Category: Lonen

  • Koopkrachtbeweging breidt uit!

    Actieweek 9-13 juni:

    “De acties van een minderheid voor meer loon zijn absurd” aldus Caroline Ven, hoofdeconome van het kabinet Leterme. Die minderheid neemt intussen alsmaar uitbreiding. Wat begon bij de onderaannemers van autoconstructeur Ford, breidde uit naar een tachtigtal bedrijven in sectoren gebonden aan all in akkoorden. Ze werden gevolgd door de Vlaamse ambtenaren, dan de spoormannen, en alweer een aantal bedrijven uit de privésector zoals BASF in Feluy.

    Eric Byl

    Intussen dreigt ook het gemeente- en OCMW-personeel met acties. Het patronaat, haar politieke lakeien en haar broodschrijvers proberen die acties te bagatelliseren, toe te schrijven aan een “luidruchtige minderheid”. Die kan echter op steeds meer bijval rekenen. Het spook van de sociale actie is uit de fles!

    Tot voor een enkele maanden was Caroline Ven directrice van de denktank van de meest rechtse der patroonsorganisaties, de Vlaamse christelijke Werkgevers (VKW). Tot daar het “ACW-gehalte” van premier Leterme bij het selecteren van diens topambtenaren. Is het vanuit een diep gezonken christelijk gevoel van naastenliefde of eerder vanuit de patronale reflex “verdelen om te heersen”, aan de lezer om dat te beoordelen. Maar Caroline vindt dat de actievoerders hun eisen moeten inslikken omdat er uitkeringstrekkers zijn die het echt moeilijk hebben. Benieuwd of ze evenveel “naastenliefde” aan de dag zal leggen als de regering er morgen een aantal van hun uitkering berooft. De Leuvense professor en voormalig ultra-liberaal, De Grauwe, oordeelt daar anders over: “Ik kan de stakingen en de looneisen van de vakbonden begrijpen. We komen uit een periode van hoge bedrijfswinsten. De lonen zijn daarop achter gebleven… Ik heb dan ook geen sympathie voor het patronaat: wat ze nu oogsten hebben ze zelf gezaaid. Bovendien is de hebzucht van veel topmanagers hemeltergend.”

    Maar liefst 1300 € (volgens KBC) zullen de prijsstijgingen een gemiddeld gezin dit jaar kosten. Dat is bovenop de prijsstijgingen van de voorgaande jaren. Het gemiddeld inkomen zou dit jaar naar verluidt toenemen met 1700 €. Hoe het juist zit met de verdeling van die toename, zegt KBC er niet bij. Wellicht zijn daarbij de “beleggingen” in KBC-fondsen inbegrepen die op de stijging van de voedselprijzen speculeren. Feit is dat het aandeel van de lonen in het nationaal inkomen voor het eerst gedaald is tot minder dan 50%, dat het fenomeen “werkende arme” ook in België zijn intrede doet en dat iedereen wel iemand kent die twee of meer jobs uitoefent om de eindjes aan mekaar te knopen.

    Kortom: het werd hoog tijd om de scheefgetrokken balans recht te trekken. Te lang reeds laten de vakbonden de arbeiders bedrijf per bedrijf strijden, daar waar iedereen nochtans geraakt wordt door een onhoudbaar arbeidsritme, superflexibele contracten en loonachterstand. De vakbondstop moet niet luisteren naar de oproep van het patronaat om “leiderschap” aan de dag te leggen, maar de basis aan het woord laten, zoals in Antwerpen op 2 juni op een open militantenvergadering ter voorbereiding van de provinciale actiedag in het kader van de actieweek van 9 tot 13 juni. Ze zou er bovendien goed aan doen de actieweek niet af te sluiten met een persconferentie, maar met een nationale meeting om de acties te evalueren en een mobilisatiedatum voor het najaar vast te leggen. Enkel op die manier kan men vermijden dat dit niet de zoveelste keer “stoom aflaten” wordt.

    LSP wil volgende eisen ter overweging aan de basis voorleggen:

    • meer koopkracht door meer loon en welvaartsvaste uitkeringen, zodat we niet zelf, via belastingsvermindering, onze opslag betalen – 1€ opslag per uur
    • Een index die de reële levensduurte compenseert, geen all-in akoorden
    • Afschaffing van de loonnorm, interprofessionele akkoorden die zoals vroeger geen loonplafond, maar een loonbodem bepalen (een minimum waarop iedereen sowieso recht heeft, zodat ook de zwakkere sectoren mee genieten)
    • Voor collega’s die buiten het IPA vallen: het doorbreken van alle loonakkoorden langer dan twee jaar, zoals het akkoord 2005-2010 bij de non-profit
    • Afschaffing van de BTW op basisnoodzakelijke producten
    • Een massaal plan van publiek gefinancierde woningbouw

    Om dit te betalen:

    • Harde aanpak van de grote fiscale fraudeurs
    • Vermogensbelasting op grote fortuinen

    De jongste maanden hebben we kunnen getuigen welke nefaste gevolgen het heeft om sleutelsectoren als energie en bankwezen over te leveren aan de hebzucht van de privé-sector. Als grote banken zich in moeilijkheden bevinden, mag de overheid plots wel ingrijpen. Voor ons komt de controle in dergelijke sectoren toe aan de gemeenschap. Wij pleiten voor nationalisatie ervan onder democratische controle van de arbeidersbeweging en de gemeenschap in haar geheel.

  • Personeel van gemeenten en OCMW’s wil meer loon

    Het personeel van de gemeenten en OCMW’s in Vlaanderen dreigt met acties nu het duidelijk wordt dat de regering niet bereid is om tegemoet te komen aan de looneisen die worden gesteld om de koopkracht te behouden. Het personeel wil 1.000 euro extra per jaar, de Vlaamse overheid wil slechts 250 euro op twee jaar tijd geven. Dat zal niet eens volstaan om de duurdere energiefactuur te betalen.

    Het ongenoegen over de dalende koopkracht is erg breed aanwezig. In de aanloop naar de actieweek van 9 tot en met 12 juni zijn er verschillende brandhaarden van protest en verzet tegen de ondermijning van de koopkracht. Bij het spoor zullen er na de staking van vorige week mogelijk nog acties volgen. En nu wordt ook met acties gedreigd bij de gemeenten en OCMW’s.

    Het personeel eist daar 1.000 euro extra per jaar, zo’n 4% opslag. De Vlaamse overheid wil maximaal 1% toekennen. Er is een stakingsaanzegging voor onbepaalde duur ingediend vanaf vandaag. Bij de lokale besturen werken zo’n 150.000 mensen. De onderhandelingen zaten vast, minister Keulen stelde dat een loonsverhoging financieel niet haalbaar was. Eerder werd de Vlaamse overheid ook geconfronteerd met acties van de ambtenaren die 5% opslag eisten. Uiteindelijk moest de overheid daar toch zo’n 2% geven.

    Het ongenoegen van het personeel zal leiden tot acties bij de 150.000 werknemers. Op 4 juni wordt bijvoorbeeld een 24-urenstaking gehouden in Gent. In grotere steden zal het makkelijker zijn om acties te organiseren, maar in kleinere gemeenten is dat wellicht minder evident. De 150.000 personeelsleden werken in 308 gemeenten. De minister speelt reeds in op die grote verspreiding met de stelling dat een loonsverhoging niet haalbaar zal zijn voor de lokale en provinciale besturen. Hij schuift de hete aardappel door naar de lokale besturen om zo de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Hij dreigt zelfs: “Het lijkt mij moeilijk denkbaar dat alle gemeenten dit zullen kunnen betalen zonder dat zij hun lokale belastingen verhogen.”

    Dergelijke pogingen om verdeeldheid te zaaien, moeten beantwoord worden met gezamenlijke acties en een duidelijk eisenplatform dat meer middelen van de Vlaamse overheid eist om zo meer koopkracht door meer loon te bekomen.

  • 90% van de Belgen moet besparen door dalende koopkracht. Wie durft nog spreken van “koopkrachthysterie”?

    Wellicht is het aandeel van de Belgen dat beweert dat het probleem van de koopkracht vooral een psychologisch gegeven is, gedaald tot minder dan 12% van de bevolking. De 88% anderen voelen immers aan de lijve wat de gevolgen zijn van de krimpende koopkracht. Ze besparen op uitgaven en kunnen minder opzij zetten.

    29% van de Belgen spaart vandaag minder dan bij het begin van de crisis, dat blijkt uit een enquête van Citibank. Uit deze studie blijkt ook dat 12% meer moet lenen om rond te komen. 44% heeft zijn of haar budgetbeheer niet aangepast. De dalende koopkracht heeft echter niet alleen gevolgen voor de financiële agenda van de Belgen. Er wordt namelijk fors bespaard op een aantal uitgaven.

    88% stelt de besparen als gevolg van de dalende koopkracht. De besparingen hebben vooral betrekking op ontspanning (43%), verwarming (43%), kledij (36%), huishoudtoestellen (30%),… Meer dan 20% bespaart ook op voeding en reeds 7% op uitgaven voor gezondheidszorg! Er wordt dus ook bespaard op essentiële zaken. Bovendien blijkt dat deze studie in de lijn ligt van een eerdere enquête op initiatief van ING in samenwerking met de Gentse universiteit en De Tijd.

    De cijfers zijn veelzeggend en bevestigen dat er geen sprake is van “hysterie” rond de koopkracht, maar van een reële afname ervan! Het sparen van gezinnen daalt dit jaar tot een historisch dieptepunt, in 2008 zullen gezinnen volgens het Federaal Planbureau nog slechts 11,5% van hun netto-inkomen sparen (tegenover 12,4% vorig jaar). Meer dan de helft van de gezinnen kan niet meer sparen.

    Er is bovendien niet bepaald beterschap op komst. Sinds het begin van dit jaar heeft een gemiddeld gezin al 439 euro extra moeten uitgeven door de dure olie. Dat stelt Ivan Van de Cloot (ING) die meteen ook berekende dat energie voor een gemiddeld gezin in 2008 1.500 euro meer zal kosten dan tien jaar geleden. Zijn collega bij KBC, Van Craeynest, schat dat een gemiddeld gezin in 2008 599 euro extra zal uitgeven aan energie. Dit maakt de voorstellen van bijvoorbeeld de NMBS-directie inzake de lonen meteen concreet: de directie wil haar personeel dit jaar 320 euro bruto geven (index inbegrepen). Dat volstaat niet eens om de extra kosten voor energie te betalen.

    De economen houden ons voor dat de stijgende prijzen niet leiden tot verarming. Ze stellen dat het gemiddelde inkomen in 2008 sneller zal stijgen dan de prijsstijgingen. Wellicht gaat het daarbij vooral om de lonen van de topmanagers, want gewone werkenden of uitkeringstrekkers weten wel beter. Zij beginnen massaal te besparen op hun uitgaven.

  • Voedselprijzen. Zij speculeren, wij betalen de rekening!

    Je kent het wellicht ook. Je staat aan de kassa in een supermarkt, kijkt in je karretje en vraagt je af hoeveel het deze keer zal zijn. Telkens opnieuw ben je verbaasd over de hoogte van de rekening. Op één jaar werd brood 13% duurder, eieren 25%, pasta 25%,…

    LSP-pamflet. PDF-versie

    Er zijn veel elementen die meespelen in deze prijsstijgingen. De vernietiging van ons klimaat, het ingebruik nemen van landbouwgrond voor biobrandstof, … Meer fundamenteel echter is de speculatie. Voedselvoorraden worden in de hangars gehouden met het oog op verdere prijsverhogingen terwijl miljoenen nood hebben aan voedselhulp.

    De speculanten die voordien met ons spaargeld op de beurzen en de immobiliënmarkt tekeer gingen, hebben zich door de crisis massaal op de grondstoffen- en voedingsector gegooid. Eerst werd een woning onbetaalbaar, nu gebeurt hetzelfde met ons voedsel.

    Stop de woekerprijzen! Stop de woekerwinsten!

    Terwijl steeds meer gezinnen besparen op hun voeding zien multinationals als Monsanto (+50%) en Cargill (+70%), hun winsten spectaculair stijgen. Nestlé maakte in 2007 maar liefst 6,59 miljard euro winst. Iedereen probeert zijn graantje mee te pikken. De tussenhandelaars, de verwerkers en de grootdistributie gebruiken de stijgende prijzen om hun winstmarges te vergroten.

    De topmanagers van de grote bedrijven worden ondertussen rijkelijk beloond voor bewezen diensten, bij Delhaize 2,6 miljoen euro jaarlijks loon (een stijging van 25% in vergelijking met vorig jaar), bij Inbev 4,28 miljoen euro.

    Onze levensstandaard in vrije val !

    Wereldwijd kwamen er de afgelopen 6 maanden 100 miljoen mensen bij die moeten leven van minder dan 1$ per dag. Voor al diegenen die het moeten stellen met minder dan 2$ per dag, 2,5 miljard mensen, betekent deze voedselcrisis een regelrechte val van ellende en armoede in regelrechte hongersnood.

    “Speculanten kopen grote hoeveelheden op, slaan ze op, en houden ze bewust van de markt tot de prijzen stijgen !”

    Bij ons stijgen de cijfers van mensen die beroep moeten doen op voedselhulp en is de term “werkende armen” geïntroduceerd door het ABVV. Het is vernederend om aan de meest essentiële noden van je gezin niet meer zelf te kunnen voldoen.

    Voor diegenen met een redelijk loon staan zaken als hoger onderwijs voor de kinderen, vakanties, ontspanning en cultuur onder druk. Net die zaken die het leven wat aangenamer kunnen maken.

    Het is meer dan terecht dat armen en werkenden, die hun levensstandaard bedreigd zien, in actie komen. Wereldwijd zijn er betogingen en stakingsacties. Ook in België waren er de laatste maanden acties en stakingen voor meer loon. In juni volgen er verdere acties en betogingen van de vakbonden.

    Begin dit jaar spraken de patroons nog over koopkrachthysterie. Vandaag stevent de hele wereld af op een nog nooit geziene voedsel-en koopkrachtcrisis.

    Welke oplossingen voor deze crisis?

    Enkel een reële loonsverhoging voor de werkende klasse kan onze koopkracht redden. Daarnaast hebben we nood aan een sociaal programma van o.a. welvaartvaste uitkeringen.

    Als linkse socialisten denken wij dat het de chaos, de anarchie van de “vrije” markt is die de wereld in deze crisis stort. Wetenschap en technologie staan nochtans op ongeziene hoogten. Het is perfect mogelijk om voedsel te produceren voor 12 miljard mensen.

    We moeten eisen dat de sleutelsectoren van de economie waaronder voeding en energie in handen komen van de gemeenschap. Op die manier kan er een democratisch plan worden opgesteld die voorziet in de verkoop van voedsel aan betaalbare prijzen.

    Deze bedrijven moeten onder controle van de arbeiders en consumenten staan, want enkel op die manier kan de productie ook ten dienste staan van de behoeften van de bevolking en de natuur.

    Een links socialistisch programma !

    • Een index die de reële levensduurte uitdrukt
    • Afschaffing van BTW op levensmiddelen
    • 1 euro per uur extra voor alle loontrekkenden
    • Welvaartsvast maken van alle uitkeringen

    Gefinancierd door :

    • Harde aanpak van zware fiscale fraude
    • Afschaffing van fiscale cadeau’s aan de rijken
    • Vermogensbelasting op de grote fortuinen
  • Prijsstijgingen en voedselcrisis. Zij speculeren, wij betalen de rekening

    Het kan bijna niemand meer ontgaan: de prijzen stijgen. In België zijn de benzineprijzen met 12% gestegen op een jaar tijd, de broodprijs met 13%, de prijs van eieren met 25%, die van mazout met 26% en die van pasta met 25%. De uitgaven van een gemiddeld gezin zijn met 5,2% gestegen als het eerste kwartaal van 2008 wordt vergeleken met het eerste kwartaal van 2007. En niets wijst erop dat deze cijfers terug zullen afnemen…

    Noch de lonen, noch de uitkeringen hebben deze tendens gevolgd. Althans niet voor de meesten onder ons. De patroon van Delhaize bijvoorbeeld heeft minder problemen met de prijsstijgingen in zijn winkels: hij kreeg in 2007 een loonsverhoging die geen enkele gewone arbeider als realistisch zou zien voor zichzelf: +25%! En dat levert hem een niet onaardig loon op van 2,6 miljoen euro… Terwijl wij de broekriem moeten aansnoeren, is de patroon van Delhaize niet de enige die er sterk op vooruit gaat. De patroon van Inbev (Jupiler, Stella,…) kreeg vorig jaar een loon van 4,28 miljoen euro (+8,9%).

    Overal ter wereld

    Het is overal ter wereld hetzelfde met een gelijkaardige tendens, ook al zijn er verschillen qua impact of omvang. Internationaal zijn de voedselprijzen sinds midden 2007 er met ongeveer 40% op vooruitgegaan. De Wereldbank schat dat het dure voedsel ervoor zorgt dat zowat 2 miljard mensen dagelijks een overlevingsstrijd moeten voeren. Tegelijk komen multinationals uit de voedingssector er goed van af. Nestlé haalde vorig jaar een omzet van 66,55 miljard euro (+9,2%) met een winst van 6,59 miljard euro (+15,8%). 2008 is goed begonnen voor het bedrijf met nogmaals een stijging van de omzet met 9,8% in de eerste drie maanden van dit jaar. Voor Danone is het nog beter: de omzet steeg met 11,4% in de eerste drie maanden.

    De reden voor de prijsstijgingen moet gezocht worden in de tegenstellingen tussen arm en rijk. In de media wordt vaak verwezen naar de groeiende vraag in India en China, of nog naar de rol van de zogenaamde “bio”-brandstoffen. Maar zelfs indien deze elementen een rol spelen, zijn deze niet zo snel ontwikkeld als de prijsstijgingen die we momenteel zien. Bovendien stelde de NGO 11.11.11 dat er genoeg grond is om zo’n 12 miljard mensen te voorzien in voedsel, dat is bijna het dubbele van de actuele wereldbevolking!

    Wie is verantwoordelijk?

    De economische crisis die komt overwaaien uit de VS (de zogenaamde “hypotheekcrisis” rond de rommelhypotheken) heeft de mogelijkheden voor speculanten beperkt. Hierop zijn heel wat speculanten overgestapt naar voeding en grondstoffen. Want, ook al is het crisis, we moeten allemaal toch eten… en dus voedingsproducten kopen. De speculanten kopen voedingsstocks op om zichzelf te verrijken. Dat er hierdoor honderden miljoenen mensen niet meer in staat zijn om eten te kopen, is niet hun zorg. Een patroon van ADM (een multinational gespecialiseerd in het verkopen en aanpassen van granen) stelde: “De volatiliteit van de markt voor grondstoffen biedt nooit geziene kansen”. Dat is geen cynisme, het is economie. Markteconomie om exacter te zijn.

    Het gaat hier niet om een slecht functioneren van het systeem. Het is de “vrije markt” zelf die leidde tot de kredietcrisis (door de aanmoedigingen om te consumeren op basis van schulden). Om de woekerwinsten verder te zetten, wordt nu door de verantwoordelijken voor de kredietcrisis gespeculeerd met ons voedsel. Moeten we hen toelaten dat ze verder kunnen speculeren en van crisis naar crisis gaan, terwijl wij steeds het slachtoffer zijn – zowel als werkenden als met de planeet op zich – om te betalen zodat de verantwoordelijken hun rijke parasiterende leventje kunnen verder zetten in alle luxe?

    Nationalisering onder controle van de werkenden en consumenten

    De controle op de voedselproductie en de distributie moet uit de handen van de speculanten worden gehaald. Het mag niet worden overgelaten aan internationale bedrijven uit de agro-sector.

    Naast eisen om iets te doen aan de stijgende prijzen (zoals een belangrijke verhoging van de lonen en uitkeringen), moet de arbeidersbeweging ook opkomen voor de nationalisering zodat er een democratische planning mogelijk is van de verdeling van voedsel aan redelijke prijzen voor iedereen. De genationaliseerde bedrijven moeten onder de controle van de werkenden en de consumenten worden geplaatst zodat de productie gericht is op de behoeften van de meerderheid van de bevolking en niet de winsthonger van een kleine minderheid van kapitalisten.

  • Geen ondermijning van de index, geen all-in akkoorden

    Meer koopkracht door meer loon!

    Het patronaat is de onderhandelingen voor het Interprofessioneel Akkoord (IPA) in het najaar nu reeds aan het voorbereiden. Het kan daartoe beroep doen op haar vrienden bij de Europese Centrale Bank of de Nationale Bank. Vanuit die hoek kwamen nogmaals voorstellen om de index verder te ondermijnen of zelfs af te schaffen. Het doel daarbij is niet de index op zich, maar wel de IPA-onderhandelingen in het najaar. Als het van het patronaat afhangt, zou een status-quo voor de index reeds een overwinning zijn voor de arbeiders waar een hoge prijs voor de gemeenschap tegenover staat.

    Geert Cool

    Index aanpakken via all-in?

    De discussie over de index moest de aandacht afleiden. De afgelopen decennia is de index immers al voldoende ondermijnd. In de jaren 1980 werd het indexcijfer een viermaandelijks gemiddelde (waardoor prijsstijgingen pas later worden doorgerekend). In 1993 werd de gezondheidsindex doorgevoerd (zonder benzine, diesel, tabak en alcohol). Begin 2006 werd de indexkorf van producten die bepalen wat de hoogte van de index is aangepast, met een grotere nadruk op een aantal luxeproducten die prijsdalingen kenden (DVD-spelers, televisies,…).

    Guy Quaden van de Nationale Bank (en aangesteld door de PS) reageerde op de kritiek van de Europese Centrale Bank aanvankelijk met de stelling dat de index al voldoende afgebouwd is om niet langer een “gevaar” te vormen. Toch stelde ook Quaden dat de index ter discussie moet worden gesteld. De bedoeling is duidelijk: niet de index is het doel voor het patronaat, maar wel de cadeaus die ze opnieuw zelf willen binnenhalen naar aanleiding van het IPA dit najaar (als er al zo’n akkoord zal komen door de sociale partners – mogelijk zal de regering opnieuw het initiatief moeten nemen).

    Een mogelijkheid om de index verder te ondermijnen, is het stelsel van de all-in akkoorden (waarbij de grens voor loonsverhogingen de indexstijgingen reeds omvat). In het IPA 2007-2008 was een loonnorm voorzien van 5% voor indexverhogingen en loonsverhogingen. Volgens het Planbureau zal er in deze periode een stijging van de index met 5,1% geweest zijn (Agoria ziet het eerder naar 5,6% gaan). Dit heeft verregaande gevolgen voor een aantal sectoren. In de bouwsector bijvoorbeeld wordt een indexering boven de 5% niet meer toegekend! In andere sectoren komt er bovenop de index geen enkele verhoging. Gelet op de ondermijning van de index is er ook in deze sectoren een reële achteruitgang (de inflatie, of prijsstijgingen, bedraagt op jaarbasis 4,39% of meer dan de stijging van het indexcijfer).

    Met de prijsstijgingen van de afgelopen maanden zal het moeilijker zijn om all-in akkoorden te sluiten. Het patronaat zal wel willen, maar het protest tegen dit soort akkoorden zal groter zijn. Voormalig ACV-topman Gilbert De Swert stelde in De Morgen over deze all-in akkoorden: “De vakbonden zullen nee zeggen, meer dan vroeger, geleerd als ze zijn door de recente inflatiestijging, die in enkele sectoren reeds afgesproken loonsverhogingen heeft gekelderd – op een moment dat werknemers meer koopklacht dan koopkracht hebben.”

    Patronaat wil lastenverlagingen voor winsten en toplonen

    2007 was opnieuw een goed jaar voor de winsten. De topmanagers en aandeelhouders zullen dat geweten hebben. Zo kregen de aandeelhouders van de Belgische beursgenoteerde bedrijven 10,2 miljard euro aan dividenden (een stijging met 42% tegenover 2006). Zowat de helft van de winsten gaat naar de aandeelhouders. Ook de topmanagers konden een graantje meepikken van de grote winsten. Gilbert De Swert stelt terecht vast: “Ondernemingen weten vandaag wel niet wat met hun vele geld gedaan, maar 1 eurocent meer loonkost, dat kost hen naar hun zeggen hun hele concurrentiekracht en onze werkgelegenheid.”

    Toch pleit het patronaat opnieuw voor verdere lastenverlagingen en wellicht zal dat ook centraal staan in haar eisenpakket voor de IPA-onderhandelingen dit najaar. Die lastenverlagingen moeten de arbeiders de illusie geven dat ze een groter nettoloon overhouden, terwijl het op langere termijn de uitgaven van het patronaat beperkt. Een win-win situatie? Niet bepaald. Het ondermijnen van de gemeenschapsmiddelen door de inkomsten voor de sociale zekerheid en de algemene gemeenschapskas af te bouwen, zal zich natuurlijk op een andere manier laten terugbetalen. Dat zien we nu reeds met de geliberaliseerde openbare diensten (energie, telecommunicatie, geleidelijk aan ook De Post,…). Daar zien we dat de “lastenverlagingen” en andere neoliberale recepten net leiden tot het opdrijven van het probleem van de koopkracht.

    Verzet is nodig

    Het patronaat is haar geschut aan het bovenhalen om op de discussies te wegen. Het aantal proefballonnetjes rond de index, all-in akkoorden of lastenverlagingen wordt opgedreven. Er zal daar iets tegenover moeten geplaatst worden door de vakbonden. Na de betoging van 15 december bleef het te stil. Het idee van regionale actiedagen na de sociale verkiezingen en een nationale betoging in het najaar is zeker positief, maar er zal een echte campagne rond moeten worden gevoerd.

    De veelal spontane acties rond koopkracht de afgelopen maanden geven aan dat koopkracht een bijzonder gevoelig thema is. De enige manier om de koopkracht effectief te verbeteren, is door meer loon en hogere uitkeringen. Een offensief voor meer koopkracht zou op een brede steun en actieve betrokkenheid kunnen rekenen. Waarop wachten om dat te organiseren?

  • Om koopkracht te herstellen: actieplan nodig!

    VBO-baas Leysen roept vakbonden op achterban in te tomen…

    Nieuw VBO-voorzitter Thomas Leysen heeft meteen kleur bekend. Ter gelegenheid van diens “verkiezing” tot voorzitter – eigenlijk zijn aanduiding door de raad van bestuur van het VBO, want zo “democratisch” gaat dat er daar aan toe – riep hij de vakbondsleiders op tot “leiderschap”. Daarmee bedoelt hij niet dat ze moeten luisteren naar hun basis en de wensen ervan naar best vermogen moeten uitvoeren, maar integendeel dat ze hun achterban in toom moeten houden. Benieuwd of Thomas diens eigen patronale achterban ook in toom wil houden, zo te zien giet hij liever olie op het vuur.

    Eric Byl

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Wie is de nieuwe VBO-voorzitter Thomas Leysen?

    Zoals dat de gewoonte is, zowel in de bedrijfswereld als in de politiek, stapt Thomas Leysen in de voetsporen van vader André, die 25 jaar geleden ook al voorzitter was van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) Thomas is onder meer topman bij materiaaltechnologiegroep Umicore, waar ook oud-premier Dehaene in de raad van bestuur zetelt. Uit het jaarverslag van 2007 blijkt dat Leysen bij Umicore 1,097 miljoen euro opstreek, een goede 3 miljoen oude Belgische franken per maand!

    Thomas Leysen is een cumulard. Hij is ook voorzitter van de Raad van bestuur van de holdingmaatschappij Corelio en van de VUM, het grootste mediabedrijf in België. Verder is hij lid van de Raad van bestuur van IMEC en van de Raad van toezicht van Bank Metzler in Duitsland. Hij zetelt ook nog in het bestuur van de Koning Boudewijnstichting. Je zou je nog afvragen waar hij de tijd vindt.
    [/box]

    Leysen verwijst uiteraard naar de spontane stakingen voor meer koopkracht eerder dit jaar. Hij noemt dat “wilde” stakingen. Aanvankelijk deed het patronaat die acties af als “het werk van een radicale minderheid” en de zucht naar meer loon, als “een buikgevoel los van de realiteit”. Sindsdien geeft het patronaat schoorvoetend toe dat de levensduurte toeneemt. De inflatie staat op het hoogste peil in meer dan 20 jaar (sinds ’85) en zelfs het rechtse weekblad Trends schrijft dat de prijsstijgingen bijlange niet gecompenseerd worden door loonstijgingen. Redenen genoeg voor Leysen om te vrezen dat de golf van acties in het voorjaar slechts een voorbode was voor meer acties in het najaar.

    Leysen weet dat de pleidooien van het patronaat en haar politieke lakeien voor “loonmatiging”, weinig indruk maken op de achterban van de vakbonden. Die weten immers ook wel welke schandalige vergoedingen de directies uit hun bedrijven wegslepen. Volgens het jaarverslag plunderde “CEO” Jean Paul Votron de bankverzekeraar Fortis voor maar liefst 4,57 miljoen € in 2007, diens handlanger, vice-CEO Herman Verwilst voor 2,5 miljoen €. Alleen al Votrons’ basissalaris nam vorig jaar toe met 73%! Ga dan maar eens vertellen aan de “achterban”, dat ze in ieders belang de buikriem alweer moeten aantrekken.

    Ook de aloude mythe van de loon-prijsspiraal, het verschijnsel waarbij een verhoging van de lonen teniet gedaan zou worden door een stijging van de inflatie, pakt nauwelijs verf. De achterban weet ook wel dat als de aandeelhouders het met wat minder doen en de CEO’s wat matigen, er voldoende ruimte is voor loonverhogingen zonder dat dit de inflatie hoeft te beïnvloeden. Vorig jaar voelde het patronaat de economische crisis al hangen en nam ze haar voorzorgen. 10,2 miljard € keerden de beursgenoteerde bedrijven in 2007 uit aan de aandeelhouders, een stijging met 42% ten aanzien van 2006. Liefst 50% van de winsten werden op die manier verdeeld onder de aandeelhouders tegenover 33% ervan een jaar eerder. Kortom, de patroons hebben hun zakken nog eens goed gevuld voor de crisis echt voelbaar werd. Ter vergelijking: een verhoging van lonen en uitkeringen met 1% voor iedereen zou 750 miljoen € kosten.

    Nu het patronaat met de grote brokken gaan lopen is, probeert men ons wijs te maken dat het geld op is. Omdat de geloofwaardigheid van het hebzuchtige patronaat is aangetast, probeert ze daarvoor beroep te doen op de vakbondsleiders. Dat Leysen zich bezig houdt met zijn eigen achterban, hij wordt daar meer dan ruim voor vergoed.


    Actieweek van 9 tot en met 13 juni

    Van 9 tot 13 juni zijn er regionale acties in de verschillende provincies. Er wordt op maandag 9 juni gestart in de provincies Antwerpen en Luik. Op 10 juni volgen Oost-Vlaanderen en Henegouwen. Op 11 juni: West-Vlaanderen, Limburg en Luxemburg. Op 12 juni Brussel, Waals-Brabant en Vlaams-Brabant.

  • Recessie in de VS treft ook Europese economie

    Steeds meer economen bevestigen dat de Amerikaanse recessie Europa bereikt. Ook België zal niet aan de gevolgen hiervan ontsnappen. Het vertrouwen van de ondernemers zakt naar nieuwe dieptepunten. De gevolgen van een economische crisis zullen niet beperkt zijn voor de arbeiders en hun gezinnen. Nu reeds is het duidelijk dat het patronaat ons de prijs voor de crisis wil laten betalen.

    Dat een recessie vooral de arbeiders treft, zien we in de VS. Daar is de huizenmarkt in maart verder ineengestort. De verkoop van huizen daalde met 8,5% tot het laagste niveau in 17 jaar. De gemiddelde huizenprijs daalde met 6,8% tegenover februari en 13,3% op jaarbasis. Wie een huis bezit, ziet de waarde ervan dalen. Velen die hun huis afbetalen doen dit op basis van een waarde die niet meer overeenstemt met de realiteit. De werkloosheid neemt toe en het aantal armen eveneens.

    De Europese economie is niet ongevoelig voor de Amerikaanse recessie. ING-econoom Carsten Brzeski verklaarde dat de daling van het Duitse ondernemingsvertrouwen “een waarschuwing” is “voor alle aanhangers van de ontkoppeling”. “Zij geloofden de jongste maanden dat de Duitse economie de financiële crisis en Amerikaanse groeivertraging van zich af kon schudden. Jammer genoeg bestaat het paradijs alleen in sprookjes.”

    Een economische stilstand of recessie zal ook in ons land gevolgen hebben. Woensdag wees de Nationale Bank erop dat het ondernemersvertrouwen in ons land sterk afgenomen is. Voor de begroting wordt gesproken over een gat van minstens 430 miljoen euro. Economen gaan ervan uit dat de koopkracht verder zal blijven dalen. Dexia Research bijvoorbeeld waarschuwt dat het verlies aan koopkracht binnen enkele maanden een grote weerslag zal hebben op de consumptie, ook al omdat er minder nieuwe jobs bijkomen.

    De bedrijven willen de werkenden laten betalen om hun winsten op peil te houden. De economische situatie als gevolg van de recessie in de VS wordt door VBO-topman Thomaes aan de arbeiders verweten, “Vooral de binnenlandse consumptie lijkt het te laten afweten. Niet verwonderlijk na al die berichten over de dalende koopkracht, zowel door economen als door politici. Dit bewijst ook dat het afnemen van de vraag een psychologische oorzaak heeft.” En ook de indexaanpassingen van de lonen zijn een oorzaak van de economische problemen, aldus het VBO.

    Het onderzoeksinstituut Ifo dat het ondernemersvertrouwen in Duitsland onderzocht, meent niet dat de berichten over de dalende koopkracht “psychologisch” van aard waren. Ifo wijst erop dat het slechte economische klimaat vooral een gevolg is van de dalende koopkracht. “De stijgende prijzen voor olie en voeding vormen een groter probleem, omdat ze de koopkracht van de consumenten aantasten”, aldus Gernot Nerb van Ifo.

    Het VBO pleit als antwoord op de economische problemen voor een politiek van “loonmatiging” (wat betekent: een dalende levensstandaard voor de werkenden). En om dat verkocht te krijgen hoopt Thomaes “dat zowel langs patronale als langs syndicale en politieke kant krachtige figuren opstaan die hier hun schouders durven onderzetten.” Het is wellicht de droom van iedere patroon dat er “krachtige” figuren opstaan die hun politiek verkopen aan de arbeiders.

    Tegelijk wordt het steeds duidelijker dat een economische crisis niet van korte duur zal zijn. De Duitse regering herzag de vooruitzichten voor groei naar beneden. Het verwacht een groei van 1,7% in 2008 en 1,2% in 2009. Ook in ons land circuleren er gelijkaardige cijfers

    De beste manier om ons voor te bereiden op verdere aanvallen op onze koopkracht en levensstandaard, is door nu reeds het verzet te organiseren. De betoging van 15 december was een goed begin, maar er zal meer nodig zijn dan één betoging. Bij de sociale verkiezingen in de loop van de maand mei zal koopkracht vaak een cruciaal thema zijn. Dat zou best gekoppeld worden aan een discussie over een gemeenschappelijk actieplan van de vakbonden zodat na de sociale verkiezingen onmiddellijk in het offensief wordt gegaan. Zoniet zullen de patronale eisen en redeneringen terrein winnen. Daar zouden alle arbeiders, uitkeringstrekkers,… de dupe van zijn.

  • Koopkracht. Steeds meer “working poor”

    Het verlies aan koopkracht treft niet alleen uitkeringsgerechtigden, ook steeds meer werkenden komen in de problemen en slagen er niet in om rond te komen. Het ABVV deed een studie waaruit blijkt dat zowat 20% van de werkenden niet rondkomen met hun maandloon. En dat terwijl de grote aandeelhouders steeds meer nieuwe cadeaus kregen, onder meer via de notionele intrestaftrek.

    De cijfers van het ABVV maken duidelijk dat het probleem van de dalende koopkracht verregaand is. Terwijl de traditionele politici het graag hebben over de strijd tegen armoede en daar zelfs een staatssecretaris voor aanstelden in de huidige regering (Laloux, PS, die evenwel snel werd vervangen), neemt de armoede onder brede lagen van de Belgen toe. 15% van de bevolking leeft officieel in armoede en het aantal werkenden dat in armoede leeft, neemt eveneens toe. Zowat 4% van de werkenden vallen onder de armoedegrens voor ons land.

    Maar armoede is breder dan een loutere berekening op basis van het maandinkomen. Een groeiend aantal werkenden heeft sowieso problemen om rond te komen. Volgens het ABVV heeft 51% van de werkenden het moeilijk om iedere maand rond te komen, 44% stelt dat één loon onvoldoende is om van te leven, 37% slaagt er niet in om te sparen, 18% heeft geen geld voor vakanties,…

    Deze cijfers maken duidelijk dat de ondermijning van de koopkracht een brede groep van werkenden treft. Armoede is niet langer een probleem van de allerarmsten, het is steeds meer een dagelijkse realiteit, ook voor wie een job heeft! Het ABVV heeft het terecht over de “working poor”, de zowat één op vijf arbeiders die geen eigen woning kunnen kopen, niet op reis gaan en moeite hebben om vrijetijdsuitgaven te doen.

    ABVV-voorzitter De Leeuw wil dat daar iets aan wordt gedaan: “We claimen de belastingvermindering die de bedrijven hebben gekregen in het kader van de notionele intrest terug om de koopkracht te herstellen.” Dat is een terechte eis aangezien de fiscale cadeaus voor de rijksten de gemeenschap heel wat middelen kosten op een ogenblik dat de armste lagen (met inbegrip van veel werkenden) hun koopkracht sterk zien afnemen. De forse uitspraak van De Leeuw is positief, maar het blijft de vraag hoe hij hoopt om dit soort eisen effectief af te dwingen. Een studie zal daarvoor niet volstaan…

    Deze studie zal nuttig zijn bij het loonoverleg in het najaar. De ABVV-topman stelde: “De brutolonen, de minimumlonen en de uitkeringen moeten gevoelig omhoog. Prijscontrole is nodig voor energieproducten en in de huursector. Desnoods moeten huurprijzen geblokkeerd worden. Om alles te betalen zullen we weer moeten praten over de notionele intrest, want met de twee miljard euro aan belastingvermindering die de bedrijven hebben gekregen kunnen we sociale maatregelen treffen.” Dit soort maatregelen is echter niet evident indien er geen politiek verlengstuk is dat bereid is om te breken met de logica van dit systeem. Zoniet leidt een prijzencontrole mogelijk vooral tot schaarste (omdat de distributie van producten niet onder gemeenschapscontrole staat). Ook zullen de grote bedrijven niet vrijwillig afstand doen van de vele cadeaus die ze de afgelopen jaren hebben gekregen.

    Het probleem van de dalende koopkracht wordt vandaag niet begrepen door politici (die zelf weinig last hebben van een dalende koopkracht) en soms zelfs resoluut ontkend door patroonsorganisaties (al wordt tegenwoordig meer openlijk gepleit voor het “aanhalen van de buikriem”). De vakbondsleidingen moeten de dalende koopkracht op de agenda zetten. Studies kunnen daarbij nuttig zijn, maar deze moeten worden gekoppeld aan acties. Op 15 december vorig jaar was er een eerste betoging voor solidariteit en koopkracht. Sindsdien was er een golf van spontane stakingen voor meer koopkracht. Wanneer wordt de broodnodige conclusie getrokken dat er een degelijk actieplan nodig is om de koopkracht centraal te stellen en effectief zaken af te dwingen?

  • Naar een plafond op toplonen?

    Minister Vervotte kondigde aan dat ze wil onderzoeken of het mogelijk is om topmanagers bij overheidsbedrijven een plafond inzake de lonen op te leggen. Tegelijk stelde ze wel meteen dat de lonen “aantrekkelijk” moeten blijven. De bekendmaking van heel wat toplonen leidt opnieuw tot verontwaardiging en de aankondiging van exact dezelfde voorstellen als bij eedere bekendmakingen van toplonen…

    De voorstellen van Vervotte lijken vooral te dienen voor de publieke opinie. Hoe de minister denkt in staat te kunnen zijn om plafonds op te leggen voor de toplonen in de deels geprivatiseerde overheidsbedrijven is bijvoorbeeld helemaal onduidelijk. Of denkt de minister dat de private partners bij pakweg De Post zomaar akkoord zullen gaan met een dergelijke maatregel?

    Toplonen blijven stijgen

    In 2007 gingen de toplonen opnieuw vooruit. 2006 was reeds een goed jaar voor de topmanagers die er maar liefst met 22% op vooruit gingen. Dat hoge percentage werd beïnvloed door een grote eenmalige operatie bij Albert Frère die enkele miljoenen extra opstreek. Ondanks het feit dat deze eenmalige operatie in 2007 was weggevallen, bleef er een stijging met 1,4% plaatsvinden.

    Een gemiddelde CEO (topmanager) van een Bel-20 bedrijf kreeg in 2007 2,22 miljoen euro. Bij de hoogste lonen vinden we Didier Bellens (Belgacom), Pierre-Olivier Beckers (Delhaize), Jean-Paul Votron (Fortis), Albert Frère (GBL), Carlos Brito (InBev) en Gérard Mestrallet (Suez). Het loon van Bellens ging er met 37,4% op vooruit. Carlos Brito van Inbev haalde het hoogste loon met 4,29 miljoen euro, hij wordt gevolgd door Votron en Frère. De slechts betaalde topmanager was Jan Cassiman van Omega Pharma, nog steeds goed voor een jaarwedde van 475.000 euro.

    Een plafond bij overheidsbedrijven?

    De toplonen liggen bijzonder gevoelig bij de werkenden die hun reële loon zien dalen door de stijgende prijzen. De indexering van de lonen volstaat bijlange niet om die stijgende prijzen op te vangen. Sommige neoliberale economen pleiten zelfs onomwonden voor een forse daling van onze koopkracht (of correcter gezegd: een verderzetting van de daling van onze koopkracht).

    Om dat verkocht te krijgen, zouden de topmanagers volgens sommige liberalen beter zelf ook wat zuiniger omspringen met de eigen lonen. Er kwamen reeds pleidooien in die richting van onder meer Karel De Gucht. Die schreef hierover een opiniestuk bij de bekendmaking van de toplonen van vorig jaar. Nu wordt dit idee nog eens opgerakeld door minister Vervotte die stelde dat ze wil nagaan of het mogelijk is om de vergoeding van de topmanagers van overheidsbedrijven te plafonneren. Dat plafond zou bepaald worden door een vergelijking met de normale toplonen in vergelijkbare bedrijven… Een soort loonnorm voor toplui dus. Een belangrijk probleem daarbij is natuurlijk dat de toplonen in de private sector evenzeer blijven stijgen en dat “loonnormen”voor topmanagers eerder inhouden dat de vergelijking wordt gemaakt met de hoogste lonen, het is enkel voor gewone werkenden dat steeds de vergelijking met lagere lonen wordt gemaakt.

    Daarnaast is het maar de vraag of de overheid nog in staat is om een dergelijke maatregel op te leggen aan de deels geprivatiseerde en/of geliberaliseerde overheidsbedrijven waarin private partners het steeds meer voor het zeggen hebben.

    We hebben eerder de indruk dat dit voorstel van Vervotte dient voor de publieke opinie en de illusie dat er iets gedaan wordt tegenover de toplonen. Dat kan nadien als argument dienen om verder onze koopkracht te ondermijnen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop