Category: Op de werkvloer

  • Sociale onrust in havens en bij General Motors Antwerpen

    Vandaag wordt geprotesteerd door de dokwerkers en bij General Motors in Antwerpen. De dokwerkers trokken massaal naar Straatsburg voor een betoging tegen de liberalisering van de havenarbeid. Vanuit Antwerpen alleen zijn er zo’n 2.000 betogers, de vakbonden moesten een aantal inschrijvingen weigeren omdat ze onvoldoende bussen vonden nadat het aantal deelnemers hoger bleek dan verwacht. Bij General Motors wordt geprotesteerd tegen de gebrekkige uitbetaling van de lonen.

    In verschillende Europese havens wordt vandaag actie gevoerd. Het werk wordt neergelegd om deel te nemen aan een Europese betoging tegen de mogelijke liberalisering van de havenarbeid. Indien die maatregel er zou doorkomen, kan een systeem van zelfafhandeling worden ingevoerd. Hierdoor zou de scheepsbemanning zelf mogen laden en lossen, of beroep doen op eigen personeel dat specifiek daartoe wordt aangetrokken. Uiteraard zou dat ertoe leiden dat beroep wordt gedaan op goedkopere arbeidskrachten die bovendien niet de nodige opleiding hebben genoten die de erkende dokwerkers wel hebben genoten. Het is dus niet enkel een aanval op de lonen van de dokwerkers, maar ook op de veiligheid en de arbeidscondities in de havens.

    Uiteraard wordt de staking door het havenpatronaat aangegrepen om uit te halen naar de vakbondsacties. Een woordvoerder van de koepel van Antwerpse havenbedrijven stelde dat het imago van betrouwbaarheid en continuïteit in het gedrang komt door de staking. Daarbij wordt gewezen op het feit dat de stakingsacties in Rotterdam beperkter zijn. Tegenover dit soort argumenten die inspelen op een verdeel-en-heers politiek, is het belangrijk dat de acties vandaag Europees zijn. Er wordt niet enkel in België actie gevoerd, maar ook door dokwerkers uit de buurlanden. De mobilisatie uit andere landen is wel beperkter, maar het belang van het onderwerp vereist een stevige betoging. De Belgische dokwerkers hebben dan ook gelijk om het voortouw te nemen door massaal naar Straatsburg te trekken.

    Het mag er dan op lijken dat de liberalisering van de havenarbeid er niet zal komen, dat is echter geen reden om geen actie te voeren. In 2003 werd de liberalisering van de havenarbeid al eens besproken in het Europees parlement. Toen werd het voorstel weggestemd, maar nu ligt het zowat ongewijzigd terug op tafel. Indien niet geprotesteerd wordt, zal het mogelijk wel worden weggestemd. Maar dan ligt het voorstel binnenkort wellicht gewoon opnieuw op tafel. Dan zou het minder evident zijn om de mobilisatie opnieuw op gang te trekken. De dokwerkers hebben gelijk dat ze waakzaam blijven en iedere poging tot liberalisering van de havenarbeid beantwoorden met strijd.

    Ook sociale onrust bij General Motors

    Ook bij General Motors in Antwerpen zijn er vandaag acties van de arbeiders. Iedere shift zal een half uur extra pauze nemen als protest tegen de problemen bij de betalingen van het loon. In 2005 werd de loonuitbetaling uitbesteed aan een ander bedrijf. Deze operatie moest een besparing opleveren voor het bedrijf. Sindsdien zijn er echter aanhoudend problemen met verkeerde uitbetalingen en vooral met vertragingen bij de betaling van de lonen. Dit zorgde eerder al voor werkonderbrekingen. Nu zal iedere shift een half uur het werk neerleggen en volgen er mogelijk hardere acties indien het probleem aanhoudt.

  • Na de beweging tegen het Generatiepact. Nood aan netwerk voor een strijdbaar en democratisch syndicalisme

    De beweging tegen het Generatiepact toonde de enorme actiebereidheid en een breder ongenoegen tegenover de aanhoudende neoliberale aanvallen op onze arbeids- en levensvoorwaarden. Toch is deze beweging uitgedoofd zonder overwinning. Aan de strijdbaarheid aan de basis heeft dat niet gelegen. Waaraan dan wel?

    Geert Cool

    Hoe het niet moet

    VW-Duitsland koopt vakbondsleiding om

    In Duitsland barstte een schandaal los naar aanleiding van luxereisjes van de leiding van het bedrijf. Die trok naar Brazilië en andere exotische oorden om zich te goed te doen aan champagne, prostituees,… Ook Peter Hartz, een raadgever van bondskanselier Schröder (SPD), nam deel aan die reisjes als VW-topman. Hij kreeg ruim 300 euro zakgeld per dag, zowat evenveel als een maandelijkse werklozenuitkering na het doorvoeren van het besparingsplan Hartz 4 in Duitsland. De VW-personeelsmanager gaf op twee jaar tijd 780.000 euro uit zonder bewijzen waarvoor het geld gebruikt werd. Onder de aanwezigen op de snoepreisjes bevond zich ook de voorzitter van de Ondernemingsraad, Volkert, die jaarlijks 360.000 euro incasseerde. Volkert was topman van IG Metal, de metaalvakbond. Uiteraard stelde Volkert zich niet bepaald strijdbaar op tegen het bedrijf dat zijn luxueus leventje betaalde. Voor gewone arbeiders steeg de arbeidsduur en werden tal van verslechteringen van de arbeids- en loonsvoorwaarden opgelegd.

    Metaalvakbond. Neen aan een communautaire splitsing!

    In de metaalcentrale van het ABVV wordt gediscussieerd over een splitsing in een Nederlandstalige en een Franstalige vleugel. Die discussie werd versterkt na het bekendmaken van het VMO-verleden van CMB-voorzitter Herwig Jorissen in het patronale blad Trends. Wij hebben heel wat meningsverschillen met Jorissen, maar vinden dat zijn verleden ten onrechte wordt uitgespeeld om de verdeeldheid in de CMB te versterken. Tegenover de verdeel-en-heers is eenheid nodig! Wij verzetten ons dan ook tegen een communautaire splitsing.

    Vakbondsleiding doet beweging landen

    Doorheen de beweging was de remmende houding van (minstens een deel van) de vakbondsleiding een constante factor. Het ABVV ging noodgedwongen alleen over tot de staking van 7 oktober, waarna werd getreuzeld om de volgende actiedag te plannen. Die kwam er pas op 28 oktober. Op die grote betoging van ABVV en ACV werd geen actieplan aangekondigd, maar werd gesteld dat er na de onderhandelingen met de regering een actieplan zou komen. Dat kwam er uiteindelijk pas eind november en het was dan nog grotendeels beperkt tot acties in de distributiesector en de non-profit.

    Het is duidelijk dat dit geen actieplan was, maar een uitdoofscenario. Om dat goed te praten, werd gesteld dat er bij de onderhandelingen toch heel wat afgedwongen was. Of ook dat het ABVV wel bereid was tot actie, maar het ACV niet. In Luik werd gesteld dat er daar wel een actiebereidheid was, maar elders – en zeker langs Vlaamse kant – niet. De zwakheid van het actieplan leidde niet enkel tot een agressieve opstelling van regering en patronaat, maar ook tot ruimte voor het benadrukken van hetgeen de arbeiders verdeelt.

    De kracht van de beweging tegen het Generatiepact was net dat alle verdeeldheid werd overstegen door eenheid aan de basis op grond van een strijdbaar verzet tegen de aanvallen op onder meer het brugpensioen. Dat was de reden waarom ACV-voorzitter Cortebeeck tot twee maal toe werd teruggefloten. Maar ook in het ABVV was het de druk van de basis die beslissend was in de opstelling van de vakbond.

    Dit bleek onder meer op de eerste informatiebijeenkomsten die werden georganiseerd rond het eindeloopbaandebat. Op 5 september sprak Xavier Verboven op een druk bijgewoonde militantenbijeenkomst in Antwerpen. Verboven sprak er geen harde taal en bracht de voorgestelde hervormingen vrij neutraal naar voor. Dit leidde tot heel wat tussenkomsten uit de zaal die de noodzaak van acties naar voor brachten. Ook elders waren er gelijkaardige bijeenkomsten die ertoe hebben geleid dat het ABVV wel in actie moest komen.

    In het ACV was de leiding voor 7 oktober bereid om het Generatiepact min of meer te verdedigen. Ook nadien werd iedere toegeving van de regering goedkeurend onthaald bij de ACV-leiding. Maar aan de basis weerklonk een ander geluid. Daar werd steeds gesteld dat er een ernstig actieplan nodig was. De leiding moest op een voor het ACV hoogst ongebruikelijke manier haar standpunt aanpassen aan dat van de basis.

    Hoe was een overwinning wel mogelijk geweest?

    Ondanks de enorme druk van de basis kwam er geen echt actieplan waarmee we het Generatiepact konden wegstaken. De vraag die strijdbare militanten zich dan ook moeten stellen, is hoe we die druk van de basis kunnen versterken. In de beweging tegen het Generatiepact speelden interprofessionele militantenvergaderingen een belangrijke rol. Dit waren telkens bijeenkomsten waar ervaringen werden uitgewisseld en waar het gewicht van de basis werd versterkt. Op de informatiebijeenkomst in Antwerpen op 5 september werd terecht gevraagd om ook interprofessionele bijeenkomsten te organiseren als er beslissingen worden genomen. Dat gebeurde niet.

    Het gebrek aan interne democratie en betrokkenheid van de basis bij het nemen van beslissingen zorgt voor steeds meer ongenoegen en leidt tot een groeiend wantrouwen tegenover de leiding.

    Een andere remmende factor in de beweging tegen het Generatiepact was de band tussen de vakbonden en hun “bevoorrechte partners” op politiek vlak. Nochtans steunen alle traditionele partijen de besparingslogica van het Generatiepact waartegen zo massaal werd geprotesteerd. Het gebrek aan een parlementaire weerklank, zorgde ervoor dat de vakbondsleiding geen alternatief zag voor het Generatiepact. In plaats van daaruit te concluderen dat moet worden gewerkt aan een eigen politiek instrument, werden de acties stopgezet. Bij gebrek aan een alternatief stappen een aantal vakbondsleiders mee in de neoliberale besparingslogica.

    Een actieplan op langere termijn, opgesteld op basis van een brede betrokkenheid van vakbondsleden, zou de regering tot toegevingen hebben kunnen dwingen. Dat was een les uit de Witte Woede van de nonprofitsector. Die voerden 14 maanden actie nadat in december 2003 een eisenplatform werd opgemaakt waarvoor 15.000 personeelsleden in de sector werden geraadpleegd. De acties van de non profit dwongen 100 miljoen euro af. Er was meer nodig, maar voor het eerst sinds lang werden verworven rechten niet behouden, maar uitgebreid! De betrokkenheid van arbeiders uit de sector was daarbij van doorslaggevend belang.

    Een netwerk van strijdbare syndicalisten

    Strijdbare syndicalisten staan er vandaag vaak alleen voor. Er zijn geen nationale structuren en vaak zelfs geen contacten met andere strijdbare syndicalisten. Het ontbreekt bovendien vaak aan informatie en argumenten. Op de traditionele media kunnen we niet rekenen en de vakbondsbladen zijn geen aantrekkelijke instrumenten om mee te werken.

    Om de positie van strijdbare syndicalisten te versterken zal het noodzakelijk zijn om meer informatie uit te wisselen. Een nuttig instrument in die richting is bijvoorbeeld de Nederlandstalige website voor syndicalisten. Dat zou nationaal kunnen worden opgenomen door beide vakbonden om te bouwen aan een uitgebreide en sterke syndicale informatiebron waar de standpunten van delegaties en centrales ruimer kunnen worden verspreid.

    Maar er zal ook een directer contact nodig zijn op regionaal en nationaal vlak. Op regionaal vlak pleiten we ervoor dat strijdbare syndicalisten regelmatig bijeenkomen voor discussies over de actualiteit en ontwikkelingen in de vakbonden. Dat kan de positie van syndicalisten in het eigen bedrijf of in de eigen centrale versterken. Daarbij zal er extra oog moeten zijn voor de nieuwe generatie van vakbondsmilitanten die de afgelopen maanden hun eerste ervaringen hebben opgedaan. Een nationale structuur van strijdbare syndicalisten zal pas ontwikkelen als de regionale netwerken voldoende draagvlak hebben.

    LSP wil meebouwen aan een netwerk voor een strijdbaar en democratisch syndicalisme. We doen dit met onze tussenkomsten binnen de vakbond en op de werkvloer. We brengen er onze standpunten naar voor rond syndicale strijd en de nood aan een nieuwe arbeiderspartij. Met onze beperkte krachten verspreiden we informatie en proberen we strijdbare syndicalisten met elkaar in contact te laten komen. Campagnes zoals de petitie voor een nieuwe arbeiderspartij bieden bovendien een instrument om breder te werken.

  • Stop de nieuwe aanval op het statuut van de havenarbeiders! Massale acties kunnen liberalisering opnieuw tegenhouden

    Ruim twee jaar nadat het Europese voorstel voor de liberalisering van de havenarbeid al werd weggestemd, ligt dit opnieuw op tafel in het Europese Parlement. In 2003 werd het voorstel niet aangenomen na de massale acties van de dokwerkers. Het verzet van de dokwerkers toonde aan dat het mogelijk was om liberaliseringen tegen te houden en overwinningen te boeken.

    LSP-pamflet

    > PDF-versie

    Maar voor het havenpatronaat is iedere overwinning slechts tijdelijk. Altijd opnieuw wordt geprobeerd om een aanval in te zetten om de winsten te verhogen. Want daar gaat het om voor het patronaat: goedkopere arbeidskrachten die laden en lossen, zodat het geld dat daarmee uitgespaard wordt in de zakken van het patronaat kan verdwijnen.

    Voor het patronaat telt enkel de winst en niet de positie van de havenarbeiders of de veiligheid in de havens. Een liberalisering is een aanval op de veiligheid in de havens. Interimmers of scheepsbemanning die laden en lossen hebben niet dezelfde professionele achtergrond als de erkende dokwerkers en staan bovendien onder een sterkere druk van de bedrijven voor wie er wordt geladen en gelost. Dat zorgt ervoor dat de veiligheid onbelangrijk wordt in de zoektocht naar extra winst voor het patronaat.

    De havenarbeiders hebben op basis van jarenlange strijd een goed statuut afgedwongen. Het is door strijd dat dit statuut verworven is, en het zal door strijd zijn dat het behouden blijft. Het is belangrijk om iedere nieuwe aanval op het statuut van de dokwerkers te beantwoorden met een nieuwe strijdbeweging. De liberalisering van de havenarbeid is op deze manier reeds enkele jaren tegengehouden. Waarom zou het nu anders zijn? Iedere nieuwe aanval beantwoorden met strijd, is de enige manier om tot een overwinning te komen.

    Dat kan bovendien een voorbeeld stellen voor andere arbeiders. Vandaag heeft het patronaat het steeds over “loonmatiging” en de noodzaak van lagere lonen. De patroonsfederatie VBO wil dat er geraakt wordt aan de indexering van de lonen, de VLD wil een tweede Generatiepact,… De lijst van geplande aanvallen is erg lang en het zal noodzakelijk zijn om het verzet te organiseren. Als de aanval op de lonen van de havenarbeiders (door de liberalisering van de havenarbeid) wordt tegengehouden, zal dit aantonen hoe overwinningen kunnen worden geboekt: door iedere aanval met strijd te beantwoorden.

    Daarnaast is het van enorm belang dat de strijd nu internationaal wordt gevoerd. Dit doorkruist de mogelijkheden om arbeiders tegen elkaar op te zetten!

    De Linkse Socialistische Partij (LSP) steunt de acties van de dokwerkers tegen de afschaffing van de wet-Major en de liberalisering van het Havenbedrijf. Tegelijkertijd leggen we de nadruk op een verbetering van het statuut van de havenarbeiders door de rederijen onder staatscontrole te brengen, onder een democratisch beheer van de arbeiders zelf, in het kader van de strijd voor een andere, socialistische maatschappij.

    Ierland: beweging tegen aanval op lonen bij Irish Ferries

    In Ierland vond in december een massale beweging plaats tegen de aanval van Irish Ferries op de arbeidscondities en de lonen van het personeel. Het bedrijf wou onder Cypriotische vlag varen om zo personeel aan te werven onder Cypriotische loonsvoorwaarden. Er zou gewerkt worden aan 3,60 euro per uur (minder dan een derde van het huidige loon).

    Op 9 december betoogden er in Ierland zo’n 100.000 mensen tegen deze aanval op de rechten van de arbeiders bij Irish Ferries. Ze eisten onder meer dat iedere buitenlandse arbeidskracht die aangeworven wordt ook van de Ierse loonsvoorwaarden zou genieten. Hiermee kan worden ingegaan tegen de verdeel-en-heers strategie om arbeiders van verschillende afkomst tegen elkaar op te zetten.

    Er is uiteindelijk een compromis gesloten waardoor het Ierse minimumloon van toepassing zal zijn. Dat is nog altijd een achteruitgang voor veel arbeiders, maar het potentieel van de beweging tegen dergelijke aanvallen is een belangrijke les. Dit soort bewegingen zullen we wellicht meer zien in de toekomst.

    De dreiging om te werken met goedkope Oost-Europese arbeiders, moet beantwoord worden met solidariteit onder alle arbeiders om gelijke lonen en gelijke arbeidsvoorwaarden voor iedereen te eisen!

  • Dokwerkers staken op 16 januari tegen nieuwe aanval op hun statuut

    Op 16 januari vinden in verschillende Europese landen stakingen plaats van de dokwerkers. Bovendien wordt betoogd aan het Europees parlement. Aanleiding is een nieuwe bespreking van het eerder afgewezen voorstel inzake de liberalisering van de havendiensten. Concreet betekent dat voorstel dat het statuut van erkende dokwerkers compleet verdwijnt.

    De liberalisering van de havenarbeid zou de veiligheid in de havens ondermijnen en betekent bovendien een aanval op het statuut van de dokwerkers. Schepen die aanmeren zouden mogen werken met zelfafhandeling waardoor eender wie kan laden en lossen. Uiteraard zou dat ervoor zorgen dat bedrijven beroep doen op goedkopere arbeidskrachten. Dat die geen opleiding hebben genoten zoals de erkende dokwerkers vandaag, zal voor de bedrijven minder belangrijk zijn. Voor hen telt immers enkel de winst.

    In 2003 was er al een voorstel inzake de liberalisering van de havenarbeid, maar dat werd door het Europees parlement verworpen na een hele reeks acties van de dokwerkers. De aanhoudende acties en stakingen dwongen de politici toen tot het verwerpen van de liberalisering. Nu ligt evenwel dezelfde maatregel gewoon opnieuw op tafel.

    In november werd in de vervoerscommissie van het Europees parlement de liberalisering van de havenarbeid reeds afgewezen. In januari komt het echter wel voor een plenaire zitting van het parlement.

    De dokwerkers hebben hierop een Europese stakingsdag met een betoging aangekondigd op 16 januari. Ook in België zullen de dokwerkers deelnemen aan deze actiedag.

    Het is belangrijk om iedere nieuwe aanval op het statuut van de dokwerkers te beantwoorden met een nieuwe strijdbeweging. De liberalisering van de havenarbeid is op deze manier reeds enkele jaren tegengehouden. Waarom zou het nu anders zijn? Iedere nieuwe aanval beantwoorden met strijd, is de enige manier om tot een overwinning te komen. De dokwerkers lijken vastberaden om dat aan te tonen!

    > LSP-pamflet op de acties van de dokwerkers op 29 oktober 2003

  • Na het Generatiepact: doorgaan met de strijd

    De lijst van patronale eisen lijkt op een Sinterklaasbrief van een rotverwend kind. De prijsstijgingen van het staal en de olie worden aangegrepen, de positie van de euro of de concurrentiepositie van de bedrijven. Dat zijn allemaal excuses om een besparingsbeleid op te leggen aan de arbeiders. Intussen zien we namelijk dat de winsten van de bedrijven niet dalen. Integendeel !

    Nicolas Croes

    Nog voor de stemming over het Generatiepact in het parlement, stelde de VLD reeds dat er een tweede Generatiepact moet komen. Dat zou alvast het IMF tevreden stellen. Het IMF meent dat het Generatiepact de goede kant uitgaat, maar verder moet gaan onder meer door de index aan te pakken.

    Volgens Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank (en lid van de PS), zal België in 2006 een economische groei van 2,2% kennen. Dat zou een verbetering zijn tegenover vorig jaar, maar Quaden stelt dat de bedrijven er slechts beperkt van zullen genieten omdat de lonen in België te hoog zijn.

    De Nationale Bank vergeleek daartoe onze lonen met die in de buurlanden, waar er geen indexering van de lonen is (aanpassing aan de levensduurte). Quaden stelt voor dat er een “concurrentiepact” komt om onze lonen te beperken. Hij heeft het over loonmatiging, het in vraag stellen van de index, nieuwe lastenverlagingen voor de patroons,… Uiteraard zegt de Nationale Bank niet dat de hogere productiviteit van de Belgische arbeiders in rekening moet worden gebracht op de loonbrieven. De Belgische productiviteit is enkel nuttig als argument voor de patroons in de buurlanden om daar de lonen te verlagen.

    Ook wordt niets gezegd over de stijgende levensduurte. De indexering van de lonen is overigens erg beperkt. Zo is bijvoorbeeld de duurder wordende olie niet opgenomen in de index. Ondanks de zogenaamd sterk stijgende lonen, is er een daling van de koopkracht van de arbeiders.

    Het VBO voorziet voor 2006 slechts een groei van 2% (wat nog steeds hoger is dan de 1,4% van dit jaar). Maar fundamenteel is hun analyse dezelfde: onze inkomens zijn schandalig hoog. De arbeiders worden dubbel geviseerd in hun rapport, dat immers ook een vermindering van de openbare uitgaven eist. Minder diensten aan de bevolking, met andere woorden, en nieuwe privatiseringen met de gekende gevolgen.

    Alle traditionele partijen willen de winsthonger van de grote bedrijven tegemoet komen. Ze staan allemaal voor een neoliberaal beleid zoals gevraagd door het VBO, IMF, Nationale Bank,…

    Zwakheid leidt tot agressie. Om de aanvallen te stoppen, hebben de arbeiders nood aan een vastberaden, massale en verenigde actie. De winstlogica van het huidig systeem komt enkel het patronaat ten goede. Wij aanvaarden deze logica niet!

  • Werklozenbegeleiding uitbesteed aan omstreden Nederlandse bedrijven

    Ook in België gaat de VDAB nu in zee met twee Nederlandse private bedrijven om langdurig werklozen te begeleiden. De privatisering van de werklozenbegeleiding was in Nederland reeds omstreden omdat bleek dat meer werd betaald per werkloze zonder noemenswaardig succes bij het vinden van nieuwe jobs. Het lijkt erop dat een aantal bedrijven forse winsten maken op de rug van de werklozen en op de rekening van de belastingbetalers.

    De VDAB gaat in zee met twee Nederlandse reïntegratiebedrijven, Alexander Calder en Agens. Die moeten langdurig werklozen begeleiden. Beide bedrijven bestaan nog niet in Vlaanderen en liggen in Nederland onder vuur omdat de begeleiding van de bedrijven niet tot resultaten leidt. Alexander Calder moet in Gent en Limburg 1.025 werklozen begeleiden. Agens zal in Antwerpen 605 werklozen begeleiden. De twee bedrijven krijgen daar samen 4 miljoen euro voor, of zo’n 2.450 euro per werkloze.

    Deze maatregel komt er op aansturen van Vlaams minister van onderwijs en werk Frank Vandenbroucke (SP.a) die stelt dat de VDAB over onvoldoende middelen en mensen beschikt om werklozen individueel te begeleiden. Bijgevolg kan een deel van de begeleiding worden uitbesteed aan privé-bedrijven.

    In Nederland werd de begeleiding van werklozen al grotendeels geprivatiseerd onder de regeringen Kok I en II. Het gevolg is echter dat de overheid er meer betaald per begeleidingstraject (3.500 euro in 1998 tegenover 4.700 euro eind 2004) terwijl de kwaliteit van de dienstverlening er niet beter op geworden is. De bedoeling van de privatisering was overigens niet zozeer om meer mensen aan het werk te krijgen, maar wel om te besparen op de werkloosheidsuitkeringen. De sector van de werklozenbegeleiding had in Nederland twee jaar geleden al een jaaromzet van 770 miljoen euro.

    Ook in Duitsland blijkt de hervorming van de werklozenbegeleiding duurder uit te vallen. Met de doorvoering van de hervorming van de werkloosheidsuitkering werd niet enkel een lagere uitkering ingevoerd van 345 euro per maand (en 331 euro per maand in Oost-Duitsland). Er werd ook begonnen met een private werklozenbegeleiding. Er zijn ook speciale bureaus opgezet die werklozen "uitlenen" aan bedrijven. Uit een onderzoek blijkt nu dat werklozen gemiddeld een maand langer werkloos zijn en bovendien 5.700 euro meer kosten per persoon.

    Het is logisch dat bedrijven meer tijd en energie steken in het begeleiden van mensen die gemakkelijker aan een job raken. Er zal bovendien een nog sterkere druk uitgeoefend worden om gelijk welke job te aanvaarden. Een werkloze die werk vindt, verhoogt immers de winstmarges. In een land als Australië dat ooit model stond voor de privatisering van de werklozenbegeleiding is de overheid bezig de werking van de markt aan banden te leggen o.a omdat om de één of andere niet te voorziene reden het maken van winst belangrijker was voor ondernemingen dan het goed begeleiden van werklozen tot duurzame werkgelegenheid.

    De privatisering van de werklozenbegeleiding zal ook hier leiden tot misbruiken en zakkenvullerij door de betrokken bedrijven, terwijl de werklozen zullen geraakt worden door een repressievere aanpak waarbij ze verder zullen gecriminaliseerd worden. Vandenbroucke toont aan wiens belangen hij verdedigt: die van de patroons die hun winsten willen vergroten op de rug van de werklozen! In plaats van de werklozen aan te pakken, zou Vandenbroucke beter eens de werkloosheid aanpakken!

  • Dit was 2005… De 5 stakingen van het jaar 5

    In het vierde deel van ons jaaroverzicht blikken we terug op enkele stakingen van het afgelopen jaar. Het afgelopen jaar zagen we een toename van strijdbewegingen. De immense betoging tegen het Interprofessioneel Akkoord in december 2004 kende een vervolg in verschillende stakingsacties en uiteindelijk in de algemene beweging tegen het Generatiepact. We pikken er enkele stakingen uit.

    1. 28 oktober: betoging en stakingsacties van ACV en ABVV

    Na een maandenlange propagandacampagne kregen regering en patronaat het verzet tegen het Generatiepact niet klein. Integendeel. Nadat het ACV weigerde om mee te staken op 7 oktober, moest de leiding onder druk van de basis samen met het ABVV oproepen voor eengrote betoging in Brussel op 28 oktober. Die betoging werd gekoppeld aan stakingen in tal van bedrijven. De betoging zelf was met 100.000 deelnemers één van de grootste syndicale betogingen in jaren. De stakingsacties op 28 oktober en de betoging waren een uitdrukking van de enorme kracht van de arbeidersklasse in België. 2004 eindigde met een grote betoging tegen het Interprofessioneel Akkoord. Toen waren er 50.000 betogers. Tegen het Generatiepact waren het er dubbel zoveel.

    2. 7 oktober: algemene staking van het ABVV, nooit eerder kon een vakbond dit op haar eentje

    Regering, patroons, de verzamelde pers en de ACV-top hadden anders gehoopt. Toch zijn ze, tussen de beschuldigingen en de dreigementen door, verplicht toe te geven dat de ABVV-staking van 7 oktober een onuitgegeven succes is geworden. Dat kan uiteraard niet alleen uitgelegd worden door de talloze wegblokkades, zonder brede steun zou het ABVV nooit in staat geweest zijn deze krachttoer op haar eentje te realiseren. Zowat alle grote bedrijven werden geraakt door de staking en overal kwam er een goede respons. Het succes van de staking zorgde ervoor dat de ACV-basis erin slaagde haar leiding tot actie te dwingen.

    3. Non-profit geeft het voorbeeld: offensieve strijd kan tot resultaten leiden

    De non profit slaagde erin om na 14 maanden actievoeren een aantal toegevingen af te dwingen van de regering. Die moest 100 miljoen euro extra toekennen aan de sector. Dat is een belangrijke overwinning, maar er was meer mogelijk geweest. De sector kwam in actie voor onder meer 25.000 extra banen, een 36-urenweek, een volledige 13e maand, brugpensioen op 57 jaar,… De stakingsacties en betogingen leverden resultaat op, ook al bleef dit beperkt. Op Vlaams niveau kwam er eveneens een akkoord in de non profit. Dat was een mager akkoord, maar op zich heeft de beweging van de non profit wel aangetoond dat een offensieve strijd tot overwinningen kan leiden.

    4. Splintex: wekenlange strijd tegen afdankingen

    op 2 januari vernemen de 840 arbeiders van de glasfabriek AGC Automotive, ex-Splintex (Fleurus), dat een herstructureringsplan 284 jobs zou kosten. De arbeiders gaan daarop spontaan in actie. Deze staking, die langer dan 100 dagen duurde, toonde de immense vastberadenheid van de arbeiders. Ze toonde ook de ongelooflijke agressie van het patronaat, daarin bijgestaan door haar trouwe medewerkers bij het gerecht, de politie en de media. Deze strijd heeft door haar duur, de vastberadenheid van de stakende arbeiders en de agressie van de patroons het kader van dit ene bedrijf overstegen. Doorheen de acties verdedigden wij de noodzaak van een regionale 24-urenstaking om de strijd uit te breiden.

    5. Antwerpse cipiers dwingen regering om beloftes ook na te komen

    Eén van de vreemdste stakingen van het afgelopen jaar was deze van de Antwerpse cipiers. Die voerden wekenlang actie om van de regering af te dwingen dat deze de door haar vooropgestelde personeelsbezetting ook zou realiseren. Om de regering te dwingen haar beloftes na te komen, moest wekenlang worden gestaakt! De aanleiding voor de staking was een onderbezetting nadat een aantal personeelsleden hun overplaatsing hadden gevraagd en verkregen. Ondanks de tegenkantingen tegen de staking, onder meer vanuit de VLD, werd uiteindelijk een overwinning behaald.

  • Liberalisering: doodsteek voor Suikerfabriek Veurne

    De Suikerfabriek van Veurne, dochterbedrijf van Iscal Sugar, sluit de deuren. Het is de zoveelste klap voor de werkende en werkloze bevolking in het Veurnse na de eerdere sluitingen van Santens, Van Wijnsberghe en Thobe Construct. De suikerfabriek bezorgt een gedeelte of het volledig inkomen van zo’n 5.000 gezinnen in de Westhoek die actief zijn bij de teelt of de verwerking van suikerbieten.

    Peter Ghyselbrecht

    Het nieuws sloeg op donderdag 22 december in als een bom in de Westhoek. De sluiting werd op een bijzondere ondernemingsraad medegedeeld. De 77 vaste werknemers (56 arbeiders en 21 bedienden) verliezen hun job. In het hoogseizoen (september – december) werken 111 mensen in de suikerfabriek. 2.200 suikerbietplanters leveren hun suikerbieten aan Veurne. Bovendien zorgen honderden transporteurs voor het vervoer.

    Het moederbedrijf van de suikerfabriek, Iscal Sugar (313 werknemers en 6.720 suikerbietplanters), stelt dat de bietentelers dezelfde hoeveelheden kunnen blijven leveren maar dan aan de zusterfabrieken in Moerbeke en Fontenoy, wat grotere transportkosten met zich zal meebrengen voor de telers. Telers die denken over te schakelen naar andere gewassen, zitten met het probleem dat ze inkomensverlies gaan lijden omdat het enkele jaren duurt eer de teelgrond zich heeft aangepast.

    De zeer rendabele fabriek in Veurne was de derde grootste suikerproducent van België met een gemiddelde jaarproductie van 70.000 ton suiker. In 2001 kende het bedrijf een omzet van 49,4 miljoen euro. Het moederbedrijf deed de laatste jaren weinig investeringen, ook al waren die nodig om de verouderde en te kleine opslagcapaciteit te verhelpen. Het bedrijf in Veurne is vooral gericht op de export van suiker. Mogelijk zal Iscal Sugar binnenkort een bedrijf buiten Europa openen.

    De vakbondssecretarissen van zowel het ACV en ABVV reageren: “We hopen dat een landbouwkundige en administratieve afdeling blijft”.”De wet Renault zal nu spelen, met eerst een informatieronde, dan een onderhandelingsfase over de ontslagvoorwaarden en uiteindelijk de ontslagen zelf”. “We zullen wel het onderste uit de kan halen om een goed sociaal plan af te dwingen”.

    Beleidsvoerders van Veurne samen met de federale politie bereidde zich blijkbaar op het ergste voor. Nog geen uur na de aankondiging van de sluiting repte een waterkanon van de federale eenheden zich naar Veurne om mogelijk protest te onderdrukken.

    De sluiting van Veurne is een gevolg van de verdere liberalisering en hervormingen van het Europees landbouwbeleid en de prijzenpolitiek van de Wereldhandelorganisatie (WHO) die onverwijld verder gaan met een sociaal bloedbad.

    Volgens het Europees Economisch en Sociaal Comité zullen de hervormingen er op Europees niveau toe leiden dat 120.000 telers en 80 fabrieken genoodzaakt zullen worden hun activiteiten stop te zetten, wat aan 150.000 mensen hun baan zal kosten. Vijftien jaar geleden telde Europa driehonderd suikerfabrieken, nu blijven er nog 145 over.

    De suikerproducenten in de EU (25 landen) gaan in 2006 de productie van 17,4 naar 13,4 miljoen ton suiker terugschroeven terwijl de consumptie 16 miljoen ton bedraagt. Dus zal men moeten overgaan tot invoer van suiker.

    En daar bereiden de bedrijven zich op voor. Een voorbeeld is de Duitse suikerfabrikant Südzucker, eigenaar van onder meer de Tiense suikerfabriek, dat in september een reorganisatie van haar bedrijven doorvoerde en haar eigen vermogen via de uitgifte van nieuwe aandelen wilde versterken met 200 miljoen euro. De suikerbietenverwerker heeft dit geld nodig om zich voor te bereiden op de vestiging van een cichoreifabriek in Chili, maar ook op investeringen in suikerraffinage en biobrandstoffen in Brazilië.

  • Acties op 2, 6 en 8 december. Regering niet onder de indruk van syndicale Sinterklazen

    Op 29 november, ruim een maand na de succesvolle betoging van 28 oktober, stelde de vakbondsleiding haar “actieplan” voor. Zo kwam er op 6 december een bezoek van een blauwe, rode en groene Sinterklaas aan Yves Leterme. De regering mag tevreden zijn dat er enkel een toneeltje werd opgevoerd, in de plaats van een mobilisatie van de basis.

    Luk Janssens

    Op 2 en 8 december waren er een aantal regionale en/of sectorale acties. Die bleken relatief beperkt te zijn. Waar actie gevoerd werd, viel de enorme actiebereidheid bij de basis op.

    Nog voor het aankondigen van het actieplan, was er op vrijdag 25 november een “informatieronde” in de bedrijven. Bij een aantal bedrijven werd gestaakt: Duferco was dicht, bij VW Vorst was er een staking “light” die werd opgevolgd door 90% van de arbeiders. Er waren ook stemmingen bij Picanol en Bekaert die de actiebereidheid van de basis duidelijk maakten. Bij Picanol stemde 88,43% tegen het Generatiepact en daarvan sprak 81,3% zich uit voor verdere acties. Toch meende Cortebeeck dat er geen draagvlak was voor nieuwe stakingsacties.

    2 december. Meer dan 2.500 betogers in Bergen en Luik

    Uit de volledige provincie kwamen delegaties naar de betoging van ABVV Luik-Hoei-Borgworm. Bij een aantal militanten was er ontgoocheling rond het actieplan, maar het feit dat zoveel militanten uit de hele provincie en verschillende sectoren samenkwamen, versterkte het zelfvertrouwen. Er werd dan ook hevig gediscussieerd rond de noodzaak van een nieuwe nationale staking. Thierry Botson en Marc Gobelet hadden het in hun toespraken over de leugens van diegenen die het Generatiepact verdedigen en hadden ook zware kritiek op de twijfelende houding van Cortebeeck (wat door de weinige ACV-militanten werd beaamd).

    Ook in Bergen kwamen meer dan 2500 militanten op straat. In tegenstelling tot Luik was het ACV hier wel goed vertegenwoordigd. Freddy Matthieu van ABVV Bergen en Raymond Coumont, voorzitter van het CSC, stelden beiden dat het Generatiepact onaanvaardbaar was en dat de strijd zou doorgaan.

    De Brusselse minister van arbeid, Cedexhe, en de Brusselse minister-president kregen het bezoek van een 300-tal vakbondsmilitanten.

    6 december. Sinterklaas bij Leterme

    Enkele vakbondsmilitanten verzamelden op het Martelarenplein in Brussel. Daar brachten een blauwe, groene en rode Sinterklaas een bezoek aan Vlaams minister-president Leterme. Allemaal wel leuk, maar de vraag is of er met deze ‘ludieke actie’ druk werd gezet op de regering en de werkgevers. Terwijl de regering en het patronaat al bezig zijn over een tweede Generatiepact, komen de vakbonden af met drie Sinterklazen…

    8 december. Staking van distributiesector

    De actiedag van 8 december was grotendeels beperkt tot de distributiesector en de non profit. Een 300-tal grootwarenhuizen lag plat door een staking. De non profit betoogde met een 1000-tal arbeiders in Brussel. In het Luikse was opgeroepen tot een algemene staking. In La Louvière waren er 2.700 betogers. In Gent trokken enkele honderden militanten naar het lokale SP.a-secretariaat.

    In Luik werd vooral gestaakt bij de sectoren die de afgelopen maanden vooraan stonden in de strijd tegen het Generatiepact. In de metaal- en staalsector, bij de bussen,… was de staking erg algemeen. Bij een aantal openbare diensten was de staking erg beperkt: De Post en het spoor werkten vrij normaal. De vakbondsleiding probeerde de militanten te overtuigen dat er bij de onderhandelingen toch heel wat toegevingen waren afgedwongen. Er werd tegelijk gesteld dat Luik de strijd niet alleen kan verderzetten.

    Fedis, de patroons in de distributiesector, stelde dat de staking in de distributiesector geen succes was. Toch moest het toegeven dat de staking minstens 16 miljoen euro had gekost. Drie kwart van de Carrefourvestigingen ging dicht, de helft van de Super GB’s, de helft van de Delhaize-vestigingen, 40% van de Colruyt-winkels,…

    Ondanks de slechte mobilisatie binnen de non-profit (veel militanten wisten pas één dag op voorhand dat er een actie zou zijn), waren meer dan 1000 militanten aanwezig. Er waren ook delegaties uit andere sectoren. Alhoewel het niet de bedoeling was, kwam er een betoging richting VLD-secretariaat.

    Het is duidelijk dat dit actieplan een uitdoofscenario was. Vandaag verklaren de vakbonden dat er geen actiebereidheid meer is. Wat de weinige echte acties in dit plan hebben duidelijk gemaakt, is dat er wel actiebereidheid was. Waar onze militanten aanwezig waren, kregen we te horen dat mensen ontgoocheld waren over het actieplan.

  • Stop de liberaliseringen van onze openbare diensten

    De uitverkoop gaat verder

    De Post werd voor bijna de helft verkocht aan buitenlandse ondernemingen. De paar openbare diensten die nog overblijven worden verder klaargemaakt voor privatisering. De spoorwegen werden op vraag van Europa opgesplitst tussen een beheerder van de infrastructuur (Infrabel) en vervoerder (NMBS). De splitsing van de NMBS is een verdere stap in de totale ontmanteling en uitverkoop van de Belgische spoorwegen.

    Karel Mortier

    De Europese ministers van transport hebben in december beslist om het internationaal reizigersvervoer in 2010 volledig te liberaliseren. De liberalisering van het nationaal reizigersvervoer zou nog niet zo’n vaart lopen maar gezien de centrale ligging van België zal een liberalisering van de internationale lijnen een grote impact hebben op het nationaal vervoer.

    Private investeerders zullen bijvoorbeeld mogen rijden tussen Oostende-Keulen, Antwerpen-Rijsel en tickets aanbieden voor verplaatsingen tussen de stations op die lijnen. Een groot deel van de winstgevende nationale verbindingen worden dus geliberaliseerd, ook al willen de ‘progressieve’ regeringspartijen dit niet met zoveel woorden zeggen. De liberalisering van de internationale verbindingen zou “goed zijn voor de mensen”, zegt Renaat Landuyt, federaal minister van transport. Het zou geen gevolgen mogen hebben voor minder rendabele verbindingen.

    Verschillende voorbeelden in de buurlanden hebben echter aangetoond dat de liberalisering van het reizigersvervoer niet heeft geleid tot een betere dienstverlening of een daling van de prijzen. Maar dat is van ondergeschikt belang voor de toekomstige investeerders.

    Dat de liberalisering van de internationale én winstgevende nationale verbindingen geen gevolgen zou hebben voor minder rendabele en regionale lijnen is een leugen. De uitbouw van het hogesnelheidsnetwerk is immers reeds ten koste gegaan van het nationaal netwerk. Mensen zullen in de toekomst kunnen kiezen tussen verschillende vervoersbedrijven, maar het zal een keuze zijn tussen de pest en de cholera.

    Nadat energie, communicatie en post reeds werden overgeleverd aan de grillen van de markt is het nu de beurt aan het openbaar vervoer. De liberalisering van al die diensten ging gepaard met het verlies van tienduizenden banen, een toename van de werkdruk en een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden.

    Bij De Post volgen de saneringsplannen elkaar in een snel tempo op. Georoute 1 is nog niet verteerd, of Georoute 2 is al in aantocht. Wat dit allemaal inhoudt voor de mensen die afhankelijk zijn van die diensten werd onlangs nog duidelijk toen bekend werd dat duizenden gezinnen de winter moeten doorbrengen zonder energie nadat ze gedumpt werden door hun private energieleveranciers. We zien wie moet betalen voor de reclamecampagnes waarmee de energieleveranciers proberen om nieuwe klanten te lokken.

    De liberalisering van de openbare diensten is echter geen uitgemaakte zaak. Het jarenlang verzet van de Europese dokwerkers tegen de liberalisering van hun dienst en de ondermijning van hun statuut door zelfafhandeling van cargo toe te laten, toont aan dat verzet mogelijk is en loont. Iedere nieuwe poging om de havenarbeid te liberaliseren, stuit op verzet en acties van de dokwerkers. Zonder dat volgehouden verzet was de liberalisering van de havenarbeid reeds lang een feit. Durf te vechten, durf te winnen!  

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop