Category: Globaal

  • Kapitalisme lekt aan alle kanten: Wat is het alternatief?

    Het kapitalisme lekt aan alle kanten. De leiders proberen de lekken te dichten, draaien waterdichte schotten dicht, maar het lekt steeds weer fors op nieuwe plekken…Niet alle passagiers aan dek en in hun hutten hebben het door… Wat is hier aan de hand? Hebt u wel eens eerder een eiland failliet zien gaan? Of “De Volkskrant” zien pleiten voor de nationalisatie van de banksector? Of de regeringsleiders en ministers van financiën van deze wereld van crisis naar crisis zien hollen? Of zo vaak bedragen langs uw televisiescherm zien gaan met zoveel nullen dat ze er niet meer op leken te passen?

    Artikel overgenomen vanop de website van Offensief, onze Nederlandse zusterorganisatie

    Wie snapt het nog?

    Dit is er aan de hand:

    1. De wereldeconomie zit in een recessie, verkopen, omzetten, productie lopen terug;
    2. Er is een forse financiële crisis: banken durven elkaar geen geld meer te lenen, maar ook geen leningen aan bedrijven of personen te geven;
    3. De aandelenmarkten blijven zakken als een baksteen, de AEX is al de helft van zijn waarde kwijt.

    Wat doen de verschillende regeringen er aan? Hun manier van aanpak wordt de “Sinatra doctrine” genoemd: iedereen “My Way”… Dat dit helaas geen grap is, bewijst de bijeenkomst van de zeven rijkste landen op 10 oktober, ze kwamen niet verder dan wat vage aanbevelingen. Het IMF komt niet veel verder. Op wereldschaal valt er geen aanpak te verwachten, terwijl het wel degelijk gaat om een wereldwijd probleem. Dit vormt voor het wereldkapitalisme een enorme handicap. Wat doen regeringen wel?

    1. Kapitaalinjecties geven aan individuele banken (FORTIS, ABN-AMRO in Nederland eind september)
    2. Kapitaalinjecties geven aan de hele banksector (Engeland)
    3. Individuele banken nationaliseren (Northern Rock, FORTIS, ABN-AMRO)
    4. Gehele banksector nationaliseren (gebeurde in IJsland)

    Hebben de regeringen er greep op? Nee, wat ze ook doen aan de banksector, de recessie en de val van de aandelenkoersen gaan gewoon door. Zelfs de banksector alleen krijgen ze niet in beweging. Biedt nationalisatie een uitweg? Ook niet, in IJsland is de hele banksector genationaliseerd met als gevolg dat het hele eiland failliet raakte.

    In Nederland is nu al 30% van de banksector in overheidshanden, zonder dat het helpt. De overheid heeft zich onder druk van de financiële sector dertig jaar lang teruggetrokken, onder de aanvoering van dezelfde financiële bedrijven die nu over de kop gaan, is de politiek is jarenlang afgeschreven. De financiële sector heeft in zijn enthousiasme om de burgerlijke overheden af te branden, zijn eigen redders lek geschoten. Het gezag van burgerlijke regeringen is verregaand ondermijnd.

    Het leeglopen van banken, verzekeringsmaatschappijen, hedgefondsen, grondstoffenspeculanten en zo is nog tot daar aan toe, maar het leeglopen van pensioenfondsen (ABP verloor 34 miljard Euro), de recessie (ontslagen), inflatie die het gevolg zijn van deze crisis, gaan ons allemaal raken. Was het in het begin een crisis in de financiële sector, een crisis in het kapitalisme, nu is het zo groot geworden dat we moeten spreken van een crisis van het kapitalisme.

    Misschien komen er nog een paar dagen van heftige koersdalingen erbij, nog een paar systeembanken die omvallen en nog een land dat failliet gaat. Er is nu niet veel voor nodig om de wereld te laten afglijden naar een ineenstorting van het financiële systeem en een diepe depressie. Ideeën van paar marginale marxisten? Nee, ook burgerlijke economen doen dat. De ministers van financiën, presidenten van een centrale bank en directeuren van een grote onderneming houden nu hun hart vast.

    Tot nu toe zijn de arbeiders in de wereld verbijsterde toeschouwers. Ze zien het lek slaan van het kapitalisme, de golf van kapitaalinjecties en nationalisaties, de machteloze gebaren van regeringen op TV voorbijkomen. Hun organisaties, vakbonden en politieke partijen, legden jarenlang de rode loper uit voor het neoliberalisme! Maar de eerste slachtoffers zijn er. Dat zijn bijvoorbeeld de Poolse werknemers in IJsland die hun koffers kunnen pakken en de arbeiders die daar hun auto, huis en baan kwijtraken. Het is een voorbode van wat arbeiders in andere landen te wachten staat.

    In IJsland demonstreerden al duizend mensen tegen de regering en hun situatie. Welke eisen moet de arbeidersbeweging nu stellen? Eén: open de boeken, laat zien wat is gebeurd. Twee: betaal eerste de bonussen en de opties terug, waar ze mee zijn weggelopen. Drie: nationaliseer niet in het belang van het kapitalisme, maar nationaliseer in het belang van de arbeiders. Vier: geef werkloze arbeiders en mensen die hun huis verliezen een nooduitkering, zodat zij hun huis kunnen behouden en hun leven voort kunnen zetten.

    De crisis van het kapitalisme is enorm. Van een crisis van het neoliberalisme is het nu een crisis van het kapitalistische systeem geworden. Het kapitalisme gaat echter niet aan zijn interne tegenstellingen ten onder, schreven Marx en Engels al. Alleen de arbeidersklasse kan door bewust ingrijpen een einde maken aan het kapitalisme. De arbeidersklasse vormt de overgrote meerderheid in de samenleving en staat centraal in de productie. Alleen de arbeiders kunnen de maatschappij overnemen van de falende minderheid van kapitalisten.

    Hoewel de objectieve kracht van de arbeidersklasse (aantallen en sleutelpositie bij de productie) gigantisch is, staat de arbeidersklasse in subjectieve zin (organisatie, ideeën, programma) niet sterk. De ideeën van het socialisme kunnen daar verandering in brengen. Ze veranderen de arbeidersklasse van machteloze toeschouwers in klassenbewuste mensen die hun toekomst in eigen handen nemen.

    • Open de boeken van de banken en financiële instellingen, laat zien waar het geld gebleven is;
    • Betaal de bonussen en topsalarissen van de afgelopen jaren terug;
    • Compenseer de financiële schade van de gewone mensen;
    • Voor automatische compensatie van de prijsstijgingen.
    • Zorg voor fatsoenlijke uitkeringen voor degenen die hun baan verliezen;
    • Spring financieel bij als mensen hun huis kwijtraken;
    • Voor nationalisatie van de financiële sector onder het democratische beheer en controle van de arbeidersklasse, compensatie slechts op basis van bewezen behoefte;
    • Nationaliseer het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer en de NUTS bedrijven om de jaren aan bezuinigingen in te halen. Voor gratis onderwijs, gezondheidszorg en openbaar vervoer. Bevries de prijzen voor energie;
    • Voor een nationalisatie onder arbeiderscontrole en -beheer van alle bedrijven die massaontslagen willen doorvoeren;
  • IJsland wordt slachtoffer van casino-economie

    Ondanks zijn geografische ligging staat IJsland economisch gezien niet geïsoleerd. Zijn bankiers en politici haalden alle mogelijke voordelen uit de kapitalistische globalisering, met als resultaat dat het land nu op de rand van het faillissement staat. De IJslandse munt, de krona, wordt door buitenlandse banken uit circulatie gehaald. Gepensioneerden verloren miljarden en de regering kende een conflict met de Britse premier Brown naar aanleiding van Britse rekeningen die werden geblokkeerd.

    Artikel door Per-Ake Westerlund, Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden)

    De enige banken van IJsland werden slechts begin jaren 2000 geprivatiseerd. Ze pasten zich evenwel snel aan de globale casino-economie aan. Ze gingen zich op diverse plaatsen inkopen en verwierven belangen in bedrijven in Scandinavië en Groot-Brittannië op basis van leningen en een kredietzeepbel die schijnbaar zou instaan voor een steeds groeiende rijkdom. Vorig jaar bezaten de banken samen tien keer zoveel als het BBP van IJsland.

    De afgelopen weken werden alle drie de grote banken van het eiland genationaliseerd – eerst was er Glitnir, dan Landsbanki en tenslotte de grootste bank Kaupthing. Nog op woensdag 8 oktober stelde Asgeir Jonsson, de hoofdeconoom van Kautpthing, aan het Zweedse Svenska Dagbladet, dat de bank in private handen zou blijven. Op dat ogenblik had de Zweedse centrale bank Kaupthing in Zweden in de praktijk al overgenomen met een lening van 500 miljoen euro.

    De nationalisatie van de banken zorgt ervoor dat de aandelen ervan waardeloos worden. Tien proces van de bevolking op IJsland (30.000 van de 300.000 inwoners) bezitten aandelen van de banken. De meeste pensioenfondsen investeerden eveneens in de banken en ook meer dan 100 lokale Britse overheden hadden samen meer dan 720 miljoen pond in de IJslandse banken geïnvesteerd. De Britse premier Gordon Brown beschuldigde IJsland ervan “illegaal” te handelen en zette zelfs een anti-terroristische wet in om de hand te kunnen leggen op de Britse bezittingen van Landsbanki.

    De premier van IJsland, Geir Haarde, waarschuwde in een televisietoespraak op 6 oktober voor een “nationaal bankroet”. Gedurende vijf uur werd gewacht om deze toespraak uit te zenden, omdat er achter de schermen nog onderhandelingen plaatsvonden tussen bankiers en politici. Geir Haarde eindigde zijn toespraak met “God bless Iceland”. Dat was de dag nadien een slogan die werd overgenomen op protestborden bij de eerste betoging tegen de manier waarop de regering deze crisis aanpakt. Er waren zowat 1.000 betogers.

    De woede van de bevolking richt zich tegen zowel de bankiers als de regering, beide handelen immers in nauw overleg. De afgelopen jaren verschenen steeds meer luxewagens in de straten van de hoofdstad Reykjavik. De top van de grootste banken kon van de champagne nippen in speciaal voor hen gebouwde clubs. De nieuwe rijken lieten huispersoneel uit Oost-Europa overkomen om zich te laten bedienen.

    Een aantal commentatoren stelt nu dat slechts “20 tot 30 mensen” aan de oorzaak van deze economische crisis liggen. Dat is op zich een enorm scherp verdict over het ondemocratische karakter van kapitalistische economieën. Anderzijds is het ook een veroordeling van die vakbondsleiders en anderen die niet ingingen tegen deze trend. Kapitalisme leek steeds het antwoord te zijn op alles.

    Die illusie is nu doorprikt. Op 9 oktober werd de handel in de aandelen geschorst, pas op maandag was een heropening gepland. De handel in financiële aandelen werd al stopgezet op 6 oktober. De regering slaagde er niet in om de Krona te stabiliseren rond 131 Krona voor een euro. Een jaar geleden kreeg je nog 85 Krona voor 1 euro, vorige week waren dat er 160. Op donderdag 9 oktober volgde een totale ineenstorting en waren 340 Krona nodig voor één euro. Hierna werd de handel stopgezet. Elisabeth Gruie, expert in muntkoersen bij BNP Paribas, verklaarde: “Geen enkele bank wil nog handel drijven met de IJslandse Krona”.

    Dit is een catastrofe voor de bevolking van IJsland. 30.000 mensen hebben een lening voor hun huis of wagen aangegaan in vreemde munten. Er zijn ook duizenden Poolse arbeiders in de visindustrie wiens lonen nu niet langer geschikt zijn om bijdragen naar huis op te sturen. Het spaargeld van velen is niets meer waard.

    Daarenboven is er een inflatie van 20-25% en zijn de rentevoeten bij de hoogste van Europa, een stuk boven de 10%. De verkoop van auto’s, huizen en kapitaalgoederen is ineengestort. Een aantal mensen hebben hun bankrekeningen leeggehaald. Anderen zijn voedsel beginnen stockeren. Vooral de gepensioneerden worden hard geraakt, maar toch stelt de regering voor om te besparen op de pensioenen zonder dat het daar reeds een cijfer op durfde te plakken.

    De kapitalisten spelen met verschillende “oplossingen” – zo wordt gesproken over een grote lening vanuit Rusland, een akkoord met het IMF of het invoeren van de euro. Zelfs de politici die het meeste voorstander zijn van onafhankelijkheid van het eiland, zoals premier Haarde, overwegen nu de mogelijkheid om bij de EU aan te sluiten. Het invoeren van de Euro of het koppelen van de Krona aan de Euro is echter quasi onmogelijk aangezien IJsland slechts heel beperkte reservefondsen kent.

    Wat ook het resultaat van deze onderhandelingen zal zijn, nu reeds staat vast dat de politici en bankiers zullen proberen om harde aanvallen in te zetten op de arbeiders, zeker in de openbare sector. Het IMF, Rusland en de EU zullen allen sterke voorwaarden koppelen aan eventuele leningen.

    In Zweden deed de massa-media deze crisis af als iets typisch “IJslands”, maar dat argument werd niet gebruikt toen de IJslandse banken ervoor zorgden dat de Zweedse aandelen en financiële handel hoge pieken bereikte. Hetzelfde geldt voor Gordon Brown, wiens hypocrisie schier grenzeloos lijkt te zijn.

    De casino-economie heeft rampzalige gevolgen voor IJsland. Er is nu nood aan een massabeweging tegen de lokale en globale kapitalisten en politici, waarbij aansluiting wordt gezocht bij bewegingen in andere landen om te komen tot een internationale oplossing voor de crisis. Alle boeken moeten geopend worden, de economie van IJsland moet worden gepland en gecontroleerd door comités van arbeiders en gewone mensen, als een stap in de richting van een echte oplossing: democratisch socialisme.

  • Decadentie van het kapitalisme stuit op onbegrip

    Voor de topbanken en andere aanvoerders van het kapitalisme waren er jarenlang geen grenzen aan de decadentie. Zolang met ons geld gegokt én gewonnen werd op de casino’s van het wereldkapitalisme, waren er geen grenzen aan de vergoedingen voor topmanagers en stonden evenmin limieten op de decadente uitspattingen waarop deze top zichzelf trakteerde. Tegen de achtergrond van de huidige crisis, is dat minder evident.

    Zowel Fortis als Dexia kwamen de afgelopen weken fors in de problemen wat leidde tot een golf van wantrouwen en vragen onder bredere lagen van de bevolking. Dat bleek onder meer uit het massaal leeghalen van bankrekeningen bij Fortis (er was sprake van 4 miljard euro die werd teruggetrokken door spaarders, maar om een versterking van dat fenomeen te beperken werd er weinig media-aandacht aan geschonken).

    De kleine aandeelhouders werd bovendien gezegd dat er pas in 2014 een compensatie zal volgen. Met de snelheid waarmee de gebeurtenissen de afgelopen dagen ontwikkelden, zal het vertrouwen in die sussende boodschap wellicht bijzonder klein zijn.

    Ook het personeel van Fortis wordt hard getroffen, nu reeds wordt gesproken over de mogelijkheid dat 3.000 jobs zullen verloren gaan. En dat op een ogenblik dat de werkloosheid opnieuw aan het stijgen is, in de loop van de maand september gingen meer dan 10.000 jobs verloren in ons land. Als de crisis effectief nog minstens een jaar duurt, zou dit ritme van jobverlies ertoe leiden dat er wel eens meer dan 1 miljoen werklozen in dit land zouden kunnen zijn.

    Dat is allemaal slecht nieuws voor de gewone werkende, kleine aandeelhouder of uitkeringstrekker. Toch vonden zowel Fortis als Dexia intussen nog de middelen om een decadent feest te organiseren in Monaco. De afgelopen jaren waren er meermaals dergelijke bijeenkomsten voor de kleine toplaag van superrijken. Het maakt meteen duidelijk waaraan de banken ons spaargeld hebben besteed.

    Afgelopen vrijdag hield Fortis Insurance Belgium een exclusief feest voor 50 gasten in het duurste hotel van Monaco. Er werd gegeten in een chique restaurant met verschillende Michelin-sterren. De groep betaalde 150.000 euro voor deze uitstap! Dat is 3.000 euro per persoon voor een etentje en overnachting. Fortis Insurance verklaarde dat het zich “terdege bewust is van de gevoeligheden bij het grote publiek rond de financiële crisis.” Naast Fortis hield ook Dexia een feestje in Monaco. In de zaal naast het Fortis-feest, schoven 200 gasten aan op het Dexia-feest in het Hôtel de Paris in Monaco. Daar werd de opening van het eerste lokale filiaal van Dexia Private Banking gevierd met een viergangendiner.

    Dit soort decadente uitspattingen vormde jarenlang de norm en de banken slaagden er niet in om naar aanleiding van de crisis op korte termijn de feestjes af te zeggen. Om het jobverlies of het verlies voor de kleine aandeelhouders aan te kondigen, was minder tijd nodig. Deze feestjes tonen aan wiens belangen centraal staan bij de banken. De bekendmaking van de feestjes botste op een groot onbegrip bij bredere lagen van de bevolking. Hierdoor moesten de verantwoordelijken wat terugkrabbelen, maar dat is te laat. De tegenstelling tussen de kleine laag van superrijken en de meerderheid van de bevolking werd duidelijk gemaakt door de top van de banken zelf.

  • De Wall Street Crash van 2008. Globale kapitalisme in crisis

    Maandag 29 september was een zwarte dag voor het wereldkapitalisme. Het nieuws dat het Amerikaanse parlement tegen een garantie van 700 miljard dollar had gestemd, ook al had financieminister Paulson er op zijn blote knieën voor gesmeekt, stuurde de beurswaarden verder naar een nieuw dieptepunt. Het werd het grootste verlies op één dag sinds de crash van oktober 1987.

    Peter Hadden

    Het aantal banken dat niet meer kredietwaardig is neemt snel toe. Een financiële commentator in Londen moest geschokt en vol ongeloof erkennen dat er voor de middag op één dag vijf banken failliet waren. Daaronder de zesde grootste Amerikaanse kredietmaatschappij, Wachovia, die voorheen nog werd aangehaald als mogelijke overnemer van Morgan Stanley. Buiten de VS waren er overnames en kapitaalinjecties voor banken in Groot-Brittannië, België, Duitsland en Ijsland. Soms met gedeeltelijke of volledige nationalisaties.

    Dat is reeds ernstig op zich, maar we hebben het ergste nog niet gezien vooraleer de economie de bodem van de crisis raakt. Ken Lewis, topman van Bank of America, werd gevraagd hoeveel van de 8500 Amerikaanse banken de crisis zou overleven. Zijn antwoord was oprecht maar niet geruststellend: “Zowat de helft”. In Europa ziet het er niet veel beter uit.

    Het Amerikaanse parlement stemde aanvankelijk tegen de maatregel om 700 miljard dollar vrij te maken voor de banken. Dat was uit vrees voor de reacties van de Amerikaanse kiezers. Maar ook omdat een aantal conservatieve Republikeinen nog vasthouden aan het idee dat een staatstussenkomst in de “vrije” markt een stap “op weg naar het socialisme” zou betekenen.

    Een dergelijke visie wordt nu slechts door een minderheid van het kapitalistische establishment in de VS (en daarbuiten) gedeeld. Regeringen, met inbegrip van die rechtse regeringen die erg enthousiast waren over het neoliberalisme, moesten eens hard slikken en erkennen dat het enige alternatief op een massale overheidsinterventie waarbij miljarden dollar aan overheidsmiddelen in de banken werden gepompt, bestaat uit een financiële ineenstorting en een recessie in de orde van wat gebeurde in de jaren 1930.

    Tussen 1928 en 1933 gingen 11.000 banken in de VS failliet. Er wordt nu voor een herhaling gevreesd en daarom had het parlement geen keuze en moest het een herwerkte versie van het plan-Paulson goedkeuren.

    Ondanks het verzet van een aantal neoliberalen die aan de oude lijn vasthielden, heeft deze interventie niets te maken met socialisme. De overheid wil belastingsgeld gebruiken om de meest aangetaste slechte schulden op te kopen aangezien deze verspreid zijn doorheen het volledige financiële stelsel. De schulden worden genationaliseerd, maar waar mogelijk wordt hetgeen nog winst kan opleveren gefusioneerd of verkocht aan rivaliserende bedrijven en instellingen.

    Dit is geen volledig nieuwe ontwikkeling, zelfs in de recente periode van het neoliberalisme en financiële deregulering. Toen het Amerikaanse US Savings and Loans eind jaren 1980 in elkaar stortte, ging de overheid over tot een nationalisatie en werd 153 miljard dollar gebruikt. De Zweedse financiële markten werden gedereguleerd in 1985. Enkele jaren later was er een opeenstapeling van slechte schulden en werd de banksector gered. De regering nam twee van de zeven kredietbanken over. Het besteedde miljarden Zweedse kronen in het redden van een bank.

    Een verschil met toen – naast de veel beperktere schaal van de toenmalige interventies – was het feit dat de toekomstige groei in de VS en de wereldeconomie leidde tot een grotere waarde voor instellingen en prijsstijgingen, waardoor de getroffen instellingen konden herstellen. De overheid kon terugkeren naar haar “normale rol” en de instellingen terug overdragen aan de private sector.

    Vandaag zien de vooruitzichten voor het wereldkapitalisme er niet zo rooskleurig uit. Zelfs indien een langdurige recessie wordt vermeden, lijkt het erop dat de recessie zal gevolgd worden door een lange periode van stagnatie. De ineenstorting van de Japanse economische zeepbel eind jaren 1980 werd gevolgd door een decennium van stagnatie en deflatie. Een gelijkaardig – of erger – scenario lijkt nu mogelijk voor het wereldkapitalisme. Dat is de prijs die wordt betaald voor de speculatie en de groei op basis van zeepbellen die we de afgelopen 15 jaar hebben gekend.

    Economen leggen de verantwoordelijkheid voor de huidige situatie volledig bij de financiële speculatie, ze plaatsen hun hoop op een betere toekomst met een financiële regulering en/of controle.

    Ongetwijfeld hebben speculatie en financiële inhaligheid, zeker op de weinig doorzichtige financiële markten, een belangrijke rol gespeeld om te komen waar we nu staan met de wereldeconomie.

    Met goedkope kredieten kon de financiële zeepbel de afgelopen jaren verder groeien waardoor de kredietcrisis erger werd. Zo lang de zeepbel bleef groeien, leek het alsof zelfs de meest risicovolle belegging zou leiden tot resultaten en niet kon falen. Steeds meer werd kapitaal ondersteund door grotere leningen om te investeren of over te kopen. Soms bereikte dit systeem van “leveraging” een verhouding van 100 tegen 1. Dit zorgde ervoor dat er een hoog rendement werd gehaald op het initiële kapitaal, zolang de financiële situatie goed bleef en de instellingen bleven deelnemen aan de kredietrace om de superwinsten te kunnen binnenhalen. In slechtere periodes leidt een kleine achteruitgang tot een enorme ineenstorting.

    Zotte investeringen?

    Winsten en de enorme bonussen voor wie aan dit systeem deelnam werden versterkt door het idee dat de nieuwe en steeds complexere financiële methoden en instellingen waren opgezet om te vermijden dat er verliezen zouden kunnen worden geboekt. Er kwamen nieuwe kredietinstrumenten en complexere formules die allemaal gebaseerd waren op de onderliggende gedachte dat er geen slechte investeringen mogelijk zouden zijn.

    Jarenlang, zeker gedurende de eerste jaren van deze eeuw, werd door speculanten gesproken over “veiligheidsmaatregelen”. Afgeleide producten, gebaseerd op andere afgeleide financiële producten maar uiteindelijk gebaseerd op onbetaalbare hypotheken en andere schulden, werden samengevoegd en verder verkocht. Hierdoor namen afgeleide producten niet langer een beperkte plaats in, maar werden twee derden van de leningen op deze manier “beveiligd”. Zoals de meeste economen nu moeten erkennen, en de kredietcrisis bevestig, leidde het verspreiden van het risico tot het feit dat de negatieve gevolgen ervan effectief wereldwijd worden gevoeld.

    Dat is niet enkel het probleem van een aantal speculanten die te ver zijn gegaan waarbij het volstaat om enkele regels op te leggen. Een zekere vorm van speculatie is inherent aan het financiële systeem waarbij de beurzen altijd een gokkantoor vormen en waar er al lang markten zijn waar op futures (toekomstige winsten) wordt gegokt om winst te maken. Recent werd dit systeem echter tot in het extreme doorgetrokken.

    De financiële instellingen en diegenen die ervoor verantwoordelijk zijn maken winst, zoveel als ze kunnen. Zelfs toen het reddingsplan van Paulson in de VS werd bediscussieerd, werd op Wall Street gezocht naar methoden om er winst uit te slaan. Een aantal bedrijven begon te lobbyen om ervoor te zorgen dat niet alleen hypotheken maar alle slechte investeringen in het pakket zouden worden opgenomen. Anderen verzetten zich tegen iedere suggestie dat tegelijk ook de toplonen zouden moeten worden beperkt.

    Het is niet mogelijk om te controleren wat je niet zelf bezit. Regulering zonder bezit is geen oplossing. Iedereen die daarover twijfelt, moet maar eens kijken naar de sterk gereguleerde energiesector in Groot-Brittannië (of België…) waar de private bezitters de regels opleggen en enorme winsten boeken.

    De crisis centraliseert zich op dit ogenblik rond het financiële systeem, maar het is een crisis van het volledige systeem en niet enkel van de financiële markten. De speculatie en de enorme explosie van kredietverlening vormden symptomen van een onderliggende zwakte van het kapitalisme.

    De afgelopen twee decennia was er een enorme toename van de globale macht van het financiekapitaal. In 1980 waren de financiële middelen ruw gesteld evenveel waard als het wereldwijde BBP. Tegen 2005 was dit 3,7 keer het wereldwijde BBP.

    De toenemende dominantie van het financiekapitaal en de sterkere concentratie ervan op korte tijd, naast de speculatieve investeringen, zijn tekenen van een gebrek aan vertrouwen van de kapitalistische klasse in de toekomst van hun systeem. Er was een gebrek aan investeringen in de industriële sectoren die rijkdom creëren alsook in onderzoek en ontwikkeling. In de plaats daarvan werd gezocht naar winsten op korte termijn, soms op een zodanig korte termijn dat de bonussen voor de top afhankelijk werden van iedere transactie op zich. De financiële markten zorgen echter slechts voor een herverdeling van waarde, niet zozeer voor de creatie van nieuwe waarde.

    Opkomst van China

    De groei van de wereldeconomie sinds begin jaren 1990 was gebaseerd op verschillende factoren die samenkwamen en elkaar versterkten: goedkoop geld – en dus schulden – en lage inflatie, en goedkope arbeid. Dat laatste aspect kwam ondermeer door de opkomst van China, en in mindere mate India, en Rusland waardoor de wereldwijde arbeidskracht zowat werd verdubbeld. 1,5 miljard arbeiders kwamen mee in het systeem. Zonder een overeenkomstige toename van de investering van kapitaal in het systeem, was er een sterke verlaging van de arbeidskosten en een sterke toename van de winsten.

    Vooral China vormde de wereldfabriek voor goedkope consumptiegoederen die goedkoop geproduceerd en verkocht worden omwille van de lage lonen en slavencondities voor de arbeiders. De vloedgolf van goedkope Chinese goederen op de wereldmarkt heeft de inflatie laag gehouden en tegelijk zorgde de fenomenale Chinese ontwikkeling voor een sterke toename van de vraag naar, en dus ook de prijs van, ruwe grondstoffen wat op zijn beurt de dreiging van deflatie heeft beperkt.

    Markten in stand gehouden door kredieten

    Krediet en de sterke opeenhoping van schulden heeft de markt van goederen die uit China kwamen een tijdlang in stand gehouden. Dat was vooral het geval in de VS, waar de Amerikanen optraden als de consumenten van de laatste kans. Er werd geld geleend zodat ze verder konden kopen. Dat was mogelijk door de opeenvolgende zeepbellen, eerst de dramatische stijging van de aandelenprijzen – de dot.com groei – en meer recent de zeepbel van de huizenprijzen.

    De dollar bleef sterk ondanks een enorm handelstekort. Dat was enkel mogelijk omdat het Chinese overschot – en meer recent de overschotten van andere landen zoals de olieproducerende landen – terugvloeide naar de VS, soms naar de Amerikaanse financiële bedrijven die nu in de problemen zitten. Een kwart van de Chinese overschotten werd geïnvesteerd in instellingen die met de Amerikaanse overheid waren verbonden, waaronder Fannie Mae en Freddie Mac. In ruil daarvoor zorgde een sterke dollar ervoor dat de import goedkoop en de koopkracht op peil bleef.

    De problemen van de financiële markten waaien nu over naar de reële economie waardoor dit fragiele evenwicht snel dreigt in elkaar te storten. Het stagneren van de lonen, duurdere leningen en hogere prijzen zijn allemaal factoren die gevolgen hebben voor de bestedingen van consumenten in de VS en elders. In de VS is duidelijk aangezien heel wat gezinnen als gevolg van de kredietcrisis hun huizen verliezen en minder kunnen uitgeven. Er is een sterke daling van wat wordt uitgegeven door particulieren aangezien arbeiders proberen leningen af te betalen en niet in staat zijn om meer uit te geven door de stijgende prijzen.

    Het is nog niet zo lang geleden dat de economen ons stelden dat de opkomst en volledige integratie van China en India en in de globale economie ervoor zouden zorgen dat de groei zou standhouden. Toen de kredietcrisis toesloeg was er een nieuw argument: China en India stonden “los” van de rest van de wereldeconomie en zouden aan de crisis ontkomen. Van dit soort theorieën over een “ontkoppeling” hebben we recent niet veel meer gehoord.

    Er waren scherpe dalingen op de beurzen in China, India en Rusland, waar de beurs meermaals gewoon werd gesloten om een te sterke daling te vermijden. De Russische regering heeft miljarden dollars in de banken gepompt en ook de Indische regering moest 7 miljard dollar van haar reserves aanspreken om de Roepee te ondersteunen. Ondanks het feit dat 500 miljard dollar garantie werd toegekend aan de Chinese banken, staat China de komende periode – volgens David Smith in zijn boek “The Dragon and the Elephant” – “een economische catastrofe te wachten”.

    Iedere achteruitgang van de koopkracht in de grootste economieën zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de Chinese export en de Chinese economie. De groei van de Chinese export halveerde reeds dit jaar. Een achteruitgang van de dollar zal verdere gevolgen hebben waardoor Chinese – en andere – import naar de VS duurder wordt. Het zal ook de dollars die in handen zijn van China, Rusland, de Golfstaten en andere landen aan waarde doen verminderen. Een terugtrekking uit de dollar van deze landen, zou een ineenstorting van de dollar kunnen veroorzaken en de problemen versterken.

    De crisis bereikt reeds de reële economie. Cijfers geven aan dat de Eurozone in het tweede kwartaal van dit jaar een negatieve groei kende en er zijn weinig tekenen op een verbetering. Ierland kende voorheen de sterkste economische groei in de Eurozone, maar bevindt zich nu officieel in recessie. De Japanse economie ging achteruit in het tweede kwartaal en is nu in recessie. Op jaarbasis zijn de verkoop en industriële productie in de VS al in het rood aan het gaan en de meeste economen voorspellen nu een negatieve groei voor de VS-economie tegen het einde van het jaar.

    Vallende dominostenen

    Een gevaar voor het kapitalisme is dat dit een crisis wordt waarbij de dominostenen elkaar doen vallen. Het ene probleem leidt tot nieuwe problemen waarbij bovendien de oorspronkelijke problemen nog worden versterkt. Dit effect zagen we destijds in de eerste fase van de Japanse crisis toen de banken op de huizencrisis reageerden door de leningen te beperken. Dat leidde toen tot een record aantal faillissementen. Met de strikte controle op krediet en recordniveaus voor de rente op leningen tussen banken, wordt krediet duurder. Het wordt moeilijker en duurder voor bedrijven om te lenen. Als dit blijft duren – en er zijn wanhopige pogingen vanuit regeringen om het tegen te gaan – zal de recessie wellicht dieper zijn en langer blijven duren.

    In zijn boek “The Trillion Dollar Meltdown” stelt Charles Morris dat zowat alle bedrijven via een combinatie van grote winsten en weinig kapitaalbestedingen de afgelopen jaren kwamen tot grote overschotten op hun balans, maar tegelijk bleef er wel een “slechte” bedrijfsschuld ontwikkelen die tegen eind 2006 zo’n 5,7 triljoen dollar omvatte. Een verstrakking van de kredietverlening in de context van een recessie, kan deze situatie verergeren waardoor de banken geconfronteerd worden met een nieuwe reeks van schulden die niet kunnen worden afbetaald, ditmaal door bedrijven en niet door individuele leners.

    De maatregelen die worden genomen om te vermijden dat het financiële systeem ineenstort onder het gewicht van de slechte schulden, kunnen op hun beurt leiden tot andere problemen. Er worden miljarden uitgegeven om de banken te herkapitaliseren en om een “cordon sanitaire” rond slechte leningen te plaatsen. Maar hierdoor zijn er minder middelen voor andere zaken. Het wordt moeilijker voor regeringen om hun begroting in evenwicht te houden of om maatregelen te nemen om een diepe recessie te vermijden.

    Het is onmogelijk om met enige zekerheid te zeggen hoe diep en lang de recessie zal zijn. Maar wat wel zeker is, is dat economen het er nu over eens zijn dat er nog heel wat slecht nieuws zit aan te komen.

    Deze gebeurtenissen hebben al een enorme ideologische slag toegebracht bij de verdedigers van het kapitalisme. Hun ideologisch offensief tegen de arbeidersbeweging en tegen de ideeën van het socialisme werd op een zijspoor gezet. Het zal wellicht nog even duren vooraleer we opnieuw iets horen over “het einde van de geschiedenis” of “het einde van de staat” en de “absolute suprematie van de vrije markt” of andere dergelijke neoliberale mantras.

    Het zijn de verdedigers van het kapitalisme die nu de aftocht moeten blazen en moeten zoeken naar nieuwe rechtvaardigingen voor een systeem dat overduidelijk niet werkt. Het wordt tijd dat de arbeidersbeweging, die de afgelopen jaren ideologische en organisatorische stappen achteruit heeft gezet, opnieuw in het offensief gaat.

    De noodzaak van een socialistisch alternatief op het gekkenhuis van de kapitalistische economie, zal steeds meer begrepen, aanvaard en overgenomen worden door de arbeidersklasse. De persoonlijke rijkdom van de 15.000 rijksten in de VS bedraagt 384 miljard dollar. Waarom zouden de belastingen van de arbeiders en hun gezinnen worden gebruikt om hen en hun systeem te redden?

    Waarom zou een nationalisatie enkel gebruikt worden om zieke kapitalistische instellingen te redden? Als bankroete bedrijven op een wip kunnen worden overgenomen, waarom kunnen winstgevende bedrijven dan ook niet genationaliseerd worden? Ze kunnen da onder arbeidersbeheer en –controle worden geplaatst zodat de rijkdom die wordt gecreëerd kan worden ingezet voor de behoeften van de samenleving en niet om te verdwijnen in de zakken van de superrijken. De gebeurtenissen die nu de voorpagina’s van de kranten dagenlang al domineren, vormen sterke argumenten om de noodzaak van socialisme voorop te stellen.

  • Wereldeconomie. Lessen uit de recessie in Japan in de jaren 1990

    Economen en politici kijken met steeds meer angst naar de recente economische geschiedenis van Japan. Vandaag staan de Japanse aandelen 70% onder hun niveau van 1989, de immobiliënprijzen staan 40% onder het niveau van 1990. De economische groei in de jaren 1990 bedroeg gemiddeld minder dan 1% per jaar. Economen hebben het over een “verloren decennium”.

    Door Jared Wood

    Een recent rapport van het Zwitserse Institute for Managament Development maakt een vergelijking tussen Japan en de situatie in de VS vandaag: “De competitiviteit in Japan leek grenzeloos, met een sterke dominantie in de economische dynamiek, industriële efficiëntie en vernieuwing. Toen brak de hel los: de beurzen gingen achteruit in 1989, de grondprijzen zakten in elkaar in 1992, kredietbedrijven en regionale banken lagen onder vuur in 1994, grote banken flirtten met het bankroet in 1997 en er was een belangrijke kredietcrisis in 1998.”

    Het zakenblad The Economist (21.8.2008) bleef optimistisch: “Door te leren uit de fouten in Japan, kan Amerika een gelijkaardig decennium vermijden.” Het is echter meer realistisch om te stellen dat de VS op bepaalde vlakken kan leren van Japan, maar dat de VS haar financiële crisis in een veel zwakkere staat binnen treedt dan Japan in 1989.

    De Japanse recessie werd versterkt door een opbouw van slechte schulden in het banksysteem. Net zoals in de VS vandaag werd geld geleend waarbij de sterk stijgende vastgoedprijzen werden gebruikt als garantie. Eveneens net als in de VS werd gesteld dat er genoeg veiligheidsmechanismen waren en dat de banken elkaar zouden helpen.

    De VS werden schulden samengevoegd en verdeeld over de kredietmarkten waarbij dit voor de nodige “veiligheid” moest zorgen en de kredietinstellingen stelden dat deze leningen veilig waren en een ‘AAA’-stempel kregen.

    Noch het Japanse stelsel noch de veilige schulden in de VS konden standhouden tegenover een val van de vastgoedprijzen tegen de achtergrond van een groeiend aantal leningen dat niet kon worden terugbetaald. De Financial Times stelde begin dit jaar dat de bankcrisis in Japan in de jaren 1990 één van de ergste crises ooit was, met een verlies aan kredieten van 700 miljard dollar. Sindsdien was het vertrouwen in het Amerikaanse financiële systeem zodanig groot dat Amerikaanse verantwoordelijken regelmatig naar Tokyo trokken om daar de Japanners te zeggen wat ze moesten doen met hun banken…

    Nu heeft de VS zelf een verlies van 700 miljard (en mogelijk meer) dollar aan kredieten waarbij de Amerikaanse belastingbetalers zouden moeten opdraaien voor de redding van de banken met het programma van minister Paulson. Heel wat economen stellen dat de snelheid waarmee de Amerikaanse overheid reageerde op deze crisis kan vermijden dat de VS in een lange recessie terechtkomt zoals het geval was in Japan.

    Er wordt ook gehoopt dat de historisch hogere niveaus van consumptie in de VS in vergelijking met Japan de economie zullen stimuleren en een periode van deflatie zullen vermijden. Deflatie in Japan, waar de prijzen sterk daalden, zette de bevolking aan om te sparen aangezien alles goedkoper werd.

    Recessie in de VS

    Doorheen de recessie werd de Japanse economie ondersteund door een succesvolle export die bleef zorgen voor een positieve handelsbalans. Dit betekent dat de interne zwakte werd opgevangen door de handel met andere landen, in het bijzonder de VS.

    Dit handelsoverschot was al aanwezig toen Japan in recessie ging en er was ook een enorme geldreserve aanwezig. Japan had geen overheidsschulden waardoor de regering nooit geziene sommen geld in publieke werken kon pompen. Hierdoor was er tegen 2007 een overheidsschuld van 190% van het BBP.

    In Japan werd er voordien heel wat gespaard. De crisis zorgde ervoor dat de spaarquota daalde van 15% voor de crisis tot 5% per jaar tijdens de jaren 1990. Met andere woorden: de Japanners gaven 85% tot 95% van hun inkomen ook direct uit. In de VS bedraagt de spaarquota momenteel slechts 2%, de huidige uitgaven zijn dan ook in grote mate afhankelijk van de schulden die nu niet kunnen worden terugbetaald.

    De VS komt in een recessie terecht met een overheidsschuld van 60% van het BBP, maar het meest dramatische is nog de externe schuld van de VS (zowel publiek als particulier) aan de rest van de wereld. Vandaag gaat het om 13 triljoen dollar in vergelijking met 1,5 triljoen dollar in Japan, nà het “verloren decennium”. Japan kon haar eigen garanties aan de banken betalen, terwijl de VS afhankelijk zal zijn van buitenlandse investeringen die veel minder zeker zullen zijn dan in de periodes dat het goed ging met de economie.

    Alsof er nog niet genoeg uitdagingen zijn, blijkt bovendien dat de vastgoedzeepbel in de VS nog groter is dan wat het geval was in Japan. De gemiddelde huizenprijzen in de VS stegen met 90% tussen 2000 en 2006. In Japan was er tussen 1985 en 1991 een stijging met 51%. Een gelijkaardig, maar minder uitgesproken, beeld zien wij bij de prijzen van commercieel vastgoed. (The Economist 21 augustus). Dit betekent dat het aantal leningen die niet meer kunnen worden terugbetaald wellicht groter zal zijn in de VS.

    Globale economie

    Het grootste verschil tussen de ervaring in Japan en de situatie vandaag in de VS is de staat van de wereldeconomie. Japan werd in een recessie meegesleurd in de jaren 1990, maar kon haar economie versterken door industriële producten te exporteren naar Noord-Amerika en Europa.

    Het feit dat na 1989 productie werd overgebracht naar de voormalige stalinistische landen, waar de lonen lager waren, viel samen met de bankcrisis in Japan en zorgde ervoor dat de winsten op peil bleven aangezien ook Japanse producenten hun productie overplaatsten naar die voormalige stalinistische landen en China in het bijzonder.

    De Financial Times staat op het standpunt van diegenen die de ernst van de huidige crisis proberen te ontkennen. “Neem het volgende in overweging. Japan had af te rekenen met een ineenstorting van de vastgoedprijzen die even erg was als de crash van 1929. Het deed dit echter zonder de bijhorende moeilijkheden van de Grote Depressie. De groei was zeker zwak tijdens de jaren 1990, maar toch nog meer dan 1% per jaar. De werkloosheid nam toe tot een na-oorlogsrecord, maar de piek bleef beperkt tot 5,5%.”

    De beste hoop voor het kapitalisme is dat de acties om de banken te redden is door de “aangetaste onderdelen” ervan uit te kopen met publieke middelen om te vermijden dat er wereldwijd een “verloren decennium” zou zijn.

    Het kan zijn dat het inzetten van enorme sommen publieke middelen ertoe leiden dat de VS niet opnieuw in een Grote Depressie komt zoals na de crash van 1929, maar dat is absoluut niet zeker. Wel zeker is dat de VS een periode van economische zwakte zal kennen die minstens even significant is als het “verloren decennium” in Japan en wellicht zelfs erger.

    Zoals gewoonlijk zullen het de werkenden zijn die verwacht worden de prijs hiervoor te betalen met hogere belastingen, lagere lonen en werkloosheid. De les van Japan is dat de meest dynamische en productieve economie niet in staat was om de schuldencrisis van 1989 te overkomen. Dit betekent dat het kapitalisme heeft gefaald. De euforie tijdens de jaren 1990 is omgeslagen en was enkel mogelijk omdat de crisis werd verborgen achter een onhoudbare schuldenberg.

    Er is nog een belangrijk verschil tussen Japan en de VS. De crisis in de VS zal economische problemen uitvoeren naar andere landen en zal gepaard gaan met een poging om wereldwijd een aanval in te zetten op de georganiseerde arbeidersklasse.

  • Video. Hannah Sell (Socialist Party) over de economische crisis

    Hannah Sell van de Socialist Party (Engeland/Wales) sprak onlangs op een meeting van de Socialist Party en Socialist Students in Londen over de ontwikkelende economische crisis. Deze toespraak werd op video vastgelegd en kan je hieronder bekijken in vijf delen.

  • Video. Interview met Peter Taaffe over de crisis

    Onze zusterpartij in Engeland/Wales publiceerde een video-interview met Peter Taaffe, algemeen secretaris van de Socialist Party, over de wereldwijde crisis.

  • Economische crisis leidt tot massale toename armoede en werkloosheid

    Onlangs paste de Wereldbank de armoedecijfers aan. Voorheen lag de grens op 1 dollar per dag en werd uitgegaan van 985 miljoen armen. Nu wordt de grens op 1,25 dollar geplaatst en is er sprake van 1,4 miljard armen (in 2005). Als rechtstreeks gevolg van de voedselcrisis dreigen naar schatting een 100-tal miljoen extra in extreme armoede te vallen. Dat betekent dat binnen korte tijd één op vier mensen op de wereld niet in staat zal zijn zich te voeden. De ramp, menselijk, maatschappelijk en ecologisch, is niet te overzien. In tientallen landen zijn al voedselrellen uitgebroken.

    Door Emiel, LSP-Antwerpen

    Nochtans is er genoeg eten voor maar liefst 12 miljard mensen, het dubbele van de wereldbevolking. Wat is dan het probleem? Eet een deel van de bevolking teveel en het andere te weinig? Is de groeiende welvaart (van een kleine minderheid) in China de oorzaak? Of de vleesconsumptie in het westen, die de graanteelt monopoliseert? Zonder de eetgewoontes in het Westen op te hemelen, denken we dat deze redeneringen vertrekken uit een logica van tekorten.

    Zoals de cijfers van de VN aantonen, is er voldoende om iedereen een hoge levensstandaard te geven. Het probleem is dat de ongelijke verdeling van ’s werelds rijkdommen voortkomt uit de productie voor winst, niet voor de behoeften. Zo berekende de universiteit van Arizona dat in de VS bijvoorbeeld bijna de helft van het geproduceerde voedsel gewoon verspild wordt in de vorm van eten dat weggegooid wordt of van producten waarvan de houdbaarheidsdatum overschreden wordt (Humo, 9 september)

    Anders gesteld, eten dat niet verkocht kan worden, wordt liever weggesmeten dan in de voedselbehoeften te voorzien. Een nog perverser voorbeeld van het winstbejag op voedsel is de speculatie op graan en grondstoffen die de prijzen in de lucht hebben doen schieten. Ook de maïstekorten in Mexico, gevolg van de ‘bio’brandstoffen, zouden er niet zijn als de bedrijven en de regeringen oprecht zouden investeren in mens en milieu, en niet in de winsten.

    VS in recessie

    In de VS betekent recessie voor de gewone man een stijging van de armoede, werkloosheid en inbeslagname van huizen,… In de naweeën van de immobiliën-zeepbel kampt de VS nu met het fenomeen van tentenkampen en massale verkrotting in de grote steden. Twee miljoen gezinnen verloren hun huis, volgens economen kan dat oplopen tot 10 miljoen. Vorig jaar waren er 37,3 miljoen armen in de VS, 1 miljoen meer dan een jaar voordien. Van de Amerikanen jonger dan achttien jaar leeft 18% in armoede.

    Het Amerikaanse kapitalisme en in het bijzonder de financiële sector zijn nog niet uit de problemen. De crisis zal zich verder ontwikkelen – en doet dit reeds – in de reële economie. Dat is reeds het geval in onder meer de VS, maar ook Europa, Japan, de rest van Azië en uiteindelijk China volgen. De arbeiders in de financiële sector zullen het eerst worden geraakt. Er zijn reeds 63.000 jobs verdwenen, voornamelijk in New York en Londen. De werkloosheid zal toenemen, in Groot-Brittannië wordt geschat dat er een half miljoen werklozen zullen bijkomen. Dit is een veroordeling van het neoliberale kapitalisme en de ongebreidelde heerschappij van de markt waarbij een handvol miljardairs verantwoordelijk zijn voor de miserie van miljoenen mensen.

    Eurozone: negatieve groei

    Ook Europa ontsnapt niet aan de dans. Cijfers geven een negatieve groei aan voor de hele Eurozone, en verschillende landen zijn al officieel in recessie. Voor de meeste loontrekkenden betekent dit koopkrachtverlies,of zelfs jobverlies.

    De burgerlijke commentatoren stellen dat loonsverhogingen zouden leiden tot een spiraal van inflatie. Nu zien we echter een andere spiraal: de stijgende prijzen en dalende consumptie door het verlies aan koopkracht versterken de crisis en leiden mee tot bedrijfssluitingen en massale afdankingen. In de VS neemt de verkoop van auto’s reeds maandenlang met meer dan 10% op jaarbasis af. De grote automobielbedrijven (Ford, GM en Chrysler) waren samen goed voor een verlies van 24 miljard dollar in het tweede kwartaal van 2008 en dat kan ook leiden tot jobverlies bij ons.

    Als de grote banken in de problemen komen, is de overheid snel om tussen te komen. Desnoods zelfs met nationalisaties zoals bij Northern Rock, Roskilde Bank of Freddie en Fannie. Om de winsten van de aandeelhouders veilig te stellen, moet de gemeenschap betalen – “socialisme voor de rijken” noemen sommige burgerlijke economen dat. Voor onze looneisen zijn er echter nooit middelen.

    Belangrijke gebeurtenissen kunnen opvattingen bevestigen of weerleggen. Het kapitalisme faalt in een periode die gunstig zou moeten zijn voor dit systeem. Als de werkenden en hun gezinnen niet in een vloedgolf van werkloosheid en armoede willen worden getrokken, dan moeten we de politieke wapens van het socialisme en het marxisme opnemen.

  • Houdt de dief! $1.000.000.000.000 weg!

    De regering van de VS heeft besloten om alle slechte leningen in de VS te nationaliseren. Wetgeving en een staatsfonds worden ingericht om het toezicht te vergroten en alle onbetaalbare schulden over te nemen. Dit maakt in één klap een einde aan alle vrije markt illusies, de grote winsten in de financiële sector waar het kapitalisme dertig jaar op heeft gedraaid, het is een totaal gezichtsverlies voor alle burgerlijke politici die dit systeem dertig jaar lang enthousiast hebben uitgedragen en Karl Marx draait zich bulderend van de lach om in zijn graf!

    Artikel overgenomen vanop de website van Offensief, onze Nederlandse zusterorganisatie

    Maar helpt het ook? Het is duur (de kosten zijn nog niet te overzien maar waarschijnlijk rond de $1.000.000.000.000…) en het geeft een veilige haven aan al die speculanten, banken, investeerders, gauwdieven, hypotheekadviseurs en creditcard verkopers die jarenlang ongestoord en zelfs aangemoedigd door de overheid hun werk konden doen. Het betekent dat de Amerikaanse belastingbetaler de rekening moet betalen. De enorme winsten van de afgelopen jaren zijn voor de bedrijven, de managers, de directeuren en alle andere profiteurs. De kosten neemt de staat nu voor zijn rekening: dat zijn de belastingbetalers. Dit is de grootste roof in de geschiedenis.

    Gaat het werken? Nee. Niemand weet hoe dit systeem werkt, laat staan hoe groot de schulden zijn. Het kan best zijn dat het bedrag in de kop van dit artikel nog flink moet worden opgehoogd: niemand weet hoe erg het is en de te nemen maatregelen zijn misschien volstrekt onvoldoende. De overheid van de VS heeft een cheque zonder bedrag uitgeschreven… Het is een nieuwe blinde gok.

    Het is opvallend dat de Amerikaanse staat de banken en verzekeringsmaatschappijen, alle bedrijven die te maken hebben met oninbare schulden, gaat helpen. Beursspeculanten profiteerden al direct van de enorme koersstijgingen op 19 september. De Amerikaanse staat doet niets voor consumenten en huiseigenaren in problemen. Als de Amerikaanse staat nu toch een triljoen dollar of meer gaat uitgeven, had hij ook de klemlopende huiseigenaren en consumenten uit de brand kunnen helpen. Die zouden dan hun schulden bij financiële instellingen weer hebben kunnen herfinancieren en aflossen. Maar daar gebeurt helemaal niets aan. Deze maatregel laat het hele probleem van de oninbare schulden onopgelost.

    De arme Amerikaan met zeven creditcards en een gemiddelde schuld van $54.000 is er niet mee geholpen. Al twee miljoen mensen hebben hun huis moeten verlaten: alle anderen met een hypotheek met lage instaprente zijn hier niet bij gebaat. Gebeurt er iets aan de veel te hoge huizenprijzen? Ook degenen die hun baan of spaarcenten verloren door de faillissementen van banken blijven gewoon in de kou staan. De schulden van de pokerende bankiers worden genationaliseerd en de rest betaalt de rekening. Het komt erop neer dat Amerikaanse arbeiders na de crisis van 2001 steeds minder geld hadden: ze bleven banen verliezen (en kregen er slechtere voor in de plaats), pensioenopbouw smolt weg, ziektekostenverzekering kostte een vermogen en hen werd allemaal verteld dat de waarde van hun huis een soort pinautomaat vormde waar je op kon trekken. Het resultaat is duidelijk.

    De VS heeft al een enorme overheidsschuld. De belastingverlagingen voor de rijken in de afgelopen dertig jaar, oorlogen in het Midden-Oosten en Afghanistan en de belastingvoordelen voor financiële instellingen hebben geleid tot een enorme staatsschuld. Deze regeling zal de staatsschuld nog eens flink laten stijgen. Die rekening moeten de belastingbetalers uiteindelijk opbrengen. Het is duidelijk dat de staat in de VS niet plotseling de belastingen kan verhogen om dit bedrag te dekken, dan zou niemand meer een cent overhouden. De overheid zal dus in de VS gaan bezuinigen op onderwijs en zorg. En vooral grijpen naar de makkelijkste manier om het gat te financieren: geld bijdrukken. Het vergroten van de geldhoeveelheid kan leiden tot een enorme inflatie.

    Dat heeft een extra voordeel. Als het geld minder waard wordt door de inflatie, wordt het makkelijker om schulden af te betalen. De miljarden geleende dollars worden afbetaald met dollars die minder waard zijn. Ook hier wordt al snel duidelijk wie het slachtoffer zijn van deze truc: de arbeiders die van hun lage lonen steeds hogere prijzen moeten betalen. Bijlenen is er niet meer bij…

    De socialistische organisatie Offensief is tegen een nationalisering van banken en verzekeringsmaatschappijen die alleen de kapitalisten helpt en de arbeiders in de kou laat staan. Wij zijn voor een nationalisatie van de gehele financiële sector onder controle en beheer van de arbeidersbeweging, met compensatie alleen op basis van aantoonbare behoefte en bescherming van de kleine rekeninghouder. Dit zou bovendien een stap moeten zijn in de richting van een democratisch en socialistisch plan voor de economie als geheel. Het kapitalisme is als systeem in feite failliet. Als de werkende klasse nu toch wordt gedwongen om de kosten te betalen, kan ze het net zo goed in zijn geheel overnemen; met als politieke wapens de ideeën van marxisme en socialisme.

  • Voedselcrisis: zij speculeren, wij betalen de rekening

    We hebben het allemaal gemerkt, de voedselprijzen zijn enorm de hoogte in gegaan. In België bedraagt de steiging ongeveer 17%, maar dat cijfer stijgt tot 40% voor de gehele planeet.

    Thibauld, Luik. Dit artikel verscheen in de ALS-krant "Actief Links"

    Als gevolg hiervan braken er voedselprotesten uit in een veertigtal landen in het Zuiden (Egypte, de Filippijnen, Haïti,…). Voor de 2,6 miljard mensen die van minder dan $ 2 per dag leven, betekent dit namelijk dat ze iedere dag met hongersnood worden geconfronteerd.

    Maar vanwaar komt deze crisis?

    China is niet de belangrijkste reden, en ook de biobrandstof niet. Een studie van 11.11.11. heeft trouwens uitgewezen dat de aarde 12 milljard mensen kan voeden. De rommelhypotheken hebben geleid tot een daling van de mogelijkheid tot speculeren met als gevolg dat de kapitalisten zich dan maar hebben gestort op de voedselindustrie; door immense hoeveelheden voedsel op te kopen, creëren ze een tekort en verkopen ze hun voorraad niet vooraleer de prijs gigantische proporties aanneemt. Want ook al bereiken die prijzen onbetaalbare hoogtes, een mens moet eten om te overleven. Dat er hierdoor honderden miljoenen mensen niet meer in staat zijn om eten te kopen, is natuurlijk niet hun zorg.

    De crisis is inherent aan het kapitalistisch systeem. Na de speculatie op de aandelenbeurzen en immobiliën, willen de kapitalisten hun enorme winsten blijven vergaren door verder in het casino te spelen met onze voeding.

    Wij pleiten voor meer koopkracht door hogere lonen (1 euro per uur na inflatie), verhoogde uitkeringen en de afschaffing van de BTW op goederen van essentieel belang. Dit alles kan gefinancierd door middel van een vermogensbelasting, een nultolerantie ten opzichte van fiscale fraude en de onmiddellijke stopzetting van fiscale cadeaus aan de rijken.

    Om definitief komaf te maken met de voedselcrisis moet de controle van de productie en van de distributie van levensmiddelen uit handen genomen worden van de multinationals. In feite kan slechts een nationalisatie onder controle van de producenten en consumenten zorgen voor een voedselvoorzieningsplan tegen een lagere prijs, niet gebaseerd op een winsthonger van een minderheid, maar de werkelijke noden van iedereen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop