Category: Globaal

  • Recessiedreiging zorgt voor schok op beurzen

    Op de beurzen werden de grootste verliezen genoteerd sinds 11 september 2001. Er werd niet zozeer de vraag gesteld of er een recessie komt, maar wel hoe diepgaand deze zal zijn en hoe lang ze zal duren. Aan de top van de grootste banken is er paniek. Merril Lynch, Citigroup, Morgan Stanley en UBS moesten 40 miljard dollar bijeen bedelen, voornamelijk in het Midden Oosten en Azië, om de verliezen te dekken na de speculaties op de huisvestingsmarkt.

    Editoriaal van ons Brits zusterblad ‘The Socialist’

    Ook in Europa moesten grote banken aankondigen dat er besparingen zouden volgen na het afschrijven van een aantal waarden. Een aantal Britse kapitaalfondsen vroegen de investeerders om te wachten om hun geld af te halen, anderen moesten beperkingen invoeren op de afhalingen.

    Het kapitaalfonds New Star zou er beter aan toe zijn, maar zag haar aandelen toch een derde van hun waarde verliezen. In de tweede helft van 2007 werd voor een waarde van 500 miljoen pond aan fondsen teruggetrokken uit het kapitaalfonds.

    Andere delen van de economie staan er nog een beetje beter voor. De cijfers van de kerstinkopen vielen wel hard tegen (in de VS daalde de detailhandel in december zelfs met 0,4% tegenover november – dit werd meteen opnieuw als een teken aan de wand onthaald op de financiële markten). De energieprijzen blijven maar oplopen en ook op de huisvestingsmarkt blijven er problemen. Volgens het IMF zouden de vastgoedprijzen in Groot-Brittannië 40% overgewaardeerd zijn, een sterke daling van de prijzen kan dus volgen.

    De Amerikaanse economie blijft de weg volgen naar een recessie en delen van de economie bevinden zich reeds in een recessie. De huizenprijzen dalen, de particuliere consumptie vertraagt en de werkloosheid neemt toe. De regering plant een noodstimulans ter waarde van 140 miljard dollar, voornamelijk in de vorm van terugbetalingen van belastingsgeld aan particulieren en bedrijven. Daarmee wil de regering de vermindering van het aantal jobs tegengaan en wil het ook de consumptie stimuleren.

    Amerikaanse particulieren zouden tot 800 dollar terugkrijgen van hun belastingsgeld, maar wellicht zal het echte cijfer heel wat lager liggen. Veel gezinnen die met grote schulden kampen, zullen dat geld overigens vooral gebruiken om leningen en kredieten af te betalen en niet om te consumeren. Bedrijven die extra middelen krijgen zullen dat niet gebruiken om te investeren, waar zouden ze immers meer goederen of diensten kunnen verkopen?

    De rentevoeten werden reeds drie keer verlaagd in de VS. Ook nu was er opnieuw een sterke daling van de rentevoet met 0,75%. Mogelijk zullen er nog dalingen volgen. Dat leidt echter niet automatisch tot een positieve reactie op de financiële markten. Bovendien neemt dit de reeds bestaande schulden niet weg.

    Alle factoren wijzen op een herhaling van een recessie-scenario. Het zal niet lijken op de korte recessie in 2001, maar eerder een diepgaandere en langere recessie zijn. Er is bovendien een groeiend besef dat China, India en andere ‘opkomende markten’ niet in staat zullen zijn om de rest van de wereldeconomie te redden. Ze zullen integendeel zelf mee gesleept worden door de Amerikaanse recessie.

    Groot-Brittannië zou hard geraakt kunnen worden omwille van een aantal factoren waaronder de hoge huizenprijzen, de hoge particuliere schuldengraad en het probleem van het waardeverlies van het pond tegenover de euro. De Britse banken hebben de kleinste kapitaalreserves van zowat alle ontwikkelde landen. Hypotheekverleners vrezen dat ze niet langer leningen zullen kunnen toestaan indien de regering niet tussenkomt met middelen, zoals eerder gebeurde bij Northern Rock.

    De regering is nog volop bezig met de crisis bij Northern Rock. Nu wil het de geleende 25 miljard pond omzetten in waardepapieren. Hierdoor zou een overname van de bank door een bedrijf als Virgin minder risico’s omvatten en zou de koper niet onmiddellijk moeten overgaan tot het zoeken van miljarden ponden om de regering terug te betalen.

    Gordon Brown probeert het “n”-woord te vermijden (nationalisering). Nochtans is dat wat de regering doet met Northern Rock. De bank wordt genationaliseerd door de massale investering waardoor tegelijk de controle over het bedrijf wordt overgenomen. Het is echter een nationalisering van de verliezen, terwijl de winsten en middelen al klaargestoomd worden voor de volgende privatisering.

    Het is mogelijk dat de regering nog een aantal nationaliseringen zal moeten doorvoeren, misschien zelfs openlijker. Het neoliberalisme zit echter zo diep ingebakken dat economen nu naar de geschiedenisboeken moeten teruggaan om te kijken hoe een nationalisering kan gebeuren.

    De crisis is niet beperkt tot de banksector, maar omvat de hele economie. Het is niet enkel een probleem van liquiditeiten, kredieten zouden makkelijk kunnen gevonden worden indien kapitaalfondsen dachten dat dit winstgevend kan zijn. De belangrijkste factoren van de recente groei – de zeepbel van de immobiliënprijzen en de consumptie op basis van krediet – beginnen ineen te storten waardoor een recessie zo goed als onvermijdelijk is.

    In periodes van recessie proberen regeringen om de publieke uitgaven op te drijven om de economie te stimuleren of om de ergste effecten op de armsten te milderen. Maar met een grote overheidsschuld, is ook dat minder waarschijnlijk. Sommige analisten waarschuwen dat er beter hard bespaard wordt op de overheidsuitgaven om de schulden onder controle te houden.

    Een ernstige recessie zal enorme effecten hebben op het vlak van jobverlies, toename van de armoede en het verlies van huisvesting. Een recessie kan bovendien samengaan met een verderzetting van de prijsstijgingen. Diegenen aan de top van de samenleving hebben zichzelf daar reeds tegen beschermd met obscene toplonen, ook al blijkt nu steeds meer dat hun leiding over de productie en de economie niet bepaald tot successen leidt.

    Veel arbeiders en ook mensen uit de middenklasse hebben sobere vooruitzichten voor hun eigen financiële positie dit jaar. In plaats van dit gelaten te aanvaarden en de verliezen te incasseren, zal het nodig zijn om de woede om te zetten in acties. Daarbij zal de kwestie van een arbeiderspartij belangrijk zijn. Dat kan een verschil maken in de strijd tegen de ondermijning van onze levensstandaard en onze toekomst.

    Lees ook:

    Stock market mayhem – What is happening to global capitalism?

  • Voedselprijzen bereiken wereldwijd recordhoogtes

    De wereldvoedselprijzen bevinden zich op recordhoogtes. De Food and Agriculture Organisation van de Verenigide Naties (FAO) waarschuwt voor de mogelijkheid van serieuze sociale onrust en voedseltekorten. Waarom stijgen de voedelprijzen? En wat zullen de gevolgen hiervan zijn?

    Per-Åke Westerlund, vertaald door Kim Wauters

    De prijsindex voor voedsel van het weekblad The Economist staat op haar hoogste niveau sinds het begin in 1845! De FAO heeft voor de mogelijkheid van voedseltekorten ten gevolge van de prijsstijgingen gewaarschuwd en dit voor het eerst sinds de jaren 70.

    De prijs van het voedsel is nu één van de belangrijkste thema’s geworden in de meeste landen. China kende de grootste stijging in voedselprijzen het afgelopen jaar met een stijging van 18% (tot aan november), maar eieren en vlees zijn in China met bijna 50% in prijs gestegen. In Sri Lanka is de prijs van het voedsel gestegen met 17%, in Pakistan en Indonesië met 16%, in Rusland en Latijns-Amerika met meer dan 10%. Zonder tussenkomsten van de regeringen zouden de prijzen nog meer gestegen zijn.

    Doden tijdens protesten

    In China zijn er drie personen gestorven tijdens een “bestorming” van een supermarkt toen deze goedkope bakolie aanbood. Toegenomen voedselprijzen hebben ook rellen en massaprotesten uitgelokt in Mexico, Jemen, West Bengalen in India, Burkina Faso en Senegal. In Marokko raakten 50 mensen gekwetst door toedoen van de politie tijdens een protestbetoging tegen toenemende voedselprijzen.

    Deze nieuwe voedselcrisis vindt plaats terwijl er al 854 miljoen mensen (1 op 7 wereldwijd) een gebrek aan voedsel kenden. In het midden van de kapitalistische globalisatie en ondanks de groei van de wereldeconomie de afgelopen jaren, kwamen er jaarlijks vier miljoen ondervoede mensen bij.

    Degenen die het afgelopen jaar het meest geraakt werden, zijn de armen in die landen die een groot deel van hun voedsel importeren. In Mauritanië is prijs van geïmporteerd voedsel het afgelopen jaar verdubbeld. Tijdens rellen in november vielen er één dode en 17 gewonden in Mauritanië. Wereldwijd is de prijs van geïmporteerd voedsel het afgelopen jaar met 21% gestegen. Andere landen met hoge proporties van geïmporteerd voedsel zijn Nepal, Banglaldesh, Bolivië, Jamaica en Sub-Sahara Afrika. In al deze landen zijn er rapporten die waarschuwen voor het gevaar van toegenomen honger bij de bevolking.

    De grootste en meest spectaculaire prijsstijgingen zijn die van graan en peulvruchten. In de periode van mei tot september 2007, verdubbelde de wereldprijs voor tarwe is van 200$ per ton naar 400$. De prijs van mais is met 50% gestegen, die van rijst met 20% tot het hoogste bedrag ooit en sojabonen zijn ook met 20% toegenomen. In vele Europese landen zijn de prijzen van melkproducten ook al met 10% toegenomen.

    Waarom stijgen de prijzen?

    Er zijn verschillende redenen die leiden tot de toename van de voedselprijzen. Biobrandstoffen zijn er één van. Eén derde van de maisoogst in de Verenigde Staten, dat de grootste voedselexporteur ter wereld is, is gebruikt voor de productie van biobrandstoffen in plaats van voedsel. Een volle tank ethanol voor een terreinwagen vergt eenzelfde hoeveelheid mais dan die benodigd is om brood en voedsel te produceren voor één persoon gedurende één jaar volgens de Wereldbank. Dit onderstreept dat kapitalisme gericht is op het produceren voor de winst en niet voor de menselijke behoeften.

    Ten tweede is er de klimaatcrisis. Catastrofische overstromingen hebben in 2007 57 landen getroffen. Droogtes en branden hebben de oogsten in sommige landen verminderd, zoals in Australië en in delen van Brazilië. Er wordt voorspeld dat droogte en woestijnvorming de oogsten in de zwaarst geraakte landen in Afrika zal halveren in de komende 12 jaar. Loze beloften van regeringen in dienst van het grote kapitaal zullen deze gigantische crisis niet oplossen.

    Ten derde is de prijs van olie enorm de hoogte ingegaan. De toegenomen olieprijs beïnvloedt de kosten van voedselproductie, transport en meststoffen.

    Ten vierde is er de toegenomen vraag, vooral in China en India. Gedurende een aantal jaren hebben goedkope goederen uit China de wereldprijzen naar beneden gehaald en werd de inflatie tegengegaan (iets dat foutief aan de centrale banken wordt toegeschreven). Nu doet de sterke vraag in China de wereldprijzen voor olie en grondstoffen (inclusief voedsel) echter toenemen. Volgens The Economist is de vleesconsumptie in China toegenomen van 20 kilo per hoofd van de bevolking per jaar in 1985 naar 50 kilo in 2007.

    Regeringen hebben geen antwoorden

    Onteveredenheid over toegenomen voedsleprijzen hebben protesten en rellen uitgelokt, net als eisen voor hogere lonen en voor regeringen om ontslag te nemen. In Rusland werden stijgingen van voedselprijzen verboden gedurende de verkiezingsperiode van november tot januari, om zo Poetin’s verkiezingscampagne te ondersteunen. In Venezuela hebben private voedselbedrijven bewust voedseltekorten veroorzaakt in de aanloop naar het referendum in december, wat één van de factoren was die er toe heeft geleid dat Chavez nipt geen meerderheid behaalde.

    Regeringen staan machteloos om beperkingen van prijzen op te leggen zolang multinationals de productie, handel en prijzen controleren. In Zimbabwe faalde de poging van president Mugabe om een halt te brengen aan de drie-cijfers inflatie door middel van een decreet – het resultaat was dat de rekken in de winkels leeg bleven. Zelfs de Chinese regering was gedwongen om de prijzen van brandstoffen op te trekken onder druk van een sabotagecampagne van staatsoliebedrijven.

    In tal van landen zijn regeringen bezig hun voedselvoorraden op te bruiken, waardoor die voorraden zich nu op het laagste peil in 35 jaar bevinden. Dit soort maatregelen heeft enkel een invloed op korte termijn: het tegenhouden van prijsstijgingen terwijl de voedselvoorraden slinken, betekent dat deze regeringen grotere problemen zullen kennen in de toekomst.

    Het neoliberalisme heeft nog meer macht gegeven aan de multinationals. In verschillende delen van de wereld zijn lokale voedselproducederende faciliteiten gesloten en arme landen die in het verleden voedsel exporteerden, zijn nu de grootste importeerder geworden. Investeringen in voedselproductie zijn gedaald. Net als met geneesmiddelen hebben de armsten vaak geen toegang tot levensnoodzakelijke producten. Ook voesel is een product geworden waarmee de superrijken speculeren, terwijl miljoenen mensen sterven van de honger.

    De stijgende voedselprijzen zorgen mee voor wereldwijde toename inflatie

    De inflatie van voedselprijzen bedroeg in november 4,3% in de Eurozone en in de VS 4,8%. Met de groeiende angst voor een financiële crash en een scherpe daling van de waarde van de dollar, staat de centrale bank (Fed) er nu voor een dilemma. Banken en speculanten (investeerders) vragen lagere interestvoeten om goedkoper te kunnen lenen. Dit zou echter het risico op inflatie doen toenemen. Wat de centrale banken ook doen, we zullen een reeks van crisissen zien in de waarbij de regeringen de lasten op de arbeiderklasse en de armen zullen willen afschuiven. Het is het kapitalistische systeem zelf dat verantwoordelijk is voor de stijgende voedselprijzen en voedseltekorten.

    Om de prijzen en bevoorrading van voedsel te organiseren is een democratische planning vereist. Dat is enkel mogelijk indien de voedingsmultinations in collectieve eigendom worden genomen. Dan zouden de middelen zodanig verdeeld kunnen worden dat iedereen toegang heeft tot voedsingsrijke en gezonde voeding zonder dat het milieu vernietigd wordt door de productie- en distributiewijze van de op maximale winst beluste multinationals. Arbeiders in alle landen hebben te kampen met dezelfde moeilijkheden – er is bijgevolg nood aan een globale stijd tegen het kapitalisme, voor een democratisch socialisme. Nieuwe arbeiderspartijen en democratische massaorganisaties van de arbeidersklasse moeten gevormd worden om de basis te leggen voor een beweging van onderuit voor een democratische socialistische planning. De actuele strijd tegen de stijgende voedselprijzen – met stakingen, hongermarsen en politieke opstanden – vormen een onderdeel in de uitbouw van de wereldwijde arbeidersbeweging.

  • Jaaroverzicht deel 1. Internationaal: kapitalisme in crisis, polarisatie neemt toe

    2007 was een jaar dat op internationaal vlak voor verduidelijking zorgde. Wie nog twijfelde of het kapitalisme tot crisis zou leiden, werd van antwoord gediend met de hypotheekcrisis in de VS. Wie twijfelde over de strijdbaarheid van de arbeidersbeweging, kon eens nadenken over de bewegingen in Frankrijk en Duitsland. In Latijns-Amerika wordt tenslotte steeds duidelijker dat er volledig moet worden gebroken met het kapitalisme.

    Kapitalisme in crisis: Amerikaanse hypotheekzeepbel doorprikt

    Het wereldkapitalisme werd fel opgeschrikt in 2007. Sommigen proberen het nog af te doen als een beperkt en tijdelijk probleem, maar de crisis op de Amerikaanse huizenmarkt bracht heel wat teweeg. Van ernstige economische problemen in de VS tot een crisis in de banksector. Het beeld van de jaren 1990 was ongetwijfeld de val van de Berlijnse Muur en het idee dat het kapitalisme had overwonnen. In 2007 zagen we voor het eerst sinds lang wachtrijen aan een Britse bank (Northern Rock) van klanten die hun geld snel kwamen afhalen omdat ze vreesden dat de bank failliet zou gaan.

    De crisis kwam ten volle tot uiting in het doorprikken van de zeepbel van de huizenmarkt in de VS. In de markt voor “rommelhypotheken” bleek 15,8% de leningen niet te kunnen afbetalen. De economische groei van de afgelopen periode in de VS bleek grotendeels gebaseerd te zijn op de immobiliënsector, waar blijkbaar op drijfzand werd gebouwd. De gevolgen waren immens: 2 miljoen gezinnen dreigen hun woning te verliezen, er gingen minstens 80.000 jobs verloren, financiële instellingen verloren miljarden dollars.

    Reeds bij het begin van deze crisis schreven we op deze site: “Het is onwaarschijnlijk dat kapitalisten in staat zullen zijn de crisis nog vele jaren voor zich uit te duwen. Wel kunnen we stellen dat hoe langer ze uitgesteld wordt, des te harder zal ze aankomen. We kunnen ons de komende jaren aan schokken in de wereldeconomie verwachten, die afdankingen en bedrijfssluitingen op nog veel grotere schaal dan de voorbije jaren tot gevolg zullen hebben.”

    Dit versterkt de polarisatie in de VS en kan een grotere openheid creëren voor kritiek op het neoliberalisme (denk maar aan het succes van de film Sicko van Michael Moore). Ook in de VS zal de kwestie van een politiek verlengstuk van cruciaal belang zijn.

    VS-imperialisme verder in de problemen

    Voor het VS-imperialisme was het alweer geen goed jaar. De crisis en onstabiliteit in Irak, Afghanistan en het Midden-Oosten hield aan. Er werd nog een schepje bovenop gedaan met nieuwe problemen in een aantal cruciale bondgenoten van de VS. Vooral de situatie in Turkije en Pakistan kon het VS-imperialisme zorgen baren.

    De pro-islamitische AKP won in Turkije tussentijdse verkiezingen na een politieke crisis omtrent het aanstellen van een nieuwe president. De AKP was verwikkeld in een machtsstrijd met de seculiere elite van het land, en meer bepaald met het leger. Om die verhoudingen wat te verbeteren, dreigde het regime met militaire operaties tegen Koerdische rebellen in het noorden van Irak, wat onder meer in Irak zelf een belangrijk probleem vormde voor het VS-imperialisme.

    Een andere cruciale bondgenoot van de VS was Pakistan. De militaire dictator van deze islamitische republiek, generaal Musharraf, koos na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS onmiddellijk de kant van de “oorlog tegen het terrorisme” en dat ondanks het feit dat hij zelf niet bepaald op een democratische wijze aan de macht kwam en zich deels baseerde op steun van islamfundamentalisten. De interne spanningen in Pakistan liepen fel op en Musharraf probeerde wanhopig zijn eigen vel te redden, onder meer door tijdelijk de noodtoestand uit te roepen en massaal arrestaties te verrichten. Toch kon Musharraf op Amerikaanse steun blijven rekenen. Die Amerikaanse steun aan Musharraf leidde mee tot de liquidatie van de belangrijkste oppositieleidster Benazir Bhutto.

    Na de traditionele brandhaarden van de afgelopen jaren, worden de problemen voor het VS-imperialisme nog groter met nieuwe problemen in landen die cruciale bondgenoten vormen. Daar zal het er op aan komen om met bewegingen in te gaan tegen de heersende elite. Bewegingen zoals in Birma dit jaar kunnen een inspiratie vormen voor de arbeiders en armen in landen als Turkije of Pakistan. Een beweging van de arbeidersklasse zou pas echt een probleem vormen voor het imperialisme.

    Europese arbeiders in het offensief

    In Europa zagen we in 2007 enerzijds de verkiezing van een aantal rechtse figuren. Zo werd Sarkozy de nieuwe Franse president. Zogenaamd “linkse” partijen voerden eveneens een rechts beleid waardoor ze zelf in de problemen kwamen, zoals in Italië. Dat dit niet betekent dat er een “verrechtsing” van de bevolking is, werd duidelijk in de stakingsbeweging in het Frans openbaar vervoer naar aanleiding van de plannen van Sarkozy om de pensioenen aan te pakken. Er waren eveneens offensieve strijdbewegingen van arbeiders: de Duitse treinbestuurders eisten een fundamentele loonsverhoging, de Finse gezondheidswerkers dreigden met collectief ontslag en dwongen een loonsverhoging tot 28% af,… Zelfs in de Balkan werd actie gevoerd met een massale betoging in Slovenië tegen de afbraak van alle sociale verworvenheden.

    De burgerij probeert haar agenda op te leggen en gebruikt daar alle mogelijke middelen toe. Van een nieuwe Europese Grondwet tot aanvallen op het stakingsrecht. Al die elementen moeten dienen om makkelijker het neoliberalisme op te leggen en in te gaan tegen eventuele bewegingen van de arbeidersklasse.

    Ter linkerzijde kwamen een aantal formaties in de problemen. Het ontwikkelen van strijdbewegingen leidt niet automatisch tot een groter bewustzijn over de nood aan een politiek verlengstuk, laat staan een actieve betrokkenheid in de uitbouw van een eigen arbeiderspartij. Toch is het potentieel voor zo’n formaties erg groot. Dat blijkt onder meer uit de sterke resultaten van ‘Die Linke’ in de peilingen in Duitsland of de 14% dat radicaal-links behaalde in de Griekse verkiezingen. Dit blijft evenwel gepaard gaan met heel wat discussies. Zo was er in de Nederlandse SP de ontwikkeling van het comité voor een democratische SP. In Italië lijkt radicaal-links sterk te lijden onder haar regeringsdeelname en is het uitkijken naar nieuwe formaties, net zoals dit op syndicaal vlak reeds aan het ontwikkelen is met de zogenaamde basisvakbonden. Voor ons zal het erop aankomen om flexibel te zijn in onze houding tegenover nieuwe linkse formaties en stappen te zetten in het verspreiden en versterken van het standpunt dat er nood is aan arbeiderspartijen.

    Latijns-Amerika: socialisme of barbarij

    De polarisatie tussen arm en rijk stelde zich reeds enkele jaren bijzonder scherp in Latijns-Amerika dat destijds optrad als proefterrein voor het neoliberalisme. De linkse regimes in onder meer Venezuela en Bolivia worden geconfronteerd met keuzes die ze moeten maken: verder gaan op basis van de druk van onderuit en effectief breken met het kapitalisme of de weg open laten voor contra-revolutionaire bewegingen en mogelijk dictatoriale regimes.

    Chavez legde in 2007 de eed af als president. Op het begin van het jaar liet hij enkele opmerkelijke standpunten horen. De Venezolaanse president beweerde “Trotskist” te zijn en zei de mogelijkheid te willen creëren om de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren. Wij juichten die uitspraken toe, maar wezen tegelijk op de dringendheid ervan. Met 25% van de bevolking die leeft met minder dan 1 dollar per dag, en de 10% rijksten die goed zijn voor 50% van het nationale inkomen, was de druk groot om verdere stappen te ondernemen. We benadrukten bovendien: “Een socialistisch systeem kan niet van bovenaf worden gedecreteerd, ook niet op basis van volmachten. Er is de noodzaak van een betrokkenheid van brede lagen van de arbeiders en armen die zelf de touwtjes in handen nemen. Ook zal moeten worden gebroken met het kapitalisme in al zijn vormen.”

    Er werd effectief tot nationalisaties overgegaan en er werden maatregelen aangekondigd om de arbeidsduur te verminderen. Tegelijk was er echter een groeiende bureaucratie en wat twijfel onder de bevolking omdat het allemaal wat te traag ging. Het resultaat hiervan was dat Chavez een referendum over de grondwetswijziging nipt verloor. Niet omdat de steun voor de veranderingen afneemt, maar wel vanuit de vrees dat het niet snel genoeg gaat en dat er een te grote concentratie van de macht is. De noodzaak van arbeidersdemocratie en betrokkenheid stelt zich meer dan ooit in Venezuela.

    De radicalisering in Venezuela bleef niet tot dit land beperkt. In Bolivia kwam Morales aan de macht en was er een belangrijke discussie over de politieke koes die het land zou varen. Bolivia kent een lange traditie van radicale arbeidersstrijd met een uitgesproken politiek profiel. In Cochabamba werd wekenlang actie gevoerd tegen de rechtse elite die probeert de nationalistische verdeel-en-heers kaart te spelen in een poging zelf meer macht te verwerven. Er zijn een aantal hervormingen doorgevoerd in Bolivia op basis van de hoge prijzen voor gas, nikkel en andere natuurlijke rijkdommen. De druk van de massabewegingen zorgt er echter voor dat de MAS-regering steeds meer geconfronteerd wordt met een politieke crisis. Dat zorgt ervoor dat reeds verschillende nationalisaties werden aangekondigd, maar vaak zonder concrete plannen.

    Terwijl Chavez en Morales een nieuwe linkerzijde op de kaart zetten, had dit ook gevolgen voor de “oude” linkerzijde op het continent. Met de herverkiezing van Daniel Ortega in Nicaragua kwamen de Sandinisten terug aan de macht. Op de inhuldigingsplechtigheid stal onder meer Chavez de show. Het is maar de vraag of Ortega bereid zal zijn om in te gaan tegen de belangen van het kapitalisme, maar zijn herverkiezing biedt wel de mogelijkheid om dieper in te gaan op de lessen van de Sandinistische revolutie in Nicaragua in 1979 en meer bepaald op de oorzaken die tot haar uiteindelijke nederlaag hebben geleden: in eerste instantie de weigering om volledig te breken met het kapitalisme.

    Elders op het continent waren er bewegingen in onder meer Mexico. In Brazilië waren er massale acties tegen het bezoek van Bush (zie foto hiernaast). In Peru waren er acties naar aanleiding van een aardbeving.

    Op het Latijns-Amerikaanse continent worden de keuzes duidelijker: het neoliberalisme werd verworpen, wat leidde tot het aan de macht komen van linkse regimes. Die regimes moeten volledig breken met het kapitalisme, zoniet dreigt de rechterzijde de touwtjes in handen te nemen. Ook op dat vlak heeft het continent een traditie met onder meer de bloedige dictatuur van Pinochet in Chili als het wellicht meest bekende voorbeeld. Om een dergelijk scenario te vermijden, moet verder worden gegaan met de nationaliseringen en dit op basis van een actieve betrokkenheid van de arbeiders en arme boeren in fabrieks- en wijkraden die een coördinatie vormen in de strijd voor een socialistisch alternatief.

  • Stagflatie: verschijningsvorm van een chronisch ziek systeem

    Stagflatie. Het woord alleen al bezorgt burgerlijke economen en politici slapeloze nachten. Het lijkt zowat het ergste wat een economie kan overkomen. Probleem daarbij is dat er in het kapitalisme geen monetair beleid bestaat dat de pil kan vergulden. Met stagflatie bedoelt men het gelijktijdig voorkomen van inflatie, groeivertraging en oplopende werkloosheid.

    Eric Byl

    De term zou in 1965 voor het eerst gebruikt zijn door de Britse conservatief Iain Mac Leod. Tot dan was men ervan uitgegaan dat inflatie en toename van de werkloosheid onmogelijk gelijktijdig konden voorkomen. Voorgaande overproductiecrisissen gingen steeds gepaard met prijsdalingen, aangezien er voor de overvloed aan producten onvoldoende kopers waren.

    Overheidsinterventie en deficit spending

    Uit de grote depressie van ’29-’33 hadden de naoorlogse toonaangevende economisten (vooral de Brit John Maynard Keynes) de les getrokken dat de overheid maar beter de (kapitalistische) economie kon “bijsturen” en “in de hand houden”. Door middel van overheidsuitgaven en deficit-financiering (op basis van leningen) dacht men de catastrofale depressies uit het verleden te vermijden.

    In die na-oorlogse periode leek de dreiging van het “communisme” reëel. Het kapitalisme had door haar avontuur met Hitler zowat een derde van de wereld verloren. Om hun systeem te redden, waren de kapitalisten bereid tot verregaande toegevingen. Dat waren de uitzonderlijke omstandigheden waarin de ideeën van Keynes in de praktijk werden omgezet. JK Galbraith, auteur van het standaardwerk over de Grote Depressie van ‘29, beweerde in zijn enthousiasme dat een herhaling van ’29 uitgesloten was. Hij staafde dit door erop te wijzen dat het inkomen van de 5% rijksten tussen ’29 en ’48 terugviel van 33% naar 20% van het totaal. Meer hadden de sociaal-democratische “hervormers” niet nodig om het Keynesianisme te omarmen en hun historisch gelijk uit te roepen over het “achterhaalde” marxisme.

    Recessie en inflatie

    Ze waren echter bedwelmd door de schijnbaar eindeloze groei en zagen het inflatiemonster niet dat werd voorbereid door de kredietinjectie. Marx had de rol van geld in de goederenomloop in een kapitalistisch systeem verklaard. Hij toonde aan dat als men twee bankbriefjes in omloop brengt, daar waar het er maar een zou mogen zijn, het extra geld wordt opgezogen door de goederen in circulatie en de prijzen overeenkomstig verdubbelen.

    Zolang de kapitalistische productie groeide, was er geen probleem, zodra ze echter tegen de grenzen van de markt botste, kregen we een uitbarsting van inflatie. De dollar brokkelde af, de betalingsbalans vertoonde steeds grotere tekorten en in ’71 werd ook de handelsbalans deficitair. De Amerikaanse regering moest de dollar loskoppelen van het goud. Het bracht heel het monetair systeem in gevaar en ontketende voor het eerst sinds de jaren ’30 een handelsoorlog. De groei van de wereldhandel viel van gemiddeld 12% per jaar naar 4% per jaar (’73-’78). Om zich te beschermen tegen de 12% waardedaling van de dollar organiseerden de olieproducerende landen zich in de OPEC en steeg de prijs voor een vat olie in 1974 met 136%.

    De fundamentele factor voor de crisis was echter de daling van de winstvoet, de hoeveelheid winst per geïnvesteerde éénheid kapitaal. De ontwikkeling van wetenschap en techniek vergen een steeds meer doorgedreven arbeidsdeling in steeds efficiëntere en duurdere productieéénheden. Dat ondermijnt de winstvoet en strookt niet met privé-winstbejag. Tijdens de crisis van ’74-’75 viel de groei van de investeringen op jaarbasis terug van 6% naar 2% en de werkloosheid in de OESO-landen verdubbelde.

    Men zegt dat toenmalig FED-voorzitter Paul Volcker de stagflatie “overwon”. In werkelijkheid kwam er een regelrechte aanval op de lonen en arbeidscondities, gekoppeld aan vermindering van de overheidsuitgaven en het optrekken van de rentevoeten. Kortom hij besloot de stagflatie uit te zieken of meer precies ze te verhalen op de arbeiders en hun gezinnen. Groot-Brittanië werd een industriële woestijn en ook de VS en de rest van de ontwikkelde kapitalistische landen ondergingen een desindustrialisatie.

    Adempauze door val stalinisme is voorbij

    Intussen is Volckers’ opvolger, Alan Greenspan, ook al op pensioen. Hij verklaarde:“Ik benijd mijn opvolger niet. In mijn tijd waren er veel ontwikkelingslanden die na de koude oorlog de vrije marktideologie omarmden. De lage loonkosten in die landen hadden een kostendrukkend effect. Inflatie bleef hierdoor laag en als centrale bankiers konden we de economie relatief eenvoudig stimuleren door de rente te verlagen. Die tijd is voorbij.” Met het wegvallen van het stalinisme verdubbelde het aantal arbeidskrachten op wereldvlak, nam de uitbuitingsgraad fors toe en herstelde de winstvoet. Maar dat is voorbij, Greenspan verwacht nu een periode van stagflatie en onzekerheid op de financiële markten.

    De VS deed de voorbije 10 jaar dienst als “buyer of last resort”, wat je elders niet kwijt kon, kon je steeds slijten op de Amerikaanse markt. In 2005 bedroeg het tekort op de betalingsbalans liefst 805 miljard $, het begrotingstekort blijft ondanks een afname aanzienlijk en de spaarquote was in 2005 voor het eerst sinds 1933 negatief! Ieder ander land zou in die situatie failliet zijn. Geen enkel ander land wenst echter dat de economische reus instort, uit vrees dat hij de wereldeconomie in zijn val zou meesleuren.

    Buitenlandse investeerders bezitten Amerikaanse staatsobligaties ter waarde van maar liefst 12 biljoen $, eigenlijk toekomstige bijdragen van de belastingsbetaler.Aziatische en vooral Chinese nationale banken en kredietinstellingen zijn echter niet bereid alles te verliezen en proberen, zeker sinds de immobiliëncrisis, hun reserves te diversifiëren over andere munten. De financiering van de schuldenberg in de VS komt steeds meer in het gedrang. Als de $ instuikt, moet de VS de rentevoeten fors optrekken waardoor de consumptie zo goed als stil valt. Het zou de rest van de wereldeconomie, met inbegrip van Azië, in een neergaande spiraal meesleuren.

    De kenmerken van stagflatie zijn terug. De prijzen van duurzame consumptiegoederen stagneren of dalen al jaren door overproductie. Daar staat het inflatoire effect (geldontwaarding met prijsstijgend effect) tegenover van de olieprijsstijgingen, het effect ervan op de prijzen van andere grondstoffen en de fenomenale winsten van de voorbije jaren die voor een overvloed aan kapitaal hebben gezorgd. Voorlopig wordt die overvloed aan kapitaal opgeslorpt door niet-productieve beleggingen in aandelen- en obligatiespeculatie en nog steeds immobiliën. Als ook die prijzen in elkaar stuiken komt die overvloed aan kapitaal vrij en zal het een enorm inflatoir effect veroorzaken. Als daarbij als gevolg van protectionisme de toevoer van goedkope Aziatische goederen wordt afgeremd, belanden we weldra in een situatie van economische recessie gecombineerd met galopperende inflatie, kortom stagflatie.

    Economische recessie, gecombineerd met een galopperende inflatie van 5 tot 8% en meer, staat op de agenda, maar de juiste timing is moeilijk in te schatten. Het kan ieder moment zijn, maar het kan even goed uitgesteld worden. Hoe langer het uitstel, hoe harder de crisis zal toeslaan, net zoals het afkicken van een verslaving harder wordt met de duur ervan. Het effect op de klassenstrijd is moeilijk in te schatten. De vorige periode van stagflatie heeft een revolutionaire golf veroorzaakt die het systeem in zijn bestaan heeft bedreigd. De reserves opgebouwd in de na-oorlogse periode en de autoriteit van de sociaal-democratie en de communistische partijen waar ze over een massabasis beschikten, hebben de beweging uiteindelijk kunnen afremmen. Het volstaat echter de overblijfselen van mei ’68 – de democratiseringsbeweging in het onderwijs die nog steeds niet volledig ongedaan gemaakt is – of van de diverse koloniale revoluties in herinnering te brengen om het diepe impact ervan in te schatten.

  • Is een wereldwijde economische crisis onafwendbaar?

    De afgelopen jaren was de koopkrachttoename van de bevolking in de VS de basis voor de wereldwijde economische groei. Deze toename was gebaseerd op goedkope kredieten, waarmee gezinnen in combinatie met de toename van hun virtuele rijkdom (hun huis) gestimuleerd werden goedkope leningen aan te gaan. Ze kochten dus met geld dat ze nog moesten verdienen. Dat terwijl het gemiddeld reële loon van de Amerikaanse gezinnen de laatste jaren daalde.

    Dossier door Kristof

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Brengt China redding?

    Volgens burgerlijke economen kan China, door het vormen van een eigen interne markt, de rol als motor van de wereldeconomie van de VS overnemen.

    De enorme Chinese groei is voornamelijk gebaseerd op buitenlandse investeringen, grotendeels uit de VS, om met behulp van de extreem lage lonen goedkoop producten te maken en die vanuit China te exporteren. China is zo onlosmakelijk verbonden met de VS (en Europa). Als de groei daar vertraagt kan dit niet anders dan een effect hebben op China.

    Wil China, in tegenstelling tot vandaag, een serieuze interne markt krijgen, moeten de lonen drastisch omhoog. Maar dat zou net de basis van haar groei (en winsten) ondermijnen.

    In het verleden behield China een gunstige exportpositie en hield ze haar (toen) belangrijkste afzetmarkt in stand door mee de handelstekorten van de VS (800 miljard $/jaar) te financieren. De aanhoudende daling van de dollar maakt dit onhoudbaar. Nu al zouden enkele Chinese banken in stilte ‘diversifiëren’. Als dit zich verder zet, zal China’s tweede afzetmarkt (de VS) inkrimpen, zal Europa, China’s belangrijkste afzetmarkt, zwaar in de klappen delen en dus ook China zelf.

    China kende in augustus zijn hoogste inflatie in 10 jaar (6.5%). Als dit zich verder zet zal dit ook de economische groei hinderen. Tenslotte waren er in 2006, naast 87000 ‘massa-incidenten’, 300.000 ‘industriële conflicten’.

    Opeenvolgende renteverhogingen brachten steeds meer gezinnen in de problemen. Sinds ongeveer een jaar ontwikkelde zich daardoor een crisis op de VS huizenmarkt. De afgelopen drie maand zorgde deze verergende crisis ervoor dat financiële instellingen die hypotheken verschaften of direct of indirect er handel mee dreven, in de problemen kwamen. Twee miljoen mensen verloren hun huis of dreigen hun huis te verliezen.

    Tienduizenden mensen werden ontslagen. Doordat banken plots veel hogere rentevoeten eisten voor risicovollere leningen ontstond een kredietschaarste, waardoor de crisis zich naar andere sectoren dreigde te verspreiden. Centrale banken probeerden dit te counteren door de banken honderden miljarden aan kredieten ter beschikking te stellen.

    VS huizencrisis verdiept

    De huizenmarkt zakt verder weg en het einde lijkt nog niet in zicht. Het aantal verkochte huizen daalde in augustus met 6,5% tot het laagste niveau sinds het begin van die metingen in 2001, 22% lager dan een jaar eerder. De verkoopprijs die huizenbouwers vroegen lag in augustus 7,5% lager dan een jaar eerder. De bouw van nieuwe woningen bereikte in september zijn laagste niveau sinds maart 1993. In september waren er 223.538 gezinnen die hun hypotheek niet konden afbetalen, een verdubbeling t.o.v. een jaar eerder. Het vertrouwen van de Amerikaanse huizenbouwers bereikte in september dan ook zijn laagste punt sinds de metingen 22 jaar geleden begonnen.

    Greenspan, de voormalige voorzitter van de Fed (Amerikaanse centrale bank) stelde dat de val van de huizenprijzen “groter zal zijn dan de meeste mensen verwachten” en niet verbaasd te zullen zijn als de daling zich “in dubbele cijfers” zal uitdrukken. Volgens David Rosenberg (Meryl Lynch) kan dit oplopen tot een nooit geziene 20%. Volgens Robert Shiller (Yale University) zullen we mogelijks te maken hebben met de grootste ineenstorting van de huizenprijzen sinds “The Great Depression” die begon met de beurscrash in 1929. Zoiets zou uiteraard een enorme impact hebben op de economie.

    De huizencrisis lijkt dus aan momentum te winnen. Dit kan een sneeuwbaleffect veroorzaken als woningeigenaars nog snel hun woning willen verkopen, terwijl er nu al een overvloed aan te koop staande woningen is.

    Door de kredietcrisis hanteren banken wereldwijd veel strengere (en duurdere) voorwaarden om te lenen, wat volgens de ECB in het komende kwartaal enkel zal verergeren. Dit heeft niet alleen gevolgen voor gezinnen die een hypotheek willen aangaan, maar ook voor bedrijven en kan zo ook een breder effect hebben op de (wereld)economie.

    VS-economie verzwakt

    De huizencrisis en de daaruit volgende kredietcrisis besmetten ook andere delen van de economie. De Fed gaf halverwege oktober toe dat de VS economie sinds begin september inderdaad vertraagt. Het IMF heeft zijn groeiverwachtingen voor de VS in 2008 met 0,9% naar beneden bijgesteld tot 1,9%, wat te weinig is om de werkgelegenheid op peil te houden. Nu al is een stijging van de werkloosheid merkbaar.

    De fabrieksorders daalden in augustus het scherpst sinds begin dit jaar (-3,3%). De huidige exporttoename van de VS is momenteel dus niet in staat koopkrachtdaling van de gezinnen te compenseren. De winst van een aantal grote banken en van o.a. bouwmateriaalproducent Caterpillar liepen alvast fors terug in het derde kwartaal.

    De Amerikaanse economie sputtert. De lagere rente en de slechte economische verwachtingen maken de dollar bovendien minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders en zakte ze in sneltempo dieper weg dan ooit, niet allee ten opzichte van de Euro, maar ook ten opzicht van andere munten. Een verder verzwakkende VS-economie kan leiden tot dumping van de dollar door beleggers, waardoor een wereldwijde crisis enkel waarschijnlijker wordt.

    Renteverlaging brengt weinig soelaas

    De Fed verlaagde midden september o.a. de basisrente drastisch met 0,50% om zo de economie impulsen te geven. Daardoor steeg initieel de inflatievrees en daarmee de langetermijnrente, waaraan meestal de hypotheekrente gekoppeld wordt en hypotheken dus duurder werden (!). De renteverlaging leek later toch niet veel direct effect te hebben op de inflatie, waardoor die vrees wat verdween en de Fed in de nabije toekomst verdere verlagingen overweegt. Op termijn kunnen de stijgende grondstofprijzen wel leiden tot groeiende inflatie.

    Renteverlagingen door de Fed kunnen ten hoogste zorgen voor een uitstel van executie, aangezien ze enkel kopen op krediet trachten te stimuleren. Maar door de daling van het reële loon van de VS gezinnen en de woningprijzen, plus een al hoge schuldgraad van die gezinnen, zullen renteverlagingen maar een beperkt en tijdelijk effect hebben. De mogelijkheden van centrale banken in het algemeen om de crisis te bezweren lijken dan ook vrij beperkt.

    Naar een wereldwijde recessie?

    Een aantal elementen zorgen ervoor dat de crisis in de VS zich verder kan verspreiden. De strengere kredietvoorwaarden werden reeds aangehaald. De huizencrisis in de VS kan zich, mede daardoor, verspreiden naar andere landen. In de OESO-landen bijvoorbeeld zijn de woningprijzen sneller gestegen dan in de VS (+70% tegen +50% sinds 1990). In Spanje, Ierland en Groot-Brittannië verdubbelden in die periode de prijzen en hebben de gezinnen bovendien veel minder financiële reserves, wat die landen des te kwetsbaarder maakt. Heel wat landen zien hun exportpositie door de zwakke dollar verzwakken. De Euro zit bijvoorbeeld al een tijdje boven de ‘pijngrens’ van 1,40$/€. Uiteraard dreigen ook hoge grondstofprijzen hun tol te eisen en de inflatie aan te wakkeren.

    Het IMF heeft dan ook de wereldwijde groeiverwachtingen bijgesteld en stelde eerder dat “de financiële crisis regeringen wereldwijd zal dwingen substantiële veranderingen in hun budgetplannen te maken”. Eén keer raden wie ze hiervoor willen laten opdraaien.

    We staan mogelijks aan de vooravond van een economische recessie. Zal de burgerij ook deze maal erin slagen deze voor zich uit te duwen? Dat is niet uit te sluiten, maar de oplossingen binnen het kapitalisme leggen onvermijdelijk de kiemen voor een volgende, nog grotere crisis.

    Wachtrijen in Verenigd Koninkrijk

    De Britse bank Northern Rock maakte de afgelopen jaren goed winst door het afsluiten en doorverhandelen van leningen, veelal hypotheekleningen. Door de kredietcrisis verdween het vertrouwen bij de investeerders en stortte hun businessmodel ineen. De centrale bank van het Verenigd Koninkrijk, de Bank of England (BoE), sprong midden september ter hulp en stelde een onbekend bedrag, 3 miljard pond zo bleek later, ter beschikking.

    Daardoor ontstond paniek; de beurskoers van Northern Rock kelderde en aan hun kantoren ontstonden enorme wachtrijen, vaak tot buiten, met klanten die hun rekeningen wilden sluiten. De wachtrijen verdwenen pas op dag drie, toen de regering zich garant stelde voor het geld op de rekeningen. De laatste bankstormloop in het Verenigd Koninkrijk dateerde van 1866 (!).
    [/box]

  • Prijzen gaan door het dak! Waarom alles duurder wordt

    Wereldwijd swingen de energie- en voedselprijzen de pan uit. In België zal volgens Test Aankoop een gemiddeld gezin daardoor in 2008 417 euro extra moeten uitgeven, prijsstijgingen voor transport niet meegerekend.

    Kristof

    [box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

    Koopkracht Belgen zakt weg

    Op de Europese rangschikking inzake koopkracht, zakt de gemiddelde Belg verder weg. Samen met een concentratie van middelen bij een kleine minderheid en een scherpere kloof tussen rijk en arm, betekent dit dus dat de overgrote meerderheid van de bevolking er slechter aan toe is.

    Gemiddeld bedraagt de koopkracht van de Belgen dit jaar 17.143 euro netto per persoon. Daarmee staat België op de 12de plaats. Vorig jaar was ons land 11de en twee jaar geleden nog 8ste. In Frankrijk en Duitsland ligt de koopkracht hoger, in Nederland iets lager. Deze vergelijking wordt vreemd genoeg niet in aanmerking genomen als er over de lonen wordt gesproken.
    [/box]

    De oorzaak zijn de vaak enorme prijsstijgingen van heel wat grondstoffen (koper, katoen, tarwe, steenkool, …), wat door multinationals veelal stevig doorgerekend wordt naar de klant.

    Er is een toenemende vraag naar grondstoffen, vooral olie. De olieproducerende landen lijken niet in staat te (willen?) zijn meer olie te produceren. Irak bijvoorbeeld produceert nu minder olie dan voor de tweede golfoorlog. Ook ontginning van andere grondstoffen wordt moeilijker.

    Sinds het springen van de dotcom zeepbel (2001) werd elders weggetrokken kapitaal in toenemende mate in grondstoffen belegd. Dit wordt door de huidige kredietcrisis en de val van de dollar verder versterkt waardoor vele grondstofprijzen in oktober records braken. Met de toenemende spanningen in het Midden-Oosten stijgt de olieprijs door de speculanten verder.

    De toenemende vraag en toenemende energieprijzen en de verwachting door speculanten dat biobrandstoffenproductie aan belang zal winnen (ten koste van voedselproductie) zorgen voor een prijstoename van de voedselgrondstoffen.

    Bij een crisis kunnen door het speculatieve karakter, ondanks een dalende vraag, grondstofzeepbellen ontstaan door middel van elders door kapitalisten teruggetrokken kapitaal. Versterkt door moeilijker ontginning kan dit leiden tot een periode van stagflatie.

  • Wereldeconomie: Recessie onafwendbaar?

    Nieuwe cijfers geven aan dat de crisis in de huizenmarkt verder uitdiept, dat het dieptepunt van de dollar nog niet in zicht is, dat ook de eurozone in de klappen deelt. Het ene record na het andere sneuvelt: olieprijzen, de dollarkoers, etc. Steeds meer economen suggereren dat een recessie een waarschijnlijk is. Het kapitalisme stoot meer en meer op zijn grenzen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de economische ontwikkelingen van de voorbije week.

    Kristof

    Wat voorafging…

    De afgelopen jaren was de toename van de koopkracht van de bevolking in de VS de basis van de economische groei op wereldvlak. Deze toename was gebaseerd op goedkope kredieten; gezinnen werden via extreem goedkope kredieten in combinatie met de toename van hun virtuele rijkdom (hun huis) gestimuleerd goedkope leningen aan te gaan en kochten dus met geld dat ze nog moesten verdienen. Dat terwijl het reële loon van veel Amerikaanse gezinnen de laatste jaren aan het dalen is.

    Opeenvolgende renteverhogingen brachten steeds meer gezinnen in de problemen en sinds ongeveer een jaar is zich daardoor een crisis op de huizenmarkt in de VS aan het ontwikkelen. De afgelopen twee maand zorgde deze erger wordende crisis ervoor dat financiële instellingen die hypotheken verschaften of direct of indirect er handel mee dreven, in de problemen kwamen. Twee miljoen mensen verloren hun huis of dreigen hun huis te verliezen. Tienduizenden mensen verloren hun job. Doordat banken plots veel hogere rentevoeten eisten voor risicovollere leningen ontstond er een kredietschaarste, waardoor de crisis zich naar andere sectoren dreigde uit te breiden. De beurzen kregen zware klappen. De centrale banken probeerden dit te counteren door honderden miljarden goedkope kredieten aan de banken ter beschikking te stellen.

    Voor een gedetailleerde analyse verwijzen we naardit artikel endit artikel.

    VS huizencrisis: sombere vooruitzichten

    Afgelopen jaar zijn de woningprijzen in de VS met zo’n 3,4% gedaald. Het vertrouwen van de huizenbouwers in de VS, verenigd in de National Associaton of Home Builders, is al 7 maanden op rij aan het dalen en bereikte in september zijn laagste punt sinds de metingen 22 jaar geleden begonnen. Dit vertrouwen is nu even laag als in 1991, toen de VS midden in een diepe recessie zat.

    Volgens Greenspan, de voormalige voorzitter van de Fed (centrale bank van de VS) zal de val van de huizenprijzen “groter zijn dan de meeste mensen verwachten”. Greenspan zei niet verbaasd te zullen zijn als de daling “in dubbele cijfers” zal moeten worden uitgedrukt. Ook David Rosenberg (Meryl Lynch) sprak al de mogelijkheid uit van een daling tot 20% van de huizenprijzen. Dit is in het verleden nog nooit voorgevallen. Volgens Robert Shiller (economist aan de Yale University) zullen we mogelijks te maken hebben met de grootste ineenstorting van de huizenprijzen sinds “The Great Depression”, waarmee hij verwijst naar de periode die begon met de beurscrash van oktober 1929.

    Deze economen drukken hiermee uit wat ondertussen, in tegenstelling tot pakweg twee maand terug, breder aangenomen wordt, namelijk dat de huizencrisis in de VS aan momentum aan het winnen is. Dit kan een sneeuwbal effect veroorzaken als woningeigenaars nog snel hun woning willen verkopen, terwijl er nu al een overvloed aan te koop staande woningen is.

    Deze cijfers en vooruitzichten ondermijnen de toekomstige economische vooruitzichten in de VS in het algemeen, aangezien veel VS gezinnen de grootste component van hun rijkdom, de waarde van hun woning, zien wegsmelten. Tegelijkertijd komen meer en meer gezinnen in moeilijkheden bij het afbetalen van hun leningen door de gestegen rentevoeten.

    Zwakke VS economie

    Ondertussen is de VS economie verder aan het verzwakken en groeit de vrees voor een recessie. Begin deze maand (07/09) raakten nieuwe cijfers bekend over de werkgelegenheid in de VS. Terwijl de analisten een stijging met 110.000 verwacht hadden voor de maand augustus, bleek er een daling te zijn van 4000. Dit was de eerste daling in vier jaar. Ook voor juni en juli moesten de werkgelegenheidscijfers met 81.000 eenheden naar beneden bijgesteld worden. Dit zijn zwaar tegenvallende jobcijfers en toonden de zwakte van de VS economie aan en het feit dat de crisis met de rommelhypotheken toch niet zo geïsoleerd gebleven is als velen gehoopt hadden. Ook voor de komende periode is er nu nog maar weinig optimisme.

    Renteverlaging Fed: weinig soelaas?

    Om de problemen op de huizenmark, financiële sector en de economie in het algemeen te verminderen heeft de Fed afgelopen dinsdag (18/09) de basisrente drastisch met 0,50% verlaagd tot 4,75%. Ook de disconto rente, de rentevoet waartegen banken geld van de Fed kunnen lenen, werd met 0,50% verlaagd tot 5,25%. Dit is een trendbreuk. Sinds midden 2004 zagen we een opeenvolging van (0,25%) verhogingen van de basisrente van 1% tot 5,25% midden 2006. De afgelopen renteverlaging had uiteraard de bedoeling om lenen opnieuw goedkoper te maken en zo de economie de nodige impulsen te geven. Onmiddellijke resultaat van de maatregel was een opvering van de beurzen. Volgens analisten zorgt de agressieve rentedaling voor een toegenomen vrees in de US economie, de Fed schat de situatie blijkbaar ernstig in.

    De dollar wordt door de lagere basisrente, toegenomen inflatievrees (zie verder) en zwakke groeiverwachtingen, minder aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Zo bereikte te dollar nieuwe dieptes. Een Euro is voor het eerst in haar geschiedenis meer waard dan 1,40 dollar en was op een gegeven moment zelfs 1,4120 dollar waard. Ook ten opzichte van andere munten daalde de US dollar: de Canadese dollar was voor het eerst sinds 1976 meer waard dan een US dollar en de dollar zonk tot het laagste niveau in 15 jaar t.o.v. de belangrijkste 6 andere munten.

    Een verlaging van de basisrente heeft als gevolg dat er meer inflatiedruk komt. De Fed, die twee vergaderingen terug nog stelde dat er geen toename op inflatie is aangetoond moet nu ook toegeven dat er een ‘lichte toename” is. Volgens o.a. Michael Pond (Barcleys Capital), staat de geloofwaardigheid van de Fed als inflatiebestrijdend instituut op het spel. Dit inflatiegevaar is inderdaad reëel, niet doordat de consumentenbestedingen te snel zouden toenemen (integendeel), maar wel door de steeds duurder wordende grondstofprijzen, met in de eerste plaats olie, dat de afgelopen week ook een alle voorgaande records deed sneuvelen. Donderdagnacht werd olie genoteerd aan US$ 84,10 per vat. Ook bijvoorbeeld steenkool bereikte recordhoogtes (95$ per ton), waardoor staal en elektriciteit duurder dreigen te worden. Goud bereikte zijn hoogste niveau sinds februari 1980 (US$ 738,30 per ons). Aangezien een hoge inflatie(vrees) investeerders afschrikt, lijkt een opeenvolging van renteverlagingen dan ook zelfs tijdelijk geen uitweg uit de economische malaise.

    Veel Aziatische landen, met op kop China, maar ook OPEC landen, kochten de afgelopen jaren massaal Amerikaanse dollars om zo hun afzetmarkt te ondersteunen en tegelijkertijd een voordelige exportpositie te hebben. Door de zwakke dollar komt niet alleen hun exportpositie in het gedrang (en daarmee grote delen van hun economie), maar verliezen ze ook miljarden of/en dreigen ze miljarden te verliezen. Volgens de Financial Times beginnen de eerste tekenen dat de buitenlandse investeerders hun effecten (i.e. obligaties, aandelen, termijncontracten, etc.) zouden beginnen te dumpen zichtbaar te worden, wat een verdere daling van de dollar in de hand zal werken (door een verhoogd aanbod op de wereldmarkt). De exporterende landen zullen wellicht fameuze verliezen tolereren, maar zullen dit niet blijven doen. Als deze hun dollars verkopen zal deze enorm zakken en is een wereldwijde economische crisis onafwendbaar.

    De rentedaling resulteerde in een stijging in de rente op de 10- of 30-jarige kasbons van de VS overheid. Dit lijkt contradictorisch maar is een uitdrukking van ofwel de verwachting dat de economie zal stabiliseren, ofwel, wat een pak waarschijnlijker is, is dit een gevolg van de toegenomen inflatievrees van de US$. Doordat de rente op hypotheken vaker aan de rente op kasbons dan op de basisrente gekoppeld wordt, bestaat de mogelijkheid dat ondanks de daling van de basisrente de prijs van hypotheken toch zal stijgen en gezinnen met hypotheken dus nog meer in de problemen dreigen te komen (!).

    De manoeuvreerruimte van de Fed lijkt dus zeer beperkt te zijn. Door de zwakte van de economie en gevaar op inflatie is ze waarschijnlijk niet in staat een reeks van renteverlagingen (vb. enkele procenten) door te voeren, Renteverlagingen tout court kunnen in het beste geval enkel zorgen voor een uitstel van executie; in combinatie met de daling van het reële loon van de VS gezinnen kan dit enkel tot een tijdelijke toename van consumptie op basis van goedkopere kredieten leiden, en zo tijdelijk enige ademruimte aan de VS economie geven. Maar we zien dat de renteverlaging van de Fed door het gebrek aan vertrouwen in de VS economie niet noodzakelijk zal leiden tot goedkopere hypotheken. Ondanks de euforische reactie van de beurzen op de verlaging van de basis- en discontorente, is de Fed zich, meer en meer aan het vast rijden in iets wat een economisch moeras dreigt te worden.

    Gevolgen voor Eurozone

    De crisis van de rommelhypotheken in de VS, duurder wordende leningen en de zwakke dollar dwingen tot het bijstellen van de Europese economische vooruitzichten. De Europese Commissie had op 11 september alvast de groeiverwachtingen bijgesteld van 2,6 naar 2,5%. Waarschijnlijk zullen de komende groeiverwachtingen en groei een duidelijk dalende trend vertonen.

    The PMI (Purchase Mangers Index), een graadmeter voor de activiteit in de productie- en dienstensector, kende afgelopen maand zijn grootste daling sinds 9/11 (van 57,4 naar 54,5), na voorafgaande dalingen in juli en augustus. De dienstensector, vooral de financiële, kende zijn snelste vertraging in de negen jaar dat deze index gebruikt wordt, maar ook de productie kende een duidelijke daling. De hoop dat de eurozone grotendeels onaangetast zou blijven door de hypotheekcrisis in de VS wordt hierdoor dus aangetast

    De dollar zakt steeds dieper en afgelopen week is de euro voor het eerst in haar bestaan meer waard dan 1,40 dollar, wat als de pijngrens voor de Europese export beschouwd wordt. EADS, de bouwer van de Airbus vliegtuigen, stelde onlangs bijvoorbeeld dat een depreciatie van de dollar tegenover de euro met 10 cent hen1 miljard euro kost. De politici van exporterende landen en exporterende bedrijven (zoals EADS) zullen in de komende periode wellicht druk zetten op de ECB (Europese Centrale Bank) om naar het voorbeeld van de Fed een renteverlaging door te voeren ter compensatie. Voorlopig neemt Trichet, de voorzitter van de ECB, een eerder afwachtende houding aan. Ook in Europa stelt het inflatiegevaar zich bij een renteverlaging, maar in wat mindere mate, aangezien de verhoging van de olie en andere grondstofprijzen die veelal in dollar uitgedrukt worden, deels gecompenseerd worden door de daling van de dollar t.o.v. de euro. Meer en meer wordt er op een renteverlaging van de ECB gespeculeerd.

    Ook Sarkozy probeert de druk op te voeren voor een renteverlaging met 50 basispunten naar voorbeeld van de ECB, terwijl Merkel zich uitsprak voor politieke onafhankelijkheid van de ECB. We kunnen ons in de toekomst wel in toenemende mate aan conflicten verwachten tussen Europese lidstaten (en andere landen).

    Wachtrijen in Groot-Brittannië

    Northern Rock, een Britse bank, maakte de afgelopen jaren goed winst door het afsluiten van leningen, veelal hypotheekleningen, die ze dan doorverkocht. Door de crisis van de rommelhypotheken in de VS verdween het vertrouwen bij de investeerders en stortte daarmee ook hun businessmodel ineen. De bank kwam in moeilijkheden en de centrale bank van Groot-Brittannië, de Bank of England (BoE), sprong ter hulp en stelde een onbekend bedrag ter beschikking. Het was voor het eerst sinds 1973 dat de BoE een dergelijke interventie deed. Volgens de Financial Times van 24/09 gaat het over naar schatting 3 miljard Euro, ofwel 10% van wat de bank op zijn deposito’s (rekeningen van klanten) staan heeft.

    Het effect toen het nieuws zaterdag 15 september bekend raakte was paniek: er ontstonden enorme wachtrijen aan de Northern Rock filialen over het hele land. Uit vrees hun geld dat op hun rekeningen bij Northern Rock stond te verliezen, stonden mensen stonden uren, vaak tot buiten, in de rij om hun rekening te sluiten. In de UK dekt een spaarrekeningverzekering immers niet alles. De laatste keer dat een stormloop als deze gezien was, was in 1866 (!). Zondag was de website van Northern Rock onbereikbaar doordat te veel mensen hun rekening online wilden sluiten. Ook maandag stonden er wachtrijen. Deze verdwenen pas toen de regeringen zich garant stelde dat niemand zijn geld zou verliezen.

    Northern Rock verloor op een gegeven moment bijna 1/3, van zijn beurswaarde, maar ook ander financiële instellingen kregen zware tot zeer zware klappen. Om verspreiding naar andere financiële instellingen te voorkomen, stelde de BoE 10 miljard pond ter beschikking aan financiële instellingen die hypotheken verschaffen, wat een koersverandering van 180° was voor de BoE. De BoE kreeg dan ook heel wat kritiek, temeer doordat King, de voorzitster van de BoE, een week eerder nog tegen dergelijke interventies gepleit had. Bovendien was het de overheid die de wachtrijgen stopte, niet de BoE. Tenslotte wordt er kritiek geuit op het feit dat de riskante beleggingen aantrekkelijker gemaakt wordt door het voeden van de overtuiging dat de overheid in noodgevallen toch zal interveniëren.

    Conclusie

    We zitten in een extreme periode, het ene record na het andere, dat vaak tientallen jaren standhield, sneuvelt, de beurzen zijn extreem volatiel. Ondanks het feit dat de Dow Jones bijna al zijn verliezen van de voorbij twee maand achter zich gelaten heeft, zijn er voldoende indicatoren die erop wijzen dat de problematiek met de rommelhypotheken de start kan zijn van een bredere, langgerekte periode van economische recessie, die wellicht met schokken zal plaatsvinden. Stagflatie, een periode van economische stagnatie in combinatie met een grote inflatie, lijkt op dit moment, niet alleen voor LSP, een waarschijnlijk scenario. We kunnen uiteraard niet uitsluiten dat de kapitalisten in staat zullen zijn de crisis alsnog op de een of andere manier tijdelijk voor zich uit te duwen, al wordt dit uiteraard steeds onwaarschijnlijker en moeilijker.

    Als we deze perspectieven even doortrekken naar nationaal niveau, dan zullen de regeringen wereldwijd geconfronteerd worden met een economische crisis die politici en patronaat zullen trachten af te schuiven of de werkende klasse. Klassenspanningen tussen arbeid en kapitaal zullen toenemen. Ook de spanningen tussen regio’s en landen zullen toenemen; allen zullen ze trachten de crisis buiten te houden, wat dus zal leiden tot toenemend protectionisme.

  • Centrale banken delen honderden miljarden uit aan speculanten

    Twee miljoen Amerikanen verliezen hun woning, 80.000 hun job

    De voorbije 4 weken werd door een “correctie”, op gang getrokken door de instorting van de Amerikaanse markt voor rommelhypotheken, maar liefst 4500 miljard $ van de wereldwijde beurzen weggevaagd. Dit is slechts een symptoom van een steeds zieker wordend economisch systeem.

    Kristof en Eric Byl

    Door de rentetoename in de VS kunnen steeds meer gezinnen hun hypotheek, meestal aangegaan op basis van variabele rentevoeten, niet meer afbetalen. In de markt voor rommelhypotheken – voor mensen met betwijfelbare kredietwaardigheid – is het aantal wanbetalers opgelopen tot 15,8%, maar ook bij betere hypotheken is het aantal dat in gebreke blijft, in juni gestegen tot 5,4%, tegen 2,2% vorig jaar. Op basis van de huidige crisis, riskeren zo’n 2 miljoen Amerikaanse huiseigenaars, 5% van het totaal, hun woning te verliezen.

    Door deze crisis zijn al minstens 84 Amerikaanse leningmaatschappijen over kop gegaan of te koop gesteld en 60.000 jobs verloren gegaan waarvan 20.000 bouwvakkers. Hypotheekleningen worden bovendien doorverhandeld (vb. verpakt in effecten). Daardoor is het gissen naar de weerslag op de rest van het financiële systeem. Het Amerikaanse Citigroup verloor meer dan 500 miljoen $. HSBC, ‘s werelds derde bank, verloor 5,65 miljard $ en PNB Paribas moest drie van haar investeringsfondsen bevriezen. Het Duitse WestLb verloor 1,25 miljard euro. Het zijn niet enkel Amerikaanse financiële instellingen die lijden onder deze crisis.

    Talrijke overnames in het recente verleden gebeurden met geleend geld. Beleggers zijn niet meer bereid dit te financieren. Zo bleven zakenbanken zitten met de ongefinancierde leningen voor de uitkoop van onder meer de Britse drogisterijketen Boots en de Amerikaanse autobouwer Chrysler. Hierdoor dreigt de fusieen overnamemanie, een belangrijke motor van de beurzen, stil te vallen. Banken zijn ook terughoudender geworden om kredieten te verschaffen aan andere banken en bedrijven, waardoor een gebrek aan liquiditeiten ontstond.

    Daarom greep de Europese Centrale Bank (ECB) in, gevolgd door die van de VS (FED), Japan e.a. door honderden miljarden aan goedkope kredieten ter beschikking te stellen. Dat was geleden van na 11 september 2001. Toen bood de ECB 69 miljard euro aan, tegenover zo’n 230 miljard euro nu. De ingrepen van de centrale banken gaven aan hoe erg ze de situatie inschatten, waardoor de onrust bij sommige beleggers nog groter werd. Uiteindelijk was de FED verplicht haar discontovoet, de rente die ze aanrekent voor dagleningen aan private financiële instellingen, met 0,5% te verlagen. Deze kredietversoepeling deed de financiële markten even herademen.

    FUNDAMENTEN WIJZEN OP DREIGENDE CRISIS

    Economische strategen – met uitzondering van zwaargewichten als Paul Krugman en nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz – halen opgelucht adem. De hoop neemt toe dat de aangekondigde storm gaat liggen. In werkelijkheid zit crisis echter ingebakken in de situatie. Door het wegvallen van de Sovjetunie en het Oostblok, en door de keuze van de Chinese bureaucratie om geleidelijk om te schakelen naar een markteconomie, is het aantal beschikbare arbeidskrachten op wereldvlak meer dan verdubbeld. De toegenomen uitbuitingsgraad die hiermee gepaard ging, zorgde voor ongekende winstcijfers, maar de krimpende koopkracht kon de productie niet bijhouden. Onvermijdelijk moet zoiets leiden tot recessie.

    Met overgewaardeerde aandelen, vooral in nieuwe technologie, en na hun instorting in 2001, met spotgoedkoop krediet op basis van lage rentevoeten, werd de crisis voortdurend uitgesteld. Dat was mogelijk omdat de OPEC-landen, China en Japan hun handelsoverschotten systematisch beleggen in $. Geen enkele economie, zelfs niet de sterkste ter wereld, kan echter blijven teren op krediet, of dat nu door de overheid is of door de consumenten of allebei. Vroeg of laat moeten de VS afkicken, maar zoals iedere verslaafde koos de FED voor een laatste kredietshot, deze keer onder de vorm van verlaging van de discontovoet.

    De FED zou haar rentebeleid echter moeten verstrakken, niet versoepelen. Nu al hebben Aziatische banken door de daling van de dollar miljarden verloren. Hoe lang zullen die verliezen tolereren als de dollar blijft zakken? Als zij hun dollars verkopen, dreigt die compleet onderuit te gaan. Voorts is er de inflatiedreiging en het feit dat de VS zijn dollars aan de rest van de wereld verkocht moet krijgen, wat enkel mogelijk is mits voldoende hoge intresten.

    Het is onwaarschijnlijk dat kapitalisten in staat zullen zijn de crisis nog vele jaren voor zich uit te duwen. Wel kunnen we stellen dat hoe langer ze uitgesteld wordt, des te harder zal ze aankomen. We kunnen ons de komende jaren aan schokken in de wereldeconomie verwachten, die afdankingen en bedrijfssluitingen op nog veel grotere schaal dan de voorbije jaren tot gevolg zullen hebben.

    LSP is ervan overtuigd dat er binnen het kapitalisme geen fundamentele oplossingen mogelijk zijn. Dit zieke systeem moet vervangen worden door een democratisch geplande economie waarbij de beschikbare arbeid ingezet wordt ten behoeve van de bevolking, in plaats van een steeds rijkere elite.

    Lees ook:

    > De perspectieventekst van ons congres in 2006 waarin dieper wordt ingegaan op de situatie van de wereldeconomie

  • Roofzucht kapitalisme kent geen grenzen. Imperialisme rukt op naar de Noordpool!

    Onder het vaandel van wetenschappelijk onderzoek is sinds kort een heus gevecht losgebarsten om het noordpoolgebied. Denemarken en Rusland proberen met seismografische gegevens te bewijzen dat de Noordpool geologisch tot hun grondgebied behoort, terwijl Canada en de VS militair hun stempel willen drukken op het gebied met nieuwe patrouilleschepen en militaire basissen. Tenslotte wil ook Noorwegen, dat Spitsbergen bezit, een vinger in de pap. Vanwaar deze belangstelling? En waarom nu?

    Frederik De Groeve

    Wetenschappers hebben aangetoond dat de aanwezigheid van broeikasgassen, voornamelijk CO2, ervoor zorgt dat de aarde minder afkoelt via de atmosfeer en dus opwarmt. De voornaamste bron van CO2-uitstoot is het massaal gebruik van fossiele brandstoffen zoals aardolie.

    Verder is men het er over eens – hoewel politici en media hieromtrent vaak een verdraaid en verwarrend beeld geven – dat de opwarming van de aarde catastrofale gevolgen heeft voor mens en natuur. Deze gevolgen zijn nu al duidelijk zichtbaar en zullen in de toekomst enkel toenemen. Naast een toename van natuurrampen, zien we de laatste jaren een snelle inkrimping van de poolkappen.

    De steeds dunner wordende ijslaag zorgt ervoor dat het noordpoolgebied tijdens de zomermaanden toegankelijk wordt voor scheepvaart. Deze zomer trokken Russische en Deense onderzoekers per schip naar de noordpool. Er heerst een sterk vermoeden dat er onder de oceaanbodem olie- en gasreserves aanwezig zijn die na het smelten van de ijskap makkelijk ontginbaar zouden worden.

    Door de zoektocht naar olie onder het poolgebied geven de kapitalistische mogendheden openlijk toe dat ze niet van plan zijn de klimaatproblemen op te lossen. Al deze landen, met uitzondering van de VS, ondertekenden het Kyoto-protocol. Dat werd voorgesteld als een poging om iets te doen tegen de opwarming van de aarde. De realiteit leert ons echter dat dit protocol slechts een schaamlapje is. Het zijn uiteindelijk de economische belangen die primeren. De mogelijke aanwezigheid van olie onder het noordpoolijs is voor kapitalisten veel interessanter dan de ecologische tijdbom die onder de planeet wordt gelegd.

    De huidige politieke elite zal de geschiedenisboeken ingaan als een groep criminelen die met voorbedachte rade een moordpoging heeft ondernomen tegenover deze planeet, inclusief al haar bewoners. Het motief voor deze moordpoging is een nietsontziend winstbejag.

    Het huidige systeem is verantwoordelijk voor de ecologische problemen. Er moet dan ook met dit systeem gebroken worden vooraleer echte oplossingen mogelijk worden. De strijd voor een leefbaar milieu maakt voor ons integraal deel uit van de strijd voor een andere samenleving waar wel rekening wordt gehouden met de behoeften van de arbeiders en hun gezinnen.

  • Eerste zichtbare haperingen in wereldeconomie

    De beurzen kregen de voorbije weken zware klappen ten gevolge van de instorting van de Amerikaanse subprime hypotheekmarkt. Dit was symptoom van een zieker wordend economisch systeem.

    Analyse door Kristof

    Door de stijgende rente in de VS kunnen ten meer en meer gezinnen hun hypotheek niet meer afbetalen. In de subprime hypotheekmarkt, de hypotheken voor mensen met een slechte kredietwaardigheid, is het percentage van gezinnen dat zijn hypotheek niet meer kan afbetalen opgelopen tot 15,8%, maar ook het percentage achterlopende betalers bij de betere hypotheken is gestegen tot 5,4% in juni, tegenover 2,2% in juni 2006. Gevreesd wordt dat de hypotheekmarkt in de VS verder klappen zal krijgen en de dat ook meer en meer van deze betere hypotheken niet meer terugbetaald zullen worden.

    Door deze crisis zijn een aantal financiële instellingen in de problemen gekomen. Doordat de hypotheekleningen zelf ook doorverhandeld worden (vb. als deel van een fonds), worden niet enkel financiële instellingen die rechtstreeks hypotheken verschaffen getroffen en is het effect van de hypotheekcrisis op de rest van de financiële systeem moeilijk in te schatten.

    Enkele voorbeelden van getroffen bedrijven zijn het Amerikaanse Citigroup, dat meer dan 500 miljoen dollar verloren heeft, ‘s werelds derde bank, HSBC, dat 5,65 miljard dollar verloor, PNB Paribas, Frankrijks grootste bank, dat drie van haar investeringsfondsen bevroor en bekendmaakte dat ze de waarde ervan nier meer kon inschatten en het Duitse WestLb dat 1.25 miljard euro verloor. Het zijn dus zeker niet enkel Amerikaanse financiële instellingen.

    Door de aanhoudende stroom van berichten over bedrijven die verliezen lijden door de hypotheekcrisis in de VS, brak er paniek uit op de beurzen. Een gestage daling maakt plaats voor een sterke daling. Wereldwijd verloren de beurzen vele procenten. De Bel20 verloor sinds zijn hoogtepunt op 23 mei 14% en kende zijn grootste daling sinds 2003, de Dow Jones verloor sinds zijn hoogtepunt op 18 juli meer dan 5,5%, Euronext verloor sinds 15 juli ongeveer 10,6%. De daling van de afgelopen weken is groter dan de plotse daling in februari, waarbij de beurzen gemiddeld 3,5% verloren, maar zich eigenlijk vrij snel herstelden.

    Talrijke overnames in het recente verleden gebeurden met geleend geld, en door die vrees zijn beleggers niet meer bereid deze obligaties te kopen. Zo bleven zakenbanken zitten met de ongefinancierde leningen voor de uitkoop van de Britse drogisterijketen Boots en de Amerikaanse autobouwer Chrysler. Hierdoor dreigt de fusie- en overnamemanie weg te vallen, wat een belangrijke motor van de beurzen is. Banken zijn dan ook terughoudender geworden om kredieten te verschaffen aan andere banken en bedrijven, waardoor een gebrek aan liquiditeiten dreigt te ontstaan. Daarom greep de Centrale Bank van Europa (ECB), gevolgd door die van de VS (FED) en Japan in door honderden miljarden aan goedkope kredieten ter beschikken te stellen om zo de markten te stabiliseren. De laatste keer dat dit gebeurde was op na de aanslagen op 11 september. toen bood de ECB maar 69 miljard euro aan , terwijl dit nu al meer dan 155 miljard euro is. Nooit gebeurde dit op zo’n schaal. Hoewel het doel net stabilisatie was, geven de ingrepen van de centrale banken wel aan hoe erg ze de situatie inschatten, waardoor de onrust bij sommige beleggers enkel groter werd.

    Ondermijning interne markt VS

    We zien momenteel de sterkste daling van de huizenmarkt in de VS in 16 jaar en volgens verschillende analisten is de bodem nog niet bereikt. Voor de vierde maand op rij was er in juni een daling in de herverkoop. Ook verkoop van nieuwe residentiele woningen neemt af. In juni was er zelfs een daling met 6,6%. De verkoop van huizen in mei moest ook neerwaarts bijgesteld worden. Het totaal aantal woningen dat te koop staat is in juni met 0,4% gestegen. Het aantal ter beschikbare woningen bevindt zich voor zowel nieuwbouw als herverkoop op een historisch hoogtepunt. Om alle op dit moment te koop staande huizen te verkopen aan het huidig tempo zouden we 8 maand nodig hebben.

    Tot voor kort was de huizenmarkt de motor van die Amerikaanse economische groei: gezinnen werden via goedkope kredieten gestimuleerd de papieren waardetoename van hun huis in leningen om te zetten en zo op krediet te kopen. Zo groeide de interne markt (totale koopkracht van de gezinnen) in de VS toch, ondanks een reële loondaling voor vele werknemers. Gezinnen kunnen uiteraard niet blijven lenen en we zien dat dit op zijn grenzen aan het botsen is; daar waar de consumentenbestedingen in de VS, toch verantwoordelijk voor ¾ van de economische activiteit, in het eerste kwartaal nog met 3,7% op jaarbasis toenam, is dit nu nog slechts 1,3%. Dit is dus minder dan de inflatie die momenteel ongeveer 2,7% op jaarbasis bedraagt. Met ander woorden is de interne markt, toch de motor van de VS economie de afgelopen jaren, aan het inkrimpen. Veel gezinnen moeten nu nog maar wat de buikriem aanhalen. Een indicatie daarvan is daling van de verkoop van duurzame goederen in juni met 0,5%, wat de grootste daling was sinds februari.

    De crisis op de huizenmarkt heeft uiteraard gevolgen voor bedrijven die direct of indirect bij huizenbouw betrokken zijn. DR Horton, een beursgenoteerd e bouwfirma, kende in het 4e kwartaal alleen al een inkomstendaling van 29% (tot $2,55 miljard).

    Toch economische groei?

    De VS zit nog steeds met een enorm onhoudbaar en stijgend handelstekort. In mei was dit meer dan 60 miljard dollar. Dit zijn allemaal dollars die op de wereldmarkt aangeboden worden, wat een belangrijke reden is in de daling van de dollar t.o.v. andere munten. Die daling is al sinds eind 2005 aan de gang. Door de hypotheek- en huizencrisis is het vertrouwen in de Amerikaanse economie verder gezakt waardoor de dollar ook verder daalde. Ze bereikte onlangs haar laagste peil ooit tegenover de euro, het laagste niveau t.ov. het Britse pond in 26 jaar, het laagste niveau t.ov. de kiwi dollar sinds de loskoppeling van de dollar in 1985, etc.

    De historisch lage dollar zorgt ervoor dat de VS een concurrentieel exportvoordeel heeft t.o.v. andere landen. De exporttoename zorgt voor een stijging van bijna 4% in investeringen in infrastructuur en software in het 2e kwartaal. De investeringen in commerciële gebouwen kende zijn sterkste stijging in 13 jaar. Daarmee heeft de export de rol van motor van de economische groei in de VS op dit moment overgenomen van de huizenmarkt/consumentenbestedingen; het netto-effect is een groei in het 2e kwartaal van 3,4% op jaarbasis, wat de sterkste groei is sinds het eerste kwartaal 2006. Economen denken niet dat deze stijgende export de motor van de VS economie voor langere tijd kan overnemen. De eerste tekenen van een vertragende fabrieksactiviteit zouden al zichtbaar worden.

    Gevolgen

    We willen niet uitsluiten dat de beurzen zich ook nu op korte termijn al dan niet gedeeltelijk zullen herstellen, maar op zijn minst zagen we een zware schok in het beurslandschap die vele beleggers in paniek deden raken. In februari zagen we al een eerste, kleinere, schok, waarbij de beurzen wereldwijd gemiddeld 3.5% daalden, al herstelden die zich vrij snel. Nu zien we een tweede, zwaardere en langer uitgerokken daling, wat opnieuw een uitdrukking is van zorgen in de VS economie, de motor van de wereldeconomie, die dreigt vast te lopen.

    Voor heel wat landen zoals China en India is de VS een belangrijke, zoniet de belangrijkste exportmarkt. De VS was de afgelopen periode de spons die ervoor zorgde dat zowat alle producten die op de wereldmarkt gesmeten werden, ook effectief gekocht werden. Nu is die spons niet alleen verzadigd, maar is ze ook de eerste tekenen van samentrekking aan het vertonen. De enorme groei in landen als India en China is gebaseerd op goedkope arbeid en export. Net door die lage lonen zijn dergelijke landen niet in staat een interne markt van betekenis te scheppen. In de hele wereld wordt een neoliberaal beleid van besparingen, loonmatigingen, etc. gevolgd, wat dus ook inhoudt dat de koopkracht van de bevolking daalt of zal dalen. Geen enkel land of regio is dus in staat de rol van de VS op economisch vlak over te nemen.

    Aziatische banken kopen massaal de dollars die op de wereldmarkt aangeboden worden op om de schulden van de VS economie, veelal hun belangrijkste exportmarkt, te financieren en om hun munt in functie van de dollar laag te houden wat een exportvoordeel oplevert. Door de daling van de dollar hebben deze banken al miljarden verloren en het is maar zeer de vraag hoe lang ze verder verliezen zullen tolereren als de dollar nog verder zakt. Eens deze dollars verkocht worden, dreigt de dollar compleet onderuit te gaan, wat tot een verdere inkrimping van de VS afzetmarkt zal leiden. De buitenlandse schuld van de VS bedraagt nu al 30% van het BBP. De obligaties in dollars die door buitenlandse financiële banken gekocht zijn, verliezen door een daling van de dollar aan waarde. Als de Aziatische banken (en sommige OPEC landen) hun dollars verkopen, zal dit er dus tot zware verliezen voor deze financiële instellingen leiden.

    Een daling van de rente zou lenen voor zowel gezinnen als bedrijven opnieuw goedkoper maken, en zou de economie opnieuw (tijdelijk) impulsen kunnen geven, maar door de stijgende grondstofprijzen, in de eerste plaats olie, is een structurele renteverlaging onwaarschijnlijk, aangezien dit tot een toenemende inflatie zou leiden. Ten tweede moet de VS zijn dollars aan de rest van de wereld verkocht krijgen, wat enkel mogelijk is mits voldoende hoge intrestvoeten, zeker bij twijfels over de Amerikaanse economie zullen beleggers niet bereid zijn dollars tegen lage interestvoeten te kopen.

    We weten niet wanneer dit alles zich zal manifesteren, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat kapitalisten in staat zullen zijn de crisis nog vele jaren voor zich uit te duwen. Wel kunnen we stellen dat hoe langer ze uitgesteld kan worden, des te harder zal ze aankomen, aangezien er des te meer schulden gemaakt zullen zijn en er des te meer dollars in paniekreacties zullen verkocht kunnen worden. We kunnen ons ergens in de komende jaren aan schokken in de wereldeconomie verwachten, die afdankingen en bedrijfssluitingen op grotere schaal dan de voorbije jaren tot gevolg zullen hebben. Dit zal gepaard gaan met een toename aan protectionistische maatregelen, aangezien elk land zichzelf zal willen afschermen voor de wereldwijde crisis.

    Met CAP moeten we ons voorbereiden op massale bewegingen (stakingen, betogingen, etc.) die het gevolg zullen zijn. LSP is ervan overtuigd dat er binnen het kapitalisme, een systeem dat zichzelf ondermijnt, geen fundamentele oplossingen mogelijk zijn. Tijdelijk zijn toegevingen mogelijk zoals we in het verleden gezien hebben, maar in de huidige wereldeconomische context zal het afdwingen van dergelijke toegevingen een pak moeilijker zijn. Volgens LSP moet komaf gemaakt worden met dit zieke systeem en moet het vervangen worden door een systeem waarbij de beschikbare arbeid op een democratische en geplande manier ingezet wordt ten behoeve van de bevolking in plaats van een steeds kleiner en rijker wordende elite.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop