Your cart is currently empty!
Category: Nieuwe arbeiderspartij
-
De stemoproep van LSP en haar voorstel voor na de verkiezingen
Standpunt van het Nationaal Comité van LSP

25 april 2013. Gauches Communes en PVDA voeren samen actie tegen de lokale besparingen van de gemeente Elsene. Establishment bereidt kaalslag voor
“IMF vraagt van België echte besparingen” schreef De Standaard op 17 december 2013. Voor de begroting “moet de focus van de inspanning worden verlegd, van het verhogen van de belastingen naar het verminderen van de uitgaven en de rationalisering van subsidies en sociale transfers”. Om de concurrentiekracht te verbeteren moet “het tempo van de structurele hervormingen worden versneld (…) om het indexmechanisme aan te passen (…) en de loonmatiging vol te houden”. Tenslotte waarschuwt het IMF dat “de bankenwet er niet mag toe leiden dat de Belgische banken … niet meer kunnen concurreren met buitenlandse banken.” Dat verlanglijstje van het IMF, de Europese commissie en het Belgische kapitalistische establishment is gekend. Maar ze denken nu, dat in tegenstelling tot de huidige regering, de volgende daarvoor wel de nodige tijd en ruimte zal krijgen.
Het offensief tegen de arbeidersklasse zal dus versnellen om de achterstand in te halen die de Belgische burgerij heeft opgelopen door de politieke crisis. In een dubbelinterview in De Standaard en Le Soir (18/1/2014) zeggen Wouter Beke (CD&V) en Charles Michel (MR): “We hebben een as nodig die de komende vijf jaar kan focussen op het sociaal economische beleid. Dit perspectief zorgt voor een unicum in de Belgische geschiedenis (…) Bedrijven en gezinnen vragen stabiliteit. Een tijdpad van vijf jaar biedt die zekerheid, maar creëert tegelijk de ruimte om te hervormen (…) Nu eens moeten we de instellingen aanpakken, dan weer is de sociaaleconomische urgentie groot (…) Nu is het tijd voor die spreekwoordelijke vijf minuten politieke moed in sociaaleconomische dossiers.” Dit vat goed samen wat de werkende bevolking te wachten staat. Het is een waarschuwing. Links zal alle krachten nodig hebben om dit offensief te weerstaan en om te keren.
Enorme potentiële kracht arbeidersbeweging
Zoals bijna overal ter wereld is de arbeidersbeweging in België talrijker dan ooit. Sinds 2000 namen de loontrekkenden met meer dan 400.000 toe (tot 3,9 miljoen in 2012). Voor zelfstandigen bedroeg de toename 40.000 (tot 745.000). Daaronder ook veel schijnzelfstandigen die slechts voor één opdrachtgever werken. Bovendien zijn de meest loontrekkenden in ons land aangesloten bij een vakbond: 3,2 miljoen in 2010 (met inbegrip van gepensioneerden, werklozen, …), een stijging met 375.000 sinds 2001. Tegen de internationale trend is de syndicalisatiegraad in ons land ook de voorbije jaren gestegen: van 71,6% in 2001 tot 74,7% in 2011. Zelfs de netto-syndicalisatiegraad, dus enkel actieve leden zonder werklozen, bruggepensioneerden en studenten, is toegenomen van 56,9 naar 60,5%.(1)
Het patronaat in België en haar politieke vertegenwoordigers zijn zich maar al te goed bewust van de potentiële dreiging die deze numerieke en georganiseerde kolos kan betekenen. Ze worden er trouwens regelmatig aan herinnerd. Zelfs al krijgen de vakbonden af en toe klappen, ook al worden ze in de massamedia afgebrand en al moet de basis de arm van de vakbondsleiding omwringen om te mobiliseren, tot nog toe deed iedere algemene staking het getier op de patronale banken verstommen. Maar het hoeft geen algemene staking te zijn. De moderne economie is zo verweven en vereist zo gespecialiseerde arbeidskrachten, dat zelfs kleine groepen een enorme impact kunnen hebben. Denk maar aan de spoormannen, de brandweer, de boeren, de vrachtwagenchauffeurs of zelfs de 350 scheepsloodsen die twee jaar geleden de Antwerpse haven dagenlang blokkeerden.
Nood aan een nieuwe, brede arbeiderspartij
Maar om die kracht niet verloren te laten gaan, moet ze gebundeld worden. De economische hefbomen in handen nemen, gebeurt niet door het bankkantoor te bestormen en met de kluis te gaan lopen, maar door de bank te nationaliseren. Dat vereist een aangepast politiek instrument: een massale arbeiderspartij. Die vervult voor de energie van de arbeidersbeweging een rol vergelijkbaar met die van de cilinder waardoor stoom een trein kan voortbewegen. Die arbeiderspartij heeft bovendien, net zoals de stoomtrein een richting en een bestemming nodig. Dat is de rol van een programma. Voor LSP moet de bestemming een socialistische omvorming van de maatschappij zijn en staat iedere meter die we afleggen, hoe belangrijk die ook is, in functie van die bestemming.Daarop heeft LSP zich sinds haar oprichting toegelegd. Enerzijds de nood aan een nieuwe, brede arbeiderspartij propageren sinds PS en SP.a verworden zijn tot loyale uitvoerders van de politiek van het patronaat en meteen hun arbeidersbasis zagen vertrekken. En anderzijds de paar honderden militanten samenbrengen die nu al bereid zijn een programma gericht op de socialistische omvorming van de maatschappij uit te werken, te actualiseren en te verfijnen. Een van de middelen daartoe waren onze deelnames aan verkiezingen sinds ’99, soms in eenheid met anderen, hoofdzakelijk om de idee van een bredere partij te bevorderen en als dat niet mogelijk was, onder eigen noemer, vooral met de bedoeling nieuwe lagen kennis te laten maken met ons programma.
Meer ruimte voor links
Deze propagandistische campagnes beantwoordden aan een situatie waarin de verkiezingsuitslagen van radicaal links verwaarloosbaar waren. Ze dienden als voorbereiding op een volgende, onvermijdelijke periode van meer klassenstrijd. Sinds de economische crisis is de ruimte voor radicaal links aanzienlijk toegenomen. Als meest zichtbare component van radicaal links, die bovendien sedert haar vernieuwingscongres van 2008 geleidelijk afstand neemt van haar door stalinisme besmeurde verleden, kon vooral de PVDA daar in de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 op kapitaliseren. Maar ook VEGA (Verts et à Gauche) in Luik behaalde een zetel. In Sint-Gillis strandden zowel Gauches Communes met 3,6% als PvdA met 3,8% op een zucht van een eerste verkozene. De PVDA had er een gezamenlijke lijst afgewezen.Die trend zet zich door. In de verkiezingen van mei 2014 kan radicaal links, in dit geval de PVDA, voor het eerst sinds de jaren ’80 in het parlement komen. Dat zou een enorme doorbraak zijn. Linkse antwoorden op de rechtse politiek zouden niet langer beperkt blijven tot de straat, het bedrijf of linkse bijeenkomsten, maar ook hun weg vinden naar de publieke opinie via de massamedia. Dat kan niet alleen de PVDA, maar heel links en de arbeidersbeweging versterken. Het zou de radicalisering naar links van de afgelopen jaren een politieke uitdrukking geven, de zoektocht naar een links alternatief bevestigen en het potentieel aantonen van een radicaal linkse factor in België.
Nieuwe uitdagingen vereisen aangepast antwoord
Deze mogelijkheid verandert de omstandigheden en de taken voor links. Bij meer bewuste arbeiders is de vrijblijvende sympathie voor propagandacampagnes omgeslagen naar een terecht streven om de kans op verkozenen niet te missen. Daarom schreef LSP in mei 2013 heel radicaal links aan, een jaar voor de aankomende verkiezingen, met een voorstel voor gezamenlijke lijsten onder de noemer ‘PVDA-eenheid of iets dergelijks’. Dat leek ons de beste manier om de energie van alle talloze activisten, zowel die van de radicaal linkse formaties als politiek daklozen, zo efficiënt mogelijk in te zetten.LSP is niet de enige die het zo inschat. Bewust van het potentieel, heeft het ABVV van Charleroi-Zuid Henegouwen zes radicaal linkse partijen, waaronder PVDA en LSP, rond de tafel gebracht om de samenwerking te bevorderen in de hoop dat ze gezamenlijk een nieuwe politiek kracht, links van PS en Ecolo, zouden vormen. Een vakbondsgewest van 110.000 leden dat publiek stelling neemt en ernaar handelt, is uniek. We weten dat ook in de christelijke bediendencentrale en in sommige andere gewesten en centrales van het ABVV gelijkaardige debatten hun weg vinden. Het ABVV van Charleroi-Zuid Henegouwen zoekt trouwens systematisch het publieke debat op met brochures en meetings en opent daardoor nieuwe mogelijkheden.
Gecontroleerde eenheid
Dat is helaas (nog) niet de positie van de PVDA. Die ziet geen nut in een bundeling van alle linkse stromingen waarin vrij gedebatteerd en gezamenlijk geageerd wordt. Ze onderschat het belang van georganiseerde discussie en denkt dat dit tot verdeeldheid zal leiden. Dat is geen nieuw argument. Het werd destijds te pas en te onpas misbruikt door de leiding van de sociaaldemocratie om interne oppositie de mond te snoeren. Dat wil niet zeggen dat de PVDA ongevoelig is voor de drang naar eenheid, maar ze wil die eenheid kunnen controleren.Zo verkoos de PVDA om de verschillende componenten van radicaal links apart te ontmoeten. Maandenlang kreeg LSP geen antwoord op haar voorstel. Dan volgde een brutaal njet en tenslotte, na druk, een discussie in Charleroi met de lokale PVDA-leiding, in Luik met Raoul Hedebouw en in Brussel via Gauches Communes met de Brusselse PVDA-leiding. De teneur was vriendelijk, maar de boodschap duidelijk. ‘LSP wil zich net als PvdA opbouwen, dat is een probleem. SAP en KP die wel op de PVDA lijsten staan, hebben die ambitie grotendeels opgegeven. Aangezien LSP niet zal nalaten om pamfletten uit te delen en kranten te verkopen, zal de PVDA, met veel nieuwe leden die haar programma nog niet echt kennen, meer energie moeten besteden aan het uitleggen van de verschillen tussen beide, dan aan het voeren van de verkiezingscampagne.’
Verschillen in methode en programma
Dat is een begrijpelijke, maar verkeerde, redenering. Naarmate die nieuwe leden zich politiek engageren, zullen de vragen hoe dan ook komen. Dat vermijden door anderen uit te sluiten, zal dat niet eerder interesse wekken in wat die te vertellen hebben? Het is evenmin in het belang van de arbeidersbeweging. Die is nog nooit politiek homogeen geweest. Pas op basis van praktische ervaring komt ze tot eenheid, door programma’s te toetsen aan de concrete vereisten van het moment. Sinds de val van de stalinistische karikaturen van socialisme in het Oosten, is het socialistisch bewustzijn fors terug gegooid. Ervaringen uit het verleden zijn verloren gegaan. Dat heropbouwen, gebeurt het best in een brede strijdformatie van de arbeiders, waar eenheid in actie gepaard gaat met vrijheid van debat. We stellen niet voor aan de PVDA om die formatie te worden, maar om er samen met ons en anderen de aanzet toe te geven.We denken dat er nog een andere reden is waarom de PVDA weigert om ook LSP bij haar verkiezingscampagne te betrekken. LSP durft soms vanuit een meer links perspectief vragen stellen bij programmapunten van de PVDA. De KP en de SAP doen dat nauwelijks, hun programma’s en praktijk sluiten nu eenmaal dichter aan bij die van de PVDA. Over de beperkingen van een openbare bank in een wereld van privé-banken, van openbare aanbestedingen zoals het kiwi-model of van een verlaging van de BTW op energie die de patroons recupereren met uitstel van onze indexaanpassing, hoor je hen nauwelijks. Enkel individuen en organisaties waarvan de PVDA overtuigd is dat ze haar programma niet of nauwelijks zullen betwisten, zijn welkom op de lijsten van PTB-GO (waarbij GO staat voor “Gauche d’Ouverture”) in Franstalig België of PVDA+ in Vlaanderen.
Eenheid in verscheidenheid – Gauches Communes in Brussel
Ondanks de aangehaalde beperkingen, vindt LSP dat PTB-GO een stap vooruit is, onvoldoende, maar toch belangrijk. Na de verkiezingen zal er meer dan ooit nood zijn aan eenheid in actie. De vrije deelname van alle componenten van de arbeidersbeweging, en daarmee bedoelen we niet alleen LSP, zal vereist zijn. Carlo Briscolini, de voorzitter van FGTB Charleroi Zuid Henegouwen benadrukte op de voorstelling van PTB-GO het belang van een diepgaand debat “dat zich niet mag beperken tot de leidinggevende kaders” en hield er een pleidooi voor “tendensrecht”. “Het is door discussie en betwisting, wanneer verschillende tendensen zich uiten, dat een debat vooruit gaat.” Voor dat soort eenheid wil LSP zich blijven inzetten, ook na de verkiezingen.In dat kader zal LSP vermijden op te komen of lijsten te steunen die het behalen van linkse verkozenen zou bemoeilijken. In Vlaanderen zal LSP deze keer oproepen voor PVDA +. Met haar houding om à la carte bondgenoten uit te kiezen en anderen te isoleren, laat PVDA+/PTB-GO anderen echter weinig keuze: zich electoraal wegcijferen of dan maar zelf lijsten indienen. LSP zal dat niet doen, maar heeft er begrip voor als VEGA en Decroly, MG of nog anderen in die omstandigheden wel lijsten neerleggen. We roepen hen uitdrukkelijk op om dat niet te doen in Luik waar Raoul Hedebouw een reële kans maakt om verkozen te worden, en ook niet in Charleroi waar dit door ABVV-nationaal misbruikt zou worden om het initiatief van het gewest Charleroi Zuid Henegouwen te ondermijnen. Net zoals we aan de PVDA hebben voorgesteld om mee te werken aan hun campagne, sluiten we geen vorm van samenwerking met anderen uit, afhankelijk van de houding die ze innemen tegenover de arbeidersbeweging en rekening houdend met de twee hierboven aangehaalde uitzonderingen.
In Brussel maakt het systeem van lijstverbinding het mogelijk een specifieke stem te geven voor de linkse lijst naar keuze, zonder daardoor de kans op een linkse verkozene te verkleinen. Daar zullen we bijgevolg wel deelnemen, voor Kamer en regio, onder de naam Gauches Communes, waarmee we eerder met de Parti Humaniste en onafhankelijken deelnamen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in St. Gillis, Jette, Anderlecht en Elsene. Een voorstel van Gauches Communes tot samenwerking met PTB-GO werd ook in Brussel afgewezen. PTB-GO is zelfs nog niet ingegaan op onze uitnodiging voor lijstverbinding, maar deed dat intussen wel al met Parti Pirate, Pro-Bruxelles en BUB. Als VEGA in Brussel lijsten indient, zullen we ook met hen de mogelijkheid tot samenwerking bediscussiëren.
We willen in Brussel op basis van een duidelijk socialistisch programma en het systematisch nemen van initiatieven in het lokale verzet tegen de bezuinigingen ons steentje blijven bijdragen aan de opbouw van een krachtsverhouding om de besparingstsunami op termijn te stoppen.
Draai naar links van de sociaaldemocratie is ongeloofwaardig
SP.a en de PS voelen nattigheid. De kloof tussen arm en rijk, het gebrek aan perspectieven, de aanpak van twee maten twee gewichten, de klassenjustitie,… stoten een groeiend deel van de samenleving tegen de borst. Hun recente aandacht voor het beperken van de topsalarissen van overheidsmanagers en de halfslachtige poging om de strijd tegen fiscale fraude op te voeren, zijn slechts doekjes voor het bloeden waarmee ze de arbeidersbeweging een meer frontale inlevering willen doen slikken. Sinds de jaren ’80 maken ze systematisch deel uit van de verschillende regeringen. Ze hebben mee de basis gelegd voor de groeiende armoede en werkloosheid. Hun ‘oplossingen’ van verdere lastenverlagingen, morrelen aan de index, beperken van onze pensioenen, schrappen van werkloosheidsuitkeringen,… doen de geloofwaardigheid van hun zogenaamde draai naar links teniet. We weten waar we aan toe zijn, zelfs als we na 25 mei geen openlijk rechtse regering krijgen!Een rechtse regering is zeker niet uitgesloten. Toch niet als ze de N-VA er in de campagne niet kunnen afrijden. Die regering zou het noodzakelijke klimaat voorbereiden, maar ook de arbeidersbeweging zodanig provoceren, dat ze wellicht snel zou vallen. Een herrezen Di Rupo II, al dan niet met Di Rupo als premier, zal na wat gerommel in de marge de job van de centrumrechtse regering echter gewoon afmaken. Links mag zich dus niet meer vastklampen aan de formule van het minste kwaad. Iedere poging om deze illusie verder in stand te houden, betekent een verzwakking van de werkende klasse. Het moet zich integendeel voorbereiden op een voor haar generaties ongezien klassenconfrontatie.
Een aantal linkse verkozenen na 25 mei 2014 kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren, maar verkozenen behalen is geen doel op zich. Het kan wel een uitstekende uitvalsbasis zijn om na de verkiezingen een front van verzet tegen de sociale afbraak op te bouwen. De PVDA is daar zeer goed voor geplaatst. Als ze dat doet, kan ze rekenen op ondersteuning van LSP en wellicht ook van talloze activisten, inclusief vakbondsdelegaties, centrales en gewesten. Dat doet niets af van de nood aan een onafhankelijke, brede strijdformatie van de arbeiders waarbinnen de noodzakelijke vrijheid van discussie en debat gehanteerd wordt om programma en strategie uit te testen. Tegelijk wil LSP blijven bouwen aan een revolutionaire partij die als doel heeft door massale arbeidersstrijd maatschappijverandering af te dwingen. Het kapitalisme heeft ons geen toekomst te bieden. Enkel socialisme kan de weg vrijmaken voor een wereld zonder onderdrukking en uitbuiting.
Noot
(1) Geen grenzen aan de groei: de Belgische syndicalisatiegraad in de jaren 2000 – Faniel, J. & Vandaele, K., 2012. -
ABVV Charleroi brengt brochure uit om politieke oproep te verduidelijken
Syndicalisten hebben nood aan politiek verlengstuk!
Het ABVV van Charleroi bracht midden september een eerste editie van zowat 10.000 brochures uit en er wordt al gesproken van een tweede oplage. Er is een Nederlandstalige versie in voorbereiding en er wordt gediscussieerd over de mogelijkheid van andere vertalingen, zoals naar het Italiaans. Het onderwerp? De beruchte oproep van het ABVV van Charleroi om een politiek alternatief op te bouwen tegenover de kapitalistische crisis.
Artikel door Ben (Charleroi). Foto hiernaast: persconferentie met voorstelling van de brochure
Het idee van de brochure is om het standpunt van het ABVV van Charleroi te verduidelijken, maar het is vooral een instrument om dit standpunt zo breed mogelijk te verspreiden en iedere delegee of militant – in Charleroi en elders – bij te staan om het debat in de eigen delegatie of breder met de collega’s te voeren.
De brochure heeft als titel: “8 vragen over de oproep van het ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen op 1 mei 2012”. Bij de voorstelling ervan op een interprofessionele vergadering stelde een delegee dat de grote ‘8’ op de voorpagina hem deed denken aan de affiches voor de campagne eind 19de eeuw voor de 8-urendag.
“Als we niets doen”, voegde hij er aan toe, “is dat waar we opnieuw naar toe gaan. Dan gaan we 100 jaar achteruit en verliezen we alle verworvenheden die de werkenden door hun strijd hebben bekomen.” De voorzitter van het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen, Carlo Briscolini, gaat in zijn inleiding op de brochure in dezelfde richting.
“We betalen al sinds 1974 voor de gevolgen van de opeenvolgende crises waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn. We moeten alle onze krachten inzetten tegen het kapitalistische systeem dat ons geleidelijk maar zeker naar de miserie brengt. In Charleroi willen we de strijd aangaan voor een nieuw project van samenleving (…) Niets valt zomaar uit de lucht, niets is definitief verworven en het is door syndicale strijd dat we grote overwinningen geboekt hebben. (…) Om de krachtsverhouding tegenover het patronaat en de rechterzijde te veranderen, hebben we nood aan een sterk ABVV en aan een nieuwe linkse politieke kracht die naam waardig.”
Hij besluit met de stelling dat deze brochure als doel heeft om “informatie en uitleg te verschaffen, we willen een breed democratisch debat lanceren in de structuren van het ABVV maar ook daarbuiten met alle progressieve krachten die daartoe bereid zijn.”
Na de inleiding door Carlo volgt in de brochure de beginselverklaring van het ABVV om de militanten aan de fundamenten van de vakbond te herinneren. Het eerste punt daarvan is: “Het ABVV, rechtstreeks uitvloeisel van de georganiseerde werkende krachten, betoogt dat het syndicaal ideaal, dat de oprichting van een klassenloze maatschappij en de verdwijning van het salariaat beoogt, door een volledige omvorming der maatschappij zal verwezenlijkt worden.”
Er wordt verdergegaan met een uittreksel van het Congres over politieke oriëntatie van 4 mei 2010 waar het ABVV besloot om de bevoorrechte band met de PS en bijkomend met Ecolo opnieuw te bekijken. Vervolgens komt de toespraak van 1 mei 2012 en een motie van de leiding van het lokale ABVV-gewest van 22 mei 2013. En ten slotte sluiten 8 vragen en antwoorden de brochure af.
De eerste vraag is of de vakbond zich met politiek kan bezig houden. Het ABVV-gewest antwoordt duidelijk: “Ja. Niet alleen kan de vakbond dat, ze moet dat ook doen. Ons ABVV verdedigt een project van een klassenloze samenleving (…) De realisatie hiervan vereist de afschaffing van het systeem en de vervanging ervan door een ander, socialistisch en democratisch systeem.”
Tegenover de impasse van de huidige strategie om op de gevestigde partijen te steunen, is er nood aan een nieuwe politieke strategie: “We hebben uiteraard in de eerste plaats nood aan een syndicalisme dat zich meer strijdbaar en democratisch opstelt (…) Maar dat volstaat niet. (…) Om de krachtsverhoudingen tegenover het patronaat en de rechterzijde te veranderen, is er nood aan een sterk ABVV en een nieuwe politieke kracht, een antikapitalistische kracht links van PS en Ecolo. Helpen aan de opkomst en ontwikkeling van zo’n kracht opdat ze zo breed mogelijk zou zijn, dat is de politieke strategie die we voorstellen.”
Een nieuw politiek verlengstuk voor het ABVV?
Een andere vraag is of het ABVV een nieuwe politieke partij wil opzetten. “We stellen dat het ABVV actief moet bijdragen aan de opkomst van een nieuwe antikapitalistische kracht op het politieke en electorale toneel. Maar dat is niet hetzelfde. We willen ons gewicht in de weegschaal gooien om diegenen te verzamelen die een antikapitalistisch alternatief willen. We plaatsen hen voor hun verantwoordelijkheden om een kracht te creëren die even trouw de belangen van de werkende bevolking verdedigen als de bestaande krachten de belangen van de patroons verdedigen.”
“Neen, we willen een nieuw politiek verlengstuk voor de volledige arbeidersbeweging. Het is evident dat we binnen onze organisatie, het ABVV, het debat voeren. Maar we komen niet tussen in het functioneren van andere syndicale organisaties. Het ABVV is evenwel niet de enige die geconfronteerd wordt met de impasse van de politieke banden met de gevestigde partijen. Het ACV bevindt zich in dezelfde situatie. Dat is waarom onze oproep in essentie niet beperkt is tot het ABVV.
Het feit dat de CNE [de Franstalige tegenhanger van LBC] zich achter onze oproep schaart, is heel belangrijk. Het geeft aan dat onze strategie geen bron van verdeeldheid is, maar integendeel kan bijdragen aan het overstijgen van historische verdelingen in de arbeidersbeweging.”
De tekst gaat verder op dat idee in en legt uit dat er ook sprake moet zijn van een eenheid van de radicale linkse krachten. “We moeten ons bewust zijn van de kansen die zich openen en zonder onze eigenheid achter te laten, maar met respect voor verschillen, opkomen voor een samenwerking rond een gemeenschappelijk politiek project. We moeten er op toezien dat die mogelijkheid van samenwerking zijn oorsprong vindt in de extreme ernst van de bedreigingen die op de werkende bevolking afkomen.”
Ter herinnering
Sinds enkele decennia is er een onafgebroken ‘socialistische’ (lees: van PS en ook SP.a) machtsdeelname op verschillende niveaus. Dat heeft geleid tot een opeenstapeling van woede in de syndicale middens. Van de hervorming van het Franstalige onderwijs, het Globaal Plan, het Generatiepact, de jacht op de werklozen tot de maatregelen voor de begroting van 2012. Telkens opnieuw bleek dat de strategie van het ‘minste kwaad’ ons met de rug tegen de muur zet.
Zoals Daniel Piron uitlegde op de persconferentie waar de brochure werd voorgesteld, is het al van 2002 tot 2010 duidelijk dat de gemeenschappelijke socialistische actie niet meer werkt. Dat was ook de basis voor de congresverklaring van het ABVV in 2010 waarbij werd beslist om de “bevoorrechte band met de PS en aansluitend met Ecolo te herzien en banden aan te gaan met alle democratische linkse partijen.”
Toen er eind 2011 een premier van de PS kwam, viel dit samen met de ergste besparingsbegroting in lange tijd. Het leidde tot de algemene staking van 30 januari 2012. Bij de evaluatie van die staking op een interprofessionele vergadering in Charleroi stelden veel delegees: “De PS heeft ons nogmaals verraden, dit is de druppel die de emmer nogmaals doet overlopen.”
Het is een lang proces dat geleid heeft tot een toespraak van het ABVV van Charleroi op 1 mei 2012 waarbij werd gesteld dat de politiek van het minste kwaad niet meer werkt en dat het ABVV-gewest daarom oproept tot een eengemaakte linkerzijde links van de PS en Ecolo. Zoals Daniel Piron in die oproep stelde: “Ik weet dat het niet gemakkelijk zal zijn, maar als iedereen een stap kan zetten: PVDA, SAP, LSP, PC, christelijk links en misschien linkse militanten in PS en Ecolo, voor zover die er nog zijn, dan kunnen we opnieuw aansluiten bij de verwachtingen en hoop van de arbeidersbeweging.”
Hierna wilde het ABVV van Charleroi niet tussenkomen in de gemeenteraadsverkiezingen en daarom werd pas begin 2013 een steuncomité opgezet met alle politieke krachten links van PS en Ecolo. De discussies leidden onder meer tot een grote dag van strijd en debat op 27 april 2013 in Charleroi. Daarop waren ongeveer 400 politieke en syndicale militanten aanwezig en werd er gesteld dat het initiatief in 2014 moet aantonen dat het bestaat. Een ander voorstel op de bijeenkomst was om een antikapitalistisch programma voor het ABVV op te stellen.
Dat leidt ons uiteindelijk tot de maand september met de publicatie van een eerste brochure die het standpunt van het ABVV-gewest uitlegt. Er volgt een tweede brochure met de basis voor een antikapitalistisch programma voor het ABVV. Het idee is om een nieuwe grote dag van discussie te houden over deze oproep en over het antikapitalistisch programma en dit voor het einde van dit jaar of begin 2014. Nu zou er breder gemobiliseerd worden met een poging om zoveel mogelijk delegees en militanten te betrekken. Dit debat is ook belangrijk met het oog op het ABVV-congres van 2014.
Waar kan je de brochure vinden?
telefoneer naar het ABVV van Charleroi op 071/64.12.62 of contacteer ons via 02/345.61.81 of info@socialisme.be. Momenteel is de Nederlandstalige versie van de brochure in voorbereiding. Een pdf van de Franstalige versie vind je hier. Update (8 oktober): Hier vind je een pdf van de Nederlandstalige versie
Hoe met de brochure werken?
Het is nuttig om er over te discussiëren met collega’s, de tekst voor te leggen op syndicale bijeenkomsten of om een spreker van het ABVV van Charleroi uit te nodigen.
-
De inzet van de verkiezingen van 25 mei 2014… en de uitdaging voor links
Het lijkt nog veraf, maar vanaf het najaar zal alles in het teken staan van de gevreesde verkiezingen van 25 mei 2014. Lukt het de traditionele burgerij en hun partijen nogmaals om ons het gevoerde beleid als een noodzakelijk kwaad te verkopen? Of steken de ongeduldige Vlaamse kleinburgerij en hun communautaire scherpslijpers stokken in de wielen, op het gevaar af van een nieuwe langdurige politieke crisis? En voorts, kunnen de vakbondsleiders hun achterban opnieuw mobiliseren achter het minste kwaad of manifesteert de breuk van delen van de arbeidersbeweging met de traditionele partijen zich nu eindelijk ook in het parlement?
Standpunt door Eric Byl
Met voldoening kan de Belgische grootburgerij terugblikken op de tactische keuze die ze bijna twee jaar geleden doordrukte. Een regering onder leiderschap van de PS was inderdaad het meest geschikte instrument om de arbeidersbeweging het zwaarste besparingsprogramma uit ‘s lands geschiedenis door de strot te rammen. Op goed twee jaar tijd, nauwelijks een halve legislatuur, heeft de regering-Di Rupo een reeks door de burgerij noodzakelijk geachte hervormingen doorgevoerd. We zullen voortaan langer werken, de jacht op wat men in rechtse kringen het sociaal profitariaat noemt – de leefloners, de werklozen, de chronisch zieken, de mindervaliden, de politieke vluchtelingen en andere migranten – is in een hogere versnelling geschakeld, de lonen zijn gekortwiekt, de flexibiliteit opgedreven en de openbare dienstverlening afgeslankt.
Voor de burgerij is dat goed nieuws. Tegelijk werden banken drijvend gehouden met gemeenschapsmiddelen, speculanten op overheidsschuld voorlopig naar elders doorverwezen en bedrijven bevloeid met subsidies en lastenverlagingen. Bovendien kon de regering kosteloos een staatshervorming en een eengemaakt statuut voor arbeiders en bedienden in de steigers te zetten. Tenslotte lijkt ze met enige vertraging de door Europa opgelegde begrotingsnormen te behalen. Verzet tegen het gevoerde beleid stoot op toenemende repressie. Petities en ingebedde ‘betogingen’ moeten de democratische façade overeind houden, maar opgepast, want de GAS-ambtenaar waakt. Strafvermindering wordt een voorrecht voor grote fraudeurs en andere topcriminelen, want ook hier is de klassenmaatschappij van toepassing.
Vijf jaar ver in de grootste crisis van het kapitalisme sinds de Grote Depressie van de jaren ’30 is niets meer zeker. Maar we kunnen ervan uitgaan dat de regering wil omschakelen in verkiezingsmodus. Voor de N-VA gaat de sociale afbraak nog niet ver genoeg. Ze zal de druk opdrijven, ook, waar het kan, door veelvuldig gebruik te maken van het ‘voor wat, hoort wat’-beleid van de traditionele partijen. Na de verkiezingen zal de sociale afbraak fors opgevoerd worden, met de N-VA om de kracht van de verandering te illustreren, of zonder om aan te tonen dat ‘verandering’ ook zonder N-VA kan. N-VA wordt dé inzet van de verkiezingen en hoe dat ook afloopt, het betekent slecht nieuws voor de arbeidersbeweging.
Tenzij de arbeidersbeweging of delen ervan dat kunnen beginnen ombuigen door in het parlement in te breken met een of meerdere van de burgerij onafhankelijke politici. Dat is wat het ABVV gewest Charleroi-Zuid Henegouwen en de christelijke bediendencentrale CNE openlijk bepleiten, zonder twijfel met goedkeuring van syndicalisten in heel het land. Vooral in Luik en Antwerpen is de PVDA daarvoor goed geplaatst. Zoals talloze andere activisten wil LSP daar graag aan bijdragen. Vandaar ons pleidooi voor gezamenlijke lijsten onder de naam PVDA-eenheid. (Zie Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014).
Wat de PVDA met eventuele verkozenen doet, kan LSP niet bepalen, maar we hebben wel enkele suggesties. Zo zouden wij van de verkozenen spreekbuizen maken van heel de beweging, niet alleen van de eigen militanten. We zouden hen waarschuwen om de eisen niet kost wat kost te formuleren op een voor het parlement aanvaardbare wijze, maar te zorgen dat ze beantwoorden aan de reële noden van de beweging en voorts om ver weg te blijven van postjes en coalities met de besparingspartijen. We zouden hen ten slotte aansporen de parlementaire posities te gebruiken om een echt democratisch socialistisch programma te populariseren omdat dit de beweging zou versterken.
-
Hoe verder met de oproep van het ABVV van Charleroi en de opbouw van linkse eenheid
Op 18 juni zat de zaal van de Garcia Lorca in Brussel helemaal vol met een 100-tal aanwezigen voor een debat van het collectief ‘Alternatives à Bruxelles’, een collectief van Belgische afdelingen van buitenlandse linkse partijen als Izquierda Unida (Spanje), Rifondazione Comunista (Italië), Die Linke (Duitsland) en de PSU (Marokko), en van de stichting Joseph Jacquemotte.
Artikel door Boris Malarme
Het debat werd geopend door Daniel Piron, de regionale secretaris van het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen, en Lahoucine Tazribine, secretaris van de CNE in de privé-sector. Ze werden gevolgd door sprekers van politieke organisaties: Saïd Cherrid van de Mouvement de Gauche, Anja Deschoemacker van LSP en Stephen Bouquin van Rood! Een verslag van de bijeenkomst.
Daniel Piron legde uit wat de oproep van het ABVV van Charleroi is. Het ABVV stelde vast dat we ons niet mogen neerleggen bij de herstructureringen en besparingsplannen. Na de algemene staking van 30 januari 2012 gingen tal van militanten in tegen de bestaande banden tussen de vakbond en de PS, terwijl die partij de arbeiders verraadt door besparingen op te leggen. Na een discussie in de vakbond werd op 1 mei 2012 een oproep gedaan om alle antikapitalistische krachten links van PS en Ecolo bijeen te brengen. Na de gemeenteraadsverkiezingen is de regionale afdeling van het ABVV bijeengekomen met acht politieke formaties en met het CNE, de bediendencentrale van het Franstalige ACV. Het doel daarvan was om een discussie aan te gaan tussen deze organisaties.
Op 27 april werd een discussiedag hierover gehouden, er waren ongeveer 400 aanwezigen. Daniel Piron legde uit dat er twee conclusies uit het evenement kwamen: de vraag om “te bestaan” bij de verkiezingen van 2014 en de vraag om het initiatief uit te breiden onder de arbeiders enerzijds en in andere regio’s van het land anderzijds. Dat is waarom het ABVV van Charleroi een pamflet/brochure voorbereidt waarin het intiatief wordt uitgelegd. Dit zal op grote schaal verspreid worden in Charleroi en elders.
Lahoucine Tazribine stelde dat het belangrijk is om alternatieven op de herstructureringen naar voor te brengen, zoals een collectieve arbeidsduurvermindering. Geen enkele verkozene van de gevestigde partijen heeft het syndicale verzet tegen het Europese besparingsverdrag ondersteund, de CNE zal daar aan denken bij de komende verkiezingen. Tazribine wees op het feit dat de PVDA wel een doorbraak kent, met twee gemeenteraadsleden in Brussel, maar dat dit niet voldoende is. Het belang van de oproep van Charleroi is dat de kwestie van een breed politiek relais voor de arbeidersstrijd naar voor wordt gebracht.
Hij vervolgde dat de strijd van de linkerzijde op gelijkheid moet gericht zijn, wat betekent dat we moeten werken aan de eenheid van de werkenden over de taalgrenzen heen om te bouwen aan een echt gemeenschappelijk front. Tazribine wees erop dat de CNE politiek onafhankelijk is, wat betekent dat er geen gepriviligieerde partner is. Tenslotte stelde hij dat de CNE in Brussel-Halle-Vilvoorde goed is voor ongeveer de helft van de 160.000 leden van CNE en dat de centrale zich in Brussel actief zal inzetten rond de oproep van Charleroi.
Anja Deschoemacker benadrukte dat de oproep van Charleroi een historische gebeurtenis is. Het is een uitdrukking van de kloof tussen de syndicale basis en de sociaaldemocratie. Wat ook de samenstelling van de volgende regering zal zijn, het besparingsbeleid zal opgevoerd worden en zal de spanningen tussen vakbondsbasis en sociaaldemocratie versterken. Figuren als Hollande of Di Rupo hebben geen enkel antwoord op de crisis, er is immers geen marge voor zelfs een beperkt neo-Keynesiaans of neo-reformistisch programma. Er is nood aan een radicaal investeringsplan waarbij publieke middelen worden ingezet om te antwoorden op de talrijke sociale noden (op vlak van huisvesting, onderwijs, werk, gezondheidszorg,…). Dat vereist de nationalisatie van de banken en de sleutelsectoren van de economie.
Hierop legde Anja uit dat LSP voorstelt om de campagne rond het pamflet van Charleroi te combineren met een tweede bijeenkomst in Charleroi in oktober na een nationale campagne in de bedrijven om van die bijeenkomst een nog groter succes te maken. Verandering kan er enkel komen op basis van arbeidersstrijd, maar het bekomen van linkse verkozenen in de parlementen in 2014 zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren om linkse ideeën een bredere ingang te doen vinden, het klassenbewustzijn te ontwikkelen en een stem te geven aan onze strijd. De PVDA is momenteel op electoraal vlak het beste gepositioneerd. Dat is waarom LSP aan de volledige linkerzijde voorstelt om in 2014 samen naar de verkiezingen te trekken, bijvoorbeeld onder de vorm van lijsten met de naam ‘PVDA-Eenheid’ of iets dergelijk, waarbij de lijsten zodanig samengesteld zijn dat alle politieke organisaties gemotiveerd zijn om ervoor te gaan en waarbij een goede coördinatie samengaat met de vrijheid van iedere deelnemende organisatie om eigen politiek materiaal te verspreiden en de redenen voor de deelname aan zulke lijsten naar voor te brengen.
Tenslotte volgden de sprekers van de Mouvement de Gauche, de beweging rond Bernard Westphael die uit Ecolo is gestapt, en van Rood!, de socialistische beweging waar ook LSP aan meewerkt. Tal van aanwezigen uit de zaal kwamen tussen om hun steun aan de oproep van Charleroi te betuigen en voor een uitbreiding van het initiatief te pleiten. Er werd onder meer tussen gekomen door militanten en delegees van BBTK en LBC uit Brussel, alsook door leden van Europese linkerzijde zoals Maïté Mola (Izquerdia Unida, vice-voorzitster van Europees Links, een overkoepeling van linkse partijen in Europa) en Giorgos Karatsioubanis (voorzitter van Syriza België). Er werd ook opgemerkt dat het jammer was dat de PVDA de uitnodiging voor dit debat had afgewezen.
De syndicale sprekers stelden ter afsluiting van het debat voor om een volgende bijeenkomst in Brussel meer te richten op vakbondsmilitanten. Er werd ook een oproep gedaan aan alle aanwezigen en alle organisaties om de oproep van Charleroi actief te ondersteunen en te laten slagen. Het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen en de CNE steken met die oproep immers hun nek uit.
- Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014
-
Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014
Bij deze vinden jullie een voorstel van de Linkse Socialistische Partij (LSP) aan iedereen die de strijd tegen de sociale afbraak wil aangaan. Wij doen dit na intern beraad en in overleg met onze partners in Gauches Communes, Rood! en Front de Gauche Charleroi. We hopen hiermee te vermijden dat links in gespreide orde naar de verkiezingen van 25 mei 2014 trekt. Het resultaat van deze verkiezingen zal de hardheid van de sociale afbraak mee bepalen maar ook de weerbaarheid van de arbeiders en hun gezinnen.
We zijn ons bewust van de diversiteit binnen links, van de gegrondheid van historische meningsverschillen, van verschillen qua analyse, strategie, tactiek en programma en van de wisselende krachtsverhoudingen die we niet zomaar terzijde willen schuiven. Alle proporties in acht genomen, willen we een Grieks scenario vermijden, waar rechts aan zet blijft door de verdeeldheid van links. We denken dat één of meer linkse verkozenen in 2014 niet uitgesloten is. Het zou een lichtpunt zijn in verkiezingen die gedomineerd zullen worden door een discours van harde bezuinigingen, een aanzienlijke versterking kunnen betekenen voor heel links, maar ook en vooral voor de arbeidersbeweging. Zelfs het behalen van één verkozene zal een aanzienlijke inspanning vergen. Dit voorstel kan, in wederzijds respect voor eenieders verwezenlijkingen en rekening houdend met de krachtsverhoudingen tussen de verschillende componenten, de krachten bundelen om deze kans niet door onze vingers te laten glippen. Aan: FGTB Charleroi, CNE, PVDA/PTB, ROOD!, LCR/SAP, Mouvement de Gauche, Parti Communiste, Parti Humaniste, Gauches Communes Bruxelles, Front de Gauche Charleroi, Véga, Socialisme 21, LEEF!, LCT, LO, GCT, Vonk en iedereen die wil strijden tegen het besparingsbeleid.
Beste,
Vele duizenden gezinnen werden sinds het begin van de crisis in 2008 reeds getroffen door de forse toename aan herstructureringen, afdankingen en bedrijfssluitingen. Groeiende werkloosheid en onzekerheid worden door de patroons aangegrepen om de lonen onder druk te zetten, de flexibiliteit op te drijven, de arbeidscondities te ondermijnen en de arbeidscontracten uit te hollen. Maar een uitweg uit de crisis is nog lang niet in zicht. Zelfs volgens de meest optimistische prognoses zal de crisis nog 5 jaar aanslepen.
De vorming van een regering na de langste politieke crisis uit de Belgische geschiedenis heeft dit proces van afbraak nog versneld en er een dimensie aan toegevoegd. Het besparingsbeleid is sindsdien een echte bezuinigingsgolf geworden. Werklozen worden opgejaagd, uitstapmogelijkheden ingeperkt en de werkelijke pensioenleeftijd opgetrokken. Net op een moment dat de behoefte aan openbare dienstverlening toeneemt, worden de publieke uitgaven teruggedraaid. Wachtlijsten worden niet weggewerkt, maar talrijker en langer. Het bezuinigingsbeleid komt van alle kanten, van het federale niveau over de sociale zekerheid, inclusief de gezondheidszorg, tot het regionale niveau en de lokale overheden.
De neoliberale transfer van arm naar rijk gaat versneld verder
Alle middelen, zowel in de privésectoren als bij de overheden, worden ingezet om de economie drijvend te houden. Volgens de smalle toplaag van de maatschappij kan dit enkel door een overdracht van gemeenschapsmiddelen naar private “investeerders” en meer algemeen een transfer van arm naar rijk. Bankiers en speculanten worden miljarden toegeschoven. Bedrijven, de grootste eerst, genieten van fiscale gunstregimes. Intussen worden royaal dividenden uitgekeerd, genieten bedrijfsleiders nog steeds van toplonen en bonussen en worden massale sommen zwart of grijs geld versluisd naar exotische belastingparadijzen. Dit alles weerhoudt zelfs SP.a voorzitter BrunoTobback er niet van op 1 mei te pleiten voor alweer een verlaging van de loonkosten.
Die politieke keuze wordt er ingehamerd met een enorm propagandaoffensief in de commerciële en publieke massamedia. Ons wordt een gevoel van onmacht aangepraat. Wat vermag een klein landje als België tegen een internationale trend? Een ommekeer zou enkel op Europees niveau mogelijk zijn en dat terwijl de Unie en haar instellingen aan het hoofd staan van een Europese machine van sociale afbraak. Er is verzet, heel veel zelfs, maar helaas te dikwijls symbolisch en vooral in gespreide orde. Dit creëert ruimte voor een politiek van verdeel en heers, handig uitgebuit door allerlei rechtse nationalistische en/of populistische formaties die voor een nog harder beleid van sociale afbraak staan.
Alle traditionele partijen verdedigen de neoliberale eenheidsworst
De toplaag van de maatschappij en haar spreekbuizen stellen het besparingsbeleid, de afbouw van overheidsschuld en de ontmanteling van de sociale bescherming voor als een objectieve noodzaak, een technische, zoniet wetenschappelijke waarheid, waaraan niet te ontkomen valt. Het beleid van de Europese instellingen en van rechtse politici zou niet langer een politieke keuze zijn, maar noodzakelijk om een veranderende wereld tegemoet te treden. Wie nog niet alles wil prijsgeven, wordt afgeleid naar het minste kwaad. De officiële “linkse” partijen en politici willen uiteindelijk hetzelfde bereiken, niet zoals hun officieel rechtse tegenhangers via openlijke confrontatie, maar verborgen achter een rookgordijn van sociaal overleg.
De regering zal trachten nieuwe harde maatregelen uit te stellen tot na de verkiezingen van 2014. De PS doet opnieuw beroep op de Socialistische Gemeenschappelijke Actie. SP.a pakt uit met strijd tegen fiscale fraude en gebruikerscoöperatieven, de CD&V-top maakt weer plaats voor 3 ACW-kopstukken en Ecolo heeft het over eco-keynesianisme. Ze hopen daarmee een deel van het verloren electoraat terug te winnen. Het is echter niet meer dan verkiezingsretoriek. Of ze daar tot de verkiezingsdatum mee wegkomen, is niet helemaal zeker. Het VBO en andere patroonsorganisaties, de Europese Commissie en rechtse politici drijven de druk op. De sluiting van een belangrijk bedrijf kan de agenda doorkruisen. Bovendien komen binnenkort zowel de uitgestelde dossiers over het éénheidsstatuut, als dat over de financieringswet en de begroting 2014 samen.
Vast staat echter dat de besparingspolitiek na de verkiezingen fors opgedreven wordt. Met de N-VA indien nodig, om de kracht van verandering te laten voelen, maar zelfs zonder de N-VA om hen zogezegd de wind uit de zeilen te nemen. Dit op voorwaarde dat de drie historische politieke families er nog in slagen een meerderheid bijeen te sprokkelen. Binnen het ABVV en het ACV staat in een aantal gewesten en centrales de band tussen de vakbond en de traditionele partijen onder druk. Na de verkiezingen zal die druk verder toenemen. Niet voor niets werd op 27 april in Charleroi zowel door het ABVV-gewest Charleroi- Zuid Henegouwen als door de franstalige bediendencentrale CNE van het ACV gepleit voor een nieuw politiek relais. LSP ijvert al jaren voor een nieuwe arbeiderspartij die iedereen verenigt die de besparingspolitiek wil bestrijden. We weten echter dat de PVDA daar niet akkoord mee is en gezien haar gewicht in het debat, doen we een concreet voorstel dat daar rekening mee houdt.
Een sterke, politieke stem voor het verzet is nodig
Een belangrijke factor in het ondermijnen van verzet is het totale gebrek aan publiek debat over een echt alternatief. Zelfs slachtoffers van de sociale afbraak herhalen daardoor, tegen beter weten in, de mantra’s dat we met zijn allen wat langer moeten werken en dat de lasten op arbeid te hoog zijn. Concrete ervaring heeft aangetoond dat de parlementen geen instrumenten zijn voor maatschappelijke verandering, dat alle grote verworvenheden van de arbeidersbeweging zijn afgedwongen door sociale strijd. Verkozenen kunnen echter, ondanks die beperkingen, een belangrijk klankbord zijn voor sociale actie. Een of enkele stemmen die een ander geluid laten horen, kunnen de interesse voor linkse ideeën en het klassenbewustzijn voeden, een hulpmiddel zijn voor het versterken van sociale strijd, en een maatschappij gebaseerd op solidariteit tegenover de maatschappij gebaseerd op concurrentie stellen.
LSP heeft belangrijke meningsverschillen met de PVDA, niet alleen over historische inschattingen, maar ook over de huidige analyse, de vereiste tactieken en het programma dat eraan beantwoordt. Wij kennen het programma van de PVDA en het zou ons sterk verbazen indien dat omgekeerd niet het geval was. We denken niettemin dat de PVDA het best geplaatst is om de ruimte op links gedeeltelijk te benutten. Zonder de jarenlang volgehouden militante inzet en de belangrijke inplanting in een aantal wijken en bedrijven te willen minimaliseren, was de koerswijziging naar meer openheid een belangrijke factor in de groei van de PVDA qua leden en kiezers. Veel nieuwe leden en kiezers willen deze ontwikkeling aanmoedigen en verdiepen. Andere geïnteresseerden wachten nog steeds af of deze ontwikkeling zich doorzet. Dat is niet vrijblijvend. In de politiek bestaat er niet zoiets als automatische herkansingen. Als men het moment voorbij laat trekken, kan het jaren duren vooraleer een nieuwe kans zich voordoet.
Maar wat geldt voor de PVDA, is ook van toepassing voor andere linkse formaties. Zij kunnen, door mee hun schouders te zetten onder een gemeenschappelijk project, helpen de afstand te overbruggen naar een eerste parlementair verkozene op een linkse lijst. Ze helpen daarmee niet alleen de PVDA, maar de linkerzijde en de arbeidersbeweging in haar geheel. Die kans missen, zal niet alleen op de PVDA afstralen, maar op iedere component van links en de arbeidersbeweging in haar geheel. We begrijpen dat de PVDA geen duiventil wil, niet in een avontuur wil stappen en haar naam wil behouden. Tegelijk bestaan er naast de PVDA talloze georganiseerde en ongeorganiseerde militanten die eveneens beschikken over een niet-verwaarloosbare inplanting. We denken dat geen enkele andere formatie met recht kan opeisen dat haar naam naast die van de PVDA moet verschijnen als lijstnaam. Maar het zou evenmin aanvaardbaar zijn als ze allen genoegen moeten nemen met een plusteken.
Daarom dit voorstel: bij de verkiezingen van 25/05/2014 worden er lijsten ingediend onder de noemer “PVDA – eenheid” of “PVDA+ eenheid” of iets dergelijks. De vrijheid voor elke component om in eigen naam eigen materiaal te verspreiden en haar deelname aan de lijsten toe te lichten. Een lijstvorming waarbij iedere component gemotiveerd wordt om dynamisch campagne te voeren. Regelmatig overleg op nationaal en lokaal vlak zodat we elkaar niet voor de voeten lopen. Wij denken dat dit een redelijk voorstel is dat op zijn minst de discussie waard is.
Kameraadschappelijke groeten,
het Uitvoerend Bureau van LSP
-
“Samen bouwen aan een links alternatief op de kapitalistische crisis”
Een van de militanten die een korte getuigenis bracht bij de opening van de dag, een militant van de CNE (tegenhanger van LBC) in de non-profit, verklaarde aan de zowat 400 aanwezigen: “Dit is geen bijeenkomst van wie links van de linkerzijde staat maar van wie links van de rechterzijde staat.” Het enthousiasme op de bijeenkomst in Charleroi bevestigde de roep naar een gezamenlijke opbouw van een politiek verlengstuk tegenover de besparingspartijen – PS en Ecolo inbegrepen – met en rond de vakbondsbasis.
- DOSSIER. Voor een politieke vertegenwoordiging van de arbeidersstrijd!
- Oproep van Charleroi
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
De Franstalige media over de bijeenkomst in Charleroi
- [VIDEO] RTL: Près de 400 personnes se sont réunies à Charleroi suite à un appel de la FGTB
- Article de Sudinfo.be
- LaLibre.be : “Paul, regarde-nous, la vraie gauche est en marche”
- RTBF.be : Réunion pour une alternative de gauche à Charleroi
- Lesoir.be : La FGTB Hainaut prend ses distances avec le PS
- 7sur7.be : “Paul, regarde-nous, la vraie gauche est en marche”
[/box]
Er was een goede aanwezigheid op deze eerste dag als gevolg van de oproep die op 1 mei 2012 werd gedaan door het ABVV-Gewest Charleroi en Zuid-Henegouwen en nadien werd vervoegd door de bediendencentrale van het ACV, de CNE. Op de bijeenkomst waren er heel wat militanten van het ABVV en de CNE, maar ook van de PVDA, Parti Communiste, LSP, LCR/SAP, Mouvement de Gauche,… Het was een goede gelegenheid om de oproep kracht bij te zetten in de aanloop naar 1 mei 2013. De bijeenkomst was een belangrijke stap vooruit en het vestigt de aandacht op een centraal discussiepunt in de arbeidersbeweging, die over de politieke vertegenwoordiging van onze strijd.
De dag verliep in drie delen. Na een inleiding door Daniel Piron (Regionaal Secretaris van ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen) en door Isabelle Vanschoor (secretaris van CNE Henegouwen), volgden drie getuigenissen van basismilitanten. Het ging om een delegee uit de non-profit van de CNE, een militante van de werklozenwerking van het ABVV en tenslotte een spoordelegee van de ACOD. Hierna werden de aanwezigen opgedeeld in vijf werkgroepen waar iedereen aan de discussie kon deelnemen op basis van twee vragen: welke terreinen hebben de traditionele zogenaamd linkse partijen verlaten en moeten we opnieuw innemen? En: welk vervolg moet er komen op deze eerste dag van ontmoeting en reflectie? Nadien volgde een algemeen verslag van de werkgroepen door Isabelle Vanschoor en Daniel Piron. Op de eerste vraag was het antwoord vrij eenvoudig: de gevestigde partijen hebben alle terreinen verlaten om de logica en het beheer van het kapitalisme en de winsthonger volledig te omarmen. De PS probeert zich ‘links’ voor te stellen, afgelopen zondag deed de partij dat nog op haar congres. Maar de echte rol van de partij is ondertussen klaar en duidelijk. Rond de tweede vraag moet er nog veel geconcretiseerd worden maar centrale elementen die naar voor kwamen, waren de nood aan een radicaal programma en een “aanwezigheid in het debat bij de verkiezingen van 2014”. Er was een grote wil om vooruit te gaan en ervoor te zorgen dat het niet bij een eenmalig evenement blijft, maar dat deze bijeenkomst een stap in het proces zou vormen.
Aan de inkom beschikten alle politieke organisaties over een infostand die bijna letterlijk overrompeld werd door aanwezigen die wilden weten op welke manier en met hoeveel energie de verschillende partijen het initiatief willen ondersteunen. Aan de stands waren de discussies net zoals tijdens de werkgroepen erg openhartig en kameraadschappelijk.
Zoals we schreven in het LSP-pamflet dat in Charleroi werd uitgedeeld: “De discussies zijn nog maar begonnen. De verschillende syndicale organisaties, politieke groepen of verenigingen, voeren het debat op een verschillend ritme, maar we hopen toch dat het geen eeuwigheid zal duren. Deze verklaring en deze meeting kunnen niet zonder vervolg blijven. Laat ons vanaf morgen verder gaan met de discussie in de bedrijven en op de activiteiten van 1 mei. Laat ons een volgende bijeenkomst, een grotere en meer publieke meeting, plannen in de herfst. Laat ons de mobilisatie en de betrokkenheid van de basis verderzetten, want het is daar dat de dringendheid van dit alternatief het sterkst wordt aangevoeld.”
-
VOOR EEN POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN DE ARBEIDERSSTRIJD!
“Samen een links alternatief bouwen op de kapitalistische crisis”. Dat is het onderwerp van een belangrijke meeting in Charleroi op 27 april. Het is het vervolg op de gedurfde toespraak van Daniel Piron, algemeen secretaris van FGTB-Charleroi-Sud Hainaut, vorig jaar op 1 mei.(1) Daarin stelde hij vast dat “PS en Ecolo de eisen van de werkende bevolking niet langer vertalen”. Hij riep op tot “een bundeling van de krachten links van deze partijen om de hoop en de waardigheid van de werkende bevolking te herstellen.” De meeting in Charleroi is een gezamenlijk initiatief van FGTB Charleroi-Sud Hainaut, CNE Hainaut en zowat alle consequente linkse partijen en groeperingen.(2)
Dossier door Eric Byl uit de mei-editie van ‘De Linkse Socialist’
De toespraak van Piron was geen persoonlijke oprisping, maar het resultaat van rijp overleg met alle centrales van het gewest op basis van discussies met de militanten. Bij de militanten werd ze warm onthaald. Aan de apparaten van de PS, van Ecolo en wellicht ook aan delen van de vakbonden bezorgde ze koude rillingen. De pers, die dergelijke verklaringen doorgaans negeert, was wel verplicht er ruchtbaarheid aan te geven. Piron vertegenwoordigt immers een gewest met 110.000 leden en een sterke traditie. Rechtse en patronale kringen doen wat neerbuigend en hopen wellicht dat het allemaal overwaait, maar het zou ons sterk verbazen dat ze het initiatief niet aandachtig in het oog houden.
De secretarissen van het FGTB-gewest hadden een gemakkelijker weg kunnen kiezen. Zoals zovelen, hadden ze hun schouders kunnen ophalen en wachten tot iemand anders de kastanjes uit het vuur haalde. Er is altijd wel een reden om te stellen dat het te vroeg of te laat is. Ofwel zijn de mensen er niet rijp voor of de andere gewesten volgen niet of het is aan politici om het initiatief te nemen etc. Ze hebben echter gehandeld zoals ze dat van hun beste militanten gewoon zijn. Actie is altijd een risico. Is de patroon niet uit op provocatie? Zal de achterban wel volgen? Zijn de andere vakbonden mee? Loopt men niet het risico zich te isoleren en bloot te stellen aan represailles? Dat zijn terechte afwegingen, waar men niet lichtzinnig aan voorbij mag. Maar wie nooit iets onderneemt, is bij voorbaat verloren.
Wat volgde, was een periode van maanden waarin het terrein werd afgetast, interviews werden verleend en aan debatten deelgenomen werd. Uiteindelijk werd vanaf januari samen gekomen met vertegenwoordigers van de consequente linkse partijen om hun reactie in te schatten en hun voorstellen te overwegen. Van bij het begin maakten de secretarissen duidelijk dat ze niet wilden overhaasten, dat ze geen herhaling wensten van Gauches Unie (3) of wie dan ook onder druk wilden zetten, maar streefden naar een consensus. Maar ze wezen wel op de dringendheid. Hun kop uitsteken, dat hadden ze al gedaan op 1 mei 2012. Ze verwachtten duidelijk een volgende stap, die rekening houdt met de moeilijkheden en de gevoeligheden, maar toch beantwoordt aan de dringendheid.
Dat is hoe we uiteindelijk aanbelandden bij deze meeting, waar de kwestie van een politieke vertegenwoordiging zonder omwegen zal voorgelegd worden aan enkele honderden militanten. Waar militanten van andere vakbonden, andere centrales en gewesten, die misschien nog twijfelen, mee de sfeer kunnen opsnuiven vooraleer ze de sprong wagen. Waar consequente linkse partijen en groeperingen niet alleen hun opinie kunnen delen, maar vooral kunnen komen inschatten hoe de syndicale achterban daarover denkt. Waar tenslotte, en dat is waarom 27 april werd uitgekozen, de basis kan gelegd worden om met de militanten op de talloze 1 mei activiteiten in heel het land, in discussie te treden over die cruciale kwestie.
De Belgische arbeidersbeweging heeft historisch fors geleden onder de talloze verdeel-en-heersmechanismen die de burgerij in ons systeem heeft ingebouwd, vooral die op basis van taal en religie. Maar bij de gewestelijke secretarissen was er gelukkig geen spoor van regionalistische illusies te bespeuren. Vlaamse militanten zijn meer dan welkom, niet als toeschouwers uit een ander landsgedeelte, maar als noodzakelijke bondgenoten. Als het initiatief verder uitbreiding vindt, zullen we daarvoor nog moeten oppassen. Bovendien zal de christelijke bediendenbond CNE plaats nemen op de tribune naast FGTB Charleroi-Sud Hainaut. De uitspraken van haar algemeen secretaris Felipe van Keirsbilck worden wel degelijk gedragen door zijn achterban, ook al geeft het CNE, goed voor 170.000 leden, grif toe dat de discussie met haar militanten nog niet zo ver gevorderd is als in het FGTB-gewest.
Dit verklaart waarom geopteerd werd voor een interne mobilisatie van enkele honderden militanten en nog niet voor een brede publieke mobilisatie met talloze pamfletten in de bedrijven en op publieke plaatsen. Dat volgt hopelijk nog. Tegenstanders van de oproep zullen uiteraard alle zwakheden uitvergroten. Onder de titel “linkse bedreiging voor de PS en Ecolo” wijst het Franstalig magazine Le Vif erop dat “Piron en de zijnen geconfronteerd zijn met een behoorlijk probleem: hun isolement in de socialistische vakbond.” Fijntjes wordt aangehaald dat de CNE uitsluit openlijk op te roepen voor een lijst in 2014. “Onze statuten verbieden ons politieke vrienden te hebben”, citeert het Van Keirsbilck. Maar Van Keirsbilck voegt er wel aan toe dat de verkozenen die binnenkort het Europees verdrag zullen tekenen “ons vertrouwen niet zullen hebben in 2014. In het stemhokje zal dat al een pak kandidaten elimineren.”
Dat er nog een lange weg af te leggen is, zal niemand ontkennen, zeker de initiatiefnemers niet. De kwestie van een gezamenlijke lijst in 2014 is trouwens niet aan de orde. Maar er is wel een reden waarom Le Vif hierover moet schrijven, en waarom ook andere media dit niet in de doofpot kunnen stoppen: dat een volledig gewest van het FGTB en een centrale van het CSC die gezamenlijk 280.000 leden tellen, zich zo expliciet uitspreken voor een links alternatief, is een absolute primeur. Dat zal niet zomaar verdwijnen, het drukt de groeiende kloof uit tussen de vakbondsbasis en hun traditionele politieke partners, een kloof die de komende maanden en jaren enkel zal verdiepen.
Vier vragen om te beantwoorden
WAT ZOU ER GEBEUREN ALS ER GEEN LINKS ALTERNATIEF KOMT?
In zijn toespraak op 1 mei 2012 zei Daniel Piron dat de militanten de toverspreuk “zonder ons zou het nog erger zijn” beledigend vinden voor hun beoordelingsvermogen. Hij citeerde PS’er Jean-Claude Van Cauwenberghe die de stakers van Splintex destijds “een zwarte smet op de kaart van Wallonië” noemde. Lange tijd heeft de PS zich kunnen verschuilen achter “rechts Vlaanderen” en zich opwerpen als oppositie binnen de regering. Daaraan is een einde gekomen. Als premier zette Di Rupo het zwaarste besparingsplan in de stijgers dat ooit doorgevoerd werd in België.
Is dit het einde van “het minste kwaad”? Nog steeds zullen heel wat arbeiders met de knijper op de neus PS stemmen, ook al bij gebrek aan een voldoende uitgebouwd alternatief. Ver hoeven we echter niet te lopen om een idee te krijgen van het scenario dat ook Wallonië en Brussel wacht als er geen links alternatief voor handen is. Veel sneller dan de zusterpartij in Franstalig België, heeft de Vlaamse SP.a komaf gemaakt met haar “socialistisch” verleden en haar traditionele achterban. Van de volkshuizen, het rijke verenigingsleven, de druk bijgewoonde partijvergaderingen en de kritische jongerenafdelingen blijft nauwelijks wat overeind. Bij sociale conflicten vinden arbeiders de SP.a doorgaans aan de andere kant van de barricades.
Toch blijft het ABVV-apparaat de militanten bij elke verkiezing de weg van die partij uitsturen. SP.a-minister voor Werk, Monica De Coninck bedankt het ABVV daarvoor als volgt: “Zodra er wordt onderhandeld over een interprofessioneel akkoord, is er altijd wel iets waar ze niet mee kunnen leven”.(4) Bruno Tobback, SP.a-voorzitter: “Het ABVV heeft geen cultuur om moeilijke zaken uit te leggen. Je kunt niet het behoud van de index eisen en tegelijkertijd verwachten dat er marge overblijft voor loonsverhoging.”(5) De bewering dat het met de anderen nog erger zou zijn, is intussen tot op de draad versleten.
De besparingspolitiek ontwapent de militanten bij de leden. Die kijken bij gebrek aan ernstig alternatief steeds meer in de richting van de meest zichtbare oppositie, zelfs al is die populistisch en economisch rechts zoals de N-VA. In 2010 stemde nog maar 32% van de ABVV leden voor de SP.a, tegen 22% voor de N-VA en 19% voor het Vlaams Belang! Met het ACV is het niet beter gesteld: 27% stemde CD&V, 31% N-VA en 13,5% Vlaams Belang.(6)
EEN VAKBONDSPARTIJ?
De Gentse professor Jan Blommaert schreef in maart: “Waarom geen vakbondspartij?”(7) “Een Partij van de Solidariteit, of van de Sociale Actie, zou best wel wat harten sneller doen kloppen, ook in het stemhokje… Ze zou plots sociaaleconomische thema’s op de agenda plaatsen, en niet in de marge van de debatten maar in het centrum ervan. … De idee van een vakbondspartij komt uit vakbondsmiddens zelf, ik geef dat even mee. Ik pikte ‘m op in discussies met vakbondsmensen. Hoe meer ik er over nadenk, hoe logischer en belangrijker het me lijkt. Als vakbonden hun historische rol ernstig nemen, en hun beginselen eveneens, dan moeten ze deze stap nu zetten. Ze kunnen de machtsvraag in een crisis met een diepgang en impact zoals deze niet uit de weg blijven gaan.”
Blommaert maakt daar een zeer belangrijk punt. Wie zal zijn nek uitsteken? Hij gaat ervan uit dat het dé vakbonden moeten zijn. Graag hadden we de gezamenlijke oproep van de initiatiefnemers op 27 april hier gepubliceerd, maar dat zou teveel plaats innemen. Daarvoor verwijzen we de lezer naar onze website.(8) De oproep herhaalt de vaststelling van 1 mei vorig jaar en bevestigt de actualiteit ervan. Maar hij stelt ook “We moeten dit kapitalistische systeem naar de prullenbak van de geschiedenis verwijzen. Het systeem kan niet hervormd worden. Het moet weg. Het volstaat niet om dit te verklaren vanop deze tribune. We hebben er de middelen voor nodig en een politiek verlengstuk waarmee we onze doelstelling kunnen concretiseren.” Als we daarvoor op dé vakbondsleiding moeten rekenen, dan wacht ons nog een lange lijdensweg.
ANTI-KAPITALISTISCH?
LSP is het eens met de oproep. Wij staan voor een economie gebaseerd op solidariteit, niet op concurrentie. Dat vereist de nationalisatie van de sleutelsectoren, van het financiewezen, transport, energie en ook onderwijs en gezondheidszorg. En verder van de bedrijven die bedreigd worden met sluiting of herstructurering zoals Ford, ArcelorMittal, Caterpillar, NLMK etc. Niet met een manager als Didier Bellens of Johnny Thys aan de top, die het runt als een privébedrijf, maar onder controle van de werknemers en de gemeenschap. Pas dan kunnen we de economie echt democratisch plannen in functie van onze behoeften en niet van de winsten van een handvol kapitalisten die er offshore mee verdwijnen.
We zullen ons programma verdedigen, ook binnen een nog te vormen politiek verlengstuk. Maar als we daar voorlopig niet iedereen kunnen van overtuigen, dan zal ons dat niet stoppen om deel te nemen aan een minder expliciet “anti-kapitalistisch” of “links socialistisch” initiatief. Zolang maar ingegaan wordt tegen elke besparing ten koste van de werknemers of de uitkeringsgerechtigden. Zolang het volledig herstel van de index en welvaartsvastheid van uitkeringen er maar deel van uitmaken. Zolang men maar een algemene verkorting van de werktijd zonder loonverlies voorop stelt als middel om de werkloosheid te bestrijden. Zolang men maar een punt maakt van de verdediging van de openbare diensten.
Volgens de huidige politici kan men ideeën slechts realiseren door aan de macht deel te nemen. Dat is verkeerd, zowel feitelijk als historisch. Alle grote verwezenlijkingen werden afgedwongen door een krachtsverhouding uit te bouwen in strijd. Een écht links alternatief zoekt haar bondgenoten niet in rechtse coalitiepartners die haar meesleuren in de besparingspolitiek, maar in de bedrijven en op straat. We moeten breken met de politiek van besparingscoalities en integendeel bouwen aan een strijdpartij!
SYNDICALE ONAFHANKELIJKHEID?
We begrijpen de vakbondsmilitanten die op de syndicale onafhankelijkheid staan. Vandaag zijn onze vakbondsleiders immers doorgaans meer een transmissieriem voor standpunten van de “politieke vrienden” in de vakbond, dan andersom. Maar het zijn wel de vakbondsleiders, en dan vooral de linkse, die in een zeldzame positie zitten om faciliteiten te bieden, organisatorisch en financieel en vooral door hun delegees en leden te betrekken om zo’n initiatief vorm te laten nemen. En waarom niet door zelf mee op de eerste rij te staan?
We mogen onszelf niets wijsmaken. In vakbondsvormingen wijzen we er onze nieuwe militanten op dat er in onze klassenmaatschappij drie zaken niet bestaan: objectiviteit, neutraliteit en onafhankelijkheid. Syndicale onafhankelijkheid geldt trouwens niet voor de rechtse vakbondsleiders, als het er om gaat om samen te hokken met zij die mee op de eerste rij staan om onze verworvenheden af te breken. Laat het dan ook niet onze syndicale onafhankelijkheid zijn die ons tegenhoudt om een echt alternatief links van PS en Ecolo op poten te zetten. Naast linkse delegees, hebben ook linkse secretarissen en voorzitters in welke vakbond of centrale dan ook, hier een verantwoordelijkheid in.
Om te vermijden dat een echt links alternatief dezelfde weg op gaat van de traditionele politieke partners, hebben we in de eerste plaats democratie nodig, zowel binnen dat links alternatief als binnen onze vakbonden. Dat betekent onder meer dat wie verkozen is, verantwoording moet afleggen en desnoods teruggeroepen en vervangen moet kunnen worden. Het betekent ook dat wie verkozen is, net zoals onze duizenden delegees en militanten in de bedrijven, niet meer moet verdienen dan het gemiddeld loon van diegene die hij of zij vertegenwoordigt. Hoe kan men immers werknemers vertegenwoordigen, als men qua levensstandaard mijlenver verwijderd is van de condities waarin zij moeten leven en werken.
Linkse initiatieven
De oproep van Piron is niet de eerste in die zin. Het dateert niet van vandaag dat de sociaaldemocratie en de groenen zich gedragen als loyale uitvoerders van de politiek van sociale afbraak. Het verzet tegen het Globaal Plan in 1993 leidde al tot de oprichting van Gauches Unie. In 1994 ontstond in Antwerpen de Beweging voor Sociale Vernieuwing. Voor de Europese verkiezingen van 1999 verzamelde Roberto D’Orazio radicaal links op een Europese lijst onder de naam Debout! Maar dat was in de nasleep van de val van de Muur van Berlijn en het stalinisme dat verkeerdelijk werd voorgesteld als “socialisme”. Het ging bovendien gepaard met economische groei in het Westen en de illusie dat het kapitalisme uiteindelijk iedereen zou optillen tot het westers welvaartsniveau. We weten nu wat daarvan aan was.
Sindsdien nam LSP deel aan zowat iedere poging om te komen tot een nieuwe, brede, inclusieve en pluralistische vereniging van links. De meest recente? Het Comité voor een Andere Politiek, ontstaan na de strijd tegen het generatiepact, Rood met voormalig SP.a-kandidaat-voorzitter Erik De Bruyn, Front de Gauche in Charleroi en La Louvière, Front des Gauches en later Gauche Communes in Brussel en ook VEGA in Luik. Was dat verkeerd? We denken het niet, we hebben er enorm veel uit geleerd en hebben nooit nagelaten om tegelijk LSP uit te bouwen.
Maar hoe juist een idee ook mag zijn, het vergt concrete gebeurtenissen vooraleer het opgenomen wordt door bredere groepen in de maatschappij. Het bewustzijn loopt nu eenmaal achter op de materiële omstandigheden om het dan, op basis van concrete gebeurtenissen, in schokken in te lopen. Denk maar aan de revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. We denken dat het geen toeval is dat drie tot vier jaar na het begin van de grootste crisis van het kapitalisme sinds de jaren 1930, een belangrijk gewest van het ABVV en een belangrijke centrale van het ACV de nood aan een nieuwe linkse formatie zo uitdrukkelijk op de agenda plaatsen.
LSP en PvdA+
LSP wil niets afbieden op de verdienste van de PvdA. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen heeft die 53 verkozenen behaald. Dat werd voorbereid met een jarenlang volgehouden militante inzet, een belangrijke inplanting in de wijken en de bedrijven, en een slimme mediastrategie. De PvdA is de meest zichtbare component van consequent links. Maar een belangrijke factor in de groei van de PvdA, zowel qua leden als qua kiezers, was de koerswijziging in 2008 naar meer openheid. Het is daardoor dat de PvdA een fractie van het publiek voor een verenigde consequent linkse formatie kon aanboren.
Veel nieuwe leden en nog meer nieuwe kiezers van de PvdA , hebben hun keuze mee laten bepalen door die zichtbare tekenen van meer openheid, niet om daar nu een einde aan te stellen, maar juist om die ontwikkeling aan te moedigen en verder te zetten. Naast de PvdA zijn er talloze politiek georganiseerde en ongeorganiseerde militanten met eveneens een belangrijke inplanting. De logische volgende stap is om ook die te betrekken en het potentieel maximaal te benutten. LSP begrijpt de voorzichtigheid van de PvdA, haar vrees om in een avontuur te stappen en haar absolute wil om haar naam niet te grabbel te gooien, maar dit potentieel onbenut laten zou wel eens een omgekeerd effect kunnen hebben. LSP heeft eerder al een pilootproject gesuggereerd aan de PvdA en de andere consequent linkse partijen en groeperingen. We blijven bereid om daar samen over na te denken.
Noten
- http://jeunesfgtbcharleroi.wordpress.com/2012/05/03/discours-de-daniel-piron-secretaire-regional-de-la-fgtb-charleroi-1er-mai-2012/
- PvdA-PTB, Rood, Mouvement de Gauche, Front de Gauche Charleroi, Parti Communiste, Parti Humaniste, LCT, LCR-SAP, LSP-PSL
- Zie kader
- Humo 19 februari 2013
- Het Nieuwblad 21 februari 2013
- Op basis van verkiezingsonderzoek aan de KUL in 2010
- https://jmeblommaert.wordpress.com/2013/03/19/waarom-geen-vakbondspartij/
- http://www.socialisme.be/lsp/archief/2013/04/17/charleroi.html
-
Voor een politieke vertegenwoordiging van de arbeidersstrijd!
Meeting in Charleroi voor een alternatief links van de PS en Ecolo
Zaterdag 27 april. 13u30 Géode, Charleroi
Een jaar geleden ging het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen op 1 mei in tegen het besparingsbeleid en werd vastgesteld dat de PS en Ecolo geen politiek relais meer vormden voor de eisen van de werkende bevolking. In zijn toespraak riep de interprofessionele regionale secretaris op tot een politieke eenmaking links van deze partij om zo tegemoet te komen aan de hoop en de waardigheid van de werkenden. Enkele weken later sprak de algemeen secretaris van de CNE (de christelijke bediendenbond) zich in gelijkaardige zin uit. Een aantal syndicale verantwoordelijken deden hetzelfde.
De vaststellingen uit 2012 zijn meer dan ooit actueel. Sinds 2012 is de situatie er voor de werkenden en sociale uitkeringstrekkers niet op verbeterd. Terwijl duizenden jobs verdwijnen of dreigen verloren te gaan – ArcelorMittal, Caterpillar, Ford Genk,…- blijft de regering de jacht op de werklozen en de afbouw van de sociale zekerheid verderzetten. Vrouwen zijn daar de eerste slachtoffers van. De lonen worden bevroren, de index gemanipuleerd, de arbeidstijd geannualiseerd, jongeren komen in onzekere jobs terecht. Naar aanleiding van de begroting 2012 stelde de regionale secretaris van ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen: “Die begroting is in onze ogen asociaal en anti-solidair. Het zijn besparingen om de besparingen. Het gaat om maatregelen die de werkende bevolking treffen, zowel actieven als niet-actieven, de private sector als de openbare diensten. Ondertussen laat men het kapitaal en de grote fortuinen ongemoeid.”
Sinds 2008 werden overal in Europa en de VS banken gered met miljarden van de gemeenschap, waardoor de publieke schulden sterk toenamen. We zijn nu in 2013 en iedere “begrotingscontrole” houdt een nieuwe zoektocht naar miljarden euro in. Geloof je dat de bedrijven en de grote fortuinen iets zullen bijdragen? In Davos blies de premier in januari nog de loftrompet van de notionele intrestaftrek. Hij deed dit voor een select publiek van kapitalisten terwijl hij zich beperkte tot een ‘solidariteits’-tweet met de arbeiders van ArcelorMittal. In 2012 heeft ArcelorMittal nog 118 miljoen euro belastingen minder betaald door die notionele intrestaftrek. Op 1,3 miljard euro winst in 2009 en 2010 werd 0 euro belastingen betaald. Op de vraag wie moet bijdragen voor de Dexia-holding ligt het antwoord voor de hand: de publieke financiën. Op de vraag wie de factuur van de economische recessie en de publieke schulden moet betalen, is het antwoord even voor de hand liggend: de werkende bevolking.
Dit systeem kan niet hervormd worden, het moet weg!
Dat is wat de regionale secretaris van het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen in 2012 stelde. “Hoeveel keer zullen we ons nog laten scheren ? Want, kameraden, daar gaat het om. We moeten dit kapitalistische systeem naar de prullenbak van de geschiedenis verwijzen. Het systeem kan niet hervormd worden. Het moet weg. Het volstaat niet om dit te verklaren vanop deze tribune. We hebben er de middelen voor nodig en een politiek verlengstuk waarmee we onze doelstelling kunnen concretiseren.”
Een nieuw politiek verlengstuk dat bijeenbrengt en gebaseerd is op sociaal verzet dat het versterkt: dat is wat we moeten opbouwen opdat de werkende bevolking opnieuw hoop zou hebben. Sommigen denken dat het mogelijk is om op de PS en Ecolo te ‘wegen’ zodat ze (opnieuw) linkse partijen zouden worden. Het is een illusie. Wij geven er de voorkeur aan om militanten links van de PS en Ecolo uit te nodigen om samen aan een alternatief te bouwen. Er wordt vaak opgeworpen dat het Belgische politieke landschap noodzakelijk tot het vormen van coalities leidt. Daniel Piron antwoordde daar op 1 mei op met de stelling “dat door voortdurend samen te werken, men op den duur zelf uiteenvalt en verwatert. En momenteel is links aan het oplossen in rechts.” Het resultaat is een sociale ramp die vandaag lelijk huis houdt onder de bevolking van Griekenland, Portugal, Spanje, Cyprus en Ierland. Onze ambitie is niet om coalities te vormen en ons te verwateren aan de macht. We moeten ons verzetten en oppositie voeren tot we een alternatief kunnen opleggen dat die naam waardig is.
Voor een links alternatief op de kapitalistische crisis
Het is een illusie te denken dat het kapitalisme kan hervormd worden tot een ‘goed’ kapitalisme van nieuwe groei. We moeten duidelijk zijn: er is nood aan een strategie om een einde te maken aan het kapitalisme en het te vervangen door een ander systeem dat gericht is op de behoeften van de bevolking en het beschermen van onze planeet.
We roepen iedereen die zich in die oproep herkent, alle militanten, alle werkenden, van waar ze ook komen, op om met ons in debat te gaan.
Programma van 27 april
13u30: ontvangst
14u: Opening door Daniël Piron, regionaal secretaris van ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen, en Isabelle Vanschoor, secretaris van CNE Henegouwen.
* Terugblik op de oproep van 1 mei 2012 van het ABVV voor de opbouw van een alternatief links van de PS en Ecolo. Tussentijds bilan.
* In welke mate herkent de CNE zich in de oproep van 1 mei 2012 van het ABVV?14u30. Getuigenissen van delegees: een delegee uit de non-profit, een werkloze, een delegee uit de industrie en een delegee uit de openbare sector.
15u: opdeling van de aanwezigen in werkgroepen met een rapporteur en een animator (uit syndicale hoek). Discussie rond twee grote vragen:
* Welke terreinen hebben de traditionele zogenaamd linkse partijen verlaten en moeten we opnieuw innemen?
* Welk vervolg moet er komen op deze eerste dag van ontmoeting en reflectie?16u: pauze en lunch. In deze pauze zullen de rapporteurs van de werkgroepen samenzitten met D. Piron en I. Vanschoor om een synthese voor te bereiden
17u: Voorstelling van de algemene synthese door D. Piron en I. Vanschoor
17u30: Conclusie en persmoment
> Facebook evenement (in het Frans)
-
Vakbonden moeten breken met gevestigde partijen en hun politiek
De afgelopen weken voerde de N-VA een offensief tegen de christelijke arbeidersbeweging. De neoliberale partij deed dit niet omwille van een strijdbaar programma gekoppeld met acties tegen het casinokapitalisme dat ook door N-VA wordt verdedigd, maar net omwille van het feit dat de leiding van het ACW bijzonder ver is meegestapt in de neoliberale logica. Het was met andere doeleinden, maar de partij van De Wever heeft op een bijzonder zwak punt in de arbeidersbeweging gewezen: het omarmen van het neoliberalisme. Als we de aanval van rechts willen stoppen, zullen we iets aan dat zwakke punt moeten doen.
Artikel uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’
Hypocrisie van N-VA
De aanval van de N-VA is natuurlijk hypocriet. De partij verwijt het ACW betrokkenheid bij financiële speculatie, belangenvermenging en fraude met winstbewijzen. Als werkgevers hun bijdrage aan de gemeenschap zoveel mogelijk beperken, is de N-VA de eerste om dat toe te juichen. Terwijl de Antwerpse diamantsector onder vuur ligt wegens belastingfraude, aarzelt de N-VA niet om de belangen van die sector politiek te verdedigen. Of is N-VA Kamerlid Jan Jambon geen voorzitter meer van de ‘Diamantclub’ die parlementsleden bijeenbrengt om de diamantbelangen te behartigen?
De 100 grootste diamantbedrijven in ons land waren vorig jaar goed voor een omzet van 35,6 miljard euro waarop ze officieel 55 miljoen euro winst maakten en slechts 9,6 miljoen euro belastingen betaalden. Tegen een diamantair loopt een onderzoek wegens een fraude van 3 miljard euro, de diamantair raakt er mogelijk van af met een minnelijke schikking van 150 miljoen euro. Dankzij de politieke vrienden, onder meer van N-VA, is zo’n schikking mogelijk. Hoe geloofwaardig is N-VA om op het ACW te chargeren?
Tenslotte is het opvallend dat de N-VA met haar aanvallen op ACW en Arco niet zegt hoe de 800.000 mensen met een Arco-aandeel, doorgaans kleine spaarders die wat zuur verdiende centjes in zo’n aandeel hadden gestoken, zouden beschermd worden. Dat is ondergeschikt voor het politieke steekspel waarmee N-VA het ACV wil raken. Zo weten we meteen wat de kleine man waard is voor de nieuw-Vlaamse liberalen.
Vakbondstop moet breken met patronale politici en praktijken
Iedere zwakheid langs de kant van de arbeidersbeweging wordt onverbiddelijk uitgespeeld. Dat hebben we al gemerkt toen bekend werd dat ABVV-voorzitter De Leeuw zelf gebruik maakte van notionele intrestaftrek. De nauwe banden tussen de ACW-leiding en de speculatieve casinobankiers van Dexia zijn problematisch. Om de belangen van de gewone werkenden en uitkeringstrekkers te verdedigen, moet volledig gebroken worden met dergelijke praktijken.
En er kan best meteen ook gebroken worden met de politici die jarenlang een ACW-etiket droegen maar mee vorm gaven aan het neoliberale project dat ons tot een diepe crisis heeft gebracht, denk maar aan Dehaene en zijn Globaal Plan. Na het vertrek van Steven Van Ackere is er geen minister meer met ACW-etiket. Langs SP.a-zijde maakten de ministers al eerder duidelijk dat ze geen uitstaans hebben met de ABVV-eisen. Voor de gevestigde partijen is de breuk met de vakbondseisen evident. Wanneer wordt dezelfde breuk ook voor de volledige vakbondsleiding evident? En vooral: wanneer worden daar conclusies uit getrokken?
Een vakbondspartij?
Professor Jan Blommaert lanceerde op zijn blog een opmerkelijke oproep voor een vakbondspartij (*). Hij stelt terecht vast dat de campagne van vakbondsbashing geen toeval is, maar een bewuste poging om de potentiële macht van de vakbonden in te perken. “De woede van de vakbonden, hun standpunten en analyses raken nog nauwelijks tot in het publieke forum. Vakbonden zijn effectief het zwijgen opgelegd. De vakbonden tellen nochtans zowat drie miljoen leden, werkenden en werklozen, en achter vele gesyndiceerden staat een gezin en een familie. Vakbonden zijn […] de enige echte massaorganisaties die ons land nog kent. De belangen die vakbonden verdedigen zijn de belangen van een bijzonder groot gedeelte van de bevolking. […] De politieke vertaling [ervan] is van wezenlijk belang.”
Blommaert heeft gelijk als hij stelt dat de vakbonden zelf een politiek initiatief moeten nemen om hun eisen centraal te plaatsen in het debat en ook bij de verkiezingen van 2014. “De vakbonden kunnen zelf een partij of kieslijst oprichten en meedoen met de Moeder Aller Verkiezingen. Bij afwezigheid van een verzekerde vertegenwoordiging van de belangen van hun leden in andere partijen – ik denk dat we daarvan mogen uitgaan – is dit een logische zaak. Een Partij van de Solidariteit, of van de Sociale Actie, zou best wel wat harten sneller doen kloppen, ook in het stemhokje. En daarbuiten, want die ingreep zou nogal wat teweeg brengen. Ze zou plots sociaaleconomische thema’s op de agenda plaatsen, en niet in de marge van de debatten maar in het centrum ervan. De verkiezingen zouden gaan over de grote zaken die alle mensen aanbelangen. Ze zou er ook voor zorgen dat er een duidelijk en rechtlijnig discours ontstaat over de belangen van die drie miljoen werkenden en werklozen, wiens belangen tot nu toe makkelijk op te offeren bleken.”
Niets doen is geen optie. Zo stelt Blommaert: “Het brutale feit is dat niemand anders de belangen van de vakbonden zal verdedigen dan de vakbonden zelf. Het kan dus enkel slechter worden als de zaken op hun beloop worden gelaten. Vakbonden zullen, mede dankzij de Merkels, Ruttes en Camerons van Europa, steeds verder de hoek worden ingedreven waar de klappen vallen. Tot ze erbij gaan liggen.” Hij benadrukt dan ook de dringendheid, “Als vakbonden hun historische rol ernstig nemen, en hun beginselen eveneens, dan moeten ze deze stap nu zetten. Ze kunnen de machtsvraag in een crisis met een diepgang en impact zoals deze niet uit de weg blijven gaan. Ze hebben ruim een jaar om te bouwen, te organiseren en te mobiliseren.”
LSP ondersteunt uiteraard deze oproep voor een syndicale partij. We benadrukken daarbij het belang van interne democratie in zo’n partij: het mag geen project van de vakbondstop worden waarbij de basis weinig tot niets te zeggen krijgt. Vertegenwoordigers moeten volgens ons ten allen tijde kunnen teruggefloten worden door hun achterban. Dat staat in schril contrast met wat we gewoon zijn van de zogenaamde ACW-politici, maar ook van de vakbondstop, bijvoorbeeld in de Groep van 10. Met de nodige druk van onderuit zal die interne democratie (zowel binnen de vakbonden zelf als binnen haar nog-op-te-richten partij) moeten worden afgedwongen.
(*) Het volledig stuk is te lezen op de blog van Jan Blommaert: http://jmeblommaert.wordpress.com/2013/03/19
-
De woede neemt toe. Nu ze nog politiek organiseren!
“De woede neemt toe”, verklaarde PS-senator Ahmed Laaouej recent in een moment van paniek aan staatssecretaris van ambtenarenzaken Hendrik Bogaert. Hij had het over de federale ambtenaren, maar zijn vaststelling is ook op ruimere schaal correct. Maar liefst 81% van de bevolking is voorstander van een belasting op grote vermogens, 59% wil de intrekking van de fiscale voordelen voor multinationals en 43% verdedigt het idee van nationalisatie om jobs te redden.
Artikel door Nicolas Croes uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’
De dag na de massale vakbondsbetoging van 21 februari bracht de Franstalige krant La Libre enkele reacties van betogers. “Wat is het nut van een linkse premier als het gevoerde beleid een doorslagje is van de patronale eisen?” Wat hebben we aan een ‘socialistische’ minister als Monica De Coninck (SP.a) die vlak voor de betoging verklaarde dat er “altijd wel iets is waarmee het ABVV niet kan leven”? Met zo’n ‘vrienden’ hebben we geen vijanden nodig. “Zonder ons zou het nog erger zijn”, verklaren zowel Johan Vande Lanotte (SP.a) als Paul Magnette (PS) eensgezind, terwijl ze zonder aarzelen mee 18 miljard euro hebben bespaard. De Europese Commissie eist ondertussen dat voor minstens het dubbele bedrag wordt bespaard. Wie gelooft nog dat de ‘kameraden’ in de regering zich gaan verzetten tegen de dictaten van de markten?
Oproep van 1 mei in Charleroi
Op 1 mei vorig jaar deed Daniel Piron, de algemeen secretaris van het ABVV in Charleroi, een opmerkelijke verklaring. Hij stelde toen: “Vandaag pakt de politiek van het minste kwaad niet meer bij onze militanten. Die magische zin – ‘zonder ons zou het erger zijn’ – doet afbreuk aan de intelligentie van onze militanten. Dat is waarom we vanop deze tribune, niet omwille van de woede van het ogenblik maar na een grondige reflectie in onze instanties, een oproep doen om de krachten links van de PS en Ecolo te verenigen (…) Ik weet dat het niet gemakkelijk zal zijn, maar als iedereen een stap kan zetten, zowel PTB, LCR, PSL, PC, misschien ook linkse christenen, de linkerzijde in PS en Ecolo voor zover die nog bestaat, dan kunnen we aansluiten bij de hoop van de arbeidersbeweging.”
Enige tijd later kwam er ook een verklaring van de algemeen secretaris van CNE, de bediendenbond van het Franstalige ACV (tegenhanger van LBC), Felipe Van Keirsbilck die stelde dat er nood is aan een politiek verlengstuk voor de arbeidersbeweging. Er waren verschillende bijeenkomsten en eind februari kwam er een gemeenschappelijk persbericht met volgende melding: “op initiatief van het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen en in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de CNE, beslisten verantwoordelijken van PTB, LCT, MG, PH, Front de Gauche van Charleroi, PSL, PC en LCR om hun verantwoordelijkheid te nemen en te reageren op de verschillende oproepen.”
Er is een steuncomité opgezet om concrete stappen in de richting van een politieke formatie voor de werkende bevolking te kunnen zetten. Zo’n formatie moet een brede en diverse kracht zijn waarin er respect is voor de verschillende stromingen die binnen de georganiseerde arbeidersbeweging bestaan. Er komt in de loop van april een dag van discussie en debat vooraleer verdere initiatieven worden genomen. De impact zal voelbaar zijn tot ver buiten de regio van Charleroi, tot in Vlaanderen waar de nood aan een linkse oppositie tegen het besparingsbeleid zich eveneens stelt.
Het klopt dat de woede toeneemt. We hebben al de eerste uitingen ervan op straat gezien en ook opgemerkt dat er onder brede lagen van de bevolking steun is voor de acties. Het zal er op aankomen om de strijd verder te organiseren en ook op het politieke terrein te voeren. Dat zou pas echte paniek veroorzaken bij het kamp van werkgevers en gevestigde politici. Om het persbericht van de linkse krachten te parafraseren: “Allemaal samen, tegen de besparingen, miserie en onrechtvaardigheid. Voor een links alternatief op de kapitalistische crisis!”