Your cart is currently empty!
Tag: coronavirus
-
Sterven om een identiteitscontrole te ontlopen? Samen vechten voor een ander systeem!

Anderlecht. (Foto: wikimedia commons) De feiten die tot de dood van de Brusselse jongere Adil hebben geleid, tonen dat de coronacrisis het geweld van dit systeem tegen armen, jongeren, vrouwen, migranten en alle werkenden verergert. Zij zijn het die op alle niveaus betalen met pijn en rouw voor de onbekwaamheid van de heersende klasse. Allereerst willen we ons oprecht medeleven betuigen aan de familie en vrienden van Adil. We willen ook wijzen op de politieke oorzaken van deze tragedie en waarom deze de nood aan radicale maatschappijveranderingen tonen.
Door Pietro (Brussel)
De feiten
Afgelopen vrijdag 10 april 2020, midden in de lockdown, verloor een 19-jarige jongen het leven na een achtervolging met de politie. Terwijl hij een busje probeerde te passeren, kwam een andere politiewagen in de achtervolging op volle snelheid vanuit de tegenovergestelde richting en werd hij frontaal geraakt. Adil stierf onmiddellijk. De politie beweert dat het de scooter was die op de wagen inreed, maar dit moet nog worden bewezen, aangezien verschillende getuigen het tegenovergestelde verdedigen. Wat was zijn schuld? Zijn kot verlaten in een periode van quarantaine.
De reactie van de bewoners van de wijk Kuregem in Anderlecht liet niet lang op zich wachten. In de nacht van zaterdag op zondag waren er rellen na een spontane solidariteitsbijeenkomst. De politie reageerde meteen repressief. Een honderdtal mensen werd opgepakt na een gespierde interventie van enkele honderden agenten met waterkanonnen, honden, …
De materiële basis van geweld in volkswijken: een klassenanalyse
De dood van Adil is een tragedie die getuigt van de onmenselijkheid van ons model van kapitalistische samenleving en nog meer van het totale onvermogen om deze crisissituatie te beheersen.
Adil was op de vlucht voor een politiecontrole die hem vanwege de noodmaatregelen een boete van 250 euro had kunnen kosten. Als hij vluchtte, was dat om te ontsnappen aan de onevenredige boetes die tot 20% à 40% van zijn maandelijks inkomen kunnen oplopen, maar ook om te ontsnappen aan het optreden van de politie die in deze wijken straffeloos tot ongezien geweld kan overgaan. Naar buiten gaan tijdens de lockdown mag geen reden zijn om te sterven. Dit is onaanvaardbaar en een teken van de repressie die plaatsvindt als onderdeel van de noodmaatregelen tegen de pandemie.
De wijken van Kuregem in Anderlecht bieden, net als andere wijken in Brussel, geen toekomst voor deze jongeren, met werkloosheidscijfers die variëren van 45 tot 50% onder jongeren als gevolg van de desindustrialisering van de stad. Vooral de kinderen en kleinkinderen van arbeidsmigranten – de helft van de Brusselse jeugd – worden door deze situatie getroffen. Jarenlang hebben de gemeentelijke autoriteiten de bevolking verwaarloosd door ze te stigmatiseren. Het neoliberale beleid van besparingen op alle niveaus, van federaal over de regio’s tot aan de gemeenten, vormt de materiële basis voor structureel racisme. Dit heeft een specifieke vorm in de frequentie van controles en discriminatie in volkswijken.
Dit besparingsbeleid ligt aan de basis van sociale afbraak, ongelijkheid in het onderwijs, discriminatie, sociale uitsluiting en marginalisering van bepaalde bevolkingsgroepen, in het bijzonder die van migranten uit de arbeidersklasse.
Hoe kunnen controles van wie er donker uitziet, racistische beledigingen en nodeloos politiegeweld onze veiligheid ten goede komen? Schept dit niet juist een klimaat van onveiligheid en een onmogelijke dialoog met de politie en de autoriteiten?
Het debat in de samenleving en de reactie van de traditionele partijen
Verschillende mensen gaven commentaar en stelden in het publieke debat de volgende vraag: “Als deze jongen niets te vrezen had, waarom probeerde hij dan aan de controle te ontsnappen?” Het antwoord van sommigen was dat hij zeker iets te verbergen had. Weer anderen doen morele oproepen tot verzoening en sociale vrede zonder in te gaan op de ware oorsprong van dit geweld. Brussels staatssecretaris Pascal Smet (SP.A) stelde vragen over de achtervolging: “Als tientallen jongeren de politie aanvallen, is dat omdat er iets ernstigs aan de hand is. Een vertrouwensbreuk. Wantrouwen. Onbegrip. En regelrechte haat. Aan beide kanten. Want dat is de situatie in Kuregem.”
We kunnen de feiten niet anekdotisch analyseren, er is een sociale lezing nodig om de realiteit te kunnen begrijpen. Adil’s reactie is het resultaat van jaren van onderdrukking, racisme en sociale achterstelling die in de volkswijken worden ervaren. Bovendien willen de autoriteiten de verantwoordelijkheid voor besmetting bij het individuele gedrag leggen, alsof een jongere op een scooter een gevaar voor de bevolking vormt, terwijl de minister van Volksgezondheid niet in staat is om de nodige mondmaskers te leveren voor de bescherming van het zorgpersoneel. Alsof het feit dat niet-essentiële ondernemingen nog steeds actief zijn, niet crimineel is, terwijl 85% van de gecontroleerde ondernemingen de regels van social distancing niet respecteren! Zoals altijd zijn het de armere klassen die de prijs betalen.
Minister De Crem stelde nog: “Het is volstrekt onaanvaardbaar. Het zijn onruststokers die een dramatisch incident hebben gebruikt om chaos te creëren. Deze houding heeft niets te maken met rouw of verdriet.” Volgens hem “zijn dit jonge mensen die niet kunnen functioneren volgens onze normen en waarden.” Het is hier zeer duidelijk dat de overheid racisme als wapen gebruikt om binnenstedelijke buurten te stigmatiseren om zo haar verantwoordelijkheid in de aanpak van de crisis te verdoezelen.
Het is duidelijk dat de traditionele politici niet in staat zijn om te begrijpen wat er gebeurt. De slechte aanpak van de gezondheidscrisis, het decennialange gebrek aan publieke investeringen in de zorg en de openbare diensten, het totale gebrek aan bereidheid om een ernstig beleid van tests en van bescherming van de bevolking te organiseren, … Dit alles leidt ertoe dat er geen andere keuze is dan quarantaine en lockdown. Het leidt ook tot repressieve maatregelen tegen wie het moeilijker heeft in deze situatie omwille van de ongelijkheden die in het systeem ingebakken zitten.
Voor de traditionele partijen moeten we hier allemaal samen door. Alsof de lockdown hetzelfde is voor iemand die in een villa van honderden vierkante meters met grote tuin woont en iemand die op 40 vierkante meter opgesloten zit. De enorme sociale ongelijkheid in deze samenleving zet een stempel op de lockdown.
Regering met volmachten: van politiegeweld naar sociaal geweld
Politiegeweld blijft grotendeels onbestraft, zoals bevestigd werd door een veroordeling van België voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Klachten die ingediend worden bij het Comité P (Permanent Comité voor toezicht op de politiediensten) worden vaak zonder vervolg geklasseerd. De VN heeft forse kritiek op dit orgaan waarvan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid in vraag gesteld worden.
Alle uitzonderlijke maatregelen die nu in deze periode van lockdown worden genomen, kunnen nadien gebruikt worden tegen de sociale en syndicale bewegingen en tegen onze democratische rechten.
We moeten de controle op de politie uit de handen halen van politici die enkel repressie kennen. We moeten ingaan tegen politiegeweld, straffeloosheid voor machtsmisbruik door de politie of het inzetten van repressie om collectieve acties te ondermijnen (zoals het verbieden van stakersposten of onnodig aan banden leggen van betogingen en acties). Er is democratische controle op de politie nodig door de gemeenschap en de arbeidersorganisaties, zodat de politie ingezet wordt met het oog op de belangen van de werkenden en jongeren.
We moeten strijden voor een grootschalig plan van publieke investeringen in zorg, onderwijs en sociale huisvesting. Deze investeringen zouden de tekorten wegwerken en tienduizenden degelijke en maatschappelijk nuttige jobs creëren om iedereen een toekomst te geven. We moeten ook strijden voor democratisch, kwaliteitsvol en gratis onderwijs en lonen die mensen in staat stellen fatsoenlijk te leven, de invoering van een minimumloon van 14 euro per uur zou een goede eerste stap in die richting zijn. Maar om aan deze eisen te kunnen voldoen, zullen we botsen op de winstlogica van bedrijven. Het is die logica die mensen zoveel en zo snel mogelijk terug aan de slag wil terwijl de pandemie nog volop woedt. Voor een toekomst die niet gekenmerkt wordt door wanhoop, ellende en onderdrukking, moeten we strijden tegen het kapitalisme en opkomen voor socialistische maatschappijverandering.
-
Gezondheid of winst: De Standaard kiest kant…

Foto: Pixabay In de krant vandaag schrijft Inge Ghijs een editoriaal waarin de platgetreden paden van de neoliberale dogma’s nog eens volledig afgewandeld worden in wat enkel als een niet-essentiële verplaatsing kan omschreven worden. Onder de titel “Aan welke kant staan de vakbonden?” worden alle andere oproepen in de krant tot voorzichtigheid en naleving van de quarantaine overboord gegooid. Het is volgens De Standaard de taak van de vakbonden om de winsten te herstellen door ook in niet-essentiële sectoren zo snel mogelijk normaal te draaien. Als dit een gezondheidsrisico met zich meebrengt, dan is dat maar zo.
Reactie door Geert Cool
De titel van het editoriaal is in vraagvorm, maar voor Inge Ghijs staat het antwoord vast. Als de vakbonden de belangen van de bazen niet verdedigen, dan zijn ze contraproductief en maken ze de crisis van het kapitalisme erger. Om de schijn van inschikkelijkheid hoog te houden, schrijft Ghijs dat er voor de vakbonden die de patronale politiek hard genoeg verdedigen misschien wel wat kruimels van tafel zullen vallen. En dat is toch goed voor iedereen, lijkt ze te denken.
Aanleiding van het editoriaal is de discussie in de chemiesector waar de vakbonden stellen dat enkele chemische bedrijven niet essentieel zijn en uit gezondheidsoverwegingen beter stilgelegd worden. In de bouw verzetten de vakbonden zich tegen een volledige heropstart. Volgens De Standaard is dat onverantwoord: de economie moet heropgestart worden om een verdere verdieping van de economische neergang tegen te gaan. Er wordt aan toegevoegd dat dit in het belang van de werkenden is: zij draaien immers op voor de gevolgen van elke crisis.
Waartoe dienen alle oproepen om in ons kot te blijven als dit volgens De Standaard betekent dat we de achterdeur van ons kot stevig op slot moeten houden, terwijl tienduizenden noodgedwongen elke dag door hun voordeur naar de werkvloer gejaagd worden? Waarom wordt uitgehaald naar mensen die in het weekend naar de parken trekken, als ze de rest van de week wel op hun werkplek verwacht worden? De virologen roepen op dat we moeten volhouden, maar de editorialisten weten het blijkbaar beter. Volhouden, dat geldt enkel voor wat economisch niet nuttig of belangrijk is. Ook werkplekken die niet essentieel zijn om deze gezondheidscrisis door te komen, moeten terug open volgens de krant. Gezondheid is duidelijk ondergeschikt aan de winst.
Een amper meer brutale versie van dit standpunt werd eerder gebracht door de Amerikaan Dick Kovacevich, voormalig CEO van Wells Fargo en nu topman bij Cisco en Cargill: “We zullen de mensen geleidelijk aan terugbrengen en zien wat er gebeurt. Sommigen van hen zullen ziek worden, sommigen zullen zelfs sterven, ik weet het niet… Wil je een economisch risico nemen of een gezondheidsrisico? Je mag kiezen.”
Het neoliberale beleid dat in de krant verdedigd worden, heeft ons in deze crisis al veel doden gekost. De afbouw van de zorgsector omdat dit nodig was voor de economie maakt dat het zorgpersoneel in gevaar werd gebracht en dat de sector in verschillende landen deze crisis niet aankon. Enkel dankzij het harde werk van zorgpersoneel is dit in ons land tot hiertoe vermeden. Aan welke kant zal De Standaard staan als dit personeel nog eens op straat komt om meer middelen te eisen? Het neoliberale beleid dat de winsten voor alles plaatst, heeft de rusthuizen in ons land overgeleverd aan multinationals die staan voor ‘minimale zorg, maximale winst’ (aldus een reportage van Pano hierover in 2017). Pas als het duidelijk was dat een aantal rusthuizen sterfhuizen geworden zijn, kwam minister Beke met een plan dat verre van voldoende is. Aan de op winst georganiseerde organisatie wordt uiteraard ook niet geraakt. Overheidsinitiatief om productielijnen op te eisen om mondmaskers en medische apparatuur te voorzien, werd niet eens overwogen. Vier weken na het begin van de quarantaine zouden we blij moeten zijn omdat minister De Backer enkele bereidwillige ondernemers gevonden heeft die binnen enkele weken mondmaskers kunnen maken. ‘Met alle Chinezen, maar niet met den deze’, luidt een volkse spreuk. De regeringen op alle niveaus in dit land maken er een potje van. Niet omdat ze zelf zo onbekwaam zijn (al speelt dat ongetwijfeld mee), maar vooral omdat ze vastzitten in neoliberale dogma’s. Waartoe ons dit brengt, zien we vandaag: gebrek aan voorbereiding en planning als dit de winsten niet uitkomt, brengt meer doden en meer ellende.
Voor Inge Ghijs van De Standaard moeten de vakbonden een patronale koers ondersteunen, zoals ACV-topman Houthuys het in de jaren 1980 deed met het beleid dat ons meerdere indexsprongen en andere aanvallen op onze levensstandaard bracht. Waarom hebben we vakbonden nodig als hun rol zou beperkt zijn tot het verdedigen van de bazen? Wie verdedigt dan onze belangen, die van de werkenden? In deze crisis is juist aangetoond hoe belangrijk die verdediging van onze belangen is: het waren de werkenden die de eerste beschermingsmaatregelen op de werkvloer afdwongen, het zijn de werkenden die weten welke productie essentieel is en welke niet. Het is historisch op basis van arbeidersstrijd dat bescherming en preventie op het werk een issue werd. Dat is vandaag niet anders. Onze gezondheid verdedigen botst immers nog steeds op het winstbejag van de bazen.
Tot slot merkt Inge Ghijs in De Standaard op dat niemand gebaat is bij een economische depressie: “Het zullen de werknemers zijn die daar de prijs voor betalen.” Zo ging het inderdaad na de vorige crisissen van het kapitalisme: de werkenden werden onder vuur genomen, terwijl aan de andere kant de rijkdom opgestapeld werd tot een ongelijkheid die ook in De Standaard regelmatig aangeklaagd wordt. Waarom zouden de gevolgen van deze crisis afgewenteld worden op de helden van vandaag, het laagbetaalde en overwerkte personeel in de ziekenhuizen of de supermarkten die al jaren voor respect en meer collega’s opkomen? Waarom zouden zij moeten betalen voor de gevolgen van de crisis terwijl elk jaar miljarden naar belastingparadijzen worden versluisd? De 8 rijksten op deze planeet hebben evenveel rijkdom als de armste helft van de bevolking. Maar wie moet volgens De Standaard de prijs betalen voor een crisis waarvan de gevolgen erger werden gemaakt door de hebzucht van een kleine elite? Juist: die armste helft. Wij staan duidelijk niet aan dezelfde kant als De Standaard!
[button link=”https://nl.socialisme.be/maandblad-de-linkse-socialist” type=”big” color=”red”] Een ander soort media is nodig! Steun socialisme.be en het maandblad ‘De Linkse Socialist’. Neem vandaag nog een abonnement op onze krant![/button]
-
Spoor: “Coronacrisis toont belang van vakbondsstrijd”

We spraken met een spoorman over hoe de coronacrisis bij de NMBS werd aangepakt. Er was druk van het personeel nodig om de eerste beschermingsmaatregelen te nemen. Er was weinig verrassend veel vertraging op de bescherming van het personeel. En alle problemen zijn nog niet van de baan…
Hoe werd bij de NMBS gereageerd op de uitbraak van het coronavirus?
“Zoals in veel bedrijven werden we geconfronteerd met een schrijnend gebrek aan voorbereiding, wat leidde tot een enorme vertraging bij het invoeren van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Spoorwegarbeiders ondergaan de gevolgen van een gebrek aan voorbereiding door de regeringen – zoals het tekort aan mondmaskers – de gevolgen van de verwarring in de gezondheidsaanbevelingen en de late aankondiging ervan.
“Hoewel de atmosfeer de laatste dagen gestabiliseerd is, heeft het enkele weken geduurd en was er een enorme druk van onderaf nodig om te zorgen voor werkomstandigheden die een beetje veilig zijn. Ook nu is nog niet alles geregeld, zeker niet. Tegelijk zijn problemen of tegenstrijdigheden die al bestonden versterkt en zijn er andere opgedoken.
“Helaas zijn er gevallen van besmetting met Covid-19 bij het spoorwegpersoneel. Er is veel steun voor deze collega’s. Minstens één van hen is overleden en anderen vechten tegen de ziekte. Het blijft voor ons dan ook prioriteit dat strikte gezondheidsregels worden toegepast.”
De treinen rijden nog steeds. Hoe wordt het werk georganiseerd?
“Het administratief personeel wordt aangemoedigd om te telewerken. Er waren geen andere oplossingen tijdens de crisis, maar dit brengt veel praktische problemen met zich mee. Het is bijvoorbeeld erg moeilijk om je professionele taken te organiseren terwijl je voor je kinderen zorgt. Deze werknemers beschikken niet over alle gebruikelijke apparatuur en infrastructuur om hun werk in goede omstandigheden uit te voeren. Er zijn ook vragen over de manier waarop ze hun werktijd en recuperatiedagen verantwoorden.
“Een groot deel van het personeel – met name het operationeel personeel – blijft op het terrein werken met een aangepaste dienstregeling (STIN-plan). Het gaat om werkplaatsen, seinhuizen, technici, treinpersoneel, een deel van het loketpersoneel, schoonmaakdiensten, etc. De arbeidsomstandigheden zijn aangepast om sociale afstand toe te laten en een betere hygiëne mogelijk te maken. Deze aanpassingen zijn soms in overleg tot stand gekomen, soms op basis van conflicten. De traditionele organisatie van het werk was uiteraard helemaal niet aangepast aan een situatie van epidemische crisis. Maar bepaalde factoren verergerden de spanningen, zoals de wens van de NMBS-directie om zoveel mogelijk personeel op de werkplek te houden, ook al was dit gevaarlijk voor de gezondheid.
“Het personeel en de vakbonden moesten enorme druk uitoefenen om de nodige maatregelen te eisen. Er waren enkele werkonderbrekingen, onder meer in de tractiewerkplaats van Schaarbeek midden maart. Collega’s moesten aan treinen werken zonder enige garantie dat ze schoon waren en zonder beschermende uitrusting. De sfeer werd erg gespannen op deze werkplaatsen, van waar in het verleden wel eens spontane bewegingen begonnen, zoals in 2016. Het management was terecht bang dat er een brede beweging van het spoorpersoneel zou ontstaan. Maar het grootste ongenoegen kwam uiteindelijk tot uiting in individuele methoden. Het aantal zieken explodeerde omdat collega’s weigerden te werken met gevaar voor hun leven of geen andere mogelijkheid zagen voor bijvoorbeeld kinderopvang.
“De kwestie van het personeel in “risicocategorieën” is nog niet opgelost. Er zijn geen algemene maatregelen genomen om het personeel te beschermen dat de meeste kans heeft op complicaties in geval van besmetting. Deze collega’s worden doorverwezen naar de behandelende artsen, maar hun beslissingen zijn niet altijd consistent. De arbeidsgeneeskundige dienst van de NMBS neemt genoegen met het losjes volgen van de aanbevelingen van Sciensano [het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid], die onvolledig zijn. Dit probleem wordt individueel en niet collectief aangepakt, met alle problemen van dien. Sommige collega’s gaan bang naar het werk.”
Niemand had deze crisis kunnen voorzien. Is het dan niet logisch dat het even duurt voor er maatregelen worden genomen?
“Deze coronacrisis toont vooral het belang van vakbondsstrijd. De crisis heeft iedereen verrast qua omvang, maar het gevaar van de verspreiding van de epidemie van Azië naar Europa is in februari al op de agenda gezet door afgevaardigden van de Comités Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) [Noot van de redactie: er zijn 77 CPBW’s binnen de Belgische spoorwegen]. Die afgevaardigden hebben de indruk dat ze niet serieus genoeg zijn genomen. Daarna heeft het werk van veel afgevaardigden op het terrein het mogelijk gemaakt om noodzakelijke aanpassingen te bekomen die de risico’s beperken. Gezondheid en bescherming op het werk zijn onderdeel van de historische strijd van de vakbonden en het staat vandaag opnieuw op het voorplan, wellicht voor lange tijd.”
Hoe hebben de vakbonden precies gereageerd?
“Toen de crisis uitbrak, hebben de drie ‘grote’ vakbonden het voorstel van de directie aanvaard om alle onderhandelingen over crisismaatregelen binnen het ‘sturingscomité’ te houden, een reeds bestaand erg klein paritair orgaan. Dit werd gerechtvaardigd vanuit het belang om de beslissingen erg gecentraliseerd te nemen en door de urgentie ervan. Het kan ook gerechtvaardigd worden door de complexe structuur van het sociaal overleg binnen de Belgische spoorwegen in normale tijden, met bijna honderd officiële paritaire organen. Tot slot werd gezegd dat het moeilijk was om vergaderingen via videoconferentie te organiseren, een argument dat er met de haren werd bij gesleurd.
“Het gevolg was evenwel dat de vakbondsdemocratie de arm werd omgedraaid. In het sturingscomité zitten enkel vakbondsleiders, terwijl de afgevaardigden in de regionale paritaire comités en de CPBW’s tijdens de sociale verkiezingen van december 2019 werden verkozen. Eigenlijk zijn de resultaten van de sociale verkiezingen nu opgeschort. Het feit dat de meeste interne vakbondsvergaderingen afgelast zijn, maakt het alleen nog erger. De organisatie van het vakbondswerk is nu verstoord en afhankelijk van de goede wil van lokale en nationale vakbondsleiders. Vanuit de ‘kleine’ vakbonden werden enkele goede initiatieven genomen, zoals het verzoek om personeel dat hogere risico’s heeft thuis te zetten, maar zonder succes.
“Ondanks al deze moeilijkheden en dankzij intense druk zijn we er toch in geslaagd om overwinningen te behalen bij het afdwingen van beschermingsmaatregelen. Zo werd plexiglas geïnstalleerd bij de loketten (zoals in veel supermarkten), werd ontsmettingsmateriaal verdeeld onder een groot deel van het personeel, werd de schoonmaak van treinen en lokalen ernstiger genomen, kwamen er concessies rond de werkorganisatie, werd de strenge aanpak van zieken opgeschort, … Zonder druk van het personeel en zijn afgevaardigden zouden de meeste van deze maatregelen niet zijn ingevoerd.
“Andere kwesties zijn nog niet opgelost of maar halvelings. Zo heeft de directie in bijna alle diensten een enorme flexibiliteit opgelegd, met het argument dat dit nodig is om de hoge afwezigheidscijfers op te vangen. De directie maakt gebruik van de afgenomen werkdruk in sommige diensten om het personeel verplicht recuperatiedagen te laten opnemen. Er was een grote achterstand op dit vlak door de structurele onderbezetting. Als we met het personeel niet reageren, dan zal de directie deze situatie cynisch benutten. Misschien moeten we collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon eisen, waarbij deze arbeidsduurvermindering door het personeel zelf wordt georganiseerd? De directie aarzelde niet om haar agenda naar voren te brengen, zelfs indien dit levens in gevaar brengt. Dat moet meer collega’s ertoe aanzetten om ook onze agenda te ontwikkelen.”
“Never waste a good crisis,” zoals Churchill zei?
“Dat is inderdaad wat de directie op een aantal vlakken doet. Een aantal uitzonderlijke maatregelen die nu om gezondheidsredenen noodzakelijk zijn, werden in het verleden bestreden door de vakbonden. Telewerk bijvoorbeeld werd nooit positief onthaald. Het openhouden van loketten in kleine stations is een belangrijke vakbondseis. Maar met het risico op besmetting, moeten we ons aanpassen. Het personeel en de vakbondsafgevaardigden eisten nu vaak de sluiting van loketten, met wisselend succes. De NMBS heeft overal berichten laten plaatsen die reizigers aanmoedigen om alleen de automaten of de website te gebruiken. Een daling van het aantal gebruikers van de ‘fysieke’ loketten, kan achteraf door de directie gebruikt worden voor een verdere afbouw van die dienstverlening.
“Dit zijn debatten die de situatie ingewikkelder maken. De directie zal mogelijk proberen om nadien zoveel mogelijk maatregelen inzake flexibiliteit te behouden. Het is dan ook belangrijk om met de collega’s een krachtsverhouding uit te bouwen, om te wegen in de aanpak van de crisis en de nasleep ervan. Dat is des te belangrijker aangezien in september de onderhandelingen over een protocol van sociaal akkoord worden hervat.
“Als we ons bewust zijn van de gevaren, staan we al sterker. Vooral omdat het belang van de openbare diensten in lange tijd niet zo scherp in het voetlicht werd geplaatst. Wat de risico’s ook zijn, aan ons wordt gevraagd om te blijven werken. Veel collega’s gaan ermee akkoord om te werken, zolang ze goed beschermd zijn en zolang het gaat om het garanderen van essentiële trajecten. Daarover is er ook veel discussie. Er is heel wat hypocrisie rond de quarantaine: bedrijven die niet essentieel zijn, blijven toch draaien om de winsten te garanderen. Het kapitalisme richt bovendien veel sociale schade aan die een quarantaine moeilijk maakt. Leg aan een dakloze maar eens uit dat hij in zijn kot moet blijven…”
Wat verwacht je de komende weken?
“We hebben enkele overwinningen geboekt met de vakbonden, maar deze verschillen sterk naargelang de werkplek aangezien ze sterk afhankelijk zijn van plaatselijke krachtsverhoudingen. Misschien was het beter geweest om de strijdbaarheid die op bepaalde werkplekken bestond te gebruiken om toegevingen af te dwingen voor alle collega’s. We zullen geleidelijk aan een balans moeten opmaken waarin al deze ervaringen opgenomen worden zodat we in de toekomst sterker staan.
“We zijn op weg naar een geleidelijke exit uit de quarantaine in ons land. Wellicht zullen op middellange termijn enkele activiteiten geleidelijk hervat worden, terwijl grote bijeenkomsten nog steeds zullen verboden zijn. We hebben een plan nodig om te antwoorden op de vragen die deze nieuwe fase met zich meebrengt. Het gaat om zeer praktische zaken, zoals de kwestie van mondmaskers voor personeel dat in contact komt met gebruikers. Maar ook meer omstreden kwesties: we kunnen niet aanvaarden dat de CPBW’s en de paritaire organen opgeschort blijven.
“We moeten ook werken aan enkele lopende dossiers: een oplossing voor personeel dat een hoger risico loopt, de waakzaamheid voor beschermingsmaatregelen hoog houden, het naleven van de regelgeving rond recuperatiedagen, …
“Deze gebeurtenissen tonen ook het belang van de verdediging van het statuut van het spoorpersoneel. Dit staat was een echte bescherming tijdens deze crisis. We zien dat werknemers in de privé er vaak veel slechter aan toe zijn. De afgelopen jaren is het aandeel van contractuelen bij de spoorwegen aanzienlijk toegenomen, maar we hadden een voldoende krachtsverhouding om hen te beschermen. De verdediging van het statuut, de eis dat contractuelen statutair worden aangeworven, het terug insourcen van uitbestede diensten, … dat zijn allemaal zaken die we op de agenda moeten zetten. Een deel van de schoonmaak van de treinen is al jaren uitbesteed. Dit droeg bij tot de chaos die er eind maart was: een privaat bedrijf liet de NMBS op het slechtst mogelijke moment in de steek.
“Tot slot is er nood aan een echt actieplan tegen de liberalisering van de spoorwegen. Het is ironisch dat politici en bedrijfsleiders die gisteren nog absolute aanhangers van de vrije markt waren, vandaag het belang van de openbare diensten moeten erkennen. We maken ons echter geen illusies over deze mensen: zij verdedigen de liberalisering van de spoorwegen. In Groot-Brittannië heeft de crisis ertoe geleid dat de spoorwegmaatschappijen van het faillissement werden gered door ze in publieke handen te nemen. In België vroeg de regering aan de NMBS om een dienstregeling “van openbaar nut” op te zetten, zelfs indien die financieel verlieslatend is. Dit zou niet mogelijk zijn volgens de winstlogica. We zullen dit niet vergeten eens de crisis voorbij is.
“De gevolgen van het neoliberale beleid zijn rampzalig. Het vernietigt essentiële infrastructuur die echt nodig is voor de bevolking. Dit was nooit zo zichtbaar als vandaag in de zorgsector. De vakbonden zouden een grote gezamenlijke campagne moeten opzetten om de openbare diensten te verdedigen. Wat het spoor betreft, is er behoefte aan toegankelijk, efficiënt openbaar vervoer dat over voldoende middelen beschikt. Er is nog tijd om het liberaliseringsproject te blokkeren!”
-
Video. Amerikaanse socialisten over de strijd tegen Corona en Trump
“Wij zullen niet voor Wall Street sterven.” Onder die titel hield Socialist Alternative afgelopen weekend een online meeting. Onder de sprekers verschillende voortrekkers van strijd op de werkvloer, naast onder meer Kshama Sawant. De video biedt een interessant beeld van de strijd in de VS en de discussies die dit met zich meebrengt.
-
Video. Een nieuwe grote depressie?
Zondagavond was er een bijzonder interessante online meeting van International Socialist Alternative over de ontwikkelende economische depressie. Drie sprekers antwoordden op vragen van leden. Er werd ingegaan op het karakter van de recessie, de oorzaken ervan en de antwoorden van de kapitalisten erop. Doorheen de meeting werd ook een aanzet gegeven voor hoe een socialistisch antwoord op de crisis er uitziet. Hieronder kan je de meeting (her)bekijken.
-
Waarom voorbereiding belangrijk is: het voorbeeld van Vietnam

Foto: Pixabay Met ruim 250 besmettingen en geen enkele dode is de verspreiding van het nieuwe coronavirus atypisch in Vietnam. Dat land staat nochtans niet bekend voor een sterke gezondheidszorg. Toch lijkt het land het opmerkelijk beter te doen dan de meeste andere. Hoe komt dit?
Door Wim (Limburg)
De cijfers rond Covid-19 maken duidelijk dat de VS en Europa de meeste dodelijke slachtoffers hebben. In de VS en Europa lijken de autoriteiten niet te weten waarmee ze bezig zijn. Dit had kunnen voorkomen worden indien er vroeger maatregelen waren genomen. Als onze autoriteiten deze zaak serieus hadden genomen van bij het begin, in plaats van het te minimaliseren en eigenlijk geen enkele maatregel te nemen, dan had veel schade kunnen vermeden worden. De afwachtende houding bracht veel doden voort, zoveel is zeker.
Ondanks alle beperkingen van het regime in Vietnam, werd daar wel meteen gereageerd. Nog voor de eerste besmetting waren er maatregelen. Eind januari kreeg het virus voet aan grond in Vietnam. Ondertussen zijn er ruim 250 besmettingen op een bevolking van 96 miljoen. Opmerkelijk: er is geen enkele dode te betreuren. Dat is opmerkelijk in een ontwikkelingsland dat 40 jaar geleden platgebombardeerd werd en de afgelopen jaren onvoldoende geïnvesteerd heeft in zorg.
Toen de eerste berichten over Covid-19 in China begin januari opdoken, berichtte de Vietnamese media daar meteen over. Er werden direct maatregelen ingevoerd zoals oproepen om handen te wassen, social distancing na te leven en er werd sterk aangeraden om mondmaskers te dragen in openbare plaatsen. Vanaf dag één werd Covid-19 als een serieuze bedreiging gezien, wat de bevolking motiveerde om het ook als dusdanig te bekijken en de maatregelen zoals mondmaskers, handen wassen, afstand houden effectief toe te passen.
Waarom werd hier niet naar dit voorbeeld gekeken? Alles werd afzonderlijk beslist. Nu zal een team van dokters en economen beslissen over ons lot inzake corona. Dit betekent dat ze over leven of dood beslissen. Tot hiertoe kan enkel vastgesteld worden dat de autoriteiten geen goed werk leverden in vergelijking met wat landen als Vietnam deden. Een arrogante opstelling kan nog meer levens kosten. Aanvankelijk werd het gevaar onderschat. Covid-19 was gewoon een griepje. Mensen konden gewoon reizen. Mensen van wie vermoed werd dat ze besmet waren, gingen niet in quarantaine.
Ook nu nog worden mondmaskers nog als nutteloos voorgesteld en vergroot de druk om de maatregelen te versoepelen. Waarom zegt men niet gewoon eerlijk dat er niet genoeg mondmaskers zijn en dat voorrang wordt gegeven aan zorgkundigen, in plaats van het voor te stellen als nutteloos? Er zijn gewoon niet genoeg mondmaskers en er kwam geen eigen productie ervan op gang. Hierdoor werd zelfs voor een essentiële voorraad mondmaskers met dubieuze partners in China samengewerkt. Het resultaat is rampzalig: de 3 miljoen mondmaskers die zo noodzakelijk waren, blijken niet aan de voorwaarden te voldoen!
Waarom was de voorbereiding in Vietnam beter? Het land heeft natuurlijk al meer ervaringen met pandemieën. In 2003 was Vietnam het eerste land dat het SARS-virus doeltreffend wist te bestrijden. Op 28 april 2003 was Vietnam SARS-vrij, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie. Hierna werd een actiever beleid van strijd tegen virussen gevoerd.
Nog voor de eerste besmetting met Covid-19 werden er maatregelen genomen en informatie verspreid. In januari was er een eerste besmetting: iemand die uit Wuhan was gereisd. Al snel waren er vier besmettingen en twee weken later waren het er 16. Iedereen die uit landen reisde waar het virus werd vastgesteld, werd getest. Ook mensen die contact hadden met wie besmet was, werd direct naar ziekenhuizen gebracht om getest te worden. Tot hiertoe zijn er in Vietnam al meer tests gedaan dan in België, ondanks een groot verschil in aantal besmettingen. Enkele weken later waren er in ons land honderden mensen die gingen skiën in onder meer Italië of Oostenrijk en bij hun terugkeer geen enkele test ondergingen.
Van bij het eerste nieuws over het nieuwe coronavirus gaf de Vietnamese overheid opdracht aan wetenschappers om zo snel mogelijk een goedkope testkit te ontwikkelen. Na een maand was er een testkit die aan de voorwaarden van de WHO voldeed en na 18 minuten reeds resultaat geeft. Er worden nu 10.000 testkits per dag geproduceerd, waarvan een deel gratis ter beschikking wordt gesteld aan arme landen in nood. In Vietnam is er ook eigen productie van mondmaskers. Er werd opgetreden toen het bedrijf dat de meeste mondmaskers produceerde woekerprijzen vroeg: de kostprijs om een masker te maken was 0,20 dollar maar er werd 5 dollar gevraagd. De overheid reageerde met een bevriezing van de prijzen naar de prijs voor de coronacrisis. Om tekorten aan medische voorraden te vermijden, werd een nationaal overzicht gemaakt van alle voorraden. Dit werd gekoppeld aan een bevriezing van de prijzen.
Eind februari leek het virus in Vietnam volledig ingedijkt. Er kwam toch een nieuwe besmettingshaard. Een rijke Vietnamese zakenvrouw die uit Europa terugkeerde zorgde voor een nieuwe verspreiding. Ze wist door de controles te glippen en lapte de aanbevelingen aan haar laars. Het virus ontwikkelde en ze moest in het ziekenhuis opgenomen worden. Daar kreeg ze de naam ‘patiënt 17’. Na onderzoek bleek ze op het vliegtuig een tiental mensen besmet te hebben, naast haar privéchauffeur en zorgpersoneel. Als ze de waarheid had verteld aan de luchthavenpolitie en meteen in quarantaine was gegaan, zoals aanbevolen werd, was er geen nieuwe uitbraak geweest.
Bij elke potentiële besmetting wordt meteen tot quarantaine overgegaan en tot testen. Zelfs bij een negatief resultaat volgt twee weken quarantaine waarbij twee keer per dag de lichaamstemperatuur wordt gemeten door een dokter. Met uitzondering van enkele toeristen, reageert iedereen die deze werkwijze ondergaat positief. In quarantaine is er niet alleen medische opvolging, maar wordt ervoor gezorgd dat patiënten zich ook kunnen ontspannen en zich comfortabel voelen. Ondanks de beperkte middelen, is de behandeling en opname gratis.
Toen twee grote wijken van Hanoi in volledige lockdown werden geplaatst, dreigde er gevaar van hamsteren in de winkels. De overheid besliste om de winkels te sluiten en gratis voedsel te laten bedelen door het leger. Dat nam het risico op besmetting in drukke winkels weg. Het stelde andere mensen gerust: ook bij een lockdown komt de voedselvoorziening niet in gevaar. Voorbereiding en planning tonen ook hier hun nut.
Het is frappant dat een arm en achtergesteld land als Vietnam blijkbaar beter in staat is om met een pandemie om te gaan dan rijke westerse landen. Bescherming is mogelijk mits voorbereiding en planning. Als dit in Vietnam gebeurt, is dat niet zozeer uit menslievendheid of omdat er een socialer beleid zou gevoerd worden. Het is op basis van ervaringen met eerdere pandemieën en het besef dat de economische kost van een gebrek aan voorbereiding veel groter is.
Ondertussen is wel het belang van die voorbereiding en planning aangetoond. We mogen het initiatief daarvoor niet overlaten aan diegenen die vandaag falen in de aanpak van de Covid-19-crisis in ons land: de werkenden en hun gezinnen moeten dit zelf in handen nemen!
-
Covid-19 en een nieuwe crisis voor de Europese Unie

De Covid-19-crisis heeft alle tegenstrijdigheden in het hart van het kapitalistische systeem blootgelegd. Naast een menselijke tragedie die zich ontvouwt, hebben we te maken met een economische crisis die volgens veel commentatoren dieper zal zijn dan de Grote Recessie van 2008. Deze crisis zal grote gevolgen hebben voor de Europese Unie, die door de vorige crisis al is ondermijnd. Een illustratie van de ernst hiervan was de zeldzame interventie van Jacques Delors – de voormalige voorzitter van de Europese Commissie die toezicht hield op de invoering van de interne markt – die waarschuwde voor “een dodelijk gevaar voor de Europese Unie.”
Artikel door Kevin Henry, Socialist Party (Ierland)
Deel van het probleem
Het vermogen van de gezondheidsdiensten in de hele wereld om deze pandemie aan te pakken is ondermijnd door jarenlange besparingen en decennia van neoliberaal beleid. De nationale regeringen – en in sommige gevallen de regionale overheden, zoals de regering van Stormont in Noord-Ierland – waren de sleutel tot de uitvoering van dit beleid. De EU is echter ook een belangrijke en drijvende kracht geweest achter de privatiseringen en besparingen.
Dit is gebeurd door middel van neoliberale regels, zoals die van het Stabiliteits- en groeipact, dat de lidstaten verplicht hun begrotingstekort onder de 3% van het BBP te houden. In het geval van de landen van de eurozone kunnen regeringen worden beboet als ze zich niet aan de limiet houden. Deze regels zijn opgesteld in het belang van de Europese financiële markten en bankiers om ervoor te zorgen dat hun schulden worden betaald ten koste van de openbare diensten. Uit een rapport dat vorige maand verscheen, bleek dat de Europese Commissie (een van de niet-gekozen instanties die de EU domineert) 63 individuele eisen stelde aan lidstaten om tussen 2011 en 2018 te besparen op zorg en/of om de gezondheidszorg te privatiseren.
Deze eisen hadden vooral betrekking op “perifere” landen die in de jaren 2010 zwaar werden getroffen door de EU-schuldencrisis, namelijk Griekenland, Spanje, Italië, Ierland en Portugal. Onze gezondheidsdiensten werden in het hakblok gezet, zodat de Europese private banken en obligatiehouders konden worden gered. Jarenlang hebben politici van het establishment herhaald dat ze vanwege de Europese regels niet konden investeren in openbare diensten en geen overheidsinterventies in de economie mochten doen. Nu is de EU gedwongen om deze regels op te schorten als gevolg van deze crisis. Het lijkt echter allemaal te weinig en te laat.
“Europese solidariteit bestaat niet”
Een illustratie van de omvang van de crisis in de EU vinden we in de opmerkingen van de Servische president Aleksandar Vu?i?, die er eerder op aandrong dat Servië lid zou worden van de EU. Hij merkte op dat “Europese solidariteit niet bestaat. Dat was een sprookje op papier.” Zijn oplossing was om “een brief te sturen naar de enigen die kunnen helpen, en dat is China.”
In werkelijkheid reageerde Vu?i? op de ervaring in Italië. Ondanks het feit dat de Italiaanse regering in februari het EU-mechanisme voor civiele bescherming activeerde met de vraag om medische apparatuur te leveren, kwam er wekenlang geen hulp. Op 10 maart schreef de Italiaanse EU-ambassadeur dat “geen enkel EU-land reageerde op de oproep van de Commissie.” Pas op 15 maart heeft de EU-commissaris voor Industrie laten weten dat er beademingsmachines en medische benodigdheden uit Frankrijk en Duitsland onderweg waren. Ondertussen leverde China snel medische benodigdheden in de hele wereld, ook aan Ierland. China oefent “soft power” uit om zijn positie op het wereldtoneel te versterken.
Verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, hebben in het begin van de crisis zelfs beperkingen opgelegd aan de export van medische benodigdheden en hebben deze beperkingen alleen onder druk opgeheven. Een ongelooflijk voorbeeld van de aanpak van ‘iedere natie voor zich’ werd gezien toen medische voorraden uit China bestemd voor Italië onderweg in beslag werden genomen door de Tsjechische overheid.
Vier vrijheden
Dit is een opschorting van één van de ‘vier vrijheden’ van de Europese Unie: het vrij verkeer van goederen. Maar het is niet de enige vrijheid die opgeschort is. Het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Schengen-ruimte is ook opgeschort, net op het ogenblik dat Schengen zijn 25e verjaardag zou vieren.
Het is veelzeggend dat deze opschorting geen deel uitmaakte van een gecoördineerde aanpak van de EU. Toen zij op 17 maart een opschorting van het Schengenakkoord voor 30 dagen aankondigde, was dit al een voldongen feit, aangezien de meeste lidstaten op dat moment al beperkingen van het vrije verkeer hadden aangekondigd of zich daarop voorbereidden.
Coronabonds
De belangrijkste beslissingen van de Europese instellingen is het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) om een stimuleringsprogramma van 750 miljard euro te lanceren. Dit is voor een groot deel te wijten aan de bezorgdheid over de ontwikkeling van een nieuwe schuldencrisis. De rente op Italiaanse obligaties begon in maart te stijgen, waardoor het voor Italië duurder werd om geld te lenen en de vrees ontstond dat het land zijn bestaande schuld, momenteel 2 biljoen euro, niet zou kunnen afbetalen. Het was ook een besef dat de eerdere voorspelling van een korte, scherpe “V-vormige” recessie niet met de realiteit overeenstemt.
De Europese regeringen willen dat er verdere maatregelen worden genomen. Negen van hen schreven aan de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, voorafgaand aan een digitale EU-top over de crisis. Ze riepen op tot “een gemeenschappelijk schuldinstrument dat door een Europese instelling wordt uitgegeven om op dezelfde basis en ten voordele van alle lidstaten middelen op de markt aan te trekken.” In werkelijkheid is dit voorstel voor een ‘Coronabond’ een herformulering van de ‘Eurobond’ – het idee dat de EU collectief obligaties uitgeeft, waardoor economisch zwakkere lidstaten gemakkelijker toegang krijgen tot krediet tegen lagere rentevoeten, omdat de aflossing door het hele blok wordt gegarandeerd. Dit is een voorstel waartegen verschillende lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland, zich tijdens de crisis in de eurozone in het begin van het afgelopen decennium consequent hebben verzet. Zij hebben er nog steeds grote bedenkingen bij, ondanks de diepte van de economische crisis die zich in Europa ontwikkelt.
De voorkeur van de Duitse premier, Angela Merkel, is dat deze regeringen via het Europees Stabiliteitsmechanisme toegang proberen te krijgen tot contant geld. Dergelijke “steun” zou waarschijnlijk gepaard gaan met voorwaarden zoals een verdere verlaging van de sociale uitgaven, wat in deze crisis uiterst onpopulair zou zijn. Een meer botte aanpak werd voorgesteld door de Nederlandse minister van Financiën, Wopke Hoekstra, wiens regering aanvankelijk een eigen variant van ‘groepsimmuniteit’ voorstelde. Hij stelde dat de EU “onderzoek moet doen naar landen als Spanje die zeggen dat ze geen begrotingsmarge hebben om de gevolgen van de crisis die door het nieuwe coronavirus wordt veroorzaakt, aan te pakken, ondanks het feit dat de eurozone gedurende zeven opeenvolgende jaren is gegroeid.” Dit idee werd door de Portugese premier António Costa ondiplomatisch als “weerzinwekkend” bestempeld.
Deze verdeeldheid heeft sleutelfiguren in de EU verlamd en het dwingt hen tot bochten. Dit bleek duidelijk uit het commentaar van het nieuwe hoofd van de ECB, Christine Lagarde, die verklaarde dat het niet de taak van de ECB was om “de spread” op de markten voor staatsobligaties te sluiten. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von der Leyen, stelde dat het idee van Coronabonds “eigenlijk slechts een slogan” was. Nu hebben ze allebei bochten gemaakt, waarbij ze stellen dat alle opties op tafel liggen. Dit weerspiegelde het feit dat Charles Michel, het nieuwe hoofd van de Europese Raad, op de Europese Top een compromis moest sluiten dat de kwestie van de Coronabonds in feite wat voor zich uit schuift.
EU en de natiestaat
Wat in deze crisis, net als tijdens de crisis in de eurozone, wordt aangetoond, is dat “de middelpuntvliedende krachten van Europa krachtiger worden in de pandemie”, zoals een redactioneel artikel in de pro-EU Guardian het op 2 april verwoordde. Dit is vooral te zien in het debacle met betrekking tot de Coronabonds, waar de belangen van de perifere landen, de zwakkere en kleinere kapitalistische economieën van de EU, op gespannen voet staan met de “kernlanden”, in het bijzonder Duitsland en Nederland. Deze crisis vormt opnieuw een reële existentiële bedreiging voor de euro en zelfs voor de EU zelf op middellange tot lange termijn.
In wezen is gebleken dat de EU, ondanks de lange weg die afgelegd is naar ‘Europese integratie’, de beperkingen van de natiestaten niet heeft overwonnen. Dit is een beperking die inherent is aan het kapitalisme. Elke kapitalistische staat strijdt om de belangen van de eigen grote ondernemingen te verdedigen. De EU is geen eenheidsentiteit met één kapitalistische klasse, maar eerder het samenkomen van nationale kapitalistische klassen uit het hele continent. Het is in de eerste plaats een gemeenschappelijke markt, waarbinnen een muntunie functioneert, waarin staten met elkaar samenwerken in concurrentie met andere handelsblokken. Deze crisis legt echter de realiteit bloot dat ze niet bereid zijn elkaars lasten te dragen.
Het holle karakter van de “solidariteit” van de EU in deze crisis kan ook de weerstand tegen de EU doen toenemen – zoals blijkt uit het feit dat Italiaanse burgemeesters (vaak van rechtse partijen) de EU-vlag hebben afgenomen. Dit in een land waar zelfs vóór Covid-19 (volgens een opiniepeiling van het Europees Parlement eind 2019) slechts 37% van de burgers EU-lidmaatschap als iets positief zag.
Een socialistisch Europa is mogelijk
Socialisten hebben de verantwoordelijkheid om zich consequent tegen de Europese Unie te verzetten, dit Europa van het kapitaal is immers niets anders dan een bazenclub. Het is opmerkelijk dat sommige linkse krachten die in het recente Brexit-debat voor de EU hebben gepleit, gedwongen zijn de realiteit te erkennen. Zo zei Yanis Varoufakis, voormalig Grieks minister van Financiën en prominent campagnevoerder voor de hervorming van de Europese Unie, naar aanleiding van de Coronavirus-crisis: “Ik denk niet dat de EU iets anders kan dan kwaad doen.” Hij voegde eraan toe dat de mensen in Groot-Brittannië gelijk hadden om voor een exit uit de EU te stemmen.
Tegelijkertijd moeten we duidelijk zijn dat het alternatief voor de EU niet een terugval in bekrompen nationalisme is, zoals rechtse tegenstanders van de EU denken. In plaats daarvan hebben we behoefte aan echte solidariteit en echt internationalisme. In de loop van deze crisis hebben mensen uit de arbeidersklasse beide elementen laten zien, inclusief het toepassen van vergelijkbare strijdmethoden zoals het sluiten van niet-essentiële werkplekken en het eisen van voldoende gezondheids- en beschermingsmaatregelen. Een gemeenschappelijke strijd in heel Europa tegen het kapitalisme kan de basis leggen voor een heel ander Europa – een socialistisch Europa, gebaseerd op de echte solidariteit van de arbeidersklasse.
-
India. “Social distancing is een voorrecht”
Op 25 maart 2020 riep de Indische premier Narendra Modi op tot een 21-daagse lockdown, waardoor de natie van 1,3 miljard mensen ongeveer vier uur de tijd had om zich voor te bereiden. Het maakte dat het land in de rij stond om boodschappen te doen voor drie weken. Essentiële diensten zouden wel open blijven en mensen zouden het huis uit mogen om naar supermarkten en apotheken te gaan, maar de lokale politie-autoriteiten maakten ook dat voor veel mensen bijna onmogelijk.
Door Ana Mitra, Socialist Party (Ierland)
Politiegeweld
In de daaropvolgende dagen verschenen verschillende video’s van politiegeweld, waarbij agenten mensen met stokken in elkaar sloegen om de lockdown af te dwingen. Een 32-jarige man die in West-Bengalen melk ging kopen en een ambulancechauffeur in Pune die ervan verdacht werd illegaal passagiers te vervoeren, werden naar verluidt doodgeslagen.
Groenteverkopers op straat en mensen die voedsel leverden werden in verschillende steden met politiegeweld geconfronteerd, ondanks het feit dat ze als essentiële diensten werden beschouwd. De lockdown resulteerde in een grote repressie van de arbeidersklasse door de staat.
Massa-exodus
Modi’s lockdown liet miljoenen migranten in het ongewisse. In het kielzog van de lockdown werden tienduizenden dagloners zonder werk en zonder loon achtergelaten, waardoor ze gedwongen werden de steden te verlaten. Aangezien de langeafstandstreinen voor de lockdown werden geannuleerd en ook andere vervoerswijzen tot stilstand kwamen, is het reizen voor deze arbeiders een groot probleem.
Velen gingen dan maar te voet, soms honderden kilometers ver. Ze staken grenzen over om terug te keren naar hun dorpen waar ze geen stedelijke huurprijzen moeten betalen en waar het eten aanzienlijk goedkoper is. Er werden controversiële maatregelen genomen in Uttar Pradesh, waar migranten die naar huis terugkeerden eerst onder een douche met bleekmiddel moesten. Het bleekmiddel was niet schadelijk voor het lichaam, maar chemische reinigingsmiddelen over het algemeen zijn schadelijk voor de huid. Bovendien zou dit niet helpen als de arbeiders al besmet waren met het virus.
Steunmaatregelen
Op 26 maart werd ongeveer 23 miljard dollar uitgetrokken om de economisch zwakkeren te ondersteunen (minder dan 1% van het BBP van India), maar het bereikte niet degenen die het meest in nood waren.
Op 29 maart riep de centrale regering op om de staatsgrenzen af te sluiten om de migratie en de verspreiding van het virus te beteugelen en drong ze er bij de staten op aan om de migranten te voorzien van voedsel en onderdak. Social distancing werd herhaaldelijk benadrukt door de premier, maar voor deze migrantenarbeiders en een zesde van de Indische bevolking die in armoede leeft, is social distancing een voorrecht dat ze zich niet kunnen veroorloven.
Op 31 maart werd een advies gepubliceerd over het stoppen van de verspreiding van het virus naar plattelandsgebieden als gevolg van de verplaatsing van migranten. De migranten worden door het ministerie aangeraden om in de stad van hun werk te blijven en ze kregen te horen dat ze niet zouden geëvacueerd worden. De migranten die op weg naar huis waren, kregen het advies om te blijven waar ze gestrand waren. Daar werden quarantaine centra opgezet waar verdere gezondheidsmaatregelen zouden worden genomen.
Geen rust voor de kapitalist
Te midden van de chaos werd op 28 maart de meest omstreden maatregel genomen. Er werd een fonds voor “Burgerhulp en Steun in Noodsituaties” van de eerste premier ingevoerd, waarin het grote publiek om donaties werd gevraagd om deze pandemie te bestrijden, ook al bestaat er al sinds 1948 een Nationaal Hulpkader van de Eerste Minister.
Dit fonds heeft een kapitalistische agenda, met belastingverlagingen voor de donateurs, en er wordt geen duidelijkheid gegeven over de manier waarop de fondsen zullen worden gebruikt. Verder zullen donaties van bedrijven ook worden beschouwd als uitgaven voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er is een verplichting voor alle Indische bedrijven die aan bepaalde economische voorwaarden voldoen om 2% van hun gemiddelde nettowinst opzij te zetten voor maatschappelijk verantwoorde uitgaven. Alle maatregelen die binnen bedrijven worden genomen tegen COVID-19, zoals beschermende kleding of preventieve zorg, worden eveneens beschouwd als activiteiten van ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Oliemaatschappijen, multinationals en rijken waren bijzonder snel bij om geld te doneren.
Een socialistisch alternatief
Het regime van Modi verdedigt de belangen van een superrijke minderheid. De lockdown was slecht gepland en uitgevoerd: de informele sectoren en de armsten werden niet in de plannen meegenomen, wat resulteerde in een mogelijk snellere verspreiding van het virus. Het kapitalisme kan geen crises beheersen die de hele samenleving treffen. Dat komt omdat het kapitalisme zich enkel om een kleine elite aan de top bekommert.
De individuele inspanningen van de arbeidersklasse en de werkenden in de frontlinie hebben een sleutelrol gespeeld in de bestrijding van deze pandemie, en niet de grote bedrijven wier belangen door de Indische regering zo sterk worden verdedigd. Door de rampzalige onderfinanciering van de gezondheidszorg hebben mensen die betaalbare beademingsapparaten maken, levens gered, in tegenstelling tot de dure apparatuur van de grote farmabedrijven waar mensen met hun leven voor betalen.
De arbeidersklasse moet zich organiseren om het systeem omver te werpen dat hen uitbuit en opoffert voor persoonlijk gewin. We hebben een systeem nodig waarin de private sector in democratisch openbaar bezit en controle wordt genomen, en waarin middelen worden gebruikt volgens de behoefte en niet volgens de hebzucht. We hebben een systeem nodig waarin mensen voorrang krijgen, niet de winst. We hebben een socialistisch alternatief nodig.
-
Lockdown in Wuhan opgeheven na 76 dagen. Een kijk vanuit China

Protesten in provincie Hubei tonen donkere realiteit van de strijd tegen de pandemie
Op 8 april eindigde de 76 dagen durende lockdown van de metropool Wuhan (11 miljoen inwoners). Soortgelijke COVID-19 lockdowns in de rest van de provincie Hubei, waar Wuhan de provinciehoofdstad is, eindigden twee weken eerder. Op het hoogtepunt van de uitbraak van het coronavirus in China zaten 760 miljoen mensen – ongeveer de helft van de bevolking – onder een of andere vorm van lockdown.
Verslag door Zhou Yi en Chinaworker.info
De Chinese staatsmedia en propagandamachines hebben de heldenmoed van het volk van Wuhan en vooral het medisch personeel in de frontlinie geprezen. Ze deden dit vooral voor nationalistische doeleinden, om een “verenigde” inspanning van “het hele Chinese volk” tegen het virus te propageren.
Deze propaganda is bedoeld om het gezag van de dictatuur van Xi Jinping en het CCP-regime te versterken en de aandacht af te leiden van de vele misstappen en blunders in januari, waarbij verslagen van artsen werden genegeerd en actief werden onderdrukt en alle discussies over de nieuwe “SARS-achtige” ziekte in Wuhan werden gecensureerd. De officiële doofpotaffaire omvatte het toestaan van een banket dat werd bijgewoond door 40.000 families, met een nationalistisch pro-CCP thema, in het district Baibuting van Wuhan op 18 januari. Dit was slechts twee dagen voordat Beijing een nationale noodtoestand afkondigde en vijf dagen voordat de lockdown werd opgelegd aan de provincie Hubei. Het district Baibuting zou later bekend staan voor zijn “koortsgebouwen”, met een van de hoogste besmettingspercentages van de stad.
Het ware verhaal van Wuhan en Hubei komt niet tot uiting in de triomfantelijke propaganda van de CCP. Het is een verhaal van immens menselijk lijden, acute tekorten aan essentiële medische voorraden, gemanipuleerde statistieken die de werkelijke omvang van de infecties en sterfgevallen onderschatten, en woekerwinsten op voedsel en medische voorraden door particuliere bedrijven en de lokale agentschappen van de CCP-staat. Officieel zijn er in Wuhan 2.535 mensen gestorven aan COVID-19, maar onafhankelijke experts in Hongkong en in het buitenland zijn van mening dat het werkelijke cijfer tien keer zo hoog kan zijn.
“Het trauma dat de mensen in Wuhan hebben opgelopen is enorm, dat is zeker. Veel mensen die een medische behandeling zochten, ervaarden de ellende van het schreeuwen om hulp zonder deze te krijgen. Dat heeft velen wanhopig gemaakt. Degenen die stierven zijn weg, maar hun geliefden zijn nog steeds in de buurt, en ze hebben allemaal momenten van grote wanhoop meegemaakt,” schrijft Fang Fang, een bekende blogger die 76 dagen lang in Wuhan vast zat.
De officiële versie van de lockdown als een brutaal efficiënte operatie is ook vals. Alleen het reizen in en uit de stad werd beïnvloed door het eerste decreet op 23 januari. Er was enorme verwarring en een gebrek aan duidelijke informatie. De regering van Wuhan legde geen beperkingen op aan mensen die zich binnen de stad verplaatsten, inclusief verdachte patiënten, totdat op 2 februari meer gecentraliseerde quarantaineregels werden aangekondigd. Deze werden op 8 februari verder aangescherpt. De methoden die werden toegepast tijdens de daaropvolgende extreem strenge lockdown waren soms brutaal. Poorten en deuren van woongebouwen werden gebarricadeerd en in sommige gevallen zelfs aan elkaar gelast. Over sommige wegen werden loopgraven gegraven om ze onbegaanbaar te maken.
Caixin, een financiële website die meer ruimte krijgt van de CCP-censuur omdat ze niet door de massa’s wordt gelezen, beschreef de lockdown in Wuhan als “brutale natuurlijke selectie”. Caixin’s verslaggevers in Wuhan interviewden personeel in ziekenhuizen, wiens taak het was om te screenen en een onderscheid te maken tussen patiënten die in het ziekenhuis moesten worden opgenomen of naar huis werden gestuurd. Tijdens een interview op 27 januari in een ziekenhuis in het district Baofeng stelden de verslaggevers vast dat “er voor de 60 personeelsleden slechts één beschermend pak was en een beperkte voorraad van eenmalig te gebruiken mondmaskers. Dokter Yang Qinghong zei dat hij die dag 100 patiënten interviewde, waaronder meer dan 30 met koorts en twee met ernstige symptomen.”
Meer dan 3.000 zorgwerkers besmet
Duizenden medische professionals werden vanuit de rest van China gemobiliseerd naar Wuhan. Ook deze heldhaftige bijdrage is door de staatspropagandamachine tot het uiterste uitgemolken om de “voordelen” van een autoritair regime op te hemelen. Onder deze vrijwilligers waren er twee verpleegsters uit de provincie Guangdong die op 24 februari een oproep publiceerden in het Britse tijdschrift Lancet.
“De omstandigheden en de omgeving hier in Wuhan zijn moeilijker en extremer dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen,” schreven ze. Onder druk van de regering hebben de auteurs hun brief enkele dagen later ingetrokken.
De omstandigheden die beschreven zijn in de ziekenhuizen van Wuhan en Hubei, van acute tekorten, lange uren en uitputting, en in Wuhan alleen al meer dan 3.000 gezondheidswerkers die besmet zijn met COVID-19, kregen navolging in Italië, Spanje, Groot-Brittannië en de VS. Daar was er nochtans al veel langer een waarschuwing. Het versterkt het misdadige karakter van het gebrek aan voorbereiding. Het Chinese regime liet de censuur op volle toeren draaien om alle tekortkomingen onder de mat te vegen en de “overwinning” op de pandemie als internationaal model voor te stellen.
Artsen, waaronder Li Wenliang die op 7 februari stierf aan COVID-19, probeerden eind december 2019 aan de alarmbel te trekken, maar werden gearresteerd en tot zwijgen gebracht. Dokter Ai Fen, hoofd van de spoeddienst in het Centraal Ziekenhuis van Wuhan, is sinds 1 april vermist. Er wordt verondersteld dat hij ‘verdwenen’ is door de staatsveiligheid na een interview met Australische media. Ai was een van de eerste klokkenluiders die in december haar collega’s probeerde te waarschuwen voor het nieuwe coronavirus. Als deze waarschuwingen waren opgevolgd, hadden Wuhan, China en de hele wereld de catastrofale verspreiding van de pandemie vandaag sterker kunnen voorkomen.
“Fake! Nep! Het is allemaal nep!”
De afgelopen weken werden de omstandigheden tijdens de lockdown steeds ondraaglijker en zijn er verschillende protesten uitgebroken. Zoals Zhou Yi meldt:
In maart vonden verschillende protesten plaats in de provincie Hubei, het epicentrum van de COVID-19 pandemie, wat erop wijst dat er een enorme kloof bestaat tussen de realiteit en de “positieve energie”-propaganda van de Communistische Partij van China (CCP). De woede is met name gericht tegen woekerhandel door ambtenaren en lokale bedrijven die de ramp hebben uitgebuit. In omstandigheden van lockdown, waar het normale winkelen is opgeschort omdat de bewoners niet meer naar buiten mogen, is de voedseldistributie gecentraliseerd in handen van lokale buurtcomités, die de beheerscomités zijn van de woningcomplexen die bestaan uit vertegenwoordigers van het vastgoedbedrijf en de CCP.
Toen Sun Chunlan, de Chinese vicepremier, op 5 maart een bezoek bracht aan Kaiyuan Mansion in Wuhan, schreeuwden de bewoners die meer dan veertig dagen in hun huizen waren geïsoleerd: “Fake, nep! Het is allemaal nep!” De bewoners schreeuwden omdat het beeld van “voldoende aanbod en stabiele prijzen” dat op televisie te zien was, niet met de realiteit overeenstemde.
In werkelijkheid was de prijs van vlees dat door de woongemeenschap werd aangekocht 100 yuan per kilo, of vijf keer zoveel als op televisie werd gezegd. Andere buurtcomités bleken voedsel vervoerd te hebben in vuilniswagens, ambulances of andere voertuigen. Ondanks de beweringen dat alle voertuigen werden gedesinfecteerd, werd dit online in vraag gesteld.

Op 10 maart bracht Xi Jinping voor het eerst sinds de lockdown van 23 januari een bezoek aan Wuhan. Er was massale kritiek op het regime en zelfs op Xi persoonlijk, vanwege het wanbeheer van de crisis, vooral in de beginfase. Xi’s bezoek had twee doelen: de hele wereld, maar vooral de Chinese bevolking, laten zien dat de CCP het virus in zijn epicentrum had “verslagen”, maar ook om Xi’s slecht gedeukte imago op te krikken.
De massale persoonlijkheidscultus rond Xi portretteert hem als de “Volksleider”, een titel die voorheen alleen door Mao Zedong werd gevoerd. In Wuhan ontweek Xi over het algemeen ontmoetingen met het volk. Bij een bezoek aan een wooncomplex werd de bewoners verteld dat ze binnenshuis moesten blijven – uit angst dat er protesten zouden zijn zoals bij het bezoek van Sun Chunlan. De meeste andere evenementen tijdens Xi’s bezoek werden uitgevoerd door middel van videoconferentie, bijvoorbeeld met groepen eerstelijns gezondheidswerkers in het Huoshenshan Ziekenhuis. “Uiteindelijk ging hij naar Wuhan om videogesprekken te voeren,” was een opmerking op sociale media (een opmerking die overigens bijzonder snel verwijderd werd).
Speculatie op voedsel
Op 12 maart nam iemand met de familienaam Cheng uit Xiaogan, op 100 kilometer van Wuhan, contact op met een leverancier van verse groenten die lagere prijzen aanbood. Hij werd aan de politie doorgegeven door de lokale supermarkt en het beheer van zijn flatgebouw. De politie pakte Cheng op, wat de woede van de bewoners aanwakkerde. Ze kwamen met meer dan 100 mensen samen op het basketveld om te protesteren. Ze omsingelden politieauto’s en eisten zijn vrijlating. Ze eisten het ontslag van Lyu Deshan, de secretaris van het CCP-comité in de gemeenschap, en ook van de directeur van het comité van het flatgebouw. Beiden wonen overigens niet ter plaatse.
De officiële reactie op dit incident door de autoriteiten van Xiaogan minimaliseerde de kwestie van de dure groenten en vermeldde niet of Cheng effectief werd vrijgelaten of niet. Volgens de online commentaren was het voedsel tijdens de lockdown altijd bijzonder duur en van slechte kwaliteit. De lokale ambtenaren konden meer dan 1000 yuan per dag per persoon verdienen op basis van hun monopolie. De arrestatie van een ‘oproerkraaier’ was bedoeld als dreigement om de lucratieve zaken van de supermarkt en de lokale ambtenaren niet in gevaar te brengen.
Tijdens de periode van lockdown, van 23 januari tot 8 april, schoten de voedselprijzen omhoog en kon de kwaliteit niet worden gegarandeerd, wat aantoonde dat de lokale instanties van het CCP-regime door het monopoliseren van de bevoorrading en het verhogen van de prijzen van dagelijkse benodigdheden, de ramp uitbuitten en de winst voor ambtenaren en zakenmensen boven de behoeften van het volk plaatsten. Een echte socialistische samenleving zou dit nooit toestaan, omdat de arbeidersklasse de controle zou hebben, via democratische comités in elke woonwijk, op elke school en op elke werkplek, in plaats van de huidige heerschappij door een partijmachine die ongekozen bureaucraten en kapitalistische profiteurs bedient.
“Nul nieuwe gevallen”
Naar aanleiding van officiële gegevens over “nul nieuwe gevallen” in de provincie Hubei, werd de lockdown in steden in Hubei (met uitzondering van Wuhan) op 25 maart opgeheven. De inwoners van Hubei met een groene QR-code (groene code betekent gezond) werden echter nog steeds geconfronteerd met belemmeringen voor hun toegang tot andere provincies. Op 27 maart heeft de verkeerspolitie van Jiujiang een blokkade opgeworpen op de brug tussen de provincie Hubei en de provincie Jiangxi om de oversteek van voertuigen vanuit Hubei te stoppen.
Aanvankelijk was er een confrontatie tussen de politie van Jiujiang en die van Huangmei (een provincie in Huanggang, Hubei). Aan de kant van Jiangxi werd de oproerpolitie als back-up ingezet. Omdat er voortdurend mensen uit Hubei aankwamen, escaleerde de confrontatie. Kwaad over de discriminatie gingen de mensen uit Hubei de confrontatie met de politie van Jiangxi aan bij de Yangtze-brug. Enkele voertuigen van de politie werden omver gegooid, de blokkade werd doorbroken, en de mensen trokken naar het politiebureau van de brug om verontschuldigingen te eisen. De video van het incident werd snel gewist op sociale media.
Om een bonus van 100.000 yuan per persoon te krijgen en te reageren op de oproep van de centrale overheid om het werk en de productie te hervatten, hebben ambtenaren in elke provincie de omvang van de pandemie verborgen gehouden. Lokale autoriteiten die de werkelijke situatie kennen, zijn bang dat er een massale uitbraak zal plaatsvinden die uiteindelijk onmogelijk onder de mat kan geveegd worden.
Discriminatie van de bevolking uit Hubei
Het maakt dat autoriteiten van andere delen van China nog steeds “voorzorgsmaatregelen” nemen tegen inwoners van Hubei, ook al zijn de maatregelen daar afgebouwd. We zien dit ook door de aanscherping van de controles in Peking en het verbod voor mensen op zakenreis of familiebezoek in Hubei om terug te keren naar Peking.
Dit soort ‘regionalisme’ gaat in tegen de propaganda van de centrale regering en de staatsmedia over een verenigde ‘volksoorlog’ tegen de pandemie. Steeds meer mensen zijn dan ook sceptisch over de officiële berichtgeving.
De eisen van prijscontrole op dagelijkse benodigdheden en van transparantie van informatie, zullen onvermijdelijk botsen met het Chinese staatskapitalistische systeem waar de macht steeds meer gecentraliseerd wordt in handen van één persoon. Werkenden in heel China moeten het ‘regionalisme’ overwinnen door gemeenschappelijke organisaties op te zetten, in het bijzonder onafhankelijke en volledig democratische vakbonden. Dat is noodzakelijk om de dictatuur van de CCP omver te werpen en in de plaats daarvan te bouwen aan een democratisch socialistische samenleving waarin de productiemiddelen in publieke handen zijn en de economie onder democratische controle van de werkenden worden geplaatst.

