 3 tot 5 jaar bijkomende herhalingsvormingen komen.
    5. Consultatie: de directie bus zal regelmatig nuttige suggesties van de werknemers overmaken aan de groep Veiligheid en Controle. Er komt een betere organisatie om de informatie van op het terrein te laten doorstromen. Er komt een versterking van de omkadering aan de basis.
    6. Verbetering van de coördinatie tussen de diensten: de zichtbaarheid van de verschillende types abonnementen van de MIVB zal verbeterd worden op zo kort mogelijke termijn. De akkoorden tussen de directies “Bus” en “Veiligheid en Controle” zullen worden afgewerkt. Het akkoord over de controle van de vervoersbewijzen is reeds ondertekend en trad in werking op 1 september. Het akkoord over de doelstellingen van interventies zal vanaf november in werking treden.
    7. Verhoging van het aantal effectieven en herziening van de functie “Veiligheid en controle”. Er is een principe-akkoord over een vierde interventieteam (met zowat 15 mensen). Meer doelgerichte controles (eventueel met kleinere teams voor gewone bussen). Er komen camera’s in alle voertuigen (tussen 2006 en 2009) en GPS in de voertuigen voor interventies.
    8. Verbetering van de communicatie : communicatie van sancties voor klanten bij agressie tegenover de chauffeurs.
    9. Aanwezigheid in de scholen. Er komt een betere coördinatie door de directie voor de communicatie tussen de vier bedrijfseenheden om gemakkelijker naar de scholen toe te kunnen gaan en jongeren te sensibiliseren over een verantwoord gedrag op het openbaar vervoer.
    10. Er wordt contact opgenomen met de ministers die verantwoordelijk zijn voor veiligheid en justitie. De vakbonden zullen door de directie gesteund worden als ze zich richten tot de verantwoordelijke instanties om daar de dagelijkse problemen van het MIVB-personeel bekend te maken.
    11. Afradende acties. Administratieve sancties bij problemen: er komt een ordonnantie van de regionale regering voor het Brusselse parlement om agenten van de MIVB toe te laten administratieve sancties op te leggen. Bij een agressie tegen een chauffeur wordt de straf verdubbeld (volgens een wetsvoorstel dat nog moet gestemd worden in de senaat). De volgende suggesties worden onderzocht: het opzeggen van het recht op een abonnement voor wie geweld pleegt. Nieuwe contacten van de directie met de zonechefs van de politie om zo snel en efficiënt mogelijke interventies mogelijk te maken.
    12. Een klacht met burgerlijke partijstelling door de MIVB zal worden ingediend tegen iedere agressor.

    In november 2006 komt er een evaluatie van deze maatregelen.

    Er zijn een aantal principe-akkoorden bekomen, maar deze komen niet overeen met wat wij hadden gehoopt. Heel wat punten vormen voorgekookte kost, het meedelen van het finaliseren van vroegere akkoorden. De algemene directie staat overigens niet alleen met haar falen om de kwestie van veiligheid aan te pakken, ook de bevoegde ministers zijn met hun begroting mee verantwoordelijk.

  • Voor een herfinanciering van de gezondheidszorg!

    Gezondheidszorg is een basisbehoefte waar eenieder recht op heeft. Elke persoon die op het Belgisch grondgebied verblijft, moet kosteloos beroep kunnen doen op alle diensten en middelen die de nodige zorgverlening vereisen. Maar in de praktijk is hier helemaal geen sprake van: we merken zelfs dat kwalitatieve zorgverstrekking voor de doorsnee patiënt alsmaar duurder wordt.

    Laurent Grandgaignage

    Personen met een laag inkomen (werklozen, gepensioneerden, alleenstaande ouders, …) voelen die stijgende kostprijs het hardst in hun portemonnee, en hebben het vaak moeilijk om de eindjes aan mekaar te knopen (denk bv. aan langdurige opname in het ziekenhuis, gespecialiseerde medische ingrepen, …).

    De sociale zekerheid is meer dan dienstverlening: het is een solidariteitsmechanisme. En er is meer dan ooit nood aan solidariteit. Uit een studie van de Universiteit Antwerpen bleek dat in 2003 15,2% van de Belgische bevolking in armoede leefde: 22,6% van de 65-plussers en 32% van de werklozen vallen onder de armoedegrens! Willen we het recht op gezondheidszorg waarborgen en uitbreiden, dan moeten we eerst nagaan in welke mate de huidige beleidsmaatregelen toereikend zijn om iedereen een degelijke zorgverlening en ziekte- en invaliditeitsverzekering te verzekeren.

    Voor een volledige herfinanciering

    De financiële toestand van de gezondheidszorg is zorgwekkend. In 2004 werd het budget overschreden met 850 miljoen euro (ongeveer 34 miljard oude Belgische frank). Jaarlijks hebben de ziekenhuizen te kampen met een gemiddeld tekort van 364 miljoen euro (wat neerkomt op circa 14,5 miljard frank). Omwille van die schuldenberg zijn ziekenhuizen genoodzaakt te besparen op middelen en onderzoek, maar ook op personeel: eind 2003 werd er nog gestaakt in de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen omdat 625 personeelsleden moesten afvloeien, op een totaal van 6.000! Minder verpleegkundigen en artsen betekent een hogere werkdruk enerzijds (wat op zich gevolgen heeft voor de kwaliteit van de dienstverlening) en anderzijds langere wachtlijsten.

    De onderfinanciering van de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen is een treffend voorbeeld. Het herstructureringsplan ZINA – dat o.a. door OCMW-voorzitster Monica De Coninck (sp.a) werd opgelegd – zorgde voor heel wat protest onder het ziekenhuispersoneel. Het dienstenaanbod van het Sint-Elisabeth en Sint-Erasmus ziekenhuis werd ondertussen fors ingeperkt. Deze privatiseringsplannen zorgden niet enkel voor heel wat afdankingen, maar stellen ook de sluiting van het Sint-Erasmus en Stuivenberg ziekenhuis voorop. In plaats daarvan, zou een nieuw ziekenhuis in de regio van Antwerpen-Noord worden gebouwd… wat de bereikbaarheid voor heel wat zorgbehoevenden zal bemoeilijken.

    Door deze besparingspolitiek zal de individuele patiënt ook meer uit eigen zak moeten betalen: voor een ziekenhuisopname in 1998 betaalde men gemiddeld 334 euro. In 2002 steeg dit gemiddelde naar 424 euro. Het invoeren van maatregelen zoals de maximumfactuur is slechts een doekje voor het bloeden wanneer men vaststelt dat alles gemiddeld duurder wordt.

    Onze eisen:

    > stop de besparingen; voor een volledige herfinanciering van de gezondheidszorg op nationaal niveau; neen aan de inmenging van het bedrijfsleven in de non-profit;

    > stop de afdankingen; meer volwaardige jobs als garantie voor een kwalitatieve dienstverlening en als middel om bestaande wachtlijsten terug te dringen;

    > voor een uitbreiding van de dienstverlening op lokaal vlak i.p.v. de inperking daarvan;

    > voor het opzetten van een nationale gezondheidszorg onder controle van werknemers en consumenten;

    > een einde aan het verhalen van kosten op de consument door het verlagen van forfaitaire kosten en remgeld; het betalen van voorschotten bij ziekenhuisopname mag niet verplicht worden aan de patiënt.

    Voor een evenwichtige herverdeling van het Riziv-budget

    Het totale budget van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) bedroeg in 2005 17,4 miljard euro (± 701,5 miljard frank). Het leeuwendeel wordt besteed aan artsenhonoraria (30,4%), de verpleegdagprijs in ziekenhuizen (21,8%) en de farma-industrie (19,3%).

    De zogenaamde prestatiegeneeskunde geeft de arts het voorrecht om een toeslag bovenop het wettelijke forfait aan te rekenen. Dit is geneeskunde op twee snelheden: diegenen die het kunnen betalen kunnen beroep doen op prestatiegeneeskunde, diegenen die het financieel minder hebben moeten het maar stellen met “forfaitaire geneeskunde”. Er bestaat al een beperkt aantal groepspraktijken die laatstgenoemde toepassen, maar algemene invoering van dit systeem wordt belemmerd door de belangenorganisaties van geneesheren. In Nederland en Groot-Brittannië is forfaitaire geneeskunde wel op grote schaal van toepassing. Het ontstaan van wachtlijsten kan vermeden worden door voldoende personeel in te schakelen indien nodig. Wij pleiten voor het afschaffen van de prestatiegeneeskunde en deze te vervangen door forfaitaire geneeskunde, waardoor in de praktijk de zorgverstrekking voor de patiënt kosteloos wordt na terugbetaling door het ziektefonds.

    Over de farma-industrie kunnen we gerust stellen dat deze niet produceert uit liefdadigheid. In 2003 maakte Janssen Pharmaceutica in België 355 miljoen euro (± 14,5 miljard frank) nettowinst. Hetgeen het Riziv met gemeenschapsgeld terugbetaalt, komt eigenlijk in de zakken van de aandeelhouders terecht. Ook hebben vele farmaceutische bedrijven het alleenrecht (beschermd door patenten) om bepaalde geneesmiddelen te produceren. De productie van goedkopere, generische varianten van bepaalde medicijnen wordt hierdoor belemmerd. De enige manier om de winsthonger van de industrie tegen te gaan, is het nationaliseren van de farma-industrie zodat enkel de beste producten aan de laagste prijs aangeboden kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat de industrie geen nood meer heeft aan onderlinge concurrentie, maar aan samenwerking, wat in het voordeel speelt van onderzoek en ontwikkeling en de organisatie van een efficiënter productieproces.

    Onze eisen:

    > voor het afschaffen van de prestatiegeneeskunde; voor een forfaitaire geneeskunde, georganiseerd in bereikbare groepspraktijken en wijkgezondheidscentra;

    > halt aan de winsthonger van de farmaceutische bedrijven; haal het geld waar het te halen valt; voor het volledige nationalisering van de farma-industrie onder arbeiderscontrole.

    Meer middelen voor het OCMW nodig

    Het OCMW heeft de doelstelling de sociale grondrechten van de inwoners van de stad te waarborgen en het welzijn van elke persoon te organiseren op verschillende vlakken: werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg, cultuur, e.a. Maar het gebrek aan middelen waarmee deze openbare instelling kampt, leidt – zoals eerder al aangehaald – tot besparingsmaatregelen waar (minder gegoede) hulpvragers de dupe van zijn. De stadskas wordt in vele gevallen aangesproken om tekorten bij te schieten, maar is vaak ontoereikend. Daarom moet de federale overheid haar verantwoordelijkheid opnemen door deze op nationaal niveau te financieren, indien nodig. Niet enkel de OCMW- en gemeenteraad mag exclusief beheerder zijn van de financiën, maar ook het OCMW-personeel moet actief betrokken worden.

    Het zijn de werknemers die het beste op de hoogte zijn van de dagelijkse gang van zaken, en ook van de mogelijke knelpunten. Daarom moeten deze georganiseerd worden in democratisch verkozen comités, ondersteund door de vakbonden, en medezeggenschap verwerven over de financiële middelen. Zo kan een financieel wanbeleid (zoals de “put” van 50 miljoen euro die eind 2004 werd ontdekt in de Antwerpse OCMW boekhouding) vermeden worden.

    Gratis en degelijke gezondheidszorg is mogelijk!

    De welvaart in de maatschappij is nog nooit zo hoog geweest. Terwijl de bedrijven jaar na jaar recordwinsten boeken, voert de regering een besparingspolitiek waarbij de gewone bevolking moet inleveren. Loonmatiging wordt opgedrongen, wat een verdere aanval betekent op onze koopkracht. Ook de sociale zekerheid blijft niet gespaard. De bewering dat er niet genoeg geld zou zijn, is een leugen. Cadeau’s aan de patroons in de vorm van lastenverlagingen en fiscale voordelen doorprikken die stelling. Het gevoerde beleid staat haaks tegenover de werkelijke behoeften van de bevolking, wat o.a. duidelijk werd met de massale stakingsbeweging van de non-profit, enkele jaren geleden.

    Geen enkele partij in regering of oppositie gaf gehoord aan de eisen van deze sector voor meer middelen, meer personeel, betere arbeidsvoorwaarden, … Maar door deze syndicale strijd te voeren, werden uiteindelijk belangrijke toegevingen afgedwongen. Het zou een stuk handiger zijn wanneer men een politiek verlengstuk heeft om deze strijd te voeren op regeringniveau. Een nieuwe arbeiderspartij links van sp.a en Groen! zou daar een nuttig middel voor zijn. Enkel wanneer de geproduceerde rijkdom effectief geïnvesteerd wordt in de maatschappij, kunnen we het recht op een gratis en degelijke sociale zekerheid voor iedereen verzekeren.

  • ACOD afdeling VUB geeft een onvoldoende voor CAOII

    Op 11 september 2006 bereikten de nationale leidingen van de drie onderwijsvakbonden een akkoord met de minister over de voorstellen voor CAOII. CAO’s zijn akkoorden tussen werkgever en vakbonden waarin de loonen arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden vastgelegd worden. Een goedgekeurde CAO heeft de kracht van een wet en is dus bindend voor alle personeelsleden waarvoor deze overeenkomst wordt afgesloten.

    Standpunt van ACOD-VUB verschenen in haar nieuwsbrief

    De ACOD militanten van de VUB hebben het akkoord gewikt en gewogen én te licht bevonden omdat :

    · de overeenkomst op veel vlakken te weinig concreet is op het vlak van vorming, onthaal. Ook de intentie om de werkdruk te verlagen is te vaag en de uitvoering zal “dode letter” blijven. Bovendien stellen we vast dat het nieuwe financieringsmodel gebaseerd op outputparameters leidt tot meer administratie en bijgevolg werkdruk nog doet toenemen. Ook een verhoging van de prestatiedruk is één van de perverse gevolgen van de hervormingsplannen van Vandenbroucke. Verder spreekt men over de intentie om deeltijdse opdrachten te clusteren. Ook deze formulering is te vaag en vrijblijvend om de problematiek van onvrijwillig deeltijdse werknemers op te vangen;

    · de koopkrachtverhoging belachelijk laag is (+1% en dan nog enkel voor het ATP) en de personeelsleden aan de universiteiten verder aan koopkracht inboeten. De voorbije 15 jaar verloren we koopkracht doordat de loonsverhogingen geen gelijke tred hielden met de werkelijke inflatie (o.a. door gefoefel met de index). Als we de evolutie van onze lonen vergelijken met de evolutie van de economische groei, dan is de achteruitgang nog opmerkelijker;

    · een groot deel van het personeel alweer eens uitgesloten wordt van het akkoord. Zo is het akkoord m.b.t. het recht op outplacementbegeleiding niet van toepassing op bursalen, leden van het academisch personeel en gastprofessoren. Nu zijn het net deze personeelsleden – met uitzondering van de vastbenoemde professoren – die het meest gebaat zijn bij outplacementbegeleiding. Voor velen betekent tewerkstelling in het wetenschappelijk onderzoek “een onzekere toekomst tegemoet gaan”;

    · er alweer geen sprake is van de opbouw van een extralegaal pensioen voor de personeelsleden die vandaag een – laag – bediendenpensioen genieten. Dit is de meerderheid van het personeel!!! Als troostprijs zal er een werkgroep opgericht worden die moet nagaan inhoeverre Vlaanderen de Europese richtlijn m.b.t. non discriminatie van personeelsleden met een contract van bepaalde duur overtreedt. Op die manier wordt de problematiek alweer op de lange baan geschoven en het uitblijven van concrete voorstellen doet ons vermoeden dat velen in de kou zullen blijven staan.

    Redenen genoeg voor ons om het akkoord af te wijzen. Wij zullen dan ook heftig protesteren binnen onze vakbondstructuren tegen het akkoord en ons verder blijven inzetten voor :

    · een substantiële loonsverhoging (minstens 5%) voor alle personeelsleden van de universiteiten;

    · de onmiddellijke uitbouw van een tweede pijler extra legaal pensioen voor alle contractuelen met inbegrip van het contractueel academisch personeel!!! Wij denken dat dit het best wordt georganiseerd op Vlaams niveau door middel van een sectoraal aanvullend pensioen voor alle wetenschappelijke personeelsleden die werken aan universiteiten, hogescholen met inbegrip van mensen die werken voor IWT, FWO, VIB,…

    · de opwaardering van het statuut van de bursalen tot eenvolwaardig statuut voor de vorsers;

    · meer middelen voor langetermijn wetenschappelijk onderzoek in plaats van steeds meer kortlopende projecten met onrealistische verwachtingen en resultaatsverbintenissen.

    Steun ons. Wil je meer info, mail dan naar : abvv@vub.ac.be

  • Onderwijs. ACOD-leden verwerpen CAO 8 massaal

    Op 18 september bogen de Brusselse leden van ACOD-Onderwijs zich over het voorstel tot CAO nr. 8 voor het leerplichtonderwijs. Een aarzelende vakbondsstop voelde de bui wellicht hangen en probeerde op een makke wijze de positieve kanten van de CAO in de verf te zetten.

    Door een ACOD-lid

    Komen er acties?

    De ACOD-leiding liet de leden na het verwerpen van de CAO stemmen voor of tegen staking. Vanuit de VUB-delegatie werd gesteld dat dit een absurd voorstel was. ACOD is nauwelijks aanwezig in het katholieke net zodat de vakbond niet over de nodige krachtsverhoudingen beschikt om een staking te organiseren. De leden doen stemmen voor of tegen een staking is een staatje van manipulatie om de actiebereid in de kiem te smoren.

    Er werd voorgesteld om een derde mogelijkheid te overwegen: een informatiecampagne op te starten naar de personeelsleden in de scholen en op die manier proberen krachtsverhoudingen uit te bouwen om in een later stadium actie te voeren. Dit werd door de vakbondsleiding weggewuifd.

    Nadien nam Jo Coulier – ondervoorzitter ACOD-Onderwijs Brussel en hoofddelegee aan de VUB – het woord. Hij stelde duidelijk waarom het voorstel moest verworpen worden. In de CAO wordt een stapsgewijze verhoging van het vakantiegeld tot 92% tegen 2011 voorzien. Jo legde uit dat de werkende klasse sinds de invoering van de gezondheidsindex in 1993 plus het gefoefel met de indexkorf dit jaar reeds 13 jaar aan koopkracht inboet. De voorgestelde verhoging van het vakantiegeld zal daar weinig verandering in brengen. Bovendien wees hij op de besparingen in het onderwijs die al 25 jaar onafgebroken plaatsvinden en geleid hebben tot slechtere arbeidsvoorwaarden; verlies aan koopkracht en aan jobs.

    Vandenbroucke laat uitschijnen dat nu plots heel wat middelen in onderwijs gestoken worden. De realiteit is dat de extra gelden absoluut niet opwegen tegenover het verlies aan middelen gedurende 25 jaar. De uitgaven van onderwijs daalden van 7% tot 4,9% van het BBP. Alle vakbonden eisen dat Vlaanderen opnieuw 7% zou besteden aan onderwijs. Met de huidige extra middelen komen we zelfs niet in de buurt.

    Deze krachtige argumenten werden door diverse andere sprekers ondersteund. Resultaat van de stemming: 1 voor, 10 tegen en 6 onthoudingen. Ook in andere regio’s werden gelijkaardige kritieken geuit en werd het akkoord verworpen. West-Vlaanderen stemde ongeveer zoals Brussel. In Oost-Vlaanderen en Antwerpen werd de CAO bijna unaniem verworpen.

    Het volgende punt op de agenda was de bespreking van CAO 2 voor het hoger onderwijs. De nationaal verantwoordelijke verdedigde de afgesloten CAO en prees Vandenbroucke voor zijn inspanningen. Als afgevaardigde van de ACOD aan de Vrije Universiteit Brussel nam Jo het woord. Hij stelde dat de syndicale delegatie van de VUB het voorstel unaniem verworpen heeft. In de CAO staan heel wat vage beloften onder meer m.b.t. de werkdruk. Jo legde uit dat dit nonsens is en dat het nieuwe financieringsmodel de concurrentie tussen de instelling ten top drijft. Een stijging van de werkdruk in plaats van een verlichting, vindt nu reeds plaats.

    Bovendien stelt ACOD-VUB dat deze CAO helemaal niets geeft aan de meerderheid van het personeel van de universiteiten, zijnde het academisch personeel. Er wordt een loonsverhoging van 1% toegekend aan het administratief en technisch personeel. Nog niet eens genoeg om het verlies door het gefoefel met de index in 2006 goed te maken. Bovendien krijgt het academisch personeel nul eurocent. Een schande zeggen de ACOD-delegees van de VUB over dit akkoord.

    Ondanks het feit dat alles statutair in orde was, verzette de nationale leiding zich tegen een stemming. Ze voelden de bui hangen. Jo stelde dat of er nu, een week later of binnen een maand gestemd wordt, de uitslag telkens hetzelfde zal zijn: no pasaran voor de ACOD-militanten van de VUB.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop