Category: Op de werkvloer

  • Het stopt niet bij de pensioenen, nu ook de lonen. Winsthonger van de patroons is niet te stillen…

    Patronaat en regering: twee handen op één buik

    De stemming van het Generatiepact was nog niet koud, of de Nationale Bank pakte uit met de nood aan een nieuw pact. Dit keer zijn het niet de pensioenen die onder vuur liggen, maar onze lonen. De loonkosten per uur zouden volgens de Nationale Bank dit en volgend jaar (2006-07) stijgen met 5,1%. Het VBO spreekt over een loonhandicap met onze buurlanden die zou oplopen tot 10%.

    Els Deschoemacker

    Dit wordt tegengesproken door de vakbonden. “Deze handicap van 10% bestaat niet”, zegt ACV-voorzitter Cortebeeck. Cijfers van het Deutsche Institut Wirtschaft stellen dat de loonkost per uur in de industrie in België lager ligt dan in Duitsland. Bovendien, stelt opnieuw het ACV, moeten we nog zien hoe het zal uitdraaien met deze loonvoorspellingen tegen eind dit jaar.

    Waarom is er vandaag zoveel aandacht voor de lonen? De stijgende energieprijzen spelen een rol, maar ook de zware loonmatiging die o.a. de Duitse arbeiders hebben moeten slikken. Het ACV stelt terecht dat als we in deze logica meestappen, we in een neerwaartse spiraal terechtkomen, waar enkel de arbeiders het slachtoffer van zijn. De afgelopen 10 jaar daalde onze koopkracht reeds met meer dan 2%.

    Gaat het dan zo slecht met de bedrijfswinsten? Het VBO en andere werkgeversorganisaties schreeuwen moord en brand. De concurrentiepositie van onze bedrijven zou erop achteruitgaan door de hoge lonen van onze arbeiders.

    In 2005 maakten de banken dubbel zo veel winst als in 1999! De winst van Belgische niet-financiële ondernemingen in 2004 kwam uit op 26 miljard euro. “In de afgelopen 20 jaar is het niet meer voorgekomen dat 2 jaar na elkaar een dergelijke groei van de nettobedrijfswinst werd opgetekend”, stelt de Nationale Bank.

    De propagandamachine van de patroons en de regering heeft slechts één doel: de publieke opinie voorbereiden op een nieuwe aanval op de levensstandaard, gelijklopend met wat in de rest van de Europese Unie en erbuiten gebeurt, om zo de winsten verder te laten stijgen.

    Arbeiders moeten eengemaakte vuist maken!

    Tegenover de propaganda van het patronaat moeten we onze argumenten op tafel leggen. Als gevolg van het neoliberalisme leeft 15% van de Belgen in armoede. De stemming tegen de loonnorm eind 2004 en de algemene stakingsbeweging tegen het Generatiepact tonen het verzet. Het leidde tot een Generatiepact “light”, waaruit een aantal breekpunten werden gelicht om de strijdbeweging stil te leggen. Maar de strijd is niet verloren, noch gewonnen.

    Het hernieuwde offensief van het patronaat tegen de lonen toont dit des te meer aan. De regering schrikt voorlopig terug, uit angst voor een nieuwe confrontatie. Mogelijk zal de loonmatiging worden uitgesteld tot na de gemeenteraadsverkiezingen, maar we zullen er sowieso vroeg of laat mee worden geconfronteerd.

    Het zal erop aankomen het gevecht voor te bereiden door in de vakbonden en op de werkvloer de argumenten van het patronaat te bespreken en te weerleggen. We zullen op het politieke vlak een partij moeten opzetten waarmee de belangen van de arbeidersklasse kunnen worden verdedigd.

  • Actieve afbraak van de welvaartstaat

    De leugens van de “actieve welvaartstaat”

    De welvaartstaat staat onder toenemende druk om zich aan te passen aan de eisen van de markt. Eén van de gevolgen van het neoliberaal offensief van de laatste decennia is de daling van de inkomsten van de sociale zekerheid door een verschuiving van de lasten van de patroons naar de werkenden. Het kapitaal gaat op zoek naar meer winst en dat zet regeringen onder druk om tegemoet te komen aan de eisen van de patroons. De meeste regeringen werken kritiekloos mee aan dit proces. Daar waar men vroeger kon rekenen op de overheid om zich te beschermen tegen sociale risico’s, zoals werkloosheid en ziekte, staat men er nu steeds meer alleen voor.

    Karel Mortier

    Activering?

    Het begrip ‘activering‘ is zowat een stopwoord geworden voor politici, van alle politieke strekkingen, en journalisten. Het zou dé oplossing zijn voor de werkloosheid en de financiering van de sociale zekerheid. Het is echter niet altijd duidelijk wat de doelstellingen van dit beleid zijn, laat staan wat de onderliggende ideologische visie is op de welvaartstaat. Dat zowel Denemarken en de Verenigde Staten, met een compleet andere visie op de welvaartsstaat, ‘activering’ centraal stellen in hun beleid, maakt het er niet makkelijker op. In essentie komt het er echter op neer dat men stelt dat betaalde arbeid de beste vorm van sociale zekerheid is en dat uitkeringen een deel van het probleem zijn, omdat ze “een negatief effect hebben”.

    Individuele verantwoordelijkheid?

    Werkloosheid en armoede worden steeds meer gezien als individuele problemen. Het is taboe geworden om de structurele problemen in de maatschappij aan te halen. Mensen moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen en niet altijd rekenen op de staat als ze een probleem hebben. Deze trend is afkomstig uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waar men er in veel gevallen nog eens een moreel element aan koppelde. Alleenstaande moeders zijn slechte moeders en moeten maar een man zoeken in de plaats van aan te kloppen bij de overheid. Als mensen dan toch beroep doen op de staat, dan moet daar iets tegenover staan.

    Met de enorme werkloosheid die er vandaag heerst, is het hypocriet om werklozen daar individueel verantwoordelijk voor te stellen. Het zijn niet de werklozen die verantwoordelijk zijn voor het systeem dat er niet in slaagt om iedereen werk te bezorgen.

    De uitkeringen zouden teveel geld kosten. Dat geld wil men liever in de zakken van de patroons zien verdwijnen. Bovendien stelt men dat uitkeringen het probleem niet oplossen en economisch inefficiënt zijn. Liberalen (ook de sociaal-democratische liberalen) stellen dat hoge uitkeringen werklozen ontmoedigen om te werken. Resultaat: een steeds grotere kloof tussen de hoogte van de uitkeringen en het minimumloon.

    In ons land valt dit minder op omdat de uitkeringen geleidelijk worden aangepakt, onder meer door ze niet te indexeren. Intussen stellen we vast dat dit niet leidt tot een daling van de werkloosheid. Hetzelfde zien we overigens met de daling van de brutolonen van een groot aantal werkenden, zoals jongeren, langdurig werklozen en ouderen. De regeringen blijven cadeaus uitdelen aan het patronaat, maar er komen amper nieuwe jobs bij.

    Extra cadeaus voor patronaat

    In januari besliste de Vlaamse regering dat patroons tot 1.000 euro per maand kunnen krijgen als ze een 50-plusser in dienst nemen. Dit komt nog eens bovenop de honderden miljoenen euro patronale cadeaus in het Generatiepact.

    Er wordt ook 8 miljoen uitgetrokken voor wat men loopbaanbegeleiding van werklozen noemt. Het is nog niet duidelijk welk deel daarvan in de zakken zal verdwijnen van de aandeelhouders van de bedrijven die zich op deze nieuwe “markt” hebben gestort. Recent werd bekendgemaakt dat 2 Nederlandse bedrijven, met een niet onbesproken reputatie, 4 miljoen hebben gekregen (2.450 euro per werkloze) om werklozen aan een baan te helpen. Wellicht zullen andere ondernemingen in de toekomst volgen. De markt is immers groot genoeg…

    Werkenden moeten vandaag steeds meer bijkomende inspanningen doen om in aanmerking te komen voor (dalende) uitkeringen. Nochtans hebben ze in het verleden zelf bijdragen betaald voor die sociale zekerheid. Tegelijk krijgt het patronaat zonder enige voorwaarden extra cadeaus.

    In een actieve welvaartstaat zijn de patroons blijbaar nog de enigen die kunnen rekenen op “onvoorwaardelijke solidariteit”, weliswaar in één richting. De hunne. Het is dan ook vreemd dat vakbonden zich achter deze plannen van de Vlaamse regering kunnen scharen.

    We moeten ophouden met de werkloosheid te verdelen in de plaats van het werk. De enigen die bij dit beleid iets te winnen hebben, zijn de patroons die hun winsten vergroten op de kap van de sociale zekerheid, zonder dat daar verplichtingen tegenover staan om banen te scheppen.

    De vakbonden moeten dringend werk maken van een alternatief in de plaats van zich te beperken tot het afbotten van de scherpe kantjes van het huidige neoliberaal beleid. Je wint geen oorlog door steeds terug te trekken.

  • Gent: 2.500 betogers tegen "jacht op delegees"

    Gisteravond betoogden zo’n 2.500 vakbondsmilitanten tegen de "jacht op delegees" die werd geopend bij Stora Enso in Gent. Daar werden twee delegees buiten gezet omwille van hun syndicale werking. Het ABVV riep op tot een betoging en werd daarbij gesteund door de liberale bond ACLVB. Het ACV riep niet op, maar enkele militanten waren wel aanwezig. Intern werden 1.000 betogers verwacht, maar de uiteindelijke opkomst lag veel hoger.

    Agressief patronaat

    Eind december werden bij de papierfabriek Stora Enso in Langerbrugge (Gent) twee delegees afgedankt. Tegelijk werd de toegang tot het bedrijf ontzegd aan twee delegees bij een externe kuisfirma. Stora Enso dreigde ermee het contract met de kuisfirma op te zeggen. De verantwoordelijke ABVV-secretaris mag het bedrijf eveneens niet meer betreden om in contact te treden met de ABVV-leden.

    Dit arrogante patronale optreden komt er onder meer na een staking eind vorig jaar waarbij uiterst repressief werd opgetreden door het patronaat. Zelfs een tentje aan het stakingspikket moest weg na een gerechtelijke tussenkomst met dwangsommen. Er werd geëist dat er aan de piketten geen werknemers van andere bedrijven zouden staan. Het patronaat meende zich dus ook al te moeten moeien met het stakingspiket zelf!

    Na deze staking werd al snel overgegaan tot het ontslag van twee ABVV-delegees. Die kregen vlak voor nieuwjaar een ontslagbrief. Blijkbaar is de directie van Stora Enso vastberaden om de vakbond op het bedrijf kapot te maken.

    Betoging tegen de jacht op de delegees

    Het ABVV reageerde met een betoging tegen de jacht op de delegees. Intern werd gesteld dat er zo’n 1.000 aanwezigen werden verwacht. Het waren er veel meer. Zelfs de politie had het over meer dan 2.000 betogers en wellicht waren het er zo’n 2.500. De enorme solidariteit was een belangrijk signaal om aan te geven dat het moet gedaan zijn met de aanvallen op delegees.

    Uit heel het land kwamen er militanten meebetogen. Uiteraard was vooral het ABVV bijzonder sterk vertegenwoordigd, maar ook de liberale vakbond ACLVB had een opmerkelijke delegatie. Opvallend afwezig: een sterke ACV-delegatie. Het ACV riep jammer genoeg niet mee op voor de betoging en liet verstek gaan de op de betoging. Enkele ACV-militanten stapten wel mee op, waaronder ook de afgedankte ACV-delegee Maria Vindevoghel. De aanval op de twee ABVV-delegees belangt alle vakbondsmilitanten aan, los van de kleur van hun vakbond. De afwezigheid van het ACV was dan ook een enorme blunder.

    Voor de betoging waren er verschillende toespraken, onder meer van de ontslagen delegees zelf. Die hadden het over de moeilijkheden die ze ondervonden met hun vakbondswerking bij Stora Enso. Daarnaast werd er ook gesproken door verschillende vakbondssecretarissen. Na de betoging werd vanop het podium ook gesproken door een vertegenwoordiger van de ACLVB.

    Gefluit en boegeroep tegenover SP.a

    In de toespraken van Alain Clauwaert en Mil Kooyman werd gewezen op de aanwezigheid van politici van de SP.a, waaronder Johan Vande Lanotte. Dat leidde telkens tot boegeroep door het publiek. Vanop het podium werd het voorgesteld alsof de SP.a aan onze kant zou staan en de arbeiders zou verdedigen. Na de beweging tegen het Generatiepact, wordt dat echter niet meer geslikt door veel vakbondsmilitanten. De SP.a stond mee vooraan in het doorvoeren van een aanval op de brugpensioenen. En dan zou diezelfde partij nu plots wel aan onze kant staan?

    Er was wel een goede verwelkoming voor voormalig SP-parlementair Jef Sleeckx. Die stelde in een persbericht overigens dat het noodzakelijk is om te bouwen aan een "politieke vertegenwoordiging van het volk, los van de traditionele partijen".

    Hoe verder?

    De vakbondsstrijd moet versterkt worden door een politiek verlengstuk. Zoniet kan de regering ons steeds opnieuw asociale maatregelen opleggen en zal de vakbondsdruk om de bescherming van delegees te verbeteren op het politieke terrein steeds in dovemansoren blijven vallen.

    De betoging toonde aan dat de beweging tegen het Generatiepact gevolgen heeft. De betoging was groter dan verwacht en de leiding kan niet zomaar de band met de SP.a blijven opleggen. De kwestie van een nieuwe arbeiderspartij blijft zich stellen. Een 30-tal LSP-militanten waren op de betoging aanwezig en voerden campagne rond de noodzaak van een dergelijke nieuwe arbeiderspartij.

  • Splitsing metaalcentrale ABVV: protest vanuit Limburg

    De dreigende opsplitsing van ABVV-Metaal is niet in het belang van de militanten en leden. Verdeeld staan we immers veel zwakker dan verenigd. Tegenover de splitsing in een Franstalige en een Nederlandstalige centrale, wordt nu ook geprotesteerd door het uitvoerend bestuur van de Algemene Centrale Limburg. In een opmerkelijke motie waarschuwt de AC voor verdeeldheid en tegen de feitelijke splitsing. "Onze macht schuilt in onze eenheid en in ons aantal", stelt de AC terecht! Hieronder vind je de motie van de AC Limburg.

    Motie van de Algemene Centrale Limburg

    MOTIE OMTRENT DREIGENDE SPLITSING METAALCENTRALE

    Het uitvoerend bestuur van de Algemene Centrale Limburg is tegen de splitsing van de metaalcentrale CMB.

    De Algemene Centrale van Limburg heeft zich altijd ingezet voor één ABVV en was mede initiatiefnemer van de succesvolle petitie ABVV1FGTB. Met belangstelling volgden wij de afgelopen maanden de evolutie binnen de Metaalcentrale van het ABVV. Nu het duidelijk is dat er tot een splitsing wordt overgegaan, neemt men een beslissing die verregaande gevolgen kan hebben voor het ABVV en de Belgische werknemers. Volgens de statuten van het ABVV kan een splitsing niet: er is maar één federale centrale per bedrijfssector. Deze structuur is niet alleen nodig, hij is ook belangrijk om de eenheid tussen de Belgische werknemers te behouden. Onze macht schuilt in onze eenheid en in ons aantal. Ook al zegt de CMB te zorgen voor een statutaire oplossing voor hun splitsing, het blijft een "feitelijke splitsing".

    Natuurlijk zijn er in België verschillende regionale realiteiten op economisch vlak. Die zijn er op Vlaams en Waals regionaal niveau ook. Als er verschillen zijn tussen CMB-Vlaanderen en CMB-Wallonië op politiek en filosofisch vlak, dan kunnen dit enkel verschillen zijn binnen het kader van de doelstellingen van het ABVV. Deze verschillen mogen enkel tot een verrijkende discussie leiden maar nooit tot een splitsing. Wij pleiten niet voor eenheidsworst.

    Op verschillende situaties moet men verschillend kunnen reageren. Deze moeilijke oefening doorstaat het ABVV overigens al meer dan 100 jaar. Iedereen die de splitsing goedkeurt moet beseffen dat zij het einde kan inluiden van de broodnodige eenheid van het ABVV, van de Belgische sociale zekerheid, van het gunstige statuut van de Belgische werknemers. Wie de splitsing goedkeurt neemt dus een loodzware verantwoordelijkheid op zich. Of men nu vóór of tegen een persoon is, is in deze van ondergeschikt belang.

    Wij moeten ons Europees en mondiaal verenigen willen wij de strijd tegen de gevolgen van de globalisering in de economie aankunnen. In België treft het generatiepact álle werknemers. Wij roepen de instanties van de CMB, de delegees, militanten en secretarissen op om naar een oplossing te zoeken die niet tot een splitsing leidt. Wij roepen het ABVV op om actief te bemiddelen zodat onze eenheid voor de toekomst gewaarborgd blijft.

    Namens het Secretariaat en het Uitvoerend Bestuur van AC Limburg,

    Rob URBAIN, provinciaal secretaris

    Bart HENCKAERTS, secretaris

    Jan STAAL, secretaris

    Gaby JAENEN, secretaris

    Bart STALMANS, secretaris

  • ACV-delegee Vindevoghel werd onterecht ontslagen

    De arbeidsrechtbank in Brussel bevestigde dat ACV-delegee Maria Vindevoghel destijds onterecht werd ontslagen door het bedrijf Flightcare. Vindevoghel werd ontslagen wegens haar uitoefening van een syndicaal mandaat. Als delegee bezocht ze de werkvloer ook buiten de werkuren (wat noodzakelijk was, aangezien er tijdens de werkuren geen ruimte was voor syndicale activiteiten) en dat werd aangegrepen om haar te ontslaan.

    Nu wordt dus bevestigd dat Vindevoghel onterecht werd ontslagen. Alleszins oordeelde de rechtbank dat de procedure niet correct werd gevolgd door Flightcare. Bij het ontslag van een delegee om dringende redenen, moet er immers ook een speciale procedure worden gevolgd. Dat gebeurde niet door Flightcare. Nu werd geoordeeld dat Flightcare discriminerend optrad tegenover Vindevoghel.

    Aangezien nu blijkt dat het ontslag van de ACV-delegee ten onrechte was, zou het logisch zijn dat Vindevoghel terug aan de slag kan bij Flightcare. Dat is evenwel erg onwaarschijnlijk aangezien dat bedrijf het niet heeft begrepen op de vakbonden. Wellicht zal Flightcare Vindevoghel niet reïntegreren in het bedrijf, maar zal het een opzeggingsvergoeding betalen.

    Dit wijst op een pijnpunt in het Belgische arbeidsrecht. Delegees kunnen zomaar worden ontslaan en indien er tegen wordt gereageerd, betaalt het bedrijf gewoon. Lastige delegees kunnen op deze manier gemakkelijk aan de deur worden gezet.

    De zaak van ACV-delegee Vindevoghel is dan ook geen alleenstaand geval. Deze avond nog zal in Gent worden betoogd tegen de jacht op delegees (19u, Vrijdagmarkt) naar aanleiding van het ontslag van twee delegees bij Stora Enso in Langerbrugge. De twee delegees werden aan de deur gezet in het kader van het anti-vakbondsbeleid van het bedrijf.

    Tegenover die patronale agressie is een sterke reactie van de arbeidersbeweging noodzakelijk. De bescherming van delegees belangt ons immers allemaal aan!

  • Open brief van Jef Sleeckx: Steun de dokwerkers!

    Hieronder publiceren we de open brief van Jef Sleeckx, voormalig SP parlementslid, waarin hij oproept voor solidariteit met de opgesloten dokwerkers in Frankrijk. Daarin verbindt hij het verzet tegen de Europese Grondwet (en het ondemocratische project van de EU op zich) met de strijd van de dokwerkers. Die verzetten zich ook reeds jarenlang tegen een poging tot liberalisering die vanuit Europa wordt opgelegd.

    Breek de EURO-stilte !

    Steun onze dokwerkers!

    Waarde vriend(in), waarde kameraad,

    Eerstdaags stemt het Vlaams Parlement als laatste in België de EU- Grondwet. Achter een muur van stilte. Zonder Uw zeg. “70% van de bevolking is voor de EU-grondwet”, zegt Verhofstadt. Een referendum durft hij niet aan. Ondertussen reist hij Europa rond om de EU uit het slop te praten. Daar wil hij België promoten als beste leerling in de Europese klas.

    Maar de referenda in Nederland en Frankrijk bewijzen dat de meerderheid van de bevolking de rug keert naar deze EU. Omdat dit Europa concurrentie, werkloosheid en sociale onzekerheid oplegt.

    Kijk naar de dokwerkers. Tot tweemaal toe staakten die een EU-richtlijn over de liberalisering van havenarbeid weg. Zefhandeling (matrozen lossen zelf schepen,met alle gevaren van dien) is goed voor reders en havenconcerns, maar ondermijnt de werkzekerheid en het inkomen van de dokwerkers.

    Tot tweemaal toe verplichtten de dokwerkers het Europees Parlement de richtlijn van de EU-comissie weg te stemmen. Maar dat Parlement kan zelf geen wetten maken. De voorstellen van de dokwerkers en hun vakbonden kunnen niet als wet ter stemming gelegd worden. Alleen de EU- commissie heeft wetgevend initiatief. En die zal nieuwe havenrichtlijnen blijven maken om de dokwerkers te verdelen en de liberalisering op te leggen.

    Zo zijn de dokwerkers het symbool van moed. Van inzicht in het Europa zoals het echt is. Maar ook van de schijndemocratie van de EU-instellingen. Wanneer de EU-grondwet toch doorgang vindt zullen de dokwerkers elk jaar opnieuw hun recht moeten gaan opeisen in Straatsburg of Brussel.Zonder dat hun verkozenen hun rechten als wet kunnen voorstellen. Deze grendel op de democratie willen Verhofstadt, alle regeringen en alle partijen die zich op de democratie beroepen met deze EU-grondwet gesloten houden. Vandaar de stilte. Vandaar de haast om een Grondwet die dood verklaard is, door het parlement te jagen. Zonder referendum.

    20.000 mensen, Vlamingen, Walen, Brusselaars, jong en oud, vrouwen en mannen ondertekenden een verzoekschrift van Georges Debunne, Lode Van Outrive en mijzelf om te worden gehoord in het Vlaams Parlement. Wij drieën konden onze zeg hebben als burgers in het Vlaams Parlement. Alle partijen hebben beleefd geluisterd. Maar de wil om jullie te betrekken in het debat over de EU-grondwet was niet aanwezig.

    Vandaag ben ik bezig om mij met Georges Debunne en Lode Van Outrive te beraden over de lessen die daaruit moeten getrokken worden. En over de politieke initiatieven die moeten genomen worden. Toen de vakbonden staakten tegen het generatiepact werden wij immers druk bevraagd om de rug te keren naar de regering en de traditionele partijen.

    Daarom wens ik beroep te doen op Uw steun:

    Op een druk bijgewoonde vergadering van vakbonders, actieve basismensen van diverse invalshoeken en gezindten in Gent op 1 februari is mij steun beloofd. Men wil daar actie voeren wanneer de EU-Grondwet gestemd wordt. Ik roep iedereen op dit voorbeeld te volgen en mij te kontakteren met het oog op gelijkaardige initiatieven in andere provincies In samenspraak met de dokwerkers en hun organisatie zal ik op 14 februari een bezoek brengen aan onze vrienden die in de gevangenis zitten na de betoging in Straatsbrug. Deze kameraden moeten vrij komen. Zij verdienen onze steun en ik roep op hen financieel te steunen op vakbondsrekening 132-5049503-15. Verspreid deze brief in Uw omgeving. Tientallen mensen die met ons de rug keerden tegen de EU-grondwet en het generatiepact halen met deze brief geld op voor hen .

    Met vriendelijke groeten,

    Jef Sleeckx

  • Vandenbroucke: ongeziene aanval op hoger onderwijs

    Het langverwachte plan-Vandenbroucke, dat de financiering van het hoger onderwijs vanaf 2007 moet regelen, is klaar. Zoals verwacht, wordt met dit nieuwe financieringsdecreet een open aanval op het Vlaamse hoger onderwijs gelanceerd. Het plan is uitgesproken neoliberaal, en snoeit drastisch in de werkingsmiddelen van de meeste onderwijsinstellingen.

    Tim Joosten

    Universiteiten en hogescholen moeten miljoenen besparen

    Het overgrote deel van de universiteiten en hogescholen moet ernstig inleveren. Eigenlijk wint enkel de KULeuven: die instelling krijgt er ongeveer 17 tot 22 miljoen euro per jaar bij.

    De grootste slachtoffers zijn vooral de kleinere universiteiten en de hogescholen: de UA verliest 8 tot 10 miljoen, de VUB 9 tot 11 miljoen, en de Gentse hogeschool zal het jaarlijks met 3 tot 5 miljoen minder moeten doen.

    Dit past natuurlijk allemaal in de logica van de Bologna-hervormingen: Vandenbroucke kiest duidelijk voor de optie om slechts één grote eliteuniversiteit te behouden, de KUL, die op internationaal niveau de concurrentie moet aankunnen. Daarnaast krijgen we dan een netwerk van minderwaardige en ondergefinancierde universiteitjes en hogescholen.

    Onderwijs: geen dienst, maar een markt

    Vandenbroucke lanceert hiermee duidelijk een nieuwe politieke visie op het hoger onderwijs. In die visie moet het onderwijs onderworpen worden aan de vrije markt, en mag het niet langer worden beschouwd als een dienst aan de bevolking. In 2012 moet er een internationale onderwijsmarkt komen, waarbij instellingen op leven en dood moeten concurreren voor geldmiddelen en topstudenten.

    Dat komt ook heel sterk naar voren in de verdeelsleutel die VDB introduceert. Voor het eerst wordt er een heus concurrentiemechanisme ingevoerd in het hoger onderwijs. Voordien was de subsidiëring van het hoger onderwijs vooral een “inputfinanciering”. Dit betekende dat de overheid geld gaf aan de instellingen naargelang het aantal studenten dat er studeerde. Die subsidies lagen op lange termijn vast, concurrentie was dus totaal overbodig.

    Nu wordt een systeem van “outputfinanciering” gehanteerd. Universiteiten en hogescholen worden afgerekend op het aantal “succesvolle” studenten, het aantal doctoraten,… De werkingsmiddelen worden elk jaar opnieuw herverdeeld tussen de verschillende instellingen naargelang hun prestaties. Dit volgens een mechanisme waarin de universiteiten en hogescholen als bedrijven met elkaar moeten concurreren voor middelen.

    Kwantiteit boven kwaliteit

    Ook de parameters waarop de onderwijsinstellingen worden beoordeeld, gaan dezelfde richting uit. Kleinere opleidingen en kleinere instellingen worden financieel gestraft. Richtingen met grote studentenaantallen worden sterk bevoordeeld. Nochtans blijkt uit de rapporten van de visitatiecommissies, die vandaag de kwaliteit in het hoger onderwijs controleren, dat kleinere opleidingen met een meer studentgerichte benadering, steevast beter scoren dan grotere opleidingen. De kwaliteit van het onderwijs is blijkbaar een van de laagste prioriteiten bij Vandenbroucke…

    In naam van de “vrije concurrentie” wordt gewerkt aan een monopoliepositie voor de Leuvense universiteit. De KULeuven heeft veel schaalvoordelen tegenover bijvoorbeeld een kleine hogeschool in West-Vlaanderen, en die schaalvoordelen worden ook extra bevoordeeld. Beursstudenten zullen wel meer werkingsmiddelen opleveren dan andere studenten, maar nergens worden er middelen geboden om goedkope koten, kwaliteitsvolle maaltijden en andere sociale voorzieningen in te richten om die beursstudenten aan te trekken. Een instelling die in het huidige plan verliest, zal het heel moeilijk hebben om de achterstand in te halen.

    Protest tegen financieringsdecreet

    De publicatie van het financieringsdecreet heeft binnen het hoger onderwijs voor hevige reacties gezorgd. De meeste directies van hogescholen en universiteiten protesteerden reeds bij de minister.

    Zelfs aan een universiteit zoals Leuven is een meerderheid van het academisch personeel niet te vinden voor het neoliberale onderwijsmodel van minister Vandenbroucke en oud-rector van de KUL Oosterlinck. De huidige rector Vervenne, de kroonprins van Oosterlinck, had het in de voorbije rectorverkiezingen dan ook zeer moeilijk tegenover de flamboyante TV-kerkjurist Rik Torfs, die kritisch stond tegenover een marktvisie in het onderwijs. De protesten van de academische overheden zorgden ervoor dat Vandenbroucke zijn plan een jaar uitstelde tot 2008.

    De besparingen die vandaag worden voorgesteld, passen binnen het model van het hoger onderwijs dat de burgerij wil promoten. Op dit moment is er een overschot aan hoogopgeleiden in West-Europa, en de burgerij wil niet langer meer betalen voor deze dure diploma’s. Verder moet de enorme onderwijssector ingepast worden in het marktmodel, zodat de grote multinationals ook hun zegje kunnen hebben over het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

    We kunnen er dus zeker van zijn dat Vandenbroucke vastberaden is om zijn plan door te voeren. Hij probeert door een verdeel-en-heers tactiek de verschillende universiteiten en hogescholen onderling te verdelen, om zo zijn slag thuis te halen. Vandenbroucke beseft maar al te goed dat de studentenbeweging reeds jarenlang lamgeslagen is in Vlaanderen. Bovendien is er bij grote delen van de onderwijsvakbonden een passieve houding. Het is die vermeende zwakte die Vandenbroucke ertoe aanzet om met een zeer hard en vergaand besparingsplan op de proppen te komen. Eén ding vergeet Vandenbroucke wel: de strijd moet nog gevoerd worden…

    Hoe de strijd aangaan?

    Het komt er nu op aan om op een zo efficiënt mogelijke manier de strijd te voeren. We kunnen de arrogantie van Vandenbroucke enkel blokkeren door een massale beweging van personeel en studenten in het hoger onderwijs. We moeten daarbij niet veel verwachten van de studentenbureaucraten van het VVS (Vereniging van Vlaamse Studenten) of van de leiding van de onderwijsbonden. Onze militanten binnen het hoger onderwijs en onze studentenorganisatie ALS zullen bouwen aan een krachtsverhouding aan de basis om de confrontatie met de plannen van Vandenbroucke aan te gaan.

    Welk alternatief?

    > Meer geld voor hoger onderwijs!

    De eisen die we naar voren moeten brengen, kunnen we bundelen in één strijdkreet: meer geld voor hoger onderwijs! We steunen de eis van het ACOD om de uitgaven voor onderwijs op te voeren naar 7% van het BNP, het niveau van 1980 (momenteel bedraagt het 4,9% van het BNP).

    De discussie moet niet in de eerste plaats gaan over hoe het geld wordt verdeeld, maar over de noodzaak van een herfinanciering van het onderwijs om de kwaliteit ervan te verbeteren. Daarbij willen we uiteraard een herfinanciering met overheidsmiddelen en geen inmenging van de grote bedrijven in het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. Naast de andere cadeaus aan het patronaat nog eens het wetenschappelijk onderzoek quasi gratis aan het patronaat aanbieden, moet worden uitgesloten.

    Met het extra geld kan de werkdruk in het onderwijs, die de voorbije jaren enorm is toegenomen, worden verminderd. Betere arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk kunnen ervoor zorgen dat lesgevend personeel meer zorg kan besteden aan de begeleiding van de studenten, en dat het administratief en technisch personeel het onderwijs efficiënter kan ondersteunen.

    > Studieloon in plaats van torenhoge inschrijvingsgelden

    Er kan een studieloon worden ingevoerd dat moet toelaten dat iedereen hoger onderwijs kan volgen. Vandaag is er nog altijd een zware ondervertegenwoordiging van studenten uit een arbeidersmilieu binnen het hoger onderwijs, en door de besparingen op sociale voorzieningen die de voorbije jaren hebben plaatsgegrepen, wordt het hoger onderwijs steeds minder toegankelijk.

    De huidige hervormingen zullen dit nog versterken, onder meer met het voorstel om de Master-na-Master niet langer te financieren, waardoor de studenten de kosten volledig zouden moeten dragen met inschrijvingsgelden van wellicht verschillende duizenden euro per jaar.

    > Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek

    Verder moet er een einde worden gesteld aan de steeds verdergaande inmengingen van het bedrijfsleven in het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteiten. Vandaag voeren veel instellingen goedkope onderzoeken uit voor grote multinationals.

    Door een betere overheidsfinanciering kunnen onderzoekers onafhankelijker werken, en kan er een open discussie worden gevoerd over de prioriteiten van het wetenschappelijk onderzoek in de maatschappij.

    > Organiseren van de strijd

    We roepen alle studenten en personeelsleden in het hoger onderwijs op om met ons te mobiliseren tegen het liberaliseringsplan van Vandenbroucke. Door het organiseren van comités aan alle universiteiten en hogescholen, kunnen studenten en personeel een dynamiek creëren om de strijd aan te gaan. Comités waarin de discussie kan gevoerd worden over welke strategieën en programma naar voren moeten worden gebracht, en waarmee aan de basis kan gemobiliseerd worden voor acties. Samen zullen we het plan Vandenbroucke kelderen!

  • Stop de vermarkting van het onderwijs!

    Met het Financieringsdecreet 2008-2012 voor het hoger onderwijs wil minister Vandenbroucke een grootschalige hervorming doorvoeren. Dit is een onderdeel van de Bologna-hervormingen die ook aan de basis van de Bachelor-Master lagen. Het financieringsdecreet is nog niet afgewerkt, maar de voorlopige plannen laten het ergste vermoeden.

    Bart Vandersteene

    Onderwijsinstellingen zullen in de toekomst hun waar moeten verkopen op de vrije markt van het hoger onderwijs. Het is de zoveelste stap in de richting van een onderwijs dat volledig wordt afgestemd op de behoefte van winsten van de bedrijven in de plaats van op de persoonlijke ontwikkeling van alle jongvolwassenen.

    Vandenbroucke wil een bevriezing van het budget voor het hoger onderwijs tot 2012. Terwijl er net meer middelen nodig zijn om de onderfinanciering aan te pakken, wil Vandenbroucke niet weten van een verhoging van het budget. Het budget blijft op 1,12 miljard euro (580 miljoen voor de universiteiten en 540 miljoen voor de hogescholen).

    Het budget zal opgedeeld worden volgens verschillende methoden. Er komt een vast gedeelte van het budget voor iedere associatie met ongeveer 2.000 voltijdse studenten. Die krijgen samen een vast deel van 5% van het budget. Er wordt 5% uitgetrokken voor “projectgebonden” onderdelen, projecten die de minister prioritair stelt (bepaalde vormen van onderzoek of studierichtingen). Het grootste gedeelte (90%) zou betaald worden aan de hand van criteria rond onderzoek en onderwijs. De Master-na-Master (ManaMa) zou niet meer gefinancierd worden door de overheid. Deze opleiding is in vele richtingen echter noodzakelijk om een diploma van enige waarde te halen. Studenten zouden bijgevolg de volledige kostprijs hiervoor zelf moeten betalen. Een dergelijke ManaMa wordt hierdoor compleet onbetaalbaar voor studenten die niet kapitaalkrachtig zijn.

    Bovendien zal de financiering van de instellingen ook nog eens afhankelijk zijn van het “maatschappelijk en economisch nut” van de aangeboden opleidingen. Bepaalde opleidingen zouden bijgevolg meer geld opleveren, terwijl andere minder interessant worden op financieel vlak. De exacte indeling hiervan is nog niet gebeurd. Maar als bijvoorbeeld geoordeeld wordt dat de opleiding informatica economisch erg interessant is en bijgevolg een factor 1,5 krijgt, terwijl een opleiding geschiedenis maar 0,7 krijgt, dan zou een universiteit dubbel zoveel krijgen voor de informaticastudent in vergelijking met de geschiedenisstudent.

    Ook het personeel heeft niets te winnen bij deze hervormingen. Als de onderwijsinstellingen zich moeten gedragen als bedrijven, zullen de beheerders vroeg of laat ook het statuut van het personeel in vraag stellen.

    Slechtere arbeidsvoorwaarden voor het personeel; hogere inschrijvingsgelden voor studenten; beperking van het onderwijsaanbod; minder middelen voor sociale voorzieningen… Redenen genoeg om actie te voeren! Mogelijk komt er op donderdag 16 maart een eerste actie in Halle, de thuisbasis van onderwijsminister Vandenbroucke.



    > Weg met het financieringsvoorstel van VDB

    > Behoud van het publieke karakter van het onderwijs

    > Meer geld voor onderwijs, optrekken van de onderwijsuitgaven tot 7% van het BBP

    > Uitbreiden van de toegang tot het onderwijs door het onderwijs echt kosteloos te maken op alle niveaus

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop