Tag: coronavirus

  • N-VA voor snelle heropstart, ondanks gezondheidsrisico’s en gevaar van tweede piek

    Foto: Pixabay

    Als we exit aan grote aandeelhouders en hun politici overlaten, staan zelfs nieuwe besparingen op de zorg op de agenda

    Aanvankelijk had de N-VA geen eengemaakt of duidelijk standpunt over de coronacrisis. Eerst werd het gevaar geminimaliseerd, vervolgens ging het alle kanten uit. Van voorbereiding op de pandemie was er alleszins geen sprake, van een ernstige aanpak van de gevolgen evenmin. Alle verantwoordelijkheid op de federale minderheidsregering afschuiven, kan niet voor een partij die de Vlaamse regering domineert. Nu lijkt de N-VA wel een punt gevonden te hebben waarmee het zich in het debat kan plaatsen. De breed gedragen frustraties onder de bevolking, die eigen zijn aan een langdurige lockdown, worden aangegrepen om te pleiten voor een zo snel mogelijke heropstart.

    Door Geert Cool

    Het doel hiervan is echter niet zozeer om de bevolking te ontlasten, maar wel om de economie terug op gang te krijgen zodat de winsten van de grote bedrijven kunnen herstellen. De Wever pleitte maandag voor een snelle exit-strategie. “Als we blijven stilliggen, gaan we marktaandeel verliezen,” zei hij. Voor alle duidelijkheid: hij had het niet over het ‘marktaandeel’ van ons land in de totale dodentol van deze pandemie. Een eerste stap naar een volledige heropstart van de economie is de heropening van de scholen, waarvan Ben Weyts een grote pleitbezorger is. Dat moet ervoor zorgen dat de ouders niet langer op hun kinderen moeten letten en terug kunnen gaan werken. Elders schreven we een uitgebreid standpunt over de heropening van de scholen, rekening houdend met de veiligheid van het personeel maar ook de bekommernissen en moeilijkheden van ouders die hun kinderen thuis moeten opvangen en begeleiden. (zie ons dossier)

    De centrale kwestie voor de N-VA’ers zijn de economische belangen van de grote bedrijven. De burgemeester van Edegem, Koen Metsu (N-VA), vatte het als volgt samen: “Naast een medische ramp dreigt er een nog grotere economische chaos als we nog langer wachten met het heropstarten van onze economie.” Metsu stelt voor om al wie jonger is dan 60 jaar terug aan het werk te brengen, 60-plussers zou hij langer in technische werkloosheid houden of telewerk laten doen. Deze originele vorm van herinvoering van een soort van brugpensioen, stelt Metsu voor om het aantal slachtoffers onder controle te houden. Terwijl dat impliceert dat hij beseft dat deze aanpak dodelijke slachtoffers zal kosten, beweert hij: “Gaan we een deel van die mensen opofferen om de economie terug op te starten? Helemaal niet.” Met dit voorstel verwijst Metsu opnieuw naar de strategie van groepsimmuniteit, die eerder in Groot-Brittannië en Nederland moest opgeheven worden. Het feit dat volgens een nieuwe studie slechts 3% van de Belgische bevolking immuun zou zijn op een ogenblik dat er reeds 6.500 doden vielen, toont de beperkingen van deze benadering.

    Dat een snelle heropstart tot meer doden leidt, weten we uit de gegevens van een vorige pandemie: de Spaanse Griep. National Geographic publiceerde een nuttig overzicht van de gevolgen van verschillende benaderingen door Amerikaanse steden (zie dit artikel). Daaruit blijkt dat waar er snel maatregelen genomen werden en deze lang genoeg duurden, de dodentol significant lager was dan in steden waar de maatregelen van social distancing en lockdown sneller werden opgeheven. In Denver bijvoorbeeld werd heel snel na de piek beslist om de maatregelen af te bouwen. Het resultaat was een tweede piek die hoger was dan de eerste.

    Gisteren publiceerden we op socialisme.be een artikel onder de titel: “Druk om economie te herstarten stijgt. Plaats publieke gezondheid boven private winst!” Uiteraard heeft de lockdown verregaande gevolgen voor brede lagen van de bevolking die niet alleen sociaal contact missen, maar vaak ook inkomen verliezen en plannen in rook zien opgaan, bovenop een toename van mentale problemen als gevolg van het isolement. De druk voor een snelle heropstart komt van de grote bedrijven die hun winsten willen herstellen. Om dat doel te bereiken, spelen ze in op de bestaande frustraties onder de bevolking als gevolg van deze lockdown. Dit bevestigt de nood aan een exit-strategie die door de werkenden en hun gezinnen zelf bepaald wordt. Zoals we eerder stelden: “Deze crisis heeft aangetoond dat er zonder het werk en de inzet van zorgwerkers, supermarktpersoneel, chauffeurs, afvalophalers, … niets werkt. Niemand weet beter hoe alles wordt geproduceerd dan de werkenden zelf. Zij zijn het die de afbouw van de quarantaine en de lockdown moeten plannen. Daartoe moeten anticrisiscomités opgezet worden rond de werknemersvertegenwoordigers en de Comités Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW).”

    Een probleem waar de grote bedrijven op botsen als ze een snelle heropstart van de economie voorstellen, is dat veel mensen terecht bang zijn voor de gevolgen van het coronavirus op hun gezondheid en die van hun naasten. De sterftecijfers in ons land liggen erg hoog. Dit wordt vaak toegewezen aan de rapportering, wat ongetwijfeld een rol kan spelen in de onderschatting van de cijfers in andere landen. Maar uiteraard speelt ook het feit dat België een dichtbevolkt land is. De hoge cijfers vormen volgens Zuhal Demir (N-VA) een probleem voor het imago van ons land, wat de toeristische sector zal treffen. Demir verklaarde: “Als België continu aan de top zit wat het sterftecijfer betreft, heeft dat een heel grote impact. Vanuit de sector wijst men ons erop dat wij het label krijgen van ‘high risk-country’. Dat is niet goed voor het imago dat je als toeristisch land wil hebben.” Wat stelt Demir voor, dat niet alle doden meegerekend worden in de cijfers? Dat we dus foefelen met de cijfers? N-VA heeft met Muyters en Van Overtveldt wel wat expertise op dat vlak…

    De winstbelangen van de grote bedrijven staan centraal in de oproepen voor een snelle heropstart. Nadien zullen dezelfde belangen gebruikt worden om de werkenden, inclusief de helden van vandaag, te laten opdraaien voor deze crisis. In ‘Het Laatste Nieuws’ van afgelopen weekend gaf Jan Segers aan hoe wat de retoriek van het establishment de komende weken zal zijn: “Ook als we de meerkost van corona terugverdienen, staat België weer waar het stond voor corona: nergens. En moet er dus hervormd en bespaard worden – zelfs in de gezondheidszorg.” Je moet maar durven: midden de meest ernstige gezondheidscrisis in decennia oproepen tot nieuwe besparingen in de zorg! Segers doet alle oproepen tot meer solidariteit en investeringen in zorg af als een illusie. De reden? “Geld is er niet. Niét.” Het geld halen bij de superrijken? “Probeer het maar. Ga het halen, dat geld. Tel uit, je opbrengst, en stel vast dat het helaas te weinig is. En dat we met zijn allen meer zullen moeten betalen en langer zullen moeten werken.”

    Op dit ogenblik gaat N-VA in haar communicatie niet zo ver als Jan Segers in Het Laatste Nieuws, dat zou immers slecht overkomen bij de bevolking. Maar het komt wel daarop neer. De Wever zei maandag nog: “Economie en gezondheid, dat hangt samen. Je riskeert dat de reactie op de crisis erger wordt dan de crisis zelf. Dat is echt een reëel gevaar als men de angst laat regeren. Ik snap dat, het is een ongeziene crisis en er is een panische angst. Maar we zullen die angst moeten overwinnen. Als je geen sterke welvaart hebt, kan je geen sterke gezondheidszorg hebben.” Van dit standpunt is het slechts een kleine stap naar wat N-VA voor deze coronacrisis zei: ‘enkel op de sociale zekerheid kan er nog bespaard worden.’

    De grote bedrijven en hun politici maken hun exit-plannen op en beginnen een campagne om ons ervan te overtuigen dat wij nu eenmaal ‘allemaal’ moeten opdraaien voor de gevolgen van deze crisis. De arbeidersbeweging mag niet achterblijven en heeft nood aan eigen voorstellen voor de heropstart en aanpak van de gezondheidscrisis, met een programma van massaal testen, beschermingsmaatregelen en investeringen in onder meer de zorg en de sociale zekerheid. De afgelopen weken werd duidelijk dat het de werkenden zijn die de wereld doen draaien, niet de managers, aandeelhouders en hun politici. De steun voor de helden van de zorg en andere essentiële sectoren onder de bevolking is immens. Als we de beslissingen over een exit niet zelf in handen nemen, dan zullen de grote aandeelhouders en hun traditionele politici er alles aan doen om opnieuw in onze zakken te zitten. We mogen niet wachten op het einde van de lockdown om onze strijd te organiseren!

  • Druk om economie te herstarten stijgt. Plaats publieke gezondheid boven private winst!

    De Covid-19 crisis heeft duidelijk aangetoond dat we in een systeem leven dat winst laat primeren boven de levens en de gezondheid van de bevolking. Arbeiders werden gedwongen om te werken zonder  correcte veiligheidsmaatregelen en sociale afstand. Veel niet-essentiële bedrijven zijn blijven produceren op basis van misleiding, zoals de Ferraro fabriek in Cork die TicTacs produceert! Anderen, zoals de patronale organisatie Construction Industry Federation, ijverden zonder succes om de werven open te houden.

    Door Conor Payne (Socialist Party, Ierland)

    Ondernemingswereld ijvert voor “Exit-strategie”

    Momenteel stijgt wereldwijd de druk om tot een exit-strategie te komen. Deze druk komt niet van de werkende klasse. Iedereen hoopt natuurlijk dat er een einde komt aan de lockdown, die niet alleen een grote impact heeft gehad op vele inkomens, maar ook op de mentale gezondheid van de mensen. Maar desondanks heeft de meerderheid van de bevolking het stilleggen van de economie aanvaard en de medische adviezen opgevolgd, want we begrijpen de nood om onze gezondheid te beschermen.

    De druk op gehaaste exit-strategieën komt van de grote ondernemingen. In de VS heeft Dick Kovacevich, voormalige Wells Fargo CEO, nu een leidinggevende bij Cisco and Cargill, de hardvochtige houding van velen aan de top van de samenleving samengevat: “We zullen de mensen geleidelijk aan terugbrengen en zien wat er gebeurt. Sommigen zullen ziek worden, sommigen zullen misschien sterven, ik weet het niet… Willen jullie een economisch risico of een gezondheidsrisico nemen? Aan jullie de keuze.”

    Zelfs in Italië heeft de werkgeversorganisatie Confindustria gevochten om de niet- essentiële industrie open te houden gedurende de crisis en zijn ze druk beginnen leggen op de overheid om de restricties op te heffen. De lokale lobby- afdelingen in de 4 noordelijke regio’s, die het centrum van Covid-19 waren, zeggen: “Het land riskeert zijn motor voor altijd stil te leggen en elke dag die voorbijgaat betekent een groter risico dat we hem niet meer opgestart zullen krijgen.” Sinds 13 april hebben 100.000 Italiaanse werkgevers het “recht” om hun zaak te heropenen aangevraagd.

    In Spanje, een andere plaats die in het centrum van de uitbraak ligt, heeft de regering al toegegeven aan de druk en de industrie, de bouw en andere sectoren heropend. In Ierland neemt deze druk nu ook toe.

    In Groot-Brittannië heeft de regering – gezien de traagheid waarmee ze aan het begin van deze crisis heeft gehandeld, na de hardvochtige strategie van groepsimmuniteit – op dit moment zeer voorzichtig gereageerd op een exit-strategie. Sommige minder prominente regeringsleden beginnen echter te wijzen op de noodzaak om een einde te maken aan de lockdown. Zo was er één die stelde: “Geld groeit niet aan de bomen,” en nog: “Waarom zouden we de lockdown langer dan Italië of Spanje moeten laten duren? Of Frankrijk?” Schaamteloos heeft de nieuwe leider van Labour, Sir Keir Starmer, vanuit de oppositie zeer weinig weerstand laten zien en de Tory-ministers opgeroepen om een “exit-strategie” uit te stippelen.

    De Irish Times schreef (10 april) over de beraadslagingen van de interim-regering in het Zuiden: “Het gesprek binnen de regering houdt steeds meer rekening met de lopende kosten van de lockdown. De regering kan niet de hele maatschappij voor onbepaalde tijd blijven financieren. Als de economie in een langdurige depressie terechtkomt, zullen ook daar mensen aan sterven, zeggen ambtenaren… Bronnen zijn van mening dat de bouw en de niet-essentiële productie, beide gesloten in de laatste ronde van de beperkingen, waarschijnlijk de eerste zijn die opnieuw mogen worden geopend.”

    Levensstandaard versus gezondheid: een valse keuze

    Het kapitalisme is een systeem dat gebaseerd is op een meedogenloos winstbejag, maar ook op een meedogenloze concurrentie op nationaal en internationaal niveau. Het is in het belang van het grootkapitaal en de kapitalistische regeringen om de “eerste” te zijn die een einde maakt aan de lockdown. Ze doen alsof het om de economie gaat – en we nemen de klap die mensen op hun werk en inkomen krijgen en de verwoesting die dit voor veel werknemers kan aanrichten, zeer serieus. Maar deze afweging afwegen tegen de volksgezondheid is een verkeerde keuze. Er is in de samenleving genoeg rijkdom om de levensstandaard op peil te houden tijdens een tijdelijke stillegging van het normale economische leven. De rijkste 17 miljardairs alleen hebben een gezamenlijke rijkdom van 40 miljard euro. Deze rijkdom is echter in handen van een kleine elite. We moeten duidelijk zeggen dat de volksgezondheid niet mag worden opgeofferd om de kraan van de winst weer open te draaien en dat de beschikbare rijkdom moet worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de arbeidersklasse niet de prijs betaalt.

    Natuurlijk kan een stillegging van de economie en het normale leven niet tot in het oneindige doorgaan. Er moet echter een echt plan zijn om de lockdown te beëindigen. Het moet een plan zijn dat voorzichtig te werk gaat op basis van wetenschappelijk informatie en met de volksgezondheid en het welzijn als doorslaggevende overweging. Een kritisch onderdeel daarvan is een ernstige aanpak van massale testen waarvan het resultaat snel geweten is. Gedurende deze crisis falen de regeringen in zowel het noorden als het zuiden van Ierland in het uitwerken van een plan rond testen. Er waren slechts een beperkt aantal tests en er moest lang gewacht worden op de resultaten. Er moet hier massaal in geïnvesteerd worden zodat het hervatten van het werk mogelijk wordt.

    Een plan om niet-essentiële productie en de bouw te heropenen zet de bedrijfswinst op de eerste plaats. In plaats daarvan zou een plan in het belang van de meerderheid van de bevolking sectoren van de economie heropenen op basis van de behoefte van de bevolking. Naarmate de tijd verstrijkt, zullen steeds meer goederen en diensten die tijdens de crisis verloren zijn gegaan, ‘essentieel’ worden. Zo zijn veel niet-noodzakelijke zorgingrepen geannuleerd, wat de juiste beslissing was, maar niet voor altijd kan doorgaan. Ook de heroriëntatie van de productie, waar mogelijk, voor  het maken van beschermingsmateriaal, beademingsapparatuur en andere benodigdheden voor de bestrijding van de pandemie zou een prioriteit moeten zijn. Het besluit om prioriteit te geven aan de heropening van bepaalde sectoren moet gebaseerd zijn op de garantie dat aan de behoeften van de bevolking kan worden voldaan.

    Werkenden moeten de macht hebben om te beslissen

    Een belangrijke vraag is: wie neemt deze essentiële beslissingen? Ze kunnen niet worden overgelaten aan het grootkapitaal, dat altijd de winst vooropstelt, of aan kapitalistische regeringen zoals een potentiële Fianna Fáil-Fine Gael coalitieregering in Ierland, of de Tory regering in Londen of de Noord-Ierse regering van Stormont. Die zullen allemaal beslissen in het belang van diezelfde grote zakelijke belangen.

    De Socialist Party heeft tijdens deze crisis gezegd dat de werkenden zelf moeten bepalen wat “essentieel werk” is. We moeten de exit op dezelfde manier benaderen: werkenden moeten niet gedwongen worden om weer aan het werk te gaan, maar moeten democratisch kunnen beslissen wat essentieel is op hun eigen werkplek en in de samenleving als geheel. Ook moeten er op alle werkplekken comités van werknemers en vakbonden zijn die de bevoegdheid hebben om de veiligheidsnormen tijdens deze pandemie af te dwingen.

    Het feit dat het grootkapitaal bereid is de gezondheid en zelfs het leven van de werkenden op het spel te zetten om weer winst te maken, is een aanklacht tegen het onmenselijke kapitalistische systeem waarin wij leven. Tegelijkertijd toont de enorme solidariteit die de arbeidersklasse tijdens deze crisis aan de dag heeft gelegd – met inbegrip van het personeel in de frontlinie – op de mogelijkheid om de samenleving op een andere manier te organiseren. De sleutelsectoren van de economie in publieke handen nemen en onder democratische arbeiderscontrole plaatsen, is nodig om te zorgen voor een samenleving die afgestemd is op de behoeften van de meerderheid, niet de winsten van een kleine minderheid.

  • Video. Verpleegster uit New York spreekt

    Socialist Alternative in de VS sprak met Sarah Dowd, een verpleegster in New York. Ze had het over de vreselijke arbeidsomstandigheden vandaag, zoals het gebrek aan beschermingsmateriaal (PPE), maar ook over de mogelijkheden om de strijd vandaag te voeren.

  • Pakket van 540 miljard euro kan hopeloze verdeeldheid in EU niet verbergen

    Vorige week was er een grote botsing tussen de ministers van Financiën van de eurozone. Een vergadering van de 16 zat in een impasse tot overeenstemming werd gevonden rond een pakket maatregelen ter waarde van 540 miljard euro. Dit akkoord werd als een doorbraak en ‘game changer’ voorgesteld, zowel voor het antwoord van de EU op de crisis als voor de structurele problemen van de euro zelf. De ‘game changer’ die in de krantenkoppen werd gesuggereerd, is het akkoord evenwel niet.

    Analyse door Finghin Kelly, Socialist Party (Ierland) en voormalig parlementair medewerker in het Europees Parlement

    Wat is er precies afgesproken?

    Het pakket is een mengeling van herverpakte bestaande middelen, zoals 100 miljard euro aan werkgelegenheidsgaranties van de Commissie. Er zijn ook extra garanties voor de Europese Investeringsbank (EIB) om haar in staat te stellen 200 miljard euro extra te lenen aan de lidstaten.

    Het grootste deel van het pakket bestaat uit maximaal 240 miljard euro, te verstrekken via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het ESM is een bestaand fonds dat is opgericht in de nasleep van de vorige recessie en de eurocrisis. Er zijn strikte voorwaarden aan verbonden, die strenge besparingsmaatregelen opleggen aan elke staat die uit het fonds put.

    Deze fondsen vormen geen breuk met het neoliberale beleid en zijn in de eerste plaats gericht op het verstrekken van cadeaus aan het bedrijfsleven.

    Een andere moeilijkheid is dat de fondsen moeten worden ‘afgesteld’ om de 540 miljard euro te bereiken en dat ze sterk afhankelijk zijn van leningen op de financiële markten. Zo is de 100 miljard euro van de Commissie voor een werkgelegenheidsgarantie bijeengebracht door middel van leningen op de particuliere geldmarkten.

    Overheden die toegang hebben tot deze fondsen zullen meer overheidsschuld moeten aangaan. Dit zal er op zijn beurt toe leiden dat de overheidsmiddelen dit op de lange termijn zullen moeten terugbetalen en dus een dood gewicht in de schaal leggen voor de economie en de overheidsuitgaven in de komende jaren.

    Het valt nog te bezien of dit volledige pakket van 540 miljard euro inderdaad zal worden gebruikt. Vanwege de gestelde voorwaarden en het feit dat veel staten elders goedkoper toegang kunnen krijgen tot fondsen, hebben veel regeringen al aangegeven dat ze geen beroep zullen doen op deze fondsen. De Ierse minister van Financiën, Paschal Donohoe, zegt dat Ierland wellicht geen gebruik zal maken van het ESM-deel van het fonds: “Aangezien we momenteel tegen een kwart procentpunt kunnen lenen, is het zeer waarschijnlijk dat Ierland aantrekkelijker voorwaarden zal kunnen vinden (om zijn eigen programma’s te financieren).”

    “Corona-bonds”

    De meest omstreden kwestie op de bijeenkomst van de ministers van Financiën was de kwestie van de ‘coronabonds’. Coronabonds werden voorgesteld door de Italiaanse regering en gesteund door de Franse, Spaanse en zes andere regeringen, waaronder de Ierse. De obligaties zijn in wezen een herverpakking van het voorstel voor ‘euro-obligaties’ dat tijdens de laatste recessie naar voren is gebracht. Het idee is dat de eurozone obligaties zou verkopen en geld zou ophalen tegen betere tarieven dan veel individuele lidstaten kunnen krijgen.

    Dit zou betekenen dat landen als Italië, Spanje en Griekenland, die door hun hoge schuldenlast en zwakke economieën moeilijker toegang hebben tot goedkoop krediet, toegang kunnen krijgen tot goedkopere financiering dankzij de betere kredietratings van landen als Duitsland, Nederland en Finland. Het zou in wezen betekenen dat bijvoorbeeld het Nederlandse of Duitse kapitalisme zich garant stellen voor de schulden die worden gebruikt om de overheidsuitgaven in andere staten te financieren.

    Onder leiding van het Duitse kapitalisme hebben deze staten aangedrongen op strikte voorwaarden voor de uitgifte van gemeenschappelijke schulden en hebben ze het voorstel in wezen geblokkeerd. Deze vleugel van de EU-kapitalisten heeft vorige week gewonnen, zij het door een toegeving te doen aan de voorwaarden voor het versoepelen van de uitgaven voor gezondheidszorg in het kader van Covid-19, en door in te stemmen met het bespreken van corona-obligaties in de toekomst.

    Spanningen in de EU

    Dit heeft duidelijk gemaakt dat de spanningen in het hart van de eurozone en de EU zelf niet zijn verdwenen. De fundamentele tegenstrijdigheid van een gemeenschappelijke munt zonder interne mechanismen om onevenwichtigheden tussen staten te corrigeren, bestaat nog steeds. Deze tegenstrijdigheid toont het onvermogen van de verschillende kapitalistische klassen in Europa, die elkaar beconcurreren, om zich economisch te integreren.

    De Europese Unie profileert zich graag als een orgaan dat de internationale samenwerking en solidariteit bevordert. De komst van het Covid-19-virus naar het continent heeft echter snel aangetoond dat dit holle frasen zijn. We hebben dit gezien bij het neerschieten van het voorstel voor de “corona-bond”, maar het is op veel gebieden duidelijk geworden.

    De grenzen tussen de staten werden al snel gesloten, zonder enige planning, waardoor veel mensen vast kwamen te zitten. De Baltische staten moesten zelfs veerboten charteren om hun burgers te repatriëren nadat de Poolse grens was gesloten.

    Het meest schokkend is dat veel regeringen ook snel maatregelen namen om te voorkomen dat vitale medische goederen werden gedeeld, waaronder de Duitse regering die de export van medische producten naar Italië blokkeerde en de Franse regering die mondmaskers voor Spanje en Italië blokkeerde. Het feit dat dit gebeurde toen de besmettings- en sterftecijfers in Italië en Spanje de pan uit rezen en de zorgsector kraakte, zal niet gauw worden vergeten door de arbeidersklasse in die landen. Op zijn minst kan gesteld worden dat dit het EU-project heeft geschaad.

    Zal 540 miljard euro voldoende zijn?

    De eurozone stevent af op de zwaarste recessie in haar geschiedenis. Dit wordt erkend door de Europese Centrale Bank (ECB). De vicevoorzitter van de ECB verklaarde dat Europa waarschijnlijk een ernstiger recessie te wachten staat dan de rest van de wereld.

    De Franse economie is het afgelopen kwartaal met 6% gekrompen en naar schatting krimpt de economie elke twee weken met 1,5%. Ook de Duitse economie zal in het tweede kwartaal met naar schatting 10% krimpen, terwijl Italië naar verwachting met 9,6% zal krimpen en Spanje met 8,9%. De economie van de eurozone zal dit jaar naar verwachting met 13% krimpen. Om dit in de context te plaatsen: de ergste krimp van de laatste recessie was 4,5%.

    Vóór de Covid-19-crisis was het duidelijk dat de Europese schuldencrisis niet was verdwenen. De overheidsschuld van de eurozone als percentage van het bbp bedroeg 84%, bijna 20% meer dan in 2008. De verwachting is dat dit percentage tegen 2022 zal stijgen tot 112%, en voor Italië zelfs tot 167%. De Italiaanse banken hebben ook kolossale bedragen aan oninbare schulden en hadden het al moeilijk. Italië is de nieuwe zwakke schakel in de eurozone die scherp in beeld zal komen als de lockdowns worden opgeheven.

    Ashoka Mody, voorheen de adjunct-directeur van het IMF in Europa, verklaarde dat de Italiaanse staat alleen al 500 tot 700 miljard euro nodig zal hebben om een financiële kettingreactie van een bank- en staatsschuldencrisis te voorkomen. Mody wijst erop dat er niet op de EU kan gerekend worden voor een dergelijke ‘firewall’ en heeft het mondiale kapitalisme opgeroepen om in te grijpen.

    De laatste recessie heeft een diepe crisis in de euro veroorzaakt. Dit keer is de Italiaanse economie echter veel groter dan die van Griekenland, Ierland, Cyprus of Portugal. Italië is de derde grootste economie van de eurozone, het heeft ongeveer 2,4 biljoen euro aan staatsschuld en zijn banken hebben ongeveer 5 biljoen euro aan activa. De situatie in Italië zal een belangrijke test zijn voor de euro en de EU, een test die het bestaan van de euro zoals we die kennen, kan bedreigen.

    Op weg naar verdeeldheid?

    Naast het precaire karakter van de Italiaanse economie en het Italiaanse bankwezen zijn er nog verschillende andere factoren die de eurozone in moeilijkheden brengen. De EU komt deze crisis binnen in de context van een wereldwijde recessie en is daarom niet in staat om op export gebaseerde groei te gebruiken om de crisis op dezelfde manier te verzachten als tijdens de vorige crisis. In wat een andere aanpak van de laatste recessie is, heeft de ECB al stappen gezet om geld in het systeem te pompen, maar met historisch lage rentetarieven en kwantitatieve versoepeling (QE) die al in recordaantal wordt ingezet, heeft de ECB minder ruimte om invloed uit te oefenen.

    De EU gaat deze recessie in met minder politiek vermogen om een besparingsbeleid te voeren nadat de traditionele partijen van het kapitalisme als dominostenen zijn gevallen omwille van het opleggen van besparingen. Een nieuwe besparingsrond die door de EU wordt opgelegd, zal worden beantwoord met een sterke toename van het verzet tegen de EU en de groei van krachten die een exit uit de EU eisen. In Italië is het anti-EU-sentiment al toegenomen na de blokkering van de toegang tot essentiële medische apparatuur. Als de EU besparingen oplegt aan Italië, kan dit een omslagpunt zijn.

    Als er nu een andere lidstaat uit de EU vertrekt, zou dit gebeuren op een ogenblik dat de EU het vertrek van Groot-Brittannië nog niet afgehandeld heeft. Het zou een grote klap zijn voor het prestige van de EU en het zou existentiële vragen opwerpen over de toekomst van het EU-project, en dit op een ogenblik van toenemende concurrentie van andere kapitalistische blokken zoals de VS, China en Rusland.

    Gezien de omvang van de crisis waarmee het kapitalisme in de EU wordt geconfronteerd, kan het bestaan zelf van de EU en de euro in het gedrang komen. Een ongecontroleerde ineenstorting van de euro zou een ramp zijn voor alle kapitalistische mogendheden in de EU. In een dergelijk klimaat kan niet worden uitgesloten dat de druk zo groot is dat de “noordelijke” kapitalistische staten gedwongen worden om stappen te zetten in de richting van meer integratie en zelfs een zekere mate van gemeenschappelijke schuld, zoals beperkte “corona-bond”-programma’s, of mogelijk een uitbreiding en wijziging van het ESM-fonds.

    Maar uiteindelijk is de belangrijkste dynamiek richting meer desintegratie en meer concurrentie binnen de EU.

    Voor een socialistisch Europa – niet de EU van de bazen

    Hieruit blijkt dat ondanks de propaganda van de EU de barrières van de nationale staten niet fundamenteel zijn overwonnen. De EU is uiteindelijk een samenkomst van nationale kapitalistische klassen om wereldwijd te concurreren met andere blokken, maar tegelijkertijd concurreren ze met elkaar om winst en om invloed in de wereld. Elke integratie is uitsluitend bedoeld om de eigen belangen te verdedigen en gaat ten koste van de rechten van de werkenden en hun levensstandaard. Ze zijn niet in staat tot echte integratie en een internationaal antwoord op de aanpak van Covid-19, of een van de andere uitdagingen waar we voor staan, zoals klimaatverandering en ongelijkheid.

    De enige kracht die echte internationale samenwerking tot stand kan brengen is de arbeidersklasse. De arbeidersklasse heeft geen belang bij het afwegen van winst en de veiligheid van de mensen, noch bij het opleggen van neoliberaal beleid of het ontkennen van de rechten van werkenden in andere landen.

    Een socialistisch Europa zou niet worden opgebouwd via de kapitalistische club die de EU is. In plaats daarvan zou het worden opgebouwd op basis van echte solidariteit tussen de werkende mensen. Het zou een democratisch gepland gebruik van de enorme grondstoffen van het continent mogelijk maken. Hierdoor zouden de werkenden niet tegen elkaar worden opgezet door het kapitalistische establishment en extreemrechts, maar zouden de beschikbare middelen gedeeld worden en ingezet om iedereen toegang te geven tot degelijke openbare diensten, jobs en een goede toekomst. Zo kan een einde gemaakt worden aan ongelijkheid en discriminatie. Tegelijk kan het milieu beschermd worden en kan een einde gesteld worden aan imperialistische uitbuiting van de voormalige koloniën van het Europese kapitalisme.

  • Covid-19: democratische inspraak van de werkende klasse is geen obstakel maar noodzaak

    De Covid-19 pandemie leidt tot forse aanvallen op democratische rechten. In januari werden de maatregelen van het autoritaire Chinese regime door heel wat commentatoren aangeprezen, ook al was dat regime net verantwoordelijk voor de verspreiding van de pandemie. Toen het virus Europa bereikt had, riepen verschillende regeringen op tot een ‘heilige unie’ achter een sterke regering om de gezondheidscrisis aan te pakken. Er werd zelfs oorlogsretoriek bovengehaald.

    Door Jeremy (Namen)

    Deze retoriek moest vooral verbergen dat de regeringen zowel inzake voorbereiding als beheer van de crisis tekortschoten. Er wordt meteen ook van de situatie gebruik gemaakt om een besparingsoffensief voor te bereiden. De Franse regering kwam met noodmaatregelen op maat van de bazen: een deel van het betaald verlof en de 35-urige werkweek liggen onder vuur. De oorlogsretoriek wordt gebruikt om elke poging tot protest in het beste geval als ongepast af te doen. Ook repressie wordt opgevoerd: dat is bijzonder sterk het geval in de neokoloniale wereld, maar ook in Europa en de VS waar vooral in arme wijken hardhandig wordt opgetreden.

    Populistische en autoritaire figuren ontkenden wereldwijd lange tijd de ernst van de situatie. Trump had het over dat ‘Chinese virus’, Johnson weigerde maatregelen te nemen en Bolsonaro maakte het zo bont dat zelfs Twitter zijn oproepen om vooral wel buiten te komen van het internet gooide. Ondertussen telt de VS officieel meer dan 15.000 doden. Na het negeren van de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie, wees Trump met beschuldigende vinger naar die instantie. Eerder zette Trump een wetenschappelijk onderzoeksprogramma naar virussen stop. Nu besloot hij niet langer financieel bij te dragen aan de Wereldgezondheidsorganisatie.

    Democratie van de werkende klasse is geen hindernis, maar net een oplossing voor de crisis. Het zijn werkenden die weten welke productie essentieel is en het zijn werkenden die alles doen draaien. Zij hebben bescherming afgedwongen en weten best wat nodig is. In plaats van democratie als een obstakel te zien in de aanpak van de pandemie, moet deze net uitgebreid worden zodat de werkenden en de gemeenschap ook kunnen beslissen over wat en hoe er wordt geproduceerd en hoe de distributie verloopt.

  • Covid-19 in Afrika. Het kapitalisme duwt een continent in de afgrond…

     

    De COVID-19-pandemie versterkt de diepe sociale ongelijkheden onder het moderne kapitalisme. Nergens gebeurt dat meer dan in Afrika.

    Dossier door Serge Jordan, International Socialist Alternative

    De Global Health Security (GHS) Index is een afgemeten beoordeling van de capaciteit van 195 landen om het hoofd te bieden aan uitbraken van besmettelijke ziekten. Het grootste aantal “minst voorbereide” landen bevinden zich in Afrika, met Somalië en Equatoriaal-Guinea helemaal onderaan de lijst. Alleen Zuid-Afrika, dat al in de greep is van een groeiende gezondheidscrisis en economische neergang, staat relatief hoog op de ranglijst – wat duidelijk maakt hoe catastrofaal de situatie in de rest van het continent is.

    Een realistische beoordeling van de huidige penetratie van de COVID-19-pandemie in Afrika wordt uiteraard onmogelijk gemaakt door het gebrek aan testapparatuur in de meeste landen. Als Zuid-Afrika momenteel het grootste aantal bevestigde gevallen heeft in sub-Sahara Afrika, dan is dat ook omdat er het meeste tests zijn uitgevoerd. Sommige landen, zoals Somalië, hebben helemaal geen testkits. Dit betekent dat er onder de radar al een onopgemerkte besmettingsgolf heeft plaatsgevonden over heel het continent.

    Het woord “ontoereikendheid” om de gezondheidsinfrastructuur in Afrika te beschrijven, zou een groteske understatement zijn. Een recente studie van The Lancet over COVID-19 in West-Afrika merkte op dat de landen in de regio “over weinig middelen beschikken, waardoor ze niet in staat zijn om snel een epidemische reactie op te zetten”, en dat “een snelle versnelling van het aantal gevallen de genoemde systemen snel kan overweldigen.” Malawi heeft bijvoorbeeld 25 bedden op intensieve zorgen voor een bevolking van 17 miljoen mensen; in Somalië zijn er 15 dergelijke bedden beschikbaar voor 15 miljoen mensen. Zimbabwe heeft 7 beademingsapparaten voor een bevolking van 16 miljoen mensen, terwijl de Centraal-Afrikaanse Republiek in totaal 3 beademingsapparaten heeft voor 5 miljoen mensen. Sierra Leone en zijn 7,5 miljoen inwoners hebben er slechts één.

    De levensomstandigheden van de werkenden en armen maken het nemen van de nodige voorzorgsmaatregelen om de verspreiding van de pandemie te voorkomen voor velen een ontoegankelijke droom. De helft van de Afrikaanse stadsbewoners woont in overvolle tijdelijke huizen, sloppenwijken en townships met onvoldoende watervoorziening en sanitaire voorzieningen.

    De miljoenen vluchtelingen, asielzoekers en binnenlandse ontheemden die in kampen, informele nederzettingen en detentiecentra leven – slachtoffers van oorlogen, vervolgingen en milieurampen – in het Sahel-gebied, de Hoorn van Afrika, Congo en andere plaatsen, zijn bijzonder kwetsbaar voor besmetting. Zuid-Soedan heeft onlangs zijn eerste gevallen van COVID-19 gemeld. Dit is een land waar meer dan de helft van de bevolking te maken heeft met ernstige voedselonzekerheid, waar jaren van burgeroorlog miljoenen mensen van huis en haard hebben verdreven en waar slechts 22% van de gezondheidsvoorzieningen functioneert. Libië en Burkina Faso zijn verwoest door oorlogen die alleen al in het afgelopen jaar respectievelijk 200.000 en 700.000 mensen op de vlucht hebben gejaagd. Beiden hebben enorme schade aan gezondheidsvoorzieningen geleden; 135 gezondheidscentra zijn gesloten als gevolg van geweld in het laatste land.

    Ondervoeding en besmettelijke ziekten zijn in grote delen van het continent al aan de orde van de dag. Afrika kende enkele van de hoogste besmettingsniveaus van HIV, tuberculose en malaria. Gezien de ondermaatse gezondheidsinfrastructuur waarmee de meeste Afrikaanse landen worden geconfronteerd, zullen de beperkte middelen die worden ingezet voor de bestrijding van COVID-19 een remmend effect hebben op de strijd tegen andere dodelijke epidemieën – zoals reeds werd opgemerkt door de stopzetting van het onderzoek naar besmettelijke ziekten en de vaccinatiecampagnes.

    Kapitalisme en imperialisme zijn schuldig

    De verschrikkingen die de pandemie voor de Afrikaanse massa’s in petto heeft, zijn geenszins de manifestatie van een onvermijdelijke, natuurlijke catastrofe. Zij zijn voorbereid door tientallen jaren van plunderingen en uitbuiting van het continent door koloniale en neokoloniale imperialistische machten, met de directe betrokkenheid en medeplichtigheid van corrupte lokale heersende elites. Dit heeft zich onder andere vertaald in vervallen gezondheidszorgsystemen over de hele linie en endemische niveaus van armoede.

    Er zijn middelen om deze crisis het hoofd te bieden, maar die zijn geplunderd door multinationals en banken, door Afrikaanse burgerlijke en despotische heersers. Oxfam schreef vorig jaar dat “ECOWAS-landen [West-Afrikaanse staten] naar schatting 9,6 miljard dollar verliezen aan belastingvoordelen voor multinationals. Dit zou genoeg zijn om elk jaar ongeveer 100 moderne en goed uitgeruste ziekenhuizen in de regio te bouwen.”

    In een tijd waarin de Afrikaanse landen dringend behoefte hebben aan massale investeringen om deze pandemie aan te pakken, is er een immense kapitaalvlucht uit het continent aan de gang, die al veel verder gaat dan de vlucht die tijdens de wereldwijde crisis van 2008 heeft plaatsgevonden – zowel in snelheid als in volume. De kapitaaluitstroom uit de zogenaamde opkomende economieën bedroeg volgens het IMF in maart in totaal meer dan 83 miljard dollar. Dit is niet een of andere anekdotische fout, maar het illustreert hoe het hele systeem werkt, en het illustreert het falen van de “vrije markt” om de noodzakelijke reactie op de humanitaire noodsituatie te bieden. Alleen economische planning en de coördinatie van de middelen op wereldschaal zouden een dergelijke reactie mogelijk maken.

    Een einde maken aan de plundering van het continent en de onteigening van de immense rijkdom die door de superrijken wordt opgestapeld, is niets anders dan een kwestie van leven of dood voor miljoenen mensen. Dit zou het mogelijk maken de middelen te heroriënteren naar de financiering van hulpdiensten, testfaciliteiten, quarantaine- en isolatiecentra, medische apparatuur en opgeleid personeel op de schaal die de huidige situatie vereist.

    Het zou een basis vormen voor het opleggen van publieke controle op kapitaalstromen en het kwijtschelden van de enorme schuldenlast waaronder veel Afrikaanse landen gebukt gaan. Nigeria besteedt bijvoorbeeld bijna tweederde van zijn inkomsten aan schuldaflossing. In 17 Afrikaanse landen zijn de rentekosten op de schuld alleen al goed voor 10% of meer van de overheidsinkomsten. Een aantal Afrikaanse staten, zoals Zambia en Angola, zijn slechts één stap verwijderd van het faillissement en er zullen er waarschijnlijk nog meer volgen.

    Onder druk hebben de westerse regeringen triljoenen dollars gepompt om de economische gevolgen van de crisis in eigen land gedeeltelijk op te vangen en de ineenstorting van hun systeem te voorkomen. De regeringen in Afrika hebben niet de fiscale ruimte om soortgelijke reddingsoperaties uit te voeren – ze hebben bereidwillig bijgedragen aan de enorme schuldenlast die door de machtigste imperialistische naties is opgezet, waardoor enorme delen van de inkomsten van de Afrikaanse staten in de schatkist van de internationale financiële schuldeisers zijn terechtgekomen in plaats van te worden geïnvesteerd in gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, openbaar vervoer, infrastructuur en het welzijn van de mensen in het algemeen.

    Uit angst voor een opstand van de massa’s pleiten Afrikaanse leiders nu voor hulp, in de vorm van opschorting van de schuldenlast, uitstel van betaling en dergelijke. David Malpass, het hoofd van de Wereldbank, zei dat hij voorstander is van een “opschorting” van alle schuldbetalingen voor de armste landen – maar hij voegde eraan toe dat deze landen ook een vrijemarktbeleid moeten voeren, met het afschaffen van regelgeving en subsidies. Het IMF heeft een aantal Afrikaanse regeringen noodkredieten verstrekt. Deze leningen gaan gepaard met het voorbehoud dat als de gezondheidscrisis eenmaal voorbij is, “fiscale aanpassing”, inperking van de openbare loonlijst, verdere verlaging van de overheidssubsidies en andere besparingen op de agenda moeten staan.

    Deze poging om hele bevolkingsgroepen te gijzelen voor neoliberaal losgeld te midden van een dodelijke pandemie ontmaskert niet alleen deze roofzuchtige instellingen voor wat ze altijd al waren. Laten we niet vergeten dat een van de directe gevolgen van de “structurele aanpassingsplannen” die het IMF en de Wereldbank na de schuldencrisis van de jaren tachtig hebben opgelegd, het uiteenvallen van de bestaande gezondheidsdiensten in het ene Afrikaanse land na het andere was. Maar het onderstreept ook hoezeer het lot van de massa’s in de hele regio verbonden is met een resolute strijd tegen de overheersing van het wereldimperialisme en zijn lokale agenten op het continent – een strijd die niets minder zou moeten eisen dan de onmiddellijke en onvoorwaardelijke kwijtschelding van alle schulden, samen met de nationalisatie, onder de democratische controle van de werkende bevolking, van de multinationals en banken, die een duizelingwekkende hoeveelheid rijkdom aan de Afrikaanse arbeidersklasse hebben onttrokken en tegelijkertijd de menselijke en ecologische ondergang achter zich hebben gelaten.

    Een dergelijk beleid zal steeds noodzakelijker blijken te zijn en meer weerklank vinden, aangezien een scenario van economische verwoesting zich over het hele continent ontvouwt. De snel toenemende wereldwijde economische recessie zal bijzonder verwoestende gevolgen hebben voor de Afrikaanse massa. De Wereldbank heeft onlangs voorspeld dat Afrika ten zuiden van de Sahara voor het eerst in 25 jaar met een recessie te maken zal krijgen. Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) waarschuwde dat bijna de helft van alle jobs in Afrika hierdoor kunnen verdwijnen. De inkrimping van de Chinese economie en de crash van de olie- en grondstoffenprijzen zullen waarschijnlijk leiden tot een economische ineenstorting van een reeks landen, in de grootste olie-exporterende economieën zoals Nigeria en Angola zal dit niet lang op zich laten wachten.

    De plotselinge daling van het toerisme als gevolg van de quarantaine, reisverboden en grenssluitingen draagt bij aan een toch al explosieve mix. Ongeveer 24 miljoen jobs zijn afhankelijk van toeristische activiteiten in heel Afrika, dat de afgelopen jaren tot de snelst groeiende toeristische regio’s ter wereld behoorde. Dit proces wordt nu plots omgedraaid. De Wereldorganisatie voor Toerisme voorspelt een daling van het internationale toerisme met 20 tot 30% (tijdens de crisis van 2008 bedroeg de daling in de sector ongeveer 4%). Voor veel Afrikaanse landen zal dit zich vertalen in een tsunami van jobverliezen.

    Lockdowns

    In de meeste Afrikaanse landen zijn er lockdownregels om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Bij gebrek aan een duidelijk plan om alle sociale, economische en sanitaire problemen aan te pakken die zijn geërfd van jaren van kapitalistisch wanbeheer en anti-arm beleid, zijn deze lockdowns niet meer dan pleisters op open wonden. Het is een manier voor regeringen om sterk te lijken, terwijl ze tegelijkertijd de gewone mensen de schuld geven van de verspreiding van de ziekte.

    Vanwege het enorme aantal werknemers dat volledig afhankelijk is van informeel werk (meer dan 80% van de volwassen Afrikanen werkt in de informele sector), en het gebrek aan goed geplande hulpmaatregelen voor mensen in nood, hebben de lockdowns miljoenen mensen van de ene op de andere dag van hun bron van inkomsten beroofd. In Kinshasa, de hoofdstad van Congo, is een populair gezegde dat het dilemma van veel werkende en arme mensen in heel Afrika verwoordt: “als je niet naar buiten gaat, dan eet je niet.” Honderden Tunesische betogers die hun woede uitten in de straten van de verpauperde wijken Ettadhamen en Mnilha na een week van lockdown eind maart, zegden exact hetzelfde: “Laat me brood halen voor mijn kinderen, ongeacht of ik sterf”, waren de woorden van een betoger. Dit is een voorafspiegeling van de sociale explosies die deze crisis met zich zal meebrengen.

    De opdracht om zichzelf te “isoleren” weerhoudt straatverkopers, chauffeurs, huishoudelijk personeel en vele anderen er praktisch van om hun dagelijks brood te verdienen, en dwingt hen om thuis te verhongeren. Het verhindert vaak dat mensen de markten voor vitale voorzieningen bereiken en in sommige gevallen zelfs toegang krijgen tot gemeenschappelijke waterpunten.

    Om te voorkomen dat ze in deze wrede situatie vast komen te zitten, hebben veel wanhopige migranten geprobeerd om uit de grote steden terug te keren naar het platteland waar ze vandaan komen, in de hoop op een goedkoper leven op het platteland, waar ze nog steeds familiebanden hebben in hun dorpen of thuissteden. Reuters meldde op 26 maart dat “reizigers in Afrikaanse steden – van Nairobi tot Kampala, Johannesburg en Rabat – op weg zijn naar het platteland. Verontrustende ambtenaren zeggen dat dit eerder heeft geholpen bij de verspreiding van ziekten zoals Ebola.” Deze exodus verspreidt de infectie ongetwijfeld op plaatsen waar de gezondheidszorg, voor zover die er bestaat, nog slechter is dan in de stadscentra. Maar de verantwoordelijkheid voor deze situatie moet bij de heersende klassen gelegd worden en hun hardvochtige minachting voor het leven en de gezondheid van gewone mensen.

    Niets illustreert dit beter dan de brutaliteit waarmee de staatskrachten lockdowns en avondklokken hebben afgedwongen. Naarmate de dagen verstrijken, stijgt het aantal doden als gevolg van aan lockdowns gerelateerde staatsmoorden en het regent voorbeelden van misbruik en vernederingen door de politie en het leger.

    De website Bloomberg meldde dat twee jonge mannen door de Rwandese politie zijn neergeschoten en gedood voor het schenden van de 14-daagse lockdown van president Paul Kagame. In Zuid-Afrika werden acht mensen gedood als gevolg van politieacties tijdens de eerste week van de nationale lockdown; bij de melding lag dit cijfer boven het aantal COVID-19 sterfgevallen. In Kenia werd een 13-jarige jongen die op zijn balkon speelde, gedood door de politie in de hoofdstad Nairobi, en ten minste drie andere mensen werden gedood in verschillende incidenten. Een Nigeriaanse man werd doodgeschoten door een soldaat in de zuidelijke stad Warri, omdat hij een bevel tot quarantaine had genegeerd om medicijnen voor zijn zwangere partner te kopen. In Zimbabwe werden in de eerste week van de lockdown bijna 2.000 mensen gearresteerd. En de lijst gaat verder.

    Ook het gendergerelateerd geweld van de staatstroepen is toegenomen, met gevallen van verkrachting door Rwandese soldaten en tientallen LGBTQ+-mensen die door de politie in Oeganda zijn opgepakt onder het mom van bescherming tegen het coronavirus.

    Regeringen in heel Afrika hebben de postkoloniale arbitraire grenzen van hun staten opnieuw bevestigd door de havens snel te sluiten in een hernieuwd streven naar reactionair nationalisme. Zuid-Afrika heeft 2,1 miljoen dollar uitgetrokken voor de bouw van een 40 km lange omheining langs de grens met Zimbabwe, zelfs voordat daar gevallen van COVID-19 werden geregistreerd, om te voorkomen dat “ongedocumenteerde of geïnfecteerde personen” de grens passeren zonder te worden gescreend op het coronavirus. Xenofobe sentimenten doken op onder de politie, die winkeliers met een migratie-achtergrond lastigvalt nadat een minister ten onrechte aankondigde dat alleen winkels die eigendom zijn van Zuid-Afrikanen open mogen blijven. Bovendien komen alleen 100% Zuid-Afrikaanse kleine bedrijven in aanmerking voor de financiële hulp die de staat heeft ingesteld en kunnen arbeiders zonder papieren geen aanspraak maken op uitkeringen.

    In heel wat Afrikaanse landen zijn gevallen van racisme tegen Aziatische mensen gemeld, zoals de breed gepubliceerde video van een Chinees echtpaar in Kenia dat wordt lastiggevallen door een grote groep lokale bewoners, gesteund door een parlementslid dat de praktijk van het stenigen van Chinese bezoekers door de vingers ziet omdat de overheid niet genoeg doet om COVID-19 te bestrijden. In de Centraal-Afrikaanse Republiek hebben bedreigingen en geweld tegen buitenlanders en de moslimminderheid van het land de afgelopen weken naar verluidt een piek bereikt, aangewakkerd door lokale reactionaire roddelbladen die hen de schuld van de besmetting geven.

    Net als elders maken de heersende klassen in heel Afrika schaamteloos gebruik van de verspreiding van het coronavirus om de macht van hun staatsmachines te vergroten en een uitholling van de democratische rechten toe te passen. Toen het coronavirus officieel toesloeg in Burkina Faso waren vakbondsbetogingen het eerste doelwit van de overheidsmaatregelen, midden maart was er een algemene staking van 120 uur in het land. Ondertussen bleven besmette ministers en hoge ambtenaren grote bijeenkomsten houden in het kader van hun campagnes voor de presidentsverkiezingen die in november zijn gepland! In Algerije heeft de regerende kliek in allerijl gebruik gemaakt van een tijd waarin de mensen niet gemakkelijk de straat op kunnen om de rekening te vereffenen met de revolutionaire beweging. Ondanks de pandemie hebben de rechtbanken de klok rond gewerkt aan de veroordeling van politieke activisten en journalisten die kritiek hebben op het regime.

    Een socialistisch actieplan tegen de crisis

    De arbeidersbeweging in heel Afrika moeten zich meteen organiseren tegen pesterijen, onderdrukking en misbruiken door de staat, en zich verzetten tegen elke poging om de lockdowns te gebruiken om de democratische en vakbondsrechten, de vrijheid van meningsuiting, enz. te ondermijnen. Willekeurige arrestaties en politiek gemotiveerde ontslagen van werkenden moeten worden bestreden en alle gedetineerde activisten moeten worden vrijgelaten.

    Maar in laatste instantie is het groeiende geweld van de staat een uitdrukking van de scherper wordende klassenscheidingen. Als afranselingen en moorden als “overtuigingskracht” fungeren, dan is dat omdat het kapitalistische systeem de overweldigende meerderheid van de samenleving niets te bieden heeft. De belangen van deze meerderheid moeten centraal staan in het antwoord op de dreigende catastrofe die boven het continent hangt.

    De woorden van de Egyptische miljardair Naguib Sawiris, die er bij de autoriteiten op aandrong om de mensen weer aan het werk te krijgen “ongeacht de gevolgen”, geven ons een blik op de toekomst als beslissingen aan de kapitalistische klasse worden overgelaten. In Afrika is deze parasitaire oligarchie, net als elders, bereid om de dood van honderdduizenden mensen te overwegen, zolang hun winsten maar standhouden. “Zelfs als mensen ziek worden, zullen ze herstellen,” zei Sawiris. “Het doodt slechts 1% van de patiënten, die meestal ouderen zijn.”

    Afgezien van de economische ellende die ze de armen bezorgen, hebben de lockdown en quarantaine geen zin als in sectoren die niet essentieel zijn voor de beheersing van de pandemie, arbeiders (terug) aan de slag moeten zonder dat ernstige veiligheidsmaatregelen (zoals rond sociale afstand) genomen zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval in de goudmijnen van Mali. Het recht van de arbeiders om de productie in alle niet-essentiële sectoren te stoppen, met garantie van inkomen, moet afgedwongen worden. Dit moet samen gebeuren met het recht om op democratische wijze te beslissen wanneer en in welke omstandigheden de productie wordt hervat. Elk banenverlies of elke loonsverlaging als gevolg van de COVID-19 epidemie moet worden bestreden. Bedrijven die dit niet nakomen, hun personeel niet met betalen of met sluiting dreigen, moeten worden genationaliseerd.

    In de sectoren die essentieel zijn voor de bestrijding van de pandemie moeten de werknemers optimale gezondheidsvoorzieningen en procedures eisen, een levensverzekering en een speciale risicoloon voor iedereen die blijft werken. Duizenden verpleegkundigen, artsen en andere gezondheidswerkers hebben al het goede voorbeeld gegeven door in verschillende Afrikaanse landen – met name in Zimbabwe en Kenia, waar er de afgelopen jaren gestaakt werd voor voldoende personeel en uitrusting in de sector – de verstrekking van vitale medische en persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) te eisen.

    Daarnaast moeten levensnoodzakelijke inkomenssubsidies worden verstrekt aan precaire en informele werknemers, werklozen en alle mensen die gedwongen worden thuis te blijven en in nood te verkeren, samen met de levering van gratis noodvoedsel, medicijnen en andere essentiële zaken voor mensen die met honger en armoede te maken hebben. Alle huurbetalingen, water-, elektriciteits- en telefoonrekeningen moeten worden opgeschort en alle huisuitzettingen moeten worden stopgezet. Prijsverhogingen op de rug van de armsten mogen ook niet worden toegestaan. In de Soedanese hoofdstad Khartoem, bijvoorbeeld, wordt gemeld dat de prijs van gezichtsmaskers vertienvoudigd is. Om tegen te gaan dat geprofiteerd wordt van de COVID-19-pandemie, zouden prijscontroles moeten worden opgelegd aan alle producten die momenteel noodzakelijk zijn. De gratis verspreiding van gezichtsmaskers, handreinigers en zeep moet worden geëist in alle openbare ruimten, werkplekken en wijken.

    Privé-ziekenhuizen en andere gezondheidsvoorzieningen, evenals die van hoge leger- en staatsambtenaren, moeten in publieke handen komen onder democratische controle van gekozen vertegenwoordigers van de werkende klasse. Er moet een gratis gezondheidszorg voor iedereen worden gegarandeerd – ook voor vluchtelingen, asielzoekers, ontheemden en daklozen. Ambitieuze plannen voor overheidsinvesteringen in medische infrastructuur, met inbegrip van de bouw van lokale ziekenhuizen en testcentra, moeten onmiddellijk van start gaan. Relevante fabriekseenheden moeten worden opgeëist en omgebouwd om testkits, medische apparatuur en beschermende uitrusting te produceren. Private water- en elektriciteitsbedrijven moeten worden genationaliseerd en alle huishoudens moeten gratis van schoon water worden voorzien. Er moeten grootschalige huisvestingsprogramma’s worden opgezet om tegemoet te komen aan de enorme behoefte aan huisvesting en om een einde te maken aan de overbevolking – een belangrijke factor voor een grotere kans op infectie.

    Democratische zelforganisatie

    In werkelijkheid vereist de bestrijding van de COVID-19-ramp een internationaal gecoördineerd noodplan. De Afrikaanse kapitalistische elites en hun westerse tegenhangers zijn volstrekt niet in staat en niet bereid om zo’n plan op te zetten. Helaas zijn de leiders van de vakbonden in veel gevallen ver achtergebleven bij wat de werkenden in een crisis van dergelijke historische proporties nodig hebben. Terwijl er druk wordt uitgeoefend op vakbonden, studentenorganisaties, sociale en gemeenschapsorganisaties om campagne te voeren voor een gezamenlijke strijd tegen de crisis, zal het vaak aan de werkenden en jongeren zelf worden overgelaten om de strijd aan te gaan. Met het oog daarop zouden democratische comités op gemeenschaps- en werkplekniveau kunnen worden opgericht om zich te organiseren en te strijden voor het soort eisen dat hierboven is geschetst. Dit zal immers niet van bovenaf komen.

    In Algerije en Soedan, landen die sinds vorig jaar door massale revolutionaire strijd zijn opgeschrikt, zijn stappen in die richting gezet: sommige volks- en verzetscomités richten zich nu op de strijd tegen Covid-19 en de gevolgen van de economische crisis. In Soedan treden de lokale verzetscomités, die vorig jaar zijn ontstaan en een belangrijke dynamiek brengen in de revolutionaire beweging, op om te proberen de leemte op te vullen die is ontstaan door de onbekwaamheid van de kapitalistische staat. Ze voeren campagnes om het publiek bewust te maken van het virus, het schoonmaken van markten, bakkerijen, moskeeën, cafés, … Soortgelijke voorbeelden zijn te zien in Algerije, waar in sommige arbeidersgemeenschappen comités zijn opgericht om de voedselvoorziening voor de armen te organiseren, om beschermingsmaskers te centraliseren en te verspreiden, enz. Als deze comités worden gecoördineerd en hun werkingsterreinen worden uitgebreid, kunnen ze een centrale pijler worden van een toekomstig massaal verzet tegen de corrupte kapitalistische heersers, bazen en verhuurders, die de meerderheid van de bevolking onvermijdelijk zullen laten betalen voor het draaiende houden van hun verrotte en door crises geteisterde systeem.

    Door samen te werken met gezondheidswerkers en medische professionals kunnen deze comités ook leiden tot campagnes om mensen te informeren over COVID-19. Zo kunnen ze bijdragen aan het terugdringen van de breed verspreide misinformatie, mythen en samenzweringstheorieën over de pandemie – zoals het onwetenschappelijke idee dat mensen met een donkere huid niet sterven aan het virus, dat deze laatste niet overleeft in warm weer, dat testkits een infectie verspreiden, en ander ‘nepnieuws’. De sudderende woede tegen het Westerse imperialisme en de plaatselijke heersers in heel Afrika opent de weg voor deze theorieën, die zich voeden aan het reeds lang bestaande wantrouwen tegenover de heersende autoriteiten en het “officiële” verhaal. In Ivoorkust werd een nieuw gebouwd testcentrum voor COVID-19 in de hoofdstad Abidjan op 6 april zelfs geplunderd door plaatselijke bewoners, die in paniek raakten en dachten dat het testcentrum de ziekte in hun gemeenschappen zou binnen brengen.

    Soortgelijke onwaarheden zijn in sommige gevallen door de Afrikaanse regeringen zelf aangemoedigd, met name door gebruik te maken van religieus obscurantisme om hun eigen falen te verbergen. Een verklaring van de regering van Burundi zei dat het land “een uitzondering is omdat het een land is dat God op de eerste plaats heeft gezet.” De president van Tanzania, John Magufuli, moedigde de mensen aan om zich in kerken te verdringen, aangezien “het coronavirus niet kan overleven in een kerk.” Volgens de Zimbabwaanse minister van Defensie was haar land vrijgesteld van het virus omdat de ziekte een goddelijke vergelding was tegen het Westen voor het opleggen van sancties aan haar regering…

    Deze ideeën worden door delen van de Afrikaanse heersende klassen verspreid om de angsten te manipuleren onder bevolkingsgroepen die wanhopig zijn als gevolg van de ellende en barbaarsheid die eigen zijn aan de kapitalistische samenleving. De COVID-19 pandemie levert echter een nieuwe aanklacht tegen deze maatschappij op. Het stelt de massa’s van het hele continent scherper dan ooit tevoren voor de dringende noodzaak om te strijden tegen het “quarantaine kapitalisme”, zoals de Workers and Socialist Party (ISA in Zuid-Afrika) het formuleerde – en voor een radicale herziening van de manier waarop de menselijke samenleving wordt bestuurd. Aangezien deze ziekte hele landen veroordeelt tot ellende, ziekte, geweld en dood, zal zij in de ogen van miljoenen mensen ook de cruciale noodzaak bevestigen om zich te organiseren en te vechten voor een socialistische samenleving: een samenleving waarin de natuurlijke, menselijke en technologische middelen handen zijn van de overheid en democratisch zijn gepland om te voldoen aan de behoeften van de overgrote meerderheid van de bewoners van de planeet.

  • Standpunt Actief Linkse Studenten: “Voor een studentenloon”

    Standpunt van de Actief Linkse Studenten

    80% van de jongeren werken, een aandeel dat blijft stijgen. Scholieren werken gemiddeld 41 dagen per jaar en studenten 57, opnieuw cijfers die blijven stijgen. Die stijgende trend valt makkelijk te verklaren. Het totale prijskaartje, van wat het kost om jong te zijn, blijft stijgen en dat in tegenstelling tot de lonen van onze ouders of de tegemoetkomingen van de overheid. Deze studentenjobs hebben een negatieve impact op de studieresultaten, maar toch worden we gedwongen steeds vaker te werken.

    17% van de studenten moet tijdens hun lesuren te werken en 25% van ons werkt zelfs tijdens de examenperiodes! De druk die onze jobs daarmee uitoefenen op onze mentale gezondheid en studieprestaties is enorm. Het toenemende aantal studenten dat werkt oefent niet alleen een druk uit op ons. Jobstudenten worden ingezet als goedkope arbeidskrachten, en duwen daardoor gewone werknemers uit hun job of zorgen ervoor dat  ze een lager loon krijgen. Waarom zou een werkgever voor een arbeider als hij kan kiezen voor een goedkopere, nog meer flexibele student die niet georganiseerd is in een vakbond?

    Dat is niet de schuld van de jobstudenten, want die moeten wel ergens aan geld geraken, maar de schuld van het kapitalistisch systeem dat werkgevers verplicht de loonkost zo laag mogelijk te houden om hun eigen winsten veilig te stellen en de concurrentiestrijd niet te verliezen. Dat kapitalistisch systeem bevindt zich vandaag in diepe crisis, ten koste van alle jongeren en werkenden op deze planeet.

    Het nieuwe coronavirus toont heel expliciet aan hoe afhankelijk studenten zijn geworden van hun jobs. Velen onder ons kunnen ons kot niet betalen, of mogen elke vorm van vrije tijd in de komende maanden vergeten. Studenten zouden zich nochtans enkel zorgen hoeven te maken over hun studies. Studenten die hun jobs verloren, of zullen verliezen, hebben daarom nood aan een inkomensgarantie. Zij die nog werken zouden, net als de rest van het personeel, recht moeten hebben op een risicopremie. Maar bovenal hebben we nood aan degelijke lonen, dat is minimum 14€ per uur voor iedereen. Maar uiteindelijk is studeren een voltijdse job, een studentenloon is wat écht efficiënt zou zijn. Er is toch geld genoeg. De Actief Linkse Studenten & Scholieren stellen daarom voor ons te organiseren en in strijd te gaan voor de volgende eisen:

    • Inkomensgarantie voor alle jongeren met inkomensverlies!
    • Minimum €14/u voor iedereen die werkt!
    • Student ben je voltijds: voor een studentenloon!
  • Hotelkamers voor slachtoffers van huiselijk geweld. Maar wat na de pandemie?

    Het coronavirus grijpt in ijltempo om zich heen, ook in België. Het dodentol stijgt terwijl de maatregelen om de besmettingsgolf af te vlakken onze levens grondig overhoop gooien. De pandemie kan iedereen treffen, ongeacht leeftijd, geslacht of gender, maar de onderliggende ongelijkheid maakt dat vrouwen harder worden geraakt.

    Artikel door Eva, campagne ROSA Gent (overgenomen vanop campagnerosa.be)

    Geweld binnen het gezin neemt toe

    Ten eerste is er de situatie van huiselijk geweld. We zien dat, afhankelijk van het land, 15% tot 71% van de vrouwen in de loop van hun leven slachtoffer zijn van lichamelijk of seksueel geweld door hun echtgenoot of partner, in 4% tot 54% van de gevallen in de voorbije 12 maanden. (RoSaVZW, 2010). De lockdown die iedereen dwingt het grootste deel van de tijd thuis te blijven, is een pak erger voor hen wiens huis allesbehalve een veilige plaats is.

    Sommige landen hebben al maatregelen genomen. Zo is er in Groenland het verbod op alcohol gekomen onder andere in de hoofdstad Nuuk. Groenland heeft in normale omstandigheden al hoge cijfers van huiselijk geweld en door deze maatregel hopen ze de slachtoffers extra bescherming te bieden. De autoriteiten reageerden zo op de oplopende cijfers van huiselijk geweld sinds het begin van de maatregelen tegen de pandemie.

    Ook bij ons worden nu maatregelen genomen om slachtoffers te beschermen. Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA) bereikte op 3 april een akkoord met een hotelketen om het aantal opvangplaatsen voor huiselijk geweld sterk uit te breiden. Voorafgaand aan deze maatregel werden er online bewustwordingscampagnes, noodnummers en artikels en feministische campagnes online verspreid.

    Campagne ROSA verwelkomt iedere maatregel die slachtoffers kan helpen. Een daarvan is het voeren van de publieke discussie over dit probleem die het bewustzijn doen groeien over gevaarlijke situaties waarin deze slachtoffers zich bevinden. Zij zullen zich pas bekend maken als ze weten dat ze ergens terecht kunnen.

    Een noodnummer is nodig, maar we moeten weten dat het in normale omstandigheden al moeilijk is dit nummer te bellen – veel vrouwen bellen wanneer hun partner aan het werk is – maar voor een aantal is het nu onmogelijk! Het is goed dat er nu maatregelen genomen worden om een veilige plaats te kunnen bieden aan slachtoffers. Maar die maatregelen zijn tijdelijk, terwijl geweld binnen het gezin een permanent aanwezig probleem is.

    De crisis nu maakt vooral duidelijk dat het probleem door de verschillende regeringen totaal verwaarloosd wordt, met o.a. een enorm gebrek aan plaatsen in vluchthuizen. Plaatsen in hotels en vluchthuizen kunnen op korte termijn vrouwen helpen te ontsnappen aan geweld, maar een plan is nodig om slachtoffers ook definitieve oplossingen te bieden. Onderdeel daarvan moet zeker een massaal plan zijn voor de creatie van sociale woningen omdat vrouwen met hun lager dan gemiddelde lonen het op de huidige privé-woningmarkt zeer moeilijk hebben om op eigen benen te staan.

    Eenoudergezinnen hebben het nu nog moeilijker

    Naast het huiselijk geweld moet men stilstaan bij de situaties van eenoudergezinnen. 80% van eenoudergezinnen zijn alleenstaande moeders. In normale tijdens bevinden deze gezinnen zich al vaak in moeilijke situaties. Bijna de helft van deze gezinnen leeft onder de armoedegrens.

    Deze quarantaineperiode is nog moeilijker voor deze gezinnen, aangezien ze vaak zeer klein wonen. Deze moeders moeten altijd al goochelen met hun tijd om te kunnen werken en hun gezinnen draaiend houden. Voor deze vrouwen is er geen ontspanning na het betaald werk, want dan volgt nog koken, zorgen voor de kinderen, kuisen – werk van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Nu moeten veel van hen telewerken en tegelijk als enige voor de kinderen zorgen – hulp van buitenaf is nog moeilijker geworden vanwege de gezondheidscrisis.

    Voor hen die niet kunnen telewerken is het absoluut niet evident om een oplossing te vinden voor de kinderen die permanent thuis zijn. En ook voor werkloze alleenstaande moeders is de situatie zeer moeilijk haalbaar. De wijd verspreide armoede onder deze gezinnen betekent immers ook dat de kinderen minder toegang hebben tot recreatie thuis: geen tuin om in te spelen, geen computers en internetverbinding, geen stapels speelgoed of dergelijke om de tijd te vullen.

    De essentiële sectoren zijn vaak onderbetaald

    De sectoren die vandaag nog draaien, hebben grotendeels vrouwelijke werkkrachten. In deze essentiële sectoren wordt risicovol werk verricht: verpleegkundigen, supermarktmedewerkers, maar ook thuiswerkers. We moeten spijtig genoeg vaststellen dat dit vaak al onderbetaalde sectoren zijn met slechte werkomstandigheden en een hoge werkdruk.

    In het verleden hebben ze al veel strijd gevoerd, vooral in de gezondheidszorg, om tegen deze situatie in te gaan. De huidige crisis zal hen – zeer terecht – nog kwader maken. Bovenop de lage lonen, slechte contracten en hoge werkdruk stellen deze vrouwen zich momenteel constant de vraag “Kan ik het coronavirus doorgeven aan mijn patiënten en/of klanten en uiteraard aan mijn kinderen, mijn familie.”

    Naast het feit dat ze risicovol werk verrichten, worden deze vrouwen gedwongen hun kinderen toe te vertrouwen aan de dagopvang op school of aan hun eigen ouders. Een mogelijk alternatief zou zijn om activiteiten in te plannen voor de kinderen en bijvoorbeeld op tv-zenders tijdens de piekuren educatieve activiteiten uitzenden. Zo kunnen wel altijd activiteiten ingepland worden voor de kinderen. Wanneer de ouders de kinderen naar hun eigen ouders brengen, maakt dit alles nog risicovoller omdat ouderen het meeste risico lopen en meestal ernstige gevolgen ondervinden als ze besmet zijn met het coronavirus.

    Een belangrijk gegeven voor deze essentiële werkenden is de kwestie van beschermend materiaal zoals mondmaskers. Dat een hele productie op gang is gekomen van zelfgemaakte mondmaskers is een veroordeling op zich van de vrije markt, die er blijkbaar niet in slaagt adequaat te reageren op deze noodsituatie.

    De pandemie is niet de oorzaak, slechts een versterkende factor

    Vrouwen worden het hardst getroffen. Daarom moet inzicht komen in de oorzaken hiervan. Campagne ROSA is duidelijk: de oorzaak ligt in het kapitalistische systeem. Dat systeem is gericht op winst voor een kleine elite in plaats van gericht op de behoeften van de mensen. Een bewijs hiervoor is het feit dat niet-essentiële sectoren ook nog steeds draaien ongeacht de risico’s.

    Campagne ROSA vecht voor meer middelen om slachtoffers van geweld te kunnen helpen, om oplossingen te vinden voor de problemen die door de lockdown worden veroorzaakt, om voor de essentiële werkenden een betere verloning en menswaardige werkomstandigheden te bekomen, naast voldoende bescherming tegen besmetting. Maar binnen het kapitalisme zullen stappen vooruit die door strijd bekomen kunnen worden steeds slechts gedeeltelijke oplossingen zijn. Ze zijn vooral ook tijdelijk: eens de druk van een beweging verdwijnt, zullen de bazen en hun regeringen op deze toegevingen terug komen om hun bijdrage aan de samenleving zo klein mogelijk te houden en hun winsten terug op peil te brengen.

    Campagne ROSA staat voor een socialistisch feminisme .Een feminisme dat het kapitalistische systeem verbind aan seksisme. Een feminisme dat discriminatie verbindt aan besparingen. Een feminisme dat begrijpt dat als we willen strijden tegen seksisme, we moeten strijden tegen dit systeem dat bespaart op de noden van de meerderheid van de mensen opdat een kleine minderheid superwinsten kan boeken.

  • Corona en kapitalisme: een epidemie in de hand gewerkt door winststreven

    Foto: Pixabay

    Op 10 april schreef de moraalfilosoof Patrick Loobuyck een opzienbarend artikel in De Morgen. Zijn tekst is niet zozeer opvallend voor de inhoud, die vertrekt van een volgens ons verkeerde analogie – een aardbeving in Lissabon in 1755 – om vervolgens over te gaan tot een aantal filosofische uitweidingen die helaas niet veel wijzer maken. Het is de titel die verbaast: “Nee, het coronavirus is geen beschuldigende vinger naar het kapitalisme”. Straf. Loobuyck rijgt helaas stromanargumenten aan mekaar: nee, corona is niet zomaar een straf voor technologische hoogmoed. Waarom niet ingaan op de meer diepgaande standpunten van critici van het kapitalisme over deze pandemie? Hij maakt ook een uitstapje langs Nederland en het Reformatorische Dagblad, waar ze nog geloven dat het virus een “straf van God” is. Dit is geruststellend terrein voor vrijzinnige filosofen: da’s duidelijk verkeerd.

    Door Peter (Leuven)

    Wat marxisten wel denken is dat dit virus in haar verspreiding in de hand werd gewerkt door een kapitalistische breuk met de natuur. Uitgelokt door accumulatie om de accumulatie. Karl Marx verwees al naar deze dynamiek. De epidemie werd gigantisch geholpen door blind winststreven en de criminele nalatigheid van neoliberale besparingen gedurende decennia. Terwijl het volgens Loobuyck blijkbaar om een puur natuurlijk fenomeen gaat: “onverschillige natuurwetten” treffen ons met dit virus, meent hij. Jarenlange personeelstekorten en onderfinanciering van de zorg, het niet ontwikkelen van vaccins wegens niet winstgevend, weigerachtigheid om in te grijpen in de markt, miskenning van de ernst om de winsten niet te bedreigen, gebrek aan planning en voorbereiding omtrent een voorspelbare pandemiedreiging, het laten doorwerken in niet-essentiële sectoren om kapitalistische winsten op peil te houden en zo besmettingen in de hand werken, … Zijn dat volgens Loobuyck allemaal “onverschillige natuurwetten”? Of staat hij zelf eerder onverschillig tegenover de desastreuze effecten van de kapitalistische wetten van de markt?

    Loobuyck beveelt zichzelf aan wegens “wetenschappelijkheid” maar – hier waagt de filosoof zich aan een Maarten Boudry’tje – doet helaas geen poging om het ontstaan en de verspreiding van de corona-epidemie op basis van reële feiten uit te leggen. Nochtans, de kapitalistische “rede” is hier al lang onredelijk geworden. Wat overblijft bij denkers die vasthouden aan oude schema’s is “armoede van de filosofie”, zoals Marx het noemde. Dogmatische herhaling van eerste beginselen, volstrekt immuun voor feiten en realiteit, die allebei beleefd buiten de deur worden gehouden.

    “Nee, het coronavirus is geen beschuldigende vinger naar het kapitalisme”. Als er zoveel intellectuele hocus pocus en vergoelijking van neoliberaal marktfalen aan te pas komt, heeft het systeem er allicht wel iets mee te maken.

    Ontstaan van dit nieuwe coronavirus: de breuk tussen kapitalisme en natuur

    Loobuyck gaat niet in op de kritische analyse die erop wijst hoe het coronavirus van vleermuizen op de mens kon worden overgebracht. Mogelijk met een ander dier als tussenschakel. De exotische dierenmarkten in China, zoals in het epicentrum van de pandemie Wuhan, zijn een miljardenmarkt. China kent al enkele decennia een invoering van kapitalistische elementen in de economie, waarbij traditionele leefgebieden van dieren worden verstoord door kapitalistische accumulatie.

    Het kapitaal houdt zoals bekend niet van regels en geeft weinig om de volksgezondheid als er winsten op het spel staan. Het autoritaire staatskapitalisme in China legde de exploitatie van mens en natuur lange tijd niets in de weg omdat dit groei opleverde. Gezien de beperkte sociale rechten in China werd die groei – ondanks toenemende kapitalistische tegenstellingen en sinds 2008 een crisispolitiek gebaseerd op schulden – de belangrijkste steunpilaar voor het verzekeren van een zekere levensstandaard en inkomen. Dit virus kon de mens bereiken door het ongecontroleerd binnendringen van kapitalistische winstbelangen in leefgebieden van dieren waar nieuwe, nog onbekende en gevaarlijke ziekten heersten.

    Als de Chinese massa’s de stalinistische bureaucratie hadden afgeworpen en socialistische democratie in de werkplaatsen en op elk niveau van de arbeidersstaat hadden geïnstalleerd, had deze ontwikkeling op basis van democratische economische planning anders kunnen verlopen. Rekening houdend met de balans tussen mens, dier en de natuur in het algemeen. Met wetenschappelijke en gezondheidsoverwegingen die primeren op winstbejag. Het zou geen utopische of romantische “terugkeer naar de natuur” zijn geweest, maar een poging om industriële en technologische ontwikkeling te verzoenen met ecologische belangen en een verantwoord en rationeel aangepakte voedselproductie.

    Loobuyck vergelijkt corona met een aardbeving in Lissabon in 1755 die tienduizenden levens koste. Maar de corona-uitbraak is niet puur een natuurlijk fenomeen, zoals een aardbeving. De pandemie kon ontstaan door een ontkenning van rede, wetenschap, arbeidersbelangen en planning vanwege China’s blinde kapitalistische drang naar accumulatie, die de verspreiding van nieuwe, onbekende virussen waarschijnlijker maakte.

    Anticipatie van het virus: neoliberale en marktprioriteit is dodelijk 

    Na het aanvankelijke onderzoek naar het Sars-virus werd dat uiteindelijk stopgezet omdat het dalend aantal gevallen weinig winstvooruitzichten bood voor de farmabedrijven. Fantastisch! Preventie? Anticiperen op toekomstige pandemieën? Nee, de winstbelangen van de farmaceutische industrie degradeerden deze rationele overwegingen tot nutteloos. In de VS geven farmaceutische bedrijven meer geld uit aan reclame dan aan innovatie en onderzoek. Dat laatste laten ze overweldigend over aan de universiteiten. Een innoverend of eerder een op mens en natuur parasiterend systeem, dit van crisis naar crisis struikelend kapitalisme?

    De hoogmoed, onbekwaamheid en ideologische tunnelvisie, de onwil om terwille van de volksgezondheid bedrijven te dwingen om te produceren wat nodig is, zijn in deze crisis stuitend. Voor veel medisch materiaal hangt de wereld blijkbaar af van enkele producenten, o.a. in China. De zoektocht naar hogere winsten maakte productieketens lang, kwetsbaar en vandaag inefficiënt. Het kapitalistische “just in time”-principe maakt dat er geen voorraden worden geproduceerd, op basis van een redelijke inschatting van wat nodig zou zijn op momenten van crisis. Bedrijven durven het zelfs aan om woekerprijzen te vragen voor potentieel levensreddend medisch materiaal. Kan het nog schandaliger? Philippe De Backer (Open VLD) moest eind maart aankondigen dat de aankoop van 5 miljoen mondmaskers niet doorging omdat de Henegouwse producent plots de prijs omhoog joeg. In de plaats van het bedrijf te nationaliseren onder controle van de werknemers, omwille van de medische urgentie, werd opnieuw kostbare tijd verloren. Na 4000 doden laat De Backer de media nu triomfantelijk optekenen dat de regering eindelijk bedrijven heeft gevonden om mondmaskers te produceren. De efficiëntie van de markt en het neoliberale kapitalisme in doden geteld!

    In de VS liet de regering toe dat een bedrijf dat goedkopere beademingstoestellen produceerde, werd opgekocht door een bedrijf met duurdere toestellen. Waarop deze inhalige kapitalisten de productie van de goedkopere toestellen gewoon stopzetten. Ook daar: de “efficiënte” kapitalistische markt op z’n best!

    Zouden we in België niet veel beter af geweest zijn met één nationale, goed gefinancierde openbare dienst voor de rusthuizen? Met onmiddellijke en duidelijke richtlijnen en op directe vraag geproduceerde beschermingsmiddelen? Zoiets vraagt een graad van planning en snelheid van handelen in de productie die binnen het kapitalisme niet haalbaar zijn. Het vereist een democratisch geplande economie. Zou zo’n systeem ons niet veel beter hebben voorbereid en gediend dan het onbekwame, dodelijke spektakel in België van de afgelopen weken? Het zou een wereld van verschil gemaakt hebben, in vergelijking met het afwachtende, hemeltergende geknoei van minister Wouter Beke en zijn federale collega-knoeiers. Blijkbaar wil Beke dat nu goedmaken met wat boetedoening voor een “parlementaire onderzoekscommissie: het moderne tjevenequivalent van de biecht.

    Zelfs op kapitalistische basis had de schade ernstig beperkt kunnen worden met meer voorbereiding, minder neoliberale blindheid en meer overheidsplanning. Een arm, kapitalistisch land als Vietnam – zeker geen model voor marxisten – toont dat aan. Niet toevallig ligt het in een regio die eerder te maken kreeg met het Sars-virus. Dit vereiste echter een ernstig nemen van de situatie vanaf het begin, het meteen isoleren van besmette personen en het traceren van hun contacten om ze te testen, desnoods zelf als overheid test kits ontwikkelen, prijzencontroles invoeren, ingrijpen met de overheid in de voedselmarkt als een wijk in quarantaine gaat en er hamstergedrag ontstaat, het meteen tijdelijk isoleren van mensen die uit landen met besmettingen komen, etc.

    Veel westerse regeringen, echter, waren zo ideologisch verblind door marktdenken dat ze hun verantwoordelijkheid wekenlang in de diepvries hebben gestoken. Tot op vandaag begaat de regering-Wilmès ideologisch geïnspireerde blunders die mensenlevens kunnen kosten. Zo was er de brandbrief van de klinische laboratoria die bekwaam zijn en klaarstaan om testen op corona uit te voeren, terwijl de regering blijkbaar liever met de private sector in zee gaat! Opnieuw: criminele nalatigheid van een neoliberaal verblinde regering die winst boven mensenlevens plaatst.

    Zie in dit verband ook de hypocrisie rond 85% van de gecontroleerde bedrijven die zich niet aan de regels omtrent sociale afstand en andere veiligheidsvoorschriften houden. Zal de Nationale Veiligheidsraad deze potentiële haarden van infectie even streng veroordelen als andere overtreders? Of zijn er regels voor gewone mensen en andere, bijzondere regels voor bedrijven die winst moeten maken? Het enige antwoord hierop zou moeten zijn dat de vakbonden in de bedrijven, of speciaal opgerichte crisiscomités van de werkenden, een veto moeten kunnen uitspreken over de veiligheid op het werk en de voorwaarden om te werken of terug aan het werk te gaan. Op veel werkplaatsen zal dat moeten samengaan met het voorzien door de bedrijven, op brede schaal, van handgel, maskers, aangepaste werkomstandigheden, etc. Als er terechte bezorgdheden zijn omtrent de veiligheid moeten personeelsvergaderingen democratisch kunnen beslissen om terug aan het werk te gaan of nog niet, met behoud van het volledige loon. De vakbonden moeten eisen dat de regering beslag legt op slapend kapitaal in de belastingparadijzen – aan de gemeenschap ontstolen middelen – om deze vergoeding te garanderen.

    Een ander systeem is nodig

    Na de directe gezondheidscrisis en de lockdown van delen van de economie zullen er meer mensen werkloos zijn en minder koopkracht bezitten. De realiteit is dat het coronavirus een nieuwe diepere crisis van het kapitalisme uitlokte die er al lang zat aan te komen. Onder meer omdat de vruchten van de groei van de laatste 12 jaar overweldigend naar de rijken gingen. De gaten werden gevuld met wederom een gigantische berg schulden. Bedrijven, winkeliers,… zullen opnieuw failliet gaan in deze economie gebaseerd op winst. De bazen zullen proberen loondalingen op te leggen om hun winstgevendheid te behouden. Kapitalistische regeringen zullen ons en niet de belasting ontwijkende Panamafraudeurs met hun honderden miljarden viseren. Dit is onaanvaardbaar. Wij zullen als werkenden niet betalen met langer werken, hogere belastingen, loondalingen, een nieuwe generatie in werkloosheid,…

    1500 euro minimumpensioen, 14 euro per uur minimumloon, massale investeringen in de zorg, democratische publieke eigendom van de farmaceutische sector,… zijn nu meer nodig dan ooit. Het zieke kapitalisme zal daar niet voor zorgen. We hebben democratische controle van de werkende klasse nodig over de sleutelsectoren van de economie en over de verdeling van rijkdom. Een democratische planning gericht op onze behoeften, veiligheid en gezondheid, niet op de winsten van een kleine groep superrijken.

  • Lockdown: ouders jongleren met onmogelijke agenda

    Deze lockdown zorgt voor heel wat stress bij ouders van kleine kinderen die ondertussen reeds wekenlang thuis zitten en daar wellicht nog even blijven. Hoe combineer je telewerk, op de kinderen passen, hen begeleiden bij schoolwerk en het huishouden? Dit komt bovenop eigen isolement in deze lockdown. SARAH WRACK van Socialist Alternative in Engeland, Wales en Schotland schreef een boeiend stuk vanuit haar perspectief als jonge moeder.

     

    In mijn lokale Facebook groep van mensen die elkaar helpen, zijn veruit de meeste vragen gericht op hulp bij winkelen of het ophalen van geneesmiddelen. De solidariteit tussen gewone mensen is inspirerend. Ik denk niet dat er een probleem op de groep passeerde waar geen oplossing voor kwam met hulp door andere groepsleden. Vrijdagavond was er een bericht waarmee veel mensen het moeilijk hadden om een idee te hebben van hoe ze konden helpen.

    Rebecca schreef: “Sorry als dit de verkeerde plaats is om dit te posten, maar ik ben een alleenstaande moeder en ik vind het moeilijk. Het gebrek aan volwassen contact, en ik durf te zeggen ook aan lichamelijk contact (de nood aan een knuffel is zo groot), maakt me een beetje gek. Hoeveel ik ook van mijn dochter hou, ik vind het heel moeilijk om in een flat zonder buitenruimte opgesloten te zitten en niet eens een minuut tijd te hebben om mijn gedachten op een rijtje te zetten. Het maakt me dolgedraaid. Mijn dochter is geen grote slaper, ze slaapt van ongeveer 10 uur ’s avonds tot 8 uur in de ochtend. Ik heb dus altijd gevoel dat ik ‘on duty’ ben. Als iemand advies heeft over een plek waar ik wat kan ventileren of gewoon wat gezond verstand kan opdoen, dan zou ik dat erg op prijs stellen. Dank je wel! Het was erg moeilijk voor me om te zeggen dat ik het zelf moeilijk heb.”

    Rebecca is niet alleen. De schaal van veranderingen in het dagelijks leven van gewone mensen als gevolg van de lockdown is enorm. Voor iedereen kan het verminderde sociaal contact een grote impact hebben op het geestelijk welzijn. Het samenvallen van privé en werk brengt moeilijkheden met zich mee, zeker voor mensen die thuis niet veel ruimte hebben. De sluiting van scholen en kinderopvang is wellicht de grootste schok voor het normaal functioneren van werkenden.

    Gezinnen zitten noodgedwongen samen thuis, zonder iemand anders. Ze doen dit voltijds en gedurende meerdere weken, mogelijk zelfs maanden. Dit veroorzaakt uiteraard stress, vermoeidheid en spanningen in gezinsrelaties. We schreven eerder op deze website over toenemend huiselijk geweld dat een extreem resultaat hiervan is. Maar voor veel meer gezinnen staan relaties, die wel veilig en liefdevol blijven, onder druk omdat mensen moeten jongleren met het onmogelijke. Veel ouders ervaren een enorme mentale en emotionele druk omdat de verwachtingen van wat ze op 24 uur tijd kunnen gedaan krijgen niet overeenkomen met de werkelijkheid.

    Dubbel werk

    Het ligt voor de hand dat het niet mogelijk is om tegelijk voltijds te werken en nog eens voltijds voor jonge kinderen te zorgen. Sommige werkenden worden onder druk gezet om heel veel te presteren, bij anderen is de werkdruk aangepast. Maar toch wordt steeds verwacht om het gebruikelijk aantal werkuren aan de slag te zijn, ook al lopen er kinderen rond in huis. Het is niet ongebruikelijk dat werkenden een laptop van het werk hebben waarbij de werkgever kan nagaan hoeveel tijd er aan het werk wordt besteed.

    Tegelijkertijd staan ouders – of ze nu werken of niet – onder een onrealistische druk om hun kinderen een volledige dag van dynamische, leuke en educatieve activiteiten te bieden. Het werk dat door de scholen wordt verricht, varieert enorm – waarbij veel wordt uitgegaan van toegang tot computers en internet. Ongetwijfeld hebben velen waardering voor sommige voorgestelde activiteiten en begeleiding van wat nuttig en interessant zou zijn voor hun kinderen, maar ouders zijn geen leerkrachten. Ze hoeven ook niet te proberen om een soort zomerkamp aan te bieden. Een blik op de sociale media of eender welk ouderforum zou suggereren dat elke goede ouder een dagelijks uurrooster heeft vol knutselwerken, zelfgemaakte wetenschappelijke experimenten en amateurtoneel. Het mag niet zo zijn dat ouders zich moeten schamen voor het feit dat ze moeite hebben of ervoor kiezen om hun kinderen geen georganiseerde activiteiten te laten doen. Dit is des te meer het geval gezien de angst die veel kinderen vandaag hebben en de mogelijke impact hiervan op hun eigen geestelijk welbevinden en gedrag.

    Grootste last voor vrouwen

    Dit heeft gevolgen voor iedereen, maar toch in het bijzonder voor vrouwen, alleenstaande ouders en gezinnen met een lager inkomen. Meer druk op huishoudelijke taken betekent onvermijdelijk meer druk op vrouwen. Dit komt door de reeds bestaande ongelijkheid voor vrouwen, ook in het gezin, die tijdens een crisis als deze enkel toeneemt. Onderzoek na onderzoek toont aan dat ondanks alle wettelijke rechten en de instroom van vrouwen op de arbeidsmarkt, vrouwen nog steeds het grootste deel van het onbetaalde werk thuis doen. Het gaat om schoonmaken, koken, boodschappen doen, de was doen, … allemaal zaken die niet gemakkelijker zijn onder een lockdown. Het kapitalistisch systeem is gebaseerd op het versterken van de traditionele genderrollen en het idee dat vrouwen ‘natuurlijke’ verzorgers en huisvrouwen zijn. Dit rechtvaardigt ook een lager loon voor de arbeidssectoren die deze rollen vervullen (gedomineerd door vrouwen) en ook het feit dat vrouwen het grootste deel van het onbetaalde werk thuis verrichten.

    Zoals bij zoveel aspecten van deze crisis worden de armsten het hardst getroffen. Velen proberen de regels na te leven in kleine huizen zonder buitenruimte. Meer dan 86.000 dakloze gezinnen, met 127.370 kinderen, wonen in tijdelijke accommodaties zoals B&B’s en hostels, met ouders en kinderen die vaak samen in één kamer wonen. Het aantal alleenstaande moeders (die 90% van de eenoudergezinnen uitmaken) dat in een tijdelijk onderkomen woont, is sinds 2010 met 75% gestegen. De directeur van de liefdadigheidsinstelling Shelter zei begin maart: “We praten met moeders die zich zorgen maken dat er geen ruimte is in hun krappe, vuile kamer om hun baby te leren kruipen.” Deze omstandigheden zijn duidelijk een groot obstakel voor ouders om ‘thuisonderwijs’ te organiseren en hun kinderen bezig te houden.

    Intussen wordt gemeld dat er een grote vraag is naar privéleraren en zelfs naar kindermeisjes die kinderen via het internet begeleiden. Voor degenen met een beetje besteedbaar inkomen zijn veel lessen en evenementen online beschikbaar tegen een vergoeding, wat ongetwijfeld een korte adempauze geeft voor overwerkte ouders. Maar geen van deze dingen zijn een optie voor veel laagbetaalde werknemers, in het bijzonder degenen die loonsverlagingen ondergaan of als gevolg van de crisis zijn ontslagen. En dan hebben we het nog niet eens over het feit dat sommige kinderdagverblijven ouders nog steeds kosten in rekening brengen om de plaats van hun kind te reserveren, ondanks het feit dat ze niet in staat zijn om in de nabije toekomst aanwezig te zijn.

    Vakbondsstrijd

    We moeten realistische verwachtingen van werkende ouders eisen. We vragen dat de vakbond toezicht houdt op de werklast om rekening te houden met de toegenomen druk, met inbegrip van het gebrek aan kinderopvang. Het is niet enkel de vraag of bepaald werk van thuis kan gedaan worden, maar ook of het echt wel nodig is. Wij eisen dat alle niet-essentiële werkplekken (zoals bepaald door de werknemers zelf) worden gesloten om de verspreiding van het virus tegen te gaan, maar niet-essentiële werkzaamheden moeten ook volledig worden stopgezet als de werkenden niet meer in staat zijn om het werk uit te voeren vanwege de lockdown – en tegelijkertijd moet het volledige loon voor iedereen worden gegarandeerd. De vakbonden moeten zich krachtig verzetten tegen pogingen om in de toekomst disciplinaire maatregelen te nemen tegen werknemers die hun werk in deze periode niet hebben kunnen afmaken. Tegelijkertijd moeten zij zich ook organiseren om ervoor te zorgen dat wanneer het veilig en mogelijk is om werkplekken te heropenen, er geen poging wordt gedaan om arbeidsvoorwaarden te veranderen. Er is een gevaar dat de inzet van werkenden in deze uitzonderlijke periode door bazen wordt misbruikt om nadien geld te besparen door bijvoorbeeld grote delen van de werkenden permanent van thuis uit te laten werken.

    Veel ouders zullen de dagen aftellen totdat de dingen weer ‘normaal’ zijn en kinderen weer naar school gaan, of grootouders en vrienden kunnen bezoeken, of gewoon wanneer gezinnen samen een dagje uit kunnen. Maar de lockdown heeft een kwestie op de agenda gezet die doorgaans enkel achter gesloten deuren wordt besproken: het feit dat de zorg voor kinderen moeilijk is en het soms leidt tot isolement. Het opvoeden van de volgende generatie, en niet alleen het geven van formeel onderwijs, zou een collectieve verantwoordelijkheid van de samenleving moeten zijn.

    Wij eisen gratis en publieke kinderopvang die tegemoet komt aan de behoeften en wensen. Dit zou ouders moeten in staat stellen om wat vrije tijd te hebben, niet alleen om het werken te vergemakkelijken. De coronacrisis heeft aangetoond dat werk ook veel flexibeler kan zijn dan de bazen vaak erkennen. Werkende ouders moeten de mogelijkheid hebben om deels thuis te werken in de mate van wat redelijk is en van wat aangepast is voor het gezinsleven. Door een einde te maken aan de armoede zouden financiële problemen, die kunnen leiden tot spanningen binnen het gezin, verlicht worden en zouden alle gezinnen de kans krijgen om samen van dagje uit en activiteiten te genieten. Een programma van massale bouw en renovatie van sociale huisvesting, waarbij ook buitenruimte wordt voorzien in de vorm van persoonlijke of gemeenschappelijke tuinen of speeltuinen, zou voor velen een groot verschil maken voor de kwaliteit van het leven.

    Een socialistisch alternatief

    De levensomstandigheden onder lockdown tonen de problemen als je volledig afhankelijk bent van het kerngezin voor alle materiële en emotionele behoeften. Dit is een extreme situatie, maar de realiteit is dat zelfs onder ‘normale’ omstandigheden het kapitalistische systeem het idee propageert dat de volledige last van alle taken in verband met de opvoeding van kinderen bij individuen, en vooral bij individuele vrouwen, moet liggen. Het systeem leert ons om het essentiële en zware  werk van de zorg voor kinderen en andere kwetsbare groepen in de samenleving te onderschatten.

    Een socialistische wereld, waar de middelen in handen zijn van de overheid en democratisch gepland zijn om aan de behoeften van iedereen te voldoen, zou de basis leggen om alle taken en relaties werkelijk vrijwillig en coöperatief te laten zijn. De coronacrisis benadrukt dat een socialistisch feministisch perspectief essentieel is om duidelijk te maken dat de dagelijkse strijd waar ouders momenteel mee te maken hebben, volledig verbonden is met zowel klassenonderdrukking als met de onderdrukking van vrouwen, en dat alleen een door de arbeidersklasse geleide strijd voor een socialistisch alternatief op het kapitalisme een weg vooruit biedt.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop