Guy Quaden, een mei ‘68er die vandaag aan de andere kant van de barricaden staat en gouverneur van de Nationale Bank is, heeft ook gezien dat de actieweek voor koopkracht een belangrijk succes is geworden. Hij zag ook dat de vakbondsleiding de impact van de mobilisaties had onderschat. Resultaat: om de balans terug wat meer in de richting van het patronaat te trekken, volgt een zoveelste aanval op de index.
Het was voor PS-voorzitter Di Rupo niet zo moeilijk om vorige week een nieuwe aanval op de index te voorspellen. Naast Unizo en het VBO kwam één van de aanvallen op de index immers van een partijgenoot van Di Rupo: Guy Quaden van de Nationale Bank. Die riep op om meer te doen tegen de oplopende inflatie. En wat kan je beter doen tegen stijgende prijzen, dan de lonen niet laten stijgen? Dat is natuurlijk een bizar standpunt en de eigenlijke boodschap is: de werkenden en uitkeringstrekkers moeten een stuk van hun levensstandaard afgeven. Voor zijn eigen loon moet Quaden zich geen zorgen maken, met 474.792 euro bruto in 2007 had hij vier keer zoveel als zijn Amerikaanse collega van de Federal Reserve en ook meer dan Trichet van de Europese Centrale Bank.
Eerder deze week sprak een liberale Gentse prof in De Tijd zelfs over het corrigeren van een periode van “koopkrachtverwenning”. We zouden boven onze stand hebben geleefd en moeten daarom besparen. Waarom het altijd wij zijn die moeten besparen, werd er niet bijgezegd. En waarom niet mag geraakt worden aan pakweg de 3,5 miljard euro die met de notionele intrestaftrek cadeau werd gedaan aan het patronaat, is eveneens niet duidelijk.
Maar Quaden wil dus maatregelen om de prijsstijgingen in ons land tegen te gaan. De prijzen stijgen hier namelijk sterker dan in de buurlanden. Quaden denkt niet zozeer aan maatregelen tegen prijsafspraken in de distributiesector waardoor de prijzen hier gemiddeld zo’n 10% hoger zijn dan in buurland Nederland. Neen, vergelijken met de buurlanden kan enkel om de lonen naar beneden te halen. Quaden denkt de prijsstijgingen te kunnen tegengaan door de “loonkosten in bedwang te houden”. Om sympathiek over te komen, stelt hij voor om de index enkel in vraag te stellen voor de grotere inkomens. Dat is een handige poging om nadien uiteraard de index voor iedereen in vraag te stellen. De hoogste inkomens hebben overigens geen index nodig om ieder jaar opslag te krijgen – de lonen van topmanagers lijken niet gebonden te zijn aan een loonnorm en stijgen ieder jaar makkelijk met een getal dat uit dubbele cijfers bestaat.
De bedoeling van dit voorstel van Quaden was natuurlijk om de index in vraag te stellen. Geef hem en zijn patronale vrienden een vinger en ze pakken vliegensvlug de hele arm. Premier Leterme en de PS haastten zich om te stellen dat er geen aanpassing van het indexsysteem mogelijk zou zijn. Tegelijk werd aangekondigd dat er zware besparingen zullen nodig zijn.
En dat op een ogenblik dat de koopkracht reeds sterk ondermijnd is. Dat blijkt onder meer uit de armoedecijfers voor gepensioneerden of nog uit het feit dat de Belgen gemiddeld minder kunnen sparen (gemiddeld 12,2% van het beschikbaar inkomen tegenover 13,2% vorig jaar). De Nationale Bank verwacht een stagnatie van de gezinsuitgaven, investeringen in woningen,…
VBO-topman Timmermans erkent dat er een “collectieve verarming” is, maar roept op om deze niet “af te wentelen op ondernemingen”. Hij waarschuwt dat dit toch gewoon zal worden doorgerekend op de werkenden. “We zitten opnieuw met een collectieve verarming. Daar kun je niet omheen. Maar gaan we die opnieuw afwentelen op ondernemingen? Dan kennen we de gevolgen. We hebben het al twee keer gezien: in de jaren zeventig en tachtig. De eerste keer leidde dat tot de devaluatie van 1982, de tweede keer tot het globaal plan van 1993. Nu zitten we weer op zo’n kantelmoment. Is het echt zo moeilijk om aan de mensen uit te leggen dat we niet dezelfde fout mogen begaan?” Concrete vertaling: als de overheid de middelen niet gaat zoeken bij de arbeiders en hun gezinnen, dan zal het patronaat dat wel doen zodat de regering gedwongen wordt om te besparen bij de arbeiders en hun gezinnen.
De patronale logica is er één van inhaligheid en een niet te stillen winsthonger. Vorig jaar werden recordwinsten geboekt en werden nog extra cadeaus gegeven aan het patronaat. Open VLD zag zelfs ruimte om nog eens 3 miljard te geven aan het patronaat. En wie zou daar de rekening voor moeten betalen? Juist: de werkenden en uitkeringstrekkers. Wij aanvaarden deze logica niet en een steeds groeiende laag evenmin. Dat was de boodschap van de actieweek vorige week.