Category: Globaal

  • 60 jaar Verenigde Naties: 60 jaar van mislukking

    De Verenigde Naties viert dit jaar haar 60ste verjaardag, maar wordt net nu getroffen door corruptieschandalen en de beschuldiging dat ze niet in staat was om oorlogen tegen te houden. De VN verenigt 191 landen rond haar zogenaamde doelstelling om “internationale veiligheid te behouden, vriendschappelijke relaties tussen landen te ontwikkelen en samen te werken rond problemen en om de mensenrechten te verdedigen.” Maar wat is de rol van deze instelling? Waar staat de VN voor?

    Paula Mitchell

    In juni 1945 kwamen vertegenwoordigers van 50 landen samen om het programma van de Verenigde Naties op te maken. De VN ontstond officieel op 24 oktober 1945, met 51 lidstaten.

    De belangrijkste machten willen een gecontroleerde vorm van internationale samenwerking om hun dominantie te verzekeren en tegelijk te vermijden. De grootste machten willen tevens vermijden dat oorlogen uitbreken die leiden tot een grootschalige vernietiging van rijkdom en levens.

    De voorloper van de Verenigde Naties was de Liga van Naties, een instelling opgericht in 1919, die haar failliet bewees met haar falen om de Tweede Wereldoorlog tegen te houden.

    Is de VN onafhankelijk?

    Heel wat mensen, waaronder ook linkse figuren, zien de VN als een onafhankelijk orgaan dat boven de belangen van de verschillende landen staat. Sommigen hadden zelfs illusies in een mogelijke VN-interventie in Afghanistan of Irak als alternatief op de militaire invasie door de VS.

    Alhoewel de VN aanvankelijk werd gedomineerd door de ‘koude oorlog’ en de tegenstellingen tussen het Oostblok en de VS, was het van bij het begin een instrument voor het imperialisme. Het recht om te bezitten of handel te drijven, staat centraal in het document over de mensenrechten.

    Nu het kapitalisme hersteld werd in de Sovjetunie en ook China steeds meer kapitalistisch wordt, zien we dat de VN wordt gedomineerd door de enige supermacht, de Verenigde Staten, en bijgevolg ook door de belangen van de multinationals die worden verdedigd door de VS. De VS gebruikt de VN waar het nuttig is, en negeert het waar nodig. Als de VN probeert om de VS tegen te werken, bijvoorbeeld door tegen de oorlog in Irak te stemmen, wordt het gewoon genegeerd.

    Vredestroepen

    Sinds de oprichting van de VN waren er meer oorlogen dan ooit voordien in de geschiedenis. Zowat overal ter wereld was er oorlog – in Afrika, het Midden-Oosten, Azië en zelfs in Europa (ex-Joegoslavië).

    De beperkingen van de VN kwamen tot uiting in het feit dat er meer dan 50 resoluties werden gestemd tegen de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden, maar door het Amerikaanse veto in de Veiligheidsraad werden die resoluties telkens tegengehouden. Algemeen-secretaris Kofi Annan kreeg de Nobelprijs voor de Vrede vlak voor 11 september 2001. Sindsdien slaagde de VN er niet in om de oorlogen in Afghanistan en Irak tegen te houden.

    De VN is momenteel betrokken in 15 "vredesmissies" in heel de wereld. Ze staat vooral bekend omwille van desastreuze operaties zoals in Rwanda of het vroegere Joegoslavië. Daar kwamen duizenden mensen om terwijl de VN-troepen erop keken.

    Mensenrechten

    Na de gruwel van de Tweede Wereldoorlog vormden de mensenrechten een belangrijk thema. De Verklaring van de rechten van de Mens (1948) omvat het recht om te leven, vrijheid van beweging, vrijheid van opinie en meningsuiting,… Het verbiedt martelpraktijken en onmenselijke behandelingen. Het komt op voor het "recht van alle volken om volledig en vrij gebruik te maken van hun natuurlijke rijkdommen en bronnen."

    Maar de helft van de wereldbevolking leeft in armoede, meer dan 1 miljard mensen heeft minder dan 1 dollar per dag. Er zijn zowat 15 miljoen vluchtelingen en nog eens 20 miljoen mensen die in hun eigen land op de vlucht zijn. De vrijheid om te gaan waar men wil, wordt de honderdduizenden mensen ontnomen die gedeporteerd worden vanuit landen in heel de wereld.

    Volgens het dagblad ‘The Independent’ is er quasi geen enkel deel van de wereld waar er geen extreme inbreuken zijn op de mensenrechten, waarbij dit gaat van mishandeling door de politie tot extra-juridische executies.

    Zo werd al gewezen op de martelingen en onmenselijke behandeling van gevangenen in Amerikaanse gevangenissen in Abu Ghraib of Guantanamo Bay. Recent werd nog bekend hoe de CIA ‘terroristen’ ontvoert en gevangen zet in gevangenissen in landen als Syrië of Egypte, waar ze worden gemarteld. De VS blijft zich bovendien verzetten tegen een Internationaal Strafhof waar dit soort praktijken zou kunnen worden aangekaart.

    De Verklaring van de Rechten van het Kind (1959) is net zoals veel andere VN-verklaringen een tekst waarin wordt ingegaan tegen de uitbuiting en het misbruik van kinderen. Er staan mooie woorden in over de noodzaak van onderwijs en sociale zekerheid. Maar in werkelijkheid zien we dat 80% van de vluchtelingen op wereldvlak vrouwen en kçinderen zijn. Enkel in de VS zijn er al meer dan 300.000 kinderen in de prostitutie actief, en dat is dan het rijkste land ter wereld! Er zijn meer dan 300.000 kindsoldaten, waarvan een derde in Afrika.

    Humanitaire hulp

    De VN beweert dat humanitaire hulp één van haar belangrijkste taken is. Dit jaar alleen al werd aangetoond hoe lachwekkend die stelling is. Er kwam deze zomer een nieuw VN Noodfonds voor natuurlijke rampen. Er werd gesteld dat er een jaarlijks budget van 440 miljoen euro zou worden vrijgemaakt. Enkele dagen na de beslissing over het Noodfonds vielen er meer dan 1.000 doden en werden tal van mensen dakloos na de orkaan Katrina in New Orleans. De VS-regering slaagde er niet in om een degelijk antwoord te bieden op die natuurramp. Eenzelfde falen zagen we bij de aardbeving in Pakistan en Kasjmir. Het aantal doden daar is veel groter noodzakelijk door een gebrek aan middelen voor de hulpverlening. Er werd slechts zo’n 135 miljoen euro opgehaald, terwijl er volgens de VN minstens 480 miljoen nodig is.

    Van waar komt dit falen?

    De VN is in essentie een kapitalistische instelling. De kleinere landen mogen zoveel protesteren als ze willen om hun autoriteit te versterken, de VN blijft echter afhankelijk van de grote imperialistische machten en de belangen van de multinationals die door deze machten worden verdedigd.

    Dit komt tot uiting in de zwakheid van organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (een onderdeel van de VN), dat onder meer moet toezien op de verspreiding van essentiële geneesmiddelen. Die instelling is er niet in geslaagd om in te gaan tegen de winsthonger van farmaceutische multinationals, bijvoorbeeld als het er op aankomt om geneesmiddelen te voorzien voor de 40 miljoen mensen die HIV en Aids hebben.

    Twee van de “autonome organisaties” van de VN zijn de Wereldbank en het IMF. Beide instellingen zijn direct verantwoordelijk voor een derde van de schulden van de armste landen in de wereld. Ze blijven aandringen op economische programma’s met grootschalige privatiseringen, het beperken van de overheidsmiddelen voor openbare diensten, en voor het openen van de markten voor multinationals.

    De VN is zelf niet immuun voor de meer dubieuze methoden van het kapitalisme. Dit werd recent aangetoond met het schandaal rond het VN programma “Olie voor voedsel” in Irak. Meer dan 2.200 bedrijven die betrokken waren bij dit programma, hebben zowat 1,8 miljard dollar smeergeld betaald aan het regime van Saddam. Er zijn nu bovendien nieuwe beschuldigingen van misbruiken bij het toewijzen van VN-contracten aan het bedrijf Compass.

    Top naar aanleiding van de 60ste verjaardag

    In september namen leiders vna 150 landen deel aan een top naar aanleiding van de 60ste verjaardag van de VN. De top was aanvankelijk georganiseerd om na te gaan wat de vooruitgang was op het vlak van de ‘milleniumdoelstellingen’, de beloften die vijf jaar geleden werden gemaakt om iets te doen aan de wereldwijde armoede. In plaats van discussies daarover, werd vooral gesproken over de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme en de pogingen van de kleinere landen om meer macht te krijgen in de VN Veiligheidsraad.

    De vertegenwoordigers van de regimes in India en Zuid-Afrika riepen op voor een hervorming van de VN Veiligheidsraad als antwoord op het “enorme machtsonevenwicht". De Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki gaf kritiek op de "rijke en machtige landen" omdat ze iedere hervorming tegenhielden. Het is echter een feit dat de "rijke en machtige landen" niet de bedoeling hebben om hun invloed te beperken.

    Er werd ingegaan tegen het falen om fundamentele zaken als de armoede, nucleaire wapens of het milieu te behandelen. De doelstellingen rond die thema’s werden verder verwaterd. Het was pas na heel wat lobbywerk dat de VS toegaf dat de milleniumdoelstellingen mochten vermeld worden in de uiteindelijke verklaring.

    De VN verklaarde evenwel dat het ervoor zal zorgen dat de wereld zal worden "verbeterd". Kofi Annan roept op om de VN te hervormen en stelde: "Het leven van miljoenen mensen en de hoop van miljarden mensen is gevestigd op de beloftes van de wereldleiders om in te gaan tegen armoede, ziekte en ongelijkheid."

    Die hoop zal alvast niet bewerkstelligd worden door een hervorming van de VN. De kapitalistische belangen leiden ertoe dat miljarden mensen worden uitgebuit omwille van de winsten van enkelen. Het opbreken van ‘vriendschappelijke relaties’ die plaats maken voor handelsoorlogen of echte oorlogen, is onvermijdelijk in een wereld waar enkel de winsten, de macht en het prestige van tel zijn.

    Het leven van miljoenen mensen en de hoop van miljarden mensen, kan enkel aan bod komen indien die miljarden mensen hun eigen lot in handen nemen. Socialisten zijn voorstander van internationale samenwerking – het delen van middelen, technologie en kennis op een grote schaal. Dat is echter onmogelijk indien de rijkdom en de middelen in de samenleving op een ondemocratische wijze worden gecontroleerd door een kleine minderheid. Indien de arbeiders en hun gezinnen daar democratisch over zouden kunnen beslissen, zou de basis gelegd worden voor een echte internationale samenwerking met het oog op vrijheid, veiligheid en vooruitgang voor iedereen.

  • Tegen oorlog en terrorisme!

    Londen, begin juli 2005. Europa wordt voor het eerst getroffen door zelfmoordaanslagen. Verscheidene aanslagen op bus en metro, met een vijftigtal doden als gevolg. Van overal kwamen berichten van solidariteit met de slachtoffers. Oorlogen en terrorisme hebben één belangrijk ding gemeen: De prijs wordt betaald door de werkende bevolking. Methodes waarvan arbeiders en jongeren het eerste slachtoffer vormen kunnen wij onmogelijk aanvaarden.

    Lucas Gilles, artikel uit de krant van de Actief Linkse Studenten

    Bij het begin van de oorlog betoogden bijna twee miljoen mensen in de straten van Londen, en het is niet onwaarschijnlijk dat sommige slachtoffers van de aanslagen daarvan deel uitmaakten.

    Maar de regeringen, die deze aanslagen zo heftig veroordeelden, zijn ook deels verantwoordelijk voor het ontstaan van dergelijke fenomenen. Bush en Blair verschuilen zich achter deze aanslagen om het olierijke Irak te bezetten en leeg te plunderen.

    Ze proberen dit conflict voor te stellen als hun ‘heilige oorlog tegen het terrorisme’, en Bush was er dan ook als de kippen bij om, de dag na de aanslagen, hun heilige doel te verdedigen. Het terrorisme is dus niet het gevolg van de oorlog en de onderdrukking, maar net andersom! Bush verliest blijkbaar nooit zijn gevoel voor humor, zelfs niet in dergelijke dramatische omstandigheden.

    Men schat het aantal onschuldige doden in Irak vandaag op meer dan 100.000 en de zelfmoordaanslagen blijven maar toenemen. De klok lijkt wel een eeuw teruggedraaid als je ziet hoe een koloniale politiek wordt gevoerd in Irak en Afganistan. De natuurlijke rijkdommen van het Midden-Oosten worden brutaal toegeeigend.

    Dit verhindert echter niet dat de moslims wereldwijd de oorlog ervaren als een regelrechte aanval tegen hun godsdienst. Dit ongenoegen, samen met het racisme, wordt nog versterkt door de voorstellen van burgerlijke politici die hun gebrek aan integratie verwijten. Daar zitten de werkelijke oorzaken van de aanslagen.

    Al-Qaïda heeft echter haar aanslagen voorbereid en gepland, en is niks anders dan een reactionaire organisatie die droomt van macht en heerschappij, liefst in een 17e eeuws sfeertje. De organisatie is gebaseerd op de anti-Russische groeperingen van de oorlog in ’79, die destijds gesteund werden (financieel en materieel) door het VS-imperialisme, die zo zijn eigen vijand in het leven riep.

    Socialisten hebben zich steeds verzet tegen het blinde terrorisme, dat de massa-actie vervangt door individuele strijd en zo het ideale excuus creëert voor de heersende klasse om repressieve maatregelen te treffen. Hoever gaan de ‘anti-terroristische’ wetten? Moeten we ons laten oppakken bij anti-oorlogsbetogingen wegens ‘terroristische dreiging’?

    Geen enkele van dergelijke maatregelen zullen het terrorisme kunnen tegenhouden, integendeel, ze zullen de samenhorigheid van de moslimjeugd versterken, waardoor ze makkelijker ‘recruteerbaar’ worden voor Al-Qaïda en openen de mogelijkheden voor nieuwe Guantanamo’s en Abu-Ghraïb’s. We moeten duidelijk stellen wat de oorzaken en wie de verantwoordelijken zijn voor deze rotzooi.

    We moeten het klassenkarakter van de oorlog duidelijk maken want de regeringen zullen alles doen om dit te verdoezelen en het racisme aan te scherpen. De enige mogelijkheid om deze praktijken te stoppen is ons te verenigen, als arbeidersklasse, boven de godsdienstgrenzen heen, om een volledige en onmiddelijke terugtrekking van de bezettingstroepen te eisen. We denken dat een simpele regeringswissel niet in staat is deze wandaden een halt toe te roepen, maar dat er een massale revolutie nodig is om dit systeem te veranderen.

    Het kapitalisme is in haar reactionaire stadium beland en heeft zichzelf door haar enorme crisissen voorbijgestreefd. De oorlog herinnert ons hier dagelijks aan. De oplossing voor Irak is niet te vinden in reactionaire ideeën en theocratieën zoals Al-Qaïda of andere politiek-religieuze rechtse tendensen, maar in een socialistische oplossing. We bevinden ons op een kruispunt waar we een keuze moeten maken tussen twee wegen: De eerste is een etno-religieuze polarisatie die onvermijdelijk leidt tot een desastrueze getto-mentaliteit. De tweede is een groepsoplossing die de werkelijke oorzaken van terrorisme durft aan te pakken: racisme en armoede, dus het kapitalisme, zoals Malcolm X terecht stelde: Er is geen kapitalisme zonder racisme.

    Neen aan de oorlog, neen aan racisme. Bouw mee aan het alternatief en sluit je aan bij het CWI, sluit je aan bij de Actief Linkse Studenten!

  • Anti-oorlogsbeweging. Meerderheid Amerikanen willen troepen weg uit Irak

    Week na week en peiling na peiling worden er twee grote tendenzen duidelijk in de VS. De populariteit van Bush stuikt ineen, en ligt momenteel net onder de 50%. Tegelijkertijd zien we dat de vijandigheid tegenover een verder durende bezetting van Irak groeit.

    Jean Peltier

    Begin juni gaf een peiling in het dagblad USA Today aan dat 59% van de Amerikanen voorstander is van een totale of gedeeltelijke terugtrekking van de troepen uit Irak. De twee tendenzen zijn natuurlijk nauw met elkaar verbonden. Ondanks de toon van de meeste media die pro-Bush en voorstander van de oorlog zijn, zijn de Amerikaanse arbeiders en jongeren zich ervan bewust dat, verre van te verbeteren, de toestand steeds slechter wordt in Irak. Donald Rumsfeld, Minister van Defensie en havik van de eerste orde, moest dit zelf erkennen door te stellen dat “Irak vandaag statistisch niet veiliger is dan juist na de val van Saddam”.

    De statistieken die Rumsfeld zorgen baren, zijn ongetwijfeld niet de 100.000 Irakezen die, volgens schattingen van de Verenigde Naties, de dood vonden sinds de Amerikaanse invasie. Wat hem steeds meer onder druk zet, zijn de materiële en menselijke verliezen die het VS-leger moet incasseren – meer dan 1600 soldaten zijn dood sinds Bush het einde van de oorlog aankondigde twee jaar geleden – en het effect dat dit heeft op het moreel van het Amerikaanse leger.

    Dat moreel is immers in vrije val. Veel soldaten trokken naar Irak in de overtuiging dat ze het land gingen bevrijden en met open armen ontvangen zouden worden door de bevolking. In de plaats van bloemen, ontvingen ze echter gespuuw, stenen en een algemene vijandigheid. Wanneer ze hun ultra-beveiligde basissen verlaten, riskeren de patrouilles elk moment in een hinderlaag te vallen. Als reactie beginnen de soldaten soms blind te schieten tijdens wegcontroles, of ook in de loop van nachtelijke aanvallen op wijken waar er “terroristen” zouden zitten. Dit wakkert natuurlijk de haat van de bevolking aan.

    Desertie en verzet

    Deze situatie van extreme spanning speelt de Amerikaanse soldaten in toenemende mate parten. Hoewel er een totale informatiestop heerst vanwege de Generale Staf over de troepen in Irak begint er toch berichtgeving door te sijpelen. Zelfverminking neemt toe: gewonde soldaten hopen zo terug naar huis te worden gestuurd. Nog meer verbazend: sinds het begin van de oorlog, zo moest het leger zelf erkennen, waren er meer dan 6000 deserties. In diezelfde periode verdrievoudigde het aantal aanvragen voor gewetensbezwaarde. Net als met de oorlog in Vietnam ontwikkelen er zich organisaties van teruggekeerde soldaten en ouders van vermoorde soldaten die een belangrijke rol spelen in de anti-oorlogsbeweging. Het wekt in deze omstandigheden geen verwondering dat het Amerikaanse leger een ander groot probleem kent: dat van de recrutering. Aangezien het aantal vrijwilligers voor Irak ook in vrije val is, is het leger verplicht om de recrutering aan bijvoorbeeld scholen op te drijven. De anti-oorlogsbeweging probeert dan ook bij te dragen tot de ontwikkeling van een beweging onder studenten en scholieren tegen de militaire recrutering. Ze doorprikt de leugens en valse beloften van de militaire leiding en zet via stands en vergaderingen in de scholen de tegeninformatie op poten.

    Als de VS in de jaren ’60 en ’70 de oorlog hebben verloren, was dat niet enkel op het terrein, in de jungle en de volkswijken van Vietnam. Ze verloren hem even goed op de Amerikaanse straten en universiteitscampussen. De huidige oorlog in Irak kan net zo goed worden verloren in de scholen en steden van de VS als in het zand van Irak.

  • G8. Beloofde schuldkwijtschelding is onvoldoende

    Velen zullen het positief gevonden hebben dat 18 van de armste landen schulden worden kwijtgescholden bij de Wereldbank en het IMF. Het is ook logisch dat vragen gesteld worden bij het feit dat voor iedere dollar schuld, er gemiddeld meer dan 13 dollar moet worden terugbetaald. Het akkoord over de schulden bedraagt echter slechts 3% van de 50 miljard dollar die de campagne ‘Make poverty history’ wil kwijtgescholden zien. Heel wat landen hebben al veel meer terugbetaald dan wat ze ooit geleend hebben.

    Henry Reeves en Gareth Davies

    Sheffield: 1.000 betogers tegen bijeenkomst ministers van binnenlandse zaken en justitie van de G8

    Op 11 juni was er in Sheffield een betoging met zo’n 1.000 deelnemers tegen een bijeenkomst van de ministers van binnenlandse zaken en justitie van de G8. De Socialist Party had een eigen delegatie met een 30-tal leden en sympathisanten. We hadden op de betoging nieuwe vlaggen en hadden een goeie impact. We verkochten 90 bladen. Onder druk van de omvang van de betoging, moest de politie het wel toelaten.

    De bijeenkomsten in het kader van de G8-top hebben totnutoe weinig verandering teweeggebracht. Het is dan ook niet te verwonderen dat tienduizenden zullen deelnemen aan de protestacties tegen de G8-top in Glenagles, onder meer met de betoging van Make Poverty History in Edinburgh op 2 juli.

    De Amerikaanse president Bush heeft een beperkte som van 674 miljoen dollar vrijgemaakt voor hulp, een erg beperkte som voor de grootste economie op wereldvlak. Vergelijk dit maar eens met de enorme ‘steun’ die de VS gaf aan haar bondgenoten in 2004. De VS gaf 782 miljoen dollar aan Colombia (waarvan 630 miljoen dollar voor militaire steun). 2,2 miljard dollar ging naar militaire steun aan Israël en 1,3 miljard dollar naar militaire steun aan Egypte.

    Gemiddeld geven de landen uit Afrika en het Midden-Oosten ieder jaar zo’n 12,9 miljard dollar uit aan wapens, 86% van dat bedrag komt uit de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland (allemaal G8-landen). Iedere minuut komt iemand om door deze wapens. De rijke elite profiteert enorm van de export van wapens, er wordt jaarlijks in totaal zo’n 25 miljard dollar winst gemaakt in deze sector.

    Tegelijk kan één derde van de wereldbevolking zich geen essentiële medicijnen veroorloven en sterven er ieder uur zo’n 500 Afrikaanse kinderen op basis van redenen die met armoede verbonden zijn. Slechts 10% van het wereldwijde onderzoek op het vlak van gezondheid, wordt gebruikt tegenover ziektes die verantwoordelijk zijn voor 90% van de ziektegevallen (waaronder malaria). De farmaceutische industrie is bijzonder winstgevend (met een gemiddelde winst van 18% op de omzet, wat hoger ligt dan de 4% bij commerciële banken). Bovendien controleert een steeds kleiner wordend aantal bedrijven de sector.

    De G8 doet niets tegenover de zelfzucht van de rijkste en machtigste bedrijven. Dat is slecht nieuws voor de armsten. Bovendien wordt de hulp de laatste jaren steeds meer gekoppeld aan programma’s van privatiseringen.

    Het Britse Department for International Development (DFID) heeft sinds 1997 ieder jaar 9 miljoen pond gegeven aan het Adam Smith Instituut. Deze rechtse ‘denktank’ was verantwoordelijk voor ideeën zoals de gehate Poll Tax van Thatcher, de privatisering van het Britse spoor en de gedeeltelijke privatisering van de gezondheidszorg.

    Het DFID geeft meer aan het Adam Smith Instituut dan aan landen zoals Liberia of Somalië. Wel werd een half miljoen pond besteed aan een campagne om de inwoners van Tanzania te overtuigen van privatiseringen. In de propaganda werd onder meer beweerd: "Onze oude industrie is zoals droge graankroppen, terwijl privatiseringen zorgen voor de regen."

    Die boodschap klinkt bijzonder hypocriet nu 11 miljoen Zuid-Afrikanen geen toegang meer hebben tot water en elektriciteit na de privatisering ervan. Die privatisering kwam er ondanks een algemene staking van meer dan 3 miljoen arbeiders die stelden dat ze niet hadden gevochten voor hun bevrijding om dan alles te laten uitverkopen. De strijd in Tanzania dwong de regering ertoe om af te zien van de IMF-plannen om het water te privatiseren. Verzet kan dus leiden tot overwinningen op het neoliberaal beleid.

    Er wordt ook op een directe wijze heel wat steun gegeven aan multinationals. Sinds 1992 heeft de Wereldbank meer dan 6,9 miljard dollar gegeven aan Halliburton, Chevron Texaco, Unocal, British Petroleum, Exxon Mobil en Petronas om oliepijpleidingen te bouwen waarmee de rijkdom letterlijk uit de arme landen kan gepompt worden.

    Terwijl het IMF en de Wereldbank de "vrije handel" opleggen aan armere landen, voorziet de Britse regering in heel wat steun voor de rijken in eigen land. Zo wordt jaarlijks 3,9 miljard pond gegeven aan de Common Agricultural Policy (CAP). Van dat fonds krijgt de rijkste Brit, de hertog van Westminster, dagelijks 896 pond, terwijl een alleenstaande moeder met twee kinderen en een laag inkomen slechts 7 pond per dag steun krijgt.

    De enorme landbouwsubsidies gaan vooral naar de grote bedrijven. De 224 grootste Britse landbouwbedrijven kregen vorig jaar 47 miljoen pond subsidies, wat de prijs van het graan naar beneden haalt en opnieuw een groter deel van de wereld in armoede onderdompelt.

    Wat is de oorzaak van dit verkeerd toewijzen van middelen? In een systeem waar de industrie op ondemocratische wijze wordt gecontroleerd door een kleine minderheid, worden economische beslissingen genomen met het oog op het maximaliseren van de winst, los van de gevolgen van dit beleid. Om daartegen in te gaan, is er nood aan een socialistisch alternatief waar de economie in dienst staat van de behoeften van de bevolking.

  • Veel gezinnen getroffen door schulden

    Kapitalistische economie naar nieuwe crisis?

    Veel gezinnen trokken vorig jaar naar de bank om een lening voor de bouw van een huis aan te gaan. In 2004 werden er in België 51.100 nieuwe woningen gebouwd. Het grootste aantal sinds 1994.

    Peter Delsing

    Ons land volgt hiermee een internationale trend. Sinds de economische crisis van 2001 in de Verenigde Staten proberen de ontwikkelde landen groei te stimuleren door het lenen van geld veel goedkoper te maken. Op leningen, bijvoorbeeld voor een huis, moeten vandaag historisch lage rentevoeten worden betaald.

    Ongetwijfeld is een huis bouwen niet voor iedereen weggelegd. Voor de hypotheek op een woning tel je maandelijks gemakkelijk 600 euro neer. Een arbeidersgezin waar er een partner niet werkt, of een alleenstaande, kan zich zoiets doorgaans niet permitteren. Cijfers van de RVA voor 2004 geven aan dat 17% van de beroepsbevolking geheel of gedeeltelijk een uitkering voor werkloosheid ontvangt. Met 1,17 miljoen mensen is dat een record. Voor deze gezinnen is een huis bouwen zo goed als uitgesloten.

    Veel tweeverdienergezinnen die een huis afbetalen – en die niet tot de rijke toplaag behoren – zitten ongetwijfeld met de vrees dat een van beide partners wel eens zijn werk zou kunnen verliezen. Gezien de huidige instabiliteit van het kapitalisme is dat zeker geen loze vrees.

    Goedkoop lenen blijft niet duren

    De regering haalde de gestegen consumptie aan om de reële groei van 2,7% in 2004 te verklaren. Dit was meer dan de buurlanden, maar niet genoeg om de werkloosheid te laten dalen. Voor dit jaar zal de groei wellicht een pak lager uitvallen. Tel de drama’s door jobverlies voor veel arbeidersgezinnen maar na…

    De groei van de consumptie hing ook samen met de cadeaus van de fiscale amnestie voor een laag rijken met zwart geld in het buitenland. Het goedkope lenen of betalen op krediet is echter niet eeuwig vol te houden. Het aantal wanbetalers voor kredietopeningen steeg in België tussen 1997 en 2003 van 99.530 naar maar liefst 190.226. In de VS is de rente al beginnen te stijgen, vooral om de zeepbel van de schulden en de huizenprijzen niet verder te laten uitrekken. 85% van alle leningen die vorig jaar in ons land werden verstrekt, zijn jaarlijks herzienbaar op basis van veranderingen in de rente. Bij een stijging van de rente betekent dit dus onmiddellijk een klap voor heel wat gezinnen.

    Wereldeconomie op losse schroeven

    We zitten in het zwakste economische herstel sinds de Tweede Wereldoorlog. In veel landen was de groei onvoldoende om de werkgelegenheid op peil te houden. In het algemeen heeft de verhoogde uitbuiting van de arbeiders de kloof tussen rijk en arm vergroot. Sinds de crisis van 2001 hebben de bedrijven in de VS de gemiddelde productiviteit per arbeider opgedreven door de invoering van nieuwe technologie en managementtechnieken. Tijdens de laatste 3 maanden van 2004 vertraagde de productiviteitsgroei echter, wat er op zou kunnen wijzen dat deze voordelen voor de patroons uitgeput geraken.

    Een tweede element zijn de schulden. Na de terroristische aanslagen in de VS maakte Bush jaarlijks nieuwe schulden voor de oorlogen in Irak en Afghanistan. De defensie-industrie werd op haar wenken bediend. Vandaag bespaart Bush in sociale programma’s voor de armen in een poging om de tekorten op de begroting weer weg te werken.

    Ook de lage rente bevorderde het maken van schulden. Voor elke bijkomende dollar aan economische groei tussen begin 2001 en eind 2003 kwam er in de VS 3,14 dollar nieuwe schulden van de gezinnen, bedrijven en overheid bij. Voor het eerst in de geschiedenis zijn de schulden in de VS meer dan dubbel zo groot als de productie (het BBP) van een heel jaar. Dit droeg bij tot de rol van de VS als “markt van de laatste kans”. Het zorgde ook voor een uitstroom van dollars naar andere landen, waardoor de vraag naar dollars zakte en dus ook de waarde van de dollar.

    In Azië hebben de centrale banken de laatste jaren massa’s dollars opgekocht, in de vorm van Amerikaanse staatsobligaties, om hun eigen munt mee in waarde te laten zakken met de dollar en zo hun exportpositie te behouden. Als er nog een verdere correctie van de dollar naar beneden komt, zouden ze zich op andere munten kunnen richten. Nog eens een scherpe daling van de dollar zou de internationale, financiële stabiliteit dooreen schudden. De export vanuit de Europese landen, met een nog duurdere euro, zou worden genekt. Het zou de euro-landen in een diepe crisis duwen.

    En dan zijn er de stijgende olieprijzen. Die gingen eind maart in de richting van de 60 dollar per vat. Dat “controle” over Irak en haar bodemrijkdommen de olieprijzen zou drukken, is een droom die voor Bush tot een nachtmerrie is geworden. De hogere olieprijs tast de winstgevendheid van de bedrijven aan en bevordert een algemene stijging van de prijzen. Dit kan een groeivertraging of zelfs inkrimping van de economie uitlokken.

    Nog meer ontslagen?

    In Europa is de groei onvoldoende om meer jobs te creëren. Duitsland, Nederland en Italië kenden de laatste 3 maanden van 2004 een inkrimping van hun economie, in vergelijking met het kwartaal daarvoor. De helft van de productie in de eurozone gaat dus in de richting van een recessie. In Duitsland bereikt de werkloosheid haar hoogste niveau sinds de jaren ’30: 5,2 miljoen. De schrik voor een oplevende klassenstrijd bij de burgerlijke politici, in onder meer Frankrijk en Duitsland, is bezig om de budgettaire regels van de eurozone op te breken (het EU-Stabiliteitspact).

    De timing van een economische crisis is niet exact te voorspellen. De voorwaarden ervoor zijn echter duidelijk aanwezig. Het ritme van de ontslagen zal met een tragere groei, of mogelijk zelfs een recessie, nog versnellen. De kapitalisten en hun aanhangers hebben ideologisch hun beste tijd gehad, wanneer de crisis opnieuw heviger toeslaat. Tijd dat de arbeidersbeweging en de jongeren hun syndicale en politieke instrumenten smeden om in de komende, erg instabiele periode gepast terug te vechten.

  • Geïndustrialiseerde wereld naar een nieuwe recessie?

    In haar jaarverslag voor 2004 schetst de Nationale Bank voor België een vrij rooskleurig plaatje. De groei lag hoger dan in andere Europese landen – 2,7%, met dank aan een hogere consumptie van de gezinnen – en het budget bleef in evenwicht. De Belgische regering krijgt een schouderklopje voor haar budgettaire prestaties, al bleef de werkloosheid stijgen. Is het gematigde optimisme van Guy Quaden en zijn burgerlijke economen gerechtvaardigd in de huidige internationale omgeving?

    Peter Delsing

    Allereerst moet worden opgemerkt dat – ondanks de reële groei van 2,7% – de uitgaven voor de werkloosheidsuitkeringen door de RVA in 2004 bleven stijgen. Dit groeicijfer was niet voldoende om de meer dan 1 miljoen mensen die volledig of deels werkloos zijn in België enig respijt te geven. Dit weerspiegelt ook de zwakte van de huidige herleving op internationaal vlak. Als de kapitalisten al investeren, dan is het niet zozeer in jobs, maar in het doorvoeren van herstructureringen en de vervanging van machines.

    Tussen 2001 en 2004 kende de Belgische economie een reële economische groei van achtereenvolgens 0,9%; 0,9%; 1,3% en 2,7%. Tegen de achtergrond van een internationale, officiële herneming van de economie – na de crisis in de VS van 2001 – is dat de zwakste groei tijdens een periode van “herstel” sinds Wereldoorlog II. Gemiddeld is dat 1,45%. Dit is een groei die gepaard gaat met voortdurend jobverlies, als je er mee rekening houdt dat de Belgische economie een gemiddelde productiviteitsstijging kent van 1 à 1,5% (met hetzelfde aantal arbeiders meer produceren door meer performante machines in te zetten of anderszins de uitbuiting op te drijven), en de vervangingsinvesteringen (investeringen zuiver in de vervanging van oude machines en materiaal) ongeveer 1% van het BBP uitmaken.

    Lage rente niet vol te houden

    De hogere consumptie recent had te maken met de historisch lage rentevoeten, de daarop gebaseerde groei van de woningbouw en het verminderde sparen, en de fiscale amnestie. België kende, net als andere landen, een sterke stijging van de woningbouw en huizenprijzen door de goedkope prijs van het lenen. In 2004 werden er 51.100 nieuwe woningen gebouwd. Dit is het grootste aantal sinds 1994. In Vlaanderen steeg het aantal vergunningen voor nieuwbouw het afgelopen jaar met bijna 18% (De Morgen, 19/2/2005). Tussen 1993 en 2003 steeg de prijs van een huis gemiddeld met 73%, voor appartementen was dat 64%. De prijs van bouwgrond is in dezelfde periode verdubbeld (studie door Century 21).

    Het is duidelijk dat het vooral de beter begoede lagen zijn die in staat zijn om een huis te bouwen en elke maand bijvoorbeeld 600 euro voor de hypotheek op te hoesten. Enkel tweeverdienergezinnen of gezinnen waar er een beter betaalde kostwinner is, kunnen dit maandelijks aan. Ook de kapitalisten hebben van de lage rentevoeten geprofiteerd om te investeren in immobiliën en die duurder door te verkopen. De fiscale amnestie was eveneens een maatregel die de rijkere Belgen aanzette om geld terug naar België te halen en hier te consumeren.

    De groei van de leningen zorgt er echter ook voor dat er meer mensen in de problemen komen om die terug af te betalen, zeker wanneer de rente zal worden verhoogd. Dit is onvermijdelijk, nu de Federal Reserve in de VS – de centrale bank – is begonnen met het geleidelijk verhogen van de rente om de schulden onder controle te houden. 85 procent van alle leningen die vorig jaar werden verstrekt in België, zijn jaarlijks herzienbaar op basis van veranderingen in de rente. Bij een stijging van de rente betekent dit dus onmiddellijk een klap voor heel wat gezinnen. Het aantal wanbetalers voor kredietopeningen steeg tussen 1997 en 2003 al van 99.530 naar maar liefst 190.226. Eind 2004 zaten er 41.027 mensen in de zwaarste aflossingsprocedure (de “collectieve schuldenregeling”), bijna 10 % meer dan in 2003.

    Internationale omgeving: eurozone en Japan in de problemen

    De regering gaat er vanuit dat de economie dit jaar opnieuw met 2,4% zal groeien. Als je de recente ontwikkelingen in de wereldeconomie bekijkt, is dit in toenemende mate onrealistisch. In Duitsland was er een negatieve groei van -0,2% tijdens het laatste kwartaal van 2004, in vergelijking met het kwartaal daarvoor. In Italië kromp de economie in dat 4e kwartaal met 0,3%. In Nederland met 0,1%. Die 3 landen vertegenwoordigen samen ongeveer de helft van het BBP in de eurozone. De helft van de productie in de eurozone gaat dus in de richting van een officiële recessie en wordt met zware jobverliezen geconfronteerd. In Duitsland zijn er nu 5,2 miljoen werklozen, het hoogste niveau sinds de jaren ’30. De groei in de eurozone in het laatste kwartaal van 2004 was 1,6% op jaarbasis, de traagste groei sinds het tweede kwartaal van 2003.

    Japan kreeg in 2004 al een recessie te verwerken. In het tweede kwartaal ging de economie er met 0,2% achteruit, op kwartaalbasis. In het derde kwartaal met 0,3%. De eerste schattingen geven voor het vierde kwartaal een achteruitgang van 0,1%. In Japan daalde ook het handelsoverschot in januari met 60% op jaarbasis. De export naar China steeg nog wel met 13%, maar die naar de VS en Europa daalde.

    VS: economische reus belaagd langs alle kanten

    De ontwikkeling van de VS is cruciaal voor de wereldeconomie. Meermaals werd er voorspeld dat de economie nu echt vertrokken was voor sterkere groei die ook de werkgelegenheid zou optrekken. Daar is niets van in huis gekomen tot nu toe. In januari werden er maar 146.000 nieuwe jobs gecreëerd in de VS. Maandelijks zijn er echter al 150.000 nodig enkel om het aantal nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt op te vangen (omwille van demografische factoren of immigratie). Dat is nog gerekend zonder de ontslagen die plaatsvinden. Tussen november en januari was er maar een gemiddelde toename van het aantal nieuwe jobs van 137.000. Voor een “gezonde” economische herleving rekent men op meer dan 300.000 nieuwe jobs per maand. De participatiegraad in de VS ligt op 65,8%, het laagste niveau sinds 1998.

    Sinds de crisis van 2001 was de groei in de VS in belangrijke mate gebaseerd op een groei van de arbeidsproductiviteit, door de invoering van nieuwe technieken en een optrekken van de uitbuitingsgraad van de arbeiders. Dit werd gekoppeld aan een verder opdrijven van de schulden op basis van een erg lage rente. Die productiviteitsgroei zou in het laatste kwartaal van 2004 echter sterk zijn vertraagd: in een eerste schatting tot 0,8%, later opgetrokken tot 2,1%. Voor heel 2004 was er nog een productiviteitsgroei van 4,1%.

    De situatie in de VS is dus dat er netto nog steeds jobs verdwijnen, op een moment dat de productiviteitsgroei lijkt te vertragen en de Federal Reserve een politiek voert van het geleidelijk optrekken van de rente, voornamelijk om de schulden te controleren. De Fed laat de rente stijgen om een verder uitrekken van de zeepbel op de huizenmarkt te vermijden. Die huizenmarkt was een belangrijke motor van de VS-groei de laatste jaren. Er was echter al een minder sterke stijging van de huizenprijzen in het laatste kwartaal van 2004. Analysten verwachten dat de prijzen in verschillende regio’s zullen beginnen te dalen. Als dat gebeurt, zal dat een knauw betekenen voor de groei in de VS.

    Tegelijkertijd wordt Bush aangemaand om het tekort op de begroting terug te dringen en stijgen de olieprijzen tot recordhoogtes. In Europa en de VS liggen de prijzen weer boven de 50 dollar per vat. Een van de redenen voor de inval in Irak was het naar beneden drijven van de olieprijs door controle over de olierijkdommen in Irak, om zo de energiefactuur voor de grote bedrijven te drukken en de crisis voor zich uit te duwen. Die politieke gok is in het gezicht van Bush aan het ontploffen. Sinds de aanslagen van 11 september – onder de terroristen bevonden zich aanzienlijk wat figuren uit Saoedi-Arabië – is het bondgenootschap tussen de VS en het oliekoninkrijk onder druk komen te staan. Bush hamert op “democratische hervormingen” in het Midden-Oosten, om de voedingsbodem voor het terrorisme zogenaamd weg te nemen, zonder echter een verbetering van de sociale condities van de massa’s onder het kapitalistisme in het vooruitzicht te stellen.

    Voor het regime in Saoedi-Arabië alvast genoeg reden om bij monde van haar olieminister, Ali Naimi, olieprijzen tussen de 40 en 50 dollar per vat te voorspellen voor de rest van het jaar. Het naoorlogse bondgenootschap tussen de VS en de Saoedische monarchie – lagere olieprijzen voor de Amerikaanse markt in ruil voor bescherming van het huis van Saoed – lijkt daarmee aan scherven te liggen. Tegelijk wordt zo nog een bom meer onder de wereldeconomie gelegd.

    Daarmee eindigen de problemen niet voor Bush en de rest van de kapitalisten wereldwijd. Twee weken geleden was er een scherpe reactie van de markten toen de Bank van Korea aankondigde dat ze haar aankoop van buitenlandse munten in de toekomst zou diversifiëren: minder dollars kopen en meer euro’s. De waarde van de dollar zakte daarop met 1,3% tegenover de euro en de yen. Dit volgde op verklaringen van Thailand, Taiwan en Indonesië, die ook hadden gesteld dat ze hun buitenlandse deviezen zouden diversifiëren.

    Tot nu toe voerden de Aziatische centrale banken een politiek van de aankoop van dollars, om zo hun eigen munt mee in waarde te laten zakken en hun exportpositie te behouden (ten koste van Europa, dikwijls). Tussen december 2001 en november 2004 stegen de reserves in vreemde munten wereldwijd met 1396 miljard dollar, waarvan 1068 miljard dollar in Azië alleen. Door de daling van de waarde van de dollar wordt het echter minder interessant om te beleggen in Amerikaanse staatsobligaties. Japan, dat de grootste dollarreserves heeft, ontkende meteen dat het zich ook meer op andere munten zou richten: dit zou een paniekreactie op de markten hebben teweeg gebracht. Een verdere, scherpe waardedaling van de dollar, door een minder snelle aankoop van dollars of zelfs een verkoop van Amerikaanse staatsobligaties door de Aziatische banken, zou de exportpositie van Europa helemaal nekken door de dure euro. Die steeg immers al met 38% in waarde tegenover de dollar sinds november 2000.

    Niet alleen dat. Eind jaren ’90 trokken de VS kapitaal aan op basis van hun hogere winsten, in vergelijking met de rest van de wereld. Als de dollar een verdere val kent, dreigen niet alleen de Amerikaanse staatsobligaties, maar ook de aandelen op de beurs minder aantrekkelijk te worden. Hoe je het ook bekijkt in de VS: vanuit de gezinnen die in schulden zitten, de huizenzeepbel die op een bepaald moment moet barsten, de overheid die moet besparen, de export die wordt bedreigd door de extreem lage groei in de rest van de geïndustrialiseerde wereld, de bedrijven die de voordelen van hun nieuwe technieken voor de productiviteitsstijging dreigen uit te putten,… – dit systeem in crisis is ondermijnd in zijn economische fundamenten.

    De timing is niet exact te voorspellen, maar na het zwakste herstel sinds Wereldoorlog II wordt de kapitalistische wereldeconomie opnieuw bedreigd door groeivertraging of recessie. Die diepere crisis, die doorheen de “jobloss growth” eigenlijk vandaag al bezig is, zal onvermijdelijk zijn effect niet missen op het bewustzijn van brede lagen van arbeiders en jongeren. De ideeën van collectieve strijd, de zoektocht naar een politiek verlengstuk voor die strijd, de discussie over de vorming van nieuwe arbeiderspartijen, de nood van een andere maatschappij,…: het kan de komende jaren in een veel hoger tempo doordringen tot de ervaring van een laag van arbeiders en jongeren in strijd. In dat proces zal het cruciaal zijn om een sterke revolutionaire pool te ontwikkelen in de vorm van de LSP en haar zusterpartijen wereldwijd.

  • Welke solidariteit na de Tsunami in Zuidoost-Azië?

    De reële omvang van de catastrofe in Zuidoost-Azië blijft onduidelijk. Officieel zijn er reeds meer dan 160.000 doden, maar het zouden er wel eens veel meer kunnen zijn. Zo beweert het regime in Birma dat er 59 doden waren in dit land, maar dit wordt sterk in twijfel getrokken door de oppositie. Ook in Maleisië komt er kritiek op de regering omdat deze de volledige omvang van de ramp op het eiland Langkawi wil toedekken om de toeristische sector niet te veel af te schrikken. In afgelegen dorpen of plaatsen waar de lijken reeds verbrand zijn, zal de omvang wellicht nooit volledig gekend zijn.

    Op de regionale conferentie in Jakarta werd beweerd dat prioriteit zou gegeven worden aan de uitbouw van een waarschuwingssysteem. Dat zo’n systeem de omvang van de ramp sterk had kunnen beperken, werd duidelijk in een eerder artikel op deze site door een kameraad uit India. Die gaf een voorbeeld aan uit de lokale media uit het zuiden van India dat het verhaal bracht van een dorp waar geen enkel slachtoffer viel omdat een familielid van een visser die in Singapore verbleef op het internet de waarschuwingen had gezien voor de tsunami en zijn familie had gecontacteerd. In alle omringende dorpen vielen tal van slachtoffers, maar in dit ene dorp geen enkel.

    De conferentie in Jakarta was vooral een poging van buitenlandse regeringen om in te spelen op de brede solidariteit voor het getroffen gebied. Terwijl de Amerikaanse minister Colin Powell aanvankelijk verklaarde: “We doen dit niet omwille van politiek voordeel of om op een beter blaadje te staan bij de moslims”, is het duidelijk dat de VS wel degelijk hoopt politiek voordeel te halen uit deze situatie. Het dagblad San Francisco Chronicle schreef dat de regering-Bush de steun ziet als “een cruciaal wapen om de harten en geesten van de moslims in het zuiden van Azië en elders in de moslim-wereld te winnen, waardoor hun gevoelens in het voordeel van de VS keren."

    De verschillende landen concurreren momenteel om zoveel mogelijk te geven. Daarbij is het echter afwachten hoeveel effectief zal betaald worden. De discussie over de schuldenlasten – een bijzonder concrete discussie voor landen als Indonesië dat een schuld heeft van 130,8 miljard dollar – beperkt zich tot voorstellen inzake een moratorium of een tijdelijk uitstel voor de terugbetalingen. Anders zouden de terugbetalingen van intresten en schulden hoger zijn dan de steun die momenteel beloofd is… Zelfs een rechts weekblad als The Economist schrijft nu dat een kwijtschelding van schulden “een meer formele erkenning is, dan de beloftes van hulp”.

    De discussie over de kwijtschelding van de schulden is belangrijk. Wij komen op voor een volledige en onvoorwaardelijke kwijtschelding, waarbij de middelen die hierdoor vrijkomen onder de controle van de bevolking worden geplaatst. Daarnaast kan een discussie over de kwijtschelding van de schulden weinig nut hebben indien het niet gekoppeld wordt aan een breuk met het huidig systeem. Onder het kapitalisme zou het enkel leiden tot het creëren van nieuwe schulden en de opbouw van een nieuwe schuldenlast. Het opbouwen van een schuldenlast is immers onlosmakelijk verbonden met de wijze waarop het huidig systeem is georganiseerd en de positie die ex-koloniale landen daarbij innemen.

    Daarnaast was er even een korte discussie over het voorstel inzake een Tobin-taks om dit geld te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Dit voorstel kwam er door De Decker van de liberale MR. Het was op voorhand duidelijk dat dit een lege doos was die er toch niet komt. Onmiddellijk werd gesteld dat dit er enkel zou komen indien er een voldoende Europese eensgezindheid rond zou zijn, wat uiteraard niet het geval is. Dit soort voorstellen vanuit de MR kan eerder gezien worden als een poging tot politieke profilering nu de MR niet langer in de regionale regeringen zit en zich wil positioneren tegenover de PS.

  • Dit was 2004… Het spook van Vietnam achtervolgt Bush en Blair

    2004 moest een keerpunt worden op internationaal vlak. Nadat miljoenen betogers protesteerden tegen de oorlog van Bush en Blair, kon dit jaar de gehate president Bush eindelijk worden weggestemd. Niets was minder waar. Bij gebrek aan een echte tegenkandidaat (zeg nu zelf, Bush-Light in de vorm van Kerry was bezwaarlijk een "tegenkandidaat"), kon Bush opnieuw de verkiezingen winnen. Of beter gezegd, hij kon die voor het eerst ook echt winnen. Wat zullen de gevolgen zijn? Zal de chaos in Irak en elders in de wereld nog versterkt worden? Zal Bush zijn oorlog tegen de arbeiders en de armsten in de VS zelf verderzetten?

    Officieel viel heel wat goed nieuws te rapen in Irak. Het land werd zowaar "bevrijd" door de "coalitie" geleid door de Verenigde Staten! Alleen is het nog niet bepaald opgevallen bij de bevolking van Irak dat ze voortaan bevrijd zijn… Saddam is dan wel verdwenen, maar de martelingen van gevangenen zijn daarom niet verdwenen. De macht werd overgedragen aan een marionettenregime, maar ook dit leidt niet tot enige stabiliteit. Integendeel, het Vietnam-scenario treedt steeds meer op de voorgrond en de steun voor het verzet in Irak neemt toe. Door de onstabiele situatie heeft de VS zelfs beslist om het aantal troepen in Irak op te trekken tot 150.000. Blijkbaar is "bevrijding" een term waarvan de inhoud soms vreemde vormen kan aannemen…

    De imperialistische bezetting van Irak leidt tot heel wat ongenoegen onder bredere lagen van de bevolking, zeker in het Midden-Oosten. Dit speelt mee een rol in de uitzichtloosheid van het conflict in Israël-Palestina, waar het overlijden van Arafat de crisis en onstabiliteit nog sterker benadrukt heeft.

    De verschillende imperialistische mogendheden proberen hun positie te versterken en gaan daarom in het offensief in Azië (Irak), maar ook elders lopen de spanningen op. De verkiezingen in de Oekraïne vormden bijvoorbeeld een uitdrukking van de spanningen tussen Rusland en de VS. Ook probeert de VS een voet tussen de deur te houden in China, waar het sterker doorvoeren van kapitalistische elementen vandaag niet enkel leidt tot enorme winsten, maar ook tot een opkomend arbeidersverzet tegen de slechte arbeids- en levensomstandigheden.

    In de VS gebeurde het onmogelijke. John Kerry dacht de gehate president Bush te kunnen verslaan bij de presidentsverkiezingen door zich op te stellen als een Bush Light. Gevolg? Four more years met George W. Bush aan het hoofde van de VS… De voorbije jaren was Bush mee verantwoordelijk voor de chaos in Irak, een stijgende werkloosheid en groeiende armoede,… Tegenover Bush en Bush-Light kwamen wij op voor de campagne van de onafhankelijke kandidaat Ralph Nader. Ondanks alle beperkingen van die campagne (Nader is geen socialist en bouwt zijn steun niet uit tot een politieke partij), was een stem voor Nader een uitdrukking van de vraag naar een eigen politiek instrument van de arbeiders en jongeren. De komende vier jaar zal Bush met een aantal beperkingen worden geconfronteerd: er zijn de economische problemen in de VS, de militaire overbelasting,…

    In Europa werd het wantrouwen in het politieke establishment bijzonder duidelijk bij de verkiezingen van juni. De Duitse SPD haalde vanuit de regering een historisch dieptepunt: 21,5%. New Labour van Tory Blair kon daar niet voor onderdoen en haalde slechts 22%, eveneens een historisch dieptepunt voor deze partij. Ook de erg lage opkomst (44%) was bijzonder opvallend.

    Tegelijk zien we overal in Europa een offensief van het patronaat op vlak van arbeidsduur, lonen, flexibiliteit, pensioenen,… Hiertegen groeit ook het verzet, onder meer in Duitsland en Nederland waren er belangrijke bewegingen. Begin april betoogden in Duitsland een half miljoen arbeiders en jongeren tegen het asociale beleid van Schröder. Na de zomer waren er de maandagbetogingen die vooral in het Oosten van Duitsland grote groepen betogers op de been brachten.

    In Nederland leidde het offensief van regering en patronaat zelfs tot de grootste betoging in meer dan 10 jaar tijd. Zo’n 250.000 betogers trokken door Amsterdam. Dat de ontwikkeling van het verzet tegen het asociale beleid niet in rechte lijn verloopt, bleek eveneens uit het Nederlandse voorbeeld. Zeker na de moord op Theo Van Gogh werd het bewustzijn teruggeslagen.

    De discussies over het ontwikkelen van bewegingen die ingaan tegen de logica van het kapitalisme en het uitbouwen van een politiek verlengstuk, zullen de komende periode van cruciaal belang zijn. In Latijns-Amerika is deze discussie al iets concreter. In Brazilië leidde het verraad van de PT van president Lula (die alle richtlijnen van het IMF plichtsgetrouw uitvoert tegen de belangen van de bevolking in), tot de vorming van een nieuwe arbeiderspartij: de PSOL (partij voor socialisme en vrijheid). In Venezuela verloor de rechtse oppositie een referendum en blijft de discussie gevoerd worden over een weg vooruit voor de beweging.

  • Leidt de overwinning van Bush tot een nieuwe wereldwanorde? (deel 6)

    In het zesde en laatste deel van een uitgebreid document over de wereldsituatie na de nieuwe verkiezingsoverwinning van Bush, gaan we dieper in op de politieke islam. Het bestaan van reactionaire groepen zoals Al-Qaeda leidt ertoe dat de oude vijand van het imperialisme, het stalinisme, vervangen werd door een nieuwe centrale vijand in de vorm van de politieke islam.

    Analyse van het CWI

    > Lees hier het eerste deel

    > Lees hier het tweede deel

    > Lees hier het derde deel

    > Lees hier het vierde deel

    > Lees hier het vijfde deel

    Volledig dossier in een pdf-file

    De politieke islam

    We zitten vandaag in een compleet nieuwe wereldsituatie met een groeiend verzet tegen het kapitalisme en het imperialisme, eerst in de vorm van de antiglobaliseringsbeweging en dan met de grote wereldwijde anti-oorlogsbeweging. Alhoewel er ook belangrijk industriële bewegingen plaatsvinden, zeker in Europa, is de arbeidersbeweging nog niet op de voorgrond getreden met een duidelijke en openlijke kracht. In een aantal regio’s wordt de situatie bovendien bemoeilijkt door het bestaan van de rechtse politieke islam, die vaak gebruik maakt van terrorisme. In de nasleep van 11 september werd dit aangegrepen om de rol te vervullen die het stalinisme in het verleden speelde voor het kapitalisme en imperialisme. Het gevaar van de terroristische aanslagen en incidenten wordt sterk overschat door het imperialisme en dat voor haar eigen belang. Het heeft nood aan een “onmiddellijke bedreiging” van aanvallen door een vreemde “duivel” om zo de toename van de uitgaven voor militaire doeleinden goed te praten alsook de maatregelen die ingaan tegen de democratische rechten en tegen de belangen van de arbeidersklasse.

    Al-Qaeda is echter geen equivalent van het stalinisme. Al Qaeda heeft geen beschikking over een stevig internationaal netwerk met een groot aantal “terroristen”. Al-Qaeda is meer een vorm van “moederhuis” dat haar autoriteit doorgeeft aan dochterondernemingen zoals het kleine groepje van al-Saqqwat in Irak. In zekere zin kunnen de methoden van al-Qaeda vergeleken worden met die van anarcho-terroristen in het verleden, ook al komt Bin Laden en zijn groep van een andere roots (de geprivilegieerde lagen van de Arabische samenleving). De anarcho-terroristen geloofden dat spectaculaire acties de massa’s zouden schokken, wat zou leiden tot het omverwerpen van dictatoriale regimes. De Egyptische ideoloog van Bin Laden, Ayman al-Zawahari, aanziet Al-Qaeda en haar medestanders als een “voorhoede van de jihad” die erop gericht is om de Arabische massa’s te mobiliseren voor het vestigen van islamitische staten waarbij de islamitische wetten wereldwijd zouden opgelegd worden.

    Deze poging om een nieuw wereldwijd ‘kalifaat’ te vestigen is volledig utopisch. Deze methoden werden zonder succes toegepast in Egypte en ook in Algerije en elders in de moslimwereld. De pro-jihad methoden hebben vaak geleid tot afkeer bij diegenen die ze net wilden overtuigen. De slachting van buitenlandse toeristen in Luxor (Egypte) door Islamitische groepen, leidde tot een ineenstorting van de lokale economie en het totale diskrediet van de islamisten. Hetzelfde zagen we, op een grotere en meer bloedige schaal, in Algerije waar de moslimbevolking gekneld zaten tussen de gevechten van het leger en de steeds meer geïsoleerde terroristische groepen die uiteindelijk elkaar gingen aanvallen. Dat betekent niet dat de rechtse politieke islam reeds volledig gediscrediteerd is. Het verslechteren van de sociale condities, samen met de nationale vernedering van de Arabieren door het imperialisme en haar handlangers in het Midden-Oosten, vormen een vruchtbare grond voor de politieke islam. Dat is zeker het geval in Saoedi-Arabië waar het koningshuis van Saoed wel eens zou kunnen vervangen worden door een nieuwe islamistische staat waarbij een aantal opvattingen van Al-Qaeda een echo krijgt. In de oostelijke tak van de islam, in Azië, hebben terroristische opvattingen en methoden nog geen ingang gevonden. Maar ook daar kan een verslechterende situatie van de massa’s leiden tot de vorming van een nieuw front voor het islamistische terrorisme in de regio.

    Een regime onder leiding van Kerry zou wellicht geprobeerd hebben om de sociale basis van de terroristen en de rechtse politieke islam te ondermijnen door alles in te zetten op de meer “gematigde” vleugel. Bush zal wellicht proberen het Amerikaanse prestige opnieuw te vestigen door het gebruik van gelijkaardige methoden, terwijl hij tegelijk verder gaat met zijn “oorlog tegen het terrorisme”. Hij zal wellicht ook proberen om de verschillende vormen van islam – sjieten, soennieten, soefieten – tegen elkaar op te zetten met de aloude methode van verdeel-en-heers. Maar een factor die van enorm belang zal zijn om het succes of het verzwakken van de islamistische ideeën te bepalen, zal de arbeidersbeweging zijn en de heropleving van socialistische en marxistische opvattingen. Gedurende een periode zal de rechtse politieke islam in concurrentie zijn met de krachten van het marxisme, zeker in delen van de neo-koloniale wereld. Tegelijk kan er een klassenonderscheid ontwikkelen binnen islamitische partijen en formaties zoals dit ook het geval was tijdens de Iraanse revolutie. Marxisten moeten in zo’n situatie zien hoe ze fronten kunnen aangaan op basis van een duidelijk revolutionair programma.

    Nieuwe wereldsituatie

    11 september was een belangrijk keerpunt. De presidentsverkiezingen in de VS zijn opnieuw een belangrijk keerpunt. Maar het is de onderliggende objectieve situatie die zal beslissend zijn bij de ontwikkeling van het bewustzijn van bredere lagen van de bevolking en de arbeidersklasse in het bijzonder. Er zullen de komende periode belangrijke ontwikkelingen zijn op economisch, sociaal en politiek vlak. Vanuit de antiglobaliseringsbeweging en de anti-oorlogsbeweging is reeds een nieuw bewustzijn ontwikkeld. Dit heeft echter nog geen socialistische karakter. Een belangrijke laag van arbeiders en jongeren begint socialistische en revolutionaire conclusies te trekken. Zelfs bij de Amerikaanse verkiezingen zagen we een polarisatie die in de komende periode een veel bewustere vorm kan aannemen. Het socialisme en het marxisme zullen nu met de stroom van de geschiedenis meegaan na de moeilijke periode van de jaren 1990 toen het belangrijk was om een revolutionair aantrekkingspunt in stand te houden.

  • Leidt de overwinning van Bush tot een nieuwe wereldwanorde? (deel 5)

    In het vijfde deel van een uitgebreid document over de wereldsituatie na de nieuwe verkiezingsoverwinning van Bush, gaan we dieper in op de situatie in China en Rusland. China wordt door velen gezien als de mogelijke nieuwe motor van de wereldeconomie. De sterke groei de afgelopen jaren versterkt dat standpunt. Maar is de groei in China stabiel?

    Analyse van het CWI

    > Lees hier het eerste deel

    > Lees hier het tweede deel

    > Lees hier het derde deel

    > Lees hier het vierde deel

    De rol van China en Taiwan

    De economische groei in China was essentieel om Japan gedeeltelijk en tijdelijk uit haar jarenlange economische malaise te halen. De Japanse boot is voortgestuwd op de Chinese golf, maar zal wellicht ook zware averij oplopen als de Chinese groei sputtert. India heeft zich ook opgeworpen als belangrijke speler, de economische ontwikkeling daar werd gesteund op de sterk ontwikkelende software industrie en de dienstverlenende bedrijven die verbonden zijn aan de VS of andere ontwikkelde economieën. De Zuidoostaziatische landen zijn bezig met het integreren van hun economie in een uitgebreid netwerk van handels- en investeringsakkoorden. De leden van de Vereniging van Zuidoostaziatische Naties (ASEAN) stelt “ernstig te overwegen” om over te gaan tot het opzetten van een monetaire unie. Dat zou kunnen leiden tot de vorming van een enorm handelsblok dat in staat voor het grootste deel van de economische groei in Azië en in heel de wereld. Maar dit scenario wordt bedreigd door de mogelijkheid van en nieuwe economische crisis. China staat daarbij centraal, meer dan Japan of de VS (dat de komende periode nochtans de belangrijkste economische speler zal blijven).

    De opkomst van China, en in mindere mate ook India, heeft enorme gevolgen in de regio. Historisch gezien zijn China en Japan rivalen en ze zijn nooit in staat geweest om tegelijk in beide landen machtige regimes te vestigen. In het verleden was China sterk terwijl Japan moest afrekenen met armoede, maar de voorbije 200 jaar is Japan uitgegroeid tot een belangrijke macht die er in slaagde China voorbij te steken. Tegelijk waren er recent nog spanningen tussen beide landen, o.a. omwille van een aanhoudend grensgeschil dat al 42 jaar oud is. Beide regimes wantrouwen elkaar en er is een concurrentie op economisch vlak en op vlak van controle in de regio met pogingen om de toegang tot grondstoffen te verwerven, zeeroutes veilig te stellen en de controle te verkrijgen over de eilanden in het zuidelijke deel van de Chinese Zee.

    Er zijn heel wat potentieel explosieve territoriale conflicten in de regio. Taiwan is daarvan het meest gevaarlijke voorbeeld. Er dreigt een “destabiliserende” wapenwedloop tussen China en Taiwan. De Taiwanese regering heeft het conflict versterkt toen het probeerde om een wapenprogramma op te zetten waarbij het voor 18 miljard dollar wapens zou kopen van de VS. De Taiwanese premier riep op voor de ontwikkeling van een offensief rakettensysteem en waarschuwde China daarbij: “Als jullie 100 raketten afvuren op ons, dan stuur ik er 50 terug. Als jullie Taipei en Kao-hsiung raken, zal ik minstens Shanghai raken.” Deze verklaring zorgde voor verontwaardiging bij de Chinese elite. Het Chinese leger werd door de Chinese president Hu Jin Tao aangemoedigd om “van de gelegenheid gebruik te maken om zich goed voor te bereiden op een militaire strijd.” China heeft naar schatting 610 raketten die op Taiwan gericht staan, dat is een toename met 100 op één jaar. Het zou genoeg zijn om op 10 uur zowat de volledige defensie van Taiwan uit te schakelen, dus vooraleer een “bondgenoot” van Taiwan zou kunnen reageren. Taiwan heeft de spanningen opnieuw verscherpt nadat gesuggereerd werd door de president dat er mogelijks een referendum zou komen over Taiwanese onafhankelijkheid. Dat standpunt kwam er na een periode van een zachtere houding tegenover China. De toegenomen spanning kwam tot uiting toen de Taiwanese minister van buitenlandse zaken zwaar uitviel naar de regering van Singapore. Na een zachte kritiek van Singapore op de houding van Taiwan, verklaarde die minister dat Singapore “aan het gat van China likt” en “een land is dat maar een snottebel groot is”.

    De houding van de VS over deze kwestie en in verband met China is tegenstrijdig. Gedurende 30 jaar stelden de VS-regeringen dat de erkenning van een ééngemaakt China moest gekoppeld worden aan de oproep voor een vreedzame oplossing voor de kwestie van Taiwan. Maar de kwestie werd niet geregeld, waarop de VS zich ertoe verbond om in te staan voor de veiligheid van Taiwan en het land gesofistikeerd militair materieel bezorgde. Er wordt gevreesd dat indien Taiwan verder gaat dan de huidige “provisionele autonomie” en kiest voor onafhankelijk, of indien China het geduld zou verliezen, dat de regio wel eens in een gewapend conflict zou kunnen terechtkomen. De houding van de VS tegenover de opkomst van China is daarbij belangrijk. Door de heersende klasse wordt gediscussieerd over de vraag of de reus een “strategische concurrent” is of een “mogelijke toekomstige partner”. Gedurende 50 jaar na het einde van WO2 was de VS de belangrijkste stabiliserende factor in de regio van de Stille Zuidzee en dat onder meer op basis van haar sterke militaire aanwezigheid en allianties met Japan en Zuid-Korea. De heersende klasse in de VS vreest dat die dominantie mogelijk zou overgaan naar bijvoorbeeld een nieuwe strategische alliantie tussen China en Japan.

    Japan wordt anderzijds geconfronteerd met een opkomend China, Noord-Korea dat over nucleaire wapens bezit waarmee geregeld tegenover Japan gedreigd wordt, en toegenomen spanningen inzake Taiwan. Japan wil daarom een nieuw rakettensysteem uitbouwen met hulp van de VS. Daarnaast wil de Japanese burgerij een einde maken aan de grondwettelijke beperkingen inzake de ontwikkeling en het inzetten van haar militaire krachten. Het Amerikaans beleid lijkt er anderzijds op gericht te zijn om een “zachtere houding” in te nemen tegenover China terwijl het tegelijk een intensievere samenwerking, inclusief militaire samenwerking, aangaat met India als mogelijk tegengewicht tegenover China. China wil haar militaire krachten moderniseren met een nieuwe militaire doctrine gericht op het counteren van de VS, vooral op vlak van hoogtechnologische apparatuur, luchtmacht, afweergeschut, precisiebommen,… De VS staat wantrouwig tegenover de beslissing van China om het militaire budget op te drijven, en ziet dat als een poging van Peking om te raken aan de invloed van de VS in Oost-Azië. Zolang de economie groeit, wat ten goede komt aan zowel China, de VS als India, is een samenwerking tussen die landen mogelijk. Maar de mogelijkheid van (ernstige) militaire conflicten is gebaseerd op de situatie die ontwikkelt in Azië. We zullen op de economische en politieke perspectieven voor China ingaan in een afzonderlijke tekst.

    Rusland

    Rusland is onder Poetin ook een meer assertieve rol gaan spelen bij het verdedigen van haar belangen, en dat voornamelijk in de landen nabij Rusland, de vroegere satellieten van het Sovjet “imperium”. Haar belangrijkste economische troef is olie, zeker nu de voorbije vijf jaar de olieprijs zowat verdriedubbeld is. Dit heeft het regime van Poetin toegelaten om illusies te creëren op vlak van “welvaart”, maar in werkelijkheid is de stijgende olieprijs vooral een klein groepje gangsterkapitalisten ten goede gekomen in een aantal stedelijke gebieden zoals Moskou waar tegenwoordig meer miljardairs wonen dan in New York. Terwijl een aantal geprivilegieerde lagen een deel van de koek heeft kunnen krijgen, leeft de grote meerderheid van de bevolking in Rusland en het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten, de vroegere Sovjetunie) in diepe armoede. Het plunderen van de overheidsbezittingen door de gangsterkapitalisten leidt echter tot problemen en doet wat denken aan de dief die bij het dragen van gestolen juwelen tot de vaststelling komt dat die juwelen zijn huid aantasten.

    De Russische burgerij wordt zenuwachtig en wil een “sterke man” die bereid is om dictatoriale methoden te gebruiken om de “orde” te herstellen na de chaos en de desintegratie die plaats vond na de val van de Sovjetunie en nog versterkt werd onder het beleid van president Jeltsin. Bij gebrek aan een massale revolutionaire socialistische organisatie, heeft de illusie dat Poetin zou kunnen optreden als “redder” versterkt. Die illusie krijgt een zekere echo onder de massa’s. Poetin heeft zichzelf goed voorbereid op deze rol en komt zelf vanuit de KGB (geheime dienst). In feite hebben Jeltsin en vooral Poetin gebruik gemaakt van de overblijfselen van het oude stalinistische dictatoriale staatsapparaat om het in te zetten onder een zwak kapitalisme. Poetins regime is slechts een parodie van regimes als dat van Bismarck in het 19e eeuwse Duitsland dat door de socialistische leider Liebknecht omschreven werd als een autocratie verborgen onder het schaamlapje van de Reichstag (parlement). De Russische Doema (parlement) heeft nog minder invloed nu Poetin meer en meer macht naar zich toe trekt. Hij maakt zelfs gebruik van de Tsjetsjeense tragedie om kleinere partijen te verbieden, waardoor er “aanvaardbare” parlementaire blokken zijn die grotendeels afhankelijk zijn van Poetin.

    De “liberale” burgerlijke critici en hun Westerse tegenhangers bekritiseren Poetin niet omwille van het feit dat hij een meer “normaal” kapitalisme wil vestigen met een “rechtstaat”. Nochtans zijn dat illusies tegenover de onderliggende fragiele economische situatie samen met de toegenomen nationale problemen die ook tot uiting kwamen bij de gijzelingsactie in Beslan en de daaropvolgende slachtpartij waarbij veel onschuldige slachtoffers vielen. Dit was een gevolg van de incompetentie van de Russische veiligheidsdiensten en het gestoord karakter van de islamitische terroristen geleid door Shamil Basayev.

    Beslan was een hel met kinderen die gebruikt werden als gijzelaars en waarbij door beide kanten een brutale slachtpartij werd aangericht. Wij hebben de verantwoordelijken hiervoor ten stelligste veroordeeld, maar de bron voor dit alles waren de twee brutale beestachtige oorlogen die door Rusland gevoerd werden tegen Tsjetsjenië gedurende de afgelopen 15 jaar. We hebben elders reeds uitgelegd hoe het Tsjetsjeense volk het slachtoffer is van brutaliteiten, zelfs in ergere mate dan de Irakezen vandaag. Woordvoerders van het imperialisme en kapitalisme lieten enkel krokodillentranen voor de kinderen van Beslan. In Tsjetsjenië zijn er reeds minstens 40.000 kinderen omgekomen en we moeten er ook aan herinneren dat Madeleine Albright, minister in de regering-Clinton, de dood van een half miljoen Irakese kinderen goedpraatte omdat het nu eenmaal “de prijs was die we moeten betalen.” De westerse regimes blijven blind voor de situatie in Tsjetsjenië omdat ze afhankelijk zijn van Russische olie.

    Het regime van Poetin regeert met harde hand, deels omwille van haar instinct om te onderdrukken in plaats van te onderhandelen, de methode die veelal gebruikt wordt door de meer gesofisticeerde Westerse machten. De methoden van het huidige regime zijn in zekere zin overgeërfd van het vorige stalinistische bewind. Poetin gaf reeds aan dat de eis van Tsjetsjenië voor onafhankelijkheid moet onderdrukt worden omdat er minstens “2.000 gelijkaardige situaties” bestaan binnen het GOS. Er is wellicht geen enkele andere plaats ter wereld waar het nationale probleem – de onderdrukking van legitieme nationale aspiraties van verschillende volkeren of etnische groepen – zo groot is als vandaag in Rusland. Vandaag is een correcte houding tegenover het nationale vraagstuk voor marxisten en socialisten nog belangrijker dan ten tijde van Lenin en Trotski. Zo’n houding is noodzakelijk om het vertrouwen van onderdrukte nationaliteiten te winnen en een alliantie te kunnen vormen van de arbeidersklasse over de nationale grenzen heen. Het enige antwoord van het Russische kapitalisme bestaat uit onderdrukking wat leidt tot bloedbaden.

    In een poging om Israël te kopiëren met een echo van de “preventieve aanvallen” van Bush, beloofde Poetin in de nasleep van Beslan om alle Tsjetsjeense “terroristen” in heel de wereld “op te zoeken en uit te roeien”. Maar meer nog dan het geval is in de VS – dat economisch onmetelijk sterker is dan Rusland vandaag – brengt het grotere militaire budget het regime van Poetin al snel in de problemen. Een opstand tegen de hernieuwde opkomst van het Russische imperialisme, kan enorme gevolgen hebben in heel de regio van het GOS. Zelfs indien de olieprijs stand houdt of zelfs nog stijgt, zal dit slechts ten goede komen van een kleine laag van de bevolking. De Russische massa’s zullen tot het besef komen dat de “redder” niets aan te bieden heeft naast verdere oproepen voor “orde”. Poetin zal geconfronteerd worden met een sterker wordende oppositie.

    Het regime van Poetin is meer nog dan dat van Jeltsin een uitdrukking van de imperialistische belangen en doelstellingen van de nieuwe Russische burgerij. Een nieuwe “koude oorlog” wordt voorbereid, zo is het aantal spionnen van de FSB (de voormalige KGB) verdubbeld waardoor er nu in een aantal landen dubbel zoveel spionnen actief zijn als onder het stalinisme. Poetin heeft ook Ruslands recht op een aanwezigheid in het “naburige buitenland” bevestigd met de bouw van militaire bases in Centraal-Azië en de Kaukasus. Daarmee wil hij een tegengewicht bieden voor de aanwezige bases van het VS-imperialisme. Poetins beleid blijft een mengeling van goede relaties met de VS – hij prees Bush en stelde dat hij hoopte dat Bush in 2004 zou herverkozen worden – terwijl hij tegelijk probeert in te gaan tegen de pogingen van de VS om voet aan grond te krijgen in regio’s zoals Georgië of elders. Het is mogelijk dat het Tsjetsjeense conflict, samen met de nationale conflicten in de Kaukasus, leiden tot een oorlog, bvb. tussen Georgië en Ossetië wat op zijn beurt kan leiden tot een verdere escalatie.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop