Your cart is currently empty!
Tag: Oekraïne
-
Impact van de oorlog in Oekraïne op de Balkan

De Servische president Vučic op bezoek bij Poetin in 2019 De oorlog in Oekraïne maakt deel uit van een groter geheel met repercussies in heel Oost-Europa en de Balkan.
Artikel door Sonja Grusch
Op 11 maart stortte een Tu-141 verkenningsdrone neer in de Kroatische hoofdstad Zagreb. Volgens het Kroatische ministerie van Defensie vervoerde de drone een bom. Nadat het boven Oekraïne had gevlogen, stak het vervolgens ongehinderd het luchtruim van de NAVO over, waaruit het gebrek aan echte bescherming blijkt. Het incident viel samen met een aantal andere waarschuwingen voor de Servische luchtvaartmaatschappij en andere vliegtuigen die door de regio vlogen, of liever gezegd wilden vliegen, omdat zij gedwongen waren terug te keren naar Moskou.
Op 3 april werd Aleksandar Vučic herkozen als president van Servië. Het is bekend dat hij deel uitmaakt van de ploeg van vertegenwoordigers van de “illiberale democratie”, en dat hij nauwe contacten onderhoudt met Rusland en China.
Beide gebeurtenissen geven aan dat de oorlog in Oekraïne gevolgen heeft in heel de regio van Oost-Europa en de Balkan. De uitbreiding van de NAVO in de voormalige stalinistische landen na 1989/90 is een feit: Hongarije, Polen en Tsjechië traden toe in 1999, gevolgd door Roemenië in 2004. Roemenië maakt zich zorgen over de situatie in buurland Moldavië en zijn afgescheiden republiek Trans-Dnjestrië, die sterk onder Russische invloed staat.
Slowakije, Slovenië, Bulgarije en de drie Baltische staten traden in 2004 toe tot de NAVO, Albanië en Kroatië in 2009. In 2017 volgde Montenegro en recent was Noord-Macedonië in 2020 de laatste. Daarnaast zijn er troepen van de Europese Unie (EUFOR) gestationeerd in Bosnië-Herzegovina.
De Balkan was, en is nog steeds, van centraal economisch en geopolitiek belang, niet alleen voor het westerse kapitaal. De wedloop om invloed en activa begon al onder het oude Joegoslavië in de jaren tachtig en kreeg een turbo-aandrijving met het uiteenvallen van het stalinisme. De huidige oorlog in Oekraïne is zeker niet de eerste oorlog in Europa sinds 1945. De Balkanoorlog van de jaren negentig was een wrede en langdurige oorlog, waarin verschillende Europese actoren uiteenlopende belangen verdedigden. Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en andere westerse imperialistische naties keerden terug naar de regio.
Nu er in het kader van het proces van deglobalisering sprake is van ‘nearshoring’ (uitbesteding van productie naar relatief dichtbijgelegen landen met lagere lonen) staat de Balkan opnieuw meer in de belangstelling van de Europese mogendheden. Die beschouwen de Balkan immers als hun ‘legitieme achtertuin’. Ze zijn allesbehalve gelukkig met de groeiende invloed van China en Rusland in de afgelopen decennia. China beschouwt de Balkan en vooral Servië als een essentieel onderdeel van de nieuwe zijderoute. Het leidt tot Chinese investeringen waarbij een groot deel gaat naar infrastructuurprojecten zoals wegen en havens, die belangrijke schakels zijn in de handelsketen.
De historische banden tussen Rusland en Servië zijn de laatste jaren vernieuwd met de overname door Gazprom van het voormalig staatsoliebedrijf NIS in 2008. Russische banken hebben geïnvesteerd en de verkoop van Russisch militair materieel is toegenomen.
Covid-19 heeft deze banden versterkt als gevolg van het Chinese, en in mindere mate het Russische, vaccinatie-imperialisme. De Servische president Vučic vroeg zijn “vriend en broer” Xi Jinping om hulp tijdens de pandemie. Toen EU-landen stopten met de verkoop van essentiële medische apparatuur aan niet-EU-landen, stapten China en Rusland in het vacuüm. Terwijl het in de meeste West-Europese landen lange tijd moeilijk was om toegang tot een vaccin te krijgen, was dit in Servië niet het geval.
Het wantrouwen in de EU en de NAVO is begrijpelijk. Een belangrijke oorzaak van het wantrouwen zijn de bombardementen op Servië in 1999. Zoals in alle oorlogen, schreeuwen de heersende elites luidkeels over de oorlogsmisdaden van hun vijanden, en zwijgen ze over die van zichzelf en hun bondgenoten. Hetzelfde gebeurde in de Balkan, toen tijdens de verschillende oorlogen van de jaren negentig massamoorden op burgers plaatsvonden, er dodelijke oorlogskampen waren, etnische zuiveringen plaatsvonden, er structureel gebruik werd gemaakt van verkrachting en, natuurlijk, miljoenen hun huizen moesten ontvluchten. De NAVO bombardeerde Servië 78 dagen lang zonder zelfs maar de symbolische legitimiteit van een VN-mandaat. Ongeacht het ondemocratische en wrede karakter van het toen heersende Servische regime van Milosevic, trad de NAVO niet op om democratie te installeren, maar om geen twijfel te laten bestaan over de dominantie van het westerse imperialisme in de regio.
Zoals in veel neokoloniale landen, die hun eigen negatieve ervaringen hebben met de NAVO, het westerse imperialisme en zijn uitbuiting en overheersing, bestaat er in de Balkan een begrijpelijke afwijzing van de EU, de VS en de NAVO. Deze gevoelens worden uitgebuit door het Chinese en Russische imperialisme. Net als elders worden de gewone mensen ter plaatse niet beter behandeld dan pionnen in de spelletjes van de heersende elites!
De Balkanlanden zijn economisch afhankelijk van de EU-landen, maar ook van Rusland en China. Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro zijn grotendeels afhankelijk van Russisch gas, en zijn doorvoerlanden voor de TurkStream en South Stream pijpleidingen, die Russisch gas naar Europa brengen.
Elke regering in de regio probeert een evenwicht te bewaren nu de omvang van de sancties duidelijk is geworden. Montenegro steunde ze pas nadat het jacht van de Russische oligarch Abramovitsj het land had verlaten. Anderen steunen de sancties slechts halfslachtig. Een conflict is opgelaaid nu Milorad Dodik, hoofd van de Republika Srpska, de Servische regio binnen het zeer onstabiele Bosnië-Herzegovina, Servische en Russische steun zoekt voor verdere onafhankelijkheid.
Meer dan 200 jaar lang werd, en wordt, de regio door de verschillende imperialistische landen gebruikt voor hun eigen belangen. Hieruit blijkt dat het kapitalisme geen veilige of stabiele toekomst voor de regio kan garanderen. Het heeft keer op keer geleid tot oorlogen, etnische zuiveringen en armoede. Net als Oekraïne is de Balkan een regio die de verschillende imperialistische landen hebben uitgekozen als strijdtoneel voor hun eigen belangen, terwijl ze de mensen ter plaatse laten opdraaien voor de gevolgen hiervan.
Een totale oorlog in de Balkan staat niet onmiddellijk op de agenda, maar de toegenomen spanningen kunnen ontploffen en tot nieuwe militaire conflicten leiden.
Aan de andere kant is er echter het feit dat in de afgelopen periode de klassenstrijd is teruggekeerd. Protesten van jongeren in Bosnië-Herzegovina hebben de regio door elkaar geschud, terwijl er bewegingen waren voor vrouwenrechten en ter verdediging van het milieu, alsmede stakingen op scheepswerven, in het openbaar vervoer, in de gezondheidssector, en elders.
Het electorale succes van Aleksandar Vučic in Servië moet worden gezien in de context van de oorlog. In perioden van instabiliteit worden regerende politici en partijen in de eerste maanden vaak sterker omdat mensen hopen op veiligheid en stabiliteit. Vučic heeft hiervan geprofiteerd, net als Orban, Johnson, Biden en Macron. Maar geen van hen heeft echt sterke steun. Hun toegenomen steun door de oorlog zal van korte duur kunnen zijn, zeker als er nieuwe protesten ontstaan als duidelijk wordt dat de arbeidersklasse de prijs voor de oorlog en de militarisering betaalt.
Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen, maar het is ook de vroedvrouw van revolutie. De Balkanoorlogen aan het begin van de 20e eeuw waren de ouverture van de Eerste Wereldoorlog, en van de revolutionaire golf die daarop volgde. Laten we de oorlog deze keer overslaan, en meteen naar de revolutie gaan.
-
Neen, ook nu zitten we niet allemaal in dezelfde schuit

Tijdens elke grote crisis zijn er pogingen om sociale verschillen te ontkennen. We zitten allemaal in hetzelfde bootje, klinkt het dan. De pandemie toonde aan dat dit niet klopt: de werkende klasse werd bijzonder hard geraakt, terwijl de miljardairs hun vermogen nog nooit zo snel zagen groeien. Met de oorlog in Oekraïne zitten we nu evenmin allemaal in dezelfde schuit.
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
De druk voor een grote ‘nationale eenheid’ wordt opgevoerd. De enorme schok en de solidariteit met slachtoffers van rampen, worden misbruikt om de steun voor een wapenwedloop en militaire escalatie op te bouwen. Al wie daar vragen bij stelt, wordt meteen in het kamp van Poetin geplaatst. Open VLD-parlementslid Maurits Vande Reyde voert op Twitter campagne om de subsidies van vredesorganisatie VZW Vrede stop te zetten. Toen de PVDA in het parlement vragen stelde bij de rol van de NAVO werd ze als Poetin-gezind weggezet. Los van het feit dat de PVDA aanvankelijk onhandig reageerde – elke ‘maar’ in een veroordeling van het Russische imperialisme bij de invasie van Oekraïne is er één teveel – gaat het duidelijk om het onderdrukken van elke kritische stem.
De oorlog heeft rampzalige gevolgen voor de werkende klasse van Oekraïne met duizenden doden, enorme vernietigingen en een exodus van vluchtelingen. In Rusland is er torenhoge inflatie en toenemende werkloosheid, bovenop het risico om als kanonnenvoer ingezet te worden door het regime. Toch wordt niet iedereen even hard getroffen. “Op de vlucht voor sancties parkeren rijke Russen hun fortuin in Dubai,” titelde De Standaard op 11 maart. De fortuinen van oligarchen vluchten sneller dan onfortuinlijke Oekraïense gezinnen.
Ook wij voelen de gevolgen van de oorlog. Tanken is waanzinnig duur geworden en de energieprijzen slaan helemaal op hol. Sancties die het Russische regime moeten treffen, zorgden ervoor dat EuroChem in Antwerpen (een onderdeel van BASF met 400 werknemers) de productie moest stilleggen. De miljardair Andrej Melnichenko die eigenaar en bestuurder van het bedrijf was, stond op de sanctielijst van de EU. Hij trok zich terug als bestuurder en eigenaar, maar ondertussen werd de productie afgebouwd.
Terwijl wij niet weten hoe we de volgende tankbeurt of energiefactuur betaald krijgen, zien investeerders winstkansen in de oorlog. Nog voor het begin van de oorlog verklaarde Gregory Hayes van het grote wapenbedrijf Raytheon dat de spanningen in Oost-Europa en de Zuid-Chinese Zee zorgden voor meer defensie-uitgaven en dat het bedrijf daar “enig voordeel uit zou halen.” De aandelenkoers van Lockheed Martin, dat onder meer F35’s produceert, steeg sinds het begin van de oorlog met 16%. Nog voor de oorlog werd verwacht dat de wereldwijde defensie-uitgaven dit jaar met 7% zouden stijgen. In 2020 ging het om 2000 miljard dollar.
Neen, de werkende klasse en de kapitalisten hebben ook nu niet dezelfde belangen. Oorlog is voor hen een investeringskans, terwijl het voor ons toenemende ellende betekent. Waar de wapeninvesteerders een snelle ineenstorting van het Poetin-regime als een ‘risico’ zien voor hun winstgevendheid, zou een massabeweging die Poetin aan de kant schuift voor de werkende klasse in zowel Oekraïne, Rusland als bij ons het best mogelijke scenario zijn.
-
Voor democratisch georganiseerde zelfverdediging van Oekraïne

De zelfverdediging door bevolking van Oekraïne tegen de Russische invasie is bijzonder heldhaftig. Duizenden mensen nemen de wapens op om hun toekomst niet over te laten aan een dictator als Poetin. Deze zelfverdediging is terecht en noodzakelijk.
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
Land in crisis
Ondanks natuurlijke rijkdommen, is Oekraïne een land in crisis. Na de val van de stalinistische dictaturen en de onafhankelijkheid in 1991 werd het geen welvarend land.
Het dictatoriale karakter van het regime, de corruptie en de dalende levensstandaard na de recessie van 2008-09 (toen de economie met 15% kromp) leidden in 2013 tot protest. Euromaidan werd afgeleid naar een discussie over West vs Oost, EU vs Rusland. De wanhopige situatie onder de bevolking leidde tot illusies in de EU, terwijl Rusland haar greep op de Oekraïense economie niet wilde lossen. Bij gebrek aan een sterke arbeidersbeweging werd het protest omgevormd tot een strijd tussen imperialistische belangen, waarbij deze strijd in de oostelijke Donbas-regio sindsdien met militaire middelen werd verdergezet.
Pas vanaf 2016 was er sterke economische groei, onder meer door geld dat door emigranten naar huis werd gestuurd. Die middelen (12 miljard dollar in 2019) waren hoger dan de leningen van het IMF. De groei bleef echter erg ongelijk en de lonen bijzonder laag. De IT-sector, goed voor 7% van de export, kent naar Oekraïense normen hoge lonen tot 1000 dollar per maand. Een gemiddeld loon bedraagt slechts 500 dollar per maand.
Het neoliberale beleid van de EU-gezinde regering, gesteund door extreemrechts, ondermijnde de levensstandaard van de werkenden en jongeren. Dit werd nog versterkt door de hoge prijs van het militaire conflict in het oosten. Er waren prijsverhogingen voor onder meer gas en huisvesting, de grootste overheidsbedrijven werden geprivatiseerd.
Tegen deze achtergrond werd Zelenski in 2019 verkozen als ‘buitenstaander’ die geen banden had met de oligarchen of het corrupte politieke establishment. President Zelenski beloofde een stevige economische groei van 40% op vijf jaar, wat hij wilde bereiken door een verder opvoeren van liberale tegenhervormingen en het creëren van een ‘aantrekkelijk investeringsklimaat’. Zelenski moest al gauw zijn regering herschikken wegens een fors dalende populariteit door het gebrek aan verandering. Er was een toename van strijd van werkenden voor hogere lonen en ook vrouwen begonnen op straat te komen.
De COVID-19 crisis zorgde voor een bocht in het beleid: privatiseringen werden stopgezet en er werd geïnvesteerd in kleine bedrijven en de gezondheidszorg. Dit volstond niet om de levensstandaard op te krikken, zeker niet toen lockdowns in andere delen van Europa het inkomen van emigranten onder druk zetten.
Voor de oorlog stond de populariteit van Zelenski op een dieptepunt. De beloften van verandering en een breuk met het beleid dat enkel de rijke oligarchen dient, werden niet waargemaakt.
Van militaire zelfverdediging naar sociale zelfbeschikking
De oorlog stuwt de populariteit van Zelenski de hoogte in: hij kiest ervoor om ter plaatse te blijven in plaats van een veiliger ballingschap. Hierdoor wordt hij gezien als één van de moedige strijders die zich niet neerlegt bij de Russische invasie.
Tegelijk is er de vraag wat de Oekraïense bevolking in de plaats van Russische bezetting wil. Een terugkeer naar een beleid in dienst van de oligarchen? Nationalisme kan een smeermiddel zijn om het moreel hoog te houden, maar brengt het ook brood op tafel? Doorheen de zelfverdediging moet de basis gelegd worden voor het Oekraïne na de oorlog.
Een democratisch georganiseerde verdediging, waarbij zoveel mogelijk mensen betrokken worden met respect voor elkaars eigenheid los van de taal die gesproken wordt, is noodzakelijk. Mensen die hun normale leven achterlaten om de wapens op te nemen, mogen nadien het initiatief voor het beheer van de samenleving niet gewoon teruggeven aan de oligarchen, laat staan aan extreemrechts dat zich voor de pandemie steevast keerde tegen werkenden die voor hogere lonen opkwamen.
De werkende klasse moet de samenleving zelf organiseren. Om dat vreedzaam te kunnen doen, is de erkenning van rechten van nationale minderheden essentieel. Dat zal het gezamenlijk verzet tegen de Russische invasie versterken en een scenario van burgeroorlog achteraf ondergraven. De politieke crisis van de afgelopen jaren werd mee veroorzaakt door het gebrek aan perspectief op vooruitgang voor de bevolking. Dergelijk perspectief zal niet komen van de oligarchen of liberale politici, het zal evenmin komen van de Europese Unie die in de eigen landen een steeds grotere ellende organiseert.
De werkende klasse moet de potentiële rijkdom van Oekraïne zelf in handen nemen en gebruiken om een vreedzame en welvarende toekomst mogelijk te maken. Dat is de socialistische verandering waarvoor wij wereldwijd strijden.
-
Xi Jinping speelt Russische Roulette

“Iemand die niet bekend is met de plannen van zijn buren, moet geen allianties met hen aangaan.” Dit zijn de woorden van de legendarische militaire strateeg Sun Tzu meer dan 2000 jaar geleden. Xi Jinping heeft dit advies duidelijk niet opgevolgd toen hij bij de opening van de Olympische Winterspelen in Peking zijn historische ‘grenzeloze’ alliantie met Vladimir Poetin onthulde. Dit was slechts twintig dagen voordat de legers van Poetin Oekraïne binnenvielen.
Door Vincent Kolo (Chinaworker.info)
Er wordt druk gespeculeerd over wat Xi en zijn omgeving eigenlijk wisten van Poetins oorlogsplannen. Werden ze in het ongewisse gelaten? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Heeft Xi, net als Poetin, ingezet op een snelle en overweldigende Russische militaire overwinning? Dat lijkt zeer aannemelijk. Wist Xi meer, maar heeft hij verzuimd de rest van de top van de CCP in te lichten? Dat is mogelijk. Hoe het ook zij, beide dictators hebben zich ernstig misrekend. En zulke fouten kunnen uiteindelijk hun greep op de macht bedreigen.
Er is een nauwelijks verholen verdeeldheid in het regime van de CCP (de zogenoemde ‘Communistische’ Partij) en een aanzienlijke oppositie tegen de pro-Poetin-lijn van Xi, die tot op zekere hoogte wordt weerspiegeld in de tegenstrijdige boodschappen die uit Beijing komen. Zoals de ervaren China-analist Katsuji Nakazawa opmerkte zijn er meningsverschillen over de alliantie met Rusland binnen het zevenkoppige Permanent Comité van het Politburo, het leidende orgaan van de CCP: “De zeven zitten niet op dezelfde golflengte.” De verdeeldheid over de oorlog en het feit dat ook het economisch beleid van Xi deels op de helling is gezet, dreigen de interne machtsstrijd binnen de CCP aan te wakkeren.
Dit komt voor Xi op het slechtst mogelijke moment nu hij “stabiliteit” zoekt in de aanloop naar het 20e Congres en zijn Poetin-achtige kroning tot levenslang dictator. De anti-Xi factie van de CCP onder leiding van de aftredende premier Li Keqiang, die wordt gesteund door delen van de kapitalisten en gepensioneerde ambtenaren, is te zwak om Xi ten val te brengen, maar hun verzet tegen Xi’s beleid is openlijker geworden. Om in zo’n acute crisisfase beleid te kunnen voeren, moet het regime van Xi nog dictatorialer en centralistischer worden. Dit creëert een vicieuze cirkel van instabiliteit.
“Grote controverse”
“China kan niet aan Poetin worden gebonden en moet zo snel mogelijk de banden verbreken,” schreef Hu Wei, een politicoloog verbonden aan het Counselor’s Office van de Staatsraad (de regering onder premier Li Keqiang). Hu’s essay werd tijdens de “twee zittingen” (NPC en CPPCC) begin maart op grote schaal verspreid onder de hoogste leiders, en werd vervolgens van het internet verwijderd en door censoren geblokkeerd. Dit document is belangrijk omdat het ongewoon scherpe kritiek levert op het standpunt van Xi, uiteraard niet met naam en toenaam, en omdat de ideeën die erin naar voren worden gebracht klaarblijkelijk aanzienlijke steun genieten onder de topambtenaren. Hu zegt dat de oorlog “grote controverse in China” heeft veroorzaakt en dat de meningen “verdeeld zijn in twee onverbiddelijk tegenover elkaar staande zijden.” Hij waarschuwt: “Er is nog een periode van een of twee weken voordat China zijn speelruimte verliest,” om zich van Rusland te distantiëren. “China moet vastberaden handelen.”
Hu’s opmerkingen zijn de scherpste uiting tot nu toe van verdeeldheid binnen de Chinese heersende klasse over Xi’s nationalistische buitenlandse beleid, met de Xi-Poetin alliantie als het nieuwste en meest controversiële onderdeel ervan. Een aanzienlijk deel van het officiële CCP-leiding en de ermee verbonden kapitalistische belangengroepen zijn van mening dat de nationalistische lijn van Xi steeds meer contraproductief is geworden, de economie schaadt en het anti-China-verhaal van het VS-imperialisme versterkt. Nu Xi zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt op de alliantie met Rusland, heeft het Chinese regime zichzelf in een hoek gedreven. Er zal hoogstens een verandering van toon zijn in plaats van inhoud. Poetin “de pas afsnijden”, zoals Hu Wei bepleit, zou een zware klap betekenen voor Xi’s imago van “sterke man”, dat de afgelopen tien jaar met veel toewijding is opgebouwd.
Hoe groot de moeilijkheden voor Beijing worden, hangt ook af van het verloop van de oorlog. Een lange oorlog, die zich maanden voortsleept met toenemende bombardementen op belegerde steden, is een nachtmerriescenario voor de CCP en zou het standpunt van ‘nepneutraliteit’ onmogelijk maken. Een nog slechter scenario voor Xi Jinping zou de val van Poetin zijn, hetzij door een volksopstand hetzij door een paleiscoup, wat een schokgolf door China zou veroorzaken. Om deze redenen zal het regime van Xi, terwijl het probeert te manoeuvreren en te verdoezelen, zijn uiterste best doen om Poetin aan de macht te houden.
De tegenstrijdige officiële ‘neutraliteit’ van het Chinese regime in deze oorlog heeft reeds schade toegebracht aan het gezag van Xi, die zich tracht voor te stellen als een nationalistische sterke man die het tegen de VS durft op te nemen. Naar buiten toe is de retoriek van de CCP ten aanzien van Biden vaag en diplomatiek en distantieert zij zich van Rusland, terwijl haar binnenlandse propaganda het nationalisme bevordert en sterk pro-Rusland is. Dit scherpe contrast is door een bepaalde laag van de massa opgemerkt, waardoor enerzijds Xi’s nationalistische propaganda wordt ondermijnd en anderzijds de hypocrisie van zijn imago van wereldomspannende “vredestichter” doorprikt wordt. Er is een “grote vertaalcampagne” georganiseerd, voornamelijk door overzeese Chinezen, om de arrogante nationalistische, racistische en seksistische commentaren van de door de staat gecontroleerde media en de sociale media in het Engels te vertalen. Deze campagne weerspiegelt de stemming van een laag Chinezen die walgen van de propaganda van de CCP.
Truman-doctrine
Voor Poetin en het Russische kapitalisme kan de Oekraïne-oorlog op één lijn worden gesteld met de rampzalige beslissing van het VS-imperialisme om Irak binnen te vallen in 2003. De VS onder Bush hebben het etno-politieke moeras waar ze in sprongen volledig onderschat. Poetin heeft alles verkeerd ingeschat, van de militaire capaciteiten van Rusland en de kracht van het Oekraïense verzet (hij laakt Lenins leer over de nationale kwestie en betaalt de prijs voor deze onwetendheid), tot de situatie in de wereld en de omvang van de reactie van het westerse imperialisme. Door zijn regime zo nauw en publiekelijk aan dat van Poetin te koppelen, heeft Xi Jinping China blootgesteld aan het risico van diplomatiek isolement en potentieel verwoestende economische kosten in de vorm van een versnelde westerse ontkoppeling. Dit kan gebeuren ongeacht of China officieel wordt bestraft met sancties als gevolg van zijn pro-Russische opstelling.
ISA heeft uitgelegd dat de oorlog in Oekraïne alles heeft veranderd. De Financial Times, die namens het Westerse kapitalisme een strategie uitstippelt, beschrijft dit moment als “een geopolitiek scharnierpunt” en dringt er bij Washington op aan een nieuwe versie van de Truman-doctrine uit 1947 af te kondigen (die landen verdeelde in “voor” of “tegen” het VS-imperialisme). Op korte termijn heeft de invasie van Rusland de westerse kapitalistische regeringen gesterkt. Ze gaan over tot militarisering in de stijl van de “shock doctrine”, tot ongekende staatsinterventies in de financiële markten (de sancties tegen Rusland), en ze boeken veel meer succes boeken bij het verpakken van hun beleid als een verdediging van de “democratie” tegen de “autocratie”.
De nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China, die zich al enkele jaren aan het ontwikkelen is, heeft sinds het begin van de Russische invasie dan ook een ‘Grote Sprong Voorwaarts’ gemaakt. Een snellere economische deglobalisering is nu onvermijdelijk. De invasie van Rusland heeft althans op korte termijn de interne verdeeldheid in het westerse kamp beperkt, tussen de EU enerzijds en het door de VS geleide Anglosfere blok anderzijds. De Japanse ex-premier Shinzo Abe heeft opgeroepen om Amerikaanse kernwapens in Japan te stationeren, terwijl Duitsland de op twee na grootste militaire geldschieter ter wereld wordt. De oorlog in Oekraïne heeft in één klap de overblijfselen van de wereldorde van na 1945 weggevaagd.
Rampenkapitalisme
Dit niveau van westerse cohesie is iets waar de Chinese diplomatie sinds de tijd van Obama en Trump hard aan heeft gewerkt om te voorkomen. De oorlog van Poetin heeft Biden’s strategie om een “democratische” imperialistische coalitie op te bouwen om China en Rusland terug te dringen enorm vergemakkelijkt. Xi’s de facto steun voor de Russische invasie heeft het voor het VS-imperialisme veel gemakkelijker gemaakt om onder de dekmantel van het conflict met Rusland een proxy-oorlog te voeren tegen China, als zijn belangrijkste langetermijndoelwit. De aard en de omvang van de Westerse sancties tegen Rusland zijn een cruciaal onderdeel van deze proxy-oorlog.
De sterke escalatie van het conflict met Rusland is onlosmakelijk verbonden met het conflict tussen de VS en China. Biden heeft aangedrongen op een sterker bondgenootschap met Europa, vooral via de NAVO, en heeft daarmee het isolationistische “America First”-beleid van Trump omgekeerd. Het doel is China te isoleren in de internationale politiek en de druk op China op te voeren in de betwiste gebieden in de Indo-Pacific, zoals de Zuid-Chinese Zee en Taiwan. Op lange termijn is Azië voor het VS-imperialisme van strategisch groter belang dan Oekraïne en Oost-Europa. Dit alles betekent dat de oorlog in Oekraïne een voorbode is van verdere wereldwijde conflicten die zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Socialisten verzetten zich tegen de Russische invasie en de imperialistische agenda’s van Poetin aan de ene kant, maar ook tegen die van de NAVO en het VS-imperialisme aan de andere kant. De afschuwelijke benarde toestand van het Oekraïense volk is een waarschuwing voor de verschrikkingen die de mensheid te wachten staan onder het ‘rampenkapitalisme’, dat naast de ineenstorting van het klimaat en dodelijke pandemieën nu ook het schrikbeeld opwerpt van militaire conflicten tussen kernmachten. We wijzen op de heroïsche anti-oorlogsprotesten in Rusland en de noodzaak van internationalisme van de werkende klasse, in de eerste plaats in solidariteit met de Oekraïense massa’s, gekoppeld aan strijd tegen het militarisme en asociale beleid van alle kapitalistische regeringen.
De acties en uitspraken van alle imperialistische machten zijn cynisch en oneerlijk. Poetin ontkent op flagrante wijze het recht van Oekraïne om als natiestaat te bestaan. Wang Yi vertelt de wereld dat China “sterk voorstander is van het respecteren en beschermen van de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen,” maar de Chinese media zenden alleen Russische verslagen van het conflict uit en weigeren het woord “invasie” te gebruiken. Biden, Johnson en Scholz worden niet gedreven door bezorgdheid voor het Oekraïense volk, maar door het behalen van maximaal geopolitiek voordeel uit Poetins problemen. Jaren van politiek gemanoeuvreer door de VS en de NAVO, met de rechtse kapitalistische regering van Oekraïne als nuttige pion, hebben bijgedragen tot het zaaien van oorlogszucht. Nu is de NAVO bereid te “vechten tot de laatste Oekraïner”, juicht zij de moed van het verzet toe, maar probeert zij het conflict te lokaliseren en in te dammen – zoals blijkt uit de saga van de “ongewenste” Poolse gevechtsvliegtuigen.
China als supermacht
Dit is de ernstigste internationale crisis voor het CCP-regime sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de stalinistische dictaturen in Oost-Europa dertig jaar geleden. Dit is de eerste dergelijke crisis met China als de op één na grootste supermacht, die de VS op de voet volgt als imperialistische macht met mondiale invloedssferen, gigantische bedrijven en enorme investeringen die verdedigd moeten worden. In 1992 behoorde China niet eens tot de tien grootste economieën ter wereld. Het was een toeschouwer met een laag profiel die zich concentreerde op zijn eigen interne problemen (het voltooien van het herstel van het kapitalisme na het neerslaan van de massale opstand van 1989). Vandaag is China, als tweede grootste economie, veel meer geïntegreerd in het mondiale financiële en handelssysteem dan Rusland, de elfde grootste economie. Voor het Chinese kapitalisme is de dreiging van uitsluiting van de westerse markten door sancties veel groter dan voor Rusland.
Socialisten verzetten zich tegen de sancties, die een instrument zijn van het financieel kapitaal in de machtigste kapitalistische staten en die in de toekomst tegen arbeiders en de socialistische strijd kunnen worden gebruikt. In Hongkong en Xinjiang heeft ISA zich verzet tegen de westerse sancties, met de waarschuwing dat deze geen einde zouden maken aan de Chinese staatsrepressie, maar eerder de massale strijd zouden verzwakken en demobiliseren. De sancties tegen Rusland zijn onmetelijk veel krachtiger. Ons verzet is echter niet gebaseerd op de intensiteit van de sancties, maar eerder op de vraag welke klasse deze macht hanteert, om welke doelen te bereiken.
5,5 procent groei van het BBP?
Terwijl Oekraïne brandt, zal China enorme economische verliezen lijden, zelfs als de diplomatieke acrobatie van de CCP (die de vrede met woorden steunt en Poetin met daden beschermt) het land weet te beschermen tegen de sancties van de VS en het Westen. China is ‘s werelds grootste olie-importeur en importeert 70 procent van zijn olie en 40 procent van zijn gas. De olieprijzen zijn in 2021 al met 60 procent gestegen en de prijs van olie is met 11 procent gestegen sinds het Russische leger Oekraïne is binnengetrokken. Een toenemend gebruik van steenkool en een nog snellere vernietiging van het klimaat zullen het gevolg zijn.
De Chinese minister van Landbouw waarschuwde in maart dat de tarweoogst van dit jaar “de slechtste uit de geschiedenis” zou kunnen zijn als gevolg van hevige regens. Het land zal zijn invoer met ongeveer 50% moeten verhogen, terwijl de tarweprijzen sinds de invasie wereldwijd met 50% zijn gestegen tot recordhoogten. Rusland en Oekraïne zijn samen goed voor een kwart van de wereldwijde tarwe-export, maar door de sancties en de oorlog is deze aanvoer van de wereldmarkten afgesneden. De torenhoge voedselprijzen dreigen in veel ontwikkelingslanden tot massale honger en “broodrellen” te leiden.
De dreiging van secundaire sancties – meegesleurd worden in het door de VS geleide sanctieweb dat rond Rusland is gesponnen – kan echter de zwaarste slag aan de Chinese economie toebrengen, zeker op een ogenblik van teruglopende binnenlandse groei. Op het Nationale Volkscongres van 5 maart heeft de regering een BBP-doelstelling van 5,5% voor 2022 bekendgemaakt, de laagste doelstelling in bijna drie decennia. De meeste economen betwijfelen of dit doel kan worden gehaald. Het cijfer lijkt meer een “aankondiging om vertrouwen te wekken” dan een echt streefcijfer. Het IMF voorspelt samen met anderen een groei van 4,8% dit jaar, maar als de regering iets lager dan 5% had goedgekeurd, zou dat een nederlaag zijn geweest, met reële gevolgen.
Zelfs zonder de gevaarlijke economische gevolgen van de oorlog had de Chinese economie te kampen met ernstige problemen: de langzame ineenstorting van de vastgoedsector, de stijgende werkloosheid, de comateuze consumentenbestedingen en de ontwrichting van de bevoorradingsketens als gevolg van de lockdowns die in hele steden worden opgelegd om de verspreiding van Omicron tegen te gaan. Het regime van Xi is vastbesloten zijn “dynamisch nul-Covid”-beleid voort te zetten, ondanks het feit dat deze methode mislukt is in Hongkong, dat nu meer dan een miljoen gevallen van Covid heeft en het hoogste sterftecijfer per hoofd van de bevolking van alle landen in de pandemie. Morgan Stanley voorspelt nulgroei in het eerste kwartaal als gevolg van Omicron. China’s belangrijkste motor van de economische groei, de huizenmarkt, krimpt al zes maanden in (zowel wat de prijzen als de verkoopvolumes betreft), ondanks een bocht van de regering waarbij de kredietcontroles werden versoepeld, het monetaire beleid werd versoepeld en de plannen voor een onroerendgoedbelasting, waarvoor Xi zich sterk had gemaakt, werden opgegeven.
De CCP had de oorlog van Poetin niet verwacht of gepland. De precieze redenen waarom het regime van Xi op zo’n cruciaal moment in de Chinees-Amerikaanse Koude Oorlog de aandacht volledig verloor, onthullen veel over de zwakke punten en interne tegenstrijdigheden van het regime. De eerste uitbraak van Covid-19 in Wuhan, de massale opstand in Hongkong in 2019, de handelsoorlog van Trump in 2018 – Xi werd elke keer overrompeld. In het licht van wat er sindsdien is gebeurd, komt het 5.000 woorden tellende gezamenlijke communiqué van 4 februari, waarin een verbeterd strategisch partnerschap met Rusland werd aangekondigd – “meer dan een alliantie” in Xi’s woorden – tegen een hoge prijs voor Xi. Het was eerder de Chinese leider dan Poetin die het initiatief nam voor de nieuwe overeenkomst, vooral om zijn eigen gezag op te krikken op het podium van de Olympische Winterspelen van Beijing, die grotendeels werden gemeden of geboycot door wereldleiders (slechts 21 namen deel, vergeleken met 68 in 2008). Voor Xi, die zich volledig richt op de uitbreiding van zijn heerschappij tijdens het 20e Congres later dit jaar, waren de Olympische Spelen het equivalent van een verkiezingsbijeenkomst in een burgerlijke democratie – één en al vuurwerk en patriottisme.
“Als twee broers”
“Het is veelzeggend dat de hoogste leiders het strategische partnerschap van de twee naties voorstellen als ‘rug-aan-rug’, wat betekent dat de twee landen, net als twee broers, op de andere rekenen om hen in de rug te dekken,” merkte de Global Times van de CCP op (13 februari). Dergelijke retoriek is niet goed verouderd. China’s diplomaten proberen zich nu in bochten te wringen om te voorkomen dat zij als “medeplichtige” van Poetin worden getroffen door westerse sancties. De overeenkomst van 4 februari bevat niet zo veel nieuwe inhoud – wat herverpakking en uitbreiding van bestaande energie- en technologie-overeenkomsten tussen de twee landen. Het doel was vooral berichtgeving: een gemeenschappelijk front tegen de VS. Maar nu Poetin de grootste Europese oorlog in 80 jaar ontketent, was de zet van Xi spectaculair slecht getimed.
Xi gokte erop dat zijn regime baat zou hebben bij de militaire spanningen in Europa, die de regering-Biden zouden dwingen haar aandacht te verleggen van de Indo-Pacific en China. Net als Poetin heeft Xi waarschijnlijk ingecalculeerd dat de verdeeldheid tussen het VS-imperialisme en de EU, met name Duitsland, groter zou worden. Bovendien liet hij zien dat de twee dictators geen ‘broeders’ zijn en dat hun alliantie er eigenlijk één van tactisch gemak is. Xi zag voordelen in de toegenomen afhankelijkheid van Rusland van China als dominante partner, een omkering van de situatie in de Koude Oorlog van de jaren vijftig, toen China als stalinistische dictatuur zeer sterk de ondergeschikte partner van de Sovjet-Unie was. Als Poetins agressieve diplomatie en dreigementen tegen Oekraïne waren geslaagd en alleen op protesten van het westerse kapitalisme hadden gestuit (zoals het geval was met Xi’s hardhandige optreden in Hongkong), zou dat de plannen van de CCP met Taiwan een impuls hebben gegeven.
Om deze redenen, of Xi nu volledig op de hoogte was van de plannen om Oekraïne binnen te vallen of niet, zal hij wellicht hebben genoten van een situatie waarin China toekeek terwijl Poetin problemen veroorzaakte voor het Westen. Op 24 februari veranderden al deze vermeende pluspunten echter in minpunten.
Xi riskeert de Chinese leider te worden die “Europa heeft verloren.” Pogingen om door middel van handelsdiplomatie en het prijzen van Europa’s “soevereiniteit” de EU, en vooral Duitsland, met zijn grote afhankelijkheid van de Chinese economie, los te weken van Biden’s anti-China strategie, zijn een belangrijk kenmerk geweest van de Chinese diplomatie. Dit stuitte het afgelopen jaar op ernstige tegenslagen (de ineenstorting van de CAI-deal, Xinjiang-sancties, het aftreden van Angela Merkel, het “Litouwse incident”) maar de Oekraïne-oorlog en China’s relatie met Poetin zouden de laatste nagel aan de doodskist kunnen worden. Het VS-imperialisme werkt daar natuurlijk actief aan, met veel meer succes in de schaduw van de oorlog.
Imperialistische verdeeldheid
Biden’s gesprek met Xi Jinping op 18 maart was deels geënsceneerd voor Europese oren – waarbij beide presidenten hun opmerkingen op maat maakten voor Brussel en vooral Berlijn. Biden waarschuwde voor “consequenties” als China militaire steun aan Rusland zou verlenen, of het land zou helpen bij het omzeilen van westerse sancties, en beweerde over inlichtingenrapporten in die zin te beschikken. De VS leggen dus in feite een “rode lijn” voor China vast, en verhogen de druk op Europa om deze te steunen. De ernstige gevolgen van de sancties in Rusland maken deze dreiging voor Beijing zeer reëel.
De EU is al verdeeld over het verscherpen van de sancties tegen Rusland. Een EU-diplomaat vertelde de Times dat zich drie kampen hebben gevormd. Er zijn de hardcore zogenaamde “sanctionistas” zoals Polen en de Baltische staten, die het dichtst bij de oorlog staan en het meeste risico lopen op een militaire escalatie. Zij zijn voor nog strengere sancties, zoals een totaal verbod op de Russische export van energie. Aan de andere kant staan de “contra’s”, Duitsland gesteund door Italië, Hongarije, Griekenland en Bulgarije, die zich verzetten tegen strengere sancties. En dan is er nog de rest.
Deze interne verdeeldheid komt grotendeels overeen met eerdere verdeeldheid over China – het Hongarije van Orban zit in het pro-China kamp, net als van oudsher Duitsland (China was goed voor 38 procent van de verkoop van Duitse autobedrijven in 2021), terwijl aan de andere kant Litouwen verwikkeld is in een ‘David vs. Goliath’ strijd met China die vorig jaar uitmondde in een bredere handelscrisis. De oorlog in Oekraïne heeft diep ingegrepen in het “Belt and Road”-initiatief (BRI). Net als de sancties en andere gevolgen van de oorlog, kan de schade blijvend zijn en nog lang na de oorlog aanhouden. Oekraïne is een belangrijk BRI-land, net als Rusland natuurlijk. Polen, Hongarije, Roemenië en Slowakije zijn BRI-leden die Oekraïne steunen, terwijl BRI-lid Belarus in de oorlog aan de kant van Rusland staat. Hoe ironisch dat de CCP de BRI heeft opgezet als een kracht voor ‘vrede en samenwerking’.
Dit zal Beijing dwingen tot een ingrijpende herevaluatie van de BRI als geheel, die al met aanzienlijke problemen, vastgelopen projecten en geschillen te kampen had, als gevolg van de groeiende schuldencrisis in veel BRI-landen. In Oost-Europa staan miljarden dollars aan Chinese investeringen nu op de tocht door de oorlog van Poetin, met alleen al in Oekraïne voor bijna 3 miljard dollar aan bouwprojecten. China’s 17+1 groep van Oost-Europese landen, een forum voor Chinese investeringen dat overlapt met de BRI, kan ook uiteenvallen. Litouwen heeft de groep vorig jaar verlaten, en de dominante Westerse machten binnen de EU hebben de 17+1 groep altijd beschouwd als een Chinese binnendringer in hun ‘achtertuin’. Dit zou kunnen leiden tot een krachtiger verzet tegen China en druk op de kleinere nationale “schaakstukken” om hun banden met de groep te verbreken.
Taiwan en Oekraïne
De toekomst van Taiwan is verbonden met het conflict in Oekraïne, maar niet op de manier die Xi Jinping oorspronkelijk voor ogen stond. De Chinese diplomatie heeft er altijd op gehamerd dat Oekraïne en Taiwan “niet hetzelfde” zijn, waarbij zij zich concentreert op kwesties van wettigheid en “soevereiniteit”, die, zoals Poetin heeft aangetoond, uiteindelijk geen barrière vormen tegen een hongerig kapitalistisch regime. Taiwan is geen “land” zegt de CCP, terwijl ze het met Poetin oneens is over de vraag of Oekraïne dit onderscheid verdient.
De houding van socialisten wordt gevormd door veel fundamentelere overwegingen: nationaal bewustzijn (dat zowel in Oekraïne als Taiwan duidelijk van toepassing is), democratische aspiraties, angst voor autoritair bewind en militaire agressie. Onder het systeem van kapitalisme en imperialisme zitten de massa’s van beide landen helaas gevangen tussen grotere machten wier agenda’s de verwezenlijking van echte vrede of democratie uitsluiten. Meer over het conflict in Taiwan, zie het artikel: “Komt er een oorlog in Taiwan?” (zie: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)
Xi Jinping geloofde misschien dat het Oekraïne-conflict hem zou versterken in de Straat van Taiwan door Amerikaanse militaire middelen naar Europa af te leiden en door grotere druk op Japan uit te oefenen via zijn alliantie met Rusland. Mogelijk hoopte hij dat bij een snelle en overtuigende Russische overwinning het Westen zou worden ontmaskerd als een papieren tijger. Dit is niet gebeurd. Eerder gebeurt het omgekeerde en Xi’s strategie van ‘hereniging’ met Taiwan lijkt problematischer dan ooit. Dit betekent echter niet dat een Taiwan-oorlog of een Chinese aanval op lange termijn uitgesloten is, zoals sommigen ten onrechte denken. Tot die laatsten behoort een kleine groep die vorig jaar ISA in Taiwan verliet, die de dreiging van een Chinese militaire actie nu afdoet als “bluf” en vanuit die naïeve conclusie niet langer de noodzaak ziet om de onafhankelijkheidsstrijd te koppelen aan het socialisme en gezamenlijke strijd met de arbeidersklasse in China.
De miserabele uitvoering van Poetins invasie tot nu toe, en de mogelijk zware Russische verliezen (onbevestigd), moeten de hardliners in het Volksbevrijdingsleger wakker schudden en duidelijk maken dat een aanval op Taiwan wel eens slecht kan aflopen. Het Russische leger is veel meer gehard in de strijd dan dat van China, en een invasie over land in Oekraïne is eenvoudiger dan een aanval over zee op Taiwan, die volgens militaire deskundigen minstens even moeilijk zou zijn als de landingen in Normandië in 1944. Xi Jinping zal geen oorlog riskeren tenzij hij zeker is van de overwinning, omdat een militaire nederlaag het einde van zijn regime zou kunnen betekenen. Maar Poetin was ook vol vertrouwen. Daarom zal de oorlog in Oekraïne zorgen voor twijfels en een belangrijke strategische herevaluatie in Chinese militaire kringen.
Als Poetin van plan is om Oekraïne te bezetten, een doel dat vandaag steeds minder realistisch lijkt, zullen de VS en de NAVO waarschijnlijk reageren door een rechtse Oekraïense opstand te financieren. Dit zou er, na verscheidene jaren en tegen een verwoestende menselijke prijs, in kunnen slagen de vastberadenheid van Moskou te verzwakken, maar ook de neiging hebben de echte massastrijd te doorkruisen en te doen ontsporen. Ook dit scenario zou ongemakkelijke vragen oproepen bij de Taiwan-haviken van de CCP. Zelfs in de veronderstelling dat het Volksbevrijdingsleger een succesvolle invasie van Taiwan kan uitvoeren, zou de controle over een eiland waarvan de 23 miljoen inwoners in overgrote meerderheid niet door Beijing geregeerd willen worden, na verloop van tijd leiden tot uitputting en desintegratie van de bezettingsmacht.
Toenemend nationalisme
De opleving van het nationalisme aan beide zijden van de Straat van Taiwan maakt de situatie nog onstabieler. De toegenomen vrees in Taiwan dat de agressie van Poetin zijn ‘beste vriend’ Xi ertoe kan aanzetten het eiland aan te vallen, heeft de steun voor de DDP-regering van Tsai-Ing Wen en haar pro-VS-doctrine inzake militarisering versterkt.
Uit een opiniepeiling van de Taiwan International Strategic Study Society van maart bleek dat 70,2% van de Taiwanezen “bereid is ten strijde te trekken” om het eiland tegen China te verdedigen, vergeleken met slechts 40,3% in een peiling van december. Net als andere regeringen gebruikt de DDP de crisis om “nationale eenheid” te creëren als middel om de klassenstrijd te smoren, en om aan te dringen op meer pro-kapitalistische handelsovereenkomsten met de VS en Japan in ruil voor hun “bescherming”. Tsai wil ook de wapenuitgaven verhogen en de dienstplicht verlengen.
Aan Chinese zijde is het luidruchtige online-nationalisme, dat tegenwoordig ook verweven is met Poetinverering en steun voor Rusland, jarenlang door de CCP gecultiveerd, maar nu dreigt het uit de hand te lopen. De online nationalisten, waarvan sommigen dicht bij het fascisme staan, zijn zo fel en zelfverzekerd geworden dat hun venijn niet langer alleen gericht is tegen homoseksuelen, feministen, Taiwanese ‘separatisten’ en Hongkongers, maar zelfs tegen voormalige topnationalisten van de CCP, zoals het geval was met de voormalige redacteur van de Global Times, Hu Xijin, die vorig jaar is opgestapt. Het wordt steeds moeilijker voor Beijing om met deze nationalistische druk om te gaan, omdat het land het risico loopt nog meer ‘speelruimte’ te verliezen en zo nodig een pragmatischer buitenlands beleid te kunnen voeren.
Voor de arbeidersklasse in Azië, Europa en de rest van de wereld opent de oorlog in Oekraïne de deur naar een nog gevaarlijker en tumultueuzer periode van kapitalistische wanorde. Om een einde te maken aan deze en toekomstige oorlogen moet de arbeidersklasse afrekenen met het kapitalisme en het imperialisme. Betogen en zich organiseren tegen de oorlog is een goed begin, maar het is op zichzelf niet genoeg. De situatie vereist meer dan oproepen en druk uitoefenen op regeringen om hun beleid te veranderen. Het vereist dat de arbeidersklasse haar gebrek aan organisatie, haar gebrek aan stem, haar gebrek aan macht overwint. De taak om opnieuw een krachtige socialistische arbeidersbeweging tegen kapitalisme en militarisme op te bouwen is dringender dan ooit.
-
Socialisten en de onafhankelijkheid van Oekraïne. Deel 2

Betogers voor het Oekraïense parlement tijdens Euromaidan (2014) De recente gebeurtenissen in Oekraïne tonen eens te meer aan dat de arbeidersbeweging internationaal een duidelijk programma moet hebben om het recht op zelfbeschikking te waarborgen. We publiceren een uitgebreid dossier over de nationale kwestie in Oekraïne door Walter Chambers van International Socialist Alternative. Het eerste deel ging vooral in op de houding van de bolsjewieken. Vandaag kijken we naar recentere geschiedenis van de val van de Sovjet-Unie tot Euromaidan.
Ineenstorting van de Sovjet-Unie
In zijn oproep die het begin van de huidige oorlog inluidde, stelde Poetin: “Als het gaat om het historische lot van Rusland en zijn volkeren, waren Lenins beginselen van staatsontwikkeling niet alleen een vergissing; ze waren erger dan een vergissing. Dit werd overduidelijk na de ontbinding van de Sovjet-Unie in 1991.”
Hiermee zet Poetin de geschiedenis op zijn kop. Het was niet de benadering van Lenin die zorgde voor centrifugale tendensen in de Sovjet-Unie toen die in een crisis wegzakte. Het was integendeel de haat tegen de autoritaire gecentraliseerde dictatuur die door Stalin en zijn opvolgers was ingesteld.
Het is onmogelijk de nationale kwestie bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie te begrijpen zonder rekening te houden met de enorme littekens als gevolg van de politiek van Stalin. Onderdrukte nationaliteiten begonnen het herstel te eisen van historische gerechtigheid en de teruggave van land en eigendom dat hen eerder was afgenomen. Een bijzonder levendig voorbeeld is dat van de Krim-Tataren, die in 1944 door Stalin van de Krim naar Centraal-Azië waren gedeporteerd. Pas in 1989 kregen de Krim-Tataren de mogelijkheid terug te keren naar de Krim, waar zij nu opnieuw worden gediscrimineerd. Vele volkeren begonnen de kwestie van de wijziging van de grenzen van hun republieken aan de orde te stellen, hun status binnen de federatie in vraag te stellen, of zelfs het recht van hun Unie-republiek op afscheiding van de Sovjet-Unie op te eisen.
Op dat ogenblik was er in onze stroming (toen nog onder de naam CWI) een debat die uiteindelijk leidde tot een splitsing met een minderheid, die onder meer stelde dat de nationale kwestie in de Sovjet-Unie was opgelost. Dit was uiteraard een vergissing, die later kon rechtgezet worden. Maar ook dat gebeurde niet. Tien jaar later schreven ze nog steeds:
“Het is belangrijk in te zien dat Trotski Oekraïne als een speciaal geval zag. Hij stelde voorzichtig de slogan van een ‘onafhankelijk sovjet-Oekraïne’ voor om speciale redenen. Hij heeft nooit dezelfde slogan voorgesteld voor een andere republiek van de Sovjet-Unie. Bovendien is deze slogan niet langer van toepassing op Oekraïne. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie is Oekraïne – net als alle andere voormalige republieken – onafhankelijk geworden. Maar na tien jaar ervaring met de zegeningen van zowel onafhankelijkheid als kapitalisme, willen de massa’s in Oekraïne nu geen van beide. Zij hebben hun conclusies getrokken uit de beangstigende economische en culturele ineenstorting die hiervan het gevolg was. Er is nu een krachtige en groeiende stemming voor terugkeer naar de Sovjet-Unie.” (Alan Woods en Ted Grant, 25 februari 2000, https://www.marxist.com/marxism-national-question250200.htm).
De meerderheid van het CWI begreep toen het grote belang van de nationale kwestie. De poging tot staatsgreep door hardliners in 1991 tegen Gorbatsjov, was het gevolg van het akkoord van de leiders van de Wit-Russische, Oekraïense en Russische Sovjetrepublieken om de gecentraliseerde unie los te laten. Hun nederlaag opende de deur voor een snel proces van kapitalistisch herstel.
Zoals onze stroming in 1991 waarschuwde:
“De ineenstorting van de staatsgreep gaf een enorme impuls aan deze processen. De schok van de staatsgreep en de angst voor een terugkeer naar het stalinisme heeft de steun voor onafhankelijkheid onder de nationaliteiten versterkt. Maar ook de bureaucratie in de republieken baseert zich steeds meer op de pro-onafhankelijkheidsbewegingen om haar eigen positie te handhaven. Binnen enkele uren na het mislukken van de staatsgreep maakten Kravtsjoek (Oekraïne), Nazarbajev (Kazachstan) en Mutalibov (Azerbajdzjan) allemaal een politieke salto, waarbij zij zich uitspraken voor onafhankelijkheid en hun banden met de in diskrediet geraakte Communistische Partij verbraken.” (Revolution and counter-revolution in the Soviet Union)
Het eerste decennium na de val van het stalinisme was de periode van de shocktherapie. Het voormalige Sovjet-apparaat viel uiteen in 15 nieuwe kapitalistische landen. Er was een verschrikkelijke economische crisis als gevolg van de ineenstorting van de planeconomie. Er waren etnische conflicten en burgeroorlogen toen de oude heersende elite en maffiose oligarchen vochten om de buit te verdelen en om de macht over de regio’s. De imperialistische mogendheden kwamen tussen op zoek naar voordelen voor hun eigen nationale belangen.
Er waren oorlogen en conflicten in het voormalige Joegoslavië en in vele delen van de voormalige Sovjet-Unie. Dit proces ging in Rusland gepaard met de desintegratie van de Russische staat. De toenmalige president van Rusland, Jeltsin, verklaarde dat de Russische republieken zoveel soevereiniteit moesten nemen als zij wilden. Dit droeg ertoe bij dat het olierijke Tatarstan, het Verre Oosten en andere regio’s probeerden hun eigen autonomie te vestigen. De opstand in Tsjetsjenië en vervolgens de eerste Tsjetsjeense oorlog waarin het Russische leger vernederd werd, konden dit proces niet stoppen.
Tijdperk van het neoliberalisme
De ineenstorting van de Sovjet-Unie zorgde ervoor dat het kapitalisme bijzonder zelfverzekerd was. De wereld werd bijna unipolair, gedomineerd door het VS-imperialisme. Het proces van neoliberalisme, dat in de jaren tachtig was begonnen, raakte in een stroomversnelling met een toenemende globalisering, de uitbreiding van toeleveringsketens om goedkope arbeid uit te buiten, aanvallen op vakbonden, de verzorgingsstaat en de levensstandaard van arbeiders, de opheffing van handelsbelemmeringen en massale privatiseringen.
Het kapitalistische herstel in China opende nieuwe bronnen van goedkope arbeid, hoewel de elite van de CCP lessen trok uit de ineenstorting van de Sovjet-Unie door een sterke autoritaire staat te handhaven. De hoge groeicijfers hielpen de wereldeconomie in stand te houden.
Internationale instellingen, bedoeld om het neoliberale beleid te ondersteunen, zoals de Wereldhandelsorganisatie en de Wereldbank, dicteerden het economisch beleid. Het VS-imperialisme en de NAVO, aanvankelijk opgericht als een militair blok ter verdediging van het kapitalisme tijdens de eerste koude oorlog, breidden zich uit over Oost-Europa. Er waren de brutale Golfoorlog, het conflict in Afghanistan en de ‘oorlog tegen het terrorisme’, naast de oorlogen in het voormalige Joegoslavië, het bombarderen van Belgrado, Syrië, Libië, Jemen en vele andere. De Europese Unie breidde zich uit, de euro werd ingevoerd als een neoliberaal project waarin de deelnemende staten werden gedwongen hun begrotingstekorten op een laag niveau te houden.
Dit was in het algemeen een periode waarin de verschillende imperialistische en kapitalistische belangen nauwer probeerden samen te werken, uiteraard ten koste van de werkende mensen en de armen.
In 1998 was Rusland zo goed als failliet. De financiële crisis leidde tot een devaluatie van de roebel, waardoor de invoer beperkt werd en de binnenlandse productie winstgevender werd. Bovendien zorgden de stijgende olieprijzen voor meer inkomsten. De tweede Tsjetsjeense oorlog was nu een succes voor het Russische leger. In deze context kwam Poetin aan de macht en begon hij met zijn streven om de macht van de Russische staat te herstellen, eerst in eigen land en vervolgens bij de ‘naaste buren’ van Rusland.
De brutaliteit van de Tsjetsjeense oorlog maakte geen einde aan de samenwerking tussen de nieuwe kapitalistische staat Rusland en het imperialisme. De Verenigde Staten waren op dat ogenblik vastbesloten om hun ‘oorlog tegen het terrorisme’ door te zetten, zelfs indien er bijna een miljoen doden en tientallen miljoenen vluchtelingen waren. Toen hij pas verkozen was als president, sprak Poetin over mogelijke toetreding van Rusland tot de NAVO. De NAVO beschikte zelfs over een basis in Rusland.
De wereldwijde crisis van 2007-8
De wereldwijde economische crisis van 2008-08 vormde een keerpunt in dit proces. Dit viel samen met de Russisch-Georgische oorlog. De wereldeconomie werd gered door onder meer grote liquiditeitsinjecties om de banken en kredietverstrekkers overeind te houden. Deze operatie werd voor een groot deel wereldwijd gecoördineerd. Het werd gevolgd door pogingen van kapitalistische mogendheden, in het bijzonder de EU, om strenge besparingen op te leggen. China speelde een grote rol bij het overeind houden van de economie. In het daaropvolgende decennium groeide de mondiale schuldenberg. Het neoliberale beleid was echter niet langer zo doeltreffend om de kapitalistische winstniveaus te handhaven. Geleidelijk aan verloren aspecten van het neoliberalisme aan kracht.
Er ontstonden nieuwe tegenstellingen tussen de verschillende kapitalistische machten. In plaats van de markt vrij te laten beslissen zonder rekening te houden met de belangen van de afzonderlijke staten, nam de concurrentie tussen de staten toe, zodat de politieke conflicten meer uitgesproken werden. China begon zijn belangen uit te breiden. Rusland begon zijn spierballen te laten zien in de voormalige Sovjet-regio en zelfs nog verder weg in Libië, Syrië en de Centraal-Afrikaanse Republiek. De Russische militaire expansie lag in het verlengde van de politiek die het al sinds de val van de Sovjet-Unie voerde: hybride oorlog waarbij gebruik gemaakt werd van ‘ontkenbare middelen’ (zoals huurlingen) om het ongenoegen van de Russische of Russischsprekende bevolking op te zwepen, de Russische belangen te verdedigen of de expansie van de westerse invloed tegen te gaan, zoals dit bijvoorbeeld in Georgië het geval was.
Oekraïense bevolking tussen hamer en aambeeld
Het nieuwe kapitalistische Oekraïne bevond zich in deze periode als een gijzelaar van het stalinistische verleden, tussen het groeiende Russische imperialisme en de uitbreiding van de EU/NAVO, met zijn eigen corrupte en niet-geconsolideerde kapitalistische klasse, waarvan de verschillende vleugels bereid waren etnische verdeeldheid te zaaien om hun eigen belangen te bevorderen. Deze conflicten kwamen aan het licht tijdens de ‘Oranjerevolutie’ van 2004 na de presidentsverkiezingen waarbij de pro-Russische zittende president Janoekovitsj zijn pro-Westerse rivaal Viktor Joesjenko nipt versloeg, wiens aanhangers beweerden dat er fraude was gepleegd.
Dit was meer dan slechts een conflict tussen twee kandidaten met verschillende politieke programma’s. Omdat er in Oekraïne geen sterk alternatief was voor de arbeidersklasse om tegen het kapitalisme te strijden, was Oekraïne een arena geworden voor een strijd tussen verschillende imperialistische belangen. De Russische elite steunde Janoekovitsj. De VS/EU steunden Joesjenko. De Russische kapitalisten wilden hun overheersing over de Oekraïense economie behouden en het land als betrouwbare strategische partner binnen de eigen alliantie houden. De regering-Bush daarentegen wilde de economie openbreken voor het VS-kapitalisme en de banden van Oekraïne met de NAVO versterken, zodat het land als buffer tegen Rusland zou fungeren.
Janoekovitsj was een vertegenwoordiger van die vleugel van de Oekraïense burgerij die afhankelijk was van de verkoop van grondstoffen en basisproducten. Hij nam actief deel aan uitverkoop van staatseigendommen begin jaren ’90 en had twee gevangenisstraffen uitgezeten voor gewelddadige aanvallen op zijn tegenstanders. Dat geeft aan hoe dicht hij stond bij de bendes van de staatsmaffia die de industrie overnamen via privatisering. Zijn clan was er meer dan alle andere in geïnteresseerd de lonen op een laag peil te houden. Joesjenko’s alternatief was de Russische eigenaars eruit te duwen en westers kapitaal toe te laten, wat zeker zou leiden tot minder jobs en lagere lonen.
Alle pro-kapitalistische partijen die verwikkeld waren in de strijd om macht en invloed gebruikten, en gebruiken nog steeds, de explosieve nationale kwestie om hun doelen te bevorderen. De ‘Partij van de Regio’s’ van Janoekovitsj eiste de federalisering van Oekraïne. In de omstandigheden van de markteconomie in Oekraïne zou een poging tot federalisering niet meer zijn dan een verdere poging om macht en rijkdom te herverdelen tussen verschillende delen van de heersende elite. Dit ging gepaard met propaganda over hoe de rijke industriële regio’s uit het oosten van Oekraïne de armere en meer nationalistische regio’s in het westen niet langer moesten ‘subsidiëren’.
De taalkwestie
Dit conflict vond zijn weerslag in de discussie over de taalkwestie, met het geschil over Oekraïense en Russische taalrechten. De regering Joesjenko, die beweerde de “democratische waarden” te steunen, probeerde de ‘Oekraïnisering’ van de samenleving door te drukken, ook al bleek zij niet in staat de echte ontwikkeling van de Oekraïense cultuur te garanderen. Zijn regering probeerde de Oekraïense taal te versterken door de Russische taal te verdringen. Nationalisten van beide partijen proberen de taalkwestie aan te grijpen om de nationale en taalkundige verdeeldheid binnen Oekraïne te vergroten. Geen van de belangrijkste partijen geeft een duidelijk antwoord op de vraag: “Hoe kunnen de Oekraïense taal en cultuur worden ondersteund zonder de Russische taal te schaden en vice versa?”
Hoewel Joesjenko president was in de jaren na de oranjerevolutie (2005-2010), benoemde hij Janoekovitsj tot premier. Hij bekleedde die post van 2006-2010, toen hij vervolgens tot president werd verkozen. Ondanks zijn eerdere eisen voor de federalisering van Oekraïne, werd er geen vooruitgang geboekt in die richting.
In een land als Oekraïne steunen socialisten het standpunt van Lenin over de taalkwestie. Hij bekritiseerde de Russische liberalen die stelden dat de Russische taal een essentieel onderdeel van de Russische cultuur en de natie was en daarom verplicht moest zijn. Hij betoogde:
“De Russische marxisten zeggen dat er geen verplichte officiële taal moet komen, dat de bevolking voorzien moet worden van scholen waar het onderwijs wordt gegeven in alle nationale talen en dat er een regel in de grondwet moet worden opgenomen, die alle voorrechten van de ene natie boven de andere ongeldig verklaart, tezamen met alle schendingen van de rechten van nationale minderheden.” (Lenin: Is een verplichte nationale taal nodig? Zie: https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1914/1914taal.htm)
Alle partijen hebben in debatten over de taal in het onafhankelijke Oekraïne echter een zekere mate van staatsdwang gesteund. Tot 2012 werd enkel het Oekraïens erkend als de officiële staatstaal, ook al spraken veel Oekraïners die taal niet. In 2012 nam de regering-Janoekovitsj een nieuwe wet aan, waardoor Russisch de tweede staatstaal werd in de regio’s waar de meerderheid die taal sprak. Roemeens en Hongaars werden ook erkend. Door de manier waarop de nationale kwestie in het vorige decennium zo gepolariseerd was, werd deze stap echter gezien als een manier om het gebruik van het Oekraïens te ondergraven. Beide partijen bespaarden op middelen voor onderwijs en cultuur, waar beide talen onder te lijden hadden.
EuroMaidan
Oekraïne heeft zwaar geleden onder het herstel van het kapitalisme en dat nog werd verergerd door de wereldwijde crisis. Het bbp van het land bereikte een hoogtepunt in 2008, waarna het in 2009 met 15% afnam. Tot vandaag heeft het zijn niveau van 2008 nog niet opnieuw behaald. In 2014 was het bbp per hoofd van de bevolking het op twee na laagste in Europa, na Kosova en Moldavië. Dit is de echte onderliggende oorzaak van de nieuwe golf van protesten die bekend is geworden als EuroMaidan. Ondanks zijn pro-Russische geloofsbrieven had Janoekovitsj geprobeerd een ‘associatieovereenkomst’ met de EU te sluiten. Dit was een vrijhandelsovereenkomst, die zou hebben betekend dat de gas- en verwarmingstarieven voor de bevolking met 40% werden verhoogd, de lonen bevroren en de btw verhoogd, naast andere aanvallen op de werkende bevolking. Dit zou hebben betekend dat de EU haar eerdere leningen zou herfinancieren.
Op het laatste moment veranderde Janoekovitsj echter van gedachten, en stemde hij met het Kremlin in met een reddingsoperatie ter waarde van 15 miljard dollar. Voor velen was dit een enorme schok, omdat zij de slechte economische situatie associeerden met de nauwe banden met de Russische economie. Zij zagen Janoekovitsj en de zijnen als corrupt, en maakten zich zorgen over de toenemende aantasting van democratische rechten. Menigten begonnen zich te verzamelen op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev (Maidan Nezalezhnosti).
Zoals we toen rapporteerden:
“Het lijkt nu moeilijk te geloven, maar tijdens de eerste dagen van Euromaidan heerste er een vakantiestemming. Veel studenten zagen het als een grote picknick en stelden dat ze geen enkel specifiek politiek idee steunden. Op een grote meeting op 24 november was er veel steun voor de toespraken van de centrale oppositiepartijen. De betogers riepen: ‘Weg met de kliek’, waarmee ze verwezen naar de kliek van Janoekovitsj. Een aantal nationalistische sprekers probeerde de tegenstellingen tegen de ‘Moskali’ (een beledigende omschrijving voor Russisch-sprekenden) op te drijven.” (‘Bloedbad in Kiev. Achtergrond bij de crisis in Oekraïne’)
Extreemrechts steekt de kop op
Deze sfeer duurde echter niet lang. In het begin waren de protesten sterker in West-Oekraïne, dat zowel het armste deel is, als het deel met de sterkste Oekraïense identiteit. Een groot deel van West-Oekraïne had voor de Tweede Wereldoorlog bij Polen gehoord. Wat ontbrak was een arbeiders- of linkse organisatie die het verzet tegen het corrupte en ondemocratische kapitalistische regime kon kanaliseren.
Geleidelijk aan begonnen de extreemrechtse groeperingen Svoboda en Rechtse Sector te wedijveren met de liberale burgerij om de protesten te domineren. Extreemrechts kreeg de reputatie bereid te zijn de politie uit te dagen. De reactie van het regime was repressie. Half december werd Maidan aangevallen door de oproerpolitie Berkut, waarbij verschillende gewonden vielen. Het regime haastte zich een reeks dictatoriale wetten erdoor te drukken. Dit deed de crisis alleen maar escaleren. Tegen midden februari hadden de protesten zich over het hele land verspreid, onder meer in Charkov, Donetsk, Loegansk, Odessa, en zelfs op de Krim. Op 18-20 februari probeerden duizenden mensen naar het parlement in Kiev te marcheren, waar ze werden beschoten door de politie, met meer dan 100 doden tot gevolg. Omdat hij de situatie niet onder controle kon houden, werd Janoekovitsj gedwongen te vluchten.
Zoals wij vlak na EuroMaidan schreven:
“De uitkomst van Maidan stond niet van tevoren vast. Soortgelijke bewegingen, vaak ‘kleurrevoluties’ genoemd, ontstaan als gevolg van de massale ontevredenheid met de sociale en politieke omstandigheden. Het bewustzijnsniveau van de deelnemers zeer laag is en de ideeën zijn echter zeer verward. Er zijn vele voorbeelden wanneer dergelijke bewegingen, die beginnen met verwarde en zelfs reactionaire ideeën, vervolgens in revolutionaire richting kunnen omslaan. In 1905 droeg een massademonstratie onder leiding van pastoor Gapon portretten van de tsaar mee [bij het begin van de eerste Russische revolutie]. Vervolgens waren de sociaaldemocraten [zoals de revolutionaire marxisten toen werden genoemd], in het bijzonder diegenen die zich rond Trotski hadden georganiseerd, in staat om de beweging in een revolutionaire algemene staking om te zetten. Dat kon omdat ze tussenkwamen met een duidelijk klassenprogramma. Hoewel de betogers op EuroMaidan geen portretten van de tsaar droegen, maar EU-vlaggen, werden zij gedreven door dezelfde verarmde levensstandaard, corruptie en de groeiende tendens naar autoritarisme. Ze werden tot woede gedreven door het geweld van de Berkut en de op 16 januari aangenomen dictatoriale wetten. Als er een sterke linkse organisatie was geweest, gebaseerd op de arbeidersklasse en met duidelijke antwoorden [op de problemen van] corruptie, voor democratische en nationale rechten, dan had de woede die op Maidan werd getoond zich tegen de oligarchen kunnen keren.”
Morgen in deel 3: van de nasleep van Euromaidan tot de huidige oorlog en socialistische voorstellen over de nationale kwestie in Oekraïne
-
VS en NAVO: hypocrieten en valse vrienden van Oekraïense bevolking

De invasie van Oekraïne schokt de wereld door de brutale bombardementen van steden, het creëren van een nieuwe vluchtelingencrisis en de duidelijke imperialistische ambities achter het hele oorlogsproject. Tegelijk is er een indrukwekkend verzet van de bevolking van Oekraïne en moedig protest tegen de oorlog in Rusland. Overal ter wereld komen mensen op straat uit solidariteit met de slachtoffers van de oorlog. Velen willen al het mogelijke doen om de bevolking van Oekraïne te steunen. Sommigen kijken hiervoor naar de VS en de NAVO, als enig mogelijke tegengewicht voor de macht van het Russische leger en de staat.
door Conor Payne
Geen vertrouwen in de VS en NAVO
De VS en de NAVO zijn echter valse vrienden die absoluut niet kunnen vertrouwd worden. De VS en de andere grootmachten die de NAVO vormen (Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland …) zijn geen verdedigers van democratie, vrede of nationale rechten. De VS is de grootste imperialistische macht ter wereld, die regelmatig regeringen afzet als die niet in de pas van de Amerikaanse belangen lopen. Het VS-imperialisme verdedigt wereldwijd de belangen van de grote kapitalisten uit de VS, waaronder banken, energiebedrijven en de wapensector.
De VS en Groot-Brittannië gingen in 2003 over tot de invasie van Irak, waarbij tot een miljoen doden vielen. Pas recent maakten ze een einde aan de rampzalige 20 jaar lange bezetting van Afghanistan, waarbij ze het land achterlieten onder controle van de Taliban en met een dreigende hongersnood. Ze klagen de invasie van Oekraïne aan, maar steunen tegelijk de niet minder brutale Saoedische oorlog tegen Jemen en de Israëlische bezetting van Palestina. Dan wordt er niet over het ‘internationale recht’, de ‘nationale soevereiniteit’ of de ‘territoriale integriteit’ gesproken. Dat zijn frasen die enkel gebruikt worden als het hen uitkomt.
Imperialistische rivaliteit
Voor zowel de VS als Rusland is dit een rivaliteit tussen grootmachten over in wiens ‘invloedssfeer’ Oekraïne en andere Oost-Europese landen moeten vallen. Dit gebeurt in de context van een nieuwe koude oorlog tussen de VS en China. De NAVO is een door de VS geleide militaire alliantie die oorspronkelijk werd opgezet om de Sovjet-Unie te bestrijden. Na de val van de Sovjet-Unie is de NAVO naar het Oosten uitgebreid, waarbij verschillende Oost-Europese landen zoals Polen en de Baltische staten lid werden en de NAVO zo tot aan de grenzen van Rusland komt.
De geplande verdere uitbreiding met Oekraïne en Georgië zou dit proces aanzienlijk versterken. De klachten van Poetin hierover zijn bijzonder hypocriet, zelf beschouwt hij Oekraïne slechts als de ‘achtertuin’ van Rusland zonder enig recht op zelfbeschikking.
Desalniettemin is het een feit dat de NAVO-expansie heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van dit conflict en, belangrijker nog, dat brede lagen van de Russische bevolking geen vertrouwen hebben in de VS en de NAVO. Elke betrokkenheid van de VS en de NAVO in dit conflict zal de ontwikkelende oppositie tegen de oorlog in Rusland zelf ondermijnen en zal door het regime van Poetin aangegrepen worden om het nationalisme op te kloppen, iets waar hij tot hiertoe grotendeels in faalt. De ‘steun’ van de NAVO-machten aan Oekraïne zal bovendien slechts beperkt zijn tot zover het de eigen enge imperialistische belangen dient.
Anti-oorlogsbeweging door werkende klasse
Er is een reëel gevaar van escalerende spanningen tussen de blokken en een toegenomen militarisering aan alle kanten. Er zijn oproepen voor meer wapenuitgaven, een doorgedreven militarisering van de EU, uitbreiding van de NAVO-troepen en wapens in de regio. Dit alles zal niet tot vrede leiden. Het stelt integendeel het gevaar van een verdere escalatie van deze oorlog, met rampzalige gevolgen voor de wereld. Een nucleaire oorlog wordt opnieuw een reële dreiging.
De werkende klasse kan niet vertrouwen op gelijk welke kapitalistische heersende klasse om dit conflict op te lossen. Er is integendeel een beweging van onderuit tegen oorlog en imperialisme nodig, in solidariteit met de werkende klasse van Oekraïne en voor hun recht op zelfverdediging. Om de oorlogsmachine te stoppen, is er nood aan een massabeweging, ook in Rusland, en arbeidersactie, bijvoorbeeld om het transport van wapens of andere oorlogshandelingen van Poetin te stoppen. Dat is het alternatief waar we voor opkomen.
-
Een massale internationale beweging van de werkende klasse kan de oorlog stoppen

Op de internationale vrouwendag hadden we slogans tegen de oorlog bij. Foto door James uit Brussel De verschrikkingen van de oorlog in Oekraïne raken velen. Vrijwilligers melden zich aan om vluchtelingen op te vangen of om hulpgoederen te verzamelen. Eens te meer is de solidariteit van onderuit indrukwekkend. Die solidariteit staat in schril contrast met de strijd – letterlijk – om invloedssferen en markten die de imperialistische machten wereldwijd voeren. Het is bij onze solidariteit dat een antwoord op de oorlog moet gezocht worden.
Edito door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist
Escalatie, sancties, diplomatie?
De oorlogspropaganda draait op volle toeren. De verschrikkingen van de Russische invasie worden gebruikt om bij ons de steun voor investeringen in het leger en oorlogsvoering op te voeren. De mensen wordt wijsgemaakt dat een oorlog enkel op militaire wijze kan gestopt worden. Sommigen vragen zich af als hun eerder protest tegen onder meer de F35’s, de NAVO of de ontwikkeling van een Europees leger fout was. Het moet echter duidelijk zijn dat een escalatie van een oorlog tussen kernmachten niet in ons belang is. In Libië, Syrië, Somalië, Irak, Afghanistan … toonde het VS-imperialisme dat het geen vrede en vooruitgang brengt. Waarom zou dit in Oekraïne anders zijn?
De sancties worden voorgesteld als ‘gericht’, maar treffen vooral de werkenden in Rusland. Helemaal absurd werd het toen Vlaams minister van onderwijs Ben Weyts (N-VA) de studiebeurzen van Russische studenten hier wilde afnemen, terwijl studenten in Rusland vooraan staan in het protest tegen het dictatoriale regime van Poetin. The Economist voorspelde dat de sancties die nu internationaal genomen worden de Russische “middenklasse waarschijnlijk aan flarden zullen schieten.” Verwacht wordt dat binnenkort een miljoen Russische arbeiders werkloos zullen worden door sancties en oorlog. Het anti-Russische nationalisme dat de bevolking gelijkstelt met Poetin, verzwakt het protest in Rusland zelf en helpt Poetin in een poging om zijn wankele steun overeind te houden.
Nog anderen vestigen alle hoop op onderhandelingen en diplomatie. Nochtans is oorlog de verderzetting van politiek met andere middelen, waarbij de onderliggende tegenstellingen niet zomaar weg kunnen onderhandeld worden. “Kapitalisme draagt oorlog in zich zoals een donkere wolk regen,” merkte Jean Jaurès vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op. We kunnen niet op de wolken rekenen om de regen te stoppen en evenmin op de politieke vertegenwoordigers van het kapitalisme om een einde te maken aan oorlog.
Massabeweging nodig
De sleutel tot verandering ligt bij de werkende klasse en de jongeren. Democratisch georganiseerde zelfverdediging door werkenden en jongeren in Oekraïne kan een bezetting van het land quasi onmogelijk maken. Dergelijke verdediging vanuit de werkende klasse verdient al onze steun. Massaal protest elders, uiteraard zeker in Rusland, kan de politieke basis voor oorlogsvoerende partijen compleet ondermijnen. Jongeren kunnen met dynamische acties een aanzet geven om tot een sterke beweging te komen. Uiteindelijk moet het protest echter naar de werkvloer gebracht worden. Met een arbeidersboycot kan het produceren, leveren en transporteren van wapens en soldaten gestopt worden.
De massale anti-oorlogsbeweging in 2003, nog voor de invasie in Irak door de VS en Groot-Brittannië, zorgde ervoor dat een aantal Europese landen niet meedeed met de invasie. Het kon de oorlog zelf echter niet stoppen. Dat was enkel mogelijk geweest indien de arbeidersbeweging zich actief en op de werkvloer met de kwestie had gemoeid.
Oorlogen eindigen doorgaans door uitputting, nederlagen en vernietiging, of door massaal protest die een verderzetting ervan onmogelijk maakt. De arbeidersklasse heeft er alle belang bij dat het door massabewegingen en revoluties is dat de oorlog gestopt wordt en niet door vernietiging waar ze zelf het grootste slachtoffer van is.
Massaal protest in de VS gecombineerd met militaire nederlagen maakten in de jaren 1970 een verderzetting van de oorlog in Vietnam onmogelijk. De Russische Revolutie in 1917 en vervolgens het begin van de Duitse Revolutie in november 1918 zorgden voor het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Dit is ook vandaag mogelijk: een massale beweging in Rusland kan een einde maken aan het bewind van Poetin. Een internationale beweging tegen oorlog en imperialisme kan dit protest in Rusland versterken en ervoor zorgen dat het einde van Poetin niet betekent dat hij vervangen wordt door een nieuwe Poetin, al dan niet in een meer pro-Westerse variant.
Alternatief
Massaprotest moet gekoppeld worden aan een alternatief. Onduidelijkheid daarover is een zwakte die meedogenloos uitgespeeld wordt door dictators en oorlogszuchtige leiders. Het speelde mee in het bloedig neerslaan van de protestbewegingen in Wit-Rusland en Kazachstan de voorbije maanden.
Socialisten scheppen niet het historische toneel waarop ze actief zijn. We handelen op het terrein dat de geschiedenis voor ons geschapen heeft. Het betekent vandaag dat we elke mogelijkheid aangrijpen om het verzet van de werkende klasse en de jongeren tegen oorlog en barbarij te versterken. We doen dit met een socialistisch programma van maatschappijverandering. Zoals Trotski in zijn analyses tijdens de Eerste Wereldoorlog al opmerkte: “Oorlogen lossen de sociale kwestie niet op, maar verscherpen haar omdat ze de kapitalistische wereld voor twee mogelijkheden stellen: permanente oorlogen of revolutie.”
Met deze anti-oorlogseditie van De Linkse Socialist brengen we argumenten, analyses en voorstellen om met de werkende klasse sterker te staan in de opbouw van massabewegingen die niet enkel de oorlog stoppen, maar ook het kapitalistische systeem dat oorlog voortbrengt.
-
Stop Poetins oorlog! Bouw een massabeweging tegen oorlog en imperialisme

Doe mee met het ALS-ROSA blok op de nationale betoging “Europe for Peace” in Brussel op 27 maart
Op 24 februari werden we wakker met een oorlog in het hart van Oost-Europa, een oorlog die de hele regio en de wereld in een militaire explosie dreigt te storten. De misdadige invasie van Oekraïne door het Russische regime treft de werkende klasse van Oekraïne en Rusland bijzonder hard. De schok van de invasie wordt wereldwijd gevoeld. Werkenden en armen overal ter wereld betalen de prijs in hun energiefacturen en voedselprijzen. Ondertussen leiden de regeringen publiek geld af naar groeiende militaire budgetten. Massamobilisaties zoals in Duitsland zijn nodig om ons ongenoegen over de oorlogsescalatie te uiten en om een echt alternatief naar voren te schuiven.
Tienduizenden zijn al omgekomen. Meer dan 1.5 miljoen mensen ontvluchtten het land op zoek naar onderdak in Polen of Roemenië, en bijna 2 miljoen anderen zijn intern ontheemd.
Een enorme golf van solidariteit verwelkomt de vluchtelingenstroom die uit vrouwen en kinderen bestaat. Het beleid volgt echter niet. Decennia neoliberaal beleid in de EU hebben het onmogelijk gemaakt voor regeringen om degelijke huisvesting en inkomen te voorzien voor vluchtelingen uit Oekraïne en elders ter wereld. Dat wordt versterkt door de asociale migratiepolitiek van Fort Europa, die discriminatie aan de grenzen aanwakkert.Vrouwen worden extra hard geraakt door de oorlog. Zij die vluchten en zij die blijven zijn kwetsbaar voor allerlei fysiek en psychologisch geweld. Ondertussen vullen wapenproducenten hun zakken met de enorme winsten dankzij groeiende militaire uitgaven. De krachtsverhouding in Europa en de wereld vervalt tot haar kern, armen en onderdrukten moeten de prijs betalen. Werkenden en jongeren hebben niets te winnen bij deze oorlog en moeten zich collectief organiseren om een echt alternatief gebaseerd op internationale solidariteit naar voren te schuiven.
Deze oorlog wordt vooral gevoerd in het belang van het Russisch imperialisme, maar alle imperialistische krachten zijn betrokken. De VS en NAVO speelden een sleutelrol in het opdrijven van de spanningen in Oost-Europa en handelen enkel in hun geopolitiek belang, ze maken zich weinig zorgen over het welzijn van mensen in Oekraïne. De competitie tussen de VS en China voor een nieuwe opdeling van de wereldmarkt zal nieuwe militaire confrontaties met zich meebrengen. De dreiging van een totale oorlog tussen de nucleaire superkrachten van deze wereld is dichter dan ooit en geen enkel leeg akkoord of gewapende diplomatiek kan dat oplossen. We hebben nood aan een internationale massabeweging die een antwoord biedt op de oorzaak van deze wedijver en het leed die het meebrengt.
Overal in Oekraïne, Rusland en Belarus organiseren jongeren en werkenden acties tegen Poetins criminele invasie. Ze eisen een eind aan de oorlog. Ondanks de groeiende repressie: meer dan 14.000 activisten werden de afgelopen weken in Rusland gearresteerd. We moeten de anti-oorlogsprotesten in Rusland steunen, ze hebben een cruciale rol te spelen om Poetin te stoppen zonder extra leed voor jongeren en werkenden aan te brengen. Met internationaal gecoördineerde massa actie tegen de oorlog en alle imperialistische oorlogsstokers die er winst op maken, kunnen we de systemische wortels van deze tragedie uitdagen en de basis leggen voor een samenleving vrij van uitbuiting, oorlog en onderdrukking. Als je hier mee akkoord gaat, stap dan mee in het ALS-ROSA blok tegen oorlog en imperialisme op de nationale betoging “Europe for Peace” op 27 maart in Brussel. We strijden samen om onze noden boven de winsten van kapitalistische oorlogsstokers te plaatsen.
Wil je ons helpen de beweging verder uit te bouwen? Help ons acties op jouw school, universiteit of werkplaats organiseren.
We eisen:
- Stop oorlog in Oekraïne! Trek de Russische troepen nu terug!
- Voor het recht van de Oekraïners om over hun eigen toekomst te beslissen, inclusief het recht op zelfbeschikking voor minderheden!
- Geen vertrouwen in het imperialisme en de wapenwedloop van de VS/NAVO
- Nee tegen het racistische vluchtelingenbeleid van de EU! Open veilige en legale routes voor alle vluchtelingen.
- Toegang tot fatsoenlijke huisvesting, gezondheidszorg en werk of uitkeringen voor iedereen!
- Geen illusies in de diplomatie van de oorlogszuchtigen. Voor een internationale massabeweging tegen oorlog en imperialisme!
- Steun aan het Russische protest tegen de oorlog en het regime van Poetin
- Voor een internationalistisch socialistisch alternatief voor kapitalistische conflicten die leiden tot oorlog en vernietiging.
-
“Denazificeren”? Regime van Poetin kan beter eerst voor eigen deur vegen…

Het was opmerkelijk in de argumentatie om Oekraïne binnen te vallen: het Russische regime stelde dat het ‘denazificeren’ van het land een uitdrukkelijk doel was. Poetin verwees naar de strijd tegen het fascisme in de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ (de Tweede Wereldoorlog). Dat is een vreemd argument van een regime dat al jarenlang steun geeft aan allerhande extreemrechtse organisaties.
Extreemrechtse vrienden
In 2016 sloot Verenigd Rusland, de partij van Poetin, een alliantie-akkoord met het Oostenrijkse FPÖ. Ze kwamen overeen om informatie over internationale betrekkingen uit te wisselen. Algemeen werd aangenomen dat er voor de FPÖ ook financieel voordeel aan verbonden was. Pas in december vorig jaar kondigde de FPÖ aan dat het akkoord niet zou verlengd worden. De Franse presidentskandidate Marine Le Pen leende voor haar vorige campagne Russisch geld. Haar extreemrechtse concullega Zemmour verklaarde in 2018 dat hij droomde van “een Franse Poetin.”
In ons land zijn er bij het Vlaams Belang wel wat Poetin-fans. Aan het Russisch consulaat in Antwerpen haalden ze snel hun informatieblad aan de ingang weg, maar daar stond bij het begin van de oorlog nog een fotoverslag op van een bezoek aan het Vlaams Parlement in januari dit jaar. Dat gebeurde op uitnodiging van Filip Dewinter, die Poetin eerder omschreef als een “politiek voorbeeld.” Tijdens het ‘referendum’ over de annexatie van de Krim in 2014 trok een VB-delegatie ter plekke als ‘waarnemer’. Eén van de drie parlementsleden, Frank Creyelman, viel op door zijn dronken toestand. In de marge van extreemrechts zijn er neonazi’s die bijzonder actief zijn in het verdedigen van het Russische regime.
In Rusland aarzelt het regime niet om gebruik te maken van extreemrechts. Zo is er de Wagner-militie die regelmatig als huurlingenleger wordt ingezet.
De oorlog dwong extreemrechts in Europa om een bocht te maken en afstand te nemen van Poetin. Het gaat om opportunisme om geen stemmen te verliezen. Ondertussen blijft het feit overeind dat het Russische regime in West-Europa politieke invloed probeerde uit te bouwen via extreemrechts.
Azov-bataljon
Het is niet omdat het argument van Poetin compleet absurd is, dat we de ogen moeten sluiten voor het gevaar van extreemrechts in Oekraïne. Het is schandalig hoe de gevestigde media dat gevaar vandaag minimaliseren. Zo schreef de nieuwsredactie van VRT op haar website dat de neonazi’s van het Azov-bataljon, dat na Euromaidan in het leger werd opgenomen, “slechts een klein onderdeel” van het leger vormt en met 300 tot 1200 strijders een “marginaal fenomeen” vormt.
Het moet duidelijk zijn: extreemrechts heeft geen antwoord op de noden van de meerderheid van de bevolking, noch in Rusland, noch in Oekraïne, noch hier in België.
-
Hoe ook jij hier de anti-oorlogsbeweging zo sterk mogelijk kan maken

Enkel een internationale anti-oorlogsbeweging van jongeren en de werkende klasse kan aan deze oorlog een einde maken, een uitbreiding naar andere landen stoppen en toekomstige oorlogen een halt toeroepen. Dat is het uitgangspunt van LSP. Daarom rekenen we niet op de NAVO, de EU of onze regeringen. Zij hebben niet alleen de voorwaarden voor het ontstaan van deze oorlog mee helpen voorbereiden, ze bestrijden de oorlog ook enkel met meer oorlog.
door Els Deschoemacker
De horror van wat zich in Oekraïne afspeelt schokt de hele wereld. Het zorgt voor een enorme solidariteit met degenen die zich organiseren om verzet te bieden in Oekraïne, waar de Russische invasie botst op heldhaftig verzet van de bevolking. Er is ook solidariteit met wie vlucht, de miljoenen vrouwen en kinderen die hun hebben en houden achterlaten om een onzeker leven als vluchteling tegemoet te gaan, niet zeker wanneer of als ze ooit kunnen terugkeren. Verder is er ook solidariteit met de duizenden jongeren en werkenden die in Rusland sinds het begin van de oorlog protesteerden, ondanks dwingende repressie en censuur.
Ook in België is er een immense solidariteit. Tienduizenden mensen maken plaats vrij om bij hen thuis vluchtelingen op te vangen. Er wordt massaal voedsel, medicijnen en hulpgoederen verzameld, naast het storten van geld voor hulporganisaties. Deze solidariteit is zeer belangrijk, maar zou eigenlijk maatschappelijk moeten georganiseerd worden en niet afhankelijk zijn van onze beperkte inkomens. Tegelijk is er het besef dat solidariteit op zich de dynamiek van oorlog niet zal stoppen.
Ondanks de brede solidariteit blijft het protest tegen de oorlog voorlopig beperkt tot voornamelijk lokale betogingen, grotendeels georganiseerd door de Oekraïense gemeenschap in België. De grootste tot hiertoe – op 6 maart – trok enkele duizenden deelnemers. Het kwam niet in de buurt van het protest tegen de oorlog in Irak, toen voor het begin van de oorlog miljoenen mensen op straat kwamen (waarvan 100.000 in Brussel) en Dag X, de dag van het begin van de oorlog. Dit waren wellicht de grootste wereldwijde protestdagen ooit.
Dit komt deels omdat de schok van de oorlog ondanks de grootschalige militaire opbouw van Russische troepen toch nog onverwacht kwam. Omdat tegenover het Russische geweld, met recht aanzien als de grote en brutale agressor, de propaganda van de westerse regimes voor een deel aanvaard wordt. Die propaganda stelt dat er tegenover de militaire opbouw van Rusland een zelfde Europese opbouw moet staan. Dit leidt tot ongeziene verhogingen van de militaire budgetten in zowat alle landen, ook in België. Het gaat om een militaire wapenwedloop die slechts meer oorlog voorbereidt, waarbij economische belangen niet langer enkel op het economische maar ook op het militaire slagveld bevochten worden.
Arbeidersbeweging moet stempel drukken
Daartegenover moet de arbeidersbeweging haar belangen stellen. Deze oorlog is niet in het belang van de Oekraïense bevolking, noch in die van de Russische, noch in die van de bevolking in België of elders. Dit zal de komende tijd duidelijk worden wanneer de gevolgen in de vorm van galopperende inflatie onze koopkracht verder fnuiken, terwijl het de oorlogskassen van de wapenfabrikanten en energiebedrijven rijkelijk zal spekken.
De werkgeversorganisaties zullen er als eerste bij zijn om voor ‘solidariteit’ te pleiten. Een solidariteit die betaald wordt door de werkende klasse en waarvan de winsten blijven stromen naar de bedrijfskassen. In naam van de solidariteit wordt nu al een loonmatiging voorgesteld en wordt het lijden van de Belgische arbeidersgezinnen tegenover dat van de Oekraïense gezinnen geplaatst. De bazen misbruiken de term solidariteit om zichzelf op basis van verdeeldheid te blijven verrijken.
Tegenover de hypocrisie van de bazen en de oproepen tot meer wapengeweld van de regeringen, moeten wij de kracht van de arbeidersbeweging plaatsen. Het regime van Poetin kan gestopt worden door massaal protest, waarvoor we alle mogelijke middelen en solidariteit vanuit ons land moeten gebruiken. In Oekraïne moeten we het recht op zelfverdediging en zelfbeschikking verdedigen, inclusief van alle minderheden. We moeten ook onze regeringen bestrijden die de belangen van de Westerse oorlogsmachine verdedigen.
De arbeidersbeweging in België is sterk. Het is één van de best georganiseerde ter wereld. Ook de tradities van jongerenprotest zijn de afgelopen jaren heropgebouwd. Op onze bedrijven en scholen kunnen protesten worden georganiseerd die zich uitspreken tegen deze oorlog. Dit kan gaan van symbolische acties van sit-ins of die-ins tot het organiseren van stakingen en betogingen die de belangen van alle oorlogsbelanghebbenden in het vizier nemen.
Daarbij gaan we altijd uit wie de acties treffen. Onze acties moeten de Russische heersende klasse treffen, en die van ons hier, niet de gezinnen. De sancties zoals die vandaag getroffen worden zijn contraproductief. Bovendien dreigen ze te leiden tot een gelijkstelling van het Russische regime met de Russische bevolking. Een studente die reageerde op het voorstel van Ben Weyts om de studiebeurzen van Russische studenten af te nemen, merkte terecht op dat die bevolking (en zeker de jongeren) “al jaren op straat komt tegen het regime van Poetin.”Onze acties moeten het verzet en de belangen van de werkende bevolking in Oekraïne, Rusland en elders dienen en niet die van één van de oorlogskampen. Dat is wat we verstaan onder een internationale beweging van werkenden en jongeren tegen oorlog en kapitalisme.
Sancties treffen 400 chemie-arbeiders in Antwerpen. Reactie van het ABVV
ABVV BASF reageerde op de beslissing om EuroChem, een bedrijf met 400 werknemers, stil te leggen als gevolg van de sancties tegen oligarch Melninchenko. “We kunnen niet toestaan dat honderden gezinnen nog eens extra worden getroffen door sancties terwijl de energie- en brandstofprijzen exploderen. Alsof onze tijdelijke werkloosheid het conflict zal oplossen. Alsof Melnichenko daardoor een boterham minder zal eten.” De vakbond voegde eraan toe: “De werkende klasse mag vechten en lijden voor de belangen van de politieke en economische elites in deze wereld. Dit moet stoppen.” ABVV BASF eindigde met deze oproep: “Voor de onmiddellijke opbouw van een vreedzame anti-oorlogsbeweging in het Westen én Rusland. Wij zijn paraat!”