Tag: coronavirus

  • Hun exit-strategie is een gevaar

    Van bij het begin liep de regering achter de feiten aan. Het waren de onderwijsinstellingen die in de week van 9 maart zelf beslisten om maatregelen te nemen. Het was bij Audi Vorst dat op maandag 16 maart een staking uitbrak om gezondheidsmaatregelen te eisen. Onder druk van de feiten – die door de werkende klasse al begrepen waren – werd op 18 maart dan toch een semi-lockdown afgekondigd door de regering. Een semi-lockdown, want de niet-essentiële productie bleef doorgaan.

    Artikel door Michael (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Het patronaat hoopte de dans nog te kunnen ontspringen, maar in de weken nadien braken nog stakingen uit bij Daikin, Carrefour, Delhaize … om de naleving van beschermingsmaatregelen af te dwingen of een risicopremie te eisen. De semi-lockdown was in essentie een evenwichtsoefening tussen tegengestelde belangen: de winsten van het grootkapitaal versus de volksgezondheid. In dat spanningsveld trok de regering telkens opnieuw de kaart van de economische belangen. Ze maakte van de lockdown een individuele verantwoordelijkheid en terwijl kleine zelfstandigen in de horeca zwarte sneeuw zagen en de werkenden in de essentiële sectoren het beste van zichzelf gaven, bleek midden april dat 85% van de gecontroleerde bedrijven de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen niet naleefden.

    De exit-strategie is in hetzelfde bedje ziek. Die staat volledig in het teken van de heropstart van de productie voor de winsten. Wat nodig is voor een veilige heropstart, is daarbij van secundair belang. Koen Geens liet namens de regering optekenen dat mondmaskers het belangrijkste zijn om de lockdown te versoepelen, maar als er geen mondmaskers zijn, het dan maar zonder moet. Hetzelfde geldt voor de testcapaciteit. Voor hen zijn mensenlevens duidelijk niet voldoende prikkel om de vrije marktlogica in vraag te stellen en materiaal en productielijnen op te vorderen.

    Met of zonder maskers, met of zonder tests, ook het onderwijs zou herstarten. Niet met het oog op maximale begeleiding om schoolachterstand te beperken, maar om ouders terug aan het werk te krijgen en de toekomstige arbeidskrachten klaar te stomen. Het eerste leidde tot de aankondiging van opvang, zodat ouders hun economische rol kunnen opnemen. De praktische invulling was van ondergeschikt belang voor Ben Weyts. Het tweede gebeurde door laatstejaars “voorrang” te geven. Zij moeten kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt of naar het hoger onderwijs. Eenmaal in het hoger onderwijs kunnen ze overigens gemakkelijker aan hun lot worden overgelaten, zo blijkt. Over de psychologische druk, de eenzaamheid, angst en onzekerheid achter de gesloten kotdeuren, horen we Ben Weyts immers niet.

    Het Grote Coronadebat van VTM en VRT op 9 mei was verhelderend. In het panel zaten naast vier professoren ook minister De Block, minister De Croo, de gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch, Bart De Wever en Pieter Timmermans (VBO). Met andere woorden: de architecten van besparingen in de gezondheidszorg en het onderwijs, de verdedigers van precaire jobs en lage lonen. Net zoals in de GEES (Groep van Experts belast met de Exit-Strategie) worden diegenen die dag in dag uit de maatschappij draaiende houden in de zorg, het openbaar vervoer, de distributie, schoonmaak, afvalophaling, onderwijs … als werkpaarden geprezen, maar als experten weggelachen. Diegenen die daar anders over denken waren de chauffeurs van De Lijn en de MIVB. Zij weigerden het werk te hervatten zonder het beloofde beschermingsmateriaal. Of ook nog het zorgpersoneel dat het besparingsbeleid van premier Wilmès letterlijk de rug toekeerde bij haar bezoek aan het Sint-Pietersziekenhuis op 16 mei.

    Hun exit-strategie is er niet op gericht om de menselijke schade die de lockdown heeft aangericht, op te vangen. Het is gericht op economische belangen waarvoor de werkende klasse als proefkonijn moet dienen. De Belgische regering staat daarmee niet alleen. Wereldwijd is het beëindigen van de lock-downs een grote Russische roulette onder druk van mondiale concurrentie. Een tweede golf riskeren weegt daarbij blijkbaar niet op tegen het risico op verloren marktaandeel.

    In de VS waren het de werknemers van General Electrics die eisten dat de productielijnen werden gebruikt om beademingsapparatuur te produceren. Het is de werkende klasse die tot grootse dingen in staat is wanneer ze haar rol in de maatschappij opneemt. Zij weet wat er nodig is en laat zich niet leiden door kortzichtig winstbejag.

    Het post-corona tijdperk zal ons in een diepe economische recessie werpen. Ook dan zullen de belangen diametraal tegenover elkaar staan. Ook dan zullen de kapitalistische klasse en hun politici mensenlevens op het spel zetten. De acties bij het openbaar vervoer en bij het verplegend personeel in Brussel en Wallonië tonen dat we niet zomaar over ons heen zullen laten lopen.

  • Na ongewoon schooljaar zijn gewone examens onverantwoord

    Drie op vier studenten ervaart de werkdruk dit jaar als zwaarder dan anders. De lockdown zorgde voor een golf aan extra vervangtaken, deadlines, uren zelfstudie. In juni vinden de examens gewoon plaats, ondanks de minder kwaliteitsvolle online lessen en de heel ongelijke examenkansen. Zo geven 40% van de studenten aan dat ze op hun quarantaine locatie niet eens over een stille ruimte beschikken… Het zorgt ervoor dat 28% van de studenten vrezen dat ze dit jaar niet zullen slagen.

    door Frede (Brugge)

    De enorme ongelijkheid in het Belgisch onderwijs wordt door de coronacrisis versterkt. Niet alle studenten hebben toegang tot de nodige leermiddelen en bevinden zich in een veilige situatie. De lockdown zorgt ervoor dat veel studenten moeilijkheden ervaren om structuur aan te brengen in hun dag. Zorgen om familieleden, vrienden of de eigen gezondheid bemoeilijken de concentratie.

    De druk op studenten is enorm. Ieder jaar neemt het aantal eerstejaarsstudenten dat slaagt af en slechts één op drie studenten behaalt een bachelordiploma in de bedoelde looptijd. Dit jaar zien studenten die slaagkansen nog meer afnemen. Bovendien werken ook steeds meer jongeren om hun studies te betalen.

    Hogescholen en universiteiten besloten begin maart terecht de deuren te sluiten en over te schakelen op online onderwijs. Deze overschakeling zorgt echter vooral voor meer last op de schouders van studenten en personeel. Het voorbereiden en volgen van online lessen is veel intensiever dan een normale les. Er kunnen bovendien technische problemen zijn die het lesverloop verstoren. Grote delen leerstof worden zelfstudie, het kost de studenten veel meer tijd om die leerstof te verwerken. Studenten die vragen hebben, kunnen hun docenten via mail bereiken. Maar door een gebrek aan voldoende studiebegeleiders laat een antwoord soms dagen op zich wachten.

    Om praktijklessen, stages of aanpassingen in het examenrooster op te vangen, krijgen studenten allerlei vervangtaken. Die komen bovenop de zelfstudie, weinig kwalitatieve lessen en mentale impact van de lockdown. De werktijd die vasthangt aan het aantal studiepunten per vak werd in het voorbije semester dan ook meer dan overschreden.

    Ondertussen wordt er verwacht dat studenten gewoon blijven doorgaan, ze mogen zich af en toe eens ontspannen maar moeten zich vooral goed voorbereiden op de examens. Online of op locatie, de examens blijven een momentopname die peilen naar het vermogen om leerstof te studeren en reproduceren. De persoonlijke ontwikkeling van studenten wordt hierbij niet in rekening gebracht. Studenten die geen rustige plek hebben om te studeren, omdat ze niet naar de bib kunnen of een slaapkamer moeten delen met familieleden bijvoorbeeld, hebben uiteraard ook geen rustige plek om hun examen af te leggen en zien hun slaagkansen grondig afnemen. Bij enkele online examens moeten studenten een 360° video maken van de kamer waarin ze het examen afleggen en hun microfoon permanent opzetten. Dat lokt terecht heel wat tegenstand op van de studenten.

    Veel studenten dreigen slachtoffer te worden van deze coronacrisis door het verlies van kostbare studiepunten wanneer ze niet slagen. De druk om te slagen is gigantisch: wanneer je onvoldoende studiepunten hebt, kan je een diploma hoger onderwijs immers vergeten.

    De sociale ongelijkheid in het hoger onderwijs neemt toe tijdens deze coronacrisis. Meer studenten zullen de dupe worden van een onderwijssysteem dat in het teken staat van de belangen van de grote bedrijven, niet van de reële noden van studenten.

    De examens gewoon laten plaatsvinden alsof er niets aan de hand is, mag geen optie zijn. Geen enkele student mag dit jaar buizen en zo slachtoffer worden van deze crisis! In plaats van studenten af te straffen, moet er massaal geïnvesteerd worden in studiehulp. Tijdens de zomervakantie gratis vrijwillige bijlessen aanbieden aan studenten is een eerste stap.

    Het asociale systeem van leerkredieten moet niet enkel bevroren maar ook afgeschaft worden. Investeer massaal publieke middelen in het hoger onderwijs: voor meer begeleiding, kritisch denken en zelfontplooiing van studenten!


    Studenten in financiële problemen

    Steeds meer jongeren vrezen het einde van de maand. Sinds het begin van de lockdown verloren heel wat studenten hun job en nu zit al 45% van de jongeren in geldproblemen. Daarbovenop moet nog eens 12% van de jongeren hun eigen ouders financieel ondersteunen. En dat terwijl studeren al een voltijdse job is! Enkel met een studentenloon kunnen we financiële zekerheid voor alle jongeren garanderen en zorgen we ervoor dat het inschakelen van jobstudenten door de werkgevers er niet langer voor zorgt dat de arbeidsvoorwaarden voor gewone werkenden nog meer naar beneden gehaald worden.

  • Hoe ziet de wereld er straks uit? Exit-strategie uit kapitalisme nodig!

    De coronacrisis versterkt de vele problemen waarmee het kapitalisme al te kampen had. De voordien reeds haperende wereldeconomie stortte zich in een crisis die alleen kan vergeleken worden met de Grote Depressie van de jaren 1930. Midden mei waren er in de VS al 36 miljoen jobs verloren gegaan en in Europa wordt verwacht dat dit aantal oploopt tot 59 miljoen. Hoe geraken we zo snel mogelijk uit deze situatie van lockdown en crisis? Dat is een vraag die niet alleen de aandeelhouders zich stellen, maar ook veel werkenden. Zij vrezen voor hun job en hun toekomst, maar ook voor hun gezondheid.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Hun exit: massale werkloosheid, gevaar van tweede golf

    In België werd de maand mei gekenmerkt door de aankondiging van de sociale crash bij Brussels Airlines, waar honderden jobs bedreigd zijn. Twee weken eerder wees een onderzoek van de HR-dienstengroep Acerta erop dat 18% van de Belgische werknemers vrezen hun job te verliezen als gevolg van de huidige crisis.

    Op 18 mei heeft een studie van de Economic Risk Management Group (ERMG) hen gelijk gegeven: bedrijven overwegen om ten minste één op de vijf tijdelijk werkloze werknemers definitief te ontslaan. Concreet betekent dit dat tot 180.000 mensen in de nabije toekomst hun job in ons land dreigen te verliezen. Daarnaast wordt een groot aantal faillissementen verwacht, vooral in de horeca (tot 20%) en de kunst- en entertainmentsector (28%).

    In april voorspelden de Nationale Bank en het Planbureau een krimp van -8% van het Belgische BBP voor het jaar 2020. Een maand later heeft de bank BNPP Fortis de eigen prognoses naar beneden bijgesteld, waarbij nu wordt uitgegaan van een krimp met -11,1% (tegenover -7,1% in de vorige raming). De verwachte opleving in 2021 is eveneens naar beneden herzien: van 7,6% bij de vorige raming naar 4,3%.

    Terwijl de verschillende Europese regeringen hun exit-strategie uit de lockdown uitrollen, waarschuwde de Europese directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Hans Klugge. Hij stelde: “Europa moet zich voorbereiden op een tweede dodelijke golf van het coronavirus in de loop van dit jaar.” Hij benadrukte dat de verzwakking van de epidemie in Europa niet betekent dat het virus weg is.

    Emmanuel André, voormalig interfederaal woordvoerder, stelde terecht vast dat het besparingsbeleid problematisch is: “In België wordt al jaren bespaard op controle en preventie inzake gezondheid. We werden snel ingehaald door de epidemie omdat er te weinig geïnvesteerd was in personeel en middelen voor preventie.” Hij stelt dat de opgestapelde tekorten drastische maatregelen als een lockdown noodzakelijk maakten: “Als er van bij het begin genoeg tests en maskers waren geweest, dan was er misschien geen lockdown nodig geweest.”

    Het ontbreekt niet aan aanbevelingen van de WHO die in het verleden genegeerd werden omdat ze botsten met de winstbelangen van de bedrijven en de neoliberale dogma’s. Zo werd gewaarschuwd voor het gevaar van een wereldwijde pandemie en waren er aanbevelingen over de voorbereiding hierop. Een sterke gezondheidszorg was echter niet de inzet van het beleid. Tussen 2011 en 2018 heeft de Europese Commissie in 63 gevallen lidstaten aanbevolen om bepaalde delen van de zorg te privatiseren of om de overheidsuitgaven voor zorg af te bouwen. De wijze waarop de autoriteiten in verschillende landen tot hiertoe met de situatie omgingen, zal weinig mensen geruststellen. Een alomvattend antwoord op de gezondheidscrisis, de economische neergang en de ecologische ramp vereist dat we ons ontdoen van de oogkleppen van het winstbejag op korte termijn en van een economisch model dat gebaseerd is op moordende concurrentie.

     

    5 VOORSTELLEN IN DE EXIT-STRATEGIE 

    1. Enkel werken als het veilig is!

    De exit-strategie in België en elders is een gok waarbij gerekend wordt op het effect van de zomer en de snelle komst van een vaccin. In de exit-strategie ligt de nadruk op het zo snel mogelijk aan het werk gaan. De chauffeurs van de MIVB, de trams en bussen in Brussel, hebben de toon gezet door spontaan het werk neer te leggen en gebruik te maken van hun terugtrekkingsrecht omdat de voorwaarden voor een veilige uitvoering van hun werk niet vervuld waren. Ze hebben gelijk: als het werk onveilig is, leg je het beter neer!

    Volgens de ‘Grote Coronastudie’ van de Universiteit Antwerpen gebeurde meer dan de helft van de Covid-19 besmettingen in ons land op het werk. Toch worden nog onvoldoende maatregelen genomen. Tussen 23 maart en 30 april werden bijna duizend bedrijven gecontroleerd door de arbeidsinspectie: 75% kwam de beschermingsmaatregelen onvoldoende na. De inspectie Toezicht en Welzijn op het Werk kampt met onderbezetting: slechts 141 van de 177 functies zijn ingevuld. Op de regering en de bazen moeten we niet rekenen voor onze gezondheid!

    Niemand weet beter wat nodig is om veilige arbeidsomstandigheden te garanderen dan het personeel zelf. Hetzelfde geldt overigens voor de dreiging van sluitingen en massale afdankingen. De vakbonden mogen het initiatief niet overlaten aan de bazen en hun politici. Er moeten anticrisiscomités opgezet worden rond de vakbondsdelegaties en de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) om een offensief eisenpakket op te stellen en om de controle op de veiligheid op de werkvloer te organiseren.

    1. Gratis maskers en vaccin voor iedereen! Opeising van productielijnen en nationalisatie

    Geen enkele werkplek had heropend mogen worden zonder een voldoende aanbod van mondmaskers en tests. In Frankrijk eisten verenigingen van zorgpersoneel eind maart al de “opeising van productiemiddelen” voor geneesmiddelen en apparatuur. Zonder de private eigendom van de productiemiddelen in vraag te stellen, botsen we steeds op de tekorten die verbonden zijn aan de markt en het winstbejag.

    Deze kwestie zal zich uiteraard ook stellen als er een vaccin zal zijn. Yves Van Laethem, voorzitter van de werkgroep ‘vaccin’ van de Nationale Gezondheidsraad, stelde: “We boeken op abstracte wijze vooruitgang, in die zin dat niemand weet wanneer het eerste vaccin er komt, wat de kenmerken ervan zullen zijn … Anderzijds is het wel zeker dat er niet genoeg voor iedereen zal zijn.” Dat is schandalig! Midden mei verdedigde 11.11.11 terecht het standpunt dat een vaccin “in het publieke domein moet geplaatst worden zodat het niet kan gemonopoliseerd worden, noch door een machtige staat, noch door een groot bedrijf.” Om dat af te dwingen, zal een sterke krachtsverhouding moeten opgebouwd worden.

    Bedrijven die dreigen met afdankingen moeten in publieke handen genomen worden. Bedrijven die dreigen te sluiten, te verhuizen of massale afdankingen plannen, moeten net als essentiële bedrijven die noodzakelijk zijn om te reageren op de gezondheidscrisis, onteigend en genationaliseerd worden onder democratische controle van de werkenden en de gemeenschap. Deze nationalisatie moet gebeuren zonder schadeloosstelling, tenzij op basis van bewezen behoeften. Het zijn de werkenden die de solidariteit van de gemeenschap nodig hebben, niet de superrijken die hun geld in belastingparadijzen verstoppen.

    1. Stop de werkloosheid en de onhoudbare werkdruk: collectieve arbeidsduurvermindering

    Het voorwendsel van de crisis wordt overal gebruikt om sociale verworvenheden van de arbeidersbeweging af te bouwen. Zo werd de zondagsrust voor het personeel in supermarkten ondermijnd. Op een ogenblik dat de werkloosheid snel dreigt toe te nemen en de werkdruk op andere plaatsen onhoudbaar is, moet de arbeidsduur niet opgedreven maar verminderd worden.

    Voor de crisis verdedigden zowel ABVV als ACV de eis van collectieve arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. Het wordt tijd om van sensibiliseringscampagnes over te gaan naar een offensief!

    De eis van arbeidsduurvermindering gaat al langer mee. Die is niet alleen een antwoord op de toenemende werkloosheid, maar is ook belangrijk voor de gezondheid van werkenden. De combinatie van werk en gezin was al moeilijk, maar tijdens de lockdown werd die helemaal onhoudbaar: hoe telewerk combineren met kinderen in huis?

    1. Massaal plan van publieke investeringen in zorg, openbaar vervoer, onderwijs, cultuur …

    De enorme uitdagingen van de huidige historische crisis kunnen we niet overlaten aan de willekeur van de superrijken en hun politici. We moeten de beschikbare middelen gebruiken in het kader van een grootschalig investeringsplan in de gezondheidszorg, het onderwijs, het openbaar vervoer … De middelen moeten ingezet worden op basis van de sociale noden, waaronder ook de culturele sector en ontspanning.

    Hoe kunnen we de rijken doen betalen? De eis van een ‘miljonairstaks’ is al langer populair: de ongelijkheid nam ook voor deze crisis al ongeziene vormen aan. Op 1 mei stelde de PVDA een nieuwe versie voor in de vorm van een ‘corona-taks’ van 5% op alle fortuinen boven de 3 miljoen euro, dat wil zeggen 2% van de bevolking. LSP is voorstander van een strijd voor een eerlijker belastingheffing, maar waarschuwt dat de superrijken zich zullen verzetten en organiseren, desnoods met kapitaalvlucht (daarvoor zijn de grenzen nooit gesloten). Deze taks zou 15 miljard euro kunnen opbrengen, wat een goede stap zou zijn maar onvoldoende om alle noden te lenigen. We kunnen de eis van een vermogensbelasting daarom best meteen koppelen aan de noodzaak van de nationalisatie van de volledige bankensector en de niet-afbetaling van de publieke schulden.

    Als we deze cruciale middelen niet inzetten tegen de dictatuur van de markten, is het onmogelijk om een antwoord te bieden op de vele crises (economie, gezondheid, ecologie).

    1. Een andere samenleving nodig

    Deze crisis toont het gebrek aan planning en voorbereiding. Maar hoe kunnen we met de gemeenschap plannen wat we niet zelf bezitten? De belangrijkste sectoren van de economie (energie, farma, banken …) moeten in publieke handen komen zodat we een democratische planning kunnen opmaken. Dit type samenleving, een democratisch socialistische maatschappij, is dringend nodig. Er gaan immers heel wat alarmbellen af. Denk maar aan het feit dat voor de mens ondraaglijke temperaturen als gevolg van klimaatverandering dit jaar al bereikt worden, terwijl klimaatwetenschappers dit pas in 2050 hadden verwacht.

    De afgelopen maanden zagen we dat het de werkenden zijn die de wereld doen draaien. Het is absoluut noodzakelijk dat ze het heft in handen nemen om de mens en de planeet te bevrijden van het kapitalisme.

     

    Een nieuw sociaal pact?

    Philippe Donnay van het Planbureau verdedigde in de media het idee van een nieuw sociaal pact voor de heropleving rond de sociale zekerheid, in samenwerking van de sociale partners. Hij verwijst naar het sociaal pact van 1944 dat vorm gaf aan de huidige sociale zekerheid en het overleg tussen bazen en werkenden, wat onder meer leidde tot de oprichting van de Nationale Arbeidsraad in 1952. Het idee van een nieuw sociaal pact is breed verspreid: de vakbonden spraken hierover, en ook de PS.

    Het klopt dat de sociale zekerheid ernstig ondermijnd is. Maar we mogen niet vergeten dat het sociaal pact meteen na de Tweede Wereldoorlog het resultaat was van een bijzonder context. Het kapitalisme verloor de helft van Europa aan het stalinisme. Bovendien ontwikkelde zich een internationale krachtsverhouding die niet gunstig was voor het kapitalisme.

    In Frankrijk ontwikkelde de Nationale Raad van het Verzet in 1944 een programma gebaseerd op uitgebreide nationalisaties en een stelsel van sociale zekerheid. In Groot-Brittannië won Labour de verkiezingen met 47,7% van de stemmen. De conservatieven en Churchill werden verslagen en Labour ging over tot een beleid van nationalisaties en het vestigen van sociale bescherming, onder meer met de nationale gezondheidsdienst NHS.

    De sociale zekerheid die met het sociaal pact van 1944 ontstond, omvatte eerder afgedwongen verworvenheden en nieuwe, die vooral vorm kregen door arbeidersstrijd in de jaren 1950 en 1960. Die strijd dwong de bazen onder meer om meer bijdragen te betalen, via loonsverhogingen maar ook door meer bij te dragen aan de sociale zekerheid.

    De huidige context is fundamenteel anders. Voor de superrijken is een debat over een nieuw sociaal pact gericht op de afbraak van het oude sociale pact en op een hervorming van de sociale zekerheid, zodat deze minder gunstig is voor de werkenden. Met een regering van rechtse provocateurs, zoals die van N-VA, zou die sociale afbraak sneller op verzet van de arbeidersbeweging botsen. De PS is al jaren betrokken bij een beleid van sociale afbraak, de partij aanvaardt immers de logica van het kapitalisme. In de discussie over een nieuw sociaal pact toont PS-voorzitter Magnette dat deze koers wordt doorgezet. “Laten we pragmatisch zijn. We nemen geen ideologische positie in.” (L’Echo 19 mei).

     

    Onze eisen afdwingen door strijd

    Grote zorgbetoging na de zomer

    Het Federaal Agentschap van de Schuld kondigde aan dat de publieke schulden in 2020 zullen oplopen tot 52 miljard euro in plaats van de voorziene 31 miljard euro. We kennen het scenario van het establishment: socialisering van de verliezen door grote bedrijven te ‘redden’ met het oog op een toekomstige privatisering, afdankingen, nieuwe besparingen, bijkomende aanvallen op sociale rechten, afbouw sociale zekerheid …

    De bazen en hun professionele commentatoren bereiden het terrein al voor. In Het Laatste Nieuws schreef editorialist Jan Segers op 18 april reeds: “Er moet hervormd en bespaard worden, zelfs in de gezondheidszorg.” Professor Jean Hindriks van de UCL (Louvain-La-Neuve) sprak over de nood aan indexsprongen, tijdelijk niet-uitbetalen van vakantiegeld, verminderen van de pensioenen (te beginnen met de hoogste, die van de ambtenaren), loonsverlagingen … Niet alleen worden werkenden in de private en publieke sector tegen elkaar opgezet, er was ook het belachelijke voorstel van econoom Jan-Emmanuel De Neve voor een ‘coronataks’ die alleen ouderen zou treffen. Kortom: een sociale kaalslag waarbij werkenden tegen elkaar opgezet worden in een neerwaartse spiraal.

    Zij zijn hun strategie aan het uitrollen. Wij moeten ons organiseren om onze voorstellen en eisen niet alleen op papier of in woorden te verdedigen, maar om ze effectief af te dwingen. Dat zal gebeuren door met de arbeidersbeweging gezamenlijk in actie te komen in strijd. De eerste stappen dienen zich aan: de grote zorgbetoging en de strijd voor een hoger minimumloon.

    Het zorgpersoneel geniet vandaag een enorm respect en gezag. Dit werd bevestigd toen de beelden van het zorgpersoneel van het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel viraal gingen. Ze keerden premier Wilmès de rug toe om te protesteren tegen het besparingsbeleid.

    De actiegroep ‘La Santé en Lutte’ (De Zorg in Actie) mobiliseert voor een grote nationale betoging, zodra de omstandigheden het toelaten (wellicht na de zomer). Deze betoging moet een trefpunt zijn voor iedereen die zich verzet tegen een beleid dat jarenlang heeft bespaard op zorg en onze ouderen heeft overgeleverd aan een commerciële logica van ouderenzorg waarin duizenden corona-doden gevallen zijn.

    Laten we de komende maanden gebruiken om te mobiliseren naar die zorgbetoging. Dat kan versterkt worden met delegaties van personeel uit het onderwijs, de distributiesector, openbaar vervoer, de chemische industrie … Zo kunnen we de woede bijeenbrengen en deze georganiseerd tot uitdrukking brengen. Het zou de toon zetten voor een offensief van de werkenden en hun gezinnen!

    Essentieel loon voor iedereen: minimum €14/uur

    De gezondheidscrisis heeft het personeel in de essentiële sectoren in de schijnwerpers gezet. Velen van hen komen nog niet aan een basisloon van 14 euro per uur!

    De campagne die het ABVV meer dan een jaar geleden lanceerde voor minimum 14 euro per uur moet doorgezet en opgevoerd worden. Een beter loon (met een hoger minimum als basisloon) betekent een betere financiering van onze sociale zekerheid en ondersteuning van de lokale economie. Het zijn niet de werkenden die hun geld naar rekeningen in belastingparadijzen doorsluizen…

    Een campagne voor minimum 14 euro per uur kan gevoerd worden aan elke supermarkt, ziekenhuis … De brede steun die er onder de bevolking is moeten we aangrijpen om deze eis kracht bij te zetten. De petitie kan daar nuttig voor zijn. Dit kan gecombineerd worden met specifieke campagnes op de werkplaats om overwinningen te boeken die inspiratie bieden voor collega’s op andere werkplaatsen.

  • Saga rond mondmaskers. Gebrek aan planning bedreigt onze gezondheid

    Tegen 4 mei zouden we allemaal een gratis mondmasker gekregen hebben. Dat was de deadline die de federale regering zichzelf had gesteld. Zoals iedereen gemerkt heeft, werd deze deadline niet gehaald. Ondanks het feit dat er ondertussen vijf ministers verantwoordelijk zijn voor mondmaskers, leidt het gebrek aan planning tot chaos.

    De mondmaskers zijn verplicht in bedrijven waar onvoldoende afstand kan gehouden worden en op het openbaar vervoer. Ook elders wordt het dragen ervan aanbevolen. Maar de gratis exemplaren laten op zich wachten, in enkele gemeenten zorgde het lokaal bestuur ervoor maar dat is zeker niet overal het geval. Minister Geens merkte op: “Een nationale productie op die korte termijn uitrollen, die voldoende mondmaskers voorziet voor iedereen, is niet mogelijk.” Daarom werd met een aanbesteding gewerkt. Ondertussen werd de bevolking aangemoedigd om zelf mondmaskers te naaien.

    Op 12 maart gingen de woonzorgcentra op slot en werden de eerste maatregelen aangekondigd. Toch duurde het tot eind april vooraleer beslist werd om iedereen van mondmaskers te voorzien. Waarom is er zo lang gewacht? Er wordt verklaard dat er onvoldoende productiemogelijkheden in ons land zijn, maar er zijn ondertussen wel private initiatieven. Zo kondigde Ontex aan dat het in Eeklo vanaf september een jaarlijkse productie van 80 miljoen chirurgische mondmaskers kan opstarten. Waarom wordt het initiatief aan private bedrijven overgelaten? Er zijn maatregelen om zorgpersoneel op te vorderen, maar het opvorderen van productielijnen voor beschermingsmateriaal is blijkbaar niet mogelijk?

    Het is overigens opmerkelijk dat supermarkten mondmaskers mogen verkopen op een ogenblik dat er zelfs onder het zorgpersoneel nog tekorten zijn. Volgens de regering zijn er voldoende mondmaskers onderweg om de commerciële verkoop toe te laten. Voor het zorgpersoneel dat op zijn tandvlees zit, is dit nogmaals een slag in het gezicht: blijkbaar zijn er nog voorraden chirurgische mondmaskers voorhanden in ons land, maar de regering eist die niet op om ingezet te worden in de zorg. In plaats van de maskers op te eisen, gaf de regering toe aan de chantage van de commerciële spelers.

    Een aanpak die vertrekt van commerciële belangen om onze gezondheid te beschermen faalt. Het zorgt voor een gebrek aan planning omdat een planmatige aanpak botst met winstbelangen. Gebrek aan bescherming vergroot het gevaar van een tweede golf van besmettingen en nieuwe lockdowns. Hetzelfde probleem stelt zich rond de ontwikkeling van een vaccin: in plaats van alle beschikbare kennis te delen, is er een concurrentieslag onder de farmabedrijven om als eerste met een vaccin op de markt te komen. Dit vertraagt de ontwikkeling en door het initiatief in private handen te laten, kunnen er nadien ook problemen komen om het vaccin snel onder de volledige bevolking verdeeld te krijgen.

    De lijdensweg van de mondmaskers toont het falen van dit systeem. Eis de nodige productielijnen op om een planmatige aanpak van bescherming en gezondheid mogelijk te maken!

  • Soedan een jaar na het afzetten van al-Bashir. Covid-19 legt problemen bloot

     

    Foto: Radio Dabanga

    Terwijl veel landen de veiligheidsmaatregelen versoepelen, ontwikkelt de Covid-19 pandemie zich gestaag in Afrika. Dit is een bedreiging voor de gezondheidsstelsels in Afrikaanse landen. Het beleid in deze landen is niet in staat om iets te doen aan de enorme armoede die nog steeds toeneemt. De brutale handhavingsinstrumenten, waarbij zelfs geschoten wordt op wie de lockdown breekt, zijn op zich een pandemie geworden voor die klassen die niet de middelen hebben om te overleven tijdens een lockdown.

    Artikel door Satti (Socialistisch Alternatief Soedan)

    Het aantal besmettingen in Soedan groeide aanvankelijk slechts langzaam van het eerste geval op 12 maart tot begin april. Maar sindsdien is het aantal gevallen gestegen tot duizenden, waardoor Soedan het land is met het hoogste aantal besmettingen en sterfgevallen in Oost-Afrika. Veel deskundigen vrezen dat het hele gezondheidssysteem in elkaar zal storten door het toenemende aantal gevallen, de zwakte van de medische voorraden en het tekort aan medisch personeel. Nadat in april een nationale lockdown en een verbod op interstatelijk vervoer werden opgelegd, heeft de regering in mei de lockdown-maatregelen in de staat Khartoem, met de hoogste concentratie van infecties, verlengd.

    Het sterftecijfer in Soedan is hoog in vergelijking met het wereldwijde sterftecijfer, en het aantal herstelde gevallen is een kleiner percentage in vergelijking met de meeste landen. Zorgpersoneel bevestigt dat het aantal infecties onder het medisch personeel toeneemt, als gevolg van het gebrek aan beschermingsmiddelen. Er is een ernstig tekort aan testmateriaal, waardoor zelfs de minister van Volksgezondheid moest erkennen dat het werkelijke aantal gevallen van Covid-19 veel hoger ligt dan de officiële gegevens.

    Een gezondheidssysteem in crisis

    Slechts een minderheid van de Soedanese bevolking heeft toegang tot gezondheidszorg, zelfs in de grote steden is dit het geval. Op het platteland en afgelegen gebieden, zeker in de oorlogsgebieden, is er vaak geen enkele gezondheidszorg. Dit systeem bleef compleet in gebreke toen tussen augustus 2016 en maart 2018 volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 36.962 gevallen van cholera werden vastgesteld in 18 Soedanese staten. Deze cholera-epidemie leidde tot 823 doden, waarvan 15% jonger was dan vijf jaar. Alleen al in november werden meer dan 250.000 gevallen van malaria gemeld vanuit Darfoer, aldus het federale ministerie van Volksgezondheid. Dit omvat ongeveer 110.000 gevallen van malaria in de staat Zuid-Darfoer, 103.000 in Noord-Darfoer en 45.000 in Oost-Darfoer.

    De huidige situatie legt de vreselijke toestand van de gezondheidssector bloot, zowel op vlak van personeel, ziekenhuizen, niveau van technische ontwikkeling, capaciteit als toegang. Het heeft ook geleid tot botsingen tussen staatsziekenhuizen en de private sector, waarbij deze laatste de deuren dreigde te sluiten in het licht van de Covid-19-pandemie, wat getuigt van een onverantwoordelijke en roekeloze houding die alleen bepaald wordt door de winsten van deze bedrijven. Ondertussen blijven de geneesmiddelenfabrikanten en -importeurs de crisis en het zwakke gezondheidszorgsysteem uitbuiten voor hun eigen agenda. Een voorbeeld hiervan zijn de nieuwe tarieven die de “Drug Importers Division” oplegt, waardoor de prijs van geïmporteerde geneesmiddelen verdubbeld is, en de dreiging van Ami Pharma Factory om de productie te stoppen.

    Private ziekenhuizen zijn nu gestopt met het verlenen van gezondheidsdiensten uit angst voor gevallen van Covid-19 die hen zouden verplichten zich te houden aan gezondheidsprocedures zoals sterilisatie, samen met de rest van de procedures van het Ministerie van Volksgezondheid. Dit heeft een catastrofaal effect op de publieke sector, die de prijs betaalt voor het beleid van het vorige regime om vooral middelen en steun toe te kennen aan private zorgverleners, terwijl er te weinig wordt geïnvesteerd in de publieke sector en bovendien een deel werd geprivatiseerd. Het resultaat is rampzalig voor patiënten en mensen die voor ziekenhuizen sterven omdat ze er niet geholpen worden. De sluiting van veel private ziekenhuizen en de overbelaste situatie in openbare ziekenhuizen en gezondheidscentra heeft ook geleid tot een hoger sterftecijfer onder mensen die aan andere aandoeningen lijden en geen medische behandeling meer kregen.

    Ook het zorgpersoneel is de dupe van dit alles, zoals blijkt uit de recente en steeds vaker voorkomende fysieke aanvallen die medische hulpverleners in een aantal ziekenhuizen in en buiten Khartoem hebben getroffen en die in de afgelopen weken tot meerdere stakingen hebben geleid. Bij de laatste raakte een arts ernstig gewond aan het hoofd. Deze aanvallen kunnen niet los worden gezien van het bredere beeld van een ineenstorting van de hele zorgsector en bijhorende wanhoop. Zorgpersoneel wordt geconfronteerd met een tekort aan medische voorzieningen, het ontbreken van beschermende uitrusting, veiligheidsrisico’s en het ontbreken van wettelijke bescherming tijdens het werk, alsook met een verslechtering van hun status, of het nu gaat om slechte lonen, onzekere contracten of overwerk na de diensten of onmogelijke werkdruk tijdens de dienst.

    United Doctor’s Office, een vereniging van dokters, dreigde op 21 mei met een staking van alle dokters indien niet binnen de 72 uur op de eisen werd ingegaan. Het ging onder meer om maatregelen die het zorgpersoneel moeten beschermen tegen herhaaldelijke aanvallen. De regering was verplicht om de politie in te zetten om gezondheidsvoorzieningen te beschermen.

    Arbeidsomstandigheden onder de pandemie

    Naast deze slechte gezondheidssituatie wordt de arbeidersklasse onder deze pandemie geconfronteerd met meerdere bedreigingen, ondanks de door de staat opgelegde veiligheids- en lockdownmaatregelen. Sommige bedrijven hebben hun activiteiten stopgezet, maar andere dwingen hun personeel om onder slechte omstandigheden en lange werktijden te werken zonder enige aandacht voor veiligheidsmaatregelen. JTI Lacto Company bijvoorbeeld, dat nog steeds op volle capaciteit werkt als geregistreerd levensmiddelenbedrijf, voorziet de werknemers niet van beschermingsmateriaal en ontsmet zijn hallen niet, ondanks dat er gevallen van Covid-19 in de fabriek zijn geregistreerd. Ook de schoonmakers in de staat Khartoum hebben gedreigd te staken totdat aan hun eisen werd voldaan, waaronder het verstrekken van de nodige beschermingsmiddelen.

    Dit zijn slechts twee voorbeelden van een groot aantal werkenden die te maken hebben met een slechte werkomgeving en een opgevoerde uitbuiting door het kapitaal. Het feit dat de werkenden niet vertegenwoordigd zijn in het “Comité voor noodgevallen in de gezondheidszorg”, hoewel ze zich enerzijds in de frontlinie van de pandemie bevinden en anderzijds worstelen met de verslechterde economische omstandigheden, spreekt boekdelen over de onverschilligheid die de huidige regering aan de dag legt ten aanzien van hun omstandigheden. In veel gevallen mogen werkenden zich niet eens organiseren in een vakbond om hun rechten te beschermen, zoals in DAL (voedingsindustrie), een bedrijf dat geen vakbonden binnen zijn complexen toestaat. In andere gevallen zijn werknemers onderworpen aan willekeurig ontslag en sancties wanneer zij aanspraak maken op beschermende maatregelen.

    Lock-down en het effect ervan op de arbeidersklasse

    Wat een echte bedreiging vormt voor de arbeidersklasse is niet alleen de ziekte zelf, maar ook de door de regering aangekondigde lockdown. De simulatie van het beleid in geavanceerde kapitalistische landen die over grotere capaciteiten en een sterkere infrastructuur beschikken, blijkt bijzonder verwoestend voor de arbeidersklasse en de arme gemeenschappen in Soedan. Miljoenen arbeiders werken van dag tot dag informeel, zoals de 23.000 vrouwelijke theeverkoopsters in Khartoem, en nog voor de lockdown kwamen ze nauwelijks rond, vooral door de hoge inflatie in het land – in april steeg de inflatie naar 99%.

    Naast de lockdown en de hoge prijzen zijn de wachtrijen voor brood en kookgas in deze periode blijven groeien, en deze grondstoffen zijn in sommige regio’s nog steeds volledig afwezig. Aangezien de armen een gebrek aan andere opties hebben – ze kunnen in tegenstelling tot de rijken niet op de zwarte markten kopen of ineens genoeg kopen voor de duur van de lockdown – maakt dit de lockdown tot een uiterst onrechtvaardige en ongelijke situatie.

    Contrarevolutie

    Intussen zijn de krachten van de contrarevolutie druk bezig geweest om de nieuwe situatie in hun voordeel uit te buiten. De regering heeft niet adequaat gereageerd op de verspreiding van de epidemie in de gevangenissen en sommige leiders van het verdrongen regime zijn besmet. Dit heeft de aanhangers van het oude regime de kans gegeven om voor de gevangenis een wake te houden en hun vrijlating te eisen. Ironisch genoeg is deze smerige gevangenisomgeving, net als het gammele gezondheidssysteem, wat hun eigen afgezette regime na dertig jaar heeft achtergelaten. Krachten die verbonden zijn aan het afgezette regime en aan de islamitische beweging, via zowel de Nationale Congrespartij (NCP) als de Populaire Congrespartij (PCP), hebben deelgenomen aan betogingen om de lockdown te ondermijnen en de overgangsregering te destabiliseren.

    Aanhangers van het oude regime proberen de ontevredenheid onder de stammen op te hitsen, een methode die zij gedurende het hele bewind van Al Bashir hebben gebruikt en die zij vandaag in het licht van de huidige crisis weer doen opleven. In Kassala, in het oostelijk deel van het land, zijn bij botsingen tussen stammen eerder in mei tien mensen omgekomen. Het zaaien van onenigheid tussen de stammen in het oosten is iets dat de vingerafdrukken van de oude staatsmachine draagt.

    Dit gezegd zijnde, kunnen de botsingen tussen stammen die de afgelopen dagen zijn losgebarsten niet enkel toegeschreven worden aan acties die door de contrarevolutie in gang zijn gezet. Dit stammengeweld komt meer fundamenteel voort uit conflicten over grondstoffen en uit een geschiedenis van het ontbreken van economische, sociale en politieke rechtvaardigheid voor de lokale gemeenschappen. Hoewel de contrarevolutie deze conflicten aanwakkert en weer aan de oppervlakte brengt, moeten de diepere oorzaken van deze problemen worden aangepakt om vrede te bereiken en een einde te maken aan dit stamradicalisme.

    Tijdens dit stammengeweld keken het leger en de veiligheidstroepen merkbaar de andere kant op toen de botsingen plaatsvonden, waaruit blijkt dat de militaire vleugel van de huidige regering volledig heeft gefaald en niet bereid is om de veiligheid te handhaven – een hoeksteen van het document dat de zogenaamde overgangsperiode regelt en van de argumenten die de “Forces of the Declaration for Freedom and Change” gebruiken om hun capitulatie voor de reactionaire generaals te rechtvaardigen. De episode heeft ook de tegenstrijdigheden aan het licht gebracht die het gevolg zijn van het akkoord over de machtsdeling tussen de civiele en militaire componenten van de regering. Deze tegenstrijdigheden zijn door de Covid-19-crisis nog verergerd.

    Zoals de ISA-aanhangers in Soedan hebben uitgelegd, is dit akkoord het grootste obstakel op de weg naar een echte regering van de revolutie. De overgangsregering van Abdalla Hamdok is het resultaat van een onhoudbaar compromis tussen enerzijds politieke krachten die (zij het op ontoereikende en misvormde wijze) de door de massa’s geleide revolutionaire strijd tegen de dictatuur weerspiegelen, en anderzijds de Militaire Raad, die de kern vormde van de machtsstructuur van diezelfde dictatuur. Met deze precaire regeling die dreigt in te storten, en een nieuwe economische en gezondheidscrisis die zich snel ontwikkelt, blijft de noodzaak om zich voor te bereiden en te organiseren voor een nieuwe fase van de revolutionaire strijd des te noodzakelijker en dringender.

  • Covid-19 wordt wereldwijd aangegrepen om repressie op te voeren

    The Economist (28 maart 2020) had het over “de meest dramatische uitbreiding van de staatsmachten sinds de Tweede Wereldoorlog.” Overal ter wereld hebben regeringen elementen van draconische wetgeving ingevoerd vergelijkbaar met die van politiestaten. Dit gebeurde met het argument van de bescherming van de samenleving tegen de verspreiding van het COVID-19 virus.

    Door Stephen Boyd, International Socialist Alternative

    Voor velen is de wereldwijde lockdown op brute wijze geïmplementeerd. Op het ogenblik dat Nigeria slechts zes doden had geregistreerd door COVID-19, hadden het leger en de politie al 13 mensen gedood bij het afdwingen van de lockdown. In Rwanda waren de eerste slachtoffers van de crisis twee mensen die door de politie werden doodgeschoten. In Kenia schoot de politie een 13-jarige jongen dood. In de neokoloniale wereld staan honderden miljoenen mensen, vooral migrantenwerknemers en mensen in de informele economie, voor een moeilijke keuze: de lockdown trotseren – hun huis verlaten om de kost te verdienen om hun familie te voeden en het risico lopen het virus op te lopen of het slachtoffer te worden van een brute staatsrepressie – of thuis blijven en sterven van de honger.

    In India zijn migrerende werknemers besproeid met natriumhypochloriet, een bleekmiddel dat schade aan de huid, de ogen en de longen veroorzaakt. In Paraguay zijn de armen die de quarantaine doorbreken met tasers aangevallen. In de Filippijnen zijn overtreders van de avondklok in hondenkooien gestopt: 17.000 mensen zijn er gearresteerd en in overvolle detentiecentra geplaatst. In Mombasa, Kenia, heeft de politie traangas en knuppels gebruikt in een operatie die volgens hen bedoeld was om mensen te beschermen tegen de verspreiding van het virus.

    De ANC-regering van Cyril Ramaphosa in Zuid-Afrika heeft het gebruik van de sjambok, een zweep die een symbool was van wreedheid tijdens het Apartheidstijdperk, weer doen opleven en de politie heeft ook rubberen kogels afgevuurd op verpleegkundigen die protesteerden tegen het gebrek aan beschermende uitrusting.

    In Israël heeft premier Benjamin Netanyahu de bevoegdheid gekregen om per decreet te regeren zonder dat beroep op de rechtbanken of het parlement mogelijk is. In Hongarije heeft het parlement nieuwe wetten aangenomen, waaronder gevangenisstraffen, voor het verspreiden van verkeerde informatie. De rechtse premier Viktor Orban kreeg bevoegdheid om per decreet te regeren in het kader van een noodtoestand zonder tijdslimiet. Orban verklaarde: “We vechten een oorlog uit op twee fronten: het ene front heet migratie, het andere is dat van het coronavirus. Er is een logisch verband tussen de twee, zoals beide zich verspreiden met beweging.” (France24.com, 13 maart 2020).

    Crisiswetgeving die nooit afloopt

    Terwijl de meerderheid van de mensen momenteel gunstig aankijkt tegen wetgeving die de verspreiding van het COVID-19-virus moet voorkomen, moeten de werkenden, vakbondsactivisten en socialisten alert zijn voor de inherente gevaren. De traditioneel repressieve wetgeving die in tijden van crisis is ingevoerd, blijft meestal in de wetboeken staan om later te worden gebruikt tegen stakende werknemers en arbeidersgemeenschappen die campagne voeren voor hun rechten. In Frankrijk werd in 2015 de noodtoestand afgekondigd na een terroristische daad, maar dit werd vervolgens gebruikt tegen de betogingen in het kader van de VN-top rond klimaatverandering.

    The Guardian Weekly (10 april) citeert Shoshana Zuboff, auteur van ‘The Age of Surveillance Capitalism’, die zegt dat de Amerikaanse regering vóór 9/11 regelgeving had ontwikkeld om de persoonlijke informatie van webgebruikers te beschermen. “Op een paar dagen tijd verschoof de aandacht van regels voor bedrijven die informatie misbruiken naar het beschermen van deze bedrijven zodat ze data voor de overheid kunnen verzamelen.”

    In China zoeken drones naar mensen zonder mondmasker, terwijl in Duitsland, Oostenrijk, Italië en België overheden gegevens van grote telecommunicatiebedrijven gebruiken (of willen gebruiken) om de beweging van mensen te volgen. In Israël heeft de nationale veiligheidsdienst toegang tot de telefoongegevens van besmette mensen. Zuid-Korea stuurt tekstberichten naar het publiek waarin potentieel besmette personen worden geïdentificeerd en waarin informatie wordt gedeeld over waar ze zijn geweest.

    De Coronaviruswet in het Verenigd Koninkrijk geeft de politie en de immigratiedienst de bevoegdheid om de komende twee jaar mensen die ervan verdacht worden besmet te zijn op te pakken en vast te houden. Het Amerikaanse Ministerie van Justitie heeft een verzoek ingediend bij het parlement voor een nieuwe regel die het mogelijk maakt dat rechters een rechtszaak opschorten, zelfs indien dit er mogelijk toe leidt dat mensen in de gevangenis zitten zonder dat ze daar formeel bezwaar tegen kunnen aantekenen. Zoals Kevin Blowe van Netpol opmerkte: “Deze bevoegdheden worden ingevoerd, en het klinkt op dit moment redelijk. Maar dan worden ze heel snel toegepast voor andere doeleinden die niets te maken hebben met de democratie en niets te maken hebben met de openbare veiligheid.”

    Hoe worden deze wetten gebruikt?

    Tijdens de historische Britse mijnwerkersstaking van 1984-85 werden duizenden mijnwerkers gearresteerd, beschuldigd van overtredingen zoals samenzwering en oproer. De wetgeving die zogenaamd bedoeld was voor nationale noodsituaties werd gebruikt om de verplaatsing van mijnwerkers van het ene deel van het land naar het andere te beperken. Tijdens de staking werden 11.291 mensen gearresteerd, meestal wegens schending van de openbare orde of het belemmeren van de wegen tijdens stakersposten. Van deze opgepakte mensen werden er 8.392 aangeklaagd en tussen de 150 en 200 gevangen gezet. 9.000 mijnwerkers werden ontslagen nadat ze tijdens de protestacties waren gearresteerd, zelfs als er geen aanklacht werd ingediend.

    Uit documenten die uit het Nationaal Archief zijn vrijgegeven, blijkt dat premier Margaret Thatcher zich in het geheim voorbereidde op het inzetten van troepen en het uitroepen van de noodtoestand op het hoogtepunt van de mijnwerkersstaking. In wat bekend is geworden als de ‘Slag bij Orgreave’ hebben duizenden mijnwerkers uit het hele land de site op 18 juni 1984 bezet. Ze werden opgewacht door 6.000 politieagenten onder het bevel van een adjunct-hoofd van de politie van Zuid-Yorkshire en werden uiteengejaagd door politieagenten te paard, waarbij velen op brute wijze werden aangevallen en geslagen. Vijfennegentig mijnwerkers werden gearresteerd en 55 werden vervolgd voor het delict van oproer, wat kon leiden tot levenslange gevangenisstraf.

    In 2019 gebruikte de politie artikel 14 van de Public Order Act van 1986 om betogingen van Extinction Rebellion in Londen te verbieden. Zes ESB-stakers (werknemers in de elektriciteitsvoorziening) in Ierland werden in 1985 gearresteerd met behulp van artikel 30 van de Offences Against the State Act, wetgeving die oorspronkelijk tegen het terrorisme was uitgevaardigd.

    Tijdens de huidige crisis werden in het zuiden van Ierland in maart door het Dail (parlement) drastische nieuwe noodbevoegdheden aan de staat toegekend. Deze bevoegdheden omvatten de mogelijkheid om iemand te dwingen in zijn huis te blijven, om iemand te dwingen binnen een bepaalde afstand van zijn huis te blijven, om bijeenkomsten in een privé-woning te verbieden en om bijeenkomsten in het openbaar te verbieden (wat ook protesten inhoudt).

    De Sunday Business Post omschreef de bevoegdheden als “maatregelen die vergelijkbaar zijn met een politiestaat.” Deze bevoegdheden kunnen tot 9 november van kracht blijven als de regering daarvoor kiest en kunnen na die datum door de Dáil (het Ierse parlement) worden verlengd. In het parlementair debat heeft Mick Barry van de Socialist Party en International Socialist Alternative zich verzet tegen deze noodbevoegdheden.

    Mick Barry wees erop dat de noodwetgeving van COVID-19 in andere landen al was gebruikt om afwijkende meningen te onderdrukken en wees op de aanvallen op de gele hesjes door de politie in Frankrijk. Hij zei ook dat noodbevoegdheden in het verleden in Ierland zijn gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor ze officieel werden ingevoerd, met name bij de Offences Against the State Act, die was ingevoerd om “terrorisme” te bestrijden, maar vervolgens vele malen is gebruikt tegen collectieve acties van werkenden.

    Repressie ondermijnt veiligheid

    In plaats van de strijd tegen het coronavirus te ondersteunen, kan repressieve wetgeving dit juist belemmeren. In Italië is een cruciale bijdrage aan de strijd tegen het virus geleverd door werkenden die in staking gingen om de sluiting te eisen van niet-essentiële industrie die door hun bazen werd opengehouden om de winst te maximaliseren. Nu kan de noodwetgeving die stakingen verbiedt, worden gebruikt als een afschrikmiddel tegen dergelijke acties.

    In Hongarije zullen de dictatoriale maatregelen die door de uiterst rechtse premier Victor Orban zijn genomen (waaronder uitstel van alle verkiezingen) de openheid en transparantie ondermijnen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een belangrijk onderdeel vormen van het winnen van massale steun van de bevolking in de strijd tegen de epidemie.

    De krachtigste factor in het afremmen van de verspreiding van het virus is de discipline van de grote massa van gewone mensen die vrijwillig richtlijnen voor het wassen van de handen en sociale afstand invoeren of naleven. De vrijwillige inspanningen van de massa de bevolking zijn in de strijd tegen de pandemie een veel krachtiger instrument dan repressie.

    Helaas heeft links zich internationaal over het algemeen niet principieel verzet tegen het verlenen van noodbevoegdheden aan de kapitalistische staat. Dat is in Portugal erg duidelijk: het Links Blok stemde voor een stakingsverbod terwijl de Communistische Partij zich onthield. De pandemie en de situatie na de pandemie zullen voor links veel nieuwe uitdagingen, gevaren en kansen met zich meebrengen. Het innemen van een principieel standpunt over de kwestie van de noodtoestand is en blijft een belangrijk punt voor links.

    De rol van de staat

    In kapitalistische samenlevingen is de staat geen neutrale scheidsrechter die alleen maar bestaat om de goede werking van de samenleving te waarborgen en om “rechtvaardigheid” en “democratie” te handhaven. Friedrich Engels beschrijft in zijn boek ‘De oorsprong van het gezin, de particuliere eigendom en de staat’ (1884) de staat als “een product van de maatschappij op een bepaalde trap van ontwikkeling; hij is de erkenning van de onoplosbare tegenspraak met zichzelf waarin deze maatschappij verward is geraakt, van de onverzoenlijke tegenstellingen waarin zij zich heeft gesplitst en die zij niet bij machte is te bezweren. Opdat echter deze tegenstellingen, klassen met tegenstrijdige economische belangen, zichzelf en de maatschappij niet in een vruchteloze strijd vernietigen, is een in schijn boven de maatschappij staande macht nodig geworden, die het conflict moet temperen, het binnen de perken van de “orde” moet houden.”

    De staat, zoals Engels het uitdrukte, kan in laatste instantie worden opgevat als “gewapende lichamen van mannen die handelen ter verdediging van privé-eigendom.” Daarom moet alle nieuwe wetgeving die door regeringen over de hele wereld wordt ingevoerd, worden bekeken vanuit het perspectief van hoe het de burgerlijke staat versterkt en het vermogen van de kapitalistische klasse en hun politieke volgelingen om de arbeidersklasse te onderdrukken als deze strijdt en campagne voert om het leven van werkenden te verbeteren.

    IMF-directeur Kristalina Georgieva zegt dat de pandemie de ergste recessie sinds de Grote Depressie van de jaren dertig zal ontketenen. In totaal werd de werkplek van 81% van de 3,3 miljard werknemers in heel de wereld gedeeltelijk of deels gesloten. De Internationale Arbeidsorganisatie schat dat er mogelijk 200 miljoen werklozen zullen bijkomen. Er zal de komende jaren een politieke afrekening plaatsvinden, aangezien kapitalistische regeringen proberen de arbeidersklasse en de arme massa’s te laten betalen voor de economische impact van COVID-19. Ze zullen niet aarzelen om de volledige macht van hun staten te gebruiken, inclusief de nieuwe macht die ze onlangs hebben verworven, als de arbeidersklasse vecht voor jobs, degelijke gezondheidszorg, betere lonen en tegen de toenemende gevolgen van de klimaatverandering.

    Wijlen Peter Hadden, een van de oprichters van de Socialist Party in Ierland en onze internationale organisatie, schreef in een artikel met de titel “Northern Ireland: Marxism and the State” (1985): “Marxisten baseren hun eisen niet op wat op een bepaald moment populair kan zijn. Er ontstaan vaak tijdelijke gemoedstoestanden, waarin de klassenrealiteit voor de ogen van de arbeidersklasse kan worden verdoezeld. Onder dergelijke omstandigheden is het de verantwoordelijkheid van de marxisten om zich niet te laten meeslepen door de heersende stroming van de populaire opinie, maar om hun programma te verdedigen en de arbeidersklasse de waarheid te vertellen.”

    Dit is vandaag het geval – in het midden van de pandemie, wanneer de heersende stemming onder velen is dat de staat nieuwe bevoegdheden krijgt om ons allemaal te beschermen tegen het COVID-19 virus. Het is onze plicht om de waarheid te vertellen: deze nieuwe bevoegdheden zijn een gevaar voor alle werkende mensen.

     

  • Covid-19 crisis en de ideologie van het individualisme

    Vóór de pandemie was het voor velen moeilijk om zich voor te stellen dat neoliberale en rechtse regeringen falende bedrijven zouden nationaliseren, de huurprijzen zouden bevriezen en de besparingen gedeeltelijk (en tijdelijk) zouden opheffen. Vóór de pandemie waren essentiële werknemers “ongeschoold”. Vóór de pandemie kregen we van kapitalistische analisten te horen dat het “gezond verstand” is dat mensen individualistisch en egoïstisch zijn, waarmee ze de hebzucht en het winstbejag van de bazen en de superrijken rechtvaardigen. Vóór de pandemie was er geen sprake van “samen sterk”.

    Artikel door Fionn Daly (Socialist Party – ISA in Ierland)

    De collectieve ontbering heeft de internationale solidariteit onder de werkende klasse op spectaculaire wijze naar de voorgrond gebracht. De omvang van onze goede wil en samenwerking is een enorme kracht geweest om de pandemie te bestrijden en de mensen een gevoel van hoop te geven.

    Neem bijvoorbeeld de werknemers van Debenhams die in de steek werden gelaten door hun werkgever die besloot om midden in de COVID-19-crisis winkels te sluiten, waardoor de werknemers zich moesten organiseren om te vechten voor hun job of een fatsoenlijk ontslag. Hun strijd is nog steeds aan de gang, maar ondanks hun eigen situatie hebben de arbeiders een GoFundMe-pagina opgezet voor hun collega’s in Bangladesh die net als hen door Debenhams in de steek werden gelaten, maar zich in een veel slechtere positie bevinden op vlak van werkloosheidsuitkeringen.

    Het is nu duidelijk dat onze individuele gezondheid afhankelijk is van collectieve samenwerking. Niemand is een eiland, zeker niet tijdens een pandemie. Toch moeten we dit gevoel van solidariteit beschermen tegen mensen die het proberen op te eisen en misbruiken. Cynische politici en bedrijven hebben het idee van solidariteit gebruikt als een kans om hun rijkdom en macht te bestendigen terwijl de wereld op zijn kop gezet wordt.  Tijdens de laatste grote kapitalistische crisis werd het idee van “nationale solidariteit”, d.w.z. solidariteit tussen verschillende klassen in de samenleving, gebruikt als argument om besparingen door te voeren in het belang van de superrijken en de banken. Ditzelfde idee werd ook gebruikt als rechtvaardiging van kapitalistische oorlogen om macht en winst.

    Een veranderende wereld

    Het is niet de eerste keer dat de ‘natuurlijke orde’ en haar ondersteunende ideologie wordt ondermijnd. Het dwingen van vrouwen om tegen hun wil te bevallen; het criminaliseren van homoseksualiteit; de heerschappij van de Kerk; het goddelijke recht van de monarchie om te regeren; zelfs slavernij op een bepaald moment; het waren allemaal ooit vaststaande gegevens die door de strijd van de werkende mensen en de onderdrukten zijn omvergeworpen.

    Deze elementen werden doorgaans niet weggestemd of via debatten afgeschaft. Bovendien hadden ze elk een eigen ideologische basis. Van blanke overheersing tot “erfzonde”: ideeën worden door de heersende klasse gebruikt als rechtvaardiging en excuus als rechtvaardiging van de onderdrukking en uitbuiting waarop hun systemen zijn gebaseerd.

    Vandaag is de filosofie van het individualisme het wapen (niet te verwarren met individualiteit, die noodzakelijk is voor de menselijke ontwikkeling). Het individualisme zegt dat de mens van nature lui, hebzuchtig en egoïstisch is en niet in staat tot solidariteit en samenwerking. Dit idee wordt gebruikt als rechtvaardiging voor de dominantie van het kapitalisme en om het argument dat een socialistisch alternatief mogelijk is in diskrediet te brengen. Zelfs terwijl onbaatzuchtige gezondheidswerkers sterven door een gebrek aan hygiënemaatregelen, is de anarchie van de vrije markt dominant en worden machtige staten gedwongen om te onderhandelen met commerciële bedrijven voor onmisbare apparatuur.

    Neoliberale economie en menselijke natuur

    In de jaren tachtig van de vorige eeuw introduceerden Thatcher en Reagan neoliberale maatregelen die de levensstandaard van de arbeidersklasse vernietigden. Arbeidsvoorwaarden en collectieve onderhandelingen werden aangevallen en staatsbedrijven die waren opgebouwd met overheidsfinanciën en miljoenen uren werk werden voor een appel en een ei verkocht.

    Overal ter wereld legden het IMF en de Wereldbank een neoliberaal beleid op, dat onder meer in ontwikkelingslanden de sociale welzijnsprogramma’s vernietigde. De aanpak is samengevat in dit citaat van Thatcher: “Of het nu door zwarte, witte, bruine of gele handen wordt vervaardigd, een product blijft een product – en het zal overal worden gekocht als de prijs en de kwaliteit goed zijn. De markt is een krachtiger en betrouwbaarder bevrijdende kracht dan de overheid ooit kan zijn.”

    Deze filosofie werd weerspiegeld in de media als de glorie en de kracht van het individu werd gedemonstreerd door middel van films, muziek en televisie. “Hebzucht is goed,” werd als politieke, culturele en sociale mantra herhaald totdat het concreet werd. Egoïsme, gecombineerd met de kracht van de vrije markt, zou voor iedereen zorgen. Deze ideeën bestonden niet in het abstracte, ze waren een hulpmiddel dat gebruikt werd om de ongebreidelde winst van het grootkapitaal en de bankiers ten koste van ons te bevorderen.

    De status quo veranderen

    De nepwetenschap en -logica worden nog steeds gebruikt om dit wereldbeeld af te dwingen, ondanks het feit dat onderzoek en de recente gebeurtenissen aantonen dat de menselijke natuur een neiging tot samenwerking heeft. Overal ter wereld zijn op natuurlijke wijze onderlinge hulpgroepen ontstaan. Werknemers organiseren zich om ervoor te zorgen dat werkplekken veilig zijn. Onderbetaalde gezondheidswerkers brengen enorme offers om te voorkomen dat de samenleving afbrokkelt. Er is zelfs een voorbeeld van een echte versie van ‘Lord of the Flies’ in dit artikel van The Guardian: de uitkomst was sterk tegengesteld aan de nihilistische en brutale versie in het fictieve verhaal.

    We zitten met een tegenstrijdigheid waar politici, die ooit de voorkeur gaven aan het idee van hardvochtig individualisme boven collectieve solidariteit, het idee verkondigen dat we “allemaal in hetzelfde schuitje” zitten. En bovendien verwachten ze dat de arbeiders het ultieme offer brengen om de economie draaiende te houden, terwijl ze de bevolking ironisch genoeg ook tot zondebok maken voor het falen om de uitbraak in te dammen. We zitten niet allemaal in hetzelfde spreekwoordelijke schuitje: er is een belangenconflict tussen degenen die de rijkdom van de samenleving bezitten en controleren en de meerderheid van de werkende mensen.

    Nood aan socialistische verandering

    Eén ding dat constant blijft, is het feit dat het de arbeidersklasse is die de mensen vóór en tijdens de pandemie gevoed en gezond hield. Het is de arbeidersklasse die voor de samenleving zal blijven zorgen. Het is de kapitalistische klasse wiens inherente hebzucht en winstbejag onze planeet vernietigen, oorlogen veroorzaken en verdeeldheid zaaien.

    Hun heerschappij moet worden omvergeworpen en vervangen door een democratische, socialistische samenleving, waarin de rijkdom in handen is van de overheid en democratisch wordt gecontroleerd en gepland in het belang van iedereen. Op deze basis kunnen we een samenleving creëren die de naam mensheid waardig is, gebaseerd op solidariteit en samenwerking.

  • Jongleren met kinderopvang en werken van thuis uit? Een hel!

    Foto: Wikimedia Commons

    De gezondheidscrisis en de opsluiting hebben niet alle ouders op dezelfde manier getroffen: voor sommigen was het een godsgeschenk, voor anderen een nachtmerrie. De Franstalige ‘Ligue des Familles” overdreef niet: “Voor ouders van jonge kinderen was het leven de afgelopen twee maanden een hel met deze lockdown, maar niemand praat erover. Laten we eerlijk zijn: telewerken met jonge kinderen is ofwel een nachtmerrie ofwel een totale afleiding. Deze categorie van kinderen is helemaal niet autonoom, noch om te spelen, noch om te zorgen of om de activiteiten te doen die door de leerkrachten worden voorgesteld.”

    Door jonge ouders

    Het is geen geheim dat veel werkgevers normaal gesproken geen telewerk toestaan op woensdag, omdat ze weten dat het niet mogelijk is om met kleine kinderen thuis te werken. Maar tijdens de lockdown werd het plots mogelijk om het werk en niet alleen de zorg voor de kinderen te beheren, maar ook de opvolging van het schoolwerk, de maaltijden, het huishouden (veel gezinnen met jonge kinderen doen in normale tijden een beroep op gezinshulp) … En dat allemaal op een ogenblik dat we ook nog eens maskers moesten naaien.

    Voor de kinderen is de situatie verre van ideaal: ze zitten “veilig” thuis, maar zonder de aandacht die ze nodig hebben. De ouders hebben duizend trucjes proberen te vinden om ze alleen te laten werken, zodat ze zich konden concentreren op hun werk.

    Het was al niet gemakkelijk voor de coronacrisis. De barometer van de Ligue des Familles in 2017 gaf aan dat een verlaging van de druk en het krijgen van wat ademruimte in het dagelijkse leven dé prioriteit was voor ouders. Niet minder dan 8 van de 10 ouders gaven aan moeilijkheden te ondervinden bij het combineren van gezin en werk. Een kwart van de ouders liep risico op een terugkerende of permanente burn-out. Dit alles is natuurlijk nog erger geworden door de crisis.

    Met de eerste versoepelingen van de maatregelen in mei werd het er niet gemakkelijker op. De crèches kampen al langer met een gebrek aan middelen. Bovendien zijn ze niet toegankelijk als een kind meer dan 38 graden heeft. Opvang in de scholen is beperkt tot wie buitenhuis werkt en dit enkel tijdens de werkuren. Voor ouders die telewerken, of gedeeltelijk van thuis uit werken, was dit dus erg moeilijk. Heel wat leerkrachten bevinden zich zelf ook in deze situatie.

    Arbeidsduur verminderen om op adem te komen

    Het zou logisch zijn om de arbeidstijd te verdelen. Dit zou de werkloosheid bestrijden, maar ook de onhoudbare werkdruk en de moeilijkheden om gezin en werk te combineren. De arbeidstijd herverdelen kan bijvoorbeeld met een 30-urige werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.

    Onrealistisch? In de afgelopen 30 jaar is er al een trend naar arbeidstijdverkorting geweest, maar dan op individuele basis in plaats van op collectieve basis, en dus met verlies van loon. Zo werkte men in België in 2014 gemiddeld 35,3 uur per week (38,8 uur voor voltijdse werknemers en 20 uur voor deeltijdse werknemers). Slechts 10% van de deeltijdwerkers zegt voor deze optie te hebben gekozen. De overgrote meerderheid ‘ondergaat’ deeltijdwerk en deze deeltijdbanen zijn voor het grootste deel (80%) in handen van vrouwen. Er is geen gebrek aan middelen om een dergelijke reorganisatie van het werk te verzekeren: de in België geproduceerde welvaart is sinds 1955 met vijf vermenigvuldigd, terwijl het totale aantal werkuren niet is toegenomen (er zijn meer werknemers, die in totaal minder werken). We zullen echter niet zomaar uit de logica stappen dat werkenden als citroenen worden uitgeperst om weggegooid te worden nadat ze uitgeknepen zijn. We zullen ons moeten organiseren en de strijd aangaan.


     

    Neem deel aan onze online meeting komende maandag (klik op afbeelding voor info)

  • Na het applaus, de messen in de rug, de uitputting … de eerste overwinning!

    Actie aan het Sint-Pietersziekenhuis tijdens het bezoek van Wilmès. Foto: Collectief Krasnyi

    Collega’s met al wat jaren op de teller voelden het instinctief aan: na het applaus zouden de figuurlijke messen in de rug volgen. En dat ging sneller dan verwacht! De politici die applaudisseerden voor ‘de redders van het vaderland’ zijn dezelfden die verantwoordelijk zijn voor de jarenlange besparingen én verwaarlozing van de zorgsector.

    Artikel door een vakbondsafgevaardigde uit de sector – Lees ook een eerder interview op deze site

    Al snel zorgden Beke, het Gents stadsbestuur en uiteraard Maggie De Block voor de figuurlijke messen die de zorgsector nog verder ondergraven én provoceren.

    Ongelukje in Gent?

    Het plan voor het gelijktrekken van de arbeidsvoorwaarden van statutairen en contractuelen in de Gentse stadsdiensten met als ‘ongelukkig gevolg’ de inlevering van honderden euro’s vakantiegeld voor de mensen in de OCMW-rusthuizen, kan nog met héél veel goede wil als ‘accident de parcours’ uitgelegd worden. De vakbonden lieten echter een heel ander geluid horen en stelden dat hun arm omgewrongen werd om tot een ‘akkoord’ te komen. De timing in volle coronacrisis was op zijn minst barslecht te noemen. De grote publieke verontwaardiging deed het stadsbestuur echter (tijdelijk?) op zijn stappen terugkomen.

    Beke

    De Vlaamse regering met minister Beke wou flexibele en onzekere contracten toelaten in de woonzorgcentra onder het mom van het aanpakken van het personeelstekort. Concreet ging het over verhuren van personeel via externe bedrijven aan de woonzorgcentra. Dit lost echter het personeelstekort niet op en het brengt de huidige loon- en arbeidsvoorwaarden in gevaar.

    De KB’s van Maggie

    Maar de hoofdvogel kwam van Maggie De Block in de vorm van twee KB’s van de volmachtenregering. Het zorgpersoneel dat – ondanks het enorme geklungel van de overheden – de nodige opofferingen bracht en grote flexibiliteit aan de dag legde, werd met deze twee KB’s enorm geschoffeerd.

    De uitgesproken provocatie met een KB ter opvordering van zorgpersoneel (met boetes en gevangenisstraf) was nergens voor nodig aangezien er in alle gewesten een vrijwilligersleger (mensen met een zorgdiploma die niet meteen op de vloer staan zoals bijvoorbeeld uit het onderwijs) klaar staat om in te springen waar nodig. In Vlaanderen alleen gaat het over meer dan 5000 mensen van goede wil!

    Een tweede KB is een slag in het gezicht van elke verpleegkundige. Dit KB maakt het mogelijk voor niet-bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars om verpleegkundige handelingen te stellen. Waarom zouden verpleegkundigen nog 3 à 4 jaar moeten studeren? Dit KB volgt de logica van de industrialisering van de zorg. Zorg wordt door de aanhoudende druk van rationalisering (besparingen vermomd als ‘efficiëntiewinsten’) opgevat als een serie van opeenvolgende zuivere technische handelingen zoals aan de lopende band. Het menselijke, sociale aspect, de warme zorg, wordt hierbij totaal vergeten. Dat beide KB’s beperkt waren in tijd (tot 31 december 2020) doet er eigenlijk niet toe. Dat deze KB’s enkel mochten gebruikt worden in uiterste nood … was buiten sommige werkgevers gerekend! Zo werden bijvoorbeeld laboranten in het Aalsterse ASZ gedwongen om B2 (*) handelingen te stellen. Twee personeelsleden die dit weigerden (wat hun recht is volgens het KB) werden op het matje geroepen door de directie.

    Mentale uitputting

    Dat de coronacrisis een zware mentale impact heeft op het welbevinden van het zorgpersoneel hoeft geen betoog. De resultaten van de tweede barometer (begin mei) van het online platform De ZorgSamen (die door 3.298 zorgprofessionals ingevuld werd) spreken voor zich. Meer dan de helft van de bevraagden zegt dat ze onder hoge druk staan. Klachten over vermoeidheid, concentratiestoornissen, en zich niet kunnen ontspannen zijn nog altijd merkbaar hoger dan anders. Vier keer meer mensen voelen zich ongelukkig in vergelijking met de periode voor de coronacrisis. En weinig verrassend: bijna drie keer zoveel mensen als normaal denkt eraan uit het beroep te stappen.

    Uit een onderzoek van de Antwerpse universiteit waar 1.216 verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden bevraagd werden, bleek nog steeds een gebrek aan voldoende beschermingsmateriaal én basismateriaal voor verzorging van patiënten. “Het vertrouwen in de overheden staat bij de zorgverleners op een laag pitje: de helft heeft weinig vertrouwen in de aanpak van de crisis.” (De Standaard 9/5/20)

    Verschil tussen het noorden en het zuiden van het land?

    Opmerkelijk is dat het protest door vakbonden en beroepsorganisaties tegen o.a. de KB’s véél luider klonk langs Franstalige kant dan in Vlaanderen. De verontwaardiging onder zorgmedewerkers en vakbondsafgevaardigden in Vlaanderen was er echter niet minder om!

    In Vlaanderen, met een groot overwicht van het ACV als “huisvakbond” van de machtige katholieke zorgzuil, stellen de vakbondsapparaten zich veel voorzichtiger en discreter op. Kritieken vanuit de basis op die ‘ongemakkelijke stilte’ werden steevast beantwoord met “andere prioriteiten.” In tegenstelling tot ACV PULS – dat zich in stilzwijgen hulde tot grote ergernis van heel wat militanten – was BBTK verplicht om openlijker het protest tegen de twee KB’s te stellen. De Franstalige vleugel SETCa had immers een stakingsaanzegging ingediend voor alle federale gezondheidsdiensten in Wallonië en Brussel. En uiteraard was er ook de druk van de basis in Vlaanderen. Een kleiner apparaat valt gemakkelijker onder druk te zetten dan een groot.

    VRT NWS 18/05/’20: “Het KB schoot in het verkeerde keelgat in de zorgsector, ook in Vlaanderen, zegt Jan-Piet Bauwens van de socialistische vakbond BBTK in “De wereld vandaag” op Radio 1, want het was helemaal niet nodig: “Er is in Vlaanderen een reserve van 5.000 mensen, gepensioneerde verpleegkundigen en dokters waren bereid om opnieuw aan het werk te gaan. We waren niet in Italië.”

    De Standaard stelde het op 18/05 zo: “Ook aan Vlaamse kant was er wel wat protest, maar hier is dat grotendeels binnenskamers gebleven. Er was wel gemor omdat De Block op voorhand te weinig had overlegd met de vakbonden. Maar inhoudelijk bleven de bonden meer op de vlakte, omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit KB in de praktijk nooit toegepast zal worden.”

    Wat is er nodig om een noodzakelijke omslag in de sector af te dwingen zodanig een fundamentele zorgcrisis – zoals bijvoorbeeld voorspeld door Voka reeds vóór corona – kan vermeden worden? Het zal niet enkel afhangen van ‘stevig onderhandelen over forse eisen.’ ACV Puls eist bijvoorbeeld “de onmiddellijke en volledige invoering van de nieuwe functieclassificatie en de nieuwe lonen voor alle medewerkers.” In normale précorona-omstandigheden zou dit in verschillende fases verlopen verdeeld over een ongedefinieerde lange periode.

    Om reële overwinningen te boeken zal er een krachtsverhouding zowel op de werkvloer als in de maatschappij moeten opgebouwd worden. Als we een massale witte woede wensen, zullen we dit doordacht en met het nodige geduld stap per stap op een organische manier moeten opbouwen tot een “witte tsunami.” En dit met een concreet perspectief via een actieplan dat zo breed mogelijk bediscussieerd wordt. De pré-corona modus operandi van sommige vakbonden bemoeilijkt dit aangezien de laatste jaren systematisch vingerknipacties gebruikt werden om de moeizame onderhandelingen 5 centimeter te laten opschuiven. En na die 5 centimeter kwam alles weer rotsvast te zitten zodat het afsluiten én uitvoeren van een sociaal akkoord veel weg heeft van een processie van Echternach. Het “gemeenschappelijk”(?) vakbondsfront is in de praktijk verworden tot een gevangenis van immobilisme en verlamt ééngemaakte massa-actie. Ondertussen boert de zorgsector verder achteruit …

    Het eerste schot voor de boeg: de ruggen gedraaid naar premier Wilmès

    De actie van het personeel van het Brussels Sint-Pietersziekenhuis bij het bezoek van premier Wilmès sloeg in als een bom in het hele land én erbuiten. Ongetwijfeld zal “de erehaag met ruggen” één van de iconische beelden van de witte woede worden. Sinds 2019 spelen de Brusselse ziekenhuizen hun rol als motor van de witte woede. Op één of andere manier bestaat er hierover een relatieve mediaboycot in Vlaanderen. Deze keer dus niet. De dag nadien op het werk werd er over niets anders gepraat en we kunnen gerust stellen dat deze serene maar sterke actie een signaal van hoop is voor alle werknemers in de zorg.

    Na verdere provocatie: de eerste overwinning!

    MR-minister Marghem besloot nog wat verder olie op het vuur te gieten en verweet de mensen in de zorg naar aanleiding van de actie in het Sint-Pietersziekenhuis ‘verwende kinderen te zijn die hun zin niet krijgen.’ Letterlijk: “[…] des actions ridicules, comme des enfants qui n’ont pas eu ce qu’ils voulaient.” Meer was er niet nodig om alle vakbonden langs Franstalige kant één na één een stakingsaanzegging te laten doen in de zorgsector. Amper twee dagen later deelde de minderheidsregering mee dat ze de 2 KB’s opschortten om ze in het weekend tijdens de “superkern” met de tien partijen die de volmachten van de regering steunen, in te trekken.

    Witte woede is coming …

    Een burgerinitiatief zoals De Zorg in Actie/ La Santé en Lutte kan helpen om alle belanghebbenden en hun organisaties, inclusief de werknemers van de andere (onderbetaalde) essentiële diensten, te verzamelen rond gemeenschappelijke doelstellingen. De oproep voor een Grote Betoging van/voor de Gezondheidszorg na de lockdown kan rekenen op groeiende interesse aan beide kanten van de taalgrens. Op het moment van dit schrijven staan er 12.100 mensen ingeschreven op het Facebookevent.

    Allen samen! Tous ensemble! Voor een kwalitatieve gezondheidszorg voor iedereen!

     

    (*) verpleegkundige handeling op medisch voorschrift

     

  • Keer het besparingsbeleid de rug toe!

    Foto: Collectif Krasnyi

    Het zorgpersoneel van het Brusselse Sint-Pietersziekenhuis voerde afgelopen weekend een opmerkelijke actie. Tijdens het bezoek van premier Wilmès aan het ziekenhuis vormden ze een protesthaag waarbij ze hun rug toonden aan Wilmès. De beelden hiervan gingen de wereld rond. Het zorgpersoneel voert al langer actie voor meer middelen, meer collega’s en betere arbeidsvoorwaarden. De bestaande tekorten zijn door de huidige gezondheidscrisis enkel nog scherper in de verf gezet.

    Minister De Block herleidde het protest tot de twee KB’s die ze de voorbije weken opstelde. Met die Koninklijke Besluiten wordt het statuut van het personeel ondermijnd en wordt de mogelijkheid van opeising van personeel ingevoerd. Rond het opeisen van productielijnen voor medische apparatuur en beschermingsmateriaal, bleef de regering bijzonder stil. Dat was niet mogelijk. Maar personeel uit de zorg opeisen? Dat is blijkbaar geen probleem. Het ongenoegen over die KB’s is terecht groot, maar dacht de minister nu echt dat het ongenoegen zich daartoe beperkt?

    De actiegroep ‘La Santé en Lutte’ (De Zorg in Actie) stelde een maand geleden reeds dat het hardwerkende zorgpersoneel eerst alle aandacht aan de zorg zal geven, maar dat nadien de rekening gepresenteerd wordt. De jarenlange besparingspolitiek heeft de sector heel veel pijn gedaan: het personeel heeft het moeilijk en moet steeds flexibeler werken, de kwaliteit van de zorg lijdt onder het gebrek aan middelen en tot wat de oprukkende commercialisering leidt zien we in de woonzorgcentra. De huidige crisis heeft al die problemen nog uitvergroot.

    De steun voor het gevoerde corona-beleid neemt snel af. Het is belangrijk dat de arbeidersbeweging daar richting aan geeft met collectief protest en offensieve eisen. Veiligheid op het werk en bescherming van onze gezondheid zijn zaken waar de arbeidersbeweging altijd voor is opgekomen. We mogen het ongenoegen niet overlaten aan rechtse politici en al zeker niet aan extreemrechtse haatzaaiers. Dan krijgen we immers nog meer van hetzelfde besparingsbeleid dat ons zo slecht voorbereid liet op deze pandemie.

    Het zorgpersoneel heeft veel krediet opgebouwd door met een enorme inzet de zorgcrisis aan te pakken. De solidariteit onder de bevolking is erg groot. Laten we die solidariteit verder activeren door samen meer publieke middelen te eisen voor een zorgsector onder democratische controle van het personeel en de gemeenschap. Een eerste afspraak is de grote zorgbetoging die na de zomer gepland is. Neem aan die betoging deel om samen met strijdbaar zorgpersoneel het besparingsbeleid de rug toe te keren en ons te organiseren in de strijd voor een beleid dat vertrekt van de noden van de bevolking.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop