Wouter Van Bellingen (Vl.Pro, het vroegere Spirit) deed vorige week het voorstel om met alle linkse formaties (SP.a, Groen, Vl.Pro, PVDA, CAP,…) samen te werken. Dit voorstel leek vooral een mediastunt na de heisa rond Forza Flandria. De Morgen stelde dat de meeste linkse formaties wel iets voelen voor dit voorstel, behalve LSP. Dat is natuurlijk kort door de bocht, maar we hebben wel bedenkingen bij samenwerking met "partijen die deel uitmaakten van het neoliberale beleid, zoals Groen!, sp.a en Vl.Pro", zoals De Morgen het stelde. Zo zien we bijvoorbeeld niet goed in hoe we aan militanten uit het onderwijs kunnen vragen om met de partij van minister Vandenbroucke in zee te gaan. We kregen een interessante reactie van Irina, een LSP-lid uit Leuven, die uitlegt waarom er bezwaren zijn tegen een dergelijke formatie.
Er is dringend nood aan een nieuwe, brede arbeiderspartij waarin LSP kan functioneren als revolutionaire fractie. Maar het woord zegt het zelf: een arbeiderspartij die de belangen van de onderdrukten met hand en tand wil en kan verdedigen. Hier wringt nu net het schoentje: de partijen die deze ‘grote linkse formatie’ voorstellen zijn niet bereid onze belangen te verdedigen. Dit kan gestaafd worden met hun beleid de afgelopen jaren (het Generatiepact, het plan-Vandenbroucke, de afbouw van de sociale zekerheid, goedkeuring van een onmenselijk asielbeleid etc.), feiten die ze niet kunnen ontkennen. En denken dat een partij (of partijen) enkele maanden(!) later lijnrecht tegenover zijn eigen standpunten zal staan, is ronduit absurd.
Toch is het ogenschijnlijk zo: partijen als SP.a spreken radicalere (linkse) taal. Waarom die plotse ‘omwenteling’, dan? Niet zo moeilijk: de (zogezegd) linkse partijen die al in de regering kwamen te zitten, verknoeiden het steeds grandioos door gewoon mee te heulen met het neoliberaal beleid. Bij de laatste verkiezingen werd SP.a hier ernstig voor afgestraft, bij de vorige verkiezingen deelde Groen in de klappen, en kwam deze overigens nooit te boven. In 2009 zijn er opnieuw verkiezingen, en deze partijen willen gewoon hun postjes terug. Hiervoor moeten ze echter stemmen winnen, en dus het beleid van hun vorige regeringsdeelname(s) uit het geheugen van de kiezer wissen. Hoe doe je dat nu? Inderdaad, je laat een hoopje spindoctors ervoor zorgen dat de partij een nieuw imago krijgt, liefst niet al te dicht bij het oude. Aangezien er langs rechterzijde al genoeg partijen staan te schreeuwen om aandacht, is opschuiven naar links (qua imago toch) een zeer logische stap; je kan profiteren van het hiaat langs linkerzijde, en er is zeker een publiek te vinden (lees: kiezers) voor het linkse gedachtegoed. Combineer dit met een vleugje populisme en je zit in de volgende regering.
Waarom willen partijen zoals groen!, SP.a en vl.pro dan een ‘grote linkse formatie’ in plaats van ieder voor zich stemmen te ronselen? De redenen zijn (vrees ik) dezelfde als deze voor een kartelvorming: samen halen ze meer stemmen. De grotere partijen kunnen dan de postjes naar zich toe trekken, de kleinere krijgen ‘naambekendheid’ en misschien een minder belangrijke post. In de praktijk komt de grotere partij makkelijker aan de macht, en worden de kleinere partijen na de verkiezingen met een kluitje in het riet gestuurd. Ik denk dan ook dat we die zogezegde linkse formatie moeten zien als een verkiezingskartel, en niets anders.
Is het voor LSP dan interessant om mee in zo’n formatie te stappen? Indien het werkelijk om een (langdurige) linkse formatie zou gaan, kan dit LSP inderdaad wel wat naambekendheid en misschien zelfs extra stemmen opleveren, maar er zijn ernstige bezwaren. Ten eerste is het niet waarschijnlijk dat de grotere partijen binnen deze formatie bereid zijn (blijvend) arbeidersbelangen te verdedigen. Aangezien dit voor LSP een essentieel punt is (of zou moeten zijn, maar daar twijfel ik niet aan), lijkt het me ook een essentieel bezwaar tegen deelname aan deze formatie. Ten tweede is mijn vrees dat bij verkiezingen de grotere partijen alles naar zich toe trekken, en de kleinere met lege handen achterblijven, denk ik gegrond. In dit geval kan LSP geen enkele stempel drukken op het beleid, maar wordt het ook moeilijk om er ons zomaar van te distantiëren. Het zou tot een onmogelijke impasse kunnen leiden, aangezien we geen neoliberalisme kunnen verdedigen maar hoogstwaarschijnlijk wel in een formatie met neoliberale partijen terechtkomen (al beweren ze zelf van niet). Alles tezamen zijn de bezwaren tegen deelname (naar mijn bescheiden mening) veel groter dan de potentiële voordelen.
LSP moet blijven voort werken en vechten voor de uitbouw van een nieuwe, brede arbeiderspartij, die op zijn minst de belangen van arbeiders met zekerheid zal verdedigen. Initiatieven als CAP gingen in de goede richting, maar er zijn fouten gemaakt en daaruit moeten we leren. De huidige (terechte) ontevredenheid in de maatschappij moet omgezet worden in strijdbaarheid, tegen de onderdrukking van de arbeider. Arbeiders mogen zich niet laten sussen door verkiezingstaal in hun voordeel, ze moeten zich organiseren tegen het patronaat en zijn politieke verlengstukken. LSP heeft een rol te spelen in het organiseren van de arbeiders, en mag zich niet monddood laten maken door de traditionele, ‘linkse’ partijen.