We gaan door de ergste crisis sinds de jaren ’30. Het ondermijnt de autoriteit van het kapitalisme, stelt de neoliberale zekerheden in vraag en ridiculiseert de zogenaamde onzichtbare hand van de vrije markt. Links zou fors in het offensief moeten zijn en rechts op apegapen moeten liggen. In de omringende landen zijn “flink” linkse formaties begonnen aan een opmars (*). Als we sociaaldemocratie en groenen meetellen, scoort links er doorgaans bij de 50%. In Vlaanderen is dat volgens de peilingen slechts een goede 20%. Nauwelijks de helft van de populisten, separatisten en neo-fascisten samen. In Wallonië en Brussel scoort “links” nog bijna 50%. Maar ook daar is de linkerzijde lang niet meer zo “incontournable” als ze ooit was.
De verleiding is groot om de kiesintenties toe te schrijven aan “verrechtsing” en daar, vooral in Vlaanderen, een “culturele eigenschap” achter te zoeken. De opmars van populistisch of extreem-rechts is echter niet uniek voor Vlaanderen. Nederland kende Fortuyn, Verdonck en nog steeds Geert Wilders. In Duitsland maakten achtereenvolgens Republikaner, DVU en NPD hun opmars. Zelfs in “links” Frankrijk stootte Le Pen door naar de tweede ronde tijdens de voorlaatste presidentsverkiezingen. Vlaanderen onderscheidt zich niet zozeer van de buurlanden door de opmars van rechts, dan wel door de zwakte van links.
Tot de verkiezingen van juni wacht ons een vloedgolf van oproepen voor eenheid. ‘Eenheid tot elke prijs’ is de strohalm waaraan velen zich vastklampen om de opgang van rechts te stoppen. In Wallonië en Brussel zijn dat het racistische FN en de ultra-liberale MR. In Vlaanderen was dat ooit Verhofstadt, dan Dewinter en nu het bonte allegaartje van Dedecker over Dewever tot Dewinter. Met teruglopend resultaat roept het ABVV steeds weer op om te stemmen voor de SP.a. Enkele weken geleden werd ik verrast door de openhartigheid waarmee Anne Demelenne (algemeen secretaris ABVV) op een debat haar steun voor de PS uitte. In onze buurlanden moet dat lang niet anders geweest zijn.
De drang naar eenheid is begrijpelijk. LSP is er zelf een groot voorstander van. Met oproepen voor linkse allianties en deelnames aan linkse eenheidslijsten hebben we dat al dikwijls bewezen. LSP was de stuwende kracht achter het Comité voor een Andere Politiek (CAP), toen dat nog iets voorstelde. Vandaag nemen we opnieuw deel aan de verkiezingen op éénheidslijsten in Wallonië en Brussel. Aan de PVDA en SPa-Rood schreven we open brieven met voorstellen tot samenwerking. Tot nog toe zonder antwoord. Linkse eenheid kan een enorme stimulans zijn voor de arbeidersbeweging. Maar zoals ieder medicijn moet het in de juiste omstandigheden en in de juiste verhouding worden ingenomen.
Die Linke in Duitsland, de Socialistische Partij in Nederland en de Nouveau Parti Anticapitaliste in Frankrijk hebben links terug op de agenda geplaatst en zetten daardoor aan tot actie. Dat type éénheid verdient onze volle steun. De wanhopige oproepen voor de sociaaldemocratie hebben het omgekeerde effect. De strijd tegen het Globaal Plan in ’93 en die tegen het Generatiepact in 2005, werden stilgelegd om ”de bevoorrechte partners” niet weg te staken. Terwijl Duitse kiezers stelling nemen over de voorstellen van Die Linke versus SPD en Grünen, moeten wij het stellen met de schrale sociaaldemocratische eenheidsworst. Geen wonder dat het debat hier gedomineerd wordt door de rechterzijde.
“Waarom geen kiwi-aanpak voor de linkerzijde, laat de vrije concurrentie spelen om er uiteindelijk allen beter bij te varen?”, vraagt Walter Pauli retorisch in De Morgen. En verder: door pas na 7 juni te beslissen of hij lid blijft van de SPa, wordt De Bruyn van SPa-Rood “stilaan een factor die links verzwakt”. Voor Pauli tellen alleen stemmen. Het programma doet er niet toe. Integendeel, van De Bruyn en Mertens (PVDA) juicht hij vooral de ‘toon’ toe: “volstrekt niet–ideologisch”. In Wallonië en Brussel profileert de PS zich als “oppositie” in de regering, maar voor Vlaanderen wil Pauli, en hij niet alleen, naast hard rechtse ook flink linkse kanalen om het ongenoegen te ventileren. Om het evenwicht te herstellen.
De plotse media-aandacht moet de stoutste dromen van De Bruyn en Mertens overtreffen. Onrechtstreeks geniet LSP daar mee van. De electorale steun voor flink links is echter niet ingegeven door Pauli’s politieke rekenkunde. Het is integendeel een uitdrukking van het onderliggend ongenoegen over de manier waarop de maatschappij beheerd wordt. Het antwoord daarop is bij uitstek ideologisch. Wie te hard zijn best doet om niet te flink over te komen, zal door de gebeurtenissen ingehaald en achtergelaten worden.
(*) Walter Pauli, De Morgen 27/2