Category: Lonen

  • ZIJ organiseren onze MISERIE

    Voor een nationale actiedag met een stakingsoproep

    Voor een eigen politieke formatie rond de syndicale eisen

    De actieweek voor koopkracht van 9 tot en met 12 juni werd een overweldigend succes. Ondanks alle hysterie of studies die moesten aantonen dat onze koopkracht niet zou gedaald zijn, wisten ruim 80.000 betogers wel beter. Hun deelname aan de actieweek werd ondersteund door tienduizenden anderen die eveneens de ondermijning van onze koopkracht aan den lijve ondervinden.

    Een liberale professor stelde tijdens de actieweek dat er voorheen “koopkrachtverwenning” was. Hij volgt andere liberale ideologen en patroons die openlijk pleiten voor een “welvaartsvermindering” voor de meerderheid van de bevolking.

    De kleine toplaag, die ongelijkmatig aan bod komt in de media en steun vindt bij zowat alle in het parlement verkozen politieke formaties, kon intussen niet klagen. De Nederlandse journalist Xander Van Uffelen becijferde in zijn boek “Het Grote Graaien” dat een topmanager 25 jaar geleden 16 keer zoveel verdiende als een gewone werkende, vandaag is dat al 44 keer zoveel. Vorig jaar stegen de lonen van de topmanagers van de Bel-20 bedrijven in ons land met gemiddeld 15%.

    Terwijl wij een neerwaartse spiraal worden opgelegd, wordt hetzelfde concurrentie-argument gebruikt voor een opwaartse spiraal bij topmanagers en grote aandeelhouders. Voor hen zijn er altijd topmanagers (of pakweg sportmensen) die meer verdienen en waarmee moet worden geconcurreerd. Gewone werkenden daarentegen moeten altijd concurreren met collega’s die minder verdienen.

    Een brede laag van de bevolking is dit beu. Bij hen moet je niet met studies of theorieën over de koopkracht afkomen. Ruim 50% van de bevolking komt nog maar met moeite of helemaal niet rond (volgens een koopkracht-enquête van Humo). 96% verklaarde in deze enquête dat het leven duurder is geworden. De overige 4% vormt een kleine, maar bijzonder luidruchtige (op het hysterische af), minderheid.

    De 80.000 betogers van de actieweek krijgen van de politici nu een zelfde reactie als de 100.000 betogers tegen het Generatiepact in 2005. Leterme stelde dat hij ons “begrijpt”, maar dringender problemen heeft in onder meer Brussel-Halle-Vilvoorde. Er zijn volgens hem geen centen. Voor de notionele intrestaftrek zijn er daarentegen wel middelen: 3,5 miljard euro werd cadeau gedaan aan het patronaat. Als het van Open VLD afhangt, wordt dat bedrag verdubbeld. Voor de gewone werkenden zou het wel eens een koude en magere winter kunnen worden als er niets verandert.

    Verzet is nodig en de actieweek van 9 tot 12 juni proeft naar meer. We moeten er verder op bouwen door allemaal samen in actie te komen voor meer koopkracht. Dat kan het best op basis van een nationale actiedag met een ordewoord van een staking. Een dergelijke actiedag zou duidelijk maken dat de meerderheid van de bevolking dringend maatregelen wil voor de koopkracht.

    Om dat te realiseren, beschikken we jammer genoeg niet over een eigen politiek verlengstuk. Net zoals bij het Globaal Plan of het Generatiepact worden de syndicale eisen op het politieke terrein niet opgenomen. Hierdoor wacht de regering gewoon tot de storm gaat liggen. Een soort “syndicale” partij zou een belangrijk hulpmiddel zijn om te vermijden dat de traditionele partijen hun spelletjes verder blijven spelen, terwijl ze als enigen de politieke scène bezetten.

    LSP komt op voor het idee van een nationale actiedag met een stakingsoproep na de zomer. Op deze actiedag kunnen we onder meer opkomen voor een fundamentele loonsverhoging (minimum 1 euro per uur extra, bovenop de herstelde index). Daarnaast willen we de discussie aangaan over de noodzaak van een eigen politieke formatie van de werkenden en uitkeringstrekkers.

  • ABVV in actie voor koopkracht. Voor een algemene verhoging van de lonen en uitkeringen!

    Gisteren kwamen zowat 1.500 ABVV-militanten bijeen aan de zetel van de MR (Franstalige liberalen) en de Belgische Petroleumfederatie om de eisen rond koopkracht vlak voor de zomervakantie nog eens naar voor te brengen. De centrale eisen van het ABVV waren een rechtvaardige fiscaliteit en een vermindering van de BTW op energie van 21% naar 6%. Maar onder de aanwezigen was vooral de kwestie van de lonen aanwezig. Naast slogans als "allemaal samen" ("tous ensemble"), werd ook "Algemene verhoging van de lonen en pensioenen" geroepen door de betogers. Een nationale actiedag met een oproep om te staken wordt nu afgewacht. Jammer genoeg werd daar nog geen datum voor gelanceerd. Wij hebben met een groep LSP-leden een pamflet verspreid en ook 28 exemplaren van ons maandblad verkocht.

    Fotoreportage


    LSP wil volgende eisen ter overweging aan de vakbondsbasis voorleggen:

    • Meer koopkracht door meer loon en welvaartsvaste uitkeringen, zodat we niet zelf, via belastingsvermindering, onze opslag betalen
    • 1€ opslag per uur
    • Een index die de reële levensduurte compenseert, geen all-in akkoorden
    • Afschaffing van de loonnorm, interprofessionele akkoorden die zoals vroeger geen loonplafond, maar een loonbodem bepalen (een minimum waarop iedereen sowieso recht heeft, zodat ook de zwakkere sectoren mee genieten)
    • Voor collega’s die buiten het IPA vallen: het doorbreken van alle loonakkoorden langer dan 2 jaar, zoals het akkoord 2005-2010 bij de Non-profit
    • Afschaffing van de BTW op basisnoodzakelijke producten
    • Een massaal plan van publiek gefinancierde woningbouw

    Om dit te betalen:

    • Harde aanpak van de grote fiscale fraudeurs
    • Vermogensbelasting op grote fortuinen

    De jongste maanden waren we getuige van welke nefaste gevolgen het heeft om sleutelsectoren als energie en bankwezen over te leveren aan de hebzucht van de privé-sector. Als grote banken zich in moeilijkheden bevinden mag de overheid plots wel ingrijpen. Voor ons komt de controle in dergelijke sectoren toe aan de gemeenschap. Wij pleiten voor nationalisatie ervan onder democratische controle van de arbeidersbeweging en de gemeenschap in haar geheel.

  • Koopkrachtcrisis houdt aan… geen zicht op beterschap

    De inflatie bedroeg afgelopen maand 5,8%, het hoogste niveau sinds 1984. Ook de komende maanden wordt een verdere stijging van de prijzen verwacht. Economen stelden dat de inflatie kan dalen als de olieprijzen afnemen, maar vrijdag nog werd een nieuw record gevestigd. De prijsstijgingen hebben intussen concrete gevolgen, van een dalende consumptie tot veranderingen in het reispatroon.

    Economen hopen op een stabilisering van de olieprijs, liefst met een beperkte daling. Met een stabiele olieprijs op het huidig niveau zou de inflatie nog enkele maanden boven de 5% blijven. Dat is een optimistisch scenario, tal van energiespecialisten hebben het over de mogelijkheid van verdere stijgingen van de olieprijs. Vrijdag werd een record gevestigd met 142 dollar voor een vat ruwe olie.

    De gevolgen van de prijsstijgingen worden steeds concreter. Een blik op de actualiteit van de afgelopen week maakt dit duidelijk. Er werd bericht dat steeds meer geneesmiddelen op krediet worden gekocht omdat de patiënten deze niet onmiddellijk kunnen betalen. Er werd geprobeerd om het koopkrachtprobleem te ontkennen met de stelling dat nog nooit zoveel Belgen op reis gingen, maar er moest onmiddellijk aan worden toegevoegd dat steeds meer voor goedkopere bestemmingen wordt gekozen. Er zullen dit jaar meer toeristen naar Oost-Europa trekken in de hoop dat de prijzen daar beter meevallen.

    Voor de gerechtelijke achterstand lijkt de koopkrachtdaling een goede zaak te zijn. Nu de verliezer van een zaak ook moet meebetalen voor de advocaatkosten van de winnaar, is het aantal rechtszaken gedaald met zowat een tiende. Vooral de middeninkomens gaan minder snel naar de rechter, voor de armsten was dit al langer minder evident. Voor gerechtsdeurwaarders daarentegen zijn het betere tijden: het aantal zaken dat bij hen terechtkomt, neemt toe. Steeds meer mensen zijn niet in staat om hun rekeningen te betalen. Zelfs voor de huishuur komt één op de vijf regelmatig in de problemen.

    Voor veel gepensioneerden en uitkeringstrekkers wordt de situatie onleefbaar. Het leefloon zou met zowat een kwart omhoog moeten om aanvaardbaar te worden. Momenteel ligt het alleszins onder de Europese armoedegrens waardoor het geen oplossing vormt om uit armoede te raken. Integendeel, het bevestigt de armen net in hun situatie. De meeste OCMW’s hebben regels voor aanvullende steun voor leefloontrekkers, eind jaren 1980 had maar een derde van de OCMW’s dergelijke regels.

    Ook in de komende maanden is er weinig kans op verandering. Leterme wil een begrotingscontrole opmaken waarin rekening wordt gehouden met de dalende groeiverwachtingen voor de Belgische economie. Vorig jaar was er nog een groei van 2,8%, nu wordt door het Instituut voor de Nationale Rekeningen nog 1,7% verwacht voor dit jaar. Volgens de premier zal worden geprobeerd om maatregelen te nemen zonder te raken aan onze koopkracht. Maar dat betekent dus meteen ook dat er geen middelen zouden zijn om de koopkracht te verbeteren.

    De groeiverwachtingen zijn dan nog positief ingeschat, de fiscale inkomsten liggen lager dan verwacht en de prijzen blijven sterk stijgen. De economische verantwoordelijke van het kabinet-Leterme, Caroline Ven, stelde dat het beleid een keuze zal moeten maken tussen de concurrentiekracht van de bedrijven en de koopkracht van de meerderheid. Als voormalig verantwoordelijke in verschillende patroonsfederaties, is voor Ven de keuze al gemaakt. Leterme faalt niet enkel in het ontknopen van de institutionele knoop die hij zelf mee heeft gecreëerd, ook op het vlak van de koopkracht valt van deze regering niets te verwachten.

  • Naar een nationale actiedag met oproep om te staken in september?

    Na de succesvolle actieweek voor koopkracht vroeg het ABVV in Luik om nog voor de zomer een nationaal initiatief te nemen. In Luik betoogden 25.000 mensen op 9 juni, een pak meer dan aanvankelijk gehoopt door de vakbondsleiding. Nu komt de bediendenbond BBTK naar buiten met een oproep voor een nationale actiedag in september.

    Om dat idee kracht bij te zetten wordt op 30 juni, de laatste dag voor de zomervakantie, een actie gehouden aan het gebouw van de Belgische Petroleumfederatie. Met een dergelijke actie, zelfs indien het om een symbolische actie gaat, wordt aangegeven dat de beweging rond koopkracht zeker niet gedaan is. Een actiedag met een stakingsoproep organiseren voor 30 juni is wellicht moeilijk haalbaar, maar het feit dat er toch nog voor de zomer een actie komt, geeft aan dat de druk om tot actie over te gaan groot is.

    Vlak na de zomer zal dan een actie volgen die grootschaliger is opgevat. Tijdens de koopkrachtweek hadden sommige ABVV-verantwoordelijken het over een actiedag in de tweede helft van oktober bij het begin van het nieuwe politieke jaar. Dat zou wel eens wat vooruit geschoven kunnen worden. De verantwoordelijken van BBTK hebben het nu immers over een actiedag in “de tweede helft van september”. Myriam Delmée en Erwin De Deyn stelden: “Dit zal waarschijnlijk een 24-urenstaking worden, al dan niet gekoppeld aan een nationale betoging.”

    Wij zijn voorstander van een nationale actiedag met een stakingsoproep. Een dergelijke oproep wordt best voor de zomer gelanceerd zodat er in de rustige zomermaanden op de werkvloer al campagne kan worden gevoerd voor deze actiedag. Het zou tijd geven om de actie degelijk voor te bereiden en tegelijk ook naar buiten te treden om niet enkel via de syndicale delegaties te mobiliseren. Met campagnemomenten aan supermarkten of tankstations kan een bredere steun voor de stakingsdag worden opgebouwd.

  • Kloof tussen toplonen en gewone lonen blijft toenemen

    De Nederlandse journalist Xander Van Uffelen becijferde dat 25 jaar geleden een topmanager gemiddeld 16 keer zoveel verdiende als een gewone werkende. Vandaag is dat 44 keer zoveel. Terwijl er algemeen wordt opgeroepen om onze lonen te matigen, krijgen de topmanagers steeds meer. Van Uffelen bundelde zijn bevindingen in een boek met de veelzeggende titel “Het Grote Graaien”…

    Alleszins leidt de discussie over de hoge toplonen tot vragen over de kloof tussen topmanagers en gewone werkenden. Deze kloof is op kort termijn zowat verdrievoudigd, bij de honderd best betalende bedrijven is er zelfs een vervijfvoudiging van de kloof tussen gewone lonen en deze voor topmanagers. De lonen van topmanagers stegen in Nederland tussen 1983 en 2007 jaarlijks met gemiddeld 7,2%. Voor gewone werkenden was zo’n cijfer niet mogelijk omdat dit volgens de topmanagers de concurrentiepositie van hun bedrijven zou ondermijnen.

    Ook bij ons zijn er gelijkaardige evoluties. Er zijn geen exacte cijfers zoals in Nederland, maar Trends maakte wel bekend dat de lonen van de topmanagers van de Bel-20 bedrijven vorig jaar met gemiddeld 15% waren gestegen op een jaar tijd. Ook dat was een heel eind boven de loonnorm die voor gewone werkenden was opgelegd.

    De graaicultuur aan de top leidde eerder reeds tot kritische opmerkingen, ook van liberalen die zich afvroegen of het systeem zijn legitimiteit niet verliest door de hoge toplonen. Of zoals De Gucht het schreef in 2007: “De top van het westerse bedrijfsleven moet goed beseffen dat zij ook beter wat matigt om populistische tendensen niet in de kaart te spelen. Men mag nooit uit het oog verliezen dat een markteconomie haar morele en politieke legitimiteit ontleent aan de veronderstelling dat inkomen grosso modo overeenstemt met de bijdrage aan de economie. Die legitimiteit moet gevrijwaard blijven.”

    Nu moeten ook een aantal topmanagers zelf erkennen dat er zich een probleem stelt. Karel Vinck, voormalig spoorbaas en nu topmanager bij Umicore, stelde afgelopen weekend in De Tijd: “Er ontstaat een probleem als een bedrijf in een situatie komt waarbij het management tegen de medewerkers zegt: iedereen moet een inspanning doen want het gaat om het verdedigen van onze concurrentiekracht, terwijl aan de andere kant onverantwoorde bonussen uitgedeeld worden aan datzelfde management.” Een andere topmanager doet een poging om de heisa rond de toplonen te nuanceren: “Er zijn andere bedrijfsleiders en topsporters die een pak meer verdienen.”

    Zo kunnen we natuurlijk in cirkels blijven gaan met een neerwaartse spiraal voor gewone werkenden en een opwaartse spiraal voor topmanagers. Voor de topmanagers zullen er altijd nog anderen zijn die meer verdienen waarmee moet worden geconcurreerd, voor gewone werkenden zullen er altijd anderen zijn die minder verdienen waarmee moet worden geconcurreerd. Dat is in het kort een samenvatting van de loonpolitiek van de afgelopen jaren met als gevolg dat de kloof tussen de toplonen en de gewone lonen op zowat 25 jaar verdrievoudigd is in Nederland. Bij ons zal dat cijfer niet veel anders zijn.

  • Personeel van lokale besturen betoogt in Brussel

    De actieweek voor koopkracht was amper beëindigd of er kwam al een nieuwe betoging in Brussel. Het personeel van de lokale besturen (gemeentepersoneel, werknemers van openbare ziekenhuizen,…) in Brussel eist meer koopkracht door meer loon, de invoering van een premie voor tweetaligheid en gratis openbaar vervoer in Brussel. Deze eisen werden maandag kracht bijgezet met een sterke betoging waarop zo’n 3.000 aanwezigen waren. LSP was uiteraard ook aanwezig. We kwamen er tussen met een delegatie, verkochten een 20-tal exemplaren van ons maandblad en gingen in discussie met tientallen aanwezigen.

    Verslag en foto’s door een correspondent



    Verslag vanuit de onderbuik van de betoging

    In het kader van de acties voor meer koopkracht, betoogden we maandag met zo’n 3.000 arbeiders uit de gezondheidszorg, OCMW en gemeentepersoneel door Brussel. Er werd ook gestaakt na een oproep van ACOD en ACLVB. Met de actie eisen we meer koopkracht, een herwaardering van ons statuut, meer personeel en betere lonen, alsook gratis openbaar vervoer om naar het werk te gaan.

    Het succes van de actieweek voor koopkracht had een impact op de vastberadenheid en de strijdbaarheid op de betoging. Met een gezamenlijke oproep van de drie vakbonden had dit nog sterker kunnen zijn.

    Tijdens de betoging bleek de strijdbaarheid van de aanwezigen. We betoogden urenlang en stopten voor de secretariaten van alle regeringspartijen om ons ongenoegen te laten blijken. De partijen voelden de druk en deden enkele holle beloften. Onder druk van de basis heeft ACOD-LRB al toekomstige acties moeten aankondigen voor september indien de regering niet snel iets doet.

    In de discussies bleek de woede die bestaat in de openbare diensten. Er waren slogans voor de verdediging van de openbare diensten en voor meer loon. De hele betoging lang werden slogans geroepen. Ons pamflet werd heel goed onthaald en we verkochten zowat 20 exemplaren van ons maandblad.

    Het potentieel voor een massale strijd in de openbare diensten is duidelijk. De actieweek voor koopkracht was een goed begin. Maar we willen daar niet stoppen, we willen strijden om een overwinning te boeken. Daarom moeten we op de werkvloer discussiëren over de nood aan een actieplan en om de eenheid van de arbeiders te versterken. Daartoe zal er nood zijn aan een strijdbare vleugel in onze delegaties om een krachtsverhouding op te bouwen.

  • Nieuwe provocatie van Quaden (Nationale Bank)

    Guy Quaden, een mei ‘68er die vandaag aan de andere kant van de barricaden staat en gouverneur van de Nationale Bank is, heeft ook gezien dat de actieweek voor koopkracht een belangrijk succes is geworden. Hij zag ook dat de vakbondsleiding de impact van de mobilisaties had onderschat. Resultaat: om de balans terug wat meer in de richting van het patronaat te trekken, volgt een zoveelste aanval op de index.

    Het was voor PS-voorzitter Di Rupo niet zo moeilijk om vorige week een nieuwe aanval op de index te voorspellen. Naast Unizo en het VBO kwam één van de aanvallen op de index immers van een partijgenoot van Di Rupo: Guy Quaden van de Nationale Bank. Die riep op om meer te doen tegen de oplopende inflatie. En wat kan je beter doen tegen stijgende prijzen, dan de lonen niet laten stijgen? Dat is natuurlijk een bizar standpunt en de eigenlijke boodschap is: de werkenden en uitkeringstrekkers moeten een stuk van hun levensstandaard afgeven. Voor zijn eigen loon moet Quaden zich geen zorgen maken, met 474.792 euro bruto in 2007 had hij vier keer zoveel als zijn Amerikaanse collega van de Federal Reserve en ook meer dan Trichet van de Europese Centrale Bank.

    Eerder deze week sprak een liberale Gentse prof in De Tijd zelfs over het corrigeren van een periode van “koopkrachtverwenning”. We zouden boven onze stand hebben geleefd en moeten daarom besparen. Waarom het altijd wij zijn die moeten besparen, werd er niet bijgezegd. En waarom niet mag geraakt worden aan pakweg de 3,5 miljard euro die met de notionele intrestaftrek cadeau werd gedaan aan het patronaat, is eveneens niet duidelijk.

    Maar Quaden wil dus maatregelen om de prijsstijgingen in ons land tegen te gaan. De prijzen stijgen hier namelijk sterker dan in de buurlanden. Quaden denkt niet zozeer aan maatregelen tegen prijsafspraken in de distributiesector waardoor de prijzen hier gemiddeld zo’n 10% hoger zijn dan in buurland Nederland. Neen, vergelijken met de buurlanden kan enkel om de lonen naar beneden te halen. Quaden denkt de prijsstijgingen te kunnen tegengaan door de “loonkosten in bedwang te houden”. Om sympathiek over te komen, stelt hij voor om de index enkel in vraag te stellen voor de grotere inkomens. Dat is een handige poging om nadien uiteraard de index voor iedereen in vraag te stellen. De hoogste inkomens hebben overigens geen index nodig om ieder jaar opslag te krijgen – de lonen van topmanagers lijken niet gebonden te zijn aan een loonnorm en stijgen ieder jaar makkelijk met een getal dat uit dubbele cijfers bestaat.

    De bedoeling van dit voorstel van Quaden was natuurlijk om de index in vraag te stellen. Geef hem en zijn patronale vrienden een vinger en ze pakken vliegensvlug de hele arm. Premier Leterme en de PS haastten zich om te stellen dat er geen aanpassing van het indexsysteem mogelijk zou zijn. Tegelijk werd aangekondigd dat er zware besparingen zullen nodig zijn.

    En dat op een ogenblik dat de koopkracht reeds sterk ondermijnd is. Dat blijkt onder meer uit de armoedecijfers voor gepensioneerden of nog uit het feit dat de Belgen gemiddeld minder kunnen sparen (gemiddeld 12,2% van het beschikbaar inkomen tegenover 13,2% vorig jaar). De Nationale Bank verwacht een stagnatie van de gezinsuitgaven, investeringen in woningen,…

    VBO-topman Timmermans erkent dat er een “collectieve verarming” is, maar roept op om deze niet “af te wentelen op ondernemingen”. Hij waarschuwt dat dit toch gewoon zal worden doorgerekend op de werkenden. “We zitten opnieuw met een collectieve verarming. Daar kun je niet omheen. Maar gaan we die opnieuw afwentelen op ondernemingen? Dan kennen we de gevolgen. We hebben het al twee keer gezien: in de jaren zeventig en tachtig. De eerste keer leidde dat tot de devaluatie van 1982, de tweede keer tot het globaal plan van 1993. Nu zitten we weer op zo’n kantelmoment. Is het echt zo moeilijk om aan de mensen uit te leggen dat we niet dezelfde fout mogen begaan?” Concrete vertaling: als de overheid de middelen niet gaat zoeken bij de arbeiders en hun gezinnen, dan zal het patronaat dat wel doen zodat de regering gedwongen wordt om te besparen bij de arbeiders en hun gezinnen.

    De patronale logica is er één van inhaligheid en een niet te stillen winsthonger. Vorig jaar werden recordwinsten geboekt en werden nog extra cadeaus gegeven aan het patronaat. Open VLD zag zelfs ruimte om nog eens 3 miljard te geven aan het patronaat. En wie zou daar de rekening voor moeten betalen? Juist: de werkenden en uitkeringstrekkers. Wij aanvaarden deze logica niet en een steeds groeiende laag evenmin. Dat was de boodschap van de actieweek vorige week.

  • Een actieweek die om meer vraagt!

    Er is nog steeds discussie over het juiste aantal deelnemers aan de actieweek van de vakbonden. De grove onderschattingen waaraan de pers zich eerder bezondigde, soms door minder deelnemers in de titel te vermelden, dan binnenin de artikels, zijn verdwenen. De politici, de pers en zelfs de patroons durven niet langer in vraag stellen dat de koopkrachtbeweging gedragen wordt door de basis, meer zelfs dan de vakbondsleiders aanvankelijk verwacht hadden.

    Zelfs ACV-topman Luc Cortebeeck erkent in De Morgen dat er “veel meer volk was dan verwacht”. Drie tot vier keer meer zelfs. De cijfers variëren van 80 tot 100.000. Luik en Antwerpen openden de dans. Men was zich er heel goed bewust van dat daar de toon gezet zou worden voor de rest van de week. In de week voordien had de delegatie van GM nog benadrukt dat enkel de delegatie zou betogen, maar toen het zover was, ging de fabriek onder druk van de basis alsnog dicht. Idem bij Atlas Copco, en ook in andere Antwerpse bedrijven overtrof de actiebereidheid alle verwachtingen. Resultaat: 7.500 deelnemers, ruim meer dan de stoutste verwachtingen bij de bonden.

    In Luik waren het er zelfs niet minder dan 25.000. Wie had hier weeral beweerd dat het “koopkrachtdebat” in Wallonië niet aansloeg? Het klopt dat de stakingsgolf in een 70-tal hoofdzakelijk Vlaamse bedrijven in het begin van dit jaar niet onmiddellijk oversloeg naar Wallonië en Brussel. Dat is gedeeltelijk te verklaren door de hogere werkloosheid in beide gewesten, door de economische achterstand en doordat de Waalse en Brusselse arbeiders door patroons, pers en politici de jongste jaren steeds weer geschoffeerd werden. Zodra er echter een ordewoord komt en de beweging veralgemeent, men dus niet meer als delegatie de volle lading krijgt verantwoordelijk te zijn voor de achterstand van het hele gewest, dan komen de tradities van strijd van de Waalse arbeiders weer volop tot hun recht.

    “Ouderwetse” stakingen en betogingen brengen meer volk op de been dan “vernieuwende acties”

    Henegouwen kon voor de Luikse kameraden niet onderdoen. Met 20.000 waren ze in Bergen. Wat een verschil met de 2.500 deelnemers aan “Foodstock” in Gent. Gewesten die opteerden voor de klassieke, “ouderwetse” combinatie van staking en betogingen brachten veel meer volk op de been dan de gewesten die “vernieuwende, gemakkelijker mobiliserende” acties organiseerden zoals in Oost-Vlaanderen of erger nog, de fietstochten en andere acties aan warenhuizen in Brugge en Kortrijk. Wie er daags voordien was bij geweest in Bergen met 20.000 deelnemers, moet zich tussen de 500 deelnemers in Kortrijk goed gepakt gevoeld hebben. We zijn niet bij de vakbond om te feesten of aan uitstapjes deel te nemen, maar om ons werk en ons loon te beschermen, was een veel gehoorde opmerking.

    Hoe dan ook, de toon was gezet. In Hasselt waren we met 4.000 deelnemers, waaronder heel wat delegaties die het bedrijf geheel of gedeeltelijk stil hadden gelegd, onder andere Ford-onderaannemer Lear Corporations. In Namen waren we met 4.500, waarvan er een tiental enkele dranghekkens opzij zetten, wat later in de pers ingekleed werd als “rellen”. Arlon kende haar grootste betoging sinds 1977, sinds de sluiting van het metaalbedrijf van Athus. In Brussel, waar de bonden aanvankelijk elk een quotum van 1.000 betogers voorop stelden, kon de vakbondsleiding het zich niet meer veroorloven fors onder te doen voor de andere regio’s. Ondanks de gietende regen waren we met 10.000 en nog velen meer die bleven hangen in de omliggende handelszaken of bleven schuilen in de metro- en of treinstations.

    Opvallend aantal jongeren en vrouwen

    Opvallend op elk van de betogingen was het aantal jonge deelnemers. Velen waren pas verkozen tijdens de jongste sociale verkiezingen en beschouwden een vakbondsbetoging voor koopkracht als de logische volgende stap in hun engagement. Een flink aantal sprak onze militanten aan om te vragen waar hun delegatie zich bevond of waar ze juist het stakersgeld konden innen, onafhankelijk of men een rood of een groen vestje droeg. Aan de basis doet de kleur er dikwijls niet toe, men ziet zichzelf en alle anderen hoofdzakelijk als werkmensen die in hetzelfde schuitje zitten. Veel vrouwen ook, en dat is toch een relatief nieuwer gegeven in dit soort mobilisaties.

    Bij heel wat ACV’ers was de affiniteit voor de CD&V ver te zoeken, hetgeen toch wel een forse verandering is ten opzichte van de jaren van paars. De gehechtheid van ABVV’ers aan SP.a staat trouwens eveneens op een historisch dieptepunt. De weinige aanwezige SP.a mandatarissen moeten dat hebben aangevoeld en bleven opvallend discreet. SP.a-Rood, dat de voorbije maanden toch wat media aandacht gekregen had, was niet te bespeuren, zelfs een pamfletje kon er niet af.

    Patroons blazen warm en koud

    Van patronale zijde is men flink geschrokken. Men heeft het niet langer over “koopkrachthysterie”. De uitgave van talloze “studies” die moeten aantonen dat we er eigenlijk met zijn allen op vooruit gaan, pakt geen verf. Dat we in ’83 maar even lang moesten werken als vandaag om een auto te kopen, dat kan best, maar intussen maken we met zijn allen op evenveel tijd wel veel meer auto’s dan toen. Dat de patroons voor vooruitgang zijn, dat weten we, maar dat ze alle opbrengst van die vooruitgang uitsluitend in eigen zakken willen steken, daar hoeven we het toch niet mee eens te zijn.

    Er werd zelfs een studie boven gehaald die onze eetgewoontes vergelijkt met die in het begin van de vorige eeuw. Rara, we besteedden toen een groter deel van ons inkomen aan voedsel dan vandaag. We veronderstellen dat de auteurs er niet voor pleiten om opnieuw tienjarigen dagelijks 8 tot 12 uur 6 dagen in de week de mijnschachten in te sturen. Het paard van Troje zijn echter onze vakantieuitgaven. Maar liefst 2000 € besteden we “gemiddeld” aan reizen. Ooit eens de prijzen van hotels vergeleken met die van enkele jaren terug, of de prijs van een vliegtuigticket of van een reisverzekering? Indien we vandaag maar evenveel zouden besteden als pakweg in ’83 aan reizen, dan sloegen we met zijn allen een tentje op, op de scoutsterreinen in de Ardennen of aan zee.

    De Franse, toch wel flink rechtse, president Sarkozy wil de BTW op brandstoffen verlagen. De al even rechtse Italiaanse minister van financiën wil zelfs een Robin Hood taks, een belasting op de winsten van de oliemaatschappijen. Kortom: langs patronale zijde is er paniek, Sarkozy en co, weerspiegelen de druk. In die mate zelfs dat de Europese Commissie zich genoodzaakt zag in te grijpen en zich meteen van haar neoliberale kant liet zien. Op de Europese top van ministers van werk werd beslist de arbeidstijd tot 48 uur per week toe te staan, overuren tot 60 uur en in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij ‘inactieve’ wacht, zelfs tot 65 uur. Madame “non”, Milquet was tegen, maar stemde helaas niet “non”, maar onthouding. De top van Europese ministers van financiën wil, op voorstel van Reynders, het “indexmechanisme” bespreken en heus niet om het te verbeteren. De Europese centrale bank dreigt ermee de rentevoeten op te trekken als de Europese regeringen hun prijzen en vooral de lonen niet onder controle houden. Hoeft het dan nog te verwonderen dat de Ieren, de enigen die zich mochten uitspreken via referendum over het Lissabonverdrag, dat verdrag – gelukkig maar – verworpen hebben?

    Leterme I: een miljard € voor de koopkracht, 3,5 miljard € voor de patroons

    Leterme “begrijpt” ons, maar heeft naar verluidt helaas geen centen. “Er is geen enkele regering in de wereld,” beweert hij, “die het verlies aan koopkracht door de stijging van de olieprijzen voor 100% kan compenseren”. Dankzij de indexkoppeling werd reeds 1 miljard € aan koopkracht geïnjecteerd, voegt hij eraan toe, alsof hij ons datgene waarop we recht hebben persoonlijk cadeau heeft gegeven. Door het overschrijden van de spilindex zullen de lonen van de ambtenaren met 2% stijgen, een meerkost van 25 miljoen € maandelijks of 300 miljoen € per jaar. Daarnaast zou ook 700 miljoen € gaan naar indexering van sociale uitkeringen zoals pensioenen en kinderbijslag.

    Als je weet dat de bedrijven vorig jaar alweer een recordwinst realiseerden van maar liefst 77 miljard € en dat de Bel 20 bedrijven in dat jaar nog gauw 50% van hun winst hebben uitgekeerd aan dividenden, dan beseft men hoe hol de woorden van Leterme wel klinken. Voormalig studentenleider in mei ’68 en PS man Guy Quaden, vandaag gouverneur van de nationale bank snelt Leterme ter hulp. Hij stelt voor het indexmechanisme slechts gedeeltelijk bij te stellen en de indexkoppeling enkel voor de hogere lonen af te schaffen of toch fors bij te stellen. Kortom, hij reikt Leterme het instrument aan dat de indexkoppeling verder kan uithollen zonder dat het op het eerste gezicht een bedreiging is voor de lagere inkomens. In feite borduurt Quaden voort op de idee van Caroline Ven, het voormalige hoofd van de studiediensten van het VBO en de VKW (de Vlaamse Katholieke Werkgevers), vandaag hoofdeconome van “ACW-er” Leterme, die de actievoerders verweet enkel op te komen voor de geprivilegieerden, terwijl sommige uitkeringstrekkers het echt moeilijk hebben. We hebben ons destijds afgevraagd of Ven evenveel naastenliefde aan de dag zal leggen als de regering morgen haar schorsingsbeleid ten aanzien van werklozen en invaliden op scherp stelt.

    PS, SP.a, Ecolo: kleine maatregelen voorgesteld tijdens kleine interventies op actiedagen

    Bij de sociaal-democratie is de verbeelding schijnbaar aan de macht en dat in navolging van hun vertegenwoordiger in de leiding van de Nationale Bank. De SP.a vond oplossingen die niets zouden kosten en dat op basis van verschillende maatregelen die worden genomen in diverse Europese landen. De SP.a kwam van de markt met maatregelen terug met het idee van een prijsblokkering voor gas en elektriciteit, maar dan wel op tijdelijke basis en in afwachting van een “echte” liberalisering van de energiesector. Een ander voorste is om meer macht te geven aan de CREG (Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas). Dat kost inderdaad niets… De mogelijkheden om de fiscale fraude aan te pakken, kunnen intussen door een gebrek aan middelen en politieke wil (niet in het minst vanwege de minister van financiën…) niet verhinderen dat er jaarlijks ongeveer 30 miljard euro (volgens ACOD-Financiën) in de zakken van de grote bedrijven blijft in plaats van terug te vloeien naar de gemeenschap.

    De PS eist dan weer een verhoging van de uitkering, een versterking van de mechanismen van regulering en controles om speculatie en misbruik door het patronaat tegen te gaan. De partij wil ook ingaan tegen de gouden handdrukken in de vorm van ontslagvergoedingen. Verder eist de partij meer concrete maatregelen zoals het renoveren van 35.000 sociale woningen op een jaar tijd waarbij ook nadruk ligt op een betere isolatie. Dat zou 16.000 jobs opleveren en bovendien zou een netto bonus van 1250 euro per jaar worden toegekend. Tenslotte eist de PS, net als de PVDA, een verlaging van de BTW op gas en elektriciteit van 21% naar 6%. Er staat weinig vast en de voorstellen werden grotendeels niet becijferd. Hierdoor kunnen deze eisen snel naar de berg van niet gerealiseerde PS-eisen gaan, eisen die werden opgeofferd omwille van de regeringsdeelname. Om niet uit de regeringsboot te vallen, zal de PS niet teveel aan dit soort eisen mogen vasthouden.

    Tijdens de mobilisaties van de actieweek waren de PS en de SP.a weinig zichtbaar. Een aantal mandatarissen doken op de betogingen op (in het geval van de Luikse burgemeester Willy Demeyer leidde dat overigens tot heel wat tegenkanting van betogers), maar er was geen zichtbare interventie. Nochtans hebben de traditionele partijen genoeg middelen (dat is alleszins duidelijk bij onder meer de verkiezingscampagnes), blijkbaar zijn die middelen echter niet voldoende om deel te nemen aan de uitbouw van een beweging. Tenzij ze natuurlijk meenden dat het beter was om deze beweging rond koopkracht niet te sterk te ontwikkelen aangezien deze acties hen steeds meer vastzetten in hun tegenstellingen. Er werd tijdens de actieweek bijvoorbeeld veel gesproken over de notionele intrestaftrek, maar deze maatregel werd niet enkel goedgekeurd door de officiële rechterzijde. Net als de rest van de paarse coalitie stemden ook PS en SP.a voor deze maatregel die uiteindelijk 2,4 tot 3,5 miljard euro (de schattingen variëren) zal opleveren aan de patroons. We wachten nog steeds tevergeefs op maatregelen met een gelijkaardige impact voor de koopkracht. Dat is niet verwonderlijk als we terugkijken naar het Generatiepact, de jacht op de werklozen, de verschillende privatiseringen van openbare diensten, de aanvallen op het onderwijs,… Als in de toespraken werd uitgehaald naar Reynders en co, werd dat tegelijk handig gebruikt om de verantwoordelijkheid van de sociaal-democratische partijen wat te verbergen.

    In tegenstelling tot Groen was Ecolo wel zichtbaar aanwezig op enkele betogingen. Er was telkens een (erg) kleine delegatie met (grote) vlaggen. Als de groenen deze week van zich lieten horen, was het echter vooral omdat de voormalige federale secretaris van de partij (die deze functie uitoefende ten tijde van de groene regeringsdeelname) en huidig OCMW-voorzitter te Namen, Philippe Defeyt, naar buiten kwam met een studie die een vergelijking maakte van de arbeidstijd die nodig is om vandaag goederen te kopen en de arbeidstijd die daarvoor nodig was in 1983. In haar pamfletten legde Ecolo uit dat het de laagste lonen wil verhogen, de sociale uitkeringen wil opdrijven, een prijzencontrole organiseren, het ontwikkelen van meer openbaar vervoer, maatregelen voor een betere isolatie van huizen met onder meer de toekenning van premies. Net zoals bij de PS wordt niets in detail uitgewerkt, laat staan duidelijk gemaakt wie dit zou betalen of van waar de middelen zouden komen om deze eisen af te dwingen, behalve natuurlijk een oproep om voor de groenen te stemmen.

    Dat is hoe de traditionele partijen werken: eerst erg beperkte maatregelen voorstellen om nadien de kiezers te verwijten dat ze niet genoeg voor hen hebben gestemd. Dat is een originele manier om de verantwoordelijkheid voor hun steun aan het neoliberale beleid af te schuiven op de kiezers. Nochtans zouden de traditionele partijen hun invloed en impact kunnen gebruiken om bijvoorbeeld hun goede mediacontacten in te zetten om de standpunten van de vakbonden naar voor te brengen. Of om te protesteren tegen pakweg de leugens die we konden lezen over de “rellen” in Namen.

    Ter linkerzijde

    De enigen die met sterkere delegaties als georganiseerde kracht tussenkwamen in alle mobilisaties, zowel in Wallonië, Brussel als Vlaanderen, waren de PVDA en LSP/MAS. De tussenkomst van de PVDA lag in de lijn van de koerswijziging die bevestigd werd tijdens haar laatste congres. Er was eerder een tussenkomst die deed denken aan een traditionele partij dan aan een strijdpartij. Er ware weinig verkopers van het PVDA-blad Solidair en op sommige plaatsen beperkten de militanten zich tot het verdelen van aardappelen, net zoals dit tijdens de betoging van 15 december 2007 het geval was. Dat was een verwijzing naar de campagne van de partij die werd geïllustreerd met een aardappel, een jerrycan en een lamp die worden beschermd door condooms.

    Het pamflet van de PVDA – met als titel “minder blabla, bescherm onze koopkracht” – had drie centrale eisen die op zich vrij correct waren. De partij eist ten eerste, net als het vakbondsfront en de PS, de vermindering van BTW op gas en elektriciteit van 21% naar 6%. Die eis werd omgezet in een petitie die als doel heeft om 100.000 handtekeningen te verzamelen, wat de hoofdactiviteit van de PVDA-leden vormde tijdens de actieweek. Wij hebben niets tegen die eis, maar het is geen toeval dat net deze eis werd overgenomen door de PS… Een volledige afschaffing van de BTW op basisnoodzakelijke producten zou een eis geweest zijn die beter aansloot bij de beweging. Daarnaast eist de PVDA een sterke loonsverhoging van 1 euro per uur, wat ook centraal staat in onze campagne, en tenslotte het omzetten van tijdelijke contracten in arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur indien een arbeider meer dan 60 dagen bij een zelfde werkgever werkt. Er was wel geen enkele indicatie over hoe de beweging moet worden opgebouwd en ook was er geen enkele kritische noot tegenover de vakbondsleidingen.

    Voor strijd, solidariteit en socialisme

    LSP/MAS was aanwezig op alle betogingen, met uitzondering van deze in Aarlen. Onze kameraden zijn actief tussen gekomen en verkochten 448 exemplaren van ons maandblad Socialistisch Links / Alternative Socialiste. Als het weer wat beter had meegezeten tijdens de laatste dag in Brussel, waren we ongetwijfeld aan 550 of zelfs 600 verkochte exemplaren van ons maandblad geraakt.

    Het pamflet dat we verspreid hadden, werd goed onthaald door de aanwezigen. We hadden tal van discussies met syndicalisten van alle leeftijden. Ons pamflet benadrukte de verwerping van de “vrije” markt, de steun aan de syndicale acties en het idee dat het aan de basis is om te beslissen en inspraak te hebben in het uitwerken van een actieplan. We stelden een aantal eisen voor aan de syndicale basis, onder meer een loonsverhoging van minstens 1 euro per uur, het herstel van een index die een echte weerspiegeling vormt van de levensduurte, de afschaffing van de loonnorm, interprofessionele akkoorden die een loonbodem bepalen in plaats van een loonplafond, het doorbreken van alle loonakkoorden langer dan 2 jaar, de afschaffing van BTW op basisnoodzakelijke producten, een massaal plan van publiek gefinancierde woningbouw. Om dit te betalen stelden we voor om een vermogensbelasting in te voeren op grote fortuinen en om een harde aanpak van de grote fiscale fraudeurs in te voeren. Tenslotte stelden we voor dat de sleutelsectoren van de economie niet mogen overgelaten worden aan de hebzucht van de privé-sector. We pleiten voor de nationalisatie ervan onder democratische controle van de arbeidersbeweging en de gemeenschap in haar geheel.

    Hoe verder?

    Voor de verdere acties voor koopkracht, kunnen we verder bouwen op de enorme actiebereidheid om onze koopkracht te verdedigen. Dat is een belangrijk begin van een sterke krachtsverhouding, maar er is nog niets gegarandeerd. Om te vermijden dat de druk wegvalt, kan het nuttig zijn om met verschillende syndicale delegaties een motie op te stellen die oproept voor een nationale actiedag in het najaar met het ordewoord van een staking. Een dergelijke campagne zou toelaten dat er verder wordt gemobiliseerd in de bedrijven op basis van het enthousiasme dat duidelijk werd tijdens de eerste actieweek voor koopkracht.

    Daarnaast blijft het opvallend dat de arbeidersbeweging niet over een grootschalig eigen politiek verlengstuk beschikt. De vraag die zich vandaag stelt, is dezelfde als bij het Globaal Plan. Geen enkele partij in het parlement verdedigt de eisen van de vakbonden in het parlement, de regering wacht tot de storm gaat liggen. Net zoals dit gebeurde ten tijde van het Generatiepact dat werd gestemd ondanks het verzet van honderdduizenden arbeiders. Een vorm van “syndicale” partij zou een belangrijk hulpmiddel zijn om te vermijden dat de traditionele partijen hun spelletjes verder blijven spelen terwijl ze als enigen de politieke scène bezetten. Het ACV en ABVV hebben bij de voorbije sociale verkiezingen 115.000 kandidaten naar voor gebracht voor de ondernemingsraden en CPBW’s. Die 115.000 mensen zullen de arbeiders vertegenwoordigers zonder daar een centiem meer voor te ontvangen. We hebben ook nood aan dergelijke politieke vertegenwoordigers. Waarom wordt niet uit die 115.000 mensen geput om ons ook te vertegenwoordigen op het politieke niveau op een zelfde wijze als ze ons vertegenwoordigen in de bedrijven. En dat aan het zelfde loon als een arbeiders, de rest van de parlementaire wedde kan bijvoorbeeld gestort worden in een kas om acties die nodig zijn tegen de patronale agressie te ondersteunen.

    Beeld je maar eens in wat voor een impact een dergelijke formatie zou kunnen hebben in de aanloop naar een actieweek of tijdens deze week om de acties te populariseren bij een bredere laag van de bevolking en om te antwoorden op de argumenten van het patronaat die steevast aan bod komen in de traditionele media. Met zo’n formatie zouden de luchtballons van Dedecker en het Vlaams Belang rap leeglopen. Een petitie die eist dat de vakbonden de banden breken met de bevoorrechte partners, de sociaal-democratie voor het ABVV en de christen-democratie voor het ACV, zou een nuttig instrument zijn om die discussie aan te gaan.


    Alle verslagen en foto’s van de actieweek voor koopkracht

  • Koopkrachtactie in Brugge. Fotoreportage

    In Brugge was er geen traditionele betoging, maar werd net als in Kortrijk verzameld aan een shoppingcentrum. Er werd actie gevoerd aan het winkelcentrum aan de Maalsesteenweg. Een aantal betogers kwamen vanuit Oostende met de fiets (ze konden zich geen diesel of benzine veroorloven…), een enkeling zelfs met een go-cart… We publiceren een reeks foto’s vanuit Brugge.

  • 10.000 betogers in Brussel

    Op donderdag 12 juni werd de actieweek voor koopkracht afgesloten met een mobilisatie in Brussel, Waals Brabant en Vlaams Brabant. Na de geslaagde mobilisaties eerder deze week, werd ook de afsluiter een succes met 10.000 aanwezigen op de betoging, ondanks het verschrikkelijke weer op dat ogenblik. De vakbonden hadden aanvankelijk 3.000 aanwezigen voorop gesteld.

    Nico Moon

    De verschillende vakbonden kwamen apart samen aan hun lokalen om in groep naar het Anneesensplein te trekken. Van daaruit werd geen gezamenlijke betoging gehouden met eisen voor meer koopkracht.

    Onze militanten uit Brussel werden ondersteund door leden en sympathisanten uit de provincies Vlaams en Waals Brabant en ook enkele militanten uit andere regio’s. We verdeelden ons pamflet rond koopkracht en hadden heel wat discussies met betogers. Naast de verdediging van de index en het verhogen van de lonen, was er ook heel wat discussie over het feit dat de beweging hier niet mag stoppen. De regering zal zeggen dat er geen ruimte is om iets aan de koopkracht te doen, enkel door strijd zullen we zaken afdwingen.

    De regen maakte het soms moeilijk om pamfletten te verspreiden of ons blad te verkopen. Toch probeerden we dit en verkochten we 53 exemplaren van ons maandblad en haalden we daarnaast zo’n 40 euro steun op. Het was vooral in de cafés rond de betoging dat we ons materiaal konden verspreiden.

    Deze mobilisatie heeft nogmaals voor een verrassing gezorgd bij zowel de traditionele partijen, de media als de vakbondsleidingen. De basis heeft een week lang getoond dat er een actiebereidheid is rond de koopkracht. Het volstaat niet om enkel te zeggen hoe erg de situatie is, de arbeiders weten dat al. Nu mag er niet gewacht worden tot de regering initiatieven neemt. Er moet onmiddellijk gewerkt worden aan een actieplan. Heel wat betogers stelden dat er minstens nood is aan een actiedag met een oproep voor een algemene staking. En het fabeltje dat er geen middelen zijn, pakt ook niet meer: veel betogers wezen er in discussies op dat het patronaat recordwinsten boekt en wel middelen heeft om haar topmanagers fenomenale lonen toe te kennen. Nu wordt het tijd dat onze lonen de stijgende levensduurte volgen!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop