Your cart is currently empty!
Tag: klimaat
-
Klimaatbeweging: opbouwen naar nieuwe massale acties
De voorbije maanden domineerde de klimaatbeweging het maatschappelijke debat. De methode van stakingen en de massale schaal van de beweging waren daarbij van doorslaggevend belang. De stakingsacties hadden een impact en creëerden een zichtbaarheid die onmogelijk was geweest indien het bij symbolische acties, acties binnen de school of zelfs betogingen in het weekend was gebleven. Het massale karakter van de stakingsacties was een tweede cruciale factor. Het zorgde ervoor dat jongeren zagen dat ze niet alleen zijn, dat hun ongerustheid en kwaadheid gedeeld worden door duizenden, tienduizenden, zelfs honderdduizenden anderen.Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Dat heeft niet alleen de vastberadenheid versterkt, het heeft ook de politieke wereld onder druk gezet en voor een internationale zichtbaarheid gezorgd. De massale acties legden de tegenstelling met een groot deel van de politieke wereld bloot. Het is waar dat niet alle politici de stakingsacties afdeden als onverantwoordelijk of puberaal zoals De Wever, Schauvlieghe of Jinnih Beels, maar het toonde wel aan dat het maatschappelijk debat meer is dan wat media en politici er in “normale tijden” van maken. Enkel onder druk van de scholierenacties moesten politici de “business as usual” even opzij zetten en zich uitspreken over de klimaatproblematiek.
Massale actie heropbouwen
Sinds 15 maart is het aantal stakers en betogers op donderdag minder hoog. Het is uiteraard onmogelijk om een massabeweging onophoudelijk te doen groeien of om week in, week uit dezelfde aantallen te mobiliseren. Dat betekent niet dat er geen nieuwe massamobilisaties mogelijk zijn. Nu de beweging geconfronteerd wordt met minder grote acties, moeten we ons de vraag stellen hoe een nieuw opbouwend en massaal actieplan er kan uitzien.
Heel wat jongeren weten dat er allerlei hindernissen zijn om de beweging verder te zetten. Vakantie, examens, schooldruk, druk van thuis of van de directie. Wat als politici doof blijven? Is ons protest dan voor niets geweest? Hoe kunnen we ze echt onder druk zetten? Gaan de verkiezingen iets oplossen? Hoe gaan we door na de verkiezingen? Blijven we gewoon betogen? Lokaal of nationaal? Die vragen blijven voor heel wat jongeren nog onbeantwoord.
De bezettingsactie Occupy Wetstraat was een nieuwe actievorm en had een heel directe en terechte boodschap: de politieke wereld is verantwoordelijk voor de stilstand en weigert er iets aan te doen. Met een bezettings- en kampeeractie in de Wetstraat en nadien aan Troon, werd de politieke wereld rechtstreeks uitgedaagd en aangeklaagd voor laksheid. De media sprongen erop, het werd massaal gedeeld op sociale media en het had de beweging een nieuwe energieboost kunnen geven. Alternatieve acties kunnen interessant zijn en Occupy Wetstraat was een ideale gelegenheid om met de aanwezige media-aandacht een oproep te lanceren voor scholierencomités om lokale acties te organiseren in steden en gemeenten en te bouwen naar een nieuwe grote nationale staking.
De bezettingsactie heeft die laatste doelstelling echter gemist. De actie was volledig gericht op het overtuigen van de traditionele politici (voor een klimaatwet) en te weinig op de betrokkenheid van de tienduizenden scholieren die in voorbije maanden in actie kwamen. De actie was bij hen niet gekend en ook heel moeilijk te vervoegen. Het heeft jammer genoeg de indruk gewekt dat het niet meer nodig was om de massale participatie aan de basis uit te bouwen met mobilisatiecomités en discussie. Die tendens heeft zich de weken na Occupy Wetstraat verder gezet. Vanaf de actie aan de Wetstraat, leek het alsof de massale stakingsacties evengoed vervangen konden worden door kleinere acties op initiatief van een aantal organisaties en individuen.
Het massale karakter van de acties in de eerste maanden van de beweging was geen detail, het was een essentiële factor voor de impact ervan. Het is dus belangrijk om na te gaan hoe we dat massale karakter opnieuw kunnen opbouwen.
Initiatief niet aan politici overlaten, maar zelf voorstellen doen
Ook de inzet van de mobilisaties is veranderd. In de eerste weken verlieten scholieren massaal de klaslokalen om van zich te laten horen, om te tonen dat ze het beu waren dat er niets verandert. Vandaag is dat niet meer voldoende: scholieren weten dat ze zichtbaar waren, zelfs al is er nog niets veranderd. De vraag die veel scholieren zich nu stellen is: als politici niets willen doen, wat is dan het doel van de beweging? Wat eisen wij als beweging?
Wij denken dat de klimaatbeweging de discussie over programma moet voeren. Dat moet verder gaan dan enkel de klimaatwet en de verkiezingen. Veel scholieren zijn voorstander van meer, beter en gratis openbaar vervoer. Waarom maken we daar niet één van de centrale eisen van de beweging van?
Heel wat jongeren weten ondertussen ook dat de energiesector de meest vervuilende sector is. De grote oliemultinationals zijn niet alleen de grootste uitstoters, het zijn bovendien bedrijven die er alles aan doen om elke druppel olie op te boren en te verbruiken. Voor hen telt enkel de winst, niet onze planeet.
De scholierencomités die in de loop van de beweging werden opgezet, kunnen open vergaderingen organiseren om te discussiëren over onze eisen. Wij denken dat de klimaatbeweging enorm versterkt zou worden met de eis om die energiesector in democratische handen van de gemeenschap te nemen, zodat niet de winsthonger bepaalt wat er geproduceerd wordt, maar het gemeenschappelijk belang van mens en planeet.
Zulke eisen pakken de grote vervuilers aan en bieden collectieve oplossingen. Ze zouden de klimaatbeweging een weg vooruit kunnen bieden. Tegelijk zouden zulke eisen een antwoord bieden op een campagne als Sign For My Future, opgezet vanuit de bedrijfswereld. Zo’n campagne kan profiteren van de afwezigheid van concrete eisen om te stellen dat we allemaal even verantwoordelijk zijn. Het establishment wil voorkomen dat de klimaatbeweging in conflict komt met de belangen van grote vervuilers en met de kapitalistische winstlogica. Nochtans is dat net wat wél nodig is: sinds 1989 zijn 100 grote bedrijven verantwoordelijk voor 71% van de uitstoot van broeikasgassen. Het kapitalisme ligt aan de basis van de klimaatopwarming. Echte verandering bekomen, betekent dan ook strijden tegen het kapitalisme.
Meer lezen? Bestel ons boek ‘Socialisme of ecologische catastrofe’ (108 pagina’s, verschenen in januari 2019, 8 euro – verzending inbegrepen).
-
24 mei: Global Strike 4 Climate. Onze beweging zelf uitbouwen om de grote vervuilers aan te pakken
“Ik wil later tornado’s zien op TV, niet in mijn tuin.” Een affiche met die slogan wordt verspreid door Sign For My Future, een initiatief van grote bedrijven en delen van het ‘middenveld’ om de klimaatbeweging richting te geven. Het maakt duidelijk wat er gebeurt als we het initiatief niet zelf in handen nemen met de jongeren en de werkenden. Dan komen de patroons met cynische door reclamebureau’s bedachte slogans die helemaal niet overeenstemmen met waar veel jongeren en hun (groot-)ouders voor betoogden. We willen wereldwijde systeemverandering, niet alleen in onze achtertuin.De door de mens veroorzaakte klimaatverandering is rampzalig. Van het aantal bijkomende weergerelateerde rampen tussen 1980 en nu wordt 40% toegeschreven aan de klimaatopwarming. In 2018 stierven 5000 mensen als rechtstreeks gevolg van natuurrampen. Als we daarbij droogte, hittegolven, honger, ziektes … rekenen loopt het aantal doden op tot 300.000. In 2018 waren er daarbovenop 29 miljoen mensen ontheemd door klimaatverandering. De meest kwetsbare groepen wonen in Sub-Sahara Afrika, Zuid en Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika, kleine eilandstaten en het Noordpoolgebied. Er wordt geschat dat het aantal doden door klimaatverandering tegen 2030 op 500.000 per jaar zou liggen. Dat waren ze bij Sign For My Future even uit het oog verloren toen ze de affiche bedachten.
Het is geen toevallige nalatigheid, maar een logisch gevolg van het karakter van Sign For My Future. Voor big business is de echte inzet niet om fundamentele oplossingen te vinden, maar om de eigen bedrijven en multinationals te greenwashen en de verantwoordelijkheid voor klimaatverandering naar ons door te schuiven. Ze hebben geen voeling met de ellende, vernieling, armoede die klimaatverandering voor miljoenen mensen veroorzaakt. Hun miljonairscollega’s in orkaangebieden kunnen zich veroorloven om te verhuizen naar veiliger gebieden of om bunkers te bouwen. Dat is niet het geval voor de gewone bevolking.
We mogen onze beweging niet overlaten aan dit soort contraproductieve en cynische reclamestunts. Sign For My Future probeert zich als partner van scholieren en werkenden op te stellen om te vermijden dat de klimaatbeweging zich keert tegen de grote vervuilers. De beste manier om hen van antwoord te bieden is door ons eigen programma te verdedigen en ons te verenigen met de arbeidersbeweging. Enkel door de grote vervuilers aan te pakken en ons te richten op de belangen van de werkende bevolking door collectieve oplossingen te bieden, kan er echte “System Change” komen! Er is geen tijd om te wachten op de vrijwillige groene transformatie van de bedrijfswereld. Kapitalisme en concurrentie zijn onverzoenbaar met een leefbare planeet!
Nieuwe Global Strike for Climate
Na de Global Strike for Climate op 15 maart werd 24 mei gelanceerd als nieuwe internationale datum. Het is een symbolische datum, twee dagen voor de Europese verkiezingen die in België samenvallen met de regionale en federale verkiezingen. Een ideaal moment dus om de klimaatbeweging met een hoogtepunt de examens en zomervakantie in te loodsen.
De beste manier om van 24 mei een succes te maken, is door het zelf te organiseren. Dat kan door scholieren en werkenden via algemene vergaderingen op scholen en werkplaatsen samen te brengen om de mobilisatie op te zetten en slogans te bedenken. Daarin kan besproken worden hoe 24 mei aangegrepen wordt om de stakingsoproep onder scholieren en leerkrachten te delen, maar ook in de vakbonden. Een aantal vakbondscentrales hebben de stakingsoproep opnieuw ondertekend.
We moeten wel duidelijk zijn. Tijdens de verkiezingscampagne zullen de traditionele politieke partijen zich allemaal voorstellen als ecologisten. De Global Strike op 24 mei kan gebruikt worden als waarschuwing voor die partijen die nu veel beloftes maken, die ze, éénmaal in de regering, terug opbergen.
Ze zullen hopen dat hun verkiezingsbeloftes, onze examens en de zomervakantie ons zullen kalmeren. Daarom is de opbouw van mobilisatiecomités voor een succesvolle 24 mei ook belangrijk om ons tijdens de zomervakantie voor te bereiden. Vanaf september kunnen die mobilisatiecomités opnieuw samenkomen om de beweging in september opnieuw op te bouwen. Dat kan met lokale betogingen en acties op scholen die een actieplan voorbereiden in opbouw naar grote stakingen in het kader van de jaarlijkse Internationale klimaattop (COP26) begin december in Chili.
-
Klimaatcrisis leidt tot internationaal verzet
De Global Strike for Future op 15 maart was overweldigend. Wereldwijd trokken tot anderhalf miljoen mensen de straat op in meer dan 100 landen en 2000 steden. Jongeren hebben de voorbije maanden het vuur aan de lont gestoken, met een bijzondere rol voor de Belgische scholieren en hun klimaatstakingen op donderdag die in de voorbije maanden het internationale nieuws haalden.
Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De klimaatbeweging nam de voorbije maanden een internationaal karakter aan. Het voorbeeld van Greta Thunberg werd al een tijdje opgevolgd met soms heel talrijke vrijdagstakingen in Australië. De datum voor een internationale stakingsdag voor het klimaat bestond al een tijdje, maar kreeg met de beweging in België extra wind in de zeilen.
In de weken voor 15 maart vonden er acties plaats in heel de wereld. Behalve een internationaal hoogtepunt, was 15 maart in verschillende landen ook een eerste nationaal hoogtepunt. Elders was het de allereerste actiedag. 15 maart kan dus de officiële start worden van een wereldwijde beweging die nog enorm kan groeien. Een nieuwe Global Strike is aangekondigd voor 24 mei.
Internationaal falen
Overal weerklinkt dezelfde oproep: “Act Now.” De internationale uitbreiding van de klimaatbeweging toont aan hoe het gebrek aan een klimaatbeleid een structureel falen is. Het is niet beperkt tot een aantal landen of regeringen: er is een wereldwijde ecologische crisis. De reden daarvoor is de fundamentele tegenstelling tussen wat nodig is om onze planeet leefbaar te houden en anderzijds de kapitalistische productiewijze.
Het klimaat is overigens niet het enige wat jongeren tot actie aanzet. Overal ter wereld komen jongeren op straat tegen seksisme, racisme, uitbuiting en een uitzichtloze toekomst. Het kapitalisme zet overal waar het kan onze toekomst en levenskwaliteit op het spel om zoveel mogelijk winsten te accumuleren. Wereldwijd zien jongeren de strijd voor een fundamenteel antwoord op de klimaatverandering als een strijd voor hun toekomst. De klimaatbeweging is een uitbarsting van woede tegen een neoliberale politieke elite die de onstilbare honger naar winst van bedrijven als haar belangrijkste doel ziet.
Stoppen bij een klimaatwet?
In het kapitalisme telt enkel de winst. Daarvoor worden de natuurlijke rijkdommen maximaal uitgebuit. Regeringen hebben elke serieuze wetgeving, elke collectieve oplossing en elk ingrijpen in de kapitalistische productie onmogelijk gemaakt. In plaats daarvan hebben ze ons verteld dat het de “individuele verantwoordelijkheid” is van elke consument. Maar tegenover de 100 bedrijven die sinds 1988 verantwoordelijk zijn voor 71% van de uitstoot van broeikasgassen, is individuele gedragsverandering vergeefs.
België bengelt onderaan de lijstjes van landen die klimaatverandering aanpakken. Volgens heel wat klimaatactivisten en commentatoren is dat omdat België niet de geschikte “instellingen” heeft.
Daarom wordt de zogenaamde klimaatwet voorgesteld. In die klimaatwet pleiten wetenschappers voor bijvoorbeeld een interministeriële raad en een “Permanent Onafhankelijk Expertencomité”. Zo’n comité moet “op aanvraag” beleidsvoorstellen formuleren voor zowel het federale niveau als de gemeenschappen en gewesten.
Uiteraard begrijpen we dat heel wat mensen hopen dat dit toch al een kleine stap is in de goede richting, maar zolang de economische voorwaarden van het kapitalisme van kracht blijven, zal zo’n klimaatwet enkel een administratieve aanpassing zijn die evengoed machteloos is. Landen als Verenigd Koninkrijk, Zweden, Frankrijk en Nederland hebben al een klimaatwet of expertencomités.
Wat nodig is om het klimaat te redden, is een massale investering in onderzoek, productie en distributie van 100% hernieuwbare energie, een reconversie van de industrie naar ecologische productieprocessen en massale en collectieve maatregelen zoals isolatieplannen, gratis openbaar vervoer, herbebossing … We weten nu al dat België in de komende legislatuur 7 miljard zal moeten besparen volgens het Planbureau. Een klimaatwet of niet: de miljardeninvesteringen die nodig zijn op Belgisch niveau, zullen botsen met die besparingsregering. Op internationaal niveau schat het IPCC-rapport van oktober dat er 900 miljard dollar per jaar nodig is om de nodige doelstellingen te halen.
Zulke investeringen zullen door kapitalisten, banken, multinationals en hun politici altijd weggezet worden als onmogelijk of onrealistisch. Om die investeringen mogelijk te maken, moet de grote industrie, te beginnen met de energiesector, uit private handen genomen worden en onder democratische controle en beheer van de werkende klasse geplaatst worden. De meerwaarde en gecreëerde rijkdom zou dan niet naar de zakken van aandeelhouders gaan, maar naar de gemeenschap die beslist hoe en waar we investeren. Dat zou een geplande socialistische economie mogelijk maken waarin rijkdom, wetenschap en techniek gebruikt worden om aan de behoeften van iedereen te voldoen – en om de strijd voor een leefbare planeet te voeren.
Internationaal verzet
De klimaatcrisis is internationaal, net zoals het kapitalisme internationaal is. Om het gevaar van een milieuramp echt aan te pakken, is wereldwijde actie nodig. Net daarom is de internationale beweging zo cruciaal. Een breuk met de kapitalistische logica in één land, waar een serieus plan om de planeet te redden op poten wordt gezet, zou wereldwijd een enorm enthousiasme opwekken.
Jongeren die protesteren tegen de klimaatverandering begrijpen dat er iets fundamenteel moet veranderen. Daarom pleiten wij samen met onze internationale organisatie, het Comité voor een Arbeidersinternationale, voor klimaateisen die het kapitalisme in vraag stellen en roepen wij op om aan te sluiten bij de strijd voor democratisch socialisme als alternatief op het kapitalisme dat mens en planeet vernietigt.
-
“Wij zijn het klimaat.” Schreeuw om dringende klimaatmaatregelen
“Wij krijgen van jullie te horen dat we onze kamer moeten opruimen en intussen hopen jullie dat we flink studeren, allemaal briljante wetenschappers worden, om vervolgens jullie planetaire puinhoop proberen op te lossen. Tenminste: als daar nog tijd voor is. Want intussen loopt de klok. Wij horen het getik.”door Geert Cool
In ‘Wij zijn het klimaat’ brengen Anuna De Wever en Kyra Gantois een schreeuw om dringende klimaatmaatregelen. De urgentie staat centraal in het boekje, je kan het getik van de klok bijna horen. Het is dit gevoel van urgentie dat al wekenlang tienduizenden jongeren op straat brengt in een beweging die van Anuna en Kyra bekende personen maakte. Deze beweging toont de kracht van collectieve actie: de woede en angst werden omgezet in vastberaden en gezamenlijk protest.
Dit boek klaagt aan dat er niets of onvoldoende ondernomen wordt, terwijl wetenschappers aangeven dat de tijd beperkt is. Als er de komende tien tot twaalf jaar geen fundamentele verandering komt, dreigt onherroepelijke en zichzelf versterkende klimaatverandering. De twee tieners merken op dat er in elke school een evacuatieplan is voor het geval van brand. “We oefenen het drie keer per jaar, alles laten liggen, ramen dicht, in rijen naar buiten lopen en verzamelen op het pleintje achter de school.” De planeet staat nu in brand, maar er is geen enkel plan.
Over alternatieven en antwoorden blijft het boekje meer op de vlakte. Er wordt gepleit voor meer middelen voor openbaar vervoer en de tieners stellen terecht vast dat er in het huidige systeem miljarden in fossiele brandstoffen worden gepompt of dat er tien jaar geleden wel miljarden waren om de banken te redden terwijl dit voor het klimaat niet kan. Deze vaststellingen zijn niet nieuw: ze werpen de vraag op hoe het huidig systeem werkt en hoe daar een alternatief op kan geboden worden.
Het antwoord dat we nu eenmaal allemaal verbonden zijn of nog dat we voorstellen van experts moeten bijeenbrengen, volstaat niet. Anuna en Kyra stellen dat het klimaat noch links noch rechts is, maar dat iedereen moet opkomen voor de toekomst van Moeder Aarde. Maar de vraag blijft waarom het vandaag fout loopt. Is het de schuld van ouderen die het niet begrepen hebben of politici die teveel onder elkaar vechten in plaats van problemen aan te pakken? Dat zal allemaal wel meespelen, maar het onderliggende probleem zit veel dieper: het systeem – en laten we dat meteen benoemen: kapitalisme – is enkel gericht op de winsten van een kleine minderheid en ondergraaft daarvoor alle bronnen van rijkdom, zowel de arbeid als de natuur. Deze vaststelling maken, is politiek en ideologisch.
Het kapitalisme botst met onze belangen. Terecht geven Anuna en Kyra aan dat een rationele planning van de inzet van de beschikbare middelen noodzakelijk is. Ze pleiten voor erg logische oplossingen zoals een shift van miljardensubsidies aan fossiele brandstoffen naar openbaar vervoer. We mogen nog duizenden experts bijeenbrengen die de voordelen hiervan bevestigen, dat zal niet volstaan om het ook te bekomen. We zullen het door massastrijd moeten afdwingen. Zelfs voor evidente maatregelen die dringend nodig zijn om onze toekomst te garanderen, is strijd tegen de gevestigde belangen nodig. Die kunnen we best voeren door onze eisen te concretiseren en te kaderen in een ambitieus project van een andere samenleving. Een socialistisch alternatief komt niet aan bod in dit boekje, maar het opent de discussie. Laten we van utopisch denken de stap zetten naar een wetenschappelijke kijk op de samenleving en ons alternatief op de barbarij van het kapitalisme.
-
Klimaat redden vergt een socialistische visie
De klimaatbeweging heeft veel losgeweekt. Maar hoe moet het nu verder? Vanuit alle hoeken werd geprobeerd om de geest terug in de fles te krijgen. De actievoerende jongeren werden verweten niet te weten waarom ze op straat komen. Hun actiemethode werd in vraag gesteld: staken was zo gemakkelijk, waarom niet betogen op woensdagnamiddag. Er werd een grote petitie/reclamecampagne gelanceerd als alternatief voor actievoeren. Telkens opnieuw werden jongeren op school, in de media, in hun omgeving aangesproken op hun individuele gedrag: ‘ben jij wel consequent?’ Artikel door Bart Vandersteene.
Dit waren telkens bewuste pogingen om de strijd van jongeren te stoppen of af te remmen. Die protesteerden tegen het onvermogen van de politici en de economische elite om klimaatverandering aan te pakken. Ze pikten niet langer de uitleg dat het probleem bij individueel consumptiegedrag ligt. Ze eisten system change. En ze hadden begrepen dat staken noodzakelijk was om deze boodschap de wereld in te sturen. Beeld je in dat Greta en Anuna enkel een brief hadden geschreven naar de ministers, enkel een petitie waren gestart of zich hadden beperkt tot een oproep aan jongeren om geen plastic zakjes of rietjes meer te gebruiken. Dan zou er nooit zo’n maatschappelijk debat op gang zijn getrokken. Het is net omdat ze opriepen om de lessen te staken en op straat te komen dat ze gedurende weken de volle aandacht kregen en een cruciaal debat op gang konden trekken.
De actiedag op 15 maart toonde dat de actiebereidheid na meer dan 10 weken gewoon overeind bleef. We zagen ook een bereidheid onder de vakbondsbasis om de strijd te vervoegen.
15 maart mag geen eindpunt zijn. Het was een voorlopig hoogtepunt van een beweging in volle opbouw. Er staan nog heel wat acties op de agenda. Er is opnieuw een Rise for the Climate betoging op 31 maart en een tweede Global Strike for Future op 24 mei, twee dagen voor de verkiezingen.
Er volgen wellicht ook lokale acties en oproepen van Youth for Climate voor donderdagmanifestaties. Om naar nieuwe hoogtepunten toe te werken, moet de beweging zich lokaal verankeren, uitbreiden en zich structuren. Hoe kunnen we die actiedagen gebruiken om nieuwe groepen jongeren en werkenden te betrekken? Wat is er nodig vooraleer er echte, fundamentele oplossingen komen voor de klimaatramp die ons te wachten staat? De Actief Linkse Studenten en Scholieren roepen alle jongeren op om zich te organiseren in hun school en in hun stad in actiecomités en – nog beter – in de lokale groepen van de ALS. Actievoeren is immers het meest effectief wanneer het gepaard gaat met een doeltreffende strategie, eisen en programma.
De ALS hebben op verschillende betogingen, acties en vergaderingen eisen voorgesteld die vertrekken van wat nodig is, eerder dan te vertrekken van wat mogelijk is binnen het raamwerk van het kapitalisme.
Ondanks de oorverdovende kreet van jongeren hopen de traditionele politici nog steeds dat de beweging vanzelf zal uitdoven, als ze maar lang genoeg wachten. Terwijl jongeren al wekenlang systeemverandering eisen, wringt het establishment zich in het debat om de jongere generatie op te zetten tegen een oudere en om de oplossingen te herleiden tot asociale taksen. Naar aanleiding van de verkiezingen in mei zullen alle partijen “groene” beloftes formuleren waarmee ze ons hopen te kalmeren.
De regerende partijen (CD&V, Open VLD, MR) zijn niet in staat om ernstige voorstellen te ontwikkelen. N-VA, dat enkele maanden geleden uit de regering stapte, heeft enkel minachting voor de beweging. Jinnih Beels, een nieuw boegbeeld van SP.a, beweerde dat de stakingen mochten stoppen omdat “de boodschap nu wel duidelijk is.” Ze bewees daarmee vooral dat ze de boodschap zelf niet begrepen had.
Een groen kapitalisme?
Veel jongeren, klimaatactivisten en werkenden kijken met belangstelling naar de voorstellen van Groen. Het lijkt de enige partij die de roep van jongeren aangrijpt om een reeks voorstellen te doen. Op de vraag ‘wie zal dit allemaal betalen’ blijft Groen echter steken in typisch liberale recepten. Dat gaat in tegen één van de basiseisen die Youth for Climate van bij het begin formuleerde: een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid.
Groen pleit voor een kilometerheffing en duurdere vliegtickets. Om de grote vervuilers, de grote bedrijven en multinationals, aan te pakken, stelt Groen voor om een CO2-taks in te voeren en is er het voorstel om de salariswagen af te schaffen. De kost van deze maatregelen zal via prijsverhogingen snel doorgeschoven worden naar de werkenden en hun gezinnen. Bedrijfswagens waren een slim trucje van de bazen om loon uit te betalen zonder belastingen of sociale zekerheid te betalen. Waarom niet eisen dat loon effectief als loon wordt betaald zodat werkenden die vandaag een bedrijfswagen hebben er niet op achteruitgaan? Dan zal bovendien het volledige loon meegerekend worden in bijvoorbeeld het pensioenbedrag. De grote bedrijven hebben genoeg geprofiteerd van dit soort maatregelen en ze maken genoeg winsten om de kostprijs voor het omzetten van voordelen in natura in loon te betalen. De extra inkomsten voor de overheid die hiermee gepaard gaan, kunnen ingezet worden voor een drastische investering in de uitbreiding van het openbaar vervoer.
Bij de voorstellen van Groen dreigt de factuur betaald te worden door de werkenden en hun gezinnen, terwijl de grote bedrijven hun winsten blijven opdrijven. Aan die belangen durft Groen niet raken.
Hoe een sociale klimaatrevolutie realiseren?
De PVDA spreekt in zijn verkiezingsprogramma over een ‘sociale klimaatrevolutie.’ De partij pleit voor publieke investeringen in openbaar vervoer, isolatie van huizen, onderzoek en hernieuwbare energie. De PVDA wil bindende uitstootnormen voor grote vervuilers en eist 5 miljard euro publieke investeringen per jaar. Dit programma gaat al een heel eind in de richting van een socialistische benadering. Waar echter niet op geantwoord wordt, zijn de vragen hoe normen en eisen opgelegd worden aan de privé-sector en hoe kan belet worden dat de privé de kosten verhaalt op de personeelsleden in de bedrijven en de werkenden die hun producten kopen. Wat doe je als grote vervuilers dreigen hun productie te verplaatsen als ze vinden dat de normen hen te veel kosten? Er is nood aan een stok achter de deur. Normen kunnen enkel dwingend zijn indien het niet naleven ervan beantwoord wordt met de onteigening van productiesites.
De logica van het kapitalisme om te streven naar winstmaximalisatie zorgt ervoor dat kapitalisten altijd zullen proberen om kosten af te wentelen op de gemeenschap. Zo kunnen ze hun torenhoge winsten veiligstellen en verder doen toenemen. Tal van multinationale ondernemingen maken meer dan genoeg winst en hebben bergen reserves waarmee investeringen in klimaatvriendelijke technologie kunnen betaald worden. Als de private aandeelhouders dat niet willen, moet de gemeenschap controle nemen over die bedrijven. Dat is de socialistische benadering die nodig is om van een sociale klimaatrevolutie te kunnen spreken.
-
Klimaat: woede blijft groot – beweging lokaal verankeren en opbouwen naar nieuwe hoogtepunten!
Elf weken lang trekken jongeren al de straat op. Er waren al twee grote betogingen met tienduizenden aanwezigen. Toch waren de gevestigde partijen vorige week zelfs niet bereid om een erg beperkte klimaatwet te stemmen. Het is alsof ze de betogende jongeren én ouderen een welgemeende ‘F.. you’ toewerpen. Het protest houdt dan ook aan.
Elke keer met tienduizenden betogen, is uiteraard niet mogelijk. Dit zagen we met Rise 4 Climate afgelopen zondag. We waren wellicht met tienduizend, wat nog steeds fenomenaal veel is. Maar voor een nieuwe grote mobilisatie zal er een actieplan nodig zijn: opbouwen naar een grote actie en daar de nodige voorbereidingstijd voor nemen. Actiecomités in scholen, op faculteiten, werkplaatsen en in wijken zijn daar essentieel voor. Daarmee kunnen we de breed gedragen steun voor het protest lokaal verankeren en in actieve deelname omzetten.
Wie dacht dat enkele protestacties zouden volstaan, beseft ondertussen dat dit niet het geval is. Ons protest zal van lange adem zijn. Bovendien wordt het belangrijker om te verduidelijken wat we juist willen. Doelbewust wordt geprobeerd om het klimaatprotest te herleiden tot een oproep voor meer taksen op gewone mensen. Dat is natuurlijk niet wat ‘system change’ betekent. Laten we zelf verduidelijken wat we er dan wel mee bedoelen: welk type samenleving willen we en hoe kunnen we daar geraken.
De betoging van zondag was anders dan de vorige. De aanwezigheid van heel wat gele hesjes zorgde voor discussie met mensen uit deze protestbeweging. Dat was doorgaans erg constructief en leerrijk. Alleen blijft het vreemd dat de samenkomst van twee betogingen gebeurde op initiatief van de politie die de gele hesjes vroeg om een uur te wachten en vervolgens samen met de klimaatbetogers op te stappen. Dat was vreemd: een samenkomst van bewegingen is aan te moedigen, maar gebeurt beter spontaan door de betogers zelf en niet op initiatief van de politie. Het feit dat een klein groepje relschoppers zich onder de betogers mengde om vernielingen aan te richten, werd niet gesteund door de overgrote meerderheid van zowel de klimaatbetogers als de gele hesjes. Het zorgt wel voor een negatief beeld en mogelijke verdeeldheid. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Brusselse politie en de politieke verantwoordelijken voor het politie-optreden op 31 maart.
Wellicht hopen gevestigde politici en het establishment dat het klimaatprotest nu gaat liggen. Mogelijk komt er een onvermijdelijk dipje in de beweging, maar niet in de woede. De paasvakantie kan gebruikt worden als adempauze om nadien het protest beter te structureren en terug op te bouwen naar een hoogtepunt. De internationale actiedag van 24 mei – twee dagen voor de verkiezingen – kan daar een belangrijke rol in spelen. Bovendien komt er in het najaar een nieuwe klimaattop. Er komen dus nieuwe kansen voor massaal protest.
De klimaatbeweging tot hiertoe heeft de politieke agenda in ons land gewijzigd. Dat volstaat niet om tot effectieve verandering te komen. De beweging lokaal verankeren, verder uitbouwen en de discussie aangaan over een andere samenleving: dat is de uitdaging waarvoor we met de Actief Linkse Studenten en Scholieren enkele voorstellen deden.
Hieronder een reeks foto’s van de betoging (door Liesbeth)
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/XCZRwQhUtTX3BcH26]
-
Hun winsten maken onze planeet kapot!
Geen extra taksen op gewone mensen maar system change!
De internationale klimaatactiedag van 15 maart was groot. Het klimaat neemt een steeds centralere plaats op de politieke agenda in. Dit betekent niet dat er ook echte maatregelen worden genomen.Artikel door Kenzo (Gent) voor de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’
In België zijn er onder de traditionele partijen twee duidelijke tendensen. Enerzijds komen de grote progressieve partijen Groen en SP.a vooral met klimaatoplossingen die uiteindelijk door de bevolking worden betaald. De rechtse partijen anderzijds trekken na jaren van asociaal afbraakbeleid plots de sociale kaart. Ze stellen dat de voorgestelde klimaatmaatregelen de koopkracht van brede lagen van de bevolking treffen en stellen daarom voor om niets te doen en de vrije markt haar werk te laten doen. Wij verwerpen beide standpunten. Het invoeren van onder meer een kerosinetaks maakt vooral langeafstandsvluchten duurder waardoor wie het niet breed heeft een verre vakantie kan vergeten, terwijl ondertussen geen alternatief wordt aangeboden met degelijk en betaalbaar openbaar vervoer dat ook internationale dienstverlening aanbiedt.
De klimaatdiscussie onder de traditionele partijen lijkt maar twee standpunten te bevatten: ofwel de bevolking laten betalen ofwel niemand en niets doen. Ze hebben geen echte antwoorden. Zoals steeds laten ze één groep volledig buiten schot: de bazen van de grote bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de uitstoot.
Laten we eerder de vraag stellen hoe we de ultrarijken zullen verplichten om te betalen voor de ongezonde situatie waarin onze planeet zich bevindt. Sinds 1988 zijn 100 grote bedrijven verantwoordelijk voor 71% van alle uitstoot. ExxonMobil wil de olie- en gasproductie met 25% doen toenemen tegen 2025. ArcelorMittal is verantwoordelijk voor 80% van alle uitstoot in Gent. Dit en nog veel andere bedrijven hebben een grote verantwoordelijkheid in de klimaatverandering en maken er ongelooflijke winsten op. Het personeel van deze bedrijven kan samen met de gemeenschap alternatieven uitwerken en de vervuiling drastisch beperken in het belang van de gezondheid van de werkenden en hun gezinnen. Dat botst echter op de winstbelangen van de grote aandeelhouders.
De traditionele partijen verdedigen de vrije markt koste wat het kost. Hierdoor zijn de multinationals vrij om te doen wat ze willen. Er is systeemverandering nodig! Dat zullen we niet bekomen met klimaatmaatregelen die de gewone werkenden en hun gezinnen treffen. Zulke maatregelen zullen overigens niet volstaan om de dringende en drastische verandering te bekomen die nodig is. We moeten ons richten op wat en hoe er geproduceerd wordt.
Eisen stellen aan multinationals met een verplichting om de winsten te investeren in groene productie, zonder delokalisatie of jobverlies, is noodzakelijk. Als de patroons zich daar niet aan willen houden, moeten ze onteigend worden zonder compensatie om de productie onder democratische en publieke controle te brengen. Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze immers niet ernstig controleren.
Deze fundamentele verandering zullen we niet zomaar gedaan krijgen. Ons organiseren en de discussie over alternatieven aangaan is nu dringend nodig. LSP verdedigt daarin een socialistisch alternatief op het kapitalisme: een samenleving die vertrekt van de noden van mens en planeet en op die basis een democratische en rationale planning opmaakt. De tijd dringt: ga met ons in discussie en sluit aan!
-
De ‘Green New Deal’ realiseren, betekent het kapitalisme bestrijden
“Het enige wat we meer nodig hebben dan hoop, is actie. Als we eenmaal beginnen te handelen is er overal hoop. In plaats van te zoeken naar hoop, kijken we beter uit naar actie. Dan, en dan alleen, komt de hoop.” (Greta Thunberg).
Hoop zonder actie rond klimaatverandering is even betekenisloos als de “gedachten en gebeden” na een massale schietpartij. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft in oktober 2018 een rapport uitgebracht waarin wordt gewaarschuwd dat in 2050, zonder grote koerscorrectie, wereldwijd meer dan 350 miljoen mensen zullen worden blootgesteld aan dodelijke hitte; in de VS zullen bosbranden in het Westen minstens twee keer zoveel bosgebied verwoesten als in de jaren voor 2019; en er zou wel 1 biljoen dollar aan schade aan openbare infrastructuur en vastgoed kunnen zijn. Vanaf 2014 was de VS verantwoordelijk voor 20 procent van alle wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Dossier door Elan Axelbank, Socialist Alternative
Decennialang werd het als radicaal beschouwd om zelfs maar te accepteren dat klimaatverandering reëel is. Nu is er een brede acceptatie van de realiteit van de klimaatverandering. Tegenover het falen van het politieke establishment is het vandaag ‘radicaal’ om voorstellen te doen die het omvangrijke probleem met de nodige maatregelen aanpakken.
De kloof tussen de omvang van de problemen waarmee we te maken hebben en de oplossingen die worden aangedragen door de gevestigde politici, duikt steeds weer op: of het nu gaat om de obscene economische ongelijkheid, systemisch racisme en seksisme, of de dreigende klimaatcrisis. Dit is een centrale drijfveer van de politisering en radicalisering van gewone mensen in heel de wereld.
Wat zit er in de Green New Deal?
Het is in deze context dat de Green New Deal die wordt voorgesteld door Alexandria Ocasio-Cortez, het zelfverklaarde democratisch socialistische parlementslid uit New York City, in het hele land massale steun krijgt en bepalend is voor het debat over wat nodig is om de klimaatverandering te bestrijden.
De Green New Deal zoals voorgesteld door Ocasio-Cortez is een resolutie, geen wetsvoorstel, wat betekent dat het niet bindend is. Als het wordt aangenomen, stelt het de prioriteiten die het parlement vervolgens geacht wordt op te nemen in wetten en beleidsmaatregelen.
De Green New Deal roept op om 100% van de energievraag in de VS te dekken met schone, hernieuwbare en emissievrije energiebronnen. Hoewel de meeste media stelden dat de Green New Deal oproept tot 100% hernieuwbare energie in 2030, plakt de resolutie zelf daar geen datum op. Het voorstel roept op tot een herziening van het transport in de VS om klimaatvriendelijk te worden. Het roept ook op tot het upgraden van “alle bestaande gebouwen in de Verenigde Staten en het bouwen van nieuwe gebouwen” om maximale energie-efficiëntie te bereiken, en voor de internationale uitwisseling van technologie, expertise, producten en financiering om andere landen te helpen ook een Green New Deal te bereiken.
De resolutie wordt gepresenteerd als een verstrekkend programma tegen armoede met sterke uitspraken tegen economische en sociale ongelijkheid. Het roept op tot het creëren van miljoenen “degelijke jobs met goede lonen, lokale werknemers in dienst nemen, opleidings- en doorgroeimogelijkheden bieden en loon- en uitkeringspariteit garanderen voor de werknemers die door de overgang worden getroffen.” Het vraagt ook om een democratisch en participatief proces dat werknemers en onderdrukte gemeenschappen betrekt bij het plannen, implementeren en beheren van de Green New Deal op lokaal niveau, hoewel niet duidelijk is hoe dit in de praktijk zou gebeuren.
De Green New Deal gaat verder dan alleen het milieu. De Green New Deal roept op om alle mensen in de Verenigde Staten een baan te garanderen met een loon dat volstaat om een gezin te onderhouden, voldoende gezins- en medisch verlof, betaalde vakanties en pensioenzekerheid. Het roept ook op om een einde te maken aan de “historische onderdrukking” van vrouwen, kleurlingen en immigranten in de Verenigde Staten. De resolutie besluit met een oproep aan de federale regering om alle mensen gezondheidszorg van hoge kwaliteit, betaalbare huisvesting en algemene economische veiligheid te garanderen.
De VS is dan wel het rijkste land in de geschiedenis van de wereld, maar toch is er geen garantie voor deze basisbehoeften voor gewone inwoners van de VS. Er wordt gezegd dat het te veel zou kosten om aan ieders fundamentele behoeften en de overgang naar 100% hernieuwbare energie te voldoen. Ondertussen hamsteren de drie rijkste mannen in de VS evenveel rijkdom als de onderste helft van de bevolking. Honderd bedrijven zijn wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 70% van de uitstoot van broeikasgassen sinds 1988. Eigenlijk worden onze beschaving en de planeet opgeofferd zodat een handvol mensen enorme hoeveelheden geld kan verdienen. De Green New Deal wil dit omkeren.
Wat is er nodig om te winnen?
Het IPCC-rapport van 2018 schat dat het 900 miljard dollar per jaar zou kosten om het programma uit te voeren waarvan het zegt dat het nodig is. De Green New Deal is gebaseerd op deze voorstellen. Ocasio-Cortez stelt voor om dit gedeeltelijk te betalen met een belastingtarief van 70% op alle inkomsten boven de 10 miljoen dollar. Dit zou een goede start zijn, maar het is niet genoeg om het hele programma te financieren.
Extra financiering kan komen van belastingen op de grote fossiele brandstoffenbedrijven, grote banken en financiële instellingen. Deze bedrijven staan echter niet te springen om miljarden dollars bij te dragen aan de strijd tegen klimaatverandering. Ze zullen zich met hand en tand verzetten tegen de Green New Deal. Deze oppositie zal steeds zichtbaarder worden naarmate de beweging groeit.
Tot nu toe is er vooral oppositie ontstaan in de vorm van beweringen dat de Green New Deal een onrealistische fantasie is. Het gaat om “gewoon wat ideeën die zelfs als theorie niet werken, laat staan in de echte wereld,” stelde CEO Lourenco Goncalves (die 60 miljoen dollar per jaar verdient als topmanager in de mijnbouw). Dit type van aanvallen is vaak het eerste argument van het establishment als er progressieve ideeën verdedigd worden die hun belangen bedreigen. In de Democratische voorverkiezingen van 2016 haalde Hillary Clinton meermaals uit naar de voorstellen van Bernie Sanders, in het bijzonder rond algemene gezondheidszorg voor iedereen. Ze omschreef deze voorstellen als ‘luchtkastelen’.
Drie jaar nadat Sanders de eis van ‘Medicare for All’ populariseerde, is een meerderheid van de Amerikanen voorstander hiervan. Ook onder de Republikeinen is dit het geval. Oudgedienden en bedrijfsvriendelijke Democraten zoals Corey Booker of Kamala Harris voelen zich nu verplicht om in woorden steun te geven aan dergelijke eisen. Dat is nodig om zelfs maar het gehoor te winnen van de meeste Democratische kiezers. Hetzelfde kan gebeuren met de Green New Deal.
We moeten echter voorzichtig zijn. Er is een enorm verschil tussen verbale steun voor de Green New Deal tijdens een politieke campagne en het steunen van de concrete maatregelen die nodig zijn om deze Deal te bereiken, om nog maar te zwijgen van het opbouwen van de beweging is om dit af te dwingen. Publieke verklaringen zijn één ding, maar achter de schermen oefenen lobbyisten en machtige bedrijfsbelangen druk uit en geven ze zelfs richtlijnen over wat de politici die zij financieren wel en niet kunnen doen.
Om iedereen bijeen te brengen die de dreigende catastrofe een halt wil toeroepen, is er nood aan gedurfde en duidelijke eisen. Het vereist ook een inzicht in de manier waarop belangrijke progressieve verandering wordt bekomen. De enige kracht die in staat is om de diepgewortelde weerstand van de grote bedrijven tegen te gaan, is een massabeweging die zich baseert op de sociale en economische macht van de arbeidersklasse.
Onlangs heeft de leiding van het Energiecomité van de vakbondsfederatie AFL-CIO een publieke brief gestuurd naar de verdedigers van een Green New Deal. De brief stelde dat de vakbond het eens is over de noodzaak om de klimaatverandering aan te pakken en te investeren in hernieuwbare energietechnologieën. Er werd nota genomen van de oproep in de Green New Deal om werknemers en vakbonden bij het proces te betrekken. Er werd echter aan toegevoegd dat de resolutie “te beperkt is rond specifieke oplossingen voor de jobs van onze leden en de kritieke sectoren van de economie (…) en er worden beloften gedaan die niet haalbaar of realistisch zijn.” Verder zegt de brief: “We zullen niet aanvaarden dat de banen van onze leden en de levensstandaard van hun gezinnen in gevaar komen.”
Er is hier een element van angstzaaierij dat moet worden aangevochten. De echte bedreiging voor de vakbondsleden en alle werkenden is niet de Green New Deal. Het zijn de bazen in de industrie, bouw- en energiesector en de gevestigde politici van beide partijen, die de status-quo van lage lonen, verslechterende uitkeringen en stijgende kosten van levensonderhoud laten voortduren, om nog maar te zwijgen van de komende rampzalige gevolgen van klimaatverandering.
De resolutie eist “hoogwaardige jobs, opleidings- en doorgroeimogelijkheden, en garantie van lonen en uitkeringen voor de werknemers die door de transitie worden getroffen.” Dit kan specifieker uitgewerkt worden, maar het bestempelen als een aanval op de werkgelegenheid en de levensstandaard van werkende gezinnen is gewoonweg niet correct. Ten onrechte heeft de milieubeweging zich vaak afwijzend opgesteld tegenover legitieme zorgen van de werkenden over hun jobs en levensstandaard. Ocasio-Cortez kan best ingaan op de vraag tot verdere dialoog en deze vakbondsleiders vragen om in debat te gaan over een gemeenschappelijk voorstel dat werkenden en milieuactivisten kan verenigen.
Er zijn nationale vakbonden die voorstander zijn van krachtige maatregelen rond klimaatverandering: de Amalgamated Transit Union, Communication Workers of America en National Nurses United. Hetzelfde geldt voor heel wat lokale vakbondsafdelingen, ook in de bouwsector. Deze vakbonden zouden actieve steun moeten mobiliseren voor een Green New Deal van de werkenden en een alternatief bieden op de conservatieve leiding die momenteel de meeste vakbonden domineert. Het zijn de bazen van de sector van fossiele brandstoffen die we moeten aanpakken, niet de arbeiders die een strategische rol spelen in de strijd voor industriële transitie.
Om een Green New Deal van de werkenden af te dwingen, mag de beweging (waaronder de arbeidersbeweging) de gevestigde leiding van de Democraten of Republikeinen niet als bondgenoten beschouwen. In plaats daarvan moet de beweging haar volledige macht mobiliseren met massaprotesten, industriële acties en stakingen.
Publiek bezit
De reden waarom we in de huidige situatie terechtgekomen zijn, is dat we in een samenleving leven waar de politieke en economische beslissingen bepaald worden door de winsten van private bedrijven. Ernstige maatregelen gaan rechtstreeks in tegen de belangen van grote delen van het bedrijfsleven. Vandaar het verzet van het politieke establishment tegen elk omvattend voorstel om snel over te stappen op 100% hernieuwbare energie.
Als er een voldoende sterke beweging wordt opgebouwd, is het zelfs onder het kapitalisme mogelijk om elementen van de Green New Deal af te dwingen. Maar om tegen 2030 een volledige overgang naar hernieuwbare energie te bekomen, zijn ongeziene maatregelen nodig die ingaan tegen het private bezit van de sleutelsectoren van de economie. Helaas erkennen noch Ocasio-Cortez noch Sanders dat we verder moeten gaan dan het kader van het kapitalisme. Dat is meteen een fundamentele zwakte van hun benadering.
Zolang de belangrijkste energiebedrijven in particuliere handen zijn en op basis van winst en concurrentie opereren, zullen zij strijden tegen de Green New Deal en kunnen de nodige financiering, planning en samenwerking voor het volledige plan eenvoudigweg niet worden bereikt. We zullen de energiesector onder democratische controle van de werkende bevolking in publieke handen moeten nemen om een dergelijk verregaand plan ook daadwerkelijk uit te voeren, vooral als het op erg korte termijn dient te gebeuren.
De overgang dient een volledige herziening van de infrastructuur te omvatten, waarbij ook belangrijke onderdelen van de industrie en de bouwsector in publiek bezit worden genomen. Op basis van een democratisch overeengekomen plan kan het openbaar vervoer massaal worden uitgebreid. Er kunnen dan nieuwe hogesnelheidstreinen en -lijnen worden gebouwd en de auto-industrie zou zich eindelijk kunnen scheiden van de grote oliemaatschappijen en overschakelen op de productie van alleen elektrische voertuigen. De weg- en snelweginfrastructuur kan samen met deze verandering aangepakt worden.
Zoals hierboven vermeld, zou een plan van deze omvang ongeveer 900 miljard dollar per jaar kosten, een enorm bedrag. Maar de middelen hiervoor bestaan al. Enkel de 15 grootste banken in de VS bezitten 13,5 biljoen dollar. Ze zullen deze middelen nooit vrijwillig inzetten voor het belang van de gemeenschap. Een noodzakelijk onderdeel van de groene transitie is dan ook dat de grote banken en financiële instellingen in publiek bezit komen.
De klasse van miljardairs zal zich hard verzetten tegen elke stap om sleutelsectoren onder publiek bezit te plaatsen. Er zal dan ook bewuste massastrijd van de arbeidersbeweging nodig zijn. Een essentieel instrument voor deze strijd is de opbouw van een nieuwe arbeiderspartij met een duidelijk socialistisch programma.
We zijn het volmondig eens met de bredere doelstellingen van Green New Deal om een einde te maken aan armoede en uitbuiting, maar deze kunnen niet bereikt worden in het kader van dit systeem: er is revolutionaire verandering nodig. Door de belangrijkste pijlers van de economie in publiek bezit te nemen om een democratisch geplande economie op te zetten die gebaseerd is op menselijke behoeften, zou de basis worden gelegd voor de ontwikkeling van een egalitaire socialistische samenleving, waarin uitbuiting en alle vormen van onderdrukking kunnen worden uitgeroeid. Met de escalatie van de internationale klimaatcrisis is de noodzaak voor de mensheid om van het kapitalisme naar het socialisme over te stappen nog nooit zo scherp gesteld. Sluit je aan bij Socialist Alternative om ons te helpen vechten voor een Green New Deal van de werkenden en socialisme.
-

Gered door de klimaatwet? De plannen van het establishment
Het gigantisch aantal klimaatbetogers en -stakers de afgelopen maanden maakt dat niemand nog rond het thema heen kan. Politiek en industrie boden geen antwoord en hielden het bij symbolische voorstellen zoals de invoering van klimaatcoaches. De rechterzijde weet naar goede gewoonte al helemaal geen antwoord te bieden op het klimaatprotest en zet daarom alles in op polarisatie.
Artikel door Arne (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De onwil en het onvermogen van politici en industrie om de uitstoot te verlagen, zorgt ervoor dat ze de schuld op elkaar afschuiven. Dat is de insteek van de ‘Sign For My Future campagne’: de bedrijven zouden wel mee willen, maar de politiek is een rem. Op die manier wordt de discussie over wat nodig is uit de weg gegaan en kunnen bedrijven als BNP Paribas zich groen profileren. De enige drastische plannen die momenteel genomen worden, zijn die van ExxonMobil en die gaan de foute richting uit. Het magazine The Economist berichtte begin februari dat het bedrijf de gas- en olieproductie tegen 2025 met 25% wil verhogen ten opzichte van 2017…
De klimaatwet: een nieuw afleidingsmanoeuvre?
Zowel binnen als buiten de klimaatbeweging duikt het idee op van een ‘klimaatwet’. Wat dit concreet betekent, blijft vaak onduidelijk. Nochtans is het belangrijk dat we onze eisen concretiseren. Dat is nodig om de klimaatbeweging verder uit te bouwen, sterke mobilisaties te blijven opzetten en verandering af te dwingen. Discussies in actiecomités op scholen, faculteiten en werkplaatsen kunnen daar een belangrijke rol in spelen.
Een groep wetenschappers kwam begin februari op de proppen met een ‘bijzondere klimaatwet’. Bijzonder, omdat hij door de hele bureaucratische rompslomp van de verschillende regio’s, de kamer en senaat moet raken. Ecolo en Groen dienden de tekst in als wetsvoorstel. Volgens de wetenschappers is de tekst onmiddellijk uitvoerbaar en volgens Meryem Almaci, voorzitster van Groen, is het grote voordeel aan de tekst dat hij door wetenschappers geschreven is, waardoor er “geen ideologisch debat meer hoeft te zijn.”
Dat de wet onmiddellijk uitvoerbaar is, zou goed uitkomen. Er zijn immers dringend verregaande veranderingen nodig. Helaas zal de bijzondere klimaatwet daar niet voor zorgen. Het wetsvoorstel “ambieert de oprichting van een interministeriële klimaatconferentie, een interfederaal klimaatagentschap en een onafhankelijk expertencomité.” Er worden enkel doelstellingen geformuleerd, met vooral nadruk op een vermindering van de uitstoot met 95% tegen 2050. Hoe we dat kunnen doen en wie ervoor opdraait, staat echter niet in de wet. Een ideologisch debat zou hier weldegelijk van pas komen: de klimaatkwestie is immers ideologisch. Daarmee doelen we niet op het welles-nietesdebat over kernenergie, maar op de vraag waar de nodige middelen voor ernstige maatregelen gehaald worden: bij de gewone werkenden, door besparingen op zorg, onderwijs en huisvesting, of bij de grote bedrijven en superrijken? Onder het kapitalisme worden doorgaans enkel asociale maatregelen voorgesteld. Bovendien laat de aard van het beestje niet toe om de uitstoot zo drastisch als nodig te verminderen.
Ook groene politici komen niet verder dan eco- en koolstoftaksen, accijnzen op vervuilende producten, individuele subsidies voor pakweg zonnepanelen of bindende uitstootnormen. Deze maatregelen worden al jarenlang genomen en de grote bedrijven omzeilen ze zonder veel moeite. Bedrijven met een ‘groene CEO’ die de oproep ‘Sign for My Future’ tekende, zijn niet de bondgenoten waar we nood aan hebben. De winsthonger botst met de al dan niet geveinsde groene sympathie.
30.000 grote vervuilers in Europa zullen weinig hinder ondervinden van een klimaatwet. Die bedrijven vallen immers onder het emissiehandelssysteem (ETS) en moeten hierdoor geen rekening houden met nationale klimaatwetten. Ze zullen integendeel proberen gebruik te maken van klimaatwetten om de kostprijs van eigen energieprojecten op de gemeenschap af te schuiven. In de strijd tegen klimaatverandering is er nood aan ‘system change’. Daarvoor is er meer nodig dan een klimaatwet.
[divider]
30 & 31 maart. SOCIALISME 2019: van ongenoegen tot verzetHier vind je het programma en praktische info
Zaterdag 16 – 18u : Commissie : Strategie en programma om onze planeet van het kapitalisme te redden
Zondag 10u30 – 12u30: Klimaatmeeting: ‘Socialist change not climate change’. Met Mai (Actief Linkse Scholiere uit Gent), Nicolas Croes (Uitvoerend Bureau LSP) en Mirre (spoorsyndicaliste)
-
15 maart was een mooi succes in Brugge

Na de betoging in Brugge trokken enkele jongeren nog naar de betoging in Brussel. Op vrijdag 15 maart 2019 was er een internationale klimaatstaking met acties in meer dan 100 landen. In België waren er heel wat betogingen met een succesvol aantal van 35.000 mensen in Brussel en 30.000 op lokale betogingen. Er waren stakingsaanzeggingen van verschillende centrales van het ABVV, wat maakt dat er ook werkenden aanwezig waren op de betogingen.
Verslag door Anna (Gent), overgenomen vanop actieflinks.be
Deze solidariteit tussen jongeren en werkenden is cruciaal om verandering te bekomen. Het zijn de werkenden die door hun maatschappelijke positie een economische druk kunnen uitoefenen en de strijd verder kunnen trekken dan jongeren alleen. Dankzij de lokale betogingen konden meer scholieren staken voor wie de drempel anders te hoog is om naar Brussel te trekken.
In Brugge werd voor de tweede keer een klimaatbetoging georganiseerd. De eerste vond plaats op woensdag 20 februari met 1600 aanwezigen. Ondanks de 100 dagen die in Brugge op 15 maart werden gevierd, waren er 500 betogers onder wie heel wat scholieren. Dit toont aan dat er op lokaal niveau in Brugge een potentieel is om de klimaatbeweging verder te organiseren.
Tijdens de betoging riepen we de scholieren op om deel te nemen aan het comité dat plaatsvinden op woensdag 27 maart. Het is van cruciaal belang om de beweging lokaal verder uit te bouwen vermits er een nieuwe internationale klimaatstaking aangekondigd is op 24 mei. Om deze zo succesvol mogelijk te maken dient de beweging zich lokaal te verankeren en zich uit te bouwen om een nieuw hoogtepunt te bereiken op 24 mei, ook in Brugge.




