Category: Lonen

  • Samen sterk voor koopkracht en werk

    In het najaar zullen patroons en regering waarschuwen voor de “loon-prijsspiraal”. Als we meer loon vragen, zal dat leiden tot hogere prijzen, luidt het. We dachten nochtans dat niet wij, maar de patroons bepaalden aan welke prijs ze goederen en diensten aanrekenen. De voorbije jaren boekten ze recordwinsten. Ze zouden daarop wat kunnen inleveren en zonder prijsstijgingen de lonen optrekken nu de levensduurte toeneemt. Maar dat is taboe. Over de hebzucht van de patroons hebben we in het parlement nog niets of niemand gehoord.

    LSP-pamflet

    De vakbonden zijn de enigen die het nog opnemen voor de arbeiders en hun gezinnen en voor de armen. Hun strijdbaarheid wordt helaas teveel beperkt doordat de vakbondsleiders blijven hopen op SP.a en CD&V. Alle partijen in het parlement verdedigen nochtans de politiek van lage lonen en uitkeringen en van geschenken aan de patroons. Zo kan de regering – zoals destijds met het Globaal Plan en later met het Generatiepact – iedere strijd uitzitten: er is toch geen politiek alternatief. De eisen van de meerderheid van de bevolking komen in het parlement niet eens aan bod.

    Onafgebroken prijsstijgingen van energie, huisvesting, voeding,… Met onze lonen doen we vandaag een pak minder. Er is nochtans veel rijkdom in de samenleving, maar ze wordt meer en meer geconcentreerd in enkele handen.

    Iedereen gelijk?

    Tot vandaag deed de regering niets, behalve ruzieën over een staatshervorming. Ondertussen komt een zware economische crisis op ons af. Bedrijfssluitingen en –herstructureringen, sterk toenemende werkloosheid, pijnlijke inleveringen, verdere afbouw van diensten, gezondheidszorg en sociale zekerheid, staan ons te wachten als er geen alternatief komt op de huidige politiek.

    De bazen en de aandeelhouders hebben zich tegoed gedaan aan de voorbije economische groei. Wij moesten het stellen met “gematigde” loonsstijgingen en, voor de zieken, de gepensioneerden en diegenen die ongelukkig hun werk verloren, uitkeringen die fors achter lopen op de levensduurte.

    Vorig jaar boekten de 30.000 grootste bedrijven 77 miljard euro winst. Dat is ruim 30.000 euro per gezin. Daar zijn onze centen naartoe gegaan. Zij die de laatste jaren hun fortuin spectaculair zagen toenemen, roepen vandaag het luidst dat loonsverhogingen niet mogelijk zijn voor de arbeiders en bedienden!

    Eenheid in de strijd

    Voor de zomer staakten en betoogden meer dan honderduizend arbeiders en bedienden voor meer koopkracht. Eenheid tussen Vlaamse, Brusselse, Waalse en Duitstalige werkenden is van cruciaal belang. Zoniet zullen ze ons één voor één beroven van alles waarvoor onze ouders en grootouders in de naoorlogse periode hebben gestreden. Alle partijen in het parlement hebben angst van die eenheid en proberen verdeeldheid te zaaien. De armsten worden steevast als zondebok aangeduid. Niet zij zijn de profiteurs, maar het handvol allerrijksten, een minieme minderheid die niettemin met meer dan de helft van de rijkdom die de arbeiders produceren gaat lopen. Voor wat over blijft, mag de rest van de bevolking een robbertje vechten.


    ABVV en ACV

    BREEK DE BANDEN met SP.a en CD&V!

    Arbeiders zouden hun vakbonden moeten kunnen gebruiken om uit deze impasse te geraken. We hebben immers een partij nodig die het opneemt tegen het neoliberale beleid. Een partij die arbeiders, jongeren, gepensioneerden, armen, vrouwen, migranten… organiseert om te strijden voor hogere uitkeringen, voor reële brutoloonsverhoging bovenop de index, voor het herstel van de volledige index, voor afschaffing van de sociaal onrechtvaardige BTW op levensnoodzakelijke producten, voor betaalbare en kwaliteitsvolle openbare diensten, voor sociale woningbouw …

    De vakbondsleidingen rekenen helaas nog steeds op SP.a, PS, en CD&V, en in mindere mate op CDH en Ecolo. De voorbije 25 jaar hebben die hun “band” met de arbeidersbeweging enkel gebruikt om de arbeiders inleveringen te doen slikken.

    In het najaar moeten we opnieuw massaal de straat op, indien we willen voorkomen dat de volledige rekening van de economische crisis bij ons terecht komt. Op 28 juli verspreidde de Algemene Centrale van het ABVV een oproep waarachter LSP zich kan scharen: “Als er in dit land nog een politieke linkerzijde bestaat, moet die al haar energie en creativiteit bovenhalen om een andere fiscale politiek en loonpolitiek uit te werken. Er moet volledig gebroken worden met het liberale beleid.”

    In het parlement zitten geen partijen meer van wie men dit kan verwachten. Na 20 jaar regeringsdeelname door de SPa is dat duidelijk. De twee grootste buitenparlementaire partijen, PvdA en LSP, zijn helaas ook samen niet in staat zo’n “politieke linkerzijde” vanuit het niets te toveren. Een bundeling van de krachten in een kartel voor de Europese verkiezingen van juni 2009 (waartoe LSP oproept) zou echter al een stap vooruit betekenen.

    Met en rond de syndicale basis:

    Een syndicale partij is nodig!

    LSP roept al enkele jaren op voor een nieuwe brede arbeiderspartij. Een partij die alle stromingen verenigt die bereid zijn het op te nemen tegen het neoliberale beleid. Een eerste echte poging daartoe – het Comité voor een Andere Politiek met onder meer Jef Sleeckx, ontstaan na de strijd tegen het Generatiepact – is helaas op niets uitgedraaid. Zo een arbeiderspartij zou zich moeten baseren op de ervaringen van de syndicale basis, zowel voor haar programma als voor haar werkingsprincipes. De 115.000 kandidaten bij de sociale verkiezingen vertegenwoordigen hun collega’s en ontvangen daar geen eurocent meer voor. Een parlementslid van zo’n partij zou zijn parlementaire wedde gebruiken om de beweging op te bouwen en de strijd te ondersteunen. Binnen zo’n partij zouden arbeiders kunnen discussieren over programma en strategie. Dat is wat we bedoelen met een syndicale partij.

    Zo’n partij zou – op basis van de ervaring van syndicalisten in de strijd – het ook opnemen voor de allerzwaksten in de samenleving – migranten, vrouwen, mensen met een handicap, maar steeds meer ook de jongere en de oudere werknemers. Zolang er groepen arbeiders bestaan, die slechtere dan “normale” lonen en contracten krijgen en over minder dan normale rechten beschikken, zolang zal de druk op de “normale” lonen en de rechten van allen zwaar blijven wegen. Daarom zijn gelijke rechten voor iedereen een belangrijke eis voor de arbeidersbeweging. Wij plaatsen solidariteit tegenover de hebzucht van de patroons.

    De neoliberale roof van de eeuw

    De neoliberalen beloofden ons, dat een politiek ten voordele van de rijken economische groei zou opleveren en dus in ieders voordeel zou zijn. De financiële en economische crisis bewijzen dat dit een leugen was. Door de neoliberale politiek zijn de rijken, superrijken geworden. Onze openbare diensten, pensioenfondsen en sociale zekerheid werden voor een appel en een ei verkocht. De opbrengst ging naar geschenken voor de rijken. Vandaag wordt de rekening gepresenteerd en wil men ons laten opdraaien voor de braspartij van de kapitalisten. De winsten waren privé, de verliezen zullen nu door de gemeenschap worden gedragen.

    Steun de campagne van LSP

    LSP is een actieve partij, die niet enkel over socialisme praat als een ver vervlogen ideaal, maar die een democratisch socialistische maatschappij wil realiseren. Voor ons is dit geen holle slogan, evenmin nostalgie, maar een concreet doel waaraan we elke dag werken. Alle fundamentele problemen in deze samenleving kennen immers hun oorsprong in de kapitalistische maatschappijvorm, waarin enkel de winst van een handvol kapitalisten centraal staat.

    Socialisme kan enkel duurzaam bestaan, wanneer het van onderop wordt opgebouwd. Wanneer de economie onder controle staat van democratische structuren, direct verkozen door de arbeiders. De overwinningen van de arbeiders kunnen enkel op internationaal vlak behaald en bewaard worden. Bijgevolg is LSP/MAS aangesloten bij een wereldpartij, het CWI (Committee for a Workers’ International).

    Waar we kunnen, nemen we eigen initiatieven en spelen we een rol in de ondersteuning van de strijd van arbeiders, jongeren, vrouwen en migranten. Onze jongeren spelen vaak een beslissende rol in belangrijke mobilisaties tegen racisme, tegen oorlog en tegen milieuvervuiling. We hebben de eerste stappen gezet op het electorale vlak met bescheiden deelnames aan parlements-en gemeenteraadsverkiezingen.

    Met de oproep voor een syndicale partij, willen we in de beweging voor meer koopkracht een debat voeren over hoe we terug offensieve politieke eisen kunnen stellen. LSP zal ieder initiatief dat op een geloofwaardige wijze een stap vooruit kan betekenen, naar best vermogen ondersteunen.

    Wil je een beter idee krijgen van onze ideeën en activiteiten, abonneer je dan op ons maandblad Socialistisch Links.


    Een socialistisch programma voor koopkracht

    • geen afbraak van de index, voor een index die de reële levensduurte uitdrukt
    • een minimum nettoloon van 1.500 euro
    • afschaffing van de BTW op levensnoodzakelijke producten
    • geïndexeerde uitkeringen op het niveau van echte vervangingsinkomens
    • massaal programma van kwaliteitsvolle, publiek gefinancierde sociale woningbouw
    • afschaffing van de notionele intrest en andere neoliberale cadeaus aan de patroons
    • een vermogensbelasting op de grote fortuinen
    • harde aanpak van de fiscale fraudeurs
    • 32-urenweek, zonder loonverlies, en vervangende tewerkstelling in volwaardige jobs
    • de nationalisatie van sleutelsectoren van de economie zoals het bankwezen, de energie- en voedingsector, … deze dienen ten dienste te staan van de behoeften, niet van de winsten
    • een socialistische maatschappij onder controle van de democratische organen van de arbeiders en hun gezinnen
  • Maak van 6 oktober een strijdbare stakingsdag!

    Na het ABVV kondigde ook het ACV aan dat het oproept tot acties op 6 oktober. De patronale provocaties van de afgelopen periode vormden een nieuwe druppel die de emmer verder deed overlopen. Een verhoging van de uitkeringen is voor het patronaat niet aanvaardbaar indien er geen bijkomende lastenverlagingen komen. Van Eetvelt (Unizo) stelde voor om te gaan naar een zesdagenweek van 48 uur zonder loonsverhoging. Hoog tijd voor actie!

    De afgelopen weken lanceerde het patronaat de ene aanval na de andere. Naast de aankondigingen in de media, ging het patronaat over tot het gijzelen van de gepensioneerden en uitkeringstrekkers door de tweejaarlijkse onderhandelingen over de verhoging van de uitkeringen te blokkeren met de eis voor bijkomende lastenverlagingen. Alsof het patronaat de afgelopen jaren nog niet genoeg cadeaus heeft gekregen!

    Dinsdag kondigde het ABVV aan tot actie te zullen overgaan om de koopkracht te verdedigen. Het ACV sloot zich bij die oproep aan, maar de ACV-leiding haastte zich om te stellen dat het niet om een stakingsoproep gaat. Toch moet ook Cortebeeck erkennen dat er aan de basis een bereidheid is om wel te staken op 6 oktober. Na de eerdere acties rond koopkracht is het ongenoegen niet verdwenen en kwam er geen enkel ernstig antwoord van de regering.

    De actiedag met stakingsaanzegging op 6 oktober is belangrijk. De oproep is misschien vaag, wellicht omdat niet alle sectoren mee wilden, maar met een stakingsaanzegging voor alle sectoren kan er wel een succesvolle stakingsdag van worden gemaakt. Het was misschien beter geweest om eerst te gaan naar een nationale betoging waar dan een algemene staking werd aangekondigd, dat was wellicht duidelijker geweest. Maar ook op 6 oktober kunnen we ons standpunt sterk naar voor brengen indien we van de stakingen een succes maken. Nu zal het erop aankomen om daar alles voor in het werk te stellen.

    Daartoe zal er nood zijn aan degelijk materiaal van de vakbonden om de leden te informeren en te mobiliseren. Het gaat niet enkel om de lonen, maar ook om de sociale zekerheid en de pensioenen. De mobilisatie op de werkvloer zal cruciaal zijn, maar er moet ook worden gedacht aan een bredere mobilisatie en informatiecampagne. Uit een studie van OIVO bleek dat 53% het koopkrachtprobleem als het meest dringende probleem ziet. Er is dus een basis voor een breed gedragen actie-oproep.

    De onderhandelingen rond een nieuw IPA zullen moeilijk zijn en het patronaat bereidt zich voor met een opeenvolging van provocaties. De vakbondsleiding moet die provocaties telkens beantwoorden en mag zich niet schikken naar de patronale logica. Na de vele cadeaus aan het patronaat – een belangrijke basis voor de recordwinsten van de afgelopen jaren – moet daar een einde aan komen. Er moeten daarentegen belangrijke toegevingen komen voor de werkenden en hun gezinnen: meer koopkracht door meer loon (bovenop de index), verhoging van de sociale uitkeringen (en bijgevolg geen lastenverlagingen die de financiering van de sociale zekerheid uithollen), afschaffing van een reeks patronale cadeaus zoals de notionele intrestaftrek,…

    6 oktober moet een succesvolle stakingsdag worden in het hele land. Dat kan de communautaire hetze doorprikken. Voor de werkenden en hun gezinnen heeft die hetze immers niets te bieden. Nu de voorganger van Van Eetvelt, voormalig Unizo-kopstuk en huidig minister-president Peeters, de communautaire onderhandelingen in handen wil nemen zal dit evenmin met het oog op een sociale agenda zijn.

    De actieweek voor koopkracht toonde het potentieel voor syndicale acties voor meer koopkracht. Daarop moeten we verderbouwen met een betrokkenheid van de nieuwe laag van militanten die sinds de sociale verkiezingen een grotere rol is gaan spelen en met een offensieve opstelling waarmee een aantal duidelijke eisen naar voor worden gebracht.


    10 redenen om te staken…

    1. Koopkracht wordt ondermijnd

      De belangrijkste reden om in actie te komen op 6 oktober is uiteraard de ondermijning van de koopkracht de afgelopen jaren. De prijzen zijn sterk gestegen, maar onze lonen zijn niet gevolgd. Dat komt onder meer door de afbouw van de index (door onder meer de gezondheidsindex). In juli 2008 lagen de reële lonen 2,6% lager dan een jaar voordien. Als we daar iets tegen willen doen, zullen we in actie moeten komen om een reële loonsverhoging te eisen.

    2. Na jarenlange recordwinsten, wil het patronaat nog meer. Waar blijft ons deel?

      De afgelopen jaren zijn de winsten fenomenaal toegenomen. In 2006 maakten de 30.000 grootste bedrijven in ons land 77 miljard euro winst, dat is goed voor zowat één vierde van de waarde van alles wat in ons land werd geproduceerd. Zolang het economisch goed ging voor het patronaat – mee op basis van het opdrijven van de flexibiliteit en het incasseren van extra cadeaus door de regering (met gemeenschapsmiddelen) – werd ons gezegd dat de arbeiders moesten inleveren om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen. Nu het economisch plaatje er minder goed uitziet, is het patronaat de recordwinsten vergeten. Neen, de arbeiders zouden moeten opdraaien voor deze crisis om de concurrentiepositie van de bedrijven te beschermen… Met andere woorden: om de recordwinsten te blijven realiseren, moeten wij het allemaal met minder doen. Aanvaarden we die logica of zullen we actie voeren op 6 oktober?

    3. Als we willen gehoord worden, zullen we het patronaat moeten raken waar het pijn doet…

      Er zijn de afgelopen maanden reeds verschillende acties geweest rond koopkracht. In december 2007 was er een nationale betoging in Brussel. Toen duurde het tot juni 2008 om een actieweek voor koopkracht te organiseren. De acties bleven wat op zich wachten omwille van de sociale verkiezingen en de politieke crisis. De actieweek bleek een immens succes te zijn met meer aanwezigen dan verwacht. Ook vanuit centrales waarvan geweten was dat het enthousiasme aan de top beperkt was (zoals de metaalcentrale van het Vlaams ABVV) waren er heel wat bedrijven die in actie gingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees was nadrukkelijk aanwezig op de acties en speelde een cruciale rol. Na een betoging, een actieweek en andere activiteiten (zoals de militantenconcentratie van het ABVV op de Heysel), zullen acties nodig zijn die het patronaat pijn doen: in hun portemonnee. Dat kan het beste met een stakingsactie.

    4. Wie beslist over de acties? Wij beslissen!

      Volgens Herwig Jorissen van de Vlaamse metaalcentrale van het ABVV is het te vroeg om tot actie over te gaan. Hij kreeg massale media-aandacht voor zijn standpunt, de media had vaak meer interesse voor dit standpunt van Jorissen (waarover patroonsfederatie Voka “aangenaam verrast” was – een reden op zich om vragen te stellen over het standpunt van Jorissen…) dan voor de redenen waarom wordt gestaakt. Maar als Jorissen stelt dat dé Vlaamse metaalcentrale tegen de staking was, namens wie spreekt Jorissen dan? Heeft hij de basis geraadpleegd of speelt hij soloslim? Er is een algemene stakingsaanzegging door het ABVV, de militanten van ABVV-metaal kunnen dus ook ingaan op die stakingsaanzegging. Er kan ook gewerkt worden met informatievergaderingen waar een staking niet haalbaar is in de opbouw van de beweging rond koopkracht. Eén discussiepunt op dat soort vergaderingen in de metaalsector moet zeker de vraag zijn hoe en tegenover wie de leiding verantwoording aflegt. Wie vormt de vakbond? Wij, de leden, zijn de kern van de vakbonden. Dus is het aan ons om te beslissen over welk soort acties we willen. Tijdens de actieweek voor koopkracht in juni werd Jorissen overigens in verschillende gevallen teruggefloten door zijn basis. Ook toen was Jorissen tegen de actieweek, maar verschillende metaalbedrijven lagen plat.

    5. Samen sterk, solidair voor werk en koopkracht

      De sterkte van onze acties bestaat uit onze solidariteit. Het patronaat beschikt over de steun van de traditionele politici en de media, wij beschikken over de kracht van ons aantal. De overgrote meerderheid van de bevolking wordt geraakt door de collectieve verarming die ons wordt opgelegd door een kleine minderheid van superrijken. Om onze kracht en solidariteit duidelijk te maken, moeten we aan één zeel trekken bij acties. Discussie over welk soort acties is goed en nodig, maar dan moet de basis erbij worden betrokken. Een standpunt dat van bovenaf wordt opgelegd waarbij de solidariteit wordt gebroken, kunnen we missen als kiespijn.

    6. Eenheid aan de basis – denk maar aan het Generatiepact

      6 oktober 2008 komt bijna drie jaar na 7 oktober 2005 toen het ABVV alleen in staking ging tegen het Generatiepact waarmee de regering het brugpensioen wou aanpakken. De ACV-leiding besliste spijtig genoeg om niet mee te staken. Meer nog, er werd zelfs een publiciteitscampagne opgezet met advertenties waarin “tien redenen om niet te staken” werden meegegeven. De basis pikte dit niet en nam wel deel aan de staking, de leiding moest haar koers wijzigen en nam op 28 oktober 2005 deel aan de nationale betoging met 100.000 aanwezigen. Een aantal discussiepunten van toen zijn nog steeds aan de orde: hoe stoppen we de aanhoudende stroom van neoliberale maatregelen? Over welk politiek instrument beschikken we om de syndicale eisen mee te dragen?

    7. Strijd loont – acties begin dit jaar dwongen toegevingen af

      Begin dit jaar werd strijd geleverd voor meer koopkracht. Het was jaren geleden dat we een dergelijke golf van spontane stakingsacties zagen. Heel veel bedrijven gingen plat omdat de arbeiders meer loon en koopkracht eisten. De oorspronkelijke eis van 1 euro meer per uur werd op een aantal plaatsen ingewilligd, elders werd vooral gekozen voor het systeem van een loonbonus omdat daar minder belastingen op worden betaald. Ondanks alle kritiek die daarop kan worden gegeven (het eenmalige karakter ervan, het feit dat er geen bijdragen voor de sociale zekerheid en de gemeenschap worden betaald,…), werden wel toegevingen afgedwongen. Strijd loont! Wie vecht, kan verliezen maar wie niet vecht, is reeds verloren.

    8. 8% meer op jaarbasis!

      Dat is de eis van onze Duitse collega’s van IGMetall. Waarop wachten we om na de negatieve spiraal die het patronaat wil opleggen door steeds onze lonen te vergelijken met deze in de buurlanden, ook eens een positieve spiraal op te zetten waarbij we de looneisen in de buurlanden bij de hand nemen om ook meer koopkracht door meer loon te eisen? De positie van de Duitse metallo’s zou alvast versterkt worden als wij hun eis overnemen en ook hier offensieve looneisen naar voor brengen.

    9. Het is nooit te vroeg om in het offensief te gaan

      De onderhandelingen voor het IPA zijn nog niet gestart. Is het niet vreemd om nog voor die onderhandelingen in actie te komen? Voor het patronaat alvast niet, vanuit die hoek hoorden we de hele zomer lang voorstellen om de index te ondermijnen (of zelfs af te schaffen) of zelfs om de werkweek te verlengen tot 48 uur zonder loonopslag (dat voorstel werd gelanceerd door de extremist Van Eetvelt van Unizo). Als het patronaat haar eisenbundel op offensieve wijze naar voor brengt, waarop moeten wij dan nog wachten?

    10. Geen actie voeren is onverantwoord

      Alles wat we vandaag kennen van sociale verworvenheden, is er gekomen door arbeidersstrijd. Zonder strijd leefden we nog in de tijd van Daens. Wij denken, net als Daens, dat we ons moeten verzetten tegen onrecht en uitbuiting. Dat zal niet gebeuren door de uitbuiting te aanvaarden, maar door strijd. Als we geen acties ondernemen, zal onze levensstandaard verder ondermijnd worden en gaan we terug naar de tijd van Daens. Dat is onverantwoord voor de miljoenen werkenden en hun familieleden!
  • ABVV roept op tot actie. Nood aan duidelijke oproep met actieplan voor een algemene staking

    Het ABVV hield gisteren haar federaal comité. Daar werd beslist om tot acties voor koopkracht over te gaan. Vandaag vindt overleg plaats met de andere vakbonden, het ACV vergadert morgen om het resultaat daarvan te bespreken. Er werd uitgekeken naar de eerste oproep van het ABVV, na de actieweek voor koopkracht in juni duurde het immers lang voor er een oproep kwam. Voorlopig blijft de oproep tot actie echter wat onduidelijk.

    Nationale actiedag

    Verschillende media stelden dat er een algemene staking komt of een nationale actiedag. Dat klopt niet volledig, het ABVV kondigde aan dat er acties zullen plaatsvinden in de week van 6 tot 10 oktober, maar dat het niet om een algemene staking zou gaan. Wilden niet alle secretarissen meestappen in een stakingsoproep? De oproep tot actie wordt door velen begrepen als een signaal dat de actieweek in juni nu zal worden verdergezet. De uitdaging is dan ook groot, alleen stelt de vraag zich hoe dit zal worden geconcretiseerd.

    ABVV-voorzitter De Leeuw stelde terecht: “We zijn het immobilisme van de regering en de provocaties van de werkgevers beu.” De werkgevers lanceerden de hele zomer lang het ene voorstel na het andere om te besparen op onze kap: de index moest eraan geloven, loonsverhogingen werden uitgesloten,… We zouden volgens sommige patronale extremisten al tevreden mogen zijn als we voor een lager reëel loon meer zouden mogen werken. Een stakingsactie zou volgens VBO-kopman Timmermans de onderhandelingen over een nieuw loonakkoord hypothekeren, het VBO wil niet onderhandelen met de bonden als er acties worden gevoerd. Intussen blijven er provocaties komen vanuit het patronaat.

    Zelfs de welvaartvastheid van de uitkeringen wordt door het patronaat ter discussie gesteld en gekoppeld aan nieuwe lastenverlagingen voor de bedrijven. Straks moeten de bedrijven helemaal geen belastingen meer betalen, nu reeds staan bedrijven slechts in voor 12% van de fiscale inkomsten. De kleinste schouders moeten op fiscaal vlak de zwaarste lasten dragen en voor Unizo en co moet dat fenomeen nog worden versterkt.

    De loononderhandelingen zullen moeilijk zijn. Het patronaat wil geen duimbreed toegeven. Alle recordwinsten van de afgelopen jaren lijken ze reeds te zijn vergeten en met een ontwikkelende economische crisis wil het patronaat de werkenden en hun gezinnen laten besparen om de eigen winsten veilig te stellen. Moest het alsnog fout lopen, wordt op de overheid gerekend om tussen te komen en de verliezen te collectiviseren of zelfs over te gaan tot een nationalisering zoals bij Northern Rock, Freddie en Fannie, Roskilde Bank,…

    Als de overheid kan tussen komen om het systeem van de financiële speculanten te redden, dan kan evengoed worden tussengekomen om iets te doen aan onze koopkracht. Nu wordt iedere verantwoordelijkheid ontlopen en blijft de regering stellen dat er geen middelen zijn. Leterme voegde er een waarschuwing aan toe voor “extreme, foute reacties”. Hij bedoelt acties en stakingen. Waar en wanneer heeft Leterme dat ACW-etiket verdiend? Hij blijkt immers een spreekbuis van patroonsorganisaties te zijn.

    Welke acties?

    Na de succesvolle actieweek voor koopkracht in juni werd uitgekeken naar een vervolg op deze betogingen en stakingsacties. De opkomst en het enthousiasme voor de actieweek overtrof de verwachtingen van de vakbondsleidingen. Een nieuwe laag van pas verkozen delegees en militanten nam mee het voortouw waardoor er relatief veel jongeren en ook meer vrouwen aanwezig waren op de acties. In een aantal bedrijven werd, soms tegen de nationale leiding in, overgegaan tot stakingsacties.

    Een vervolg op deze actieweek bleef lang uit en zal moeten bestaan uit ernstige acties. Er is nood aan een actieplan waarin rekening wordt gehouden met de actiebereidheid en de wil om samen iets te doen voor meer koopkracht. Volgens De Leeuw komt er een stakingsaanzegging voor alle sectoren in alle regio’s van het land, maar “de precieze omvang van de protestacties is nog niet gekend.” Het wordt “geen betoging in Brussel, het worden acties op het terrein, in de bedrijven.” En dat allemaal in de week van 6 tot 10 oktober.

    Na de provinciale acties van juni was er een roep naar gezamenlijke nationale acties om aan te tonen dat we samen in actie komen voor koopkracht. Een nationale betoging kan een goede zet zijn in de richting van een nationale stakingsdag (of meerdere stakingsdagen). Nu wordt het concept voor de actiedag vaag gehouden om eerst onder de vakbondsleidingen van ABVV en ACV af te tasten in hoeverre een akkoord aan de top mogelijk is. Aan de basis was er in juni anders wel een duidelijke eensgezindheid over de noodzaak van verdere acties. Waarom wordt er bovendien niets gedaan met de nieuwe laag van militanten die toen in actie kwam door te werken met regionale algemene ledenvergaderingen of militantenconcentraties waar de basis kan meebeslissen over het actieplan?

    Er zal nood zijn aan duidelijkheid over de komende acties, zodat deze niet de mist ingaan. Daarbij zou het nuttig zijn om actiemiddelen als een algemene 24-urenstaking (of een 48-urenstaking) in het vooruitzicht te stellen, waarbij deze algemene staking wordt voorbereid met bijvoorbeeld regionale en/of nationale acties en betogingen. Een actieplan moet vermijden dat de acties in oktober louter dienen om stoom af te laten. Cortebeeck van het ACV liet al in zijn kaarten kijken: “We gaan een afweging moeten maken tussen de emoties bij de mensen, die hun ongenoegen kwijt willen, en de effectiviteit van een actiedag.”

    Welk programma?

    In de aanloop naar de onderhandelingen over een nieuw interprofessioneel akkoord zijn er natuurlijk veel vragen over de eisen die daar op tafel zullen worden gelegd. Een loonnorm van 5% zal niet aanvaard worden op een ogenblik dat de inflatie 4,7% bedraagt (voor één jaar). Nadien zullen all-in akkoorden ongetwijfeld ter discussie gesteld worden in die sectoren waar deze nu worden toegepast. In de eisen die het ABVV nu naar voor schoof voor de actiedag vinden we echter niets terug over de looneisen die zo cruciaal zijn om iets aan de koopkracht te doen.

    Het patronaat heeft het belang van de looneisen wel begrepen. VBO-topman Leysen verklaarde reeds dat de bonden moeten kiezen tussen “behoud van koopkracht op korte termijn of het behoud van de werkgelegenheid” en pleit verder voor een loonmatiging. Zo wil hij een verlies aan koopkracht verkocht krijgen. Unizo stelde dat een verhoging van de brutolonen een “garantie op ontslagen” is. Als Van Eetvelt pleit voor een gematigde positie, dan weten we dat hij de arbeiders wil aanpakken. De Unizo-topman verklaarde alvast: “Gematigd kan nooit meer dan de index zijn”, ook al zou hij liever nog lager gaan met een pure loonblokkering.

    Onze collega’s van IG Metall in Duitsland werken intussen aan een duidelijke looneis, zij willen 7% tot 8% meer loon in 2009. De vakbond stelt dat een dergelijke looneis verantwoord is na de sterke stijgingen van de winsten de afgelopen vijf jaar: de winsten stegen met 220%, de lonen met slechts 16%. Het zal moeilijk zijn om een looneis te formuleren die twee jaar kan meegaan, zeker op een ogenblik dat de inflatie niet valt te voorspellen. Daarom kan misschien beter worden gekozen voor een looneis bovenop de indexering om zo de beperkingen van de gezondheidsindex te compenseren en iets te doen aan de reële koopkracht. Alleszins is een verhoging van de brutolonen de beste manier om iets aan de ondermijning van onze koopkracht te doen.

    Wij pleiten voor duidelijke looneisen gekoppeld aan een actieplan dat wordt opgemaakt met een maximale betrokkenheid van de basis. Dat kan leiden tot een algemene staking waarin de arbeidersbeweging haar sterkte laat zien. En dat zal op zijn beurt de vraag opwerpen naar een politiek alternatief, nu is immers geen enkele grote partij bereid om de kant van de werkenden en hun gezinnen te kiezen in de acties voor koopkracht. De syndicale eisen moeten aan bod komen in acties, maar ook op politiek vlak. We zullen daartoe zelf moeten bouwen aan een eigen syndicale partij.

  • Voor gezamenlijke acties om de koopkracht te verdedigen

    Nadat het ABVV met acties dreigde, zette ook de ACV-leiding deze week de deur open voor acties in het najaar. Waar ACV-voorzitter Cortebeeck voorheen stelde dat er geen acties zouden komen voor het opstarten van de IPA-onderhandelingen, klinkt het nu net iets vager om de mogelijkheid van dergelijke acties open te houden. Hopelijk is dat een eerste stap om effectief tot een gezamenlijk actieplan te komen en hopelijk moeten we niet te lang wachten op die acties.

    Op dit ogenblik wordt er druk vergaderd in de structuren van zowel ABVV als ACV. Het centrale thema daarbij is de koopkracht en wat er zal worden gedaan om de levensstandaard van de werkenden te verdedigen. Op verschillende plaatsen is er ongenoegen omdat er na de bijzonder succesvolle actieweek voor koopkracht in juni geen verdere stappen werden aangekondigd. Hierdoor leeft het gevoel dat het succes niet voldoende werd benut en bovendien ging de zomerperiode verloren om de discussie in het najaar voor te bereiden aan de hand van degelijk vakbondsmateriaal (pamfletten, brochures,…).

    Nu wordt de discussie gevoerd over acties (betogingen, stakingsacties) in het najaar. Er is druk vanuit een aantal centrales om daar niet mee te dralen en snel over te gaan tot krachtige acties, zoniet dreigt de patronale retoriek de overhand te halen. De hele zomer lang werden we reeds gebombardeerd met aanvallen op de index of berichten dat we toch wel de buikriem zouden moeten aanhalen. Dat moet worden rechtgezet en syndicale acties zijn er een uitstekend middel toe. De aanval blijft de beste verdediging, ook met het oog op de IPA-onderhandelingen in het najaar.

    Hopelijk zullen die acties in gezamenlijk vakbondsfront plaatsvinden en komt er geen herhaling van de ABVV-staking begin oktober 2005 tegen het Generatiepact. Toen liet de ACV-leiding nog een krantenadvertentie verschijnen met 10 redenen om niet te staken, een oproep die vele ACV-leden terecht aan zich lieten voorbijgaan. Nu is Cortebeeck voorzichtiger en erkende hij dat er zo goed als zeker acties zullen komen “in de aanloop naar een nieuw akkoord”. Dat is een belangrijk verschil met wat hij voor de zomer stelde. De ACV-voorzitter erkent dat de druk vanuit de eigen achterban toeneemt.

    De IPA-onderhandelingen zullen sowieso moeilijk worden. Het patronaat is niet bereid om iets te doen aan onze koopkracht. Integendeel, het wil nu reeds discussie voeren over onder meer de index om uiteindelijk tot een compromis te komen waarin een slecht loonakkoord wordt vastgelegd. Met de huidige inflatie zal dat niet evident zijn, een loonnorm van 5% zal niet aanvaard worden als de prijzen sneller stijgen. Bovendien zal er achteraf in de sectoren heel wat discussie zijn over mechanismen als all-in akkoorden. De sterke prijsstijgingen van de afgelopen maanden hebben dat mechanisme ondermijnd.

    Het patronaat zal uiteraard ook het argument van de economische crisis gebruiken om te pleiten voor een beperkte loonnorm. Tegelijk lezen we echter hoe het hoofd van het beleggingsbeleid bij KBC Asset Management, Luc Van Heden, gisteren in Metro schreef dat een recessie hard aankomt, maar de winsten niet bedreigt. Hij stelde dat analisten rekenen op een winstgroei met 8% in het eurogebied. Het enige wat de verdere winstgroei kan bedreigen volgens deze analist, is de roep om een koopkrachtverhoging. “Dat vormt allicht de enige bedreiging voor de winstmarges." Met andere woorden: voor het patronaat gaat het goed zolang het de gevolgen van de economische recessie op de werkenden kan afwentelen.

    De komende periode zal de koopkracht een belangrijk thema blijven. De actiebereidheid aan de basis is groot, dat bleek reeds in de succesvolle actieweek voor koopkracht. De discussies en vergaderingen die nu plaatsvinden in de vakbonden zijn belangrijk, maar zullen ook een concrete actiekalender moeten naar voor brengen met bijvoorbeeld een nationale betoging in de aanloop naar een algemene staking van 24 of 48 uur.

  • Loonkosten in ons land te hoog?

    De OESO waarschuwde dat de loonkosten in ons land sneller stijgen dan in onze buurlanden. Tegen de achtergrond van een oprukkende economische crisis wordt het argument van de loonkosten opnieuw bovengehaald in iedere discussie over loonsverhogingen. Bovendien wordt het ook gebruikt om te waarschuwen voor een spiraal van prijsstijgingen. Wat is er aan van dit argument?

    Winsten stijgen, reële lonen niet

    Eerst en vooral moeten we vaststellen dat het aandeel van de lonen in het Belgische bruto binnenlands product (BBP) al jarenlang fors aan het afnemen is ten voordele van de bedrijfswinsten. Voor het eerst sinds 1971 zakte het aandeel van de lonen in 2006 onder de helft van het BBP. Tussen 2002 en 2006 stegen de lonen in totaal met 13% (iets meer dan 2% per jaar), de bedrijfswinsten met 26%.

    Met een BBP van ruim 300 miljard euro, ging er vorig jaar 77 miljard euro naar de winsten van de 30.000 grootste bedrijven. Het BBP is de waarde van alles dat wij produceren, maar als die waarde verdeeld wordt, krijgen de werkenden minder dan de helft. In 1981 was dat nog 58%. Deze daling betekent dat de lonen de stijgende productiviteit niet volgen.

    En dan nog is het niet goed genoeg voor het patronaat. Het VBO wees er op dat het loonaandeel in het BBP in Nederland en Duitsland nog net iets lager waren en zelfs “10% lager uitkwamen dan in 1970”. Met andere woorden: werkenden krijgen vandaag een kleiner stuk van de taart dan in 1970.

    Snel stijgende loonkosten?

    Voor de periode 2007-2008 was er een loonnorm van 5% bepaald, maar de prijsstijgingen zorgden ervoor dat de indexstijgingen hoger waren. Bovenop de index (dat al een flink ondermijnde weerspiegeling is van de stijgende levensduurte) kregen veel werkenden niets. In reële cijfers gaan we er dus op achteruit, maar het patronaat klaagt omdat de achteruitgang voor de werkenden in een aantal buurlanden nog sneller gaat.

    Dat argument leidt tot een neerwaartse spiraal voor de werkenden waarbij er altijd wel een land kan worden gevonden met nog lagere lonen. Dat zagen we bij Adidas dat haar productie in China wil verminderen omdat de lonen er “te hoog zijn geworden” in vergelijking met Laos, Cambodja of Vietnam.

    Er wordt gesteld dat stijgende lonen zouden leiden tot een prijzenspiraal: als de productie duurder wordt, zullen de prijzen stijgen en is er geen effect van een loonsverhoging op de koopkracht. Marx antwoordde reeds op dat argument toen hij stelde dat kapitalisten hun prijzen steeds willen verhogen, als dat nu na een loonsverhoging was of niet. Voor hen tellen immers enkel de winsten.

    Nettolonen verhogen?

    Het antwoord van de liberalen op het probleem van de koopkracht bestaat uit het verhogen van de nettolonen terwijl het brutoloon gelijk blijft. Dat kan aantrekkelijk lijken en het wordt al deels toegepast met de loonbonussen (waarop geen sociale zekerheid wordt betaald en een lagere bedrijfsvoorheffing). Open VLD’er Rik Daems, die zelf geen koopkrachtprobleem heeft, pleitte ervoor om de sociale bijdragen van de werknemers te verminderen om zo de koopkracht te verhogen. Hij wordt in dat standpunt gevolgd door patroonsfederaties als Unizo of Agoria.

    Het probleem met deze voorstellen is natuurlijk dat een vermindering van de middelen voor de sociale zekerheid elders effecten zullen hebben. De verliezen voor de sociale zekerheid en de fiscus moeten elders gezocht worden (denk maar aan verhogingen van lokale belastingen) of gecompenseerd worden door een afbouw van de sociale zekerheid of de openbare diensten.

    Voor de liberalen is dat geen probleem, vanuit hun luxevilla’s pleiten zij voor een verdere privatisering van de sociale zekerheid (bijvoorbeeld via de tweede en derde pensioenpeiler). Om te vermijden dat een steeds grotere groep uit de boot valt, is er net nood aan meer middelen voor de sociale zekerheid om bijvoorbeeld een nationale gezondheidszorg uit te bouwen.

    Onze mening: meer loon

    Wij denken dat de brutolonen moeten stijgen. De index volstaat daarbij niet omdat deze al sterk ondermijnd is en er bovendien rekening moet worden gehouden met de stijgende productiviteit. Na de forse prijsstijgingen van de afgelopen maanden zullen de IPA-onderhandelingen in het najaar moeilijk zijn. Een collectieve verarming onder de werkenden, zoals we de afgelopen jaren hebben gezien, wordt niet meer aanvaard. De middelen voor echte verhogingen van de lonen en de uitkeringen zijn aanwezig, denk maar aan de 77 miljard euro winsten die de 30.000 grootste bedrijven vorig jaar hebben geboekt.

  • In het offensief voor meer koopkracht

    De start van het nieuwe politieke jaar werd gedomineerd door discussies tussen werkgevers- en werknemersorganisaties over onze koopkracht. Voor het patronaat is het eenvoudig: er zijn geen middelen en dus moeten wij maar collectief verarmen. De vakbondsleidingen moeten intussen naar buiten komen met strijdbare verklaringen.

    Wat opvalt in de patronale retoriek, is dat er een verschuiving van de argumentatie is. Enkele maanden geleden werd het probleem van de koopkracht nog afgedaan als “hysterie”. Vandaag is het woord “koopkrachthysterie” uit de kranten verdwenen. Dat is niet verwonderlijk, een deel van het patronaat voelt immers zelf de gevolgen van de dalende koopkracht. In de VS wordt gevreesd dat het aantal verkochte auto’s in augustus 25% lager zal geweest zijn als een jaar voordien, in Duitsland was er ook een daling met 10%. In de detailhandel was er in juli in de landen die de euro gebruiken een achteruitgang van de verkoop met 0,4% op maandbasis en 2,8% op jaarbasis. De uitgaven voor voedsel, drank en tabak namen af met 0,9% tegenover de maand ervoor. Een aantal patroons begint dit ook te voelen in de eigen portemonnee en is bijgevolg niet gediend met patroonsfederaties die nog beweren dat er geen probleem is met de koopkracht.

    Hierop wordt overgegaan naar een tweede argument: er zijn geen middelen om iets aan de koopkracht te doen aangezien de concurrentiepositie van de bedrijven moet worden verdedigd. Dit is natuurlijk een vraag naar hoe de koek wordt verdeeld. Zelfs toen de economie het goed deed, moesten wij het met minder doen. Nu zouden we het met veel minder moeten doen omdat hun systeem in de problemen komt. Dat heet de verantwoordelijkheid afschuiven op anderen. Het zijn niet de werkenden die verantwoordelijk zijn voor deze crisis, maar blijkbaar moeten ze er volgens het patronaat wel voor betalen.

    Het patronaat bereidt zich voor op “moeilijke” onderhandelingen in het kader van het Interprofessioneel akkoord (IPA). Daarbij wil het alles ter discussie stellen om een aantal nieuwe stappen te kunnen zetten in de afbraak van de verworvenheden van de arbeiders en hun gezinnen. Uiteraard blijft er intussen wel een taboe op de 5 miljard euro aan patronale cadeaus op de sociale zekerheid die in 2007 werden uitgedeeld of op de 730 miljoen verminderingen op de bedrijfsvoorheffing. Als het patronaat echt zonder taboes wil onderhandelen, moeten die cadeaus naast de fenomenale bedrijfswinsten (77 miljard euro voor de 30.000 grootste bedrijven in 2007) eveneens op tafel worden gelegd.

    De vakbondsleidingen zien zich genoodzaakt om te reageren op het patronale offensief. De aanval is de beste verdediging en dus is het niet aangewezen om te wachten op het effectieve begin van de IPA-onderhandelingen om het patronale offensief te beantwoorden. Zowel ABVV als ACV lieten van zich horen en De Leeuw (ABVV) stelde dat een aantal centrales effectief acties eisen voor de verdediging van de koopkracht. ACV-topman Rolin verklaarde dat het “sterke koffie [zou] zijn de loontrekkenden voor deze inflatie te laten betalen terwijl ze er voor niets tussen zitten. Als morgen sommigen ervan dromen het indexsysteem te herzien, wens ik hen veel geluk. Dat zou neerkomen op het ontsteken van het poeder.”

    Het poeder was reeds ontstoken tijdens de actieweek in juni. Jammer genoeg is er toen geen ordewoord gekomen voor de verderzetting van de acties. Hierdoor werden heel wat mogelijkheden gemist om gedurende een langere tijd actief te mobiliseren op de werkvloer en daarbuiten voor een algemene actie eind september of begin oktober. Met een datum en aangepast materiaal voor een nationale betoging en een algemene staking van 24 of 48 uur had de dynamiek van de actieweek voor koopkracht kunnen verder gezet worden.

    Dat is niet gebeurd en dus moeten we zien wat nu mogelijk is. De optie van een nationale betoging gevolgd door een algemene staking blijft op de agenda staan. Daarbij zal het vooral de vraag zijn hoe deze acties worden voorbereid en georganiseerd. Wij pleiten voor een zo groot mogelijke betrokkenheid van de basis, met de sociale verkiezingen is immers een nieuwe generatie syndicalisten opgestaan wat meteen een positief effect had op de koopkrachtacties. Daarnaast zal er nood zijn aan duidelijke eisen die tegemoet komen aan de bekommernis van de werkenden voor meer koopkracht door meer loon.

  • Samen sterk voor koopkracht en werk

    • ABVV/ACV: breek de banden met SP.a/CD&V !
    • Met en rond de syndicale basis, een nieuwe arbeiderspartij is nodig: Voor een syndicale partij !

    Voor de zomervakantie werd massaal actie gevoerd voor meer koopkracht door meer loon. In de zomer werd de ernst van de situatie bevestigd. In juli bedroeg de inflatie (prijsstijgingen) 5,91% op jaarbasis. De hoge energie- en voedselprijzen zorgen ervoor dat het leven snel duurder wordt, terwijl de lonen amper volgen.

    Als we daartegenover loonsverhogingen eisen, wordt ons gezegd dat daar geen middelen voor zijn. Bovendien wordt geschermd met de economische crisis die steeds dichterbij komt. Dat is een vals argument: in de periode van economische groei leverde dit de werkenden en hun gezinnen geen vooruitgang op. De reële lonen stegen niet en het aandeel van de lonen in het BBP daalde (in ons land tot minder dan 50%).

    De immobiliën- en kredietcrises in de VS worden nu aangegrepen om looneisen af te doen als onrealistisch. Hoewel het niet de werkenden en hun gezinnen zijn die verantwoordelijkheid dragen voor deze crisis, wil het patronaat ons wel de rekening laten betalen. Wij hebben niet kunnen profiteren van de groei, maar zouden nu wel moeten opdraaien voor de crisis.

    De afgelopen jaren werden immense winsten geboekt door de grote bedrijven. Dat was mogelijk door de maatregelen om de “loonkosten” te drukken (lees: de sociale zekerheid en onze arbeid- en loonvoorwaarden onder druk te zetten) en de vele cadeaus die werden toegestopt door de politieke vrienden in diverse neoliberale regeringen. Vorig jaar maakten de 30.000 grootste bedrijven in dit land 77 miljard euro winst. Dat geld werd niet gebruikt om iets aan onze koopkracht te doen, het verdween in de zakken van de grote aandeelhouders.

    Het neoliberale beleid wil ons in een spiraal naar beneden duwen, terwijl er voor een kleine toplaag een spiraal naar boven is. Voor topmanagers en aandeelhouders zijn er geen loonnormen. Voor gewone werkenden daarentegen is iedere euro loon volgens het patronaat er één te veel.

    Als we daar tegen willen ingaan, zullen we ons moeten organiseren en de strijd aangaan. Het patronaat bereidt zich voor op nieuwe aanvallen op onze lonen en levensstandaard. Wij moeten ons offensief voorbereiden: zij organiseren onze miserie, wij onze strijd! De actieweek voor koopkracht in juni was een goede aanzet: toen kwamen ruim 80.000 betogers in verschillende steden op straat. Deze actieweek overtrof alle verwachtingen, de actiebereidheid is dus zeker aanwezig. Jammer genoeg werd niet onmiddellijk een nationale actie (bvb met algemene staking) na de zomer aangekondigd. Dat had de mogelijkheid geboden om heel de zomer te mobiliseren op de werkvloer en daarbuiten.

    Het heeft geen zin om met acties te wachten op de eerste onderhandelingen voor een nieuw Interprofessioneel Akkoord: de eisen van het patronaat zijn nu reeds gekend, net als het ongenoegen en de actiebereidheid aan de basis. Er is nood aan een duidelijk actieplan waarbij de basis wordt betrokken, bijvoorbeeld op regionale interprofessionele bijeenkomsten. Dit actieplan kan opbouwen naar een goed voorbereide algemene 24-urenstaking.

    De eis van meer koopkracht door meer loon zullen we niet zomaar realiseren. Er zal strijd nodig zijn waarbij we ons organiseren op syndicaal en politiek vlak. Nu verdedigt geen enkele grote partij de eisen van de tienduizenden betogers voor meer koopkracht (en de vele tienduizenden die hen steunden), er is nood aan een partij die wel de syndicale eisen verdedigt.

    Abonneer je op Socialistisch Links

    Dit artikel komt uit het septembernummer van Socialistisch Links. Abonnees zullen dit nummer normaal gezien morgen in hun bus krijgen (ten laatste overmorgen). Wil je ook iedere maand een portie links-socialistisch nieuws en analyses ontvangen, neem dan een abonnement op ons blad! Voor 12 euro krijg je 12 nummers thuis gestuurd, uiteraard mag je ook steeds opteren voor een steunabonnement van 25 euro voor 12 nummers. Stort op rekeningnummer 001-3907596-27 van Socialist Press.

  • Geen loonnorm voor managers…

    Binnenkort starten de onderhandelingen tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties voor een nieuw interprofessioneel akkoord voor de komende twee jaar. De verschillende partijen zijn zich aan het warmlopen en verspreiden regelmatig berichten in de media om hun argumenten en standpunten kracht bij te zetten. De werkgeversorganisaties zeggen dat er gezien de huidige economische crisis en hoge inflatie geen ruimte is voor een loonsverhoging en pleiten er ook voor om het systeem van automatische indexaanpassingen verder af te bouwen.

    Karel, LSP-Brugge

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Professionele plunderaars

    In 2007 maakte Fortis 4 miljard euro winst. Topman Votron kreeg een jaarloon van 4,5 miljoen euro (of 12.300 euro per dag). De overname van ABN Amro door Fortis zou leiden tot het verdwijnen van vermoedelijk 8.000 jobs. Onder meer via de notionele intrestaftrek betaalde Fortis in 2007 geen belastingen, het kreeg zelfs terug! Bedrijven zijn in het algemeen overigens maar goed voor 12% van de fiscale inkomsten van de overheid. Op de kap van de arbeiders en de gemeenschap worden grote winsten gemaakt die dienen voor topmanagers en grote aandeelhouders.
    [/box]

    De lonen zouden o.a. door de hoge inflatie sneller stijgen dan de in de ons omringende landen en de overheid moet daar volgens de werkgevers dringend iets aan doen om de concurrentiepositie van ons land te behouden. Ondertussen kunnen we alleen maar vaststellen dat de inkomsten van mensen die het meest pleiten voor een politiek van loonmatiging de afgelopen jaren andermaal veruit het meest zijn gestegen. Het weekblad Trends maakte bekend dat de lonen van de topmanagers van de Bel-20 bedrijven vorig jaar met gemiddeld 15% waren gestegen op een jaar tijd! Dat was een heel eind boven de loonnorm die gewone werkenden werd opgelegd. Dezelfde mensen zeggen nu dat het crisis is en dat er geen ruimte is voor een stijging van onze lonen! In kleinere ondernemingen zal de stijging van de managerslonen wellicht kleiner zijn maar niettemin meestal een pak hoger dan die van een doorsnee werknemer.

    Verschillende politici in ons land reageren tegen de hoge lonen van topmanagers maar in realiteit wordt er niets gedaan om een einde te maken aan de zelfverrijking van een kleine elite in de maatschappij. Karel De Gucht stelde dat de hoge lonen van managers koren op de molen zijn van “populisten” en het vertrouwen in ons economisch systeem ondergraven. Verder dan een morele oproep aan de managers om zich wat in te houden, komt hij echter niet. De politici slagen er zelfs niet in om een einde te maken aan de hoge lonen in ondernemingen waar zij een meerderheidsaandeelhouder zijn zoals De Post en Belgacom.

    Het is trouwens niet alleen in ons land dat de toplonen ter discussie staan. In heel Europa is er een debat bezig. EU-Commissaris Joaquim Almunia stelde na afloop van een bijeenkomst van ministers van Financiën dat “het een onhoudbare situatie is om van de bevolking een loonmatiging te vragen, terwijl de toplui excessieve vergoedingen binnenhalen”. De discussie is het hevigst in Duitsland. Dit is niet toevallig aangezien daar de hardste aanvallen hebben plaatsgevonden op de inkomsten van de bevolking. Leg maar eens uit dat het inkomen van de baas van Mercedes met 45% is toegenomen op een moment dat het netto inkomen van de doorsnee bevolking in dezelfde periode is gedaald.

  • VBO wil gevolgen economische crisis op werkenden afwentelen

    Toen er recordwinsten werden geboekt, moesten de arbeiders inleveren om de concurrentiepositie van de bedrijven niet te ondermijnen. Nu er een economische recessie dreigt, wil het patronaat opnieuw de arbeiders laten opdraaien voor de gevolgen. In ruil voor een beperking van de ontslagvergoeding voor topmanagers wil het VBO verregaande besparingen op onze kap.

    VBO-topman Rudi Thomaes maakt duidelijk dat het patronaat geen duimbreed zal willen toegeven bij de loononderhandelingen in het najaar. In De Tijd stelde hij: “Er is nog geen recessie, maar die dreigt wel. Rondom ons zien we verontrustende cijfers over het tweede kwartaal. Het komende werkjaar zullen we meer faillissementen zien, en belangrijke herstructureringen.” Om daar iets tegen te doen, zou er geen ruimte zijn voor de koopkracht van de werkenden.

    Het patronaat wil eventueel wel een tegemoetkoming doen door de gouden afscheidspremies voor topmanagers ter discussie te stellen. Een handige manier om meteen heel de ontslagprocedure (en vooral de ontslagkost) in vraag te stellen en naar beneden te herzien. Dat was ook een belangrijk aspect in de discussie over een eenheidsstatuut van werklieden en bedienden, waarbij de nieuwe voorstanders van zo’n eenheidsstatuut pleiten voor een gelijkschakeling naar beneden in de plaats van naar boven (zoals wordt gevraagd door de vakbonden).

    De topmanagers zouden dus ook een steentje bijdragen, maar dan moeten wij wel aanvaarden dat onze koopkracht er op achteruit gaat. De lonen stijgen volgens Thomaes van het VBO te snel: “Tussen maart 2007 en maart 2008 stegen de lonen in België 2,7 procent meer dan in Duitsland,” klaagt hij. Dat de prijzen hier sneller stegen dan in Duitsland, wordt niet in rekening gebracht. Over de productiviteit van de werkenden wordt eveneens zedig gezwegen. Cijfers kunnen zodanig worden berekend dat ze wel nuttig moeten zijn.

    Voor het VBO kan de regering niet snel genoeg van start gaan met een fors besparingsplan waarbij onze koopkracht verder wordt ondermijnd, zoniet zijn 2007 en 2008 “verloren jaren”. De index moet ter discussie worden gesteld, tenzij er ruimte is voor lastenverlagingen (in zoverre die nog kunnen verlaagd worden voor de bedrijven). Daarnaast wil Thomaes een beperking van het aantal ambtenaren en hun lonen om zo tot 1 miljard euro te kunnen besparen in de overheidsuitgaven (die besparingen kunnen dan in de zakken van het patronaat verdwijnen).

    Het beperken van ontslagpremies voor topmanagers tot 18 maanden loon (én voordelen uiteraard) is een bijzonder magere tegemoetkoming tegenover de prijs die het VBO vraagt van de werkenden. In werkelijkheid wil het VBO de gevolgen van de dreigende economische recessie eenzijdig afwentelen op de werkenden en hun gezinnen door middel van een forse collectieve verarming. Waarop wachten de vakbondsleidingen om initiatieven te nemen om het verzet tegen dat patronale offensief aan te gaan door zelf offensief op te komen voor meer koopkracht door meer loon?

  • Koopkracht. De middelen zijn er…

    Alle politici en patronale vertegenwoordigers waren het roerend eens: er kan niets gedaan worden aan de ondermijning van de koopkracht. De dure olie, daar kunnen zij niets doen. En voor maatregelen van de regering zijn er geen middelen. Integendeel, er zou zelfs moeten worden bespaard! Zijn er dan echt geen middelen? Er zijn natuurlijk de recordwinsten van de grote bedrijven (77,4 miljard euro voor de 30.000 grootste bedrijven in 2006 – goed voor 7.740 per Belg…), maar er zijn nog andere middelen die vandaag worden uitgedeeld aan het patronaat.

    Door Geert, LSP-Antwerpen

    Notionele intrestaftrek: 1400 euro per gezin!

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Hoe Bayer/Lanxess de notionele intrestaftrek misbruikte…

    Eén van de argumenten voor de notionele intrestaftrek, was dat dit jobs zou opleveren. Bij Bayer/Lanxess in Antwerpen werd aangetoond dat dit een nepargument was. Het bedrijf bracht financiële middelen uit Duitsland over naar ons land om een belastingsvrijstelling te genieten. Lanxess bracht 100 miljoen euro over om een vrijstelling te kunnen genieten op 3,42 miljoen euro winst. Zusterbedrijf Bayer deed nog beter en bracht 1 miljard euro over, waardoor het op een schijf van 34 miljoen euro winst geen belastingen was verschuldigd. Na de bekendmaking van de resultaten van de Bayer-groep kondigde het bedrijf aan dat er in Antwerpen 375 jobs moesten verdwijnen… De extra winsten via de notionele intrestaftrek volstonden niet voor de directie.
    [/box]

    Met de notionele intrestaftrek heeft de regering het totaal pakket van cadeaus aan het patronaat drastisch uitgebreid. Het is goed voor zo’n 3,5 miljard euro op jaarbasis of 350 euro per Belg! Een gezin met vier personen zou dus per jaar 1400 euro kunnen krijgen indien het cadeau van de notionele intrestaftrek niet aan het patronaat maar aan de bevolking zou worden gegeven.

    De notionele intrestaftrek is een systeem om belastingsverminderingen toe te kennen aan de bedrijven. Dat komt bovenop eerdere lastenverlagingen die het patronaat al jaarlijks 5 tot 6 miljard opleverden. Grote bedrijven betalen steeds minder belastingen, wat ook de middelen van de gemeenschap ondermijnt. Het zijn immers de zwakste schouders die steeds meer de zwaarste lasten moeten dragen.

    Winsten Electrabel: 920 euro per gezin!

    De liberalisering van de energiesector hebben we in onze portemonnee gevoeld. Sinds de liberalisering vanaf januari 2004 waren er prijsstijgingen van gas van 50 tot 90%. Elektriciteit werd 35 tot 55% duurder. Deze verhoging was vooral voelbaar in Vlaanderen waar de liberalisering eerder plaatsvond.

    Maar er zijn ook winnaars in dit verhaal: de grote aandeelhouders van Suez, het moederbedrijf van Electrabel. In 2006 maakte Electrabel gemiddeld 920 euro winst per Belgisch gezin. De topmannen van Suez, waaronder Albert Frère (de rijkste Belg, goed voor een vermogen van zo’n 3,5 miljard euro), worden rijker door de gemeenschap te plunderen via de geliberaliseerde energiemarkt.

    En de bestaande winsten volstaan dan nog niet. Zo probeerde Suez om de prijs voor de verkoop van Distrigas & Co aan Fluxys op te drijven van 150 tot 900 miljoen euro. Suez is ook aandeelhouder van netwerkbeheerder Fluxys en zou Distrigas & Co dus aan zichzelf verkopen. Door de prijs op te drijven, zou Suez verder haar winsten maximaliseren.

    Waarom worden nu miljarden uitgegeven voor de winsten van het Suez-imperium? Waarom wordt energie niet onder controle van de gemeenschap geplaatst zodat we met zijn allen kunnen beslissen over de energieprijzen, investeringen in ecologische energie,…?

    Fiscale fraude onbestraft: 12.000 euro per gezin

    Vandaag worden bedrijven amper gecontroleerd door de fiscus, slechts 4% wordt elk jaar grondig opgevolgd. Dat is uiteraard een politieke beslissing die ook wordt aangeklaagd door het personeel van de fiscus. Het gebrek aan middelen zorgt ervoor dat jaarlijks naar schatting zowat 30 miljard euro aan de gemeenschap wordt onttrokken, of zowat 25% van wat de totale inkomsten zouden moeten zijn. Dat zou kunnen leiden tot heel wat extra jobs en het verhogen van onze koopkracht.

    Ook grote schandalen van fraude worden systematisch onder tafel geveegd of verjaren vooraleer het gerecht een veroordeling heeft kunnen uitspreken. Zelfs grote schandalen zoals bijvoorbeeld rond KB Lux of Beaulieu verdwijnen zo in de vergeetput. Bij KB Lux wordt het dossier na 12 jaar nog steeds verder onderzocht. In het geval van Beaulieu dreigt het fraudeonderzoek naar 400 miljoen euro dat aan de gemeenschap werd onttrokken, na 17 jaar te verjaren. Bovendien kregen de fraudeurs een schadevergoeding wegens de te lange procesperiode…

    Conclusie: de middelen zijn er

    De regering beweert geen middelen te hebben voor onze koopkracht. Er zijn echter wel middelen om het patronaat cadeaus te geven of te laten nemen via fraude. Het personeel bij Financiën stelt dat er meer middelen nodig zijn om de grote fraudeurs hard te kunnen aanpakken. Al deze elementen maken duidelijk dat er wel middelen zijn, maar dat de traditionele politici niet bereid zijn om deze middelen in te zetten voor onze koopkracht.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop